[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van een schriftelijk overleg over de beleidsreactie zbo-evaluatie Commissariaat voor de Media (Kamerstuk 25268-228)

Zelfstandige bestuursorganen

Brief regering

Nummer: 2024D47000, datum: 2024-12-03, bijgewerkt: 2024-12-03 16:47, versie: 2

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 25268 -231 Zelfstandige bestuursorganen.

Onderdeel van zaak 2024Z19858:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


25 268 Zelfstandige bestuursorganen

Nr. 231 Verslag van een schriftelijk overleg

Vastgesteld 3 december 2024

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de brief van 10 september 2024 over de beleidsreactie zbo-evaluatie Commissariaat voor de Media (Kamerstuk 25 268, nr. 228).

De vragen en opmerkingen zijn op 15 oktober 2024 aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voorgelegd. Bij brief van 29 november 2024 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie,

Bromet

Adjunct-griffier van de commissie,

Bosnjakovic

Inhoud

I Vragen en opmerkingen uit de fracties

  • Inbreng van de leden van de PVV-fractie

  • Inbreng van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

  • Inbreng van de leden van de VVD-fractie

  • Inbreng van de leden van de NSC-fractie

  • Inbreng van de leden van de BBB-fractie


II Reactie van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap


I Vragen en opmerkingen uit de fracties

Inbreng van de leden van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de aangeleverde stukken en hebben geen verdere vragen.

Inbreng van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de beleidsreactie op de zbo-evaluatie naar het functioneren van het Commissariaat voor de Media. Deze leden benadrukken het belang van reguliere evaluaties als bijdrage aan verdere verbetering van de doeltreffendheid en doelmatigheid van het toezicht. Zij onderschrijven het standpunt uit het evaluatierapport dat met het oog op alle ontwikkelingen (nieuwe toezichtstaken, veranderende markt, toetreding nieuwe omroepen) meer dan eerder behoefte bestaat aan een sterke toezichthouder op de media. Meer dan ooit moet worden toegezien op het goed functionerende mediabestel als onmisbare voorwaarde voor instandhouding van de democratische rechtsstaat. Het Commissariaat voor de Media helpt mee aan het in stand houden en functioneren van een mediabestel waarin voorzien wordt in betrouwbare informatie aan het publiek, het helpen controleren van de macht en het faciliteren van tegengeluiden. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn zo bezien benieuwd naar de opvatting van de minister over het recent verschenen WRR1-rapport Aandacht voor media. Naar nieuwe waarborgen voor hun democratische functies en de mogelijke gevolgen van dit rapport voor de functie van het Commissariaat voor de Media.

Het is goed om te zien dat het Commissariaat voor de Media volop in ontwikkeling is, zo constateren de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie. Tegelijkertijd vragen deze leden of op dit moment voldoende duidelijk is hoe de in het evaluatierapport geformuleerde aanbevelingen concreet zullen worden uitgevoerd. Daarnaast voelen zij de behoefte aan een toekomstvisie op de rol van het Commissariaat voor de Media in het veranderende medialandschap, de wijze waarop het beschikbare juridische instrumentarium wordt gehanteerd en welk handhavingsniveau wordt geambieerd. Het lijkt de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie goed dat de minister hier een nadere beschouwing aan wijdt. Wat is bijvoorbeeld het kabinetsstandpunt op de aanbevelingen van de commissie Van Geel om een Autoriteit Publieke Media in te stellen (en het Commissariaat voor de Media op te heffen) en om aspirant-omroepen niet direct toegang te geven tot het stelsel?2 Hoe wordt, met andere woorden, de wens om tot steviger toezicht te komen, door het kabinet ingevuld met de aanbevelingen van de commissie Van Geel in het achterhoofd?

Aanbevelingen uit de evaluatie

Doeltreffendheid en toezichtstrategie

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met de nodige bezorgdheid kennisgenomen van de constatering dat het Commissariaat voor de Media te weinig strategisch opereerde en te weinig data over haar eigen toezicht voorhanden heeft. Deze leden willen graag een preciezer inzicht hoe de toekomstige toezichtsstrategie zal worden vormgegeven, welke concrete taken het Commissariaat voor de Media wél en niet gaat uitvoeren en welke dilemma’s daarbij spelen. Daarnaast en vooral horen zij graag van de minister welk beeld het Commissariaat voor de Media én het departement gezamenlijk vormen van het naar behoren uitoefenen van taken, zoals aanbevolen in het evaluatierapport. Tevens vragen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie welke criteria en prestatie-indicatoren worden gehanteerd om een oordeel te kunnen vellen over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het door het Commissariaat voor de Media uitgeoefende toezicht.

