[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Investeringen van institutionele beleggers in durfkapitaal

Bedrijfslevenbeleid

Brief regering

Nummer: 2024D48197, datum: 2024-12-05, bijgewerkt: 2024-12-09 12:28, versie: 2

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32637 -657 Bedrijfslevenbeleid.

Onderdeel van zaak 2024Z20442:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


32 637 Bedrijfslevenbeleid

33 009 Innovatiebeleid

32 043 Toekomst pensioenstelsel

Nr. 657 Brief van de minister van Economische Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 december 2024

Hierbij informeer ik uw Kamer over de uitvoering van de motie Romke de Jong c.s. die oproept inzicht te geven in de belemmeringen die institutionele beleggers ervaren op het gebied van investeringen in de Nederlandse durfkapitaalmarkt.1 Daarnaast bevat deze brief uitvoering van mijn toezegging (Kamerstuk 33 009, nr. 132) om met een nadere rapportage te komen met betrekking tot de Tibi initiatief (Bijlage 2).2

Start- en scale-ups zijn de motor van transitie en innovatie en van onbetwist belang voor Nederland voor onze ontwikkeling, ons nationale en internationale concurrentievermogen, de strategische autonomie en het verdienvermogen van Nederland. Deze bedrijven zorgen voor vernieuwing van sectoren en ontwikkelen oplossingen voor grote maatschappelijke uitdagingen en transitievraagstukken. Denk hierbij aan de energietransitie en digitalisering, maar ook aan uitdagingen in de zorg en in de woonsector. Deze bedrijven zijn doorgaans zeer kapitaalintensief en de bijbehorende risico-rendementsverhouding past niet bij reguliere financieringsverstrekkers zoals banken. Daarom zijn startups en scale-ups in de groei- en ontwikkelingsfase voornamelijk afhankelijk van private investeerders zoals durfkapitaalfondsen of zogeheten business angels.

In de brief Startups en scale-ups als motor voor transities en groei wordt het mobiliseren van institutionele beleggers als één van de speerpunten genoemd om de durfkapitaalmarkt te versterken, vanwege hun aanzienlijk investeringsvermogen, lange investeringshorizon en wens om maatschappelijk betrokken te zijn.3 Pensioenfondsen zijn belangrijke institutionele beleggers waarmee Invest-NL en het ministerie van Economische Zaken in eerste instantie in gesprek zijn gegaan, en die centraal zullen staan in deze Kamerbrief. Tegelijk zijn deze pensioenfondsen zich als geen ander bewust van de zogenaamde prudent-person regel in de Pensioenwet.4 Deze regel schrijft voor dat pensioenfondsen beleggen in het belang van hun (gewezen) deelnemers en gepensioneerden.5 Dat belang is in ieder geval het financiële belang, waarbij beleggingen gewaardeerd moeten worden tegen geldende marktprijzen.

Tijdens gesprekken met pensioenfondsen, Invest-NL en het ministerie van Economische Zaken bleek, in het licht van bovenstaande voorschriften, een bereidheid om meer te investeren in durfkapitaal. Pensioenfondsen gaven hierbij echter aan tegen een aantal belemmeringen aan te lopen. Mijn voorganger heeft aan Invest-NL gevraagd om deze belemmeringen en mogelijke oplossingsrichtingen in kaart te brengen. Dit heeft Invest-NL gedaan middels verschillende gesprekken met pensioenfondsen en hun uitvoerders. Ter aanvulling op de inspanningen van Invest-NL is er door het ministerie van Economische Zaken in februari 2024 een rondetafelgesprek georganiseerd waar de pensioenfondsen ABP, PFZW, PME en PMT en de drie grootste pensioenuitvoerders APG, MN en PGGM, alsmede Invest-NL, de Nederlandse Vereniging voor Participatiemaatschappijen (NVP) en Techleap bij aanwezig waren. Uit deze en aanvullende verdiepende gesprekken is een beeld ontstaan van de huidige en toekomstige initiatieven en investeringen van pensioenfondsen, hun belemmeringen om durfkapitaal investeringen te doen, en vervolgstappen die genomen kunnen worden om deze weg te nemen.

