Reactie op verzoek commissie over de brief inzake ‘problemen met uitvoering nieuw topsportbeleid op scholen’
Toekomstig sportbeleid
Brief regering
Nummer: 2024D47613, datum: 2024-12-03, bijgewerkt: 2024-12-09 12:00, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 30234 -397 Toekomstig sportbeleid.
Onderdeel van zaak 2024Z20138:
- Indiener: M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Volgcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-12-05 14:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-12-12 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
30 234 Toekomstig sportbeleid
Nr. 397 Brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 december 2024
Hierbij stuur ik u de reactie op het verzoek van de commissie naar aanleiding van de door u ontvangen brief van 15 oktober 2024 inzake ‘problemen met uitvoering nieuw topsportbeleid op scholen’. In de betreffende brief gaat de briefschrijver in op enkele zorgen over problemen met het topsportbeleid op het voortgezet onderwijs. Op 29 juni 2023 is de gewijzigde beleidsregel verstrekking licentie Topsporttalentschool VO 2020 (hierna: de beleidsregel) vastgesteld. Hieronder ga ik in op het topsportbeleid op het voortgezet onderwijs zoals dat is opgenomen in de gewijzigde beleidsregel en de in de brief beschreven zorgen en problemen.
Het topsportbeleid op het voortgezet onderwijs
De beleidsregel heeft tot doel om sporttalenten met een officiële status van NOC*NSF op een Topsporttalentschool in staat te stellen topsport en onderwijs zo optimaal mogelijk te combineren. Scholen kunnen een aanvraag indienen voor een licentie Topsporttalentschool om zo topsporttalentleerlingen de mogelijkheid te geven om af te wijken van de wettelijke eisen uit de WVO 2020 en het Uitvoeringbesluit WVO 2020.1 De beleidsregel is sinds 2014 van kracht en is sindsdien waar nodig aangepast.
In 2020 is geconstateerd dat een groot aantal topsporttalentleerlingen om diverse redenen, zoals reisafstand of gebrek aan beschikbaar onderwijsniveau op een nabijgelegen Topsporttalentschool, niet naar een Topsporttalentschool kunnen gaan. Om deze leerlingen toch gebruik te kunnen laten maken van de faciliteiten die een Topsporttalentschool zou bieden, is in 2020 een motie van het voormalig Kamerlid Rudmer Heerema aangenomen.2 Er is toen besloten om voor reguliere scholen de regeling niet uit te breiden, maar dit middels individuele beschikking te regelen. Individuele reguliere scholen konden daartoe vanaf 1 januari 2021 een aanvraag indienen. In 2023 is vervolgens besloten om toch de beleidsregel uit te breiden. Op deze manier is het voor de reguliere scholen helder dat zij hier aanspraak op kunnen maken en is er meer duidelijkheid over de voorwaarden waaronder dit kan.
Scholen kunnen een aanvraag indienen bij het ministerie van OCW voor leerlingen met een officiële talent-, of topsportstatus van het NOC*NSF of een beloftestatus van de KNVB. Als de aanvraag wordt goedgekeurd, kan de leerling ontheffing krijgen van een aantal onderdelen van het onderwijsprogramma en, in uitzonderlijke gevallen, een gespreid examen afleggen. De volgende voorwaarden gelden:
De topsporttalentleerling staat ingeschreven op de betreffende school;
De topsporttalentleerling woont op meer dan 25 kilometer reisafstand van een Topsporttalentschool;
De kwaliteit van het onderwijs van de schoolsoort waar de leerling staat ingeschreven is niet als zeer zwak of onvoldoende beoordeeld door de Inspectie van het Onderwijs;
Bij de aanvraag moet een positief advies van het Expertisecentrum Voortgezet Onderwijs en Topsport zijn bijgevoegd.
Deze mogelijkheden en voorwaarden zijn in artikel 16 van de beleidsregel uitgewerkt. De door uw commissie ontvangen brief gaat over die mogelijkheden en voorwaarden.
De beleidsregel geeft stichting Expertisecentrum Voortgezet Onderwijs en Topsport (EVOT) een adviserende taak, aangezien EVOT expertise heeft op het gebied van de combinatie topsport en onderwijs. EVOT adviseert over de manier waarop de school een optimale combinatie tussen sport en onderwijs kan aanbieden. Daarnaast is bij het Expertisecentrum bekend of de leerling inderdaad een topsporttalentstatus heeft. Het ministerie van OCW beoordeelt of ook voldaan wordt aan de overige voorwaarden. Vervolgens informeert het ministerie de school binnen 26 weken over het besluit op de aanvraag.
De in de brief genoemde problemen
In de door uw commissie ontvangen brief noemt de afzender een aantal problemen die er toe zouden kunnen leiden dat een topsporttalentleerling te laat hoort of er toestemming is om af te wijken van het onderwijsprogramma of de exameneisen, waardoor de leerling niet kan voldoen aan de eisen die de betreffende topsport stelt. In de brief wordt een aantal voorwaarden en procedures verwoord die niet helemaal overeen komen met de beleidsregel of de praktijk. Ik zal hieronder de in de brief gestelde vragen beantwoorden.
Bent u bekend met deze problematiek in de uitvoering?
Nee, het is mij niet bekend dat er problemen zijn in de uitvoering. Scholen dienen een aanvraag in waaruit blijkt of ze aan de voorwaarden voldoen. Het ministerie verwerkt die aanvragen zo snel mogelijk en informeert de scholen hier vervolgens over. In de tussentijd probeert de school de betreffende topsporttalentleerlingen zo goed mogelijk te ondersteunen. Er wordt in praktijk nooit gebruik gemaakt van de termijn van 26 weken.
Waarom mag deze organisatie 26 weken doen over een besluit terwijl de overheid max 6 weken heeft?
Er is geen sprake van een termijn van 26 weken voor de adviserende taak die bij EVOT belegd is. In de beleidsregel is een beoordelingstermijn van 26 weken opgenomen, conform de in de WVO 2020 opgenomen termijnen. Die termijn wordt in praktijk nooit volledig benut. De besluiten op de aanvragen zijn in de afgelopen jaren ongeveer binnen vier à acht weken verstuurd.
Wat is de oorzaak en welke oplossingen zijn er om dit probleem per direct op te lossen?
Omdat het in de brief genoemde probleem niet gebaseerd is op de daadwerkelijke voorwaarden en mogelijkheden die in de beleidsregel zijn opgenomen, kan ik hiervoor geen oorzaak en oplossing aandragen. Mijn ministerie heeft contact gehad met de schrijver van de brief. In een telefoongesprek zijn de voorwaarden en termijnen uit de beleidsregel toegelicht en is gesproken over de situatie van de briefschrijver.
Met bovenstaande toelichting op het topsportbeleid op het voortgezet onderwijs hoop ik u voldoende te hebben geïnformeerd. Op dit moment loopt ook nog een evaluatie naar het in de beleidsregel opgenomen beleid en de uitvoering daarvan. Over de uitkomsten van deze evaluatie wordt u in het eerste kwartaal van 2025 geïnformeerd.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M.L.J. Paul