Tweeminutendebat NAVO en OVSE (CD 27/11) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2024D46541, datum: 2024-11-27, bijgewerkt: 2024-11-28 10:10, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2024-11-27 13:40: Tweeminutendebat NAVO en OVSE (CD 27/11) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
NAVO en OVSE
NAVO en OVSE
Aan de orde is het tweeminutendebat NAVO en OVSE (CD d.d.
27/11).
De voorzitter:
Ik richt een hartelijk woord van welkom aan de minister van Buitenlandse
Zaken. Aan de orde is het tweeminutendebat NAVO en OVSE. Het
commissiedebat vond zojuist plaats. Er zijn vijf sprekers van de zijde
van de Kamer. Ik geef graag als eerste het woord aan de heer Paternotte
van de fractie van D66. Uw tijd loopt, meneer Paternotte.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Oekraïne op verschillende momenten, waaronder in het
Victory Plan, heeft aangegeven dat het land meer wapens nodig heeft,
welke de huidige defensie-industrie niet in voldoende mate kan
leveren;
overwegende dat meerdere Europese landen, waaronder Noorwegen en
Denemarken, al zijn begonnen met het direct financieren en ondersteunen
van de Oekraïense defensie-industrie;
verzoekt de regering om, met de middelen die zijn gereserveerd voor
militaire steun aan Oekraïne, de Oekraïense wapenindustrie te
ondersteunen door directe investeringen in de lokale
productiecapaciteit, en in navolging van Denemarken en Noorwegen zo snel
mogelijk over te gaan tot het sluiten van contracten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Paternotte en Boswijk.
Zij krijgt nr. 475 (28676).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat elke NAVO kandidaat-lidstaat eerst aan de
toetredingseisen moet voldoen zoals vastgelegd in het Noord-Atlantisch
Verdrag;
overwegende dat Nederland bij de Europese koplopers hoort in steun aan
de Oekraïense verdediging;
overwegende dat zowel de NAVO als het Nederlandse kabinet hebben
uitgesproken dat Oekraïne op een onomkeerbaar pad is richting
NAVO-lidmaatschap;
overwegende dat Nederland bilaterale steun en expertise levert aan
Oekraïne en Moldavië bij het toetredingsproces van de Europese
Unie;
verzoekt het kabinet om datzelfde te doen voor Oekraïne bij het voldoen
aan de NAVO-toetredingseisen zoals vastgelegd in het Noord-Atlantisch
Verdrag,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Paternotte.
Zij krijgt nr. 476 (28676).
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter. Dan heb ik nog een vraag. Het tweeminutendebat ging
natuurlijk over de OVSE. Rusland is bezig met een verwoestende invasie
van Oekraïne en heeft OVSE-medewerkers onterecht veroordeeld tot wel
veertien jaar cel. Het kan niet zo zijn dat we Rusland toestaan om de
OVSE af te breken. Daarom vraag ik aan de minister of hij kan toezeggen
dat hij alle mogelijkheden in kaart wil brengen om Rusland uit te
sluiten en te isoleren binnen de OVSE. Wil hij daartoe ook het gesprek
opzoeken met aankomend voorzitter Finland? Zo zouden zij bijvoorbeeld
geen landingsrechten kunnen verlenen aan de Russische delegatie. Ik hoor
graag wat er op dat gebied mogelijk is.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
De heer Boswijk van het CDA ziet af van zijn spreektijd. De heer
Kahraman, Nieuw Sociaal Contract.
De heer Kahraman (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Laat ik beginnen met dank zeggen aan de minister
voor de beantwoording van onze vragen in het debat. Ik wil wel nog één
punt maken. De minister heeft ook aangegeven dat hij zich sterk zal
blijven maken voor de vredesonderhandelingen tussen Armenië en
Azerbeidzjan. Beide landen zijn ook lid van de OVSE. Ik zou de minister
echt willen aansporen om zijn inzet ook binnen de OVSE daarop te richten
en te kijken hoe wij, als Nederland, Azerbeidzjan en Armenië aan de
vredestafel kunnen krijgen, om zo spoedig mogelijk vrede tussen beide
landen te bewerkstelligen. Ik roep de minister ook op om in zijn gesprek
met Azerbeidzjan ook aan te dringen op het vrijlaten van de
krijgsgevangenen die nog steeds door Azerbeidzjan gevangen worden
gehouden. Nogmaals dank voor de beantwoording en voor uw inzet om vrede
in die regio voor elkaar te krijgen.