Doelmatigheid en KPI’s3

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie onderschrijven de aanbeveling dat het Commissariaat voor de Media consistent gaat verantwoorden over doelmatigheid. Deze leden vragen de minister om, zodra dat mogelijk is, de Kamer te informeren over de concrete vorm en inhoud van deze doelmatigheidsrapportages, zeker bezien vanuit de gedachte om de rapportagevorm over toezicht te laten samenlopen met de hervorming van de landelijke publieke omroep.

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie danken de minister voor de beleidsreactie op het rapport van KWINK Groep (hierna: Kwink). Deze leden zijn geschrokken van de evaluatie en vinden het belangrijk dat het Commissariaat voor de Media zo snel als mogelijk goed functioneert.

De leden van de VVD-fractie merken op dat het Commissariaat voor de Media in haar nieuwe toezichtaanpak de intensiteit van het toezicht zal laten toenemen naarmate de negatieve impact van een risico groter wordt. Is de minister het met deze leden eens dat dit een onvoldoende proactieve toezichtaanpak laat zien, zoals aanbevolen in de evaluatie van Kwink en zoals de minister ook verwacht van het Commissariaat voor de Media? Wat doet de minister hieraan?

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de nieuwe toezichtaanpak van het Commissariaat voor de Media van februari 2024. Heeft de minister voldoende vertrouwen in deze aanpak om de problemen rond het verkeerd gebruiken van KPI's en het ontbreken van een strategie aan de voorkant op te lossen?

De leden van de VVD-fractie lezen dat de evaluatieperiode aan het begin werd gekenmerkt door een bestuurlijke crisis, die aanzienlijke impact heeft gehad op de organisatie. Heeft de minister nu voldoende vertrouwen in het Commissariaat voor de Media dat een dergelijke crisis niet nogmaals zoveel invloed zal hebben op de organisatie?

De leden van de VVD-fractie lezen dat de minister zich wil inzetten voor het verbeteren van de relatie tussen het Commissariaat voor de Media en OCW4. De minister gaat echter niet specifiek in op de beleidsaanbevelingen van Kwink om werkafspraken te maken en een programma op te stellen voor het samenspel. Is de minister voornemens deze aanbevelingen ter harte te nemen en samen met het Commissariaat voor de Media werkafspraken op te stellen en een programma voor een goed samenspel te ontwikkelen?

De leden van de VVD-fractie lezen dat op het gebied van samenspel tussen OCW en het Commissariaat voor de Media al vooruitgang is: er is meer contact geeft de minister aan. Deze leden vragen de minister wat hij nog meer kan doen om het Commissariaat voor de Media naar behoren te laten functioneren.

Inbreng van de leden van de NSC-fractie

De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de aangeleverde stukken en hebben geen verdere vragen.

Inbreng van de leden van de BBB-fractie

De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de beleidsreactie inzake de zbo-evaluatie van het Commissariaat voor de Media. Deze leden hebben vragen en opmerkingen over dit stuk. 

De leden van de BBB-fractie vragen met betrekking tot de governance waarom het nog niet gelukt is om de huidige invulling in overeenstemming te brengen met een aansturingsmodel dat al eind 2020 formeel gekozen is. Waarom lukte het niet eerder om te komen tot een situatie waarin de voorzitter tevens operationeel leidinggeeft aan de werkorganisatie? Graag ontvangen deze leden een toelichting.

Daarnaast hebben de leden van de BBB-fractie vragen over de positionering en het samenspel tussen toezicht en beleid. Deze leden vragen op welke wijze het ministerie van OCW de relatie met het Commissariaat voor de Media denk te gaan verbeteren en te zorgen voor volwassenheid in de rolopvatting van zowel het Commissariaat voor de Media als OCW.

