Voorstel van wet
Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op de economische delicten ter implementatie van Richtlijn (EU) 2021/2167 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2021 inzake kredietservicers en kredietkopers en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU (PbEU 2021, L 438) (Implementatiewet richtlijn kredietservicers en kredietkopers)
Voorstel van wet
Nummer: 2024D47249, datum: 2024-11-28, bijgewerkt: 2024-12-05 11:31, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36664-2).
Onderdeel van zaak 2024Z19974:
- Indiener: E. Heinen, minister van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2024-12-04 15:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-12-05 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2025-01-14 14:00: Implementatiewet richtlijn kredietservicers en kredietkopers (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Financiën
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 664 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op de economische delicten ter implementatie van Richtlijn (EU) 2021/2167 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2021 inzake kredietservicers en kredietkopers en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU (PbEU 2021, L 438) (Implementatiewet richtlijn kredietservicers en kredietkopers)
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat noodzakelijk is regels te stellen ter implementatie van Richtlijn (EU) 2021/2167 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2021 inzake kredietservicers en kredietkopers en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU (PbEU 2021, L 438);
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de definitie van «financiële onderneming» wordt onder verlettering van de onderdelen o, p en q tot p, q en s een onderdeel ingevoegd, luidende:
o. een kredietservicer;
2. De volgende definities worden in de alfabetische volgorde ingevoegd:
kredietkoper: degene die, niet zijnde een Nederlandse of Europese bank, in de uitoefening van een beroep of bedrijf de rechten van een kredietgever op grond van een niet-renderende kredietovereenkomst, of de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, koopt;
kredietservicer: degene die een niet-renderende kredietovereenkomst servicet, niet zijnde een financiële onderneming als bedoeld in artikel 2:64b, eerste lid;
kredietservicingaanbieder: degene die namens een kredietservicer een kredietservicingactiviteit verricht;
niet-renderende kredietovereenkomst: een kredietovereenkomst als bedoeld in artikel 3, onderdeel 4, van de richtlijn kredietservicers en kredietkopers, waarbij de kredietgever een Nederlandse bank of Europese bank is en die kredietovereenkomst kwalificeert als een niet-renderende blootstelling als bedoeld in artikel 47 bis van de verordening kapitaalvereisten;
richtlijn kredietservicers en kredietkopers: Richtlijn (EU) 2021/2167 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2021 inzake kredietservicers en kredietkopers en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU (PbEU 2021, L 438);
servicen van een niet-renderende kredietovereenkomst: het in de uitoefening van een beroep of bedrijf namens een kredietkoper de rechten en verplichtingen met betrekking tot de rechten van een kredietgever op grond van een niet-renderende kredietovereenkomst, of de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, beheren en de nakoming ervan afdwingen, waarbij tevens een of meer kredietservicingactiviteiten worden verricht;
verrichten van een kredietservicingactiviteit:
a. het innen en invorderen van verschuldigde betalingen van de kredietnemer in verband met de rechten van een kredietgever krachtens een niet- renderende kredietovereenkomst of in verband met de niet-renderende kredietovereenkomst zelf;
b. het opnieuw onderhandelen met de kredietnemer over alle voorwaarden met betrekking tot de rechten van een kredietgever krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst, of de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, in overeenstemming met de door de kredietkoper gegeven instructies, voor zover degene die deze activiteit verricht geen bemiddelaar is;
c. het beheren van alle klachten met betrekking tot de rechten van een kredietgever krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst of tot de niet-renderende kredietovereenkomst zelf; of
d. het in kennis stellen van de kredietnemer van alle wijzigingen in rentevoeten, kosten of alle verschuldigde betalingen in verband met de rechten van een kredietgever krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst of met de niet-renderende kredietovereenkomst zelf;
B
In afdeling 1.1.2 wordt na paragraaf 1.1.2.4. een paragraaf ingevoegd, luidende:
§ 1.1.2.5 Servicen van niet-renderende kredietovereenkomsten
Artikel 1:14a
1. Het ingevolge deze wet bepaalde ten aanzien van kredietservicers is niet van toepassing op:
a. een ieder die beschikt over een door de Europese Centrale Bank verleende vergunning voor het uitoefenen van het bedrijf van bank;
b. een aanbieder van krediet die beschikt over een vergunning als bedoeld in artikel 2:60;
c. een beheerder van een beleggingsinstelling die beschikt over een vergunning als bedoeld in artikel 2:65 of waaraan het ingevolge artikel 2:70 is toegestaan een Nederlandse beleggingsinstelling te beheren;
d. een beheerder van een icbe die beschikt over een vergunning als bedoeld in artikel 2:69b of waaraan het ingevolge artikel 2:71 is toegestaan een icbe met zetel in Nederland te beheren;
e. een advocaat als bedoeld in artikel 1, tweede lid, punt a, van Richtlijn 98/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 ter vergemakkelijking van de permanente uitoefening van het beroep van advocaat in een andere lidstaat dan die waar de beroepskwalificatie is verworven (PbEU 1998, L 77);
f. een gerechtsdeurwaarder, waarnemend gerechtsdeurwaarder, kandidaat-gerechtsdeurwaarder en toegevoegd gerechtsdeurwaarder, die krachtens de Gerechtsdeurwaarderswet bevoegd is ambtshandelingen te verrichten; en
g. een notaris, toegevoegd notaris en kandidaat-notaris die krachtens de Wet op het notarisambt is opgenomen in het register, bedoeld in artikel 5 van die wet.
