Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met Najaarsnota)
Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
Nummer: 2024D48860, datum: 2024-12-12, bijgewerkt: 2024-12-12 14:36, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Aardema, voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (PVV)
- Mede ondertekenaar: R.P. Jansma, griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 36625 XIV-4 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met Najaarsnota).
Onderdeel van zaak 2024Z18731:
- Indiener: F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Onderdeel van zaak 2024Z20690:
- Indiener: F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2024-12-03 15:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-12-05 10:00: Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met Najaarsnota) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2024-12-11 11:15: Procedurevergadering LVVN (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2024-12-12 12:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-12-19 14:00: Aanvang middagvergadering: STEMMINGEN (over alle onderwerpen van 17 en 18 december 2024) (Stemmingen), TK
- 2025-01-22 11:15: Procedurevergadering LVVN (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Preview document (🔗 origineel)
36 625 XIV Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met Najaarsnota)
Nr. 4 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 12 december 2024
De vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 5 december 2024 voorgelegd aan de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. Bij brief van 10 december 2024 zijn ze door de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie,
Aardema
De griffier van de commissie,
Jansma
Vragen en antwoorden
1
Hoe kan het dat de vraag naar zaakbegeleiders bij de Piekbelastersaanpak achterblijft? Zijn hier lessen uit te trekken voor de inzet van dergelijke zaakbegeleiders bij de aanpak voor legalisatie van Programma Aanpak Stikstof (PAS)-melders?
Antwoord
De werkwijze met zaakbegeleiders is voortgekomen uit het advies van de heer Remkes uit het rapport “Wat wel kan”. De aanpak met zaakbegeleiders is nieuw voor ondernemers en vanzelfsprekend vrijwillig, dat maakt dat vooraf erg moeilijk te voorspellen was hoeveel ondernemers gebruik zouden willen maken van deze begeleiding vanuit de overheid. Daarnaast kwam de instrumentenkoffer voor het ”trappetje van Remkes” (innoveren, extensiveren, omschakelen, verplaatsen, beëindigen) gefaseerd beschikbaar tijdens de looptijd van deze aanpak. Per 2 december 2024 staan alle regelingen gelijktijdig open, met uitzondering van de regeling voor extensiveren omdat de eerste openstelling hiervan reeds is gesloten. Hiermee zijn ondernemers in de gelegenheid een afweging te maken tussen verschillende regelingen.
Aan het begin is bewust gekozen voor een ruime begroting om er zeker van te zijn dat aan de potentiële grote vraag van ondernemers volledig voldaan kon worden. Door de zaakbegeleiding onder de aandacht te brengen bij ondernemers zien we de benutting nog elke week toenemen. Op dit moment maakt meer dan de helft van de ondernemers die een subsidieaanvraag hebben ingediend gebruik van een zaakbegeleider.
Wij nemen de ervaringen die we tot nu hebben opgedaan met zaakbegeleiding mee voor de manier waarop de inzet vervolg krijgt voor de PAS-melders. Daarbij houden we zowel rekening met de manier waarop we ondernemers faciliteren in het gebruikmaken van begeleiding als met de praktische ervaring die de zaakbegeleiders hebben opgedaan. De zaakbegeleiders die ondernemers hebben ondersteund in de aanpak piekbelasting gaan nu ook voor PAS-melders aan de slag. Zo kunnen eerder opgedane ervaringen door zaakbegeleiders worden meegenomen voor PAS-melders. De wens voor een passende en accurate instrumentenkoffer is meegenomen in het traject voor PAS-melders en een feedbackloop voor deze instrumentenkoffer maakt onderdeel uit van de aanpak.
2
Wat is de stand van zaken omtrent het notificeren van de beleidsregel
over het verlagen van de maximumtemperatuur voor diertransporten en de
aangenomen motie-Ouwehand (Kamerstuk 28286, nr. 1346)? Zou de Kamer niet
al een brief hebben moeten krijgen over hoe deze ontraden, maar wel
aangenomen, motie wordt uitgevoerd?
Antwoord
De Kamer wordt op korte termijn over de beleidsregel maximumtemperatuur diertransport en de motie Ouwehand (Kamerstuk 28 286, nr. 1346) geïnformeerd.
