[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde Agenda Eurogroep en Ecofinraad van 9 en 10 december 2024

Raad voor Economische en Financiële Zaken

Brief regering

Nummer: 2024D46505, datum: 2024-11-27, bijgewerkt: 2024-12-02 11:07, versie: 2

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 07-2078 Raad voor Economische en Financiële Zaken.

Onderdeel van zaak 2024Z19604:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


21501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 2078 Brief van de minister van Financiën

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 november 2024

Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda van de vergaderingen van de Eurogroep en Ecofinraad van 9-10 december a.s. Ik ben voornemens deel te nemen aan deze vergaderingen.

Verder zend ik u de kwartaalrapportage lopende EU-wetgevingsvoorstellen op het terrein van Financiën.

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.

De minister van Financiën,
E. Heinen

Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad 9-10 december 2024

Eurogroep in inclusieve samenstelling

Internationaal economische dialoog met het Verenigd Koninkrijk

Document: N.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

De Eurogroep zal een economische dialoog voeren met de Britse minister van Financiën, Rachel Reeves. Er is geen specifiek onderwerp geagendeerd. De discussie zal zich naar verwachting richten op internationale economische ontwikkelingen, zoals het belang van het versterken van het concurrentievermogen in het Verenigd Koninkrijk en in de EU, de economische banden tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU, en over toenemende geopolitieke onzekerheid en geo-economische fragmentatie. Deze fragmentatie kan gepaard gaan met negatieve gevolgen voor de mondiale handel van goederen en diensten, internationale kapitaalstromen, specialisatie, marktwerking en technologische spreiding. Daarmee leidt dit tot hogere prijzen voor consumenten en lagere productiviteitgroei, met lagere welvaart tot gevolg. Dit geldt in het bijzonder voor open economieën, zoals Nederland en de EU, vanwege de nauwe verwevenheid met de mondiale economie. Het is voor Nederland zodoende van belang dat verdere fragmentatie wordt voorkomen en dat de baten van het op regels gebaseerde multilaterale handelssysteem behouden blijven.

Het VK is een belangrijke handelspartner voor de EU en staat in de top 5 van belangrijkste handelspartners voor Nederland. Het kabinet benadrukt in dit verband het belang van internationale samenwerking en sterke handelsrelaties met het VK. Indien opportuun zal Nederland op basis van bovenstaande deelnemen aan de gedachtewisseling.

Eurogroep

Economische beleidsprioriteiten van de volgende Europese Commissie

Document: N.v.t.
Aard bespreking: presentatie door de Europese Commissie
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:

De Europese Commissie zal aan de Eurogroep een presentatie geven over de economische beleidsprioriteiten tijdens de nieuwe Commissieperiode. Nederland kan de presentatie aanhoren.

Gedachtewisseling over de macro-economische ontwikkelingen in de eurozone, inclusief IMF Artikel IV-missie

Document: N.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Eurogroep zal van gedachten wisselen over de huidige macro-economische ontwikkelingen in de eurozone en een terugkoppeling van het IMF bezoek aan de eurozone ontvangen in het kader van de jaarlijkse Euro Area Policies-missies, die doorgaans in de zomer worden gepubliceerd.

In haar meest recente raming van 15 november jl.1, heeft de Commissie haar groeiverwachtingen in de EU voor lichtelijk naar beneden bijgesteld. De Commissie raamt de bbp-groei in de eurozone op 0,8% in 2024, 1,3% in 2025 en 1,6% in 2026. Dit is een negatieve bijstelling van 0,1%-pt voor 2025 ten opzichte van de vorige Commissieraming van 15 mei jl. De neerwaartse bijstelling van de groeiverwachting komt voornamelijk door een lager dan verwachte binnenlandse vraag in de eurozone.

De daling van de inflatie heeft zich voortgezet in de zomer, waarmee de inflatie van 2023 (5,4%) nu meer dan gehalveerd is in de eurozone (2,4%). De Commissie raamt een verdere daling van de inflatie in de eurozone naar 2,1% in 2025. De inflatie blijft gevoelig voor de energieprijzen. De inflatie van diensten blijft hoog (4%), maar neemt in 2025 naar verwachting af door de afnemende opwaartse druk van arbeidskosten en post-pandemie schokken. Daarbij zal de inflatie in 2026 terugkeren naar 1,9% volgens de Commissie. Ook neemt de heterogeniteit van de inflatie in de EU volgens de Commissie af, wat de transmissie van het monetaire beleid bevordert.