2. Het ingevolge deze wet bepaalde ten aanzien van het servicen van een niet-renderende kredietovereenkomst is niet van toepassing op:
a. het servicen van uitsluitend niet-renderende kredietovereenkomsten, indien de overdracht van de rechten van een kredietgever ingevolge die overeenkomsten of van de niet-renderende kredietovereenkomsten zelf voor 30 december 2023 heeft plaatsgevonden;
b. het servicen van een kredietovereenkomst, die niet is gesloten door een Nederlandse bank of Europese bank, tenzij de rechten van kredietgever krachtens de kredietovereenkomst, of de kredietovereenkomst zelf, wordt vervangen door een kredietovereenkomst die is afgesloten door een Nederlandse bank of Europese bank; en
c. de aankoop van de rechten van een kredietgever krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst, of van de niet renderende kredietovereenkomst zelf door een Nederlandse bank of Europese bank.
C
Na artikel 1:51b wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 1:51ba
De Autoriteit Financiële Markten verstrekt eigener beweging aan de toezichthoudende instantie van de lidstaat van de zetel van de kredietkoper de gegevens, bedoeld in de artikelen 4:27b, eerste lid, en 4:81k, alsmede alle informatie die voor de vervulling van de taak van die toezichthoudende instantie op grond van de richtlijn kredietservicers en kredietkopers nodig is.
D
Aan artikel 1:55 wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Indien een kredietservicer met zetel in Nederland een bijkantoor heeft in een andere lidstaat of een kredietservicingaanbieder heeft aangewezen in een andere lidstaat, kan de Autoriteit Financiële Markten ten behoeve van het toezicht op naleving van deze wet door het bijkantoor of de kredietservicingaanbieder:
a. de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat verzoeken om bij het bijkantoor of de kredietservicingaanbieder gegevens of inlichtingen te verifiëren; of
b. na instemming van de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat zelf bij het bijkantoor of de kredietservicingaanbieder gegevens of inlichtingen verifiëren of doen verifiëren.
E
Na artikel 1:58e worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 1:58f
1. Indien een kredietservicer met zetel in een andere lidstaat die vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor of door middel van het verrichten van diensten naar Nederland, zijn bedrijf uitoefent niet voldoet aan de op grond van het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen opgelegde verplichtingen, stelt de Autoriteit Financiële Markten de toezichthoudende instantie van de lidstaat van de zetel van de kredietservicer daarvan in kennis met het verzoek passende maatregelen te treffen.
2. De Autoriteit Financiële Markten kan, onverminderd de artikelen 1:79 en 1:80, en na de toezichthoudende instantie van de lidstaat van de zetel van de kredietservicer daarvan in kennis te hebben gesteld, het besluit nemen dat de betrokken kredietservicer niet langer niet-renderende kredietovereenkomsten mag servicen in Nederland, indien deze niet voldoet aan hetgeen bij of krachtens deze wet is bepaald:
a. in weerwil van de maatregelen, getroffen door de toezichthoudende instantie van de lidstaat van de zetel van de kredietservicer;
b. in het geval de kredietservicer geen passende en doeltreffende stappen heeft ondernomen om de inbreuk binnen een redelijke termijn recht te zetten; of
c. in het geval onmiddellijke actie noodzakelijk is om een ernstige bedreiging van de collectieve belangen van de kredietnemers het hoofd te bieden.
3. De Autoriteit Financiële Markten kan een kredietservicer als bedoeld in het eerste lid een verbod opleggen met betrekking tot het verrichten van kredietservicingactiviteiten, indien hij inbreuk heeft gepleegd op de in dat lid bedoelde verplichtingen, totdat de toezichthoudende instantie van de lidstaat van de zetel van de kredietservicer een passend besluit heeft genomen of de kredietservicer maatregelen heeft getroffen om die inbreuk te verhelpen.