3
Wat is de stand van zaken omtrent de aangenomen motie-Ouwehand over
het niet afzwakken van de aanpak van stalbranden, maar juist met
aanvullende maatregelen komen (Kamerstuk 28286, nr. 1347)? Zou de Kamer
niet al een brief hebben moeten krijgen over hoe deze ontraden, maar wel
aangenomen, motie wordt uitgevoerd?
Antwoord
Ik vind het belangrijk dat de brandveiligheid op veehouderijen verbeterd wordt. Zoals eerder toegezegd informeer ik de Kamer op kote termijn per brief over hoe ik verder invulling geef aan de aanpak van stalbranden, en de uitwerking van de motie Ouwehand (Kamerstuk 28286, nr. 1347) die de Kamer recent heeft aangenomen.
4
Hoeveel vleeskuikens, legkippen, eenden en kalkoenen zijn in 2023 bedwelmd met het elektrisch waterbad?
Antwoord
In 2023 zijn 62,3 miljoen vleeskuikens, 5,4 miljoen leghennen en 5,8 miljoen eenden geslacht bij de slachthuizen die permanent gebruik maken van een elektrisch waterbad als bedwelmingsmethode. De NVWA houdt geen cijfers bij van het aantal dieren dat in 2023 is geslacht op slachthuizen met een waterbad als back-up.
5
Bij welk deel van de in 2023 met het elektrisch waterbad bedwelmde pluimvee is door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) na het bedwelmen nog tekenen van bewustzijn, zoals hoornvliesreflexen en knipperen met ogen en flapperen met vleugels, waargenomen?
Antwoord
Volgens de werkvoorschriften en interventiebeleid van de NVWA wordt een Rapport van Bevindingen (RvB) opgesteld als er één of meer dieren tekenen van bewustzijn of leven vertonen na het bedwelmen. In 2023 zijn er 18 RvB’s opgesteld naar aanleiding van aanwezigheid van tekenen van leven na het bedwelmen met elektrische waterbad.
6
Kan de regering aangeven welke percentages worden gehanteerd in de monitoringsprocedure van slachthuizen als maximumpercentages voor een bevredigend resultaat voor het aantal correct bedwelmde pluimvee met het elektrisch waterbad (NVWA, 2024, Bijlage 6 bij Werkvoorschrift toezicht op welzijn van pluimvee en konijnen in het slachthuis)? Kan, indien het geven van exacte percentages niet mogelijk is, een gemiddelde, bandbreedte of schatting worden gegeven?
Antwoord
De bedwelming moet altijd effectief zijn. Effectief betekent: het bewusteloos zijn van alle dieren na bedwelming en het bewusteloos blijven tot de dood is ingetreden (door aansnijden van de bloedvaten gevolgd door verbloeding). Zodra bij één of meer dieren tekenen van bewustzijn of gevoeligheid wordt vastgesteld na het bedwelmen dan is een maatregel noodzakelijk. Dieren die bij bewustzijn komen, worden onmiddellijk opnieuw bedwelmd vóór het doden. De verordening stelt dat de bedrijven zelf verantwoordelijk zijn en een passende monitoringsprocedure moeten hebben die rekening houdt met de belangrijkste risicofactoren voor het type slachtdier. Zij moeten deze monitoringsprocedure adequaat toepassen tijdens het slachtproces. Het bedrijf beschrijft in de monitoringsprocedure criteria die helpen de effectiviteit van de bedwelming te beoordelen en nemen corrigerende maatregelen wanneer de bedwelming niet bevredigend is (art. 16 lid 1 en 2 Vo 1099/2009 vóór het doden). Het toezicht op bedwelming is onderdeel van het dagelijks toezicht van de NVWA.
7
Kan de regering een geanonimiseerd monitoringsprocedureformulier van een pluimveeslachthuis met elektrisch waterbad naar de Kamer sturen?
Antwoord
De bedrijven stellen hun eigen specifieke monitoringsprocedure op, gespecificeerd voor het type slachtlijn, type dier, aantallen dieren en bedwelmingsmethode. Ieder bedrijf ontwikkelt zijn eigen procedure en de daarbij behorende registratieformulieren. Er geldt geen vast format voor de door de bedrijven gehanteerde formulieren. Deze registratieformulieren zijn bedrijfseigendom en worden niet door de NVWA beheerd. Het toezicht op de monitoringsprocedure doet de NVWA via het dagelijks toezicht en de periodieke systeeminspecties.
8
Bij hoeveel pluimveeslachthuizen worden de dieren nog onbedwelmd gekanteld?
Antwoord
Op 7 pluimveeslachthuizen wordt nog standaard gebruik gemaakt van een systeem waarbij de kuikens vóór bedwelming mechanisch uit de containers gekanteld worden.
9
Wat is de stand van zaken omtrent het handhavingstraject "ruw kantelen" en de welzijnsovertredingen die ook bij voorzichtig kantelen worden geconstateerd (NVWA, 2018, Advies van de directeur bureau risicobeoordeling & onderzoek over de risico’s van de pluimveevleesketen)?
Antwoord
Het handhavingstraject “ruw kantelen” (op basis van handhavingsprotocol kantelen onbedwelmd pluimvee) is in 2017 gestart met een interventiebeleid. Daarbij hebben diverse slachthuizen aanpassingen gedaan aan de kantelinstallaties of hebben verbeterplannen gemaakt en doorgevoerd. Het traject is afgerond. Het toezicht en de handhaving op “ruw kantelen” is sinds 2018 ingebed in het reguliere dagelijks toezicht.
10
Wat is de stand van zaken omtrent de uitwerking en het onderzoek over
het separaat en herkenbaar afzetten van vlees van onbedwelmd aangesneden
dieren ten opzichte van vlees van dieren dat na reguliere bedwelmde
slacht is verkregen (Kamerstuk 31571, nr. 32)?
Antwoord
Wageningen Research onderzocht in 2021 of uit de handelsstromen van vlees van onbedwelmd ritueel geslachte dieren afgeleid kan worden hoe het aantal dieren dat in Nederland onbedwelmd geslacht wordt, zich verhoudt tot de daadwerkelijke behoefte in Nederland. Er kwamen uit dit rapport geen signalen voort die erop duiden dat in Nederland meer dieren onbedwelmd ritueel worden geslacht dan nodig is voor de Nederlandse markt. Sinds het verschijnen van het rapport is het aantal dieren dat onbedwelmd ritueel wordt geslacht gedaald. Het is echter niet uitgesloten dat vlees, afkomstig van onbedwelmd ritueel aangesneden dieren, niet als herkenbaar ‘halal’ of koosjer’ verkocht wordt. Uit de bevindingen door Wageningen Research en de evaluatie door Deloitte, ook in 2021, kan worden geconcludeerd, dat het niet aannemelijk is dat vlees van in Nederland onbedwelmd ritueel geslachte dieren voor de reguliere markt commercieel interessant is en daarmee op de reguliere markt eindigt (Kamerstuk 28 286, nr. 1232).
11
Kan de Kamer een (Nederlandse of Engelse) vertaling ontvangen van de gehele uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens inzake het executief van de Moslims van België e.a. versus België (EHRM nrs. 16760/22 en andere, ECLI:CE:ECHR:2024:0213JUD001676022)?
Antwoord
Het EHRM heeft op 13 februari 2024 uitspraak gedaan in de zaak Excutief van de moslims van België and others v. Belgium. De uitspraak is enkel beschikbaar in de Franse taal, in de Engelse taal zijn een press release en een forthcoming judgement and decisions gepubliceerd. Op de laatste pagina van de press release is te lezen dat de uitspraak enkel in de Franse taal beschikbaar is. Een officiële Nederlandse versie is dus niet voorhanden en kan ik u dus niet overleggen. Verder wijs ik u op een publicatie in het Nederlands Juristenblad (NJB) over de uitspraak (“Vrijheid van godsdienst. Verbod (onverdoofd) ritueel slachten van dieren. Bescherming van dierenwelzijn. Goede zeden. Consensus tussen lidstaten. Beoordelingsmarge. Evenredigheid. Discriminatie”, NJB 2024/871).
Zie ook bijlage 1 t/m 3.
12
Hoeveel slachthuizen zijn sinds 2018 gestopt met onbedwelmd slachten?
Antwoord
Sinds 1 januari 2018 t/m 6 december 2024 zijn 25 slachthuizen gestopt met onbedwelmd slachten.
13
Antwoord
Hoeveel slachthuizen zijn sinds 2018 gestart met onbedwelmd slachten?
Vanaf 1 januari 2018 t/m 6 december 2024 zijn 2 slachthuizen gestart met onbedwelmd slachten.
14
Hoeveel van de slachterijen met een registratie om onbedwelmd te slachten richten zich exclusief op deze vorm van slacht?
Antwoord
Uit de data-analyse van 2023 komt naar voren dat er 2 slachthuizen zijn die zich volledig richtten op onbedwelmde slacht.
15
Hoeveel slachterijen hebben een registratie om onbedwelmd te slachten?
Antwoord
Op 6 december 2024 hebben 45 slachthuizen een registratie om onbedwelmd te slachten.
16
Wordt het onbedwelmd kiepen van pluimvee alleen nog toegepast bij slachterijen met een elektrisch waterbad of ook bij slachterijen die pluimvee bedwelmen met andere bedwelmingsmethoden, zoals CO2?
Antwoord
Het onbedwelmd kiepen of kantelen van pluimvee wordt toegepast op zowel slachterijen met elektrische waterbad als bij slachterijen met gasbedwelming (CO2).
17
Hoeveel verzamelcentra voor volwassen runderen zijn er in Nederland?
Antwoord
Op peildatum 2 december 2024 heeft Nederland 68 erkende verzamelcentra. Hiervan hebben er 55 een erkenning voor het verzamelen van runderen, 27 voor het verzamelen van schapen en geiten en 16 voor het verzamelen van varkens. Een verzamelcentrum kan voor meerdere diersoorten een erkenning hebben, daarom is de som van de verschillende diersoort-erkenningen anders dan het totale aantal erkenningen. Voor volwassen runderen en kalveren worden geen aparte erkenningen afgegeven, dit valt in de categorie ‘runderen’. Ook zijn er geen aparte erkenningen voor schapen en geiten, deze diersoorten mogen gelijktijdig verzameld worden. De volledige lijst van erkende verzamelcentra is te vinden via onze website (https://www.nvwa.nl/onderwerpen/erkenningen-registraties-en-vergunningen/lijsten-bedrijven-met-een-erkenning-registratie-of-vergunning/inrichtingen-op-veterinair-gebied).
Tabel erkende verzamelcentra
Verzamelcentra totaal | 68 |
---|---|
Verzamelcentra runderen | 55 |
Verzamelcentra schapen en geiten | 27 |
Verzamelcentra varkens | 16 |
18
Hoeveel verzamelcentra voor kalveren zijn er in Nederland?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 17
19
Hoeveel verzamelcentra voor varkens zijn er in Nederland?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 17
20
Hoeveel verzamelcentra voor geiten zijn er in Nederland?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 17
21
Hoeveel verzamelcentra voor schapen zijn er in Nederland?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 17
22
Komt vlees van onbedwelmd aangesneden dieren ook terecht op de reguliere markt? Zo nee, hoe wordt dit voorkomen?
Antwoord
Het is niet uitgesloten dat vlees, afkomstig van onbedwelmd ritueel aangesneden dieren, niet als herkenbaar ‘halal’ of koosjer’ verkocht wordt. Uit de bevindingen door Wageningen Research en de evaluatie door Deloitte kan worden geconcludeerd, dat het niet aannemelijk is dat vlees van ritueel onbedwelmd geslachte dieren op de reguliere markt eindigt (Kamerstuk 28 286, nr. 1232). Van vlees dat wordt geïmporteerd, is niet met zekerheid vast te stellen of dit afkomstig is van onbedwelmd ritueel geslachte dieren. De registratie van de bedwelmingsmethode maakt geen onderdeel uit van de geharmoniseerde handelsstatistiek. Ik verwijs u tevens naar het antwoord op vraag 10.
23
Hoe verklaart en duidt de regering de onder uitputting op het subsidiebudget voor hoogwaardige mestverwerking?
Antwoord
De belangstelling voor de subsidie voor hoogwaardige mestverwerking was minder dan het beschikbare subsidieplafond en er is dus ook een lager bedrag uitgekeerd aan deelnemers dan mogelijk was. Hierdoor is er sprake van een onderuitputting op het beschikbare budget.
24
Kan de regering reflecteren op de manier waarop het ministerie van LVVN het afgelopen decennium met de casus FresQ is omgegaan? Welke lessen zijn hieruit getrokken voor de toekomst?
Antwoord
De regering heeft er binnen de Europese kaders alles aan gedaan om deze casus voortvarend af te handelen. Zonder in te gaan op een individuele casus als FresQ is het in ons belang om kritisch te blijven op de toepassing van Europese regelgeving voor wat betreft de terugvorderingsprocedures bij subsidies.
