Verzamelbrief digitalisering december 2024
Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Brief regering
Nummer: 2024D50886, datum: 2024-12-18, bijgewerkt: 2024-12-20 12:50, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.Z. Szabó, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit VVD kamerlid)
- Monitor Digitale Overheid 2024
- Uitkomsten verkenning Kinderautoriteit Persoonsgegevens
- Gebundelde informatie rondom wettelijke leeftijdsgrenzen en online leeftijdsverificatie
- GDI-Programmeringsplan versie 2025. Meerjarenprogramma Infrastructuur Digitale Overheid (MIDO)
- Moties en toezeggingen afgedaan met Verzamelbrief Digitalisering – december 2024
- Beslisnota bij Verzamelbrief digitalisering december 2024
- Overzicht planning brieven 2025 ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van kamerstukdossier 26643 -1261 Informatie- en communicatietechnologie (ICT).
Onderdeel van zaak 2024Z21552:
- Indiener: F.Z. Szabó, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2025-01-22 11:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Digitale Zaken
Preview document (🔗 origineel)
26643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 1261 Brief van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2024
In deze brief vindt u de beantwoording van een aantal moties en toezeggingen die openstaan bij uw Kamer en een beantwoordingstermijn hebben voor het einde van dit kalenderjaar. Verder neem ik u mee in de stand van zaken betreffende de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS).
Daarnaast heeft uw commissie op 23 oktober jl. per brief verzocht om een planningsbrief Digitale Zaken.1 Deze is als bijlage 1 bij deze brief gevoegd.2 Hierin geef ik inzicht in welke brieven er, naast de vaste verzamelbrief elk kwartaal, worden verwacht. Ook stuur ik u een overzicht van de moties die we met deze brief afdoen aan uw Kamer toe.3
Voortgang Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS)
Op 2 december jl. had ik een bestuurlijk overleg met het Netwerk Publieke Dienstverleners (NPD), de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Unie van Waterschappen (UvW) en mijn collega’s, de minister van Economische Zaken (EZ) en de staatssecretaris voor Rechtsbescherming vanuit Justitie en Veiligheid (JenV). We willen samen als één overheid aan de slag met de prioriteiten op het gebied van digitalisering. Ik ben daarom blij met hun nauwe betrokkenheid en inbreng, de aandacht die bovengenoemde partijen hebben voor dit onderwerp en de scherpte van hun inbreng tijdens het overleg. Dit geeft mij veel vertrouwen in de digitale toekomst van Nederland. Ik heb met hen gesproken over de volgende zeven prioriteiten die op drie niveaus in te delen zijn:
Ambities: de doelen die we met elkaar willen bereiken:
De overheid biedt burgers en ondernemers toegankelijke en passende dienstverlening en maakt beleid waarin zij centraal staan, ten dienste van maatschappelijke opgaven
De overheid versterkt haar digitale weerbaarheid en digitale autonomie
Versterken organisatie: om responsief te handelen, en om gestelde doelen snel efficiënt en in gezamenlijkheid te realiseren
Politiek-bestuurlijke aansturing en efficiëntere samenwerking (één overheid)
Digitaal vakmanschap
Toepassingen: verantwoorde inzet van digitale technologie om aan onze doelen bij te dragen
Artificiële intelligentie
Data
Cloud
Alle aanwezigen spraken hun steun uit voor deze zeven prioriteiten en gaven ook nog enkele aandachtspunten mee voor de verdere uitwerking. We gaan daarom in gezamenlijkheid verder met het uitwerken van deze prioriteiten voor de NDS. Dat doen wij natuurlijk samen met de eerdergenoemde partijen, maar ook met andere overheden, wetenschap en bedrijfsleven. Ik verwacht de NDS in april van 2025 naar uw Kamer te sturen.