Tot slot merken de leden van de BBB-fractie op dat wordt gesproken over de weg omhoog. Kan de minister de stappen die op een aantal vlakken zijn gezet wat nader toelichten? Daarnaast willen deze leden benadrukken dat het Commissariaat voor de Media zich bezig moet blijven houden met alle omroepen en dat zij geen voorstander zijn van een aparte autoriteit voor de NPO5, zoals voorgesteld in het rapport van het adviescollege Van Geel ‘Eenheid in Veelzijdigheid’6. De leden van de BBB-fractie achten de extra toezichthouder onwenselijk. Deze leden willen een commissariaat dat haar taken zo goed mogelijk uitvoert en hierbij toezicht houdt op alle media.

II Reactie van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Inbreng van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de beleidsreactie op de zbo-evaluatie naar het functioneren van het Commissariaat voor de Media. Deze leden benadrukken het belang van reguliere evaluaties als bijdrage aan verdere verbetering van de doeltreffendheid en doelmatigheid van het toezicht. Zij onderschrijven het standpunt uit het evaluatierapport dat met het oog op alle ontwikkelingen (nieuwe toezichtstaken, veranderende markt, toetreding nieuwe omroepen) meer dan eerder behoefte bestaat aan een sterke toezichthouder op de media. Meer dan ooit moet worden toegezien op het goed functionerende mediabestel als onmisbare voorwaarde voor instandhouding van de democratische rechtsstaat. Het Commissariaat voor de Media helpt mee aan het in stand houden en functioneren van een mediabestel waarin voorzien wordt in betrouwbare informatie aan het publiek, het helpen controleren van de macht en het faciliteren van tegengeluiden. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn zo bezien benieuwd naar de opvatting van de minister over het recent verschenen WRR7-rapport Aandacht voor media. Naar nieuwe waarborgen voor hun democratische functies en de mogelijke gevolgen van dit rapport voor de functie van het Commissariaat voor de Media.

Antwoord:
De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA vragen naar het kabinetsstandpunt inzake het onlangs verschenen WRR-rapport en de mogelijke gevolgen die dit rapport kan hebben voor de functie van het Commissariaat. Het kabinet beraadt zich momenteel nog op een reactie op het omvangrijke rapport, het kabinet hecht hier aan zorgvuldigheid om zo recht te kunnen doen aan de uitgebreide analyses en veelomvattende aanbevelingen. In de beleidsreactie zal ook de positie, functie en rol van het Commissariaat betrokken worden ten aanzien van de aanbevelingen.

Het is goed om te zien dat het Commissariaat voor de Media volop in ontwikkeling is, zo constateren de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie. Tegelijkertijd vragen deze leden of op dit moment voldoende duidelijk is hoe de in het evaluatierapport geformuleerde aanbevelingen concreet zullen worden uitgevoerd. Daarnaast voelen zij de behoefte aan een toekomstvisie op de rol van het Commissariaat voor de Media in het veranderende medialandschap, de wijze waarop het beschikbare juridische instrumentarium wordt gehanteerd en welk handhavingsniveau wordt geambieerd. Het lijkt de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie goed dat de minister hier een nadere beschouwing aan wijdt. Wat is bijvoorbeeld het kabinetsstandpunt op de aanbevelingen van de commissie Van Geel om een Autoriteit Publieke Media in te stellen (en het Commissariaat voor de Media op te heffen) en om aspirant-omroepen niet direct toegang te geven tot het stelsel?8 Hoe wordt, met andere woorden, de wens om tot steviger toezicht te komen, door het kabinet ingevuld met de aanbevelingen van de commissie Van Geel in het achterhoofd?

Antwoord
De plannen en reeds in gang gezette verbetertrajecten die ik in mijn brief d.d. 10 september aan de Kamer heb aangehaald, moeten samen leiden tot betere prestaties van het Commissariaat. Voor het deel dat betrekking heeft op het beheer van de organisatie monitor ik de voortgang via de reguliere begrotingscyclus. Over het deel dat betrekking heeft op de strategie, KPI’s en de verhouding met OCW heeft recent een gesprek op bestuurlijk niveau plaatsgevonden. Daarbij is de afspraak gemaakt dit gesprek periodiek te herhalen en op deze manier de aanbevelingen steeds verder inhoud te geven.

De toekomstvisie op de rol van het Commissariaat betrek ik bij de hervorming van het bestel van de landelijke publieke omroep. Ik ben op dit moment bezig met de uitwerking van de plannen en verwacht de Kamer daar in het eerste kwartaal van 2025 verder over te berichten.

