[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Onderzoek naar fiscale regeling voor medewerkersparticipatie voor startups en scale-ups

Herziening Belastingstelsel

Brief regering

Nummer: 2024D50522, datum: 2024-12-17, bijgewerkt: 2024-12-18 16:17, versie: 3

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32140 -218 Herziening Belastingstelsel.

Onderdeel van zaak 2024Z21370:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


32140 Herziening Belastingstelsel

Nr. 218 Brief van de minister van Economische Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 december 2024

Tijdens het debat over de Staat van de Economie van 2 oktober 2024 heb ik naar aanleiding van vragen van het lid Martens-America over het onderzoek naar een regeling om medewerkersparticipatie binnen innovatief mkb (waaronder startups en scale-ups) te stimuleren, toegezegd uw Kamer voor het kerstreces hierover te informeren. Hierbij kom ik mede namens de staatssecretaris van Financiën tegemoet aan deze toezegging1.

Het belang van startups en scale-ups voor de Nederlanders economie

Startups en scale-ups spelen een belangrijke rol in het verdienvermogen van Nederland. Ze kennen een hoge mate van productiviteit en zorgen met innovatieve (digitale) oplossingen er voor dat andere bedrijven (zoals het brede mkb) ook productiever worden. Volgens het recente Draghi-rapport2 is de achterstand van de EU op de VS ten aanzien van (digitale) technologieën een van de belangrijkste oorzaken voor de achterblijvende productiviteitsgroei. Het is daarom dus van groot belang dat technologiebedrijven beter kunnen doorgroeien. Daarnaast spelen technologische bedrijven een belangrijke rol in onze strategische autonomie, zodat we minder afhankelijk zijn en worden van andere landen in belangrijke waardeketens.

Nederland heeft verhoudingsgewijs veel startups, maar onderzoek wijst uit dat relatief weinig van de Nederlandse startups doorgroeien naar een scale-up of nog verder. Nederland presteert op dit punt slechter dan veel andere landen binnen Europa en daarbuiten.3 Succesvol groeien vraagt specifieke expertise, zowel op technisch als organisatorisch vlak. Dit talent is schaars op de voor deze functies zeer internationaal functionerende arbeidsmarkt. Voor het aantrekken van de juiste mensen is het belangrijk dat door Nederlandse startups en scale-ups een internationaal concurrerend arbeidsvoorwaardenaanbod kan worden gedaan.

De rol van medewerkersparticipatie in het aantrekken en behouden van talent en de versterking van het startup-ecosysteem

Startups en scale-ups hebben vaak niet de financiële middelen om werknemers een (internationaal) concurrerend salaris te bieden. Aandelenopties, internationaal de meest gebruikte vorm van participatie in de startupsector, kunnen mogelijk een deel van dit gat dichten. Het biedt mogelijk meer mogelijkheden om talent dat in een startup of scale-up wil werken over te halen een lager salaris te accepteren in ruil voor het delen in de potentiële groei. Het verkrijgen van aandelen zorgt ervoor dat medewerkers meer gebonden zijn aan het bedrijf en minder snel weer vertrekken. Daarmee is het voor deze bedrijven in potentie een geschikt instrument voor het aantrekken en behouden van talent. Medewerkersparticipatie kan daarnaast zorgen voor versterking van het startupecosysteem doordat medewerkers de opbrengsten weer kunnen herinvesteren in de volgende generatie bedrijven. Kapitaal kan op deze manier terugvloeien in het ecosysteem.

Nederland is vergeleken met het buitenland op het punt van belastingheffing ten aanzien van aandelenopties van medewerkers van startups en scale-ups minder aantrekkelijk. Het voordeel uit aandelenopties is belast in box 1 van de inkomstenbelasting tegen een relatief hoog progressief tarief. Daarmee is het tarief in Nederland een stuk hoger dan in andere startuplanden die vaak regelingen kennen die de voordelen uit aandelenopties lager belasten of als vermogenswinst belasten, zo bleek eerder uit onderzoek van EY4. Daarom heeft het kabinet aangegeven een regeling te onderzoeken waarbij onder andere gekeken wordt naar het tarief dat medewerkers betalen. In het Regeerprogramma is dit nogmaals benoemd.