Naar verwachting zal het afnemen van het gemiddelde overheidstekort voortzetten, van 3,6% in 2023 naar 3,0% in 2024 en respectievelijk 2,9% en 2,8% in 2025 en 2026. De tekortreductie in 2024 is volgens de Commissie toe te schrijven aan nationale budgettaire terughoudendheid en meevallers aan de ontvangstenzijde, terwijl de nog steeds matige economische activiteit en de hogere rente-uitgaven bijdragen aan een hoger tekort. In 2025 zal restrictief begrotingsbeleid in de eurozone lidstaten een extra tekortverlagende bijdrage leveren. Desondanks zal de publieke schuldquote in de eurozone toenemen volgens de Commissie, van 88,9% in 2023 naar 90,0% in 2026. Dit wordt gedreven door een vertraging van de nominale bbp-groei (door de dalende inflatie) en de hoge rentekosten op schulden. Ook de aanhoudende primaire overheidstekorten dragen bij aan de hogere schuldquote. De Commissie verwacht dat de meeste lidstaten in 2026 hun schuldniveaus onder het niveau in 2020 zullen hebben gebracht.

De arbeidsmarkt blijft ondanks de magere groeicijfers robuust. De Commissie verwacht dat de werkloosheid in de eurozone de komende twee jaar verder daalt van het van 6,5% in 2024 naar 6,3% in 2025 en 2026. Ook verwacht de ECB dat de reële lonen komende jaren zullen blijven stijgen. Wel neemt de groei in werkgelegenheid af van 0,9% in 2024, naar 0,6% in 2025 en 2026.

Nederland vindt het van belang dat lidstaten hervormingen doorvoeren om hun duurzame groeipotentieel te verhogen. Verder blijft dient de houdbaarheid van de overheidsfinanciën van gewaarborgd te worden.

Beoordeling van de ontwerpbegrotingsplannen van de lidstaten van de eurozone
Document: N.v.t.
Aard bespreking: gedachtewisseling en aanname verklaring
Besluitvormingsprocedure: consensus
Toelichting:
De Eurogroep zal spreken over de ontwerpbegrotingen voor 2025, die de eurolanden medio oktober hebben ingediend bij de Europese Commissie (de Commissie), en de opinie van de Commissie over deze ontwerpbegrotingen, die op 26 november is gepubliceerd. Naast een bespreking van de begroting van de individuele lidstaten zal ook worden gesproken over de budgettaire situatie en vooruitzichten in de eurozone als geheel. De Eurogroep zal naar verwachting, net als in voorgaande jaren, na afloop van de bespreking een verklaring publiceren.

De Kamer zal middels een nazending op deze geannoteerde agenda een kabinetsappreciatie ontvangen van de opinie van de Commissie over de ontwerpbegrotingen.

Ecofinraad

Hervormingspakket Douane-unie

Document: n.v.t.

Aard bespreking: update over de voortgang in de onderhandelingen

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

De voorzitter zal een presentatie geven over de voortgang in de onderhandelingen met betrekking tot de hervorming van de Douane-unie.

Op 17 mei 2023 heeft de Europese Commissie voorstellen gepubliceerd voor de hervorming van de Douane-unie.2 Onder het Spaans en Belgisch voorzitterschap van de Raad zijn deze voorstellen in de Raadswerkgroepen besproken teneinde een compleet beeld te krijgen van de omvang en de consequenties van de voorgestelde wijzigingen. Tijdens het Hongaars voorzitterschap is gestart met het formuleren van een Raadscompromis op drie deelonderwerpen; de EU-Douanedatahub, het Europees Douaneagentschap en e-commerce. De planning is dat na het Pools voorzitterschap gestart kan worden met de triloog.

Het kabinet hecht groot belang aan goede voortang op dit dossier. De huidige wetgeving is niet langer toereikend voor de uitdagingen waar de douane mee wordt geconfronteerd.

Vrijwel alle lidstaten zijn voorstander van de hervorming van de Douane-unie en hebben een constructieve houding in de onderhandelingen.

De EP-commissie heeft op 13 maart 2024 een standpunt ingenomen op het totale hervormingspakket voor de Douane-unie. Zij stellen geen ingrijpende wijzigingen voor, wel stellen zij voor om de invoering van afzonderlijke onderdelen te vervroegen.

Herziening van de energiebelasting richtlijn

Document: Op dit moment nog niet beschikbaar. Het document wordt voorafgaand aan de vergadering op het Delegates Portal geplaatst onder de titel ‘Revision of the Energy Taxation Directive (ETD)’.