De voorzitter:
Mevrouw Piri, GroenLinks-PvdA.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Ook namens mij dank voor de beantwoording en voor het debat
met de minister. Zoals de minister doorkreeg tijdens het debat, is er
echt een meerderheid in deze Kamer die het kabinet wil aanmoedigen om nú
juist meer te doen voor Oekraïne en om niet te wachten tot aan de
Voorjaarsnota. Mij stemt positief dat de suppletoire begroting nog moet
worden ingediend, dus wellicht zijn die plannen er. Ter aanmoediging de
volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Oekraïne de capaciteit heeft om voor 30 miljard aan
militaire goederen per jaar te produceren, maar wegens geldgebrek
slechts voor 15 miljard per jaar produceert;
constaterende dat de regering wegens krapte op de defensiemarkt 750
miljoen aan militaire steun in Oekraïne, gereserveerd voor 2024, dit
jaar niet meer kan uitgeven en naar 2025 heeft doorgeschoven;
verzoekt de regering te onderzoeken of zij nog in 2024 750 miljoen in
financiële steun aan Oekraïne over kan maken, zodat Oekraïne zijn eigen
wapens kan produceren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Piri en Paternotte.
Zij krijgt nr. 477 (28676).
Dat was de bijdrage van de Kamer. Ik schors twee minuutjes en dan gaan we luisteren naar de minister.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
We moeten snel door naar de stemmingen en dan weer naar de begroting
Sociale Zaken, dus ik hoop dat de minister het kort en puntig kan doen.
Het woord is aan hem.
Minister Veldkamp:
Voorzitter. De motie op stuk nr. 475 van de heer Paternotte. Dit is
staand beleid en de strekking van de motie ondersteun ik van harte.
Oordeel Kamer. Dit gaat over de Oekraïense wapenindustrie.
De voorzitter:
Eén korte vraag van de heer Paternotte.
De heer Paternotte (D66):
Het beeld dat ik had en kreeg vanuit verschillende adviesorganen in
Europa is dat wij nog niet hetzelfde doen als Denemarken en Noorwegen,
omdat die al contracten hebben. In die zin hoop ik dat we dit nu wel
gaan doen en dat dit ook de conclusie van de minister is.
Minister Veldkamp:
Ja. Het gaat hier overigens over Defensiebestedingen en dergelijke, dus
dit neem ik ook met de minister van Defensie op.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 476.
Minister Veldkamp:
De motie op stuk nr. 476 over de steun aan de NAVO-voorwaarden voor
Oekraïne geef ik oordeel Kamer. Wij gaan al iets doen ter invulling van
een eerdere motie waarvan de heer Paternotte medeondertekenaar was en
die ging over steun op het gebied van de EU en de technische kennis en
dergelijke daarover. Dat gaan we dus ook hierop toepassen.
De voorzitter:
Dus eigenlijk is deze motie overbodig.
Minister Veldkamp:
Ja, maar tegelijkertijd vind ik het nog wel dermate … Ja …
De voorzitter:
Het is aan de minister, hoor. Ik roep maar even iets. We hebben een
nieuw kader, waaraan we hard hebben gewerkt. Neenee, hoho, rustig,
ontspan!
Minister Veldkamp:
Ik hoor wat u zegt, voorzitter, maar tegelijkertijd is het soms ook wel
goed om ambtelijke organisaties en dergelijke eraan te herinneren dat
een bepaalde motie is aangenomen. Wat dat betreft denk ik: oordeel
Kamer.
De voorzitter:
Oké. Dat zijn de diepere politieke afwegingen die boven mijn pet
gaan.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter, als u dat soort termen gebruikt, moeten we daar natuurlijk
wel even op doorgaan. De minister heeft laatst verteld dat we ten
aanzien van Moldavië nu ook de inzet hebben dat er mensen aan de slag
zijn om Moldavië te helpen. De vraag is of we dat nu al doen ten aanzien
van het NAVO-toetredingsproces of zegt de minister dat we dat gaan doen?