Investeringen van pensioenfondsen in de Nederlandse durfkapitaalmarkt

Pensioenfondsen voeren vrijwel altijd verplicht gestelde pensioenregelingen uit waarbij de deelnemers via hun werkgever verplicht zijn om deel te nemen. Daarom is wettelijk voorgeschreven dat pensioenfondsen streven naar een gebalanceerd portfolio met een risico-rendementsverhouding in overeenstemming met de aard en de duur van de verplichtingen; kortom de toekomstige pensioenuitkeringen. Zodoende beleggen pensioenfondsen voornamelijk in laag risicoproducten zoals staatsobligaties of bedrijfsobligaties. Er wordt ook in hoog risicoproducten belegd, zoals in aandelen, vastgoed, private equity en durfkapitaal. De investeringsklasse met hoog risico omvat gemiddeld rond de 5-10% van het totaal belegd vermogen van de pensioenfondsen.

Durfkapitaal is een investeringscategorie waarbij direct of indirect (via fondsen) wordt geïnvesteerd in jonge bedrijven met veel groeipotentieel maar ook hoge risico's. Durfkapitaal maakt doorgaans rond de 0.5-1.0% van het totaal belegd vermogen van een pensioenfonds uit. Pensioenfondsen investeren overwegend indirect via durfkapitaalfondsen, waar management- en prestatiekosten voor het beheer van investeringen in het portfolio worden gerekend. Dit brengt op de balans echter ook voordelen met zich mee die de slagingskans van investeringen kunnen bevorderen zoals expertise in selectie en begeleiding van portfoliobedrijven, diversificatie van het portfolio en schaalbaarheid van investeringen. Durfkapitaalinvesteringen lijken wellicht een klein aandeel van het totaal belegde vermogen van pensioenfondsen, toch vertegenwoordigt dit bijna 10% van het jaarlijkse totaal aan durfkapitaalinvesteringen in Nederland.6 Dit laat zien hoe zelfs beperkte percentages een grote invloed kunnen hebben.

Recente ontwikkelingen bevestigen een groeiende interesse van pensioenfondsen om te investeren in durfkapitaal. Zo kondigde ABP dit jaar aan om tegen 2030, 30 miljard euro te investeren in sectoren zoals energie, klimaat, en life sciences, waarvan 10 miljard euro in Nederland en waarbij durfkapitaalinvesteringen onderdeel van kunnen zijn. Ook PME en PMT hebben samen aanzienlijke bedragen gereserveerd voor deeptech startups en scale-ups, wat aansluit bij het bredere Nederlandse beleid om innovatie en technologie te stimuleren.7 Verder investeert PFZW steeds meer in bedrijven die bijdragen aan de energietransitie en gezondheidszorg en -wetenschappen. Met deze bijdragen nemen pensioenfondsen een belangrijke rol in Nederland om duurzame economische groei te bevorderen en de innovatiekracht te versterken. Een overzicht van de investeringen van pensioenfondsen wordt gegeven in Bijlage 1.

Historisch gezien investeren pensioenfondsen sinds 2010 actief in verschillende Nederlandse durfkapitaalfondsen, waaronder Inkef Capital, ANET, Gilde Healthcare, DeepTechXL en Innovation Industries. In beginsel waren dat voornamelijk fondsen met een investeringsfocus in biotechnologie zoals gezondheidszorg en medicijnontwikkeling. Voorbeelden van fondsen die met betrokkenheid van pensioenfondsen zijn opgericht worden uitgelicht in Box 1. Daarnaast spraken pensioenfondsen en –uitvoerders tijdens bijeenkomsten in 2024 separaat van hun visie op durfkapitaal de wens uit om grootschalige, individuele investeringen te doen in (energie)infrastructuur. Hier voert Invest-NL in samenwerking met het ministerie van Klimaat en Groene Groei middels financieringstafels gesprekken over met verschillende pensioenfondsen en financiële instellingen. Deze tafels zijn gericht op mogelijke knelpunten voor het ontsluiten van de benodigde private financiering voor de transitie in een bepaalde sector. De tafels dragen zo ook bij aan de afspraken uit het Klimaatcommitment Financiële Sector uit 2019, zoals de inspanningsverplichting van de sector om deel te nemen aan financiering van de energietransitie.

Belemmeringen voor pensioenfondsen om investeringen in de Nederlandse durfkapitaalmarkt te intensiveren

De belemmeringen

Zoals eerder beschreven zijn meerdere pensioenfondsen en –uitvoerders al actief in de durfkapitaalmarkt, en hebben zij in 2024 al verschillende initiatieven en investeringen aangekondigd. Ten aanzien van het verder versterken van deze activiteiten noemen pensioenfondsen en –uitvoerders een drietal kernuitdagingen rondom het vinden van de juiste investeringsopties in het huidige durfkapitaalfondsenlandschap:

  1. Schaal
    Nederlandse durfkapitaalfondsen in de sectoren waar pensioenfondsen geïnteresseerd in zijn, bijvoorbeeld deeptech en transitietechnologieën, zijn op dit moment met een mediane fondsomvang van minder dan 250 miljoen euro te klein om grote fondsinvesteringen te absorberen. Pensioenfondsen werken met hogere bedragen per investering om het managen van de hoeveelheid portfoliobedrijven en -fondsen werkbaar te houden, waardoor het opschalen van fondsen belangrijk is om dit te realiseren. Met de activiteiten van Invest-NL en publieke Nederlandse en Europese instrumenten gericht op durfkapitaalfondsen zoals het Dutch Venture Initiative, het Dutch Future Fund en het European Tech Champion Initiative (ETCI) draagt de overheid bij aan het vergroten van de omvang van durfkapitaalfondsen. Hierdoor wordt het voor pensioenfondsen makkelijker om te investeren.

  2. Track-record in transitiesectoren
    Pensioenfondsen passen, net zoals reguliere investeerders, strenge criteria toe om hun uiteindelijke investeringsbeslissing te kunnen maken. Hierbij kijken ze onder andere naar behaalde en geschatte toekomstige resultaten. Het proces om dit af te wegen, ook due diligence genoemd, is essentieel voor de inschatting of een investering zal renderen of niet en daarmee bepalend voor de investeringsbeslissing. Nederlandse durfkapitaalfondsen in deeptech en transitiesectoren zijn daarentegen relatief jong en hebben daardoor geen of onvoldoende financieel trackrecord en bijbehorende technische en investeringsexpertise, waardoor zulke inschattingen maken lastig is. Er zijn er echter goede voorbeelden die laten zien dat investeringsrisico’s nemen loont, bijvoorbeeld als de investeringsfocus van het fonds aansluit bij de strategische doelstellingen van het pensioenfonds.

  3. Eigenschappen van durfkapitaalfondsen
    Durfkapitaalfondsen hebben bepaalde organisatorische kenmerken die vergeleken met andere investeringstypes als risicovoller kunnen worden beschouwd. Zij werken over het algemeen bijvoorbeeld met kleine teams, en leunen sterk op enkele investerings- of fondsmanagers, zeker in de beginfase van een fonds. Dit vormt een risico op de lange termijn. Deze en voorgenoemde belemmeringen vormen een mogelijke aanleiding voor durfkapitaalfondsen om hierover het gesprek te voeren met potentiële investeerders, zoals pensioenfondsen. Zo kunnen mogelijkheden worden onderzocht om vraag en aanbod beter bij elkaar te brengen.

Naast de bovengenoemde kernuitdagingen is investeringslocatie ook van belang voor institutionele beleggers. Hoewel Nederland op de vierde plek van Europa staat op het gebied van innovatie, is het aantrekkelijker voor institutionele beleggers om een Europese blik te hebben als het gaat om investeringen.8 Een Europese perspectief creëert naast diversificatie en schaalbaarheid voordelen op het gebied van samenwerking en de nodige flexibiliteit voor jonge innovatieve bedrijven om zich te vestigen waar het benodigde talent, voorziene markt of de beste productiemogelijkheid zich bevindt. Samenwerkingen binnen Europa zijn essentieel voor het versterken van het Nederlandse durfkapitaal- en bedrijvenlandschap als het gaat om de technologische soevereiniteit en het concurrentievermogen van Europa met marktleiders van formaat zoals de Verenigde Staten of China. Door te investeren in een breder scala aan Europese landen, kunnen beleggers profiteren van diversiteit en groeiende markten die hen nieuwe kansen bieden. Deze visie heeft ook voordelen voor Nederland. Aangezien wij beschikken over een dynamisch ecosysteem van innovatieve startups en scale-ups, vooral in sectoren zoals technologie, duurzaamheid en gezondheid, kunnen Nederlandse bedrijven en fondsen indirect profiteren van een bredere investeringsbenadering. Tot slot draagt deze brede blik bij aan de Nederlandse inzet op de verdieping van de Europese kapitaalmarktunie.9

Reflectie en oplossingsrichtingen: een rol voor de markt, de overheid en bestaande initiatieven

Een rol voor de markt

Ondanks de bestaande belemmeringen zie ik ruime mogelijkheden om deze samen met de belangrijkste spelers in dit veld weg te nemen. Er liggen namelijk enorm veel kansen: de durfkapitaalsector is volop in ontwikkeling en er zijn steeds meer bedrijven en fondsen die doorgroeien waardoor pensioenfondsen meer mogelijkheden voor investeringen kunnen ontdekken die voldoen aan hun criteria. Om vraag en aanbod beter bij elkaar te brengen, en te bekijken hoe het schaalbaarheidsprobleem vanuit de markt kan worden aangepakt, heeft de NVP aangegeven bereid te zijn om samen met de Nederlandse durfkapitaalfondsen te verkennen of en hoe investeringen in deze fondsen vormgegeven kunnen worden. Daarnaast zijn er in Nederland zeer proactieve pensioenfondsen die ondanks de genoemde belemmeringen al investeringen in start- en scale-ups hebben gedaan. Ik moedig de sector daarom aan om best practices met elkaar te delen, zodat institutionele investeerders van elkaar kunnen leren. NVP heeft al initiatieven genomen om investeerders en durfkapitaalfondsen bij elkaar te brengen, en heeft aangegeven dit te willen voortzetten en daarin samen op te trekken met de Pensioenfederatie, Invest-NL, Techleap en het ministerie van Economische Zaken. Daarnaast is een aanhoudende dialoog tussen pensioenfondsen, durfkapitaalfondsen, NVP, Invest-NL en het ministerie van Economische Zaken belangrijk om deze beelden actueel te houden, data uit te wisselen en de laatste ontwikkelingen te kunnen volgen.

Een rol voor de overheid

In de gesprekken met de pensioenfondsen en –uitvoerders heeft het ministerie van Economische Zaken gevraagd welke rol de overheid zou kunnen spelen bij het wegnemen of verlichten van de geschetste belemmeringen. Er zijn verschillende mogelijkheden besproken, waaronder een fonds-in-fonds structuur om investeringen van pensioenfondsen en –uitvoerders overzichtelijk te kunnen samenbrengen en kanaliseren richting durfkapitaalinvesteringen. Hierbij heeft mijn voorganger samen met Invest-NL besproken hoe andere Europese landen dit doen, bijvoorbeeld Frankrijk met het Tibi initiatief waar ik in de bijlage in deze brief specifiek op inga. De mate waarin een dergelijk initiatief ook in Nederland werkt, hangt af van verschillende belemmeringen die ik in de bijlage beschrijf, waaronder de bestaande infrastructuur voor durfkapitaal en innovatie en de bereidheid van institutionele beleggers om risico's te nemen. Zoals eerder vermeld, spelen pensioenfondsen en durfkapitaalfondsen nu al een belangrijke rol in de financiering van Nederlandse startups en scale-ups, maar er is zeker ruimte voor groei. Het succes van een dergelijk initiatief zou echter afhangen van zorgvuldige planning, samenwerking tussen de publieke en private sector, en het creëren van een gunstig klimaat voor investeringen en ondernemerschap.

Tegelijk geeft een deel van de pensioenfondsen en –uitvoerders in Nederland aan groeiende kennis over en relaties met de Nederlandse durfkapitaalmarkt te hebben, mede door de deskundigheid van hun interne investeringsteams, en daarmee op dit moment in mindere mate behoefte te hebben aan een dergelijke structuur in de huidige markt. Om dit beeld actueel te houden blijft Invest-NL in gesprek met pensioenfondsen rondom de behoefte en de vorm van een mogelijk fonds-in-fonds. Verder is het belangrijk om als overheid te zorgen voor een stabiel beleid dat de randvoorwaarden voor het opbloeien van Nederlandse startups en scale-ups, en daarmee durfkapitaalfondsen, bewerkstelligt. Tenslotte heeft de overheid een rol bij het bijeenbrengen van partijen. Het ministerie van Economische Zaken en Invest-NL blijven in continue dialoog met pensioenfondsen en –uitvoerders en marktpartijen zoals de NVP over de ontwikkelingen binnen de durfkapitaalmarkt en mogelijke veranderingen in hun behoeften voor steun vanuit de overheid en hun eigen initiatieven.

Bestaande initiatieven

Nederland doet mee aan verschillende Europese initiatieven die aansluiten bij het opschalen van durfkapitaalfondsen en het verbeteren van de kapitaalmarktunie. In 2023 heeft het Rijk bijvoorbeeld 100 miljoen euro bijgedragen aan het ETCI om de strategische belangen van Nederland en Europa te versterken, door Europese innovatieve bedrijven minder afhankelijk te maken van niet-Europees durfkapitaal. Hiermee is het totale fondsvermogen gestegen naar 3,85 miljard euro. ETCI, een initiatief van de Europese Investeringsbank (EIB), heeft een fonds-in-fonds structuur en zal investeringen in toonaangevende Europese technologiebedrijven stimuleren door middel van investeringen in Europese durfkapitaalfondsen. In de eerste fase is ervoor gekozen om ETCI nog met publieke middelen op te zetten, met bijdragen van de EIB Group, Duitsland, Frankrijk, Spanje, Italië, België en Nederland. Nederland zit tevens in de Steering Board van ETCI. In een tweede fase kan ETCI mogelijk worden opengesteld voor private investeerders, zoals institutionele beleggers. ETCI beoogt om durfkapitaalfondsen op te schalen naar boven de 1.0 miljard euro.

Een blik vooruit

Nederlandse pensioenfondsen in 2023 en 2024 belangrijke en omvangrijke investeringen gedaan in zowel fondsen als innovatieve bedrijven die met hun activiteiten, technologieën en innovaties een bijdrage leveren aan de maatschappelijke uitdagingen waar Nederland voor staat. De aangekondigde initiatieven en toekomstige investeringsrondes vormen een goede basis voor een startupecosysteem dat de (door)groei van jonge innovatieve bedrijven ondersteunt. Hiermee is een belangrijke eerste stap gezet om durfkapitaalinvesteringen door pensioenfondsen te intensiveren. Een overzicht van indexatiebesluiten van pensioenfondsen in Nederland laat zien dat veel pensioenen verhoogd konden worden dit jaar en vorig jaar.10 Gunstige economische ontwikkelingen en pensioenfondsen die in het belang van hun deelnemer beleggen, maakten dit mogelijk.

Samen moeten we de goede weg die is ingeslagen verder vervolgen, waarbij private investeerders en publieke partijen voortdurend met elkaar in gesprek blijven. Ik zal gezamenlijk met Invest-NL de gesprekken met zowel grote pensioenfondsen als middelgrote en kleinere pensioenfondsen alsmede andere belangrijke institutionele beleggers zoals verzekeraars voortzetten, om kansen en behoeften verder in kaart te brengen voor de gehele sector. Een van de acties die hier recentelijk uit is voortgekomen vanuit Invest-NL is het verkennen van een mogelijk fonds-in-fonds waarmee institutionele beleggers in start- en scale-ups zouden kunnen investeren. Daarnaast zijn de eerdergenoemde financieringstafels georganiseerd door Invest-NL en het ministerie van Klimaat en Groene Groei belangrijk, waar ook pensioenfondsen aan deel kunnen nemen en waar wordt gesproken over de financiering van (energie)transities. Het ministerie van Economische Zaken blijft in gesprek met Europese koplopers en andere landen om te leren van hun inspanningen om het startup-ecosysteem te laten groeien door het mobiliseren van institutionele beleggers. Verder is de verwachting dat initiatieven zoals ETCI op pan-Europees niveau zullen zorgen voor een beter ontwikkeling van en toegang tot de financieringsmarkt. Tot slot is het inherent aan een ecosysteem dat dit een proces is dat een lange adem vraagt, mede in het licht van de veeleisende stelselherziening, en waar bedrijven, investeerders en overheden zich voortdurend voor moeten blijven inspannen.