Artikel 1:58g
De Autoriteit Financiële Markten stelt de toezichthoudende instantie van de lidstaat van de zetel van een kredietservicer in kennis van een door haar geconstateerde inbreuk op de richtlijn kredietservicers en kredietkopers of op voorschriften van nationaal recht die strekken tot omzetting van de richtlijn door de kredietservicer met het verzoek om passende maatregelen te treffen, indien:
a. het initiële krediet is verstrekt door een bank met zetel in Nederland; en
b. de rechten inzake de niet-renderende kredietovereenkomst zijn, of de niet-renderende kredietovereenkomst zelf is, overgedragen aan een kredietkoper met zetel in een andere lidstaat.
F
Na artikel 1:77o wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 1:77p
De Autoriteit Financiële Markten kan een kredietservicer of een kredietservicingaanbieder met zetel in Nederland die niet voldoet aan het ingevolge deze wet bepaalde ten aanzien kredietservicers of kredietservicingaanbieders verbieden kredietservicingactiviteiten te verrichten.
G
Artikel 1:104, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel f wordt voor de zinsnede «of een bemiddelaar in hypothecair krediet is» ingevoegd «, een kredietservicer is die zijn bedrijf waarvoor hij een vergunning heeft, gedurende meer dan twaalf maanden heeft gestaakt».
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel r door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
s. de vergunninghouder een kredietservicer is die niet of niet meer voldoet aan de bij of krachtens titel 2a of 2b van Boek 7 van het Burgerlijke Wetboek gestelde regels.
H
In artikel 1:107, tweede lid, onderdeel a, onder 1°, wordt na «2:60,» ingevoegd «2:64a,».
I
Na afdeling 2.2.6 wordt een afdeling ingevoegd, luidende:
AFDELING 2.2.6A. SERVICEN VAN EEN NIET-RENDERENDE KREDIETOVEREENKOMST
§ 2.2.6A.1. Vergunningplicht- en eisen
Artikel 2:64a
Het is verboden in Nederland zonder een daartoe door de Autoriteit Financiële Markten verleende vergunning een niet-renderende kredietovereenkomst te servicen.
Artikel 2:64b
Artikel 2:64a is niet van toepassing op kredietservicers met zetel in een andere lidstaat die vanuit een bijkantoor in Nederland of middels het verrichten van diensten naar Nederland een niet-renderende kredietovereenkomst servicen, indien is voldaan aan artikel 2:64d.
Artikel 2:64c
1. De Autoriteit Financiële Markten verleent op aanvraag een vergunning als bedoeld in art 2:64a, indien de aanvrager zetel in Nederland heeft en aantoont dat zal worden voldaan aan het bepaalde ingevolge:
a. artikel 4:9, eerste, tweede en vierde lid, met betrekking tot de geschiktheid en vakbekwaamheid van de in dat artikel bedoelde personen;
b. artikel 4:10 met betrekking tot de betrouwbaarheid van de in dat artikel bedoelde personen;
c. artikel 4:11, eerste en derde lid, met betrekking tot het beleid inzake de integere bedrijfsuitoefening;
d. artikel 4:14, eerste en tweede lid, met betrekking tot de inrichting van de bedrijfsvoering
e. artikel 4:17, eerste en derde lid, met betrekking tot adequate behandeling van klachten;
f. artikel 4:81a met betrekking tot de rechtspersoonlijkheid van de kredietservicer; en
g. artikel 4:81b met betrekking tot de betrouwbaarheid van de in dat artikel bedoelde personen.
2. De aanvraag van de vergunning geschiedt onder opgave van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens.
3. De Autoriteit Financiële Markten beoordeelt na ontvangst van de gegevens, bedoeld in het tweede lid, binnen vijfenveertig dagen of de aanvraag volledig is.
§ 2.2.6A.2. Bijkantoor en verrichten van diensten
Artikel 2:64d
1. Een kredietservicer met zetel in een andere lidstaat kan overgaan tot het servicen van een niet-renderende kredietovereenkomst vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor of door middel van het verrichten van diensten naar Nederland:
a. onmiddellijk na ontvangst van de mededeling van de toezichthoudende instantie van de lidstaat van zijn zetel dat de Autoriteit Financiële Markten de informatie, verstrekt ingevolge artikel 13, tweede lid, van de richtlijn kredietservicers en kredietkopers heeft ontvangen; of
b. twee maanden na ontvangst van de mededeling van de toezichthoudende instantie van de lidstaat van zijn zetel dat zij de informatie, verstrekt ingevolge artikel 13, tweede lid, van de richtlijn kredietservicers en kredietkopers, aan de Autoriteit Financiële Markten heeft verzonden.
