[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Formele aanvraag middelen Brexit Adjustment Reserve ingediend

Betrekkingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk

Brief regering

Nummer: 2024D50208, datum: 2024-12-16, bijgewerkt: 2024-12-17 13:48, versie: 2

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35393 -54 Betrekkingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk.

Onderdeel van zaak 2024Z21269:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


35 393 Betrekkingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk

Nr. 54 Brief van de minister van Economische Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 december 2024

Op 22 december 20221; 14 maart 20232 en 25 januari 20243 informeerde mijn voorganger uw Kamer over de voortgang van de Nederlandse implementatie van de Brexit Adjustment Reserve (hierna: BAR). De BAR is een door de EU ter beschikking gesteld fonds4 om kosten te dekken die door de lidstaten zijn gemaakt tussen 1 januari 2020 and 31 december 2023, in verband met het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU.

Op 30 september 2024 heeft Nederland een formele aanvraag gedaan voor de BAR middelen bij de Europese Commissie. Via deze brief wil ik uw Kamer, mede namens de staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN), de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (BHO) en de minister van Financiën (FIN), informeren over deze aanvraag. Als eerste zal ik ingaan op de inhoud van de ingediende aanvraag en de belangrijkste ontwikkelingen van het afgelopen jaar. Vervolgens zal ik het vervolgproces beschrijven.

De ingediende aanvraag

Nederland heeft op 30 september jl. een onderbouwde aanvraag bij de Europese Commissie ingediend van 546.701.656 euro, en maakt daarmee aanspraak op in totaal 560.719.647 euro (onderbouwde aanvraag + 2,5% flatrate voor uitvoeringskosten). Hoofdonderdelen van de aanvraag waren een auditrapport dat bevestigt dat de in de aanvraag opgenomen uitgaven wettig en regelmatig zijn en een uitvoeringsverslag dat voor de Europese Commissie de maatregelen die onderdeel zijn van de Nederlandse implementatie beschrijft. Het betreffende uitvoeringsverslag is ter informatie bijgevoegd bij deze brief.

Ontwikkelingen

Daarnaast informeer ik uw Kamer over twee ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden en raken aan de BAR. Immers Nederland heeft uiteindelijk een hogere declaratie ingediend dan steeds volgens de prognoses het geval leek. Dit in combinatie met een kleinere enveloppe (zie hieronder onder “Herprioritering BAR-middelen”), zorgt ervoor dat er ten opzichte van de beschikbare middelen (provisional allocation) geen sprake meer is van onderuitputting, zoals nog wel het geval leek in januari 2024.

  1. Herprioritering BAR-middelen

Tijdens de Europese Raad van 1 februari 2024 is na maanden van onderhandelingen/voorbereiding een akkoord bereikt over de tussentijdse herziening van het Meerjarig Financieel Kader (MFK) van de Europese Unie. Dit betrof onder meer een steunpakket aan Oekraïne en extra financiering voor defensie en migratie. Om de financiële gevolgen in de vorm van extra afdrachten door de lidstaten te beperken, is mede op aandringen van NL, ingezet op zo veel mogelijk herprioriteren van bestaande middelen. Als gevolg is 10,6 miljard euro uit bestaande EU-programma’s – waaronder 0,6 miljard euro uit de BAR – herschikt ten gunste van prioriteiten uit de MFK-herziening. 5 Hierdoor is de enveloppe voor Nederland onder de BAR gereduceerd van 606,3 miljoen euro naar 485,5 miljoen euro.

  1. Wijzigingen in declaratie

De formele aanvraag is ten opzichte van de prognose gecommuniceerd in januari 2024 (524 miljoen euro) per saldo zo’n 36 miljoen euro hoger uitgevallen. Dit is voornamelijk het gevolg van wijzigingen op de declaratie voor publieke organisaties. In samenspraak met de Auditdienst Rijk (ADR) - verantwoordelijk voor het auditen van de Nederlandse declaratie alvorens deze bij de Europese Commissie is ingediend - is besloten om geen declaratie in te dienen voor gemaakte kosten bij NVWA en KCB, omdat deze kosten onvoldoende direct aan de Brexit gelinkt konden worden. Tegelijkertijd bleken daadwerkelijk gemaakte personeelskosten bij de Douane hoger te liggen dan eerder geraamd. Het netto resultaat is een hogere declaratie.

Het vervolgproces

De Europese Commissie heeft op 1 oktober 2024 de aanvragen van alle lidstaten gelijktijdig in behandeling genomen en zal beoordelen of deze kunnen worden gekwalificeerd als eligible costs zoals beschreven in de BAR-verordening. Vervolgens zal de Europese Commissie de lidstaten, naar verwachting in de eerste helft van 2025, informeren of en hoeveel van de middelen uit de BAR zij definitief toegewezen krijgen.

De declaratie die Nederland heeft ingediend (560 miljoen) ligt hoger dan het bedrag van de Nederlandse enveloppe (486 miljoen) Deze hogere aanvraag zorgt voor een buffer in het geval dat posten, of onderdelen daarvan, als ‘niet declarabel’ (non eligible costs) worden beoordeeld door de Europese Commissie. Nederland verwacht dat de ingediende uitgaven worden beoordeeld als eligible costs en dat Nederland daarmee 485,5 miljoen euro uit de BAR definitief toegewezen krijgt. Dit bedrag komt overeen met het bedrag dat in voorgaande jaren reeds als voorschot is ontvangen van de Europese Commissie. Dat betekent dat Nederland naar verwachting geen terugbetalingen hoeft te doen aan de Europese Commissie6.

In theorie is het mogelijk dat Nederland meer ontvangt dan deze 486 miljoen euro. De huidige BAR-verordening7 biedt de Europese Commissie een mogelijkheid om BAR middelen te heralloceren tussen lidstaten, als zich een situatie voordoet waar enerzijds lidstaten hun enveloppe hebben overbevraagd, en anderzijds lidstaten hun enveloppe niet volledig hebben bevraagd. Het is op dit moment nog niet bekend of een dergelijke situatie zich zal voordoen en of de Europese Commissie in zo’n geval ook van deze mogelijkheid gebruik gaat maken. Vanwege de hiervoor toegelichte herprioritering van de BAR-middelen, ontvangt Nederland naar verwachting minder geld dan eerder geraamd. De budgettaire gevolgen van deze afrekening zullen verwerkt worden bij Voorjaarsnota 2025.

Wij wachten de behandeling door de Europese Commissie af. Zodra ik nieuws heb over de afwikkeling van onze aanvraag, zal ik uw Kamer nader informeren.

De minister van Economische Zaken,

D.S. Beljaarts


  1. Kamerstuk 35393, nr. 48.↩︎

  2. Kamerstuk 35393, nr. 50.↩︎

  3. Kamerstuk 35393, nr. 53.↩︎

  4. De BAR is speciaal tijdelijk (eenmalig) instrument buiten de Europese meerjarenbegroting om.↩︎

  5. Kamerstuk 36505, B.↩︎

  6. De oorspronkelijke provisional allocation a 886,3 mln euro is tweemaal gereduceerd: in 2023 door een overheveling van 280,0 mln euro naar het HVF en in 2024 door een bezuinigng op de BAR tranche 2025, a 120,8 mln euro. De tweede reductie wordt momenteel nog vewerkt in de verorderning door de Euroepse Commissie. De enveloppe van Nederland volgens huidige afspraken bedraagt 485,5 mln euro.↩︎

  7. Besluitvorming van de Europese Raad van 1 februari 2024 is nog niet in de actuele verordening verwerkt.↩︎