De minister van Economische Zaken,

D.S. Beljaarts

Innovation Industries

Innovation Industries is een technologiefonds dat investeert in veelbelovende hightech-, agri-foodtech- en medtech-bedrijven in Nederland, België en de DACH-regio. Het fonds richt zich op het versneld omzetten van hoogwaardige kennis, afkomstig van technische universiteiten en TNO, naar succesvolle (internationale) ondernemingen en biedt ondersteuning aan bestaande deeptechbedrijven in hun groeifase. Het eerste fonds van Innovation Industries ging in 2017 van start met een omvang van 75 miljoen euro. In 2019 werd een opvolgend fonds opgericht en anno 2024 heeft Innovation Industries in totaal 900 miljoen euro aan kapitaal opgehaald, onder meer van de pensioenfondsen PME en PMT. Het meest recente fonds (Fund III) werd in 2024 gesloten met een omvang van 500 miljoen euro, aangevuld met 100 miljoen euro in het Strategic Partners Fund. Het fonds beheert momenteel een portfolio van meer dan 30 bedrijven, waaronder Solynta (hybride aardappelveredeling), Nearfield Instruments (Atomic Force Microscopy), Microsure (chirurgische robotica), EFFECT Photonics (optische transceivers) en IAMFluidics (in-air microfluidics). Innovation Industries investeert 50+ miljoen euro per bedrijf en richt zich zowel op start-ups als op scale-ups. De oprichters zijn Chris Sonnenberg, Harm de Vries en Nard Sintenie, ondersteund door een team van zestien investeringsprofessionals. Innovation Industries heeft kantoren in Amsterdam en Eindhoven.

ABP Netherlands Energy Transition Fund

Het ABP Netherlands Energy Transition Fund (ANET) werd door ABP begin 2019 opgericht met een eerste investering van 250 miljoen euro. Namens ABP investeert uitvoerder APG in relatief kleine projecten en bedrijven, die zich richten op (technologische) ontwikkelingen en oplossingen gericht op de Nederlandse energietransitie. Door ze op dit vlak te ondersteunen kunnen langetermijnvoordelen worden geoptimaliseerd en koolstof-reductie worden gemaximaliseerd. ANET belegt ook via Rockstart in startups, een gespecialiseerde fondsmanager en accelerator die veelbelovende jonge bedrijven intensief begeleidt en ondersteunt met financiering, kennis en toegang tot relevante netwerken. Anno 2024 is er 95 miljoen euro in de Nederlandse energietransitie geïnvesteerd door ANET. In Januari investeerde ANET bijvoorbeeld in Taylor (Eindhoven), een producent van high-tech elektronica voor zonnepanelen, voor productontwikkeling en het verder opschalen van het (inter)nationale team. Het ANET team bestaat uit 4 investment professionals.

Box 1. Voorbeelden van durfkapitaalfondsen die zijn opgericht met betrokkenheid van pensioenfondsen.

