Onderzoeksrapport commissaris van de Koning als rijksorgaan
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025
Brief regering
Nummer: 2024D48629, datum: 2024-12-09, bijgewerkt: 2024-12-10 15:38, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
- Rapport 'De Rijkstaken van de commissaris van de Koning'
- Beslisnota bij Kamerbrief Onderzoeksrapport commissaris van de Koning als rijksorgaan
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 VII-117 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2024Z20599:
- Indiener: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2024-12-11 13:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-12-19 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-02-12 15:30: Bestuurlijke organisatie en democratie (Commissiedebat), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
36600 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025
Nr. 117 Brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 december 2024
In opdracht van de Kring van commissarissen en ondergetekende hebben wetenschappers van de Rijksuniversiteit Groningen een rapport opgesteld over de rol en positie van de commissaris van de Koning als rijksorgaan. Hierbij bied ik u dit rapport getiteld “De rijkstaken van de commissaris van de Koning” aan. Het rapport bevat een verkenning van de huidige en van de toekomstige juridische positionering van de commissaris van de Koning, specifiek voor wat betreft de rol als rijksorgaan.
De aanleiding voor het onderzoek was de ogenschijnlijk veranderende rol en positie van de commissaris van de Koning, in het bijzonder als rijksorgaan. Enerzijds is namelijk de afgelopen jaren een nadrukkelijker beroep gedaan op de commissaris van de Koning als rijksorgaan, bijvoorbeeld in het kader van de Spreidingswet. Anderzijds bestaat het voornemen diens rol op onderdelen (denk aan de rampenbestrijding en crisisbeheersing) te beperken. Deze ontwikkelingen dienen in samenhang te worden bezien met de grotere maatschappelijke en bestuurlijke opgaven waarvoor de overheid zich de komende jaren gesteld ziet, zoals de ruimtelijke problematiek, het migratievraagstuk en de stikstofproblematiek.
De onderzoekers stellen ten aanzien van de juridische kaders vast dat de wet- en regelgeving op hoofdlijnen deugdelijk is, maar ook enkele onvolkomenheden en onduidelijkheden bevat. Tegelijkertijd blijkt uit de interviews dat dit de commissarissen van de Koning van die onduidelijkheden in de bestuurlijke praktijk nauwelijks hinder ondervinden. Het verschaft hen ook ruimte om hun bestuurlijke rol in te vullen. Gegeven de bevindingen schetsen de onderzoekers in hun rapportage een aantal scenario’s hoe om te gaan met de rol en positie van de commissarissen.
Alvorens daarover een inhoudelijk standpunt in te nemen heb ik de Kring van commissarissen van de Koning gevraagd om hun appreciatie van de bevindingen en aanbevelingen van de onderzoekers. Mede op basis daarvan zal ik Uw Kamer nader informeren.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.J.M. Uitermark