Appreciatie van de motie van de leden Bikker en Vedder over waarborgen dat een bouwtechnische herbeoordeling voor een besluit "op norm" op verzoek altijd uitgevoerd wordt door een ander bureau (Kamerstuk 36600-VII-106)
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025
Brief regering
Nummer: 2024D47843, datum: 2024-12-04, bijgewerkt: 2024-12-16 17:37, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. van Marum, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 VII-113 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2024Z20252:
- Indiener: E. van Marum, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2024-12-10 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-12-12 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
36 600 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025
Nr. 113 Brief van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 december 2024
Op 2 december jl. heb ik met uw Kamer van gedachten gewisseld tijdens de tweede termijn van het wetgevingsoverleg Herstel Groningen. Tijdens dat debat hebben de leden Bikker en Vedder een motie ingediend, die de regering verzoekt met de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) te waarborgen dat een herbeoordeling van een bouwtechnisch rapport als grond voor een besluit op norm altijd uitgevoerd wordt door een ander bouwtechnisch bureau, als een bewoner dat verzoekt.1 Tijdens het debat heb ik toegezegd terug te komen op deze motie per brief. Dat doe ik hierbij.
Ik ben het eens met de strekking van de motie van de leden Bikker en Vedder. Bewoners met een op-norm verklaring moeten de mogelijkheid hebben een herbeoordeling uit te laten voeren door een ander bureau. Ik vind dit passen bij onze blik op de Groningse opgaven; milder, menselijker en makkelijker. Deze herbeoordeling betekent niet dat de beoordeling volledig opnieuw wordt uitgevoerd, maar dient als second-opinion op een bestaande beoordeling door een ander bureau.
Ik ga ervan uit dat de vraag hiernaar beperkt is. De NCG borgt namelijk de kwaliteit van de beoordelingen op verschillende manieren, bijvoorbeeld door het uitvoeren van een review door deskundigen voordat de beoordeling wordt gedeeld met de bewoner. Daarin wordt gekeken naar de juistheid en volledigheid van het rapport. Daarnaast licht de NCG, als een bewoner daar behoefte aan heeft, de beoordeling toe in een gesprek. Ook vanuit het ingenieursbureau kan een toelichting worden gegeven. Als bewoners het na deze gesprekken niet eens zijn met de uitkomst, is gratis onafhankelijk juridische ondersteuning beschikbaar en kan een bewoner eventueel, al dan niet ondersteund door een bouwkundig adviseur, in bezwaar gaan tegen het besluit. Het zijn allemaal waarborgen ten goede aan de kwaliteit en de stem van de bewoner. Ook in de bezwaar- en beroepsfase wordt gekeken waar de twijfels van bewoners door ontstaan en gaat de NCG met de bewoners hierover in gesprek. Na het gesprek met de NCG te hebben gevoerd, hebben bewoners in de meeste gevallen begrip voor de uitkomst en geen behoefte om beroep aan te tekenen.
Mocht een bewoner – ook met een op-norm verklaring – na het doorlopen van dit proces toch besluiten een herbeoordeling aan te vragen bij de NCG, kan deze worden uitgevoerd door een ander ingenieursbureau. Als in deze herbeoordeling fouten worden geconstateerd, kan de beoordeling volledig opnieuw worden uitgevoerd door een ander bureau. Ik verwacht echter niet dat daarmee de uitkomst van veel op-norm beoordelingen zal veranderen, omdat er al een zorgvuldig proces aan vooraf is gegaan.
Daarmee geef ik invulling aan de motie (Kamerstuk 36 600 VII, nr. 106), waarin de regering wordt verzocht met de NCG te waarborgen dat een herbeoordeling van een bouwtechnisch rapport als grond voor een besluit op norm altijd uitgevoerd wordt door een ander bouwtechnisch bureau, als een bewoner dat verzoekt. Daarmee geef ik de motie oordeel Kamer.
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
E. van Marum
Kamerstuk. 36 600 VII, nr. 106.↩︎