2. Indien de Autoriteit Financiële Markten een mededeling heeft ontvangen van een toezichthoudende instantie van een andere lidstaat met betrekking tot het servicen van krediet vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor of door middel van het verrichten van diensten naar Nederland, kan zij voordat de kredietservicer aanvangt met het servicen van een niet-renderende kredietovereenkomst in Nederland, maar in ieder geval binnen twee maanden na ontvangst van de mededeling, aan de kredietservicer bekendmaken welke voorwaarden door hem om redenen van algemeen belang in acht moeten worden genomen bij het servicen van een niet-renderende kredietovereenkomst in Nederland.
§ 2.2.6A.3. Vrijstelling
Artikel 2:64e
Bij ministeriële regeling kan geheel of gedeeltelijk vrijstelling worden geregeld van artikel 2:64a. Aan deze gehele of gedeeltelijke vrijstelling kunnen voorschriften worden verbonden.
J
Na afdeling 2.3.4B wordt een afdeling ingevoegd, luidende:
AFDELING 2.3.4C. SERVICEN VAN EEN NIET-RENDERENDE KREDIETOVEREENKOMST
§ 2.3.7A.1. Bijkantoor en verrichten van diensten naar een andere lidstaat
Artikel 2:121f
1. Een kredietservicer met een vergunning als bedoeld in artikel 2:64a die voornemens is zijn bedrijf uit te oefenen in een andere lidstaat gaat daartoe slechts over nadat hij kennis heeft gegeven van zijn voornemen aan de Autoriteit Financiële Markten.
2. De kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, geschiedt onder opgave van de gegevens, bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de richtlijn kredietservicers en kredietkopers.
3. Uiterlijk vijfenveertig dagen na ontvangst van de gegevens, bedoeld in het tweede lid, stuurt de Autoriteit Financiële Markten deze gegevens door aan de toezichthoudende instantie van de lidstaat van ontvangst.
4. De Autoriteit Financiële Markten stuurt de gegevens, bedoeld in het tweede lid, aan de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat waar het krediet is verleend, indien die andere lidstaat niet de lidstaat van ontvangst is.
5. De Autoriteit Financiële Markten deelt aan de kredietservicer, bedoeld in het eerste lid, de datum mee waarop de gegevens, bedoeld in het tweede lid, naar de lidstaat van ontvangst zijn gestuurd en de datum waarop die lidstaat de ontvangst van deze gegevens heeft bevestigd.
6. Voor de toepassing van het derde, vierde en vijfde lid wordt onder lidstaat van ontvangst verstaan: lidstaat van ontvangst als bedoeld in artikel 3, onderdeel 11, van de richtlijn kredietservicers en kredietkopers.
K
Artikel 4:1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. in onderdeel f wordt «; en» vervangen door een puntkomma.
b. in onderdeel g wordt de punt aan het slot vervangen door een puntkomma.
c. Er worden drie onderdelen toegevoegd, luidende:
h. kredietservicers waaraan het ingevolge afdeling 2.2.6A is toegestaan in Nederland hun bedrijf uit te oefenen indien zij niet-renderende kredietovereenkomsten servicen, waarvan de overdracht van de rechten van een kredietgever krachtens de niet-renderende kredietovereenkomsten, of van de niet-renderende kredietovereenkomsten zelf, heeft plaatsgevonden op of na 30 december 2023;
i. kredietservicingaanbieders indien zij kredietservicingactiviteiten verrichten ten aanzien van niet-renderende kredietovereenkomsten, waarvan de overdracht van de rechten van een kredietgever krachtens de niet-renderende kredietovereenkomsten, of van de niet-renderende kredietovereenkomsten zelf, heeft plaatsgevonden op of na 30 december 2023; en
j. kredietkopers met zetel in Nederland indien zij de rechten van een kredietgever op grond van een niet-renderende kredietovereenkomst, of de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, kopen op of na 30 december 2023.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. De bij of krachtens de artikelen 4:9, derde lid, 4:14, tweede lid, aanhef en onderdeel c, 4:19, 4:20, eerste tot en met derde en zesde lid, 4:22, eerste lid, 4:23, 4:24, 4:89, 4:90, 4:90a, 4:90b, 4:90c, 4:90d en de artikelen 14 tot en met 26 van de verordening markten voor financiële instrumenten gestelde regels zijn van toepassing op:
a. banken waaraan het ingevolge paragraaf 2.2.2.2 is toegestaan hun bedrijf vanuit een bijkantoor in Nederland uit te oefenen, voor zover zij beleggingsdiensten verlenen of beleggingsactiviteiten verrichten; en
b. beleggingsondernemingen met een bijkantoor in Nederland waaraan het ingevolge paragraaf 2.2.12.2 is toegestaan in Nederland beleggingsdiensten te verlenen of beleggingsactiviteiten te verrichten, met uitzondering van beleggingsondernemingen als bedoeld in artikel 2:102a.
