Preview document (🔗 origineel)

---

32140 Herziening Belastingstelsel

Nr. 215 Brief van de staatssecretaris van Financiën

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 december 2024

Bijgevoegd vindt u het verslag van de internetconsulatie inzake een gedifferentieerde verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken. Veel burgers, gezondheidsexperts en -wetenschappers en bedrijven hebben de gelegenheid te baat genomen om zich via de internetconsultatie uit te spreken over de toekomst van de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken. Het kabinet is hier blij mee. Het is goed om langs deze weg, vanuit allerlei verschillende gezichtspunten, input op dit onderwerp te krijgen. Het kabinet wil de Kamers komend voorjaar informeren over de inzet op de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken en neemt de input van de internetconsultatie hierbij mee.

Op 26 april 2024 is de Contourenbrief gedifferentieerde verbruiksbelasting alcoholvrije dranken aan beide Kamers der Staten-Generaal gestuurd.¹ Tegelijkertijd is deze contourenbrief ter internet­consultatie aangeboden. Eenieder die dat wilde, had van 26 april 2024 tot en met 7 juni 2024 de mogelijkheid om via de website internet­consultatie.nl te reageren op de opties die in de contourenbrief zijn opgenomen. De internetconsultatie heeft geleid tot 442 reacties van burgers, gezondheidsexperts en -wetenschappers en bedrijven. 342 van hen hebben ervoor gekozen hun reactie openbaar te plaatsen. Het verslag bevat een weergave van de binnengekomen reacties en is als bijlage bij deze brief opgenomen.

Het verslag is opgedeeld in drie delen: deel I bevat een samenvatting van de reacties van burgers, deel II van de reacties van gezondheidsexperts en -wetenschappers en in deel III zijn de reacties van bedrijven weergegeven, waaronder in dit geval ook brancheorganisaties worden verstaan.

Deel I: Burgers, Deel II: Gezondheidsexperts en -wetenschappers

Uit de internetconsultatie blijkt dat een overgrote meerderheid van de burgers voorstander is van de omzetting naar een gedifferentieerde verbruiksbelasting op basis van het suikergehalte van de drank. Vanuit de gezondheidsexperts en -wetenschapshoek is de reactie zelfs unaniem dat het baseren van de verbruiksbelasting op het suikergehalte een goed idee is, omdat dit een bijdrage kan leveren aan het vanzelfsprekend maken van een gezond voedingspatroon en het terugdringen van overgewicht en obesitas. Zowel burgers als gezondheidsexperts en -wetenschappers geven hierbij in meerderheid aan voorstander te zijn van het belasten van zowel toegevoegde suikers als natuurlijke suikers.

Deel III: Bedrijven en brancheorganisaties

Ook de bedrijven geven in hun reacties in overgrote meerderheid aan het belangrijk te vinden dat overgewicht wordt teruggedrongen en onderschrijven het belang van suikerreductie daarbij. Wat betreft de specifieke wenselijkheid van de omzetting naar een gedifferentieerde verbruiksbelasting geven de reacties van bedrijven een meer diffuus beeld. Veel bedrijven wijzen op de budgettaire aspecten van de omzetting: zij geven aan dat het streven naar budgetneutraliteit bij de omzetting, de omzetting bemoeilijkt vanwege de hoge tarieven voor sommige categorieën van dranken. Hierbij wordt gewezen op de kans op duurdere boodschappen en grenseffecten. Ook op de vraag of het wenselijk is onderscheid te maken tussen natuurlijke suikers en toegevoegde suikers reageren bedrijven verschillend, wat gezien de belangen die zij behartigen ook logisch is. Veel bedrijven spreken daarbij geen voorkeur uit voor een scenario. Verder is opvallend dat een aantal bedrijven aangeeft dat ook naar een suikerbelasting op voedingsmiddelen gekeken zou moeten worden. Wat betreft de vragen naar de koppeling tussen de verbruiksbelasting en de minimumaccijns op bier reageren de meeste bedrijven die niet in deze branche actief zijn neutraal, in de zin dat zij aangeven dat de discussie wat hen betreft nu over het tegengaan van suikerconsumptie via dranken gaat.

Voor een totaalbeeld van de binnengekomen reacties verwijs ik u graag naar het bijgevoegde verslag.

Mede namens de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

De staatssecretaris van Financiën,

T. van Oostenbruggen

---

1. Kamerstukken II 2023/24, 32140, 186.↩︎