Preview document (🔗 origineel)

---

31 293 Primair Onderwijs

Nr. 776 Brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 december 2024

Op 30 oktober jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over de aanwijzing die ik aan Stichting katholiek onderwijs Saba (hierna: SkoSaba) heb opgelegd wegens wanbeheer.¹ In november 2024 heeft de Inspectie van het Onderwijs (hierna: de inspectie) verschillende (ernstige en zorgelijke) signalen op het gebied van veiligheid ontvangen op de school van SkoSaba, de Sacred Heart School (hierna: SHS). Met deze brief informeer ik uw Kamer over de spoedaanwijzing die ik op 13 december jl. heb opgelegd aan SkoSaba als het bevoegd gezag van de SHS. Deze spoedaanwijzing is gebaseerd op de eerste onderzoeksbevindingen van de inspectie, zoals vastgelegd in het rapport dat is vastgesteld op 3 december 2024. De SHS is de enige basisschool op Saba.

Het opleggen van een spoedaanwijzing is noodzakelijk in het licht van de grote zorgen omtrent de veiligheid van de leerlingen van de SHS waarover de inspectie mij onlangs heeft ingelicht. Ook heeft de inspectie in haar rapport grote zorgen geuit omtrent de veiligheid van het personeel.

De spoedaanwijzing

De inspectie heeft van 18 tot en met 22 november een specifiek onderzoek uitgevoerd naar de sociale veiligheid van zowel de leerlingen als de staff op de SHS. De inspectie heeft een rapport met eerste bevindingen van het onderzoek gedeeld met mijn ministerie. Hieruit blijkt dat het bevoegd gezag van de SHS onvoldoende zorg draagt voor de veiligheid op school. Het gaat hierbij niet om geïsoleerde incidenten, maar om een patroon waarbinnen verwaarlozing van de zorg kan blijven bestaan en de onveilige situatie op de school in stand blijft.

Op basis van de eerste bevindingen heeft de inspectie een wezenlijk vermoeden van wanbeheer geconstateerd, omdat het bestuur in strijd handelt met haar zorgplicht voor de veiligheid.² Gezien de ernst en de urgentie van de situatie kan een definitief inspectierapport niet worden afgewacht en is er onvoldoende tijd om het reguliere tijdpad van een aanwijzing te doorlopen. Er moeten onmiddellijk maatregelen worden getroffen, omdat op dit moment de onveilige situatie op school leidt tot ernstige sociale, psychische en fysieke schade. Ik heb daarom een spoedaanwijzing opgelegd aan het bestuur, met meerdere tijdelijke maatregelen die het schoolbestuur op zeer korte termijn dient uit te voeren. Deze maatregelen zijn primair gericht op de veiligheid. Maatregelen uit een spoedaanwijzing hebben altijd een tijdelijk karakter. Deze spoedaanwijzing heeft een geldingsduur van zes maanden, de maximale termijn van een spoedaanwijzing. Indien noodzakelijk kan ik deze termijn eenmaal met zes maanden verlengen.

De aanwijzing is het zwaarste juridische instrument dat ik tot mijn beschikking heb en het spoedeisende karakter maakt deze extra ingrijpend. Gezien de omstandigheden zie ik mij echter genoodzaakt deze stap te zetten. De situatie op de school moet onmiddellijk veranderen en tot nu toe heeft het bestuur daarvoor onvoldoende actie ondernomen.

Eerder opgelegde aanwijzing

Deze spoedaanwijzing is gericht op veiligheid. Daarnaast blijft ook de aanwijzing van 30 oktober jl. van kracht, die was opgelegd vanwege financieel wanbeleid en ernstig of langdurig nalaten om maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn voor het waarborgen van de kwaliteit en de goede voortgang van het onderwijs. De opdrachten uit de eerdere aanwijzing zien op het versterken van het bestuur, zodat er een stabiel en deugdelijk bestuur komt dat zich volledig inspant voor goed onderwijs voor de leerlingen van SkoSaba.

Vervolg
Het is in het belang van de leerlingen en het personeel dat het bestuur geen dag langer wacht met het treffen van maatregelen om de veiligheid op de school terug te brengen. Uiteraard zal mijn ministerie de situatie nauwlettend in de gaten houden en er, samen met alle betrokkenen, alles aan doen om ook op andere manieren bij te dragen aan het verbeteren van de (veiligheids)situatie op de school. Ik informeer uw Kamer opnieuw wanneer daar aanleiding toe is.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M.L.J. Paul

---

1. Kamerstukken 31 293, nr. 759↩︎

2. Zoals bedoel in artikel 6a, artikel 122a, eerste lid, onder b, en artikel 122, tweede lid, onder f van de WPO BES.↩︎