L
In artikel 4:9, eerste lid, wordt na «financiëledienstverlener» ingevoegd «, kredietservicer».
M
In artikel 4:10, eerste lid, wordt na «financiëledienstverlener» ingevoegd «, kredietservicer».
N
In artikel 4:11, eerste lid, wordt na bewaarder ingevoegd «, kredietservicer».
O
Aan artikel 4:12 wordt een lid toegevoegd, luidende:
12. De artikelen 4:14, 4:16 en 4:17 zijn niet van toepassing op kredietservicers met zetel in een andere lidstaat.
P
Artikel 4:14 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na bewaarder ingevoegd «, kredietservicer».
2. In het tweede lid, onderdelen b en c, wordt «cliënten of deelnemers» telkens vervangen «cliënten, deelnemers of kredietnemers».
Q
In artikel 4:16, derde lid, onderdeel c, wordt «of beleggingsonderneming» vervangen door «, beleggingsonderneming of kredietservicer».
R
Artikel 4:17 wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 4:17, eerste lid, aanhef, wordt «clearinginstelling of financiëledienstverlener» vervangen door «clearinginstelling, financiëledienstverlener of kredietservicer» en wordt «consumenten of deelnemers» vervangen door «consumenten, deelnemers of kredietnemers».
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Het eerste lid, aanhef en onderdeel a, is van overeenkomstige toepassing op een kredietkoper en kredietservicingaanbieder.
S
In artikel 4:19, vierde lid, wordt «en een beheerder van een icbe» vervangen door «, een beheerder van een icbe en een kredietservicer».
T
In artikel 4:26, eerste lid, wordt na «2:63, tweede lid,» ingevoegd «2:64c, eerste lid,» en wordt na «2:105, vijfde lid,« ingevoegd «2:121f, tweede lid,».
U
In afdeling 4.2.4A wordt na artikel 4:27a een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4:27b
1. Een bank met zetel in Nederland stelt de Autoriteit Financiële Markten halfjaarlijks in kennis van de rechten van een kredietgever die hij krachtens een niet-renderende overeenkomst inzake krediet, of een niet- renderende overeenkomst inzake krediet zelf, heeft overgedragen aan een kredietkoper en verstrekt daarbij in ieder geval de gegevens, bedoeld in artikel 15, tweede lid, onderdelen a tot en met d, van de richtlijn kredietservicers en kredietkopers.
2. De Autoriteit Financiële Markten stuurt de gegevens, bedoeld in het eerste lid, door aan De Nederlandsche Bank.
3. In afwijking van het eerste lid kan de Autoriteit Financiële Markten bepalen dat de in dat lid bedoelde gegevens per kwartaal worden verstrekt.
V
Na artikel 4:35 wordt een artikel ingevoegd, luidende
Artikel 4:35a
1. Een aanbieder van krediet beschikt over adequaat beleid en adequate procedures inzake de omgang met betalingsachterstanden op grond van kredietovereenkomsten voor consumenten.
2. De aanbieder van krediet treft bij betalingsachterstanden als bedoeld in het eerste lid waar passend respijtmaatregelen met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 70a en 128aa van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.
W
Na afdeling 4.3.6 wordt een afdeling ingevoegd, luidende:
AFDELING 4.3.6A SERVICEN VAN EEN NIET-RENDERENDE KREDIETOVEREENKOMST EN OPTREDEN ALS KREDIETKOPER
§ 4.3.6A.1. Servicen van een niet-renderende kredietovereenkomst
Artikel 4:81a
Een kredietservicer is een rechtspersoon.
Artikel 4:81b
De betrouwbaarheid van houders van een gekwalificeerde deelneming in een kredietservicer staat buiten twijfel. Artikel 4:10, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 4:81c
1. Een kredietservicer, of in voorkomend geval een kredietservicingaanbieder, behandelt kredietnemers te goeder trouw, eerlijk en professioneel en beschermt de privacy van kredietnemers.
2. Een kredietservicer, of in voorkomend geval een kredietservicingaanbieder, verstrekt aan kredietnemers geen informatie die misleidend, onduidelijk of onjuist is en communiceert met kredietnemers op een wijze die niet als intimidatie, dwang of ongepaste beïnvloeding kan worden aangemerkt.
Artikel 4:81d
1. In afwijking van artikel 94, derde lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek doet een kredietservicer of, in voorkomend geval, een kredietservicingaanbieder aan een kredietnemer een mededeling toekomen:
a. na iedere overdracht van de rechten van een kredietgever krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst, of van de kredietovereenkomst zelf;
b. voorafgaand aan de eerste inning van de schuld; en
c. na een daartoe strekkend verzoek van de kredietnemer.
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een bank of aanbieder van krediet die overeenkomstig artikel 4:81i is aangewezen om een niet-renderende kredietovereenkomst te servicen.
3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld ten aanzien van de mededeling, bedoeld in het eerste lid.
Artikel 4:81e
Een kredietservicer servicet een niet-renderende kredietovereenkomst op basis van een daartoe met de betrokken kredietkoper overeengekomen kredietservicingovereenkomst als bedoeld in artikel 3, onderdeel 5, van de richtlijn kredietservicers en kredietkopers. De kredietservicingovereenkomst voldoet aan artikel 11, tweede en derde lid, van die richtlijn.
Artikel 4:81f
1. Een kredietservicer houdt de gelden die hij van een kredietnemer heeft ontvangen om deze over te maken aan een kredietkoper aan op een rekening die uitsluitend daarvoor is bestemd.
2. De rekening wordt aangehouden bij een bank met zetel in Nederland die een vergunning heeft voor de uitoefening van het bedrijf van bank, verleend door de Europese Centrale Bank of de Nederlandsche Bank. Uit de tenaamstelling van deze rekening blijkt dat deze door kredietservicer wordt aangehouden in eigen naam ten behoeve van een of meer derden, met vermelding van de hoedanigheid van de kredietservicer.
3. In afwijking van artikel 276 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek vormen de op een rekening als bedoeld in het eerste lid aangehouden geldmiddelen een afgescheiden vermogen dat uitsluitend dient tot voldoening van vorderingen van een kredietkoper voor wie geldmiddelen op de rekening zijn geadministreerd, voor zover die vorderingen verband houden met het toevertrouwen van de geldmiddelen aan de kredietservicer.
4. De kredietservicer draagt zorg voor een adequate administratie van het afgescheiden vermogen.
5. Het eerste tot en met vierde lid is niet van toepassing op een kredietservicer die in het kader van zijn bedrijfsmodel niet voornemens is gelden van kredietnemers te ontvangen en op de rekening aan te houden.
6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de inrichting, de administratie en het beheer van de rekening.
§ 4.3.6A.2. Optreden als kredietkoper
Artikel 4:81g
1. Een kredietkoper behandelt kredietnemers te goeder trouw, eerlijk en professioneel en beschermt de privacy van kredietnemers.
2. Artikel 4:81c, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op de kredietkoper, bedoeld in het eerste lid.
Artikel 4:81h
1. Een kredietkoper doet aan een kredietnemer een mededeling toekomen die in ieder geval de gegevens, bedoeld in artikel 10, tweede lid, onderdelen a tot en met i, van de richtlijn kredietservicers en kredietkoper, bevat:
a. na iedere overdracht aan de kredietkoper van de rechten van een kredietgever krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst, of van de niet-renderende kredietovereenkomst zelf;
b. voorafgaand aan de eerste inning van de schuld; en
c. op verzoek van de kredietnemer.
2. Het eerste lid is niet van toepassing, indien de kredietkoper een bank, aanbieder van krediet of kredietservicer heeft aangewezen om de niet-renderende kredietovereenkomst te servicen.
3. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot de vorm en inhoud van de mededeling, bedoeld in het eerste lid.
Artikel 4:81i
1. Een kredietkoper met zetel in Nederland wijst, indien een consument wederpartij is bij een niet-renderende kredietovereenkomst, een van de volgende financiële ondernemingen aan om die niet-renderende kredietovereenkomst te servicen:
a. een kredietservicer waaraan het ingevolge afdeling 2.2.6A is toegestaan in Nederland zijn bedrijf uit te oefenen;
b. een bank die beschikt over een door de Europese Centrale Bank verleende vergunning voor het uitoefenen van het bedrijf van bank;
c. een aanbieder van krediet die beschikt over een vergunning als bedoeld in artikel 2:60.
2. Een kredietkoper met zetel in een staat die geen lidstaat is wijst een financiële onderneming als bedoeld in het eerste lid aan om een niet-renderende kredietovereenkomst te servicen, indien een natuurlijke persoon of een kleine, middelgrote of micro-onderneming als bedoeld in artikel 17, eerste lid, onderdeel b, onder ii, van de richtlijn kredietservicers en kredietkopers wederpartij is bij de door de financiële onderneming te servicen niet-renderende kredietovereenkomst.
3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing, indien de kredietkoper of zijn op grond van artikel 4:81l, eerste lid, aangewezen vertegenwoordiger een financiële onderneming als bedoeld in het eerste lid is.