Motie Drost (CU)4 – Toezicht en Kinderautoriteit persoonsgegevens (KinderAP)
Tijdens het wetgevingsoverleg van 11 november jl. is toegezegd om de uitkomsten van de verkenning toezicht op online kinderrechten voor het einde van het jaar te delen met uw Kamer. Daarbij is toegezegd om ook in te gaan op de motie Drost die de regering verzoekt om de oprichting van een KinderAP te verkennen. De resultaten van deze verkenning treft u als een bijlage bij deze brief.5 Ik beschouw de motie hiermee als afgedaan.
Moties Ceder (CU) en Six Dijkstra (NSC)6,7 - Online leeftijdsverificatie
De leden Ceder en Six Dijkstra hebben twee moties ingediend rondom leeftijdsverificatie. Zij hebben de regering verzocht om privacyvriendelijke en betrouwbare leeftijdsverificatie voor online gokken en voor websites met pornografische content wettelijk te borgen. Dit in aanvulling op de motie om bij wettelijk noodzakelijke leeftijdsverificatie bij verkoop of gebruik van online diensten wettelijk te borgen dat privacy gewaarborgd blijft bij online leeftijdsverificatie op (bijvoorbeeld zero knowledge identity proof).
De genoemde situaties en diensten kennen verschillende leeftijdsgrenzen en in verschillende mate voorgeschreven online leeftijdsverificatie. Om die reden hecht ik er waarde aan om uw Kamer een gebundeld inzicht te geven in wat het kabinet op de verschillende onderwerpen doet qua wettelijke leeftijdsgrenzen en online leeftijdsverificatie. Deze maatregelen zijn verspreid over verschillende bewindspersonen. U vindt dit overzicht als bijlage.8 Met dit overzicht doe ik beide moties af.
Motie Van der Werf (D66)9 – monitoring schermtijd
De motie van het lid Van der Werf verzoekt de regering het gebruik van schermtijd door jonge kinderen structureel in kaart te brengen. Daarnaast verzoekt die de regering om met de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD), de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) en het Netwerk Mediawijsheid in gesprek te gaan over het standaard informeren van ouders om overmatig gebruik tegen te gaan en handelingsperspectieven te bieden.
Er bestaat sinds 2012 al een jaarlijkse monitor voor schermtijd van kinderen (uitgevoerd door o.a. de Hogeschool Windesheim); deze kent echter een beperkte leeftijdsgroep van 0 tot 6 jaar. BZK heeft daarom dit najaar onderzoek (mede)gefinancierd om ook de schermtijd in kaart te brengen van de doelgroep 7- tot 13-jarigen. Begin volgend jaar zal dit onderzoek gereed zijn en zal gekeken worden of dit onderzoek omgezet kan worden in structureel onderzoek. In het kader van de meerjarige publiekscampagne over online kinderrechten zal gekeken worden hoe het netwerk dat zich bezighoudt met het (digitaal) welzijn van kinderen – waaronder GGD, GHOR, Netwerk Mediawijsheid, maar bijvoorbeeld ook scholen – kan bijdragen aan het goed informeren van ouders en kinderen. De meerjarige multimediale publiekscampagne zal na de zomer van 2025 gelanceerd worden.
Motie Van Baarle (DENK)10– Cultuursensitief werken
Ik vind dat wij als overheid moeten staan voor goede dienstverlening aan onze burgers en ondernemers. Daarbij hoort dat we ons kunnen inleven in situaties van mensen die aan bijvoorbeeld een balie komen. Zodat we hun vragen snel kunnen beantwoorden en proactief inspelen op wat zij nodig hebben. Het lid Van Baarle diende een motie in over het bevorderen van cultuursensitief werken in dienstverlening en uitvoering.
Cultureel sensitief werken gaat over hoe bewust ambtenaren zich zijn van hun eigen cultuur in relatie tot elkaar en de burgers voor wie de overheid beleid maakt en met wie de overheid contact heeft. In de afgelopen periode heb ik in samenwerking met experts, ervaringsdeskundigen, burgers en de publieke dienstverleners concrete acties opgesteld om cultuursensitief werken te bevorderen. Deze acties zijn onder andere het vergroten van het cultuurbewustzijn en het versterken van de vertrouwensband met de burger. In de Gids Ambtelijk Vakmanschap wordt aandacht besteed aan het waardengedreven werken bij de Rijksoverheid. Dienstbaarheid, inclusie en mensgericht werken maken hier onderdeel van uit. In de gids wordt verwezen naar de concrete acties om cultuursensitief werken te bevorderen, zodat in de praktijk beter kan worden aangesloten op de belevingswereld van mensen in hun contact met de overheid. De motie beschouw ik hierbij als afgedaan.
Toezegging - Voortgang overheidsbrede visie generatieve artificiële intelligentie (AI)
Op 18 januari jl. heeft het vorige kabinet de overheidsbrede visie op generatieve AI gepubliceerd.11 In deze visie is toegezegd om uw Kamer eind dit jaar te informeren over de voortgang. Hieronder sta ik daarom stil bij de belangrijkste ontwikkelingen aan de hand van de verschillende actielijnen. Voor een verdere inhoudelijke toelichting verwijs ik u ook graag naar de beantwoording van het schriftelijk overleg over de overheidsbrede visie op generatieve AI, die voor de zomer met uw Kamer is gedeeld. Hierin worden een groot aantal inhoudelijke thema’s rondom generatieve AI toegelicht.12 De kabinetsplannen en daarbij behorende (geprioriteerde) acties rondom de verantwoorde inzet van (generatieve) AI zullen worden verbonden aan de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS) en andere relevante beleidsstukken, zoals de Voortgangsrapportage Strategie Digitale Economie.
Actielijn 1: Samenwerken
Wat betreft het stimuleren van de maatschappelijke dialoog rondom (generatieve) AI, zette de Nederlandse AI-Coalitie onder meer via de Nationale AI-cursus in op het starten van een publiek debat over dit onderwerp.13
In 2024 is er gewerkt aan een aanvraag voor Werk aan Uitvoering (WaU)-middelen om drie pilots verder te brengen: een Fries taalmodel, inclusievere dienstverlening door het gebruik van generatieve AI bij Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en Sociale Verzekeringsbank (SVB), en het inzetten op een open Nederlands taalmodel voor dienstverlening in samenwerking met het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). De komende jaren wordt gewerkt aan het in praktijk brengen van deze pilots, het delen van geleerde lessen en, indien opportuun, aan het opschalen ervan.
Op Europees niveau is het ministerie van Economische Zaken (EZ) sinds januari 2024 onderdeel van de Alliance for Language Technologies European Digital Infrastructure Consortium (ALT-EDIC). Het doel is om een Europees technologiecentrum voor natuurlijke taalverwerking op te zetten, zodat Europa strategisch en technologisch niet achterblijft op het gebied van grote taalmodellen en om een breed ecosysteem te bouwen ter ondersteuning van de adoptie van deze technologie binnen de EU.
Actielijn 2: Nauwgezet volgen van alle ontwikkelingen
De Nederlandse Organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) werkt in opdracht van BZK aan een overheidsbrede monitor generatieve AI; deze zal voor de zomer van 2025 gereed zijn. Het doel van deze monitor is om beter zicht te krijgen op de vele pilots en AI-toepassingen bij de overheid. Het vervolg van dit traject zal zich richten op het ontsluiten van de beschikbare informatie aan de overheid, zodat het wiel niet opnieuw wordt uitgevonden en overheden van elkaars inzet kunnen leren en zich kunnen laten inspireren.
Als onderdeel van de overheidsbrede visie op generatieve AI heeft het kabinet de Sociaal Economische Raad (SER) in januari 2024 gevraagd om met een advies te komen om de impact van AI op de arbeidsproductiviteit, kwantiteit en kwaliteit van werk in kaart te brengen. Dit advies wordt in het eerste gedeelte van 2025 verwacht.
In opdracht van BZK werkt de Universiteit Utrecht aan een onderzoek om het duurzaamheidsaspect bij de ontwikkeling en het gebruik van generatieve AI door de overheid nader te onderzoeken. Dit zal in 2025 worden afgerond.
