Amendement van het lid Van Nispen over een jaarlijkse monitor van de wetspraktijk
Regels voor het inzichtelijk maken van donaties ontvangen door maatschappelijke organisaties en tot het tegengaan van ondermijning door maatschappelijke organisaties, alsmede tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de Handelsregisterwet 2007 en de Wet op de economische delicten in verband met het deponeren van de balans en de staat van baten en lasten door stichtingen (Wet transparantie en tegengaan ondermijning door maatschappelijke organisaties)
Amendement
Nummer: 2024D49638, datum: 2024-12-12, bijgewerkt: 2024-12-27 12:10, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. van Nispen, Tweede Kamerlid (SP)
Onderdeel van zaak 2024Z21076:
- Indiener: M. van Nispen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
| TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL | 2 | |
| Vergaderjaar 2024-2025 | ||
| 35 646 | Regels voor het inzichtelijk maken van donaties ontvangen door maatschappelijke organisaties en tot het tegengaan van ondermijning door maatschappelijke organisaties, alsmede tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de Handelsregisterwet 2007 en de Wet op de economische delicten in verband met het deponeren van de balans en de staat van baten en lasten door stichtingen (Wet transparantie en tegengaan ondermijning door maatschappelijke organisaties) | |
| Nr. 11 | AMENDEMENT VAN HET LID van nispen | |
| Ontvangen 12 december 2024 | ||
| De ondergetekende stelt het volgende amendement voor: | ||
Na artikel 10 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 10a
Onze Minister van Justitie en Veiligheid monitort het gebruik van de bevoegdheid als bedoeld in de artikelen 3 en 4 en het bevel als bedoeld in artikel 4a en zendt jaarlijks de resultaten van deze monitor aan de Staten-Generaal.
Toelichting
Indiener is van mening dat het belangrijk is – naast een wetsevaluatie, waartoe een separaat amendement is ingediend – om de toepassing van deze wet in de praktijk in de gaten te houden middels een jaarlijkse monitor. Gezien de impact van een aantal bevoegdheden vindt indiener het belangrijk om de vinger aan de pols te houden op hoe een aantal artikelen zullen uitwerken in de praktijk bij maatschappelijke organisaties. In deze monitor wordt meegenomen hoe vaak er jaarlijks gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheden en verdere inhoudelijke informatie die hierover zou kunnen worden gedeeld.
Indiener stelt voor de toepassing van een aantal artikelen uit het wetsvoorstel te monitoren. Allereerst de toepassing van artikel 3, eerste lid, waarin de bevoegdheid van de burgemeester is geregeld om – in het kader van de handhaving van de openbare orde, bedoeld in artikel 172 van de Gemeentewet – informatie te verzoeken bij de maatschappelijke organisatie over geografische herkomst, doel en omvang van een of meer donaties en het eventueel opvragen van persoonsgegevens. Ten tweede de toepassing van artikel 4, eerste lid, op grond waarvan het openbaar ministerie de bevoegdheid heeft bij ernstige twijfel of de wet of de statuten te goeder trouw worden nageleefd dan wel of het bestuur naar behoren wordt gevoerd, om een maatschappelijke organisatie om informatie te verzoeken over geografische herkomst, doel en omvang van een of meer donaties en eventueel om persoonsgegevens te vragen. Tot slot zou de indiener graag in de monitor meegenomen zien hoe artikel 4a in de praktijk uitpakt, op grond waarvan de rechtbank op verzoek van het openbaar ministerie een maatschappelijke organisatie een bevel kan opleggen tot het onthouden, staken en gestaakt houden van bepaalde activiteiten en andere maatregelen kan treffen.
Met een jaarlijkse monitor kan de Tweede Kamer in de gaten houden hoe deze wet in de praktijk uitpakt voor maatschappelijke organisaties, bepaalde trends volgen en daar zo nodig het debat over voeren.
Van Nispen