Antwoord op vragen van het lid Hertzberger over het antwoord op de feitelijke vragen van de vaste commissie voor OCW over de nota van wijziging inzake de vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025 en over de brief d.d. 24 oktober 2024 inzake de invulling van het OCW-aandeel in de rijksbrede subsidietaakstelling
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2024D47148, datum: 2024-12-02, bijgewerkt: 2024-12-03 15:37, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-693).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. Heinen, minister van Financiën (Ooit VVD kamerlid)
- Beslisnota bij Kamerbrief Antwoord op vragen van het lid Hertzberger over het antwoord op de feitelijke vragen van de vaste commissie voor OCW over de nota van wijziging inzake de vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025 en over de brief d.d. 24 oktober 2024 inzake de invulling van het OCW-aandeel in de rijksbrede subsidietaakstelling
- Aanbiedingsbrief
Onderdeel van zaak 2024Z18558:
- Gericht aan: E. Heinen, minister van Financiën
- Indiener: R.Y. Hertzberger, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
693
Vragen van het lid Hertzberger (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Financiën over het antwoord op de feitelijke vragen van de vaste commissie voor OCW over de nota van wijziging inzake de vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025 en over de brief d.d. 24 oktober 2024 inzake de invulling van het OCW-aandeel in de rijksbrede subsidietaakstelling (ingezonden 15 november 2024).
Antwoord van Minister Heinen (Financiën) (ontvangen 2 december 2024).
Vraag 1
Kan u de volledige berekening sturen die achter de verdeling van de rijksbrede subsidietaakstelling over departementen ligt?
Antwoord 1
De taakstelling is verdeeld over de departementen naar rato van de omvang van de subsidies op de begrotingen (hierna: de grondslag). Bij de verdeling heeft het kabinet besloten om de subsidiebudgetten waarop in het hoofdlijnenakkoord al wordt omgebogen niet mee te tellen in de grondslag omdat hier anders twee keer op wordt omgebogen. Ook zijn enkele specifieke posten niet meegeteld waarvan het Hoofdlijnenakkoord aangeeft dat hier niet op wordt gekort. Ten slotte zijn subsidies niet meegeteld in de grondslag die zien op herstel en compensatie aan burgers (zoals subsidies voor Groningen en toeslagenherstel) of geld voor Oekraïne. In het antwoord op vraag 6 is een uitsplitsing gemaakt van de posten die niet zijn meegeteld.
Door het niet meetellen van deze posten daalt de totale grondslag van de subsidies waarover de taakstelling wordt geheven in 2029 van circa 14 miljard euro tot circa 3,9 miljard euro. Dit leidt tot een korting van circa 26% op de gehanteerde grondslag. Onderstaande tabel toont de berekening en de verdeling naar de departementale begrotingen.
De onderliggende beslisnota met deze berekening is tevens opgenomen in de actieve openbaarmaking van de Miljoenennota 2025 op Prinsjesdag (zie Beslisnota's Miljoenennota 2025 nota nummer 4).
Subsidiegrondslag (geen verminderingen) | 15.994 | 15.191 | 14.220 | 13.449 | 13.990 |
Effect verminderingen | |||||
Grondslag daalt met | – 9.527 | – 9.787 | – 9.353 | – 9.134 | – 10.127 |
Grondslag na verminderingen | 6.467 | 5.403 | 4.866 | 4.315 | 3.862 |
Ombuiging als % van nieuwe totaal | – 4,3% | – 10,2% | – 16,4% | – 23,2% | – 25,9% |
Generieke taakstelling subsidies rijksbreed | – 275 | – 550 | – 800 | – 1.000 | – 1.000 |
w.v. EZK | – 37 | – 110 | – 133 | – 221 | – 174 |
w.v. OCW | – 75 | – 132 | – 255 | – 317 | – 361 |
w.v. VWS | – 53 | – 119 | – 176 | – 251 | – 252 |
w.v. LNV (incl. Diergezondheidsfonds) | – 48 | – 49 | – 63 | – 59 | – 74 |
w.v. BHOS | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
w.v. BZK (incl. Koninkrijksrelaties) | – 17 | – 41 | – 65 | – 63 | – 49 |
w.v. BZ | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
w.v. IenW | – 19 | – 29 | – 32 | – 25 | – 21 |
w.v. SZW | – 20 | – 58 | – 57 | – 35 | – 38 |
w.v. JenV | – 5 | – 13 | – 19 | – 29 | – 29 |
w.v. NGF | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
w.v. DEF | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
w.v. FIN | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vraag 2
Op welke wijze worden de subsidiebudgetten van de verschillende departementen berekend?
Antwoord 2
Bij de berekening is uitgegaan van de begrotingsstanden die op de departementale begrotingen onder het instrument «subsidies» staan in de Voorjaarsnota 2024 en bijbehorende eerste suppletoire begrotingen.
