Amendement van het lid Westerveld over middelen voor nazorg voor slachtoffers van misstanden in de jeugdzorg
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2025
Amendement
Nummer: 2024D46614, datum: 2024-11-28, bijgewerkt: 2024-12-16 11:34, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36600-XVI-113).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.M. Westerveld, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 XVI-113 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2024Z19664:
- Indiener: E.M. Westerveld, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2024-12-05 12:56: STEMMINGEN (over alle begrotingen) (Stemmingen), TK
- 2024-12-12 20:35: STEMMINGEN (over alle begrotingen, over moties ingediend bij het Tweeminutendebatten Raad Algemene Zaken, Energieraad en Raad Buitenlandse Zaken) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 600 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2025
Nr. 113 AMENDEMENT VAN HET LID WESTERVELD
Ontvangen 28 november 2024
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 5 Jeugd worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 200 (x € 1.000).
II
In artikel 5 Jeugd worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 200 (x € 1.000).
Toelichting
Een van de lessen van Commissie De Winter die grootschalig onderzoek deed naar misstanden in de jeugdzorg, is dat erkenning en nazorg voor slachtoffers van het grootste belang is. Om herhaling te voorkomen en vertrouwen te herstellen.
Bij het uitkomen van het rapport «Eenzaam gesloten», over de misstanden bij de ZIKOS-afdelingen, vond de Kamer eensgezind dat ingrijpen nodig was en slachtoffers hulp moeten krijgen.
Indiener van dit amendement constateert dat acht maanden na dit Kamerdebat opnieuw de fout dreigt te worden gemaakt dat het nazorgtraject niet op gang komt, en het proces van erkenning forse vertraging oploopt. Indiener vindt het onbegrijpelijk en is van mening dat hier een verantwoordelijkheid ligt om zo verdere schade en hertraumatisering te voorkomen.
Indiener is van mening dat hier een rol ligt bij het Ministerie van VWS, om in ieder geval financieel bij te dragen aan nazorg en ondersteuning zoals wordt uitgewerkt door de betrokkenen zelf, ervaringsdeskundigen en het Ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd (OZJ). Met dit amendement wordt een bedrag 200 duizend euro vrijgemaakt ten behoeve van nazorg en het oprichten van een steunpunt. Dit bedrag wordt in nauwe samenspraak met het OZJ en organisaties van ervaringsdeskundigen zoals ExpEx verder ingevuld. Voor het OZJ is gekozen aangezien er al een subsidierelatie is met het Ministerie van VWS en ze ook al betrokken zijn bij het nazorgtraject.
De dekking wordt gevonden in de beleidsmatig gereserveerde middelen van artikel 5.
Westerveld