Artikel 4:81j
1. Een kredietkoper die op grond van artikel 4:81i een financiële onderneming heeft aangewezen om een niet-renderende kredietovereenkomst te servicen stelt de Autoriteit Financiële Markten in kennis van de identiteit en het adres van de financiële onderneming, voordat deze aanvangt met het servicen van de niet-renderende kredietovereenkomst.
2. Indien de kredietkoper voornemens is een andere financiële onderneming dan de in het eerste lid bedoelde financiële onderneming aan te wijzen om een niet-renderende kredietovereenkomst te servicen, stelt hij de Autoriteit Financiële Markten hiervan in kennis van het voornemen, onder vermelding van de identiteit en het adres van de aan te wijzen financiële onderneming.
Artikel 4:81k
1. Een kredietkoper met zetel in Nederland die de rechten van een kredietgever op grond van een niet-renderende kredietovereenkomst of de niet-renderende kredietovereenkomst zelf overdraagt aan een andere kredietkoper stelt de Autoriteit Financiële Markten hiervan halfjaarlijks in kennis van bij algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens.
2. De Autoriteit Financiële Markten kan bepalen dat de gegevens, bedoeld in het eerste lid, per kwartaal worden verstrekt.
Artikel 4:81l
1. Bij de overdracht van rechten van een kredietgever met zetel in Nederland krachtens een niet-renderende kredietovereenkomst of van de niet-renderende kredietovereenkomst zelf aan een kredietkoper met zetel in een staat die geen lidstaat is, wijst de kredietkoper schriftelijk een vertegenwoordiger met zetel in Nederland aan en meldt hij naam en adres van de vertegenwoordiger aan de Autoriteit Financiële Markten.
2. Indien de kredietkoper, bedoeld in het eerste lid, een vertegenwoordiger met zetel in Nederland heeft aangewezen, rust de verplichting tot naleving van het bepaalde ingevolge de artikelen 4:81g tot en met 4:81k, eerste lid, tevens op de vertegenwoordiger. De kredietkoper en diens vertegenwoordiger zijn van die verplichting ontslagen zodra een van beiden daaraan heeft voldaan.
Artikel 4:81m
1. Een Nederlandse bank verstrekt met inachtneming van de krachtens artikel 16, zesde lid, van de richtlijn kredietservicers en kredietkopers door de Europese Commissie vastgestelde technische reguleringsnormen aan een potentiële kredietkoper gegevens die deze in staat stelt de waarde van de rechten van de kredietgever krachtens de niet-renderende kredietovereenkomst, of van de niet-renderende kredietovereenkomst zelf en de kans op inning van die waarde te beoordelen.
2. Een kredietkoper waarborgt de vertrouwelijkheid van de gegevens, bedoeld in het eerste lid.
3. Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder kredietkoper tevens verstaan een Nederlandse bank of Europese bank.
X
De bijlage behorend bij artikel 1:79 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de opsomming van artikelen uit het Algemeen deel wordt in de numerieke volgorde ingevoegd:
1:77p
2. In de opsomming van artikelen uit het Deel Markttoegang financiële ondernemingen worden in de numerieke volgorde ingevoegd:
2:64a
2:121f, eerste en tweede lid.
3. In de opsomming van artikelen uit het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen worden in de numerieke volgorde ingevoegd:
4:27b, eerste lid
4:35a
4:81a
4:81b
4:81c
4:81d
4:81e
4:81f, eerste tot en met derde lid
4:81g
4:81h
4:81i, eerste en tweede lid
4:81j, eerste lid
4:81k, eerste en tweede lid
4:81l, eerste lid.
Y
De bijlage behorend bij artikel 1:80 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de opsomming van artikelen uit het Algemeen deel wordt in de numerieke volgorde ingevoegd:
1:77p
2. In de opsomming van artikelen uit het Deel Markttoegang financiële ondernemingen worden in de numerieke volgorde ingevoegd:
2:64a
2:121f, eerste en tweede lid.
3. In de opsomming van artikelen uit het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen worden in de numerieke volgorde ingevoegd:
4:27b, eerste lid
4:35a
4:81a
4:81b
4:81c
4:81d
4:81e
4:81f, eerste tot en met derde lid
4:81g
4:81h
4:81i, eerste en tweede lid
4:81j, eerste lid
4:81k, eerste en tweede lid
4:81l, eerste lid.
