Het bericht ‘Kamermotie over onderzoek naar Nederlanders met migratieachtergrond maakt veel los’, en het verzoek van het lid Timmermans om een brief te ontvangen over het kabinetsstandpunt over deze motie.
Schriftelijke vragen
Nummer: 2024D49730, datum: 2024-12-13, bijgewerkt: 2024-12-20 09:40, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2024Z21101).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.C.G.M. Timmermans, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: A. Lahlah, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: M. Tseggai, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van zaak 2024Z21101:
- Gericht aan: H.W.M. Schoof, minister-president
- Gericht aan: J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Gericht aan: T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Indiener: F.C.G.M. Timmermans, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M. Tseggai, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: A. Lahlah, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2024Z21101
Vragen van de leden Timmermans, Tseggai en Lahlah (allen GroenLinks- PvdA) aan de Minister-President en de Staatssecretarissen van Justitie en Veiligheid en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Kamermotie over onderzoek naar Nederlanders met migratieachtergrond maakt veel los», en het verzoek van het lid Timmermans om een brief te ontvangen over het kabinetsstandpunt over deze motie (ingezonden 13 december 2024).
Vraag 1
Staat u nog steeds achter uw uitspraken over de motie van het lid Becker van 6 december jl. tijdens uw persconferentie dat «het voor het kabinet duidelijk is dat er geen opvattingen van mensen met een migratieachtergrond bijgehouden zullen worden.» Zo nee, waarom niet?
Vraag 2
Deelt het kabinet de opvatting van de Staatssecretaris Rechtsbescherming die hij op 8 december jl. in Dit is Thijs deed dat de motie van het lid Becker in strijd is met het verbod op discriminatie? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Hoe rijmt het kabinet de uitspraken van de Minister-President en de Staatssecretaris Rechtsbescherming met uitspraken van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die aangaf de wensen van de Kamer mee te nemen en deze motie oordeel Kamer gaf?
Vraag 4
Hoe verklaart u de tegenstrijdige uitspraken van de drie voornoemde bewindspersonen over deze motie? Op welke wijze wordt de eenheid van kabinetsbeleid hersteld?
Vraag 5
Wat bedoelt het kabinet precies met de uiting dat het kabinet de uitvoering van de motie van het lid Becker «heel zorgvuldig ter hand zal worden genomen»? Is het kabinet voornemens de motie slechts gedeeltelijk uit te voeren, of blijft het kernverzoek van de motie (gericht op mensen met een migratieachtergrond) in stand? En hoe verhoudt zich dit tot de uitspraken van de Staatssecretaris Rechtsbescherming dat deze motie in strijd is met het verbod op discriminatie?
Vraag 6
Erkent het kabinet dat het uitvoeren van deze motie het schadelijke beeld versterkt dat bepaalde groepen in Nederland niet loyaal zouden zijn aan «Nederlandse normen en waarden»? Zo nee, waarom niet? Wat gaat het kabinet doen om deze stigmatisering en groeiende maatschappelijke zorgen tegen te gaan?
Vraag 7
Is het kabinet zich bewust van het risico dat het uitvoering geven aan deze motie een precedent schept voor beleid dat specifiek gericht is op culturele en religieuze opvattingen van bepaalde groepen? Hoe verhoudt dit zich tot de belofte om gelijkheid en inclusiviteit te bevorderen?
Vraag 8
Heeft het kabinet kennisgenomen van de reactie van de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR) waarin hij het kabinet oproept om geen uitvoering te geven aan deze motie, omdat het een «rechtstreekse aanval op het gelijkheidsbeginsel» zou zijn? Deelt het kabinet dit standpunt van de NCDR en hoe weegt zij dit mee in haar standpunt over de uitvoering van deze motie?
Vraag 9
Is het kabinet gelet op de uitspraken van de Minister-President, de Staatssecretaris Rechtsbescherming en het standpunt van de NCDR bereid het standpunt over deze motie te herzien? Zo nee, hoe rechtvaardigt het kabinet deze motie in het licht van de juridische, ethische en maatschappelijke bezwaren?
Vraag 10
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar voor dinsdag 17 december 2024 beantwoorden?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Ergin (DENK), ingezonden 6 december 2024 (vraagnummer 2024Z20481).