Bijlage 1

Fonds Jaartal Bedrag (€) Durfkapitaalfonds investeringen
PME 2017 25 miljoen Innovation Industries Fund I
2019 75 miljoen Innovation Industries Fund II
2022 35 miljoen DeeptechXL
2022 40 miljoen Gilde healthcare services IV
2022 50 miljoen Forbion Growth II
2023 40 miljoen Gilde healthcare VG VI
2023 40 miljoen Forbion VI
2023 75 miljoen Innovation Industries Fund III
2024 50 miljoen Innovation Industries Strategic Partners Fund
2024 50 miljoen Forbion Growth III
2024 50 miljoen Forbion VII
PMT 2019 75 miljoen Innovation Industries Fund II
2022 50 miljoen Forbion Growth 2
2023 40 miljoen Gilde Healthcare VG 6
2023 40 miljoen Forbion 6
2023 75 miljoen Innovation Industries Fund III
2024 50 miljoen Innovation Industries Strategic Partner Fund
2024 50 miljoen Forbion Growth III
2024 50 miljoen Forbion VII
ABP 2010 – 2016 500 miljoen Inkef Capital
2021 250 miljoen ABP Netherlands Energy Transition fund (ANET)
2024 Onbekend bedrag Innovation Industries III
PFZW 2011- 2023 Onbekend bedrag Gilde Healthcare
Vanaf 2024 1.000 miljoen Climate and Energy Solutions (PE, infrastructuur en energietransitie fondsen in Europa)
Vanaf 2024 100 miljoen NL Health
Bpf Bouw Tot op heden 178 miljoen Diverse VC-fondsen, zowel in NL, Europa en Wereldwijd.
2024 Onbekend bedrag Innovation Industries III

Tabel 1. Overzicht gecommitteerde investeringen van de vijf grootste pensioenfondsen van Nederland per 23-10-2024. Deze gegevens zijn in samenwerking met de Pensioenfederatie en de pensioenfondsen tot stand gekomen en betreffen enkel de fonds-in-fonds investeringen van deze pensioenfondsen.

Bijlage 2

Het Franse Tibi initiatief

Het Technologies d'Intérêt et Bénéfices pour l'Industrie (Tibi) initiatief is een programma van de Franse overheid dat in 2020 is gelanceerd om de ontwikkeling van innovatieve latere fase technologiebedrijven (scale-ups) in Frankrijk te ondersteunen. Het doel is het bevorderen van de technologische vooruitgang en het versterken van het concurrentievermogen van Frankrijk, vooral in de sectoren digitalisering, kunstmatige intelligentie, biotechnologie, duurzame energie en ruimtevaart. Het Tibi initiatief biedt naast een investeringsstructuur met heldere doelstellingen financiële steun, subsidies, mentorprogramma's en toegang tot netwerken om startups te helpen groeien. Het programma richt zich op het creëren van een faciliterend ecosysteem voor ondernemerschap en technologische innovatie door de samenwerking tussen de publieke en private sector te bevorderen. In de praktijk zijn dit vooral fonds-in-fonds investeringen in Frankrijk, maar ook breder binnen Europa.

Fase één van Tibi betrof een investering van 6,4 miljard euro door institutionele beleggers en was na drie jaar volledig belegd. In 2023 werd bekendgemaakt dat fase twee van het Tibi initiatief van start was gegaan wat naar verwachting 7 miljard euro aan particuliere financiering zal mobiliseren. Hierbij is de focus verbreed door ook te investeren in jongere startende bedrijven. Institutionele investeerders spelen binnen het initiatief een rol door directe financiële steun te verlenen aan de startups die deelnemen aan het Tibi-programma en te investeren in co-investeringsfondsen.

Het succes van het Tibi initiatief zit met name op het schetsen van een gezamenlijke ambitie en de realisatie van institutionele beleggers dat investeringen in hoogproductieve bedrijven zoals start- en scale-ups lonen. Het Tibi initiatief richt zich vooral op het voeren van informatieve gesprekken met institutionele beleggers, en biedt geen financiële bijdrage. Het grootste deel van het geïnvesteerde bedrag komt van verzekeraars.


  1. Kamerstuk 33 009, nr. 125↩︎

  2. Nummer TZ202307-036↩︎

  3. Kamerstuk 32 637, nr. 567↩︎

  4. Pensioenwet Artikel 135 Eisen ten aanzien van beleggingen↩︎

  5. Kamerstukken 32 043, nr. 666↩︎

  6. Invest Europe/NVP/EDC 2023↩︎

  7. Kamerstuk 33 009, nr. 140↩︎

  8. Ondernemingsklimaat.bedrijvenbeleidinbeeld.nl, Internationale Positie. Zie ook bijlage bij Kamerstuk 32 637, nr. 593↩︎

  9. Bijlage bij Kamerstuk 21 501-07, nr. 2011↩︎

  10. Zie het overzicht van indexatiebesluiten van pensioenfondsen zoals gepubliceerd door de Pensioenfederatie (link)↩︎