Actielijn 3: Vormgeven en toepassen wet- en regelgeving
In het kader van de Europese AI-verordening14, die in augustus jl. in werking is getreden, werken de ministeries van BZK, JenV en EZ aan verschillende acties om de implementatie van deze EU-wetgeving goed te laten verlopen:
Via een regiotour en een roadshow wordt voorlichting over de gevolgen van de AI-verordening verleend met aandacht voor decentrale overheden en het MKB.
EZ heeft met toezichthouders een pilot opgestart om te oefenen met de regulatory sandbox15 en inzichten op te doen voor de definitieve inrichting hiervan in Nederland.
Nederland is vertegenwoordigd in de AI Board. Dit EU-gremium speelt een centrale rol in het coördineren en waarborgen van de samenwerking tussen EU-lidstaten, met als doel een uniforme uitvoering en toepassing van de AI-verordening binnen de hele EU.
Er worden verschillende instrumenten ontwikkeld om (overheids)organisaties te ondersteunen bij de implementatie, zoals handreikingen, webinars, fysieke bijeenkomsten en inloopspreekuren.
Actielijn 4: Vergroten kennis en kunde
Het voorlopige standpunt en de handreiking generatieve AI wordt momenteel in samenwerking tussen het Rijk en medeoverheden doorontwikkeld tot een overheidsbreed standpunt en handreiking. Deze zullen begin 2025 met uw Kamer worden gedeeld.
De Rijksacademie voor Digitalisering en Informatisering (RADIO) verzorgt een opleiding over generatieve AI. Via de WaU-pilots wordt erop ingezet om ook opleidingen aan te bieden voor specifieke doelgroepen binnen overheidsorganisaties.
In 2024 is er binnen de Community of Practice voor overheidspersoneel (meer dan 200 leden) veel (praktische) kennis gedeeld over de verantwoorde inzet van generatieve AI bij de overheid.16
Actielijn 5: Innoveren met generatieve AI
In 2024 hebben BZK, EZ en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) de mogelijkheid van een Nederlandse AI-faciliteit (of fabriek) verkend. Dit heeft geleid tot drie scenario’s: bestaande middelen en instrumenten gebruiken, meer investeren in Europese AI-fabrieken (EuroHPC), of een AI-fabriek in Nederland starten.17 De inzet is erop gericht begin 2025 uw Kamer hierover nader te informeren.
Bij overheidsorganisaties vinden experimenten plaats op het gebied van generatieve AI. Deze lopen uiteen van (interne) AI-chatbots tot het anonimiseren met behulp van Large Language Models (LLMs). Ook via het innovatiebudget 2024 worden verschillende pilots en experimenten rondom generatieve AI gestimuleerd.18
Open State Foundation (OSF) heeft in het voorjaar van 2024 haar Kamerdebot – een LLM die is getraind op Nederlandse open overheidsinformatie, waaronder openbaar beschikbare Kamerstukken en speeches – opgeleverd. Het doel hiervan was onder andere om de kansen en risico’s van huidige taalmodellen voor de democratie in kaart te brengen.
Actielijn 6: Sterk en helder toezicht houden en handhaven
De uitvoeringswetgeving waarin het toezicht op de Europese AI-verordening wordt ingericht in Nederland wordt voorbereid.
In november 2024 hebben de toezichthouders onder aanvoering van Directie Coördinatie Algoritmes (DCA) bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) hun advies uitgebracht over inrichting van het toezicht op de AI-verordening.19
In haar meest recente rapportage AI- & Algoritmerisico’s Nederland (RAN) heeft de DCA bij de AP aandacht gevraagd voor generatieve AI. Zo wordt onder meer het belang van een Europese aanpak op het gebied van generatieve AI benadrukt en worden de risico’s rondom cybersecurity onderstreept.20
Toezegging – Cryptobeleid en bijbehorende kaders
Uw Kamer is toegezegd dat er beleid rondom cryptografie met bijbehorende kaders opgesteld zou worden. Ik kan u informeren dat dit inmiddels is voltooid in de vorm van een beleidskader cryptografie. De kern van dit beleidskader beschrijft de generieke aspecten bij het opstellen van beleid voor cryptografie binnen de Rijksoverheid. Het beschrijft wat in een departementaal cryptografiebeleid beschreven moet worden, maar schrijft niet voor hoe het beleid moet worden ingevuld. Het document is bedoeld om relevante kaders mee te geven aan rijksoverheidsinstanties die leidend zijn voor zowel de processen, de architectuur- als de inrichtingsprincipes rondom cryptografie.
Toezeggingen - I-Vakmanschap
Het hebben van voldoende goed gekwalificeerd personeel met kennis van
Informatievoorziening (IV) en Informatie- en communicatietechnologie
(ICT) is essentieel voor het functioneren van de overheid. Zoals
hierboven is te lezen, hebben we er daarom in samenspraak met de
medeoverheden en publieke dienstverleners voor gekozen om digitaal
vakmanschap te markeren als één van de prioriteiten voor de Nederlandse
Digitaliseringsstrategie. Dat betekent dat we de huidige inzet voor de
Rijksoverheid gaan versterken met een gezamenlijke
overheidsaanpak.
Dat betekent natuurlijk niet dat we stoppen met het huidige beleid dat
we al voor de Rijksoverheid voeren. Zo worden er wervingsevenementen
georganiseerd – aan het laatste evenement namen ruim 700
geïnteresseerden deel – en werken we aan grotere pools van experts en
een handreiking voor de Strategische Personeelsplanning (SPP). Inzake
die laatste twee punten zijn aan uw Kamer twee toezeggingen gedaan waar
ik kort bij stil wil staan.
Uitbreiden I-expertise
Aan uw Kamer is toegezegd de I-pools binnen de Rijksoverheid uit te
breiden21. Het voor 2024 gestelde doel van
vijftig experts is daarbij helaas niet gehaald. Dit komt onder meer
omdat de I-pools in de jaren daarvoor substantieel zijn uitgebreid en
ook door de wens om te bezuinigen op het ambtelijk apparaat en de
schijnzelfstandigheid terug te dringen.
Handreiking I-meerjarige personeelsplanning
Daarnaast is toegezegd een handreiking voor I-meerjarige
personeelsplanning te ontwikkelen. Dit is voor het onderwerp
Informatiehuishouding gedaan middels een toolkit voor
strategische personeelsplanning die organisaties kunnen gebruiken als
handreiking. Ik zal bezien of dit wordt uitgebreid voor andere
onderwerpen. Ik zie erop toe dat dit op een goede wijze wordt meegenomen
in het als één overheid werken aan de Nederlandse
Digitaliseringsstrategie.
Toezegging22 – Code Goed Digitaal Openbaar Bestuur (CODIO)-kader
Zoals aan uw Kamer toegezegd, werk ik aan de toepassing van het Code Goed Digitaal Openbaar Bestuur-kader (CODIO-kader) bij overheden door deze praktischer te maken en beter in te passen in bestaande processen. Berenschot en de Universiteit Utrecht hebben het CODIO-kader vertaald naar een praktisch toepasbaar instrument en getoetst bij vier overheidsorganisaties (een gemeente, provincie, hoogheemraadschap en uitvoeringsorganisatie). Daarnaast geven ze advies hoe dit te implementeren. Ik heb toegezegd om uw Kamer in december van dit jaar verder te informeren over de toepassing van het CODIO-kader. Echter, de oplevering van de eindrapportage is vertraagd, omdat het uitvoeren van de pilotstudies langere tijd in beslag nam dan initieel voorzien. Daarom kan ik de toezegging nog niet gestand doen. Het eindrapport is op 31 januari 2025 beschikbaar. Ik zal uw Kamer daarom in de verzamelbrief van het eerste kwartaal van 2025 verder informeren, en daarmee de toezegging nakomen.