En als we dat gaan doen, hadden we dat dan al ergens uit kunnen
afleiden?
Minister Veldkamp:
We doen het in zoverre dat we ze regelmatig consulteren. Het specifiek
markeren via een conferentie die we met Oekraïne gaan hebben, juist op
dat EU-terrein en specifiek zoals we met Polen al jarenlang hebben
gedaan door bij elkaar te zitten, expertise te delen en dergelijke,
kunnen we wat mij betreft heus ook toepassen op Oekraïne op het gebied
van wat het vereist om aan de NAVO-voorwaarden te voldoen. Dus dit kan
ik daarin meenemen.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 477.
Minister Veldkamp:
Ik had nog een vraag van de heer Paternotte, betreffende de OVSE en het
isoleren van Rusland. Wij houden nog steeds graag het beleid aan dat we
Rusland diplomatiek isoleren. Ten aanzien van de ministeriële
bijeenkomst van de OVSE van volgend jaar zal Nederland met Finland als
aankomende voorzitter de aanwezigheid van Rusland bespreken. Verder
gebruiken we ook het OVSE-forum — dat zal ik volgende week ook doen — om
Rusland aan te spreken op de Russische agressie in Oekraïne. Dat doe ik
dus en een grote meerderheid van deelnemende staten zal dat met mij
doen. Ik zal ook met de Finse collega de 50-jarige viering van de
Slotakte van Helsinki van volgend jaar bespreken. Ik zal met haar
bespreken hoe ze daar invulling aan wil geven en in welke mate Nederland
daar steun aan kan verlenen.
Dan kom ik op de motie op stuk nr. 477 van mevrouw Piri. Die gaat over
Defensiebestedingen van 750 miljoen. In algemene zin ligt dit bij
uitstek op het terrein van de minister van Defensie, ook omdat dit
bedrag onderdeel is van de Defensiebegroting. Mogelijk is het meer
gepast om die vraag volgende week te stellen bij de behandeling van de
Defensiebegroting. Ik merk dat als ik nu de precieze juridische status
van de verwerving die onderliggend is aan de 750 miljoen tracht te
achterhalen, het lastig is om dat op heel korte termijn volledig vast te
stellen. Wat wel duidelijk is, is dat de besteding van die 750 miljoen
in een heel ver gevorderd stadium is, de juridische status daargelaten.
Ik kan trouwens niet uitsluiten dat terugtrekking van vastleggingen en
inzet op de voorliggende voorstellen juist ook weer kan leiden tot
vertraging van leveringen aan Oekraïne, wordt mij door experts gezegd.
Het heeft iets meer tijd nodig en komt ook uit de Defensiebegroting, die
volgende week wordt behandeld. Mijn appreciatie zou dus "ontijdig" zijn
met betrekking tot deze motie.
De voorzitter:
Eén korte vraag van mevrouw Piri.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Het klopt dat volgende week de Defensiebegroting wordt besproken. Dan
vraag ik graag de minister, en via hem ook het kabinet, om voor volgende
week echt duidelijkheid te verschaffen over de juridische verplichting.
Dat is namelijk belangrijk voor het budgetrecht van de Kamer. Dan zal ik
tot die tijd mijn motie aanhouden.
De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Piri stel ik voor haar motie (28676, nr. 477) aan
te houden.
Daartoe wordt besloten.
Minister Veldkamp:
Ik neem het met Defensie op.
Dan tot slot, voorzitter, had de heer Kahraman een vraag over het
Azerbeidzjaanse vredesproces. Ik zal daar specifiek nog aandacht aan
besteden en toe oproepen tijdens de ministeriële bijeenkomst van de OVSE
volgende week. Ik spreek binnenkort ook apart met de Armeense minister.
Zodra dat met de minister van Azerbeidzjan weer tot stand komt, zal ik
ook de punten die hij opbracht, inclusief de krijgsgevangenen,
meenemen.
De voorzitter:
Heel goed. Tot zover.
De beraadslaging wordt gesloten.