Aanbevelingen uit de evaluatie

Doeltreffendheid en toezichtstrategie

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met de nodige bezorgdheid kennisgenomen van de constatering dat het Commissariaat voor de Media te weinig strategisch opereerde en te weinig data over haar eigen toezicht voorhanden heeft. Deze leden willen graag een preciezer inzicht hoe de toekomstige toezichtsstrategie zal worden vormgegeven, welke concrete taken het Commissariaat voor de Media wél en niet gaat uitvoeren en welke dilemma’s daarbij spelen. Daarnaast en vooral horen zij graag van de minister welk beeld het Commissariaat voor de Media én het departement gezamenlijk vormen van het naar behoren uitoefenen van taken, zoals aanbevolen in het evaluatierapport. Tevens vragen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie welke criteria en prestatie-indicatoren worden gehanteerd om een oordeel te kunnen vellen over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het door het Commissariaat voor de Media uitgeoefende toezicht.

Antwoord

Als zelfstandig bestuursorgaaan is het Commissariaat onafhankelijk van het kabinet en gaat het zelf over de vaststelling van zijn strategie. Momenteel formuleert het Commissariaat zijn meerjarenstrategie voor de periode 2025-2030. Ik verwacht dat het Commissariaat de strategie binnenkort zal publiceren. Deze zal mede gebaseerd zijn op een analyse van de risico’s die het Commissariaat onderscheidt en zal per jaar worden uitgewerkt in een toezichtbrief die de concrete toezichtagenda voor het komende jaar bevat. Uit mijn gesprekken heb ik begrepen dat het Commissariaat bij relevante actoren uit het mediaveld en andere sectoren input heeft opgehaald. In het bestuurlijke gesprek dat ik zelf met het Commissariaat voer is de interactie tussen sector, maatschappij en politiek en de toezichtdilemma’s die hieruit voortkomen een van de belangrijkste thema’s. Bij het meest recente bestuurlijke gesprek van eind oktober hebben wij gesproken over de vraag hoe toezicht en bestuur zich tot elkaar verhouden wanneer zich incidenten voordoen. Ik verwacht dat OCW en het Commissariaat door dergelijke gesprekken tot een steeds helderder afstemming en betere verhouding tot elkaar zullen komen. De afspraken hierover zullen wij vastleggen in een relatiestatuut. Nieuwe criteria en prestatie-indicatoren over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het Commissariaat zijn onderdeel van het lopende proces van herijking. Wanneer ik hierover afspraken heb gemaakt met het Commissariaat zal ik de Kamer daarvan op de hoogte brengen.

Doelmatigheid en KPI’s9

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie onderschrijven de aanbeveling dat het Commissariaat voor de Media consistent gaat verantwoorden over doelmatigheid. Deze leden vragen de minister om, zodra dat mogelijk is, de Kamer te informeren over de concrete vorm en inhoud van deze doelmatigheidsrapportages, zeker bezien vanuit de gedachte om de rapportagevorm over toezicht te laten samenlopen met de hervorming van de landelijke publieke omroep.

Antwoord
Zie mijn antwoord op de vraag hierboven. Overigens is er geen sprake geen specifieke 'doelmatigheidsrapportages'. De verantwoording vindt plaats via jaarverslag en jaarrekening, waarin ook specifieke informatie wordt opgenomen over de doelmatigheid. Ten behoeve van deze verantwoording zullen de bestaande criteria en prestatie-indicatoren worden aangevuld en verbeterd.

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie danken de minister voor de beleidsreactie op het rapport van KWINK Groep (hierna: Kwink). Deze leden zijn geschrokken van de evaluatie en vinden het belangrijk dat het Commissariaat voor de Media zo snel als mogelijk goed functioneert.

De leden van de VVD-fractie merken op dat het Commissariaat voor de Media in haar nieuwe toezichtaanpak de intensiteit van het toezicht zal laten toenemen naarmate de negatieve impact van een risico groter wordt. Is de minister het met deze leden eens dat dit een onvoldoende proactieve toezichtaanpak laat zien, zoals aanbevolen in de evaluatie van Kwink en zoals de minister ook verwacht van het Commissariaat voor de Media? Wat doet de minister hieraan?

