Position paper Stichting de Einder t.b.v. rondetafelgesprek Initiatiefwetsvoorstel van het lid Podt Wet toetsing levenseindebegeleiding van ouderen (35534) d.d. 9 december 2024
Position paper
Nummer: 2024D47939, datum: 2024-12-04, bijgewerkt: 2024-12-05 10:15, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2024Z20307:
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2024-12-09 17:45: Initiatiefwetsvoorstel van het lid Podt Wet toetsing levenseindebegeleiding van ouderen op verzoek (Kamerstuk 35534) (Rondetafelgesprek), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2024-12-18 14:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (🔗 origineel)
Position paper “De wet voltooid leven” door Stichting de Einder
Stichting de Einder opgericht in 1995 is een vrijwilligersorganisatie die tot doel heeft om gesprekken te voeren, informatie, begeleiding en steun te geven aan mensen met een persistente doodswens . Dit gebeurt middels gesprekken als men deze doodswens op humane wijze wil realiseren.
De gesprekken worden gevoerd door opgeleide consulenten waarbij de Stichting de randvoorwaarden garandeert en zorgvuldigheidseisen stelt. Uitgangspunt is zelfbeschikkingsrecht en autonomie van degene die om ondersteuning vraagt.De Einder hecht veel waarde aan het waarborgen van weloverwogenheid van betrokkenen met inachtneming van de belangen van anderen.De
De WTL naast de initiatiefwet.
De WTL functioneert goed, het is een wet die de Nederlandse
samenleving moet koesteren vooral de mogelijkheid om ook met een
stapeling van ouderdomsklachten en met langdurig psychisch lijden een
beroep te kunnen doen op de wet, heeft voor meer mensen een gewenste
euthanasie mogelijk gemaakt. Deze initiatiefwet vormt een zorgvuldige
aanvulling voor die groep ouderen die niet voldoen aan de criteria van
de WTL maar toch een duidelijke stervenswens hebben.
Mensen met een existentiële doodswens gebaseerd op afnemende vitaliteit dan wel een beleefde groeiende afstand tot het maatschappelijk leven, zijn momenteel aangewezen op de weinige mogelijkheden die nog toegankelijk zijn om op een humane wijze uit het leven te stappen. De uitvoering van deze methodes wordt vaak als niet waardig gevoeld door degene die er gebruik van moet maken. De initiatiefwet biedt voor de 75 plussers in deze groep erkenning, een medische grondslag is niet meer noodzakelijk. De 83-jarige die steeds meer afstand voelt tot de zaken die hij vroeger belangrijk vond, zich wel verbonden voelt met kinderen en kleinkinderen, maar die band niet op vindt wegen tegen de mentale moeite die het kost om aan het leven te blijven deelnemen, kan nu zijn stervenswens gehonoreerd zien. In werking treding van de wet kan ook rust geven aan de oudere mens die de consequenties van het ouderworden vreest. Consulenten van de Einder horen vaak dat het weten dat men dood kan als men vindt dat de tijd daar is, het mogelijk maakt om door te leven.
Bedenktijd.
In de intiatiefwetmoet moet voldaan worden een zorgvuldigheidseisen. Er
is voorzien in drie gesprekken met een levenseindebegeleider die
tenminste een periode van 6 maanden bestrijken. Vanzelfsprekend is een
bedenktijd van belang om te voorkomen dat het een impuls besluit
betreft. Dit geldt echter niet in alle gevallen. De consulenten van de
Einder bemerken dat de bedenktijd geen recht doet aan het proces wat
meestal voorafgaat voor men een beroep doet op een levenseindbegeleider.
Een doodswens in deze leeftijdscategorie onstaat niet in een opwelling
maar is een geleidelijk proces van afweging en innerlijke besluitvorming
waar men op een zeker moment besluit anderen bij te betrekken.
Ambivalentie is een aspect van iedere doodswens en vormt een onderdeel
van de gesprekken met de levenseindebegeleider. Van een professionele
levensbegeleider mag verwacht worden dat deze de tijd neemt die nodig
is. Dat kan korter zijn dan 6 maanden maar ook langer.
Levenseindebegeleider
De initiatiefwet voorziet in levenseindebegeleiders met een
basisopleiding en een kopstudie, registratie vandeze professionals wordt
wenselijk geacht daarvoor wil initiatiefneemster het systeem van de BIG
registratie gebruiken. Het voorstel om uitsluitend personen met een
medische vooropleiding, artsen, verpleegkundigen en
psychologen/psychotherapeuten tot deze kopstudie toe te laten sluit
echter diegenen uit die eveneens over competenties beschikken om open
explorerende gesprekken te voeren zoals geestelijk verzorgers en
humanistisch raadslieden. De Einder onderschrijft de wens en noodzaak om
de kennis en competenties van de levenseindbegeleider te waarborgen. In
dat kader zou het meer voor de hand liggen om een profiel op te stellen
gebaseerd op opleidingsniveau, aantoonbare competenties, empathisch
vermogen en reflectievermogen. Ook een leeftijdseis voor een
levenseindebegeleider is aan te bevelen, omdat het een oudere doelgroep
betreft die gemakkelijker in geprek komt met een levenseindebegeleider
die wat ouder is dan met een jong uitziende 30-er. Gesprekken voeren
over een stervenswens vraagt afstemming met de gesprekspartner, durf om
door te vragen en zo nodig te confronteren, begrip en
invoelingsvermogen, een open houding, bewustzijn van eigen
(voor)oordelen, open kunnen exploreren en de expertise om onderliggende
gevoelens te onderkennen. Levenservaring kan daarbij helpen.
Toekomst
Het is begrijpelijk dat nu gekozen is voor de doelgroep van ouderen.
Aangezien de Einder ook veelvuldig vragen ontvangt in de
leeftijdscategorie onder de 75 jaar, spreekt de Einder de wens uit dat
met de opgedane ervaringen in de doelgroep van 75+, op termijn ook de
mogelijkheid wordt geschapen voor een jongere doelgroep. Bijvoorbeeld
voor de alleenstaande 51-jarige autistische man met baan die van alles
geprobeerd heeft en niet meer kan verdragen zich niet aangesloten te
voelen bij zijn medemensen. Een dergelijke stervenswens is geenszins
impulsief maar gerijpt in een leven van niet begrijpen en niet begrepen
worden. Of voor de echtgenote van 63 die niets liever wil dan samen met
haar terminaal zieke man sterven, aangezien beiden zo vervlochten zijn
dat de een niet zonder de ander wil en kan leven. In de
zorgvuldigheidseisen ligt het accent op de interactie van de mens met de
doodswens met diens sociale en persoonlijke omgeving dit kan ertoe
bijdragen dat het gesprek over de dood weer onderdeel wordt van het
leven. Een beleving die door de overheid en de maatschappelijke
ontwikkelingen gesteund wordt.