In het vervolg van deze brief zal ik ingaan op de stappen die zijn gezet in het kader van het onderzoeken van een regeling. Het betreft een recent internationaal vergelijkend onderzoek en het voorstel dat is opgenomen in het zogeheten Bouwstenenrapport voor een eenvoudiger belastingstelsel.5

Internationaal vergelijkend onderzoek

Aangezien de fiscaliteit frequent aan verandering onderhevig is en veel landen de afgelopen jaren stappen hebben gezet op dit gebied, is aan Archipel Tax Advice gevraagd om te onderzoeken hoe de belastingheffing ten aanzien van voordelen uit aandelenopties van medewerkers van startups en scale-ups op dit moment plaatsvindt in een aantal met Nederland concurrerende landen. Op die manier kan gekeken worden wat de relatieve positie is van Nederland ten opzichte van de onderzochte landen. Ik zal kort ingaan op een drietal uitkomsten van dat onderzoek.

Allereerst blijkt uit het onderzoek dat Nederland verder is gezakt op de ranglijst van regelingen rondom medewerkersparticipatie binnen startups en scale-ups. Hierbij wordt gekeken naar verschillende elementen: het moment van belasten, het tarief waartegen dit gebeurt en de reikwijdte van de regeling. Van de onderzochte landen neemt Nederland de laatste positie in. Nederland kent op Duitsland na ook het laagste percentage aandelen dat in handen is van medewerkers. Nederland kent op dit moment alleen een regeling waarbij medewerkers de belasting van hun aandelen kunnen uitstellen tot het moment van verhandelbaarheid. Onder andere Spanje, Duitsland en Oostenrijk hebben de afgelopen jaren nieuwe regelingen ingevoerd. Andere landen als Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk hebben hun regelingen aantrekkelijker gemaakt.

Aan de hand van een fictieve casus van een medewerker van een startup is doorgerekend hoeveel belasting diegene zou betalen over haar voordelen uit aandelenopties in Nederland en in een aantal vergelijkende landen. Uit deze fictieve casus blijkt dat het risico ten opzichte van de mogelijke beloning voor de medewerker in Nederland bijna drie keer zo hoog ligt als in de geselecteerde andere landen. Ook is het netto resultaat het laagst in Nederland.

Het kabinet zal de uitkomsten van dit onderzoek meenemen in de verdere besluitvorming.

Bouwstenenrapport

In het Bouwstenenrapport voor een eenvoudiger belastingstelsel6 dat begin dit jaar aan de Kamer is verstuurd is een fiche (C06) opgenomen vanuit het ministerie van Financiën en het ministerie van Economische Zaken waarin de mogelijke contouren van een regeling zijn opgenomen.

Tijdens de behandeling van het Belastingplan 2025 is door de Kamer de motie van lid Van Eijk (VVD) aangenomen die het kabinet verzoekt de beleidsoptie uit het Bouwstenenrapport verder uit te werken en waarbij ‘«gematigd belasten» leidt tot een eerlijk en in internationaal verband redelijk en concurrerend tarief en de in-dienst-zijnvoorwaarde in lijn is met regelingen in andere Europese landen.’ Ook is verzocht om in de fiscale vormgeving een alternatief uit te werken, namelijk belasting via een fictief aanmerkelijk belang met een verlaagde drempel. Het kabinet zal deze onderdelen meenemen in de verdere uitwerking.7

Het fiche uit het Bouwstenenrapport en het internationaal vergelijkend onderzoek naar de werking en het succes van fiscale regelingen voor medewerkersparticipaties in startups en scale-ups in verschillende landen, zijn stappen die genomen worden in het onderzoek naar een fiscale regeling. De staatssecretaris van Financiën en ikzelf zullen uw Kamer voor 1 juli 2025 informeren over de uitkomsten van het onderzoek.

Wij gaan ervan uit u tegen die tijd ook te kunnen informeren over het wel of niet invoeren van de fiscale regeling.

De minister van Economische Zaken,

D.S. Beljaarts


  1. TZ202410-031↩︎

  2. Het rapport kan hier geraadpleegd worden: EU competitiveness: Looking ahead - European Commission (europa.eu)↩︎

  3. McKinsey (2022) - Building a world-class Dutch startup ecosystem↩︎

  4. Kamerstukken II, 2020-2021, 35 572, nr. 88↩︎

  5. Kamerstukken II, 2023-2024, 32 140, nr. 180↩︎

  6. Kamerstukken II, 2023-2024, 32 140, nr. 180↩︎

  7. Kamerstukken II, 2024-2025, 36 602, nr. 102↩︎