Preview document (🔗 origineel)

---

Geachte Voorzitter,

Hierbij bied ik u de contouren voor een nog vast te stellen landelijk aanvalsplan invasieve exoten aan zoals eerder in de brief van 1 maart 2024 is aangekondigd (Kamerstuk 26407, nr. 151). Met deze contouren geef ik u een eerste kader waarbinnen ik een landelijk aanvalsplan wil opstellen.

Aanleiding voor het nog vast te stellen landelijk aanvalsplan zijn de motie Van der Plas (BBB) en de motie Van Campen, Valstar (beiden VVD) en Grinwis (CU) (Kamerstukken 36 410 XIV nr. 11 en nr. 12). De motie van VVD en CU is overigens tweeledig, het eerste deel van de motie betreft het verzoek “dat bevissing op verantwoorde wijze met fuik en kreeftenkorf (…) breder wordt toegestaan dan door enkel de beroepsvisserij”. Met Kamerbrief van 15 februari 2024 is toegelicht op welke wijze hier opvolging aan wordt gegeven (Kamerstuk 36 410 XIV nr. 79).

Invasieve exoten zijn een serieuze drukfactor voor de biodiversiteit en zorgen voor schade aan onder meer inheemse flora en fauna. Ik hecht belang aan een effectieve aanpak die schadelijke gevolgen beperkt en waar mogelijk voorkomt. Het landelijk aanvalsplan zal daarom voorstellen bevatten voor doorontwikkeling en versteviging van het exotenbeleid. Daarbij ligt de focus op preventie en is ook aandacht voor de bestrijding van en beheersmaatregelen tegen invasieve exoten.

Ik wil u ter overweging de mogelijkheid van een technische briefing meegeven waarbij de Kamercommissie zich kan laten informeren over de contouren en het huidig exotenbeleid. Met het oog op interdepartementale afstemming en een eventueel in te plannen technische briefing verwacht ik het uiteindelijke landelijk aanvalsplan in het tweede kwartaal van 2025 aan uw Kamer te kunnen aanbieden.

Hoogachtend,

Jean Rummenie

Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur