Amendement van het lid Van Nispen over het invoegen van een evaluatiebepaling
Regels voor het inzichtelijk maken van donaties ontvangen door maatschappelijke organisaties en tot het tegengaan van ondermijning door maatschappelijke organisaties, alsmede tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de Handelsregisterwet 2007 en de Wet op de economische delicten in verband met het deponeren van de balans en de staat van baten en lasten door stichtingen (Wet transparantie en tegengaan ondermijning door maatschappelijke organisaties)
Amendement
Nummer: 2024D49624, datum: 2024-12-12, bijgewerkt: 2024-12-27 12:10, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. van Nispen, Tweede Kamerlid (SP)
Onderdeel van zaak 2024Z21062:
- Indiener: M. van Nispen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL | 2 | |
Vergaderjaar 2024-2025 | ||
35 646 | Regels voor het inzichtelijk maken van donaties ontvangen door maatschappelijke organisaties en tot het tegengaan van ondermijning door maatschappelijke organisaties, alsmede tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de Handelsregisterwet 2007 en de Wet op de economische delicten in verband met het deponeren van de balans en de staat van baten en lasten door stichtingen (Wet transparantie en tegengaan ondermijning door maatschappelijke organisaties) | |
Nr. 10 | AMENDEMENT VAN het lid van nispen | |
Ontvangen 12 december 2024 | ||
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor: |
Na artikel 10 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 10a
Onze Minister van Justitie en Veiligheid zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
Toelichting
Indiener is van mening dat een evaluatiebepaling van toegevoegde waarde is bij deze wet, omdat moeilijk te overzien is wat de gevolgen in de praktijk zijn voor de maatschappelijke organisaties. Het is volgens indiener in het bijzonder belangrijk om te weten welke (types) maatschappelijke organisaties te maken krijgen met de bevoegdheden en bevelen die deze wet introduceert en wat de gevolgen zijn voor de regeldruk voor deze maatschappelijke organisaties, zodat indiener voorstelt dit ook expliciet mee te nemen in de evaluatie.
Van Nispen