Position paper BON t.b.v. rondetafelgesprek Lerarenopleidingen d.d. 11 december 2024
Position paper
Nummer: 2024D48927, datum: 2024-12-10, bijgewerkt: 2024-12-10 16:27, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2024Z20715:
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-12-11 15:00: Lerarenopleidingen (Rondetafelgesprek), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-12-19 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
Notitie ten behoeve het rondetafelgesprek Lerarenopleidingen
Vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, woensdag 11 december 2024
BON: Ad Verbrugge
Volgens Beter Onderwijs Nederland (BON) vraagt een verbetertraject van de huidige lerarenopleidingen – inclusief de zogenoemde pabo – structureel om drie fundamentele wijzigingen ten opzichte van de huidige situatie:
a) Herstel van de betrokkenheid van de Nederlandse universiteiten waar het gaat om de vakinhoudelijke borging van de kwaliteit van deze opleidingen. Dit betekent dat de kloof tussen hbo en universiteiten wat betreft lerarenopleidingen (en dus ook rond de vakken die uitmaken van het curriculum van die opleidingen) waar mogelijk wordt gedicht. De huidige malaise rond de bedenkelijke kwaliteit van veel lerarenopleidingen kan niet los worden gezien van het feit dat het hbo vakinhoudelijk gesproken op te grote afstand zijn komen te staan van de universiteiten. De doorgeslagen verengelsing van onze universiteiten heeft deze kloof alleen maar verder vergroot. Een verbetering van de kwaliteit van lerarenopleidingen moet zich rekenschap geven van de gehele samenhang van het nationale onderwijsgebouw.
b) Direct toezicht van de inspectie van het onderwijs op het onderwijsprogramma van alle lerarenopleidingen, waarbij de vakinhoudelijke en didactische kwaliteit leidend dienen te zijn en er controle plaatsvindt op het bereikte eindniveau van afgestudeerde leraren. Dit betekent dat de huidige accreditatiestructuur rond lerarenopleidingen fundamenteel wordt herzien en de inspectie tevens een proactieve rol krijgt in het bewaken van de Nederlandse onderwijskwaliteit.
c) De bekostiging van lerarenopleidingen dient niet langer afhankelijk te zijn van studentenaantallen. Deze afhankelijkheid versterkt de neiging bij opleidingen om de instroom, doorstroom en uitstroomeisen te verlagen, een fenomeen waaronder met name de pabo’s ernstig te lijden hebben, met name in relatie tot de MBO4 instroom. Gegeven het huidige lumpsum-bekostigingsstelsel binnen het hoger onderwijs (waarvan BON reeds sinds haar oprichting een felle tegenstander is) dienen lerarenopleidingen binnen universiteiten en hogescholen ook wat bekostiging betreft een status aparte te krijgen.
Daarnaast willen we nog een aantal andere zaken onder de aandacht brengen en suggesties ter verbetering aan de hand doen:
De massale verengelsing van onze universiteiten (wat betreft onderwijs en onderzoek) ondermijnt de algehele kwaliteit van het Nederlands onderwijsgebouw. Onderwijs is in essentie cultuuroverdracht. Het is daarom mede afhankelijk van de kwaliteit van taalgebruik, beheersing van de Nederlandse taal, woordenschat e.d. De bedenkelijke kwaliteit van veel hedendaags lesmateriaal houdt direct verband met de verwaarlozing van de eigen taal en cultuur aan onze universiteiten. Houd toezicht op de kwaliteit van lesmateriaal, ook de op lerarenopleiding zelf.
De bekostigingsstructuur van het hoger onderwijs leidt ertoe dat aan onze universiteiten allerlei opleidingen die tevens traditionele schoolvakken zijn (denk bijvoorbeeld aan Frans, Duits, Nederlands) ernstig onder druk staan of zelfs zijn verdwenen. Dat betekent dat de academische borging van deze vakken dreigt te verdwijnen, met ernstige gevolgen voor de kwaliteit voor deze schoolvakken überhaupt. Er zullen geen academisch geschoolde leraren meer voor de klas komen, academische expertise op het desbetreffende gebied verdwijnt, kwaliteit lesmateriaal verslechtert enz. Het is dus voor de kwaliteit van het gehele onderwijsgebouw van groot belang dat de overheid zorgt voor een bescherming van deze schoolvakken. Zorg daarom voor deugdelijk Nederlands onderwijs en onderzoek aan Nederlandse universiteiten, met name voor die disciplines die direct van belang zijn voor schoolvakken. Overigens is ook de kwaliteit van veel academische lerarenopleidingen voor VO-vakken vaak onder de maat.
Zorg voor de inrichting van het onderwijs in termen van ‘vakken’ als het organiserende principe, ook binnen de lerarenopleidingen. Hanteer bevoegdheidseisen voor de docenten die in deze vakken doceren. Voor alle lerarenopleiding dient er een stevige kennisbasis te worden geformuleerd waarin de kernelementen van de verschillende vakken worden opgenomen met de daarbij horende vakgebonden didactiek en pedagogiek. Leg die vast in heldere eindtermen en zorg voor kwalitatief hoogwaardig lesmateriaal en toetsen. Opleidingen mogen binnen dit gemeenschappelijke kader eigen accenten leggen en een eigen invulling daaraan geven.
De introductie van het zogenoemde competentie-onderwijs (en allerlei varianten daarvan) in met name het hoger beroepsonderwijs heeft de traditionele vakkenstructuur van opleidingen overhoopgehaald. Dit heeft ertoe geleid dat er in het gehele hbo en dus ook bij lerarenopleidingen: A) Geen heldere eisen meer bestaan rond de bevoegdheid en bekwaamheid van de betrokken docenten. Er is vaak binnen de opleiding onvoldoende docentexpertise aanwezig rond bepaalde kernelementen van de desbetreffende discipline. B) Studenten maken zich door verkeerde didactische werkvormen (werken in groepjes, praktische opdrachten, persoonlijke ontwikkelplannen, reflectieverslagen e.d.) in onvoldoende mate de kernelementen van de discipline eigen. De eindtermen van de opleiding zijn dan misschien wel ‘voorbijgekomen’ in het programma, maar ze zijn niet eigen gemaakt door de leraren. Mede daarom dienen er van overheidswege centrale toetsen te worden opgesteld waarmee studenten worden getoetst. Het praktijkdeel van de opleiding dient te worden getoetst aan de hand van een ‘examenles’ die door onafhankelijke examinatoren wordt beoordeeld.
Docenten die in onvoldoende mate zelf de stof/het vak beheersen leiden leraren op die incompetent zijn: Studenten aan lerarenopleiding hebben een tekort aan vakinhoudelijke kennis en hebben zich bovendien niet bewezen effectieve didactische benaderingen eigen gemaakt zoals edi (expliciete directe instructie). Ze hebben ook als leerling in het funderend onderwijs vaak geen onderwijs genoten volgens een dergelijke methode en krijgen die ook niet bijgebracht op de lerarenopleiding. Dat betekent dat ze voor de klas komen met een tekort aan effectieve didactische vaardigheden. Volgens onderzoek van hoogleraar onderwijspsychologie Paul Kirschner besteden de meeste lerarenopleidingen in Nederland nauwelijks aandacht aan de zes belangrijkste bewezen effectieve leerstrategieën, terwijl veel lerarenopleidingen wél aandacht besteden aan onbewezen didactiek zoals leerstijlen en ontdekkend leren.