25
Wanneer moet Nederland de resterende terugvordering inzake FresQ aan de Europese Commissie (EC) betalen? Uit welke middelen wordt die 17,3 miljoen euro gefinancierd?
Antwoord
De formele bekrachtiging van de Europese Commissie op het besluit tot terugbetaling van deze subsidie verwachten wij begin 2025. Financiering vindt plaats uit de gereserveerde middelen onder de post Apurement reserve van de LVVN-begroting.
26
Hoe verklaart en duidt de regering de onder uitputting op het subsidiebudget voor hoogwaardige mestverwerking?
Antwoord
De belangstelling voor de subsidie voor hoogwaardige mestverwerking was minder dan het beschikbare subsidieplafond en er is dus ook een lager bedrag uitgekeerd aan deelnemers dan mogelijk was. Hierdoor is er sprake van een onderuitputting op het beschikbare budget.
27
Kan de regering toelichten waarom het Rijk heeft besloten 31 miljoen euro in de begrotingsreserve Apurement te storten en waarom die overheveling niet zichtbaar is bij de mutaties op artikel 51 'Nog onverdeeld'?
Antwoord
De Rijksbegrotingsreserve Apurement is bestemd om kortingen en correcties op te vangen die voortvloeien uit conformiteitsprocedures van de Europese Commissie. Volgend op een aantal (mogelijke) onttrekkingen is in afstemming met het Ministerie van Financiën besloten om de reserve aan te vullen. De belangrijkste onttrekking dit jaar betreft € 22,7 mln. voor een terugvordering van de Europese Commissie in de zaak FresQ. De middelen die in de reserve zijn gestort, zijn afkomstig van artikel 21 Land- en tuinbouw.
28
Hoe verklaart de regering de achterblijvende vraag naar zaakbegeleiders bij de piekbelastersaanpak en kan de regering de implicaties daarvan schetsen?
Antwoord
Ik verwijs u hiervoor naar het antwoord op vraag 1.
29
Wat zijn de belangrijkste redenen dat geen gebruik is gemaakt van de Saneringsregeling IJsselmeervisserij? Wat zijn de gevolgen hiervan voor de nagestreefde reductie van de visserijdruk? Betekent dit dat de regering over zal gaan tot de door uw voorganger aangekondigde generieke verlaging van de maximaal in te zetten hoeveelheid netten?
Antwoord
De belangrijkste reden dat geen gebruik is gemaakt van de IJsselmeer uitkoopregeling van netten is tweeledig. Op grond van signalen uit de sector is het beeld dat de prijs die in de regeling geboden kon worden voor ingeleverde netten mogelijk lager lag dan de vissers hadden gehoopt. De geboden prijs was gebaseerd op de gemiddelde besomming die met de netten gemaakt kon worden over een periode van vier jaar met zowel betere als mindere vangstjaren. Dit was essentieel voor de Europese Commissie om goedkeuring te kunnen geven aan openstelling van de regeling ten einde overcompensatie en staatssteun te voorkomen. Omdat de afgelopen jaren de vangsten bovengemiddeld goed zijn geweest kwam dit bedrag mogelijk niet overeen met wat vissers in de afgelopen twee jaar konden verdienen met deze goede vangsten. Een tweede reden is dat vissers met de goede vangsten van de afgelopen twee jaar mogelijk ook minder de urgentie hebben gevoeld om nog visserijdruk te reduceren en voor een uitkoopbedrag netten in te leveren.
Consequentie is dat de met de regeling beoogde reductie van de visserijdruk hiermee niet is behaald. In de Kamerbrief van 13 mei van dit jaar bent u hierover geïnformeerd waarbij is aangegeven dat de beoogde reductie circa 10% betrof (Kamerstuk 31 710, nr. 85). Tegelijk is hierbij aangegeven dat dit nog niet de definitieve cijfers betroffen en dat de definitieve doorrekeningen naar nettencapaciteit nog moesten plaatsvinden. Deze berekeningen zal ik betrekken in de afwegingen welke vervolgstappen nu nog nodig zijn. Hierover zal ik als toegezegd de Kamer informeren. Na afstemming met alle betrokken partijen verwacht ik u hierover per begin maart een brief te kunnen toezenden.