ARTIKEL II
Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt gewijzigd als volgt:
A
Na artikel 61 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 61a
In voorkomend geval wordt de consument in kennis gesteld van wijzigingen van de voorwaarden van de kredietovereenkomst voordat de wijzigingen van kracht worden, waarbij de kredietgever de consument in kennis stelt van de volgende informatie:
a. een duidelijke beschrijving van de voorgestelde wijzigingen en, in voorkomend geval, van de noodzaak van toestemming van de consument of van de wijzigingen die bij wet zijn ingevoerd;
b. het tijdschema voor de tenuitvoerlegging van de in onderdeel a bedoelde wijzigingen;
c. de middelen waarover de consument beschikt om een klacht in te dienen met betrekking tot de in onderdeel a bedoelde wijzigingen;
d. de termijn waarbinnen een dergelijke klacht kan worden ingediend; en
e. de naam en het adres van de bevoegde autoriteit waarbij de consument die klacht kan indienen.
B
Na artikel 70 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 70a
1. Een kredietgever treft waar passend respijtmaatregelen alvorens hij een incasso- of invorderingsprocedure inleidt ten aanzien van een consument.
2. De kredietgever houdt bij treffen van respijtmaatregelen als bedoeld in het eerste lid onder andere rekening met de omstandigheden van de consument.
3. De respijtmaatregelen kunnen onder meer bestaan uit:
a. de gehele of gedeeltelijke herfinanciering van de kredietovereenkomst;
b. een wijziging van de bestaande voorwaarden van de kredietovereenkomst, die onder meer het volgende kan inhouden:
1°. verlenging van de looptijd van de kredietovereenkomst;
2°. wijziging van het soort kredietovereenkomst;
3°. uitstel van betaling voor het gehele of een gedeelte van het afbetalingsplan voor een bepaalde periode;
4°. verlaging van de rentevoet;
5°. aanbieden van een aflossingsvrije periode;
6°. gedeeltelijke aflossingen;
7°. valutaomrekeningen;
8°. gedeeltelijke kwijtschelding en schuldconsolidatie.
C
Na artikel 125 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 125a
In voorkomend geval wordt de consument in kennis gesteld van wijzigingen van de voorwaarden van de kredietovereenkomst voordat de wijzigingen van kracht worden, waarbij de kredietgever de consument in kennis stelt van de volgende informatie:
a. een duidelijke beschrijving van de voorgestelde wijzigingen en, in voorkomend geval, van de noodzaak van toestemming van de consument of van de wijzigingen die bij wet zijn ingevoerd;
b. het tijdschema voor de tenuitvoerlegging van de in onderdeel a bedoelde wijzigingen;
c. de middelen waarover de consument beschikt om een klacht in te dienen met betrekking tot de in onderdeel a bedoelde wijzigingen;
d. de termijn waarbinnen een dergelijke klacht kan worden ingediend; en
e. de naam en het adres van de bevoegde autoriteit waarbij de consument die klacht kan indienen.
D
Na artikel 128a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 128aa
1. Een kredietgever treft waar passend respijtmaatregelen alvorens hij een incasso- of invorderingsprocedure of een procedure tot executoriale verkoop inleidt ten aanzien van een consument.
2. De kredietgever houdt bij treffen van respijtmaatregelen als bedoeld in het eerste lid onder andere rekening met de omstandigheden van de consument.
3. De respijtmaatregelen kunnen onder meer bestaan uit:
a. de gehele of gedeeltelijke herfinanciering van de kredietovereenkomst;
b. een wijziging van de bestaande voorwaarden van de kredietovereenkomst, die onder meer het volgende kan inhouden:
1°. verlenging van de looptijd van de kredietovereenkomst;
2°. wijziging van het soort kredietovereenkomst;
3°. uitstel van betaling voor het gehele of een gedeelte van het afbetalingsplan voor een bepaalde periode;
4°. verlaging van de rentevoet;
5°. aanbieden van een aflossingsvrije periode;
6°. gedeeltelijke aflossingen;
7°. valutaomrekeningen;
8°. gedeeltelijke kwijtschelding en schuldconsolidatie.
E
Na artikel 128b wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 128ba
1. Indien de rechten die de kredietgever op grond van de kredietovereenkomst heeft, dan wel de overeenkomst zelf, aan een derde worden overgedragen, kan de consument jegens de verkrijger alle verweermiddelen inroepen die hem jegens de oorspronkelijke kredietgever ten dienste stonden, met inbegrip van de bevoegdheid tot verrekening.
2. De consument wordt geïnformeerd over de in lid 1 bedoelde overdracht, behalve indien de oorspronkelijke kredietgever, in overleg met de verkrijger tegenover de consument het krediet verder beheert.
ARTIKEL III
In artikel 1, onder 2°, van de Wet op de economische delicten wordt in de zinsnede met betrekking tot de Wet op het financieel toezicht na «2:60, eerste lid,» ingevoegd «2:64a,».
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
ARTIKEL V
Deze wet wordt aangehaald als: Implementatiewet richtlijn kredietservicers en kredietkopers.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Financiën,