Antwoord
Het Commissariaat heeft een groot aantal wettelijke taken en opereert in een dynamische sector. Dat betekent dat het keuzes moet maken waarop de beschikbare capaciteit wordt ingezet. Dat doet het Commissariaat onder meer aan de hand van een risico-inventarisatie, door te kijken naar kans en impact van risico’s en deze tegen elkaar af te wegen. Toezicht is nooit in staat om alle risico's te voorkomen, maar is er op gericht deze tijdig en adequaat te adresseren. In het ene geval kan het bijvoorbeeld voldoende zijn een risico voor de sector te signaleren in een generiek onderzoek, in een ander kan een normoverdragend gesprek met een individuele instelling de meest aangewezen interventie zijn. De nieuwe toezichtaanpak van het Commissariaat is gebaseerd op de begrippen pro-actief, systeemgericht, probleemgericht en risicogestuurd. Dit is in overeenstemming met de gangbare inzichten over effectief toezicht.

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de nieuwe toezichtaanpak van het Commissariaat voor de Media van februari 2024. Heeft de minister voldoende vertrouwen in deze aanpak om de problemen rond het verkeerd gebruiken van KPI's en het ontbreken van een strategie aan de voorkant op te lossen?

Ja. De nieuwe toezichtaanpak geeft de sector inzicht in de manier waarop het Commissariaat optreedt door de kaders voor dat optreden te benoemen, bijv. van welk instrumentarium het Commissariaat gebruik maakt. De nieuwe toezichtaanpak is onderdeel van de bredere heroriëntatie die het Commissariaat momenteel uitvoert en die, zoals ik hierboven ook aangaf, ook zal leiden tot een nieuwe strategie en aangescherpte KPI’s.

De leden van de VVD-fractie lezen dat de evaluatieperiode aan het begin werd gekenmerkt door een bestuurlijke crisis, die aanzienlijke impact heeft gehad op de organisatie. Heeft de minister nu voldoende vertrouwen in het Commissariaat voor de Media dat een dergelijke crisis niet nogmaals zoveel invloed zal hebben op de organisatie?

Ja. Sinds de bestuurlijke crisis zijn er allerlei beheersmaatregelen genomen die de organisatie hebben verstevigd, o.a. op het gebied van governance, compliance en HR. Medio 2024 is ook de vacature voor een (financiële) commissaris vervuld zodat het Commissariaat zich met een voltallig college kan inzetten voor de sector en de organisatorische verbeteringen die in de zbo-evaluatie naar voren zijn gekomen. Daar hoort ook bij dat het Commissariaat in het eerste kwartaal van 2025 een definitief besluit zal nemen over de inrichting van de topstructuur, één van de aanbevelingen. Ik heb met het Commissariaat afgesproken dat ik bij dit besluit zal worden betrokken.

De leden van de VVD-fractie lezen dat de minister zich wil inzetten voor het verbeteren van de relatie tussen het Commissariaat voor de Media en OCW10. De minister gaat echter niet specifiek in op de beleidsaanbevelingen van Kwink om werkafspraken te maken en een programma op te stellen voor het samenspel. Is de minister voornemens deze aanbevelingen ter harte te nemen en samen met het Commissariaat voor de Media werkafspraken op te stellen en een programma voor een goed samenspel te ontwikkelen?

Ja. Zoals ik hierboven reeds heb aangegeven wordt op bestuurlijk niveau een open en indringend gesprek gevoerd. Ik heb met het Commissariaat afgesproken dat dit gesprek periodiek wordt gevoerd naast de reguliere, meer formele besluitvormingscyclus. Dit zal ook leiden tot vastlegging van de samenwerkingsafspraken in een relatiestatuut.

De leden van de VVD-fractie lezen dat op het gebied van samenspel tussen OCW en het Commissariaat voor de Media al vooruitgang is: er is meer contact geeft de minister aan. Deze leden vragen de minister wat hij nog meer kan doen om het Commissariaat voor de Media naar behoren te laten functioneren.

Naast het doorlopende gesprek over de samenwerking waarover ik hierboven sprak, spreek ik met het Commissariaat over de strategie en bijbehorende KPI’s zodat het Commissariaat in staat is zich adequaat te verantwoorden. Ook zal ik het Commissariaat positioneren als de belangrijke speler die de organisatie voor de sector is: de onafhankelijke bewaker die ervoor zorgt dat het media-aanbod onafhankelijk, toegankelijk, pluriform en veilig is en dat verschillende beelden en geluiden vertegenwoordigd zijn.

