Antwoord op vragen van lid Rikkers-Oosterkamp over uitspraak rechtbank Noord-Holland: Pleegzorgorganisatie moet kosten kinderopvang vergoeden aan pleegzorgouders
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2024D50474, datum: 2024-12-17, bijgewerkt: 2024-12-19 08:31, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-860).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van zaak 2024Z19017:
- Gericht aan: V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: M.G.F. Rikkers-Oosterkamp, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
860
Vragen van het lid Rikkers-Oosterkamp (BBB) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over uitspraak rechtbank Noord-Holland: Pleegzorgorganisatie moet kosten kinderopvang vergoeden aan pleegzorgouders (ingezonden 21 november 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Karremans (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 17 december 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 762.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de uitspraken van de Rechtbank Noord-Holland1 in twee zaken die door pleegouders waren aangespannen over de vergoeding van bijzondere kosten voor buitenschoolse opvang (BSO) en kinderopvang, zo ja wat is uw reactie hierop?
Antwoord 1
Ja. Ik vind het goed dat voor deze pleegouders duidelijk is dat zij niet verantwoordelijk zijn voor het bekostigen van de kosten.
Vraag 2
Nu er een duidelijke uitspraak van de rechter ligt, bent u bereid om een betere uitvoering te geven aan de motie van het lid Den Haan2 die de regering verzoekt in overleg te gaan over mogelijke structurele oplossingsrichtingen voor de vergoeding van kinderopvang voor pleegouders?
Antwoord 2
Om invulling te geven aan de motie van het lid Den Haan is een onderzoek uitgevoerd in hoeverre pleegouders gebruik maken van kinderopvang, inclusief BSO, welke kosten zij hier zelf voor maken en in hoeverre deze kosten worden vergoed. Dit rapport is in juni jl. met uw Kamer gedeeld.3 Op basis van de uitspraak van de rechtbank, ga ik op korte termijn in gesprek met pleegouders, gemeentes en zorgaanbieders over mogelijke structurele oplossingsrichtingen.
Vraag 3
Begrijpt u de zorg dat zolang dit nog niet geregeld is pleegzorgaanbieders, gemeenten en het Rijk de vraag wie de rekening moet betalen naar elkaar gaan doorschuiven?
Antwoord 3
Ja. Daarom ga ik op korte termijn in gesprek met pleegouders, gemeentes en zorgaanbieders om te komen tot structurele afspraken.
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat in de uitspraak van de rechter duidelijk naar voren komt dat de pleegzorgorganisatie zelf het besluit moet nemen over het vergoeden van bijzondere kosten en ervoor moet zorgen dat de kosten betaald worden omdat dit niet kan worden afgewend op gemeenten?
Antwoord 4
Pleegouders ontvangen een pleegvergoeding om de dagelijkse verzorging die zij voor hun pleegkind maken te kunnen bekostigen. Wanneer pleegouders andere kosten maken voor hun pleegkind, die zij niet kunnen bekostigen via een andere overheidsregeling of redelijkerwijs kunnen verhalen bij de onderhoudsplichtige ouder(s), kunnen zij een vergoeding krijgen in de vorm van bijzondere kosten. Dit kan bijvoorbeeld een fiets of aanvullende zorgverzekering zijn.
Het is aan de pleegzorgorganisatie te oordelen of deze kosten noodzakelijk zijn en of deze in aanmerking komen voor vergoeding, niet aan de gemeente. De pleegzorgaanbieder verstrekt de vergoeding ook aan de pleegouders.4
Vraag 5
Wat vindt de u van de uitspraak «Kinderopvang en BSO zijn bijzondere kosten, die vergoed moeten worden aan pleegouders. Dit geldt alleen bij pleegoudervoogdij en pleegzorg in gedwongen kader, omdat de overheid dan een bijzondere onderhoudsplicht heeft.»?
Antwoord 5
Deze uitspraak komt inderdaad overeen met hoe het op dit moment wettelijk geregeld is. Het signaal dat hierdoor verschillen kunnen ontstaan tussen pleegkinderen is mij bekend. Ik verken samen met de sector de mogelijke oplossingsrichtingen hiervoor.
Vraag 6
Deelt u de mening dat dit een Jeugd aangelegenheid is en niet alleen Sociale Zaken en Werkgelegenheid?
Antwoord 6
Ja. Het is een aangelegenheid van zowel Jeugd als van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Vraag 7
Op het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) wordt op dit moment gewerkt aan een oplossing voor dit vraagstuk, echter dit kan nog jaren duren; bent u bereid om naar aanleiding van deze uitspraak op korte termijn met uw collega van SZW te zitten om te komen tot een tussenoplossing?
Antwoord 7
Mijn collega van het Ministerie van SZW is primair verantwoordelijk voor het stelsel van kinderopvang en werkt momenteel aan het stapsgewijs invoeren van een hoge inkomensonafhankelijke vergoeding voor kinderopvang voor werkende ouders. Meer informatie over hoe dit traject eruit ziet vind u in de Kamerbrief van 11 november jl.5
Ik zal op korte termijn in gesprek gaan met pleegouders, gemeentes en zorgaanbieders. Dit doe ik ook met het oog op het toekomstige stelsel van kinderopvang en welke specifieke impact dit voor pleegouders heeft.
de Rechtspraak, 18 november 2024, Parlan moet kosten kinderopvang vergoeden aan pleegzorgouders, Parlan moet kosten kinderopvang vergoeden aan pleegzorgouders | Nieuws | Rechtspraak↩︎
Kamerstuk 31 839, nr. 956.↩︎
Kamerstukken II 2023–2024, 31 839, nr. 1024.↩︎
Artikel 5.3 Jeugdwet.↩︎
Kamerstukken II, 2024–2025, 31 322, nr. 547.↩︎