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: Unanimiteit

Toelichting:

De Raad zal spreken over de herziening van de richtlijn energiebelastingen (ETD). Daarbij zal het Hongaarse voorzitterschap inzetten op het bereiken van overeenstemming over de hoofdlijnen van de door hen voorgestelde compromistekst, met het oog op een stemming in een volgende Ecofinraad. De rechtsbasis is art 113 VWEU. De besluitvorming ten aanzien van het voorstel is unanimiteit (met raadpleging van het Europees Parlement).

Het oorspronkelijke ETD-voorstel is op 14 juli 2021 gepubliceerd, als onderdeel van het Fit-for-55 pakket. De laatste informatie over de onderhandelingen heeft de Kamer juni jl. ontvangen.3 Het ETD-voorstel is gericht op beperking van klimaatverandering door het verhogen van de minimumtarieven voor energieproducten en het verbreden van de grondslag. Het voorstel is onder druk van verschillende andere lidstaten gedurende de onderhandelingen steeds minder ambitieus geworden. Het voorliggende compromisvoorstel zet nog steeds enkele stappen vooruit, maar laat ook een aantal barrières om fossiele voordelen te kunnen uitfaseren in stand. In de huidige compromistekst wordt het verbod op het belasten van kerosine voor de luchtvaart behouden, waarbij de Commissie in 2035 moet beoordelen of ze dit verbod willen wijzigen. Dit betekent dat de Commissie waarschijnlijk niet eerder dan in 2035 een nieuw voorstel voor het belasten van kerosine zal doen. Ook het verbod op het belasten van brandstoffen in de scheepvaart blijft in de compromistekst behouden. Voor enkele andere onderdelen is het compromisvoorstel een verbetering ten opzichte van de bestaande wetgeving.

Het kabinet wil zich in zijn algemeenheid uitspreken voor een ambitieuze ETD en wil dat de volgende positieve elementen zoals opgenomen in de laatste compromistekst behouden blijven. Het betreft de verhoging van de minimumtarieven, een vorm van indexatie, het onderscheid tussen meer en minder vervuilende brandstoffen, nieuwe minimumtarieven voor nieuwe energieproducten, de uitfasering van de vrijstelling voor energieproducten gebruikt voor warmteopwekking in warmtekrachtkoppelingen (WKK’s) en in de mineralogische sector.

Het kabinet zet in op de afbouw van fossiele voordelen op EU-niveau. Het kabinet kan daarom niet akkoord gaan met het in stand houden van een verbod op het belasten van kerosine in de luchtvaart. Voor het vervolg van de onderhandelingen wil het kabinet blijven inzetten op Europese afspraken voor een kerosinebelasting voor de luchtvaart. Wat betreft scheepvaart (inclusief visserij), is het kabinet voorstander van het beter beprijzen van de externe kosten. De huidige compromistekst zorgt ervoor dat internationale afspraken over het belasten van stookolie geen effect kunnen hebben totdat de ETD wordt herzien. Echter geldt in tegenstelling tot luchtvaart dat door de samenloop met douaneregels het belasten van stookolie voor de zeevaart juridisch niet mogelijk is in de ETD. Een eventueel ambitieuzere bepaling zou daarom geen effect sorteren. Als wel zou kunnen worden belast, zou de belasting bovendien relatief eenvoudig kunnen worden ontgaan door buiten de EU te bunkeren. Daarnaast wordt verwacht dat door de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) binnen afzienbare termijn wel effectieve maatregelen worden getroffen om de scheepvaart te beprijzen. De huidige ETD staat daaraan niet in de weg. Het kabinet kan daarom in het kader van een compromis akkoord gaan met het handhaven van de huidige status quo, met een herzieningstermijn voor 2040.

Het krachtenveld binnen de Raad is als volgt. Er is een kleine groep lidstaten tegen enige vorm van belasting van de commerciële lucht- en scheepvaart en tegen het opnemen van een evaluatietermijn. Een grotere groep lidstaten steunt een verplichte vrijstelling met een langere termijn voor heroverweging (2040). Een andere groep lidstaten is voor enige vorm van beprijzen of wil de optie op unilateraal of bilateraal te kunnen belasten open houden (bijvoorbeeld met een minimumtarief van € 0). Er is daarnaast een groep lidstaten die nog geen standpunt heeft ingenomen.

Daarnaast zet het kabinet in op het afschaffen van de in de huidige compromistekst opgenomen optionele belastingvrijstelling voor energieproducten gebruikt in de land-, bos- en tuinbouw. Dit is van belang voor het internationale speelveld voor Nederlandse bedrijven, met name voor de glastuinbouw waar het aardgas wel belast wordt, te beschermen. Een aantal landen wil echter vasthouden aan het kunnen toepassen van een volledige vrijstelling.

Jaarverslag Europese Rekenkamer over de Uitvoering van de begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2023

Document: https://www.eca.europa.eu/nl/publications/ar-2023

Aard bespreking: Presentatie van de Europese Rekenkamer
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting: De Europese Rekenkamer (ERK) zal in de Ecofinraad het jaarverslag over de EU-begroting 2023 presenteren. De presentatie van het jaarverslag is voor de Raad het startpunt van de dechargeprocedure.

Op basis van het jaarverslag stelt de Raad ieder jaar Raadsaanbevelingen op voor het Europees Parlement, dat decharge verleent aan de Europese Commissie over de uitvoering van de Europese begroting. In januari 2025 starten de inhoudelijke en technische besprekingen in het ambtelijke Begrotingscomité, die resulteren in een dechargeadvies van de Raad aan het Europees Parlement. De Ecofinraad beslist, waarschijnlijk in maart 2025, met gekwalificeerde meerderheid over het dechargeadvies. De rechtsbasis is art. 319 VWEU.

De ERK geeft in het rapport over het verslagjaar 2023 wederom een afkeurend oordeel ten aanzien van de uitgaven van de EU-begroting. Het foutenpercentage (onrechtmatigheden) in de uitgaven is in 2023 gestegen naar 5,6%. Dit is een toename ten opzichte van 2022, toen het foutenpercentage 4,2% was (2021: 3%). De goedkeuringsdrempel is maximaal 2%. Met name de uitgaven met een hoog risico, waarbij sprake is van vergoedingen op basis van declaraties (ten opzichte van bijvoorbeeld het toekennen van subsidies), kennen een relatief hoog foutenpercentage. Dergelijke uitgaven zijn vaak omgeven door complexe regels voor het ontvangen en aanvragen van deze vergoedingen. De fouten die werden gevonden bij de cohesie uitgaven zijn gestegen naar 9,3% (2022: 6,4%). Daarnaast heeft de ERK een separate beoordeling gegeven over de uitgaven in het kader van de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit. De ERK geeft een oordeel ‘met beperking’ ten aanzien van deze uitgaven. Dit betekent dat de bevindingen van materieel belang zijn, maar geen diepgaande invloed hebben.

Het foutenpercentage betekent niet dat sprake is van fraude. De ERK heeft echter wel twintig gevallen van vermoedelijke fraude geconstateerd, die zijn gemeld aan het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF). De ERK heeft verder een goedkeurende verklaring afgegeven over de betrouwbaarheid van de financiële overzichten, zoals de balans en kasstroomoverzichten. Ook de ontvangsten bevatten geen fouten van materieel belang.

Nederland zal zich, conform de motie Diederik van Dijk van 15 oktober jl., blijven inzetten voor een betere verantwoording van EU-uitgaven (Kamerstuk 21501-20, nr. 2124). Voor Nederland spelen het oordeel en de bevindingen van de ERK een belangrijke rol tijdens de standpuntbepaling ten aanzien van de aanname van Raadsaanbevelingen voor decharge. In eerdere jaren heeft Nederland zich doorgaans kritisch opgesteld in de discussie over de Raadsaanbevelingen voor decharge. De Raadsaanbevelingen waren volgens Nederland in het verleden onvoldoende in lijn met het oordeel van de ERK, wat meestal resulteerde in een tegenstem voor de aanname van de Raadsaanbevelingen. Nederland zal zich inzetten voor Raadsaanbevelingen die de conclusies van de ERK voldoende reflecteren.

De Kamer wordt te zijner tijd geïnformeerd over de inhoud van de Raadsaanbevelingen over de decharge en het uiteindelijke oordeel van het kabinet hierover.

Implementatie van het Europees begrotingsraamwerk

Document: n.v.t.

Aard bespreking: presentatie

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

In het kader van de implementatie van het Europees begrotingsraamwerk zal de Commissie een presentatie geven over de aanbevelingen aan de Raad ten aanzien van de budgettair-structurele plannen voor de middellange termijn en de correctie van buitensporige tekorten. De Commissie heeft deze aanbevelingen gepubliceerd op 26 november 2024 in het kader van het Herfstpakket. Specifiek heeft de Commissie aanbevelingen aan de Raad gedaan voor: 1. het vaststellen van uitgavenpaden voor 21 lidstaten die hun plannen hebben ingediend.4 2. het goedkeuren van hervormingen en investeringen onderliggend aan verlenging van de budgettaire aanpassingsperiode voor vijf lidstaten5 en 3. het corrigeren van buitensporige tekorten voor acht lidstaten6.

De Raadsaanbevelingen liggen naar verwachting ter besluitvorming voor in de Ecofinraad van januari 2025. De Kamer ontvangt medio december een kabinetsappreciatie van deze Raadsaanbevelingen. Voor een uitgebreidere beschrijving van het vervolgproces voor de implementatie van het Europees begrotingsraamwerk verwijs ik u naar het verslag van de Ecofinraad op 13-14 september 2024. Indien opportuun zal Nederland in een eerste reactie het belang van implementatie en handhaving van de begrotingsregels benadrukken.

Economisch herstel in Europa: Implementatie van de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF) en uitvoeringsbesluiten van de Raad onder het HVF.
Document: Denemarken d43b0e60-35b6-4e0c-b494-08d5b170dc8b_en (europa.eu)
Slovenië aefa15fa-7fbe-450f-a060-8ad539c3dbd7_en (europa.eu)
Zweden c9142a45-93d9-4eff-9463-37c112b605b7_en (europa.eu)
België fc483d9c-e45a-46cc-96a5-6a688ad3fc56_en (europa.eu)
Aard bespreking: Aanname uitvoeringsbesluit van de Raad
Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid
Toelichting:
Tijdens de Ecofinraad zal worden stilgestaan bij de stand van zaken ten aanzien van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Naar verwachting zal de Commissie een update geven over de implementatie. Nederland kan de update aanhoren.

Daarnaast zal tijdens de Ecofinraad de aanpassingen van de uitvoeringsbesluiten ter goedkeuring van de herstel- en veerkrachtplannen (HVP) van Denemarken, Slovenië, Zweden en België ter besluitvorming voorliggen.

Denemarken

Op 18 november heeft de Europese Commissie het voorstel tot aanpassing van het uitvoeringsbesluit van de Raad tot goedkeuring van het Deense herstel- en veerkrachtplan (HVP) gepubliceerd. Er wordt geen discussie verwacht in de Ecofinraad. Hieronder volgt een beschrijving van de aanpassing en de beoordeling van het kabinet

Denemarken heeft op 22 oktober 2024 een verzoek ingediend voor een aanpassing van het oorspronkelijke HVP dat middels een uitvoeringsbesluit van de Raad op 13 juli 2021 is goedgekeurd. Dit uitvoeringsbesluit is op 9 november 2023 aangepast.

Denemarken maakt gebruik van de mogelijkheid om het HVP aan te passen op grond van objectieve omstandigheden. Voor een uitgebreide toelichting op deze grondslag voor wijziging verwijs ik u graag naar het verslag van de Eurogroep- en Ecofinraad van juni 2024.7 De aanpassing heeft betrekking op twintig maatregelen. Denemarken heeft aangegeven dat drie maatregelen zijn aangepast omdat er betere alternatieven geïmplementeerd kunnen worden om de oorspronkelijke ambitie van de maatregelen te verwezenlijken. Deze maatregelen hebben onder andere betrekking op de groene transitie en digitalisering. Daarnaast geeft Denemarken aan dat er voor negen maatregelen betere alternatieven bestaan waarmee de administratieve lasten verminderd kunnen worden. Deze maatregelen hebben betrekking op o.a. de groene transitie, energie efficiëntie, infrastructuur en digitalisering.

Andere reden voor aanpassing die Denemarken aangeeft is dat vier maatregelen deels niet langer haalbaar zijn door hoge inflatie en onvoldoende marktvraag binnen de gegeven termijnen, en om zich aan te kunnen passen aan nieuwe aanbevelingen van gezondheidsautoriteiten. Dit betreft onder andere mijlpalen met betrekking op een studie over de effecten van COVID-19 vaccinaties, het versterken van de weerbaarheid van de gezondheidssector, infrastructuur en energie efficiëntie. Op basis hiervan heeft Denemarken verzocht om enerzijds het ambitieniveau van een aantal van deze maatregelen te verlagen, anderzijds om de mijlpalen aan te passen. Om de middelen in te zetten die door deze aanpassing beschikbaar komen, heeft Denemarken verzocht om een nieuwe maatregel met betrekking tot energie efficiëntie toe te voegen en het vereiste implementatieniveau van twee maatregelen te verhogen. Ook geeft Denemarken aan dat één maatregel, met betrekking tot het afvangen van koolstof, niet langer haalbaar is aangezien de aanbesteding geen in aanmerking komende biedingen ontving.

De Commissie oordeelt dat de redenen die Denemarken aandraagt een aanpassing van het plan rechtvaardigen en dat het Deense herstelplan ook na de aanpassing voldoet aan de eisen van de HVF-verordening. Het kabinet kan zich vinden in het oordeel van de Commissie. Nederland is daarom voornemens om in te stemmen met het voorstel tot aanpassing van het uitvoeringsbesluit van de Raad.

Slovenië

Op 20 november heeft de Europese Commissie het voorstel tot aanpassing van het uitvoeringsbesluit van de Raad tot goedkeuring van het Sloveense herstel- en veerkrachtplan (HVP) gepubliceerd. Er wordt geen discussie verwacht in de Ecofinraad. Hieronder volgt een beschrijving van de aanpassing en de beoordeling van het kabinet.

Slovenië heeft op 18 oktober 2024 een verzoek ingediend voor een aanpassing van het oorspronkelijke HVP dat middels een uitvoeringsbesluit van de Raad op 28 juli 2021 is goedgekeurd. Dit uitvoeringsbesluit is op 17 oktober 2023 aangepast. Slovenië maakt gebruik van de mogelijkheid om het HVP aan te passen op grond van objectieve omstandigheden. De aanpassing heeft betrekking op vijf maatregelen.

Slovenië heeft aangegeven dat twee maatregelen zijn aangepast doordat er onvoldoende in-aanmerking komende projectaanvragen zijn ontvangen. Deze maatregelen hebben betrekking op energie-efficiëntie, hernieuwbare energiebronnen en de verduurzaming van gebouwen. Daarnaast heeft Slovenië verzocht om de middelen in te zetten die door deze aanpassing beschikbaar komen door het ambitieniveau van één maatregel gerelateerd aan stadsverwarmingssystemen te verhogen.

Andere reden voor aanpassing is dat één maatregel gedeeltelijk niet langer haalbaar is door disruptie in de toeleveringsketen. Een andere maatregel is gedeeltelijk niet langer haalbaar, omdat de overstromingen in Slovenië van vorig jaar hebben geleid tot vertraging bij de voorbereiding en uitvoering van projecten. Een andere maatregel gerelateerd aan groen- en digitaal onderwijs is aangepast vanwege het bestaan van een beter alternatief om het originele ambitieniveau te behalen. Een laatste maatregel gerelateerd aan de weerbaarheid van de arbeidsmarkt is aangepast vanwege de mogelijkheid om administratieve lasten te verlagen.

De Commissie oordeelt dat de redenen die Slovenië aandraagt een aanpassing van het plan rechtvaardigen en dat het Sloveense herstelplan ook na de aanpassing voldoet aan de eisen van de HVF-verordening. Het kabinet kan zich vinden in het oordeel van de Commissie. Nederland is daarom voornemens om in te stemmen met het voorstel tot aanpassing van het uitvoeringsbesluit van de Raad.

Zweden

Op 20 november heeft de Europese Commissie het voorstel tot aanpassing van het uitvoeringsbesluit van de Raad tot goedkeuring van het Zweedse herstel- en veerkrachtplan (HVP) gepubliceerd. Er wordt geen discussie verwacht in de Ecofinraad. Hieronder volgt een beschrijving van de aanpassing en de beoordeling van het kabinet

Zweden heeft op 19 september 2024 een verzoek ingediend voor een aanpassing van het oorspronkelijke HVP dat middels een uitvoeringsbesluit van de Raad op 4 mei 2022 is goedgekeurd. Dit uitvoeringsbesluit is op 9 november 2023 aangepast. Zweden maakt gebruik van de mogelijkheid om het HVP aan te passen op grond van objectieve omstandigheden. Deze aanpassing heeft betrekking op zes maatregelen.

Zweden heeft aangegeven dat één maatregel niet langer haalbaar is door de gestegen kosten van fossiele brandstof en biobrandstof. Dit betreft een maatregel gerelateerd aan de groene transitie. Door de gestegen prijzen zouden de effecten van deze maatregel een disproportioneel negatief effect hebben op huishoudens. Daarnaast heeft Zweden verzocht om het implementatieniveau van twee maatregelen te verhogen; gerelateerd aan de groene transitie en onderwijs. Voor drie maatregelen geeft Zweden aan dat er betere alternatieven beschikbaar zijn om het originele ambitieniveau te behalen. Een andere maatregel, gerelateerd aan klimaatinvesteringen, wordt aangepast om de administratieve lasten te verlichten.

De Commissie oordeelt dat de redenen die Zweden aandraagt een aanpassing van het plan rechtvaardigen en dat het Zweedse herstelplan ook na de aanpassing voldoet aan de eisen van de HVF-verordening. Het kabinet kan zich vinden in het oordeel van de Commissie. Nederland is daarom voornemens om in te stemmen met het voorstel tot aanpassing van het uitvoeringsbesluit van de Raad.

België

Op 20 november heeft de Europese Commissie het voorstel tot aanpassing van het uitvoeringsbesluit van de Raad tot goedkeuring van het Belgische herstel- en veerkrachtplan (HVP) gepubliceerd. Er wordt geen discussie verwacht in de Ecofinraad. Hieronder volgt een beschrijving van de aanpassing en de beoordeling van het kabinet.

België heeft op 25 oktober 2024 een verzoek ingediend voor een aanpassing van het oorspronkelijke HVP dat middels een uitvoeringsbesluit van de Raad op 13 juli 2021 is goedgekeurd. Dit uitvoeringsbesluit is op 8 december 2023 aangepast. België maakt gebruik van de mogelijkheid om het HVP aan te passen op grond van objectieve omstandigheden. Deze aanpassing heeft betrekking op 24 maatregelen.

België heeft aangegeven dat er voor twee maatregelen gerelateerd aan de energietransitie betere alternatieven beschikbaar zijn om het originele ambitieniveau te behalen. Met de middelen die vrijkomen door een aanpassing van deze maatregelen, heeft België verzocht om drie nieuwe maatregelen gerelateerd aan (groene) mobiliteit toe te voegen aan het HVP. Daarnaast heeft België verzocht om het ambitieniveau van twee maatregelen gerelateerd aan groene mobiliteit en energy te verhogen. Daarnaast legt België uit dat 18 maatregelen zijn aangepast omdat er betere alternatieven beschikbaar zijn met verminderde administratieve lasten. Deze maatregelen hebben onder andere betrekking op de energie transitie, digitaliseren en gezondheidszorg.

De Commissie oordeelt dat de redenen die België aandraagt een aanpassing van het plan rechtvaardigen en dat het Belgische herstelplan ook na de aanpassing voldoet aan de eisen van de HVF-verordening. Het kabinet kan zich vinden in het oordeel van de Commissie. Nederland is daarom voornemens om in te stemmen met het voorstel tot aanpassing van het uitvoeringsbesluit van de Raad.

Overige plannen

Mogelijk zullen er meer voorstellen tot aanpassing van uitvoeringsbesluiten ter goedkeuring van een HVP van lidstaten worden gepubliceerd in aanloop naar de Ecofinraad. In dat geval zal de Kamer hierover een nazending van deze geannoteerde agenda ontvangen waarin de aanpassing wordt toegelicht en een kabinetsappreciatie wordt gegeven.

Economische en financiële impact van de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne

Document: N.v.t.

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

De Ecofinraad zal van gedachten wisselen over de economische en financiële impact van de Russische agressie tegen Oekraïne en over Europese steunmaatregelen. Oekraïne is afhankelijk van externe steun om de Russische agressie te blijven weren en de maatschappij overeind te houden. Het IMF raamt het totale externe financieringstekort voor de periode 2023-2027Q1 op tussen de USD 151,4 mld. en USD 187,1 mld. afhankelijk van wanneer de oorlog eindigt.8 De totale herstel- en wederopbouwnoden worden door de Wereldbank geschat op USD 486 mld.9 De EU-Oekraïne-faciliteit van 50 mld. euro, waarvan ca. 38 mld. euro macro-financiële bijstand voor de periode 2024-2027 en het IMF-programma10 zijn belangrijke onderdelen van de internationale inzet om de begrotingstekorten (deels) te dekken en om Oekraïne in staat te stellen de strijd tegen Russische agressie voort te zetten. De Wereldbank heeft sinds de uitbraak van de oorlog ongeveer USD 48 mld. gemobiliseerd voor kritieke herstelwerkzaamheden en wederopbouwsteun. Kabinetsbeleid is dat Nederland Oekraïne politiek, militair, financieel en moreel actief en onverminderd blijft steunen in tijd van oorlog, herstel en wederopbouw, zolang als dat nodig is.