30
Wat zijn de belangrijkste redenen dat er minder inschrijvingen zijn op de Energie Efficiëntieregeling Visserij dan verwacht? Welke gevolgen heeft dat voor de met de regeling nagestreefde doelen?
Antwoord
De Energie Efficientieregeling Visserij is in augustus 2023 opengesteld voor een bedrag van € 20 miljoen. Toen bleek dat de regeling overtekend was, heeft mijn voorganger het bedrag opgehoogd met € 8 miljoen ten einde alle aanvragen te kunnen honoreren. Hiermee zijn de initieel nagestreefde doelen ruimschoots behaald, er is voor ruim € 32 miljoen aangevraagd. Bij de beoordeling van de aanvragen moesten er ook aanvragen geheel of gedeeltelijk worden geschrapt en aangepast, omdat deze niet aan de voorwaarden van de regeling voldeden. Zodoende is de regeling nu niet volledig benut. Het is aannemelijk dat de uiteindelijke uitputting nog wat lager zal uitvallen, omdat ondernemers soms toch afzien van het aangaan van hun verduurzamingsoperatie of deze aanpassen. Ik overweeg of ik deze regeling opnieuw zal openstellen in de komende jaren, zodat ondernemers alsnog de gelegenheid krijgen om hun vaartuig te verduurzamen en hun brandstofgebruik te verlagen.
31
Is er in het geheel geen gebruik gemaakt van de saneringsregeling IJsselmeervisserij, of is er slechts beperkt gebruik van gemaakt en worden de resterende middelen teruggestort? Wat zijn hier de redenen van? Klopt het dat de Kamer nog niet nader is geïnformeerd over de reductie in visserijdruk die via deze regeling is behaald, zoals de voorganger van de staatssecretaris had toegezegd in zijn brief (Kamerstuk 31710, nr. 85), en zal het nodig zijn om over te gaan op generieke maatregelen?
Antwoord
In de beantwoording van vraag 29 ben ik ingegaan op de mate waarin gebruik is gemaakt van de uitkoopregeling voor netten op het IJsselmeer en op de redenen waarom uiteindelijk geen gebruik is gemaakt van deze regeling. Tevens heb ik hierbij aangegeven welke vervolgstappen ik zal zetten en wanneer ik de Kamer hierover zal informeren. Met betrekking tot de niet gebruikte middelen voor de uitkoopregeling geldt dat waar dit de €5 mln. aan middelen betrof die waren gereserveerd vanuit de Regiodeal-gelden voor de provincie Flevoland deze middelen inmiddels zijn overgeheveld naar de provincie. De provincie kan deze middelen binnen de kaders van de Regiodeal nu alternatief aanwenden, waarbij de provincie heeft aangegeven dit in brede zin te willen inzetten voor projecten ten bate van de blauwe economie. Ook voor de middelen vanuit Infrastructuur en Waterstaat van €1,25 mln. geldt dat deze inmiddels zijn geretourneerd.
32
Klopt het dat de 3,6 miljoen euro die nog op artikel 51 staat niet meer tot besteding komt en daarmee vrijvalt? Zo ja, kan de regering toelichten waarom het niet is gelukt deze middelen te besteden?
Antwoord
Deze middelen komen tot besteding indien zich nog een tegenvaller voordoet op de LVVN-begroting voor het eind van het kalenderjaar. Indien dit niet het geval is, vallen de middelen inderdaad vrij.
33
Waarom vallen de kosten voor afhandeling van de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv) en Lbv-plus hoger uit dan geraamd, terwijl minder aanvragen zijn afgehandeld dan beoogd? Welke mogelijkheden ziet de regering om de uitvoeringskosten in de toekomst realistischer te ramen?
Antwoord
Er zijn verschillende factoren die ertoe hebben geleid dat de uitvoeringskosten hoger uitvallen. Zo is de controle op de door de subsidieaanvrager aangeleverde berekening van de depositievracht en de toetsing hiervan op de drempelwaarden complexer gebleken dan vooraf verwacht. Ook is er intensiever contact tussen RVO en ondernemers over de ingediende subsidieaanvragen nodig gebleken dan vooraf was ingeschat. Dit heeft meer inzet en tijd gekost. De ervaringen die we met de uitvoering van de Lbv en de Lbv-plus opdoen worden meegenomen in toekomstige ramingen van de benodigde uitvoeringskosten.