Preview document (🔗 origineel)

---

31 289 Voortgezet Onderwijs

Nr. 596 Brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 december 2024

Hierbij stuur ik u de reactie op het verzoek van de commissie naar aanleiding van de vergadering van 24 oktober 2024 inzake de reactie op een brief van de heer van de W. over het behalen van een diploma.

Inhoud van de brief

Op 8 oktober jl. heeft uw commissie een e-mail van de heer van de W. ontvangen over zijn wens om een gymnasiumdiploma te ontvangen op basis van examenresultaten die hij heeft behaald in de periode van 1986 tot en met 2019. Ook vraagt hij een diploma te ontvangen op basis van een vakkenpakket dat sinds 2004 niet meer voldoet aan de wet- en regelgeving. Voor hem is het behalen van dit diploma erg belangrijk omdat hij erkenning wil voor de prestatie die hij heeft geleverd. Zijn schoolloopbaan werd bemoeilijkt door een nare jeugd.

Reactie

Het is zeer bewonderingswaardig dat meneer zoveel doorzettingsvermogen heeft getoond en gedurende een lange periode zich heeft ingespannen om zijn diploma te behalen. Het is een mooi voorbeeld van een leven lang leren. In telefonisch contact met meneer hebben ambtenaren van OCW aangegeven dat hij helaas niet in aanmerking komt voor een diploma. Dit heeft twee redenen. Allereerst zijn een deel van zijn resultaten niet meer geldig. Examenresultaten die maximaal tien jaar oud zijn kunnen bij het staatsexamen vo worden ingezet voor het verkrijgen van een diploma. De termijn van tien jaar is gekoppeld aan de lat van het diploma. Een examenkandidaat moet in staat zijn om binnen een bepaalde termijn de gevraagde prestatie te leveren om een vo-diploma te halen. Ook kan na meer dan tien jaar niet worden aangenomen dat de inhoudelijke prestatie die is geleverd nog actueel is.

Daarnaast vormt de combinatie van de door meneer behaalde resultaten geen geldig vakkenpakket onder de huidige regelgeving. Hij heeft in te weinig vakken examen afgelegd. Hoewel meneer dus helaas geen diploma kan ontvangen, is aan hem wel het aanbod gedaan om hem middels een brief van mij te erkennen in zijn prestatie en doorzettingsvermogen. Meneer heeft aangegeven daar geen behoefte aan te hebben.

Omdat er nu geen sprake is van nieuwe feiten stuur ik hem niet opnieuw een reactie. Ik kan u daarom geen afschrift hiervan verstrekken.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M.L.J. Paul