Vraag 3
Welke departementen hebben de loon- en prijsbijstelling op subsidies toegekend en in hoeverre is daar rekening mee gehouden in de naar rato verdeling van de subsidietaakstelling? Is voor eventuele verschillen tussen departementen gecorrigeerd?
Antwoord 3
Voor de berekening van de subsidiegrondslag is de begrotingsstand Voorjaarsnota 2024 gehanteerd. Bij de Voorjaarsnota is de loon- en prijsbijstelling toegekend aan de departementale begrotingen. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hadden als enige departementen deze loon- en prijsbijstelling al verdeeld over hun subsidies. Daarnaast staat bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de nominale bijstelling (vergelijkbaar met loon- en prijsbijstelling) van de Algemene Kinderbijslagwet onder het instrument subsidies in de begroting. Hiervoor is de grondslag gecorrigeerd zodat deze departementen hiervan geen nadeel hebben ondervonden.
Vraag 4
Heeft de definitie van wat een «subsidie» is een rol gespeeld in de wijze waarop de generieke subsidietaakstelling is ingevuld? Welke definitie van «subsidie» is hierbij gehanteerd en hoe is deze definitie gemotiveerd?
Antwoord 4
Bij de berekening is uitgegaan van een budgettaire definitie van het begrip subsidies, namelijk de begrotingsstanden die op de departementale begrotingen onder het instrument «subsidies» staan. De subsidietaakstelling is op basis van deze definiëring verdeeld over de verschillende departementale begrotingen.
Vraag 5
Kunt u per departement aangeven wat de subsidiegrondslag bedraagt op de begroting van dat departement en hoe deze zich procentueel verhoudt tot de totale begroting?
Antwoord 5
Onderstaande tabel geeft voor het jaar 2025 het totaal aan uitgaven weer per begroting op de stand Voorjaarsnota 2024 (deze stand is ook gebruikt voor de berekening van de subsidietaakstelling). Bij de berekening van de subsidiegrondslag is een aantal posten niet meegeteld (zie het antwoord op vraag 1). Elke departementale begroting kent hetzelfde kortingspercentage in 2025 (4,3%) op de subsidiegrondslag in 2025. Het percentage van de subsidiekorting ten opzichte van de hele begroting verschilt omdat het aandeel van subsidies op de hele begroting wisselt per departement.
EZK | 11.973 | 881 (7,4%) |
OCW | 58.079 | 1.760 (3,0%) |
VWS | 36.519 | 1.254 (3,4%) |
LNV (incl. Diergezondheidsfonds) | 4.986 | 1.130 (22,7%) |
BHOS | 3.916 | 0 (0,0%) |
BZK (incl. Koninkrijksrelaties) | 11.185 | 410 (3,7%) |
BZ | 13.727 | 0 (0,0%) |
IenW | 14.740 | 437 (3,0%) |
SZW | 59.100 | 473 (0,8%) |
JenV | 27.104 | 122 (0,5%) |
NGF | 807 | 0 (0,0%) |
DEF | 22.367 | 0 (0,0%) |
FIN | 23.751 | 0 (0,0%) |
Vraag 6
Kunt u specificeren per departement op welke wijze de bezuinigingen in het hoofdlijnenakkoord in de verdeling van de taakstelling per departement zijn meegenomen?
Antwoord 6
Onderstaande tabel geeft per departement een overzicht van de subsidieposten die niet zijn meegeteld bij het berekenen van de subsidiegrondslag, onderverdeeld naar de volgende vier categorieën:
Categorie 1: verwerking van ombuigingen uit het hoofdlijnenakkoord;
Categorie 2: volledige budget niet meegeteld door korting uit het hoofdlijnenakkoord;
Categorie 3: volledige budget niet meegeteld omdat in het hoofdlijnenakkoord staat dat hier niet op wordt omgebogen;
Categorie 4: volledige budget niet meegeteld omdat het herstel en compensatie aan burgers betreft of geld voor Oekraïne.
