Verslag High Level Conferentie Europees Sociaal Handvest Raad van Europa 4 juli 2024
Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa
Brief regering
Nummer: 2024D47971, datum: 2024-12-05, bijgewerkt: 2024-12-16 17:41, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 20043 -148 Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa.
Onderdeel van zaak 2024Z20332:
- Indiener: Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2024-12-10 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-12-17 16:30: Procedures en brieven SZW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2025-03-05 10:00: Formele Raad voor Werkgelegenheid en Sociaal Beleid op 10 maart 2025 (Commissiedebat), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Preview document (🔗 origineel)
20 043 Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa
Nr. 148 Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 december 2024
Op 3 en 4 juli 2024 vond de High-Level Conferentie (HLC) over het Europees Sociaal Handvest (ESH) van de Raad van Europa (RvE) plaats in Vilnius, Litouwen. In de brief van 20 juni 2024 (Kamerstuk 20 043, nr. 145) bent u geïnformeerd over de inzet van Nederland tijdens de HLC. U ontvangt hierbij, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, het verslag van de conferentie.
Voorafgaand aan de HLC werd een conferentie georganiseerd over de bescherming van sociale rechten in tijden van oorlog in Oekraïne. Oksana Zholnovych, de Oekraïense minister van Sociaal Beleid, erkende dat het waarborgen van een adequaat niveau van sociale rechten een uitdaging is voor Oekraïne en benadrukte dat het de ambitie is dit te versterken. Bij de HLC kwam deze ambitie tot uitdrukking in de ratificatie van het collectieve klachtenprotocol van het ESH door Oekraïne. Vytautas Silinskas, minister van Sociale Zekerheid en Arbeid van Litouwen, benadrukte in zijn bijdrage dat sociale rechten de basis vormen voor democratie, een belangrijk principe dat de kracht van Europa definieert. Nederland sprak, net als veel andere landen, steun uit voor Oekraïne, in brede zin en op sociaal terrein.
De HLC vloeide voort uit de vierde Top van staatshoofden en regeringsleiders van de RvE die op 16 en 17 mei 2023 in Reykjavik plaatsvond. Tijdens de Reykjavik-Top werd met het oog op sociale rechtvaardigheid volledig commitment herbevestigd aan de sociale rechten zoals vastgelegd in het ESH. Aan de HLC namen naast de lidstaten vertegenwoordigers van andere RvE-organen deel (zoals de Parlementaire Assemblée (PACE), het Congres van Lokale en Regionale Overheden en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens) en ook de Europese Commissie, ILO, VN, OESO, EU, evenals het maatschappelijk middenveld, sociale partners, de wetenschap en (nationale) mensenrechteninstituties.
De HLC werd geopend door plaatsvervangend Secretaris-Generaal van de RvE Bjørn Berge. In zijn openingstoespraak ging hij in op het belang van sociale rechten om een waardig leven te kunnen leiden en volledig te kunnen deelnemen aan een democratische samenleving.
De Nederlandse inbreng bij de HLC was erop gericht het belang van sociale rechtvaardigheid te onderstrepen, een zo hoog mogelijke ratificatiegraad van het normatieve raamwerk van het ESH te bewerkstelligen en praktijkervaringen over de implementatie van sociale rechten te delen. Nederland benadrukte het belang van sociale rechtvaardigheid en sociale rechten voor samenlevingen die welzijn, inclusie en gelijke kansen willen bieden. Daarnaast moedigde Nederland aan tot het vergroten van de ratificatiegraad van het ESH-raamwerk: sociale rechtvaardigheid is essentieel voor democratische stabiliteit en om de huidige transities aan te gaan, zoals (nieuwe) vormen van werk en technologische veranderingen, en is niet mogelijk zonder rekenschap.
Tijdens de HLC vond een verdragsevenement plaats waar lidstaten instrumenten en bepalingen konden bekrachtigen: IJsland trad als 36e lidstaat toe tot het herziene ESH, Oekraïne ratificeerde, zoals genoemd, het collectieve klachtenprotocol en minimaal zeven andere lidstaten gingen verdere verplichtingen aan door meer ESH-bepalingen te ratificeren. Nederland heeft bijna alle bepalingen en instrumenten van het ESH geratificeerd en ging geen verdere verplichtingen aan. Deze ratificaties maakten deze HLC tot een succes. Er zijn ook uitdagingen: meer dan tien lidstaten blijven achter wat betreft ratificatie van bepalingen en zes lidstaten hebben het herziene ESH nog altijd niet geratificeerd1. Het blijft dan ook van belang de aanmoediging om de ratificatiegraad te vergroten voort te zetten. Nederland heeft zich hiervoor ingezet en zal dat blijven doen.
Tijdens de HLC werd een politieke verklaring (Vilnius Declaration2) vastgesteld, die niet juridisch bindend is, maar wel richtinggevend voor toekomstige voorstellen binnen de RvE. In brede zin werd daarbij gepleit voor meer toewijding aan sociale rechten en het verder uitwisselen van ideeën om sociale rechten te versterken. Nederland heeft een voortrekkersrol op zich genomen om de aanpak van (seksuele) intimidatie op de werkvloer op te nemen in de politieke verklaring. Het is de eerste keer dat de aanpak van (seksuele) intimidatie wordt genoemd in een politieke verklaring binnen RvE-verband over sociale rechten. Uit de politieke verklaring volgt verder dat de lidstaten zich blijven inzetten voor mogelijke maatregelen om het ESH-systeem verder te optimaliseren en dat ze regelmatig de noodzaak zullen onderzoeken om een HLC bijeen te roepen om de hedendaagse uitdagingen op het gebied van sociaal beleid aan te pakken.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Y.J. van Hijum
Kroatië, Denemarken, Tsjechië, Luxemburg, Polen en het Verenigd Koninkrijk↩︎