[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Beleidskaders hervestiging 2024 en 2025

Vreemdelingenbeleid

Brief regering

Nummer: 2024D50937, datum: 2024-12-18, bijgewerkt: 2024-12-20 11:42, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 19637 -3324 Vreemdelingenbeleid.

Onderdeel van zaak 2024Z21569:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


In 2023 is het meerjarig beleidskader hervestiging 2020-2023 afgelopen.1 Met deze brief informeer ik u over hervestiging en het Nederlandse hervestigingsbeleid als zodanig, de resultaten van het meerjarig beleidskader hervestiging 2020-2023, en over het opvolgend beleidskader 2024 onder het demissionaire kabinet en het beleidskader 2025 onder het huidige kabinet. Tevens reageer ik in deze brief op de motie van het lid Van Dijk (SGP) 36600-XX, nr.44.

Hervestiging en het Nederlandse hervestigingsbeleid

Nederland kent een lange traditie van deelname aan het hervestigingsprogramma van de Vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties (UNHCR). Al sinds de jaren ’70 is hiervoor beleid ontwikkeld. Daarvoor hervestigde Nederland ook al vluchtelingen op ad hoc basis, bijvoorbeeld naar aanleiding van de Hongaarse Opstand in 1956.2 In 1984 is een jaarlijks quotum geïntroduceerd.

Van hervestiging is sprake als een vluchteling vanuit een gastland – meestal een land in de regio van het herkomstland en buiten de EU – wordt overgebracht naar een derde land dat ermee heeft ingestemd de vluchteling toe te laten en rechtmatig verblijf (internationale bescherming) te geven. Hervestiging naar Nederland vindt uitsluitend plaats op voordracht van UNHCR.

Voor UNHCR is hervestiging een van de duurzame oplossingen voor vermindering van de wereldwijde vluchtelingenproblematiek, naast terugkeer naar het herkomstland en lokale integratie in de regio. Personen komen in aanmerking voor hervestiging wanneer zij door UNHCR zijn erkend als vluchteling op grond van het Vluchtelingenverdrag. UNHCR draagt alleen de meest kwetsbare vluchtelingen voor, dat wil zeggen vluchtelingen die zich in een uitzonderlijk kwetsbare positie of uitzichtloze situatie bevinden en bescherming behoeven, dan wel bij wie sprake is van acuut gevaar.

Volgens UNHCR zijn de wereldwijde hervestigingsnoden nog nooit zo hoog geweest. Meer dan 2,4 miljoen vluchtelingen komen in aanmerking voor hervestiging in 2024, vergeleken met zo’n 2 miljoen in 2023 en 1,47 miljoen in 2022.3 Dit is slechts een klein deel van het wereldwijd aantal vluchtelingen dat valt onder het mandaat van UNHCR (ongeveer 32 miljoen halverwege 2024).4 Het merendeel van hen wordt opgevangen door landen in de regio’s van herkomst. Uiteindelijk wordt slechts een uiterst klein deel van alle vluchtelingen die voor hervestiging in aanmerking komen daadwerkelijk hervestigd: in de eerste helft van 2024 slechts 4% (85,000).5

In de huidige internationale context van langdurige en nieuw uitgebroken conflicten die in de weg staan aan veilige terugkeer van vluchtelingen naar hun herkomstland is het vooruitzicht dat de hervestigingsnoden blijven groeien. Het is van belang om deze veilige route naar duurzame bescherming te houden voor de meest kwetsbare vluchtelingen die UNHCR hiervoor voordraagt. Ook wordt hiermee nationaal en in EU-verband concreet uiting gegeven aan solidariteit en verantwoordelijkheidsdeling met landen in conflictregio’s die jarenlang grote aantallen vluchtelingen opvangen. Door een strategische inzet van hervestiging, ondersteund door (meerjarige) toezeggingen van hervestigingslanden, kan hervestiging bijdragen aan het adresseren van de situatie in opvanglanden en tevens gunstig zijn voor het bredere beschermingsmilieu dat verder gaat dan enkel de vluchtelingen die worden hervestigd. Vanwege deze elementen is hervestiging de voornaamste ‘derde landen oplossing’ in de context van het Global Compact on Refugees (2018)6.

In EU-verband is hervestiging een strategisch onderdeel van de integrale aanpak van migratie en maakt de ‘Verordening (EU) 2024/1350 van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2024 tot vaststelling van een Uniekader voor hervestiging en toelating op humanitaire gronden, en tot wijziging van Verordening (EU) 2021/1147’ (hierna: Uniekader Verordening) deel uit van het Europees Asiel en Migratiepact.7

Nederland streeft ernaar hervestiging strategisch in te zetten. Dat gebeurt door de missiebestemmingen te bepalen aan de hand van de jaarlijkse Projected Global Resettlement Needs van UNHCR, relevante ontwikkelingen en prioriteiten in de EU en Europese Agenda voor Migratie, evenals nationale prioriteiten en overwegingen zoals de migratiepartnerschappen en de opvang in de regio inzet. Daarnaast streeft Nederland naar een diverse hervestigingscaseload. Tot slot spelen bij de keuze uit welke landen Nederland hervestigt operationele overwegingen een rol, zoals de veiligheidssituatie in het land van opvang.

Vanaf 2018 bestaat naast het meerjarig beleidskader een variant van hervestiging ‘in het kader van (EU) migratiesamenwerking met derde landen’. Deze variant komt voