[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op burgerbrief m.b.t. zorgelijke situatie over College van Bestuur van TU Delft

Veiligheid op school

Brief regering

Nummer: 2024D50482, datum: 2024-12-17, bijgewerkt: 2024-12-18 07:47, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29240 -156 Veiligheid op school.

Onderdeel van zaak 2024Z21356:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA DEN HAAG

Datum 17 december 2024
Betreft Reactie op verzoek Kamercommissie burgerbrief TU Delft

Hoger Onderwijs en Studiefinanciering

Rijnstraat 50

Den Haag

Postbus 16375

2500 BJ Den Haag

www.rijksoverheid.nl

Onze referentie

49696788

Uw brief

24 oktober 2024

Uw referentie

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft op 14 oktober jl. een brief ontvangen van een persoon met als onderwerp “zorgelijke situatie CvB TU Delft”. In de brief gaat deze persoon in op de sociale veiligheid op de TU Delft en zijn persoonlijke situatie in deze. Met deze Kamerbrief voldoe ik aan het verzoek van de vaste commissie om een reactie te mogen ontvangen op de betreffende brief.1

Iedereen die werkt in het onderwijs of de wetenschap moet van een veilige leer-en werkomgeving op aan kunnen. Iedere melding van (sociale) onveiligheid moet dan ook serieus worden behandeld.

Uit de correspondentie maak ik op dat deze persoon zich in zijn situatie onjuist behandeld en onvoldoende gehoord voelt. Ook geeft hij aan dat hij ervaren heeft dat de huidige procedures onvoldoende waarborgen hebben. Verder vraagt hij aan de Kamercommissie om als onafhankelijke instantie zijn ontslagdossier te heropenen, te evalueren en de (wetenschappelijke) integriteit van zijn persoon en zijn werk te wegen. In reactie hierop kan ik aangeven dat het in de eerste plaats de verantwoordelijkheid is van de instelling om voor gedegen en volgbare interne procedures wanneer een (ex-)medewerker zich bij de instelling meldt met een klacht. Daarnaast kan (ex-)hogeronderwijspersoneel voor een klacht advies vragen bij de onderwijsvakbonden en een melding indienen bij de Inspectie van het Onderwijs (hierna: de inspectie). De inspectie treedt hierin op als toezichthouder (op naleving van de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek) en niet als individuele klachtenbehandelaar. Het is niet aan mij om in te gaan op individuele casuïstiek, of aan de Kamercommissie om op de door deze persoon gevraagde wijze in te gaan op individuele casuïstiek.

Uit de correspondentie van deze persoon maak ik tevens op dat hij ervaren heeft dat de interne procedures van de TU Delft niet naar behoren werken. Als minister zie ik uiteraard het belang van goede klacht- en meldprocedures. Ik zet mij dan ook in voor de verbetering van de voorzieningen voor klachten en meldingen van studenten en medewerkers, als onderdeel van mijn aanpak om de sociale veiligheid in het hoger onderwijs en wetenschap te borgen.2

Als het gaat om de sociale veiligheid aan de TU Delft heeft de inspectie onderzoek verricht naar de naleving van wet- en regelgeving ten aanzien van de zorg voor haar personeel. De ernstige conclusies van de inspectie vervullen mij met zorg. Dit geldt ook voor de conclusies van de inspectie over het actieplan van de TU Delft.3 Dat is ook precies de reden dat de ik meteen na mijn aantreden in gesprek ben gegaan met de Raad van Toezicht van de TU Delft en nadien ook met de Raad van Toezicht ben blijven spreken. De TU Delft is aan de hand van hun herstelplan (Plan for Change)4 bezig met het verbeteren van de sociale veiligheid op de instelling. In februari 2025 start de inspectie met haar herstelonderzoek, om een oordeel te vormen over het actieplan en de uitvoering daarvan.

Omdat de inspectie in haar eerdere onderzoek de conclusie ‘wanbeheer’ heeft getrokken, heb ik het bijbehorende bestuurlijke instrumentarium tot mijn beschikking. Dit betekent dat ik de mogelijkheid heb tot het geven van een aanwijzing aan de Raad van Toezicht van de TU Delft. Met een aanwijzing kan ik de Raad van Toezicht de opdracht geven één of meer maatregelen te nemen gericht op het herstellen van de zorg voor het personeel en de sociale veiligheid op de instelling. Afhankelijk van de verdere concretisering van het Plan for Change tot een actieplan, van de wijze van uitvoering van dat plan, de getoonde zelfreflectie en acties, de uitkomsten van het herstelonderzoek van de inspectie en mijn vervolggesprekken met de Raad van Toezicht zal ik blijven bezien of ik het geven van een aanwijzing aan de Raad van Toezicht nodig acht.

Het geven van een aanwijzing is het ultimum remedium. Ik blijf de komende periode gedurende de uitvoering van het verbeterplan door de TU Delft op gezette tijden in gesprek met de Raad van Toezicht om mij er blijvend van te vergewissen dat het verbeteren van de sociale veiligheid op de TU Delft goed wordt opgepakt.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Eppo Bruins


  1. Kenmerk 2024D39374↩︎

  2. Kamerstukken II, 29 240, nr. 131, 140.↩︎

  3. Kamerstukken II, 29240, nr. 152↩︎

  4. Plan for Change – TU Delft↩︎