De Ecofinraad zal de laatste stand van zaken bespreken van de opvolging van het politieke G7-akkoord om USD 50 mld. aan Extraordinary Revenue Accelerated-leningen te verschaffen aan Oekraïne voor het eind van 2024. Daarbij worden de buitengewone inkomsten op bevroren Russische Centrale-banktegoeden aan Oekraïne ter beschikking gesteld voor het terugbetalen van de leningen en rentebetalingen. Het parlement is via de kabinetsappreciatie over de concept-Verordening op 4 oktober geïnformeerd over het EU-aandeel van maximaal 35 mld. euro.11 Inmiddels is meer bekend over de bijdragen van de andere G7-partners (de VS, het VK, Canada en Japan), waardoor het EU-aandeel in de lening naar verwachting verlaagd wordt naar ongeveer 18,1 mld. euro. De uitbetaling van de eerste tranche hiervan wordt begin 2025 verwacht, na ondertekening van de leenovereenkomst tussen de Commissie en Oekraïne. In lijn met de motie Boswijk c.s.12 blijft het kabinet ambitieus ten aanzien van het verkennen van verdere maatregelen voor het gebruik van de (opbrengsten over) de bevroren Russische Centrale-banktegoeden. Dit moet in EU-verband en in nauwe samenwerking met G7-partners gebeuren.

De Ecofinraad zal naar verwachting ook stilstaan bij de macro-financiële steun vanuit de Oekraïnefaciliteit. Deze steun is gekoppeld aan het Oekraïneplan, de door Oekraïne opgestelde hervormings- en investeringsagenda. Het Oekraïneplan bevat stappen waar Oekraïne aan moet voldoen voordat tot uitbetaling van nieuwe tranches overgegaan kan worden. Oekraïne kan driemaandelijks een aanvraag indienen bij de Commissie. De Commissie beoordeelt de mate waarin Oekraïne aan de corresponderende conditionaliteiten uit het Oekraïneplan voldoet en legt een concept-Raadsuitvoeringsbesluit voor aan de Raad. Op 14 november jl. oordeelde de Commissie dat Oekraïne heeft voldaan aan de negen stappen gekoppeld aan de tweede tranche vanuit de faciliteit van ca. 4,1 mld. euro. De Raad stemt per Raadsuitvoeringsbesluit in met het oordeel van de Commissie dat Oekraïne aan de voorwaarden heeft voldaan. Dit besluit vindt binnen drie weken plaats. Nederland kan het oordeel van de Commissie volgen en is voornemens om in te stemmen met het Raadsuitvoeringsbesluit. Tot nu toe is er in totaal 12,2 mld. euro betaald uit de faciliteit, waaronder 6 mld. euro overbruggingsfinanciering en 1,89 mld. euro prefinanciering. De Kamer wordt geïnformeerd over de besluitvorming over volgende tranches.


  1. https://www.ecb.europa.eu/pub/pdf/other/ecb.projections202409_ecbstaff~9c88364c57.en.pdf↩︎

  2. https://taxation-customs.ec.europa.eu/customs-4/eu-customs-reform_en↩︎

  3. Kamerstukken II, 2023/24, 32 813 nr. 1400.↩︎

  4. Lidstaten in een buitensporigtekortprocedure die hun plan nog niet bij de Commissie hebben ingediend, krijgen een vierjarig uitgavenpad aanbevolen om aan de vereisten van verordening 2023/1263 te voldoen.↩︎

  5. Finland, Frankrijk, Italië, Spanje en Roemenië↩︎

  6. België, Frankrijk, Hongarije, Italië, Malta, Polen, Roemenië, Slowakije↩︎

  7. Verslag Eurogroep en Ecofinraad 20 en 21 juni 2024 | Tweede Kamer der Staten-Generaal↩︎

  8. https://www.imf.org/en/Publications/CR/Issues/2024/06/28/Ukraine-Fourth-Review-of-the-Extended-Arrangement-under-the-Extended-Fund-Facility-Request-551207.↩︎

  9. https://ukraine.un.org/sites/default/files/2024-02/UA%20RDNA3%20report%20EN.pdf.↩︎

  10. https://www.imf.org/en/Publications/CR/Issues/2024/06/28/Ukraine-Fourth-Review-of-the-Extended-Arrangement-under-the-Extended-Fund-Facility-Request-551207↩︎

  11. Kabinetsappreciatie Commissievoorstellen uitwerking G7-akkoord financiële steun aan Oekraïne 2024.↩︎

  12. Kamerstuk 21 501-02, nr. 2962.↩︎