Inbreng van de leden van de NSC-fractie

De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de aangeleverde stukken en hebben geen verdere vragen.

Inbreng van de leden van de BBB-fractie

De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de beleidsreactie inzake de zbo-evaluatie van het Commissariaat voor de Media. Deze leden hebben vragen en opmerkingen over dit stuk. 

De leden van de BBB-fractie vragen met betrekking tot de governance waarom het nog niet gelukt is om de huidige invulling in overeenstemming te brengen met een aansturingsmodel dat al eind 2020 formeel gekozen is. Waarom lukte het niet eerder om te komen tot een situatie waarin de voorzitter tevens operationeel leidinggeeft aan de werkorganisatie? Graag ontvangen deze leden een toelichting.

Antwoord
De reden hiervoor is dat er na de bestuurlijke crisis een overgangssituatie is ingelast. Om orde op zaken te kunnen stellen was het nodig eerst rust in de organisatie te brengen. Daartoe is er drie jaar lang een interim-voorzitter geweest met daarnaast een eveneens tijdelijke directeur. Afgesproken is dat tijdens deze transitieperiode de organisatie eerst zou worden verstevigd voordat een definitieve keuze zou worden gemaakt over de topstructuur. In september 2022 is de nieuwe, huidige voorzitter benoemd. Begin 2023 is de tijdelijk directeur vertrokken. In het eerste kwartaal 2025 zal de definitieve keuze voor de aansturing van de organisatie worden gemaakt. Zoals ik hierboven aangaf, zal ik bij dit besluit worden betrokken.

Daarnaast hebben de leden van de BBB-fractie vragen over de positionering en het samenspel tussen toezicht en beleid. Deze leden vragen op welke wijze het ministerie van OCW de relatie met het Commissariaat voor de Media denk te gaan verbeteren en te zorgen voor volwassenheid in de rolopvatting van zowel het Commissariaat voor de Media als OCW.

Antwoord

Zoals hierboven toegelicht ben ik hierover in gesprek met het Commissariaat en zullen wij samenwerkingsafspraken maken op gebied van overlegstructuren en de onderlinge verhouding tussen zbo en departement.

Tot slot merken de leden van de BBB-fractie op dat wordt gesproken over de weg omhoog. Kan de minister de stappen die op een aantal vlakken zijn gezet wat nader toelichten? Daarnaast willen deze leden benadrukken dat het Commissariaat voor de Media zich bezig moet blijven houden met alle omroepen en dat zij geen voorstander zijn van een aparte autoriteit voor de NPO11, zoals voorgesteld in het rapport van het adviescollege Van Geel ‘Eenheid in Veelzijdigheid’12. De leden van de BBB-fractie achten de extra toezichthouder onwenselijk. Deze leden willen een commissariaat dat haar taken zo goed mogelijk uitvoert en hierbij toezicht houdt op alle media.

Antwoord

Onder verwijzing naar wat ik hierboven heb gemeld, ben ik van mening dat het Commissariaat zich ontwikkelt als toezichthouder. Het Commissariaat laat zien dat het actief werkt aan verbetering van het primaire proces en van de ondersteunende diensten. De motivatie daarvoor komt zowel voort uit eigen organisatieonderzoek als uit de aanbevelingen van de zbo-evaluatie. Zowel uit bijvoorbeeld de nieuwe toezichtaanpak, als uit de wijzigingen in organisatorische zin (HR-beleid, planning & control, IT), als uit de deskundige opstelling in het dossier gedrag & cultuur blijkt dat het Commissariaat de ambitie heeft zichzelf te vernieuwen.


  1. WRR: Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid↩︎

  2. Kamerstuk 32 827, nr. 287↩︎

  3. KPI’s: kritische prestatie-indicatoren↩︎

  4. OCW: Onderwijs, Cultuur en Wetenschap↩︎

  5. NPO: Stichting Nederlandse Publieke Omroep↩︎

  6. Kamerstuk 32 827, nr. 287↩︎

  7. WRR: Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid↩︎

  8. Kamerstuk 32 827, nr. 287↩︎

  9. KPI’s: kritische prestatie-indicatoren↩︎

  10. OCW: Onderwijs, Cultuur en Wetenschap↩︎

  11. NPO: Stichting Nederlandse Publieke Omroep↩︎

  12. Kamerstuk 32 827, nr. 287↩︎