EZK | – 3.797 | – 4.648 | – 3.833 | – 4.097 | – 4.277 |
Prijsrisicobuffer naar 10% (categorie 1) | 0 | – 1.000 | – 1.000 | – 1.000 | – 1.000 |
SDE excl. Klimaatfonds (categorie 2) | – 661 | – 1.137 | – 1.535 | – 1.978 | – 2.482 |
Klimaatfonds (categorie 2) | – 2.223 | – 1.699 | – 1.116 | – 1.012 | – 775 |
Subsidies NGF ronde 1–3 (categorie 3) | – 460 | – 366 | – 143 | – 87 | – 14 |
Steun Oekraïne (categorie 4) | – 254 | – 233 | 0 | 0 | 0 |
Herstel Groningen (categorie 4) | – 185 | – 201 | – 28 | – 3 | 0 |
Coronamaatregelen (categorie 4) | – 15 | – 12 | – 11 | – 18 | – 6 |
OCW | – 813 | – 924 | – 957 | – 815 | – 799 |
Maatschappelijke diensttijd (categorie 1) | – 105 | – 155 | – 200 | – 200 | – 200 |
Brede brugklassen en School en Omgeving (categorie 1) | – 55 | – 210 | – 210 | – 210 | – 210 |
Klimaatfonds (categorie 2) | 0 | – 7 | 0 | 0 | 0 |
Fonds Onderzoek en Wetenschap (categorie 2) | – 85 | – 85 | – 84 | – 87 | – 87 |
School en Omgeving (categorie 2) | – 320 | – 248 | – 279 | – 279 | – 281 |
Non-ODA (categorie 2) | – 8 | – 8 | – 8 | – 8 | – 8 |
Subsidies NGF ronde 1–3 (categorie 3) | – 241 | – 211 | – 176 | – 32 | – 14 |
VWS | – 1.234 | – 1.009 | – 957 | – 955 | – 956 |
Zorgarbeidsmarktbeleid (categorie 1) | 0 | – 130 | – 130 | – 130 | – 130 |
Publieke gezondheid (categorie 2) | – 592 | – 467 | – 469 | – 467 | – 468 |
Zorgarbeidsmarktbeleid (categorie 2) | – 538 | – 408 | – 358 | – 358 | – 358 |
Subsidies NGF ronde 1–3 (categorie 3) | – 41 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Steun Oekraïne (categorie 4) | – 15 | – 4 | 0 | 0 | 0 |
Coronamaatregelen (categorie 4) | – 48 | 0 | 0 | 0 | 0 |
LNV (incl. Diergezondheidsfonds) | – 1.342 | – 637 | – 299 | – 223 | – 63 |
Klimaatfonds (categorie 2) | – 74 | – 95 | – 101 | – 76 | – 22 |
Transitiefonds (categorie 2) | – 1.198 | – 480 | – 144 | – 59 | – 25 |
Subsidies NGF ronde 1–3 (categorie 3) | – 70 | – 62 | – 53 | – 88 | – 16 |
BHOS | – 1.094 | – 1.202 | – 1.355 | – 1.346 | – 1.331 |
ODA (categorie 2) | – 1.058 | – 1.163 | – 1.315 | – 1.305 | – 1.291 |
Non-ODA (categorie 2) | – 1 | – 1 | – 1 | – 1 | – 1 |
Subsidies buitenlandse handel (categorie 3) | – 35 | – 38 | – 40 | – 40 | – 40 |
BZK (incl. Koninkrijksrelaties) | – 538 | – 413 | – 368 | – 362 | – 367 |
Klimaatfonds (categorie 2) | – 511 | – 401 | – 361 | – 362 | – 367 |
Subsidies NGF ronde 1–3 (categorie 3) | – 27 | – 12 | – 6 | 0 | 0 |
BZ | – 137 | – 105 | – 106 | – 103 | – 103 |
ODA (categorie 2) | – 35 | – 36 | – 36 | – 36 | – 36 |
Non-ODA (categorie 2) | – 69 | – 70 | – 70 | – 67 | – 66 |
Steun Oekraïne (categorie 4) | – 33 | 0 | 0 | 0 | 0 |
IenW | – 295 | – 339 | – 204 | – 215 | – 190 |
Klimaatfonds (categorie 2) | – 158 | – 198 | – 173 | – 161 | – 140 |
Non-ODA (categorie 2) | – 11 | – 2 | – 2 | – 9 | – 9 |
Subsidies NGF ronde 1–3 (categorie 3) | – 127 | – 139 | – 29 | – 46 | – 42 |
SZW | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
JenV | – 58 | – 42 | – 27 | – 27 | – 27 |
Asiel (categorie 2) | – 27 | – 27 | – 27 | – 27 | – 27 |
Steun Oekraïne (categorie 4) | – 31 | – 15 | 0 | 0 | 0 |
NGF | – 170 | – 654 | – 1.200 | – 944 | – 1.967 |
Nationaal Groeifonds uitfaseren (categorie 1) | – 150 | – 634 | – 1.180 | – 929 | – 1.955 |
Subsidies NGF ronde 1–3 (categorie 3) | – 20 | – 20 | – 20 | – 15 | – 11 |
DEF | – 47 | – 47 | – 47 | – 47 | – 47 |
Subsidies Defensie (categorie 3) | – 47 | – 47 | – 47 | – 47 | – 47 |
FIN | – 2 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toeslagenherstel (categorie 4) | – 2 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vraag 7
Hoe is er bij het vaststellen van de verschillende subsidiebudgetten gecorrigeerd voor steun aan Oekraïne, herstel Groningen, de toeslagenaffaire en coronamaatregelen?
Antwoord 7
De totale grondslag is verlaagd voor steun aan Oekraïne, herstel Groningen, toeslagenherstel en coronamaatregelen.
Vraag 8
Kunt u deze vragen beantwoorden voor de laatste begrotingsbehandeling?
Antwoord 8
Ja.