Toezegging23 - Domeinnaamextensie voor overheidswebsites
In de Verzamelbrief Digitalisering van 22 december 2023 heeft de toenmalige staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aangekondigd een onderzoek te willen laten uitvoeren om de organisatorische en financiële implicaties van invoering van een domeinnaamextensie voor overheidswebsites, zoals bijvoorbeeld .gov.nl of .overheid.nl, inzichtelijk te maken. Dit impactonderzoek is in voorbereiding en wordt in 2025 uitgevoerd. Op basis van de uitkomsten kan een gewogen besluit over wel of geen invoering worden genomen.
Appreciatie Landenrapport: State of the Digital Decade
2024
Op 2 juli 2024 heeft de Europese Commissie het tweede landenrapport van
het Digitaal Decennium gepubliceerd.24 Daarin wordt ook
gekeken naar de BZK-beleidsterreinen digitale vaardigheden en publieke
dienstverlening, waarop ik hieronder reageer.
Het landenrapport benadrukt dat Nederland een zeer sterke bijdrage
levert aan de doelstellingen en ambities van het Digitale Decennium van
de Europese Unie (EU). De Commissie benoemt dat digitalisering in
Nederland wordt gezien als een kans voor groei, concurrentiekracht en
veerkracht. Verder noemt de Commissie het hoge niveau van digitale
basisvaardigheden van de Nederlandse bevolking, evenals de geavanceerde
staat van gedigitaliseerde dienstverlening voor burgers en bedrijven. De
meeste Nederlanders vinden dat digitalisering hun leven makkelijker
maakt, waarmee Nederland tot de koplopers in de EU behoort. Er blijven
echter belangrijke uitdagingen bestaan. De Commissie benadrukt dan ook
de noodzaak van blijvende aandacht om de digitaliseringsdoelstellingen
te realiseren. Dit kan worden bereikt door de voortzetting van het
Nederlandse beleid op het gebied van digitale vaardigheden en de verdere
digitalisering van overheidsdiensten. Nederland sluit hierbij aan bij de
Europese ambities en overtreft deze al op het gebied van digitale
vaardigheden.
De aanbeveling van de Commissie onderschrijf ik volledig: het is van groot belang dat we blijven werken aan de ambities op het gebied van publieke dienstverlening en digitale vaardigheden. Zoals ik in de Startbrief Digitalisering van 7 november 2024 aangaf, moet de overheid digitale technologie verantwoord inzetten en hoogwaardige dienstverlening bieden aan burgers en ondernemers. Dit vormt de basis van ons digitaliseringsbeleid en onze technologische ontwikkeling. In de Nederlandse Digitaliseringsstrategie, die momenteel in ontwikkeling is, staat de burger dan ook centraal, waarbij we als één digitale overheid optreden. Iedereen moet kunnen profiteren van de kansen van digitalisering en beschermd worden tegen de risico’s. De aanbevelingen van de Commissie in het landenrapport beschouw ik als een waardevolle steun en aansporing om onze digitaliseringsdoelen te verwezenlijken.
Schriftelijke vragen foutieve geboortedata in de Basisregistratie personen
Tot slot deel ik uw Kamer mede dat de aan mij en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gestelde vragen van de leden Chakor (GroenLinks-PvdA) en Van Nispen (SP) over foutieve geboortedata in de Basisregistratie personen25 (ingezonden op 6 december 2024) niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden beantwoord. Voor de beantwoording van de vragen is meer tijd nodig vanwege het verzamelen van de gevraagde cijfers over het aantal personen met een (gedeeltelijk) onbekende geboortedatum in de BRP. Uw Kamer ontvangt de antwoorden zo spoedig mogelijk.
GDI-programmeringsplan 2025 en Monitor Digitale Overheid 2024
Tevens bied ik u hierbij het GDI-Programmeringsplan 2025 aan26. Dit plan geeft richting aan de ontwikkeling van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) voor 2025 en is opgesteld in nauwe samenwerking met uitvoeringsorganisaties, medeoverheden en departementen die betrokken zijn bij de publieke dienstverlening. De GDI is essentieel voor de digitale dienstverlening door publieke dienstverleners aan burgers en ondernemers. Deze infrastructuur omvat een samenhangend stelsel van voorzieningen, standaarden en afspraken die bijdragen aan veilige, toegankelijke en effectieve digitale dienstverlening. Het programmeringsplan beschrijft de activiteiten die in 2025 worden uitgevoerd om de GDI te beheren, verder te ontwikkelen en te vernieuwen.
Het GDI-programmeringsplan is ingebed in de bredere beleidskaders van de Meerjarenvisie Digitale Overheid. Die meerjarenvisie wordt afgestemd op de Nederlandse Digitaliseringsstrategie, waarover ik u eerder in deze brief nader heb geïnformeerd. Voor het programmeringsplan van 2026 brengen we beheer, vernieuwing en innovatie van de GDI voor zover mogelijk in lijn met de speerpunten van de NDS.
Ik bied u hierbij ook de Monitor Digitale Overheid 2024 aan27. Deze monitor geeft (kwantitatief) inzicht in het gebruik en de aansluitingen van de onderdelen van de GDI.
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties,
F.Z. Szabó
Bijlagen
Volgnummer | Naam |
---|---|
1 | Tabel Planningsbrief 2025 |
2 | Lijst afgedane moties en toezeggingen met verzamelbrief digitalisering december 2024 |
3 | Uitkomsten verkenning Kinderautoriteit Persoonsgegevens |
4 | Gebundelde informatie rondom online leeftijdsverificatie |
5a | GDI-programmeringsplan 2025 |
5b | Monitor Digitale Overheid 2024 |
Kenmerk: 2024D39987↩︎
Zie hiervoor bijlage 1↩︎
Zie hiervoor bijlage 2↩︎
Kamerstukken II 2022/2023, 32 761, nr. 272↩︎
Zie hiervoor bijlage 3↩︎
Kamerstukken II 2024/2025, 36 531, nr. 20↩︎
Kamerstukken II 2023/2024, 26 643, nr. 1163↩︎
Zie hiervoor bijlage 4↩︎
Kamerstukken II 2023/2024, 26 643, nr. 1161↩︎
Kamerstukken II 2021/2022, 35 387, nr. 7↩︎
https://open.overheid.nl/documenten/9aa7b64a-be51-4e6a-ad34-26050b8a67ef/file↩︎
Kamerstukken II 2023-2024, 26 643, nr. 1125.↩︎
Specifiek voor generatieve AI zijn ook de bepalingen rondom General Purpose AI (GPAI)-modellen relevant. Vanaf 2 augustus 2025 zullen de regels voor modellen van algemene doeleinden ('GPAI') van kracht zijn. Deze modellen kunnen veel verschillende taken uitvoeren en vormen de basis voor veel generatieve AI-systemen.↩︎
Om organisaties te helpen bij complexe compliancevraagstukken rondom de AI-verordening, zijn deze regulatory sandboxes ontwikkeld.↩︎
https://generatieveai.pleio.nl/groups/view/7584698b-ee4c-4496-b971-69b7b21120c1/community-of-practice-overheidsmedewerkers↩︎
Kamerstuk 2023/2024, 26 643, nr. 1180.↩︎
https://www.digitaleoverheid.nl/overzicht-van-alle-onderwerpen/innovatie/innovatiebudget/toekenning-innovatiebudget-2024/↩︎
https://autoriteitpersoonsgegevens.nl/documenten/eindadvies-inrichting-ai-toezicht-ap-rdi↩︎
https://www.autoriteitpersoonsgegevens.nl/documenten/rapportage-ai-algoritmerisicos-nederland-ran-voorjaar-2024↩︎
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2023/12/22/verzamelbrief-digitalisering-december-2023↩︎
TZ202404-209↩︎
TZ202411-105↩︎
Digital Decade 2024: Country reports | Shaping Europe’s digital future (europa.eu)↩︎
Kenmerk 2024Z20476↩︎
Zie bijlage 5a.↩︎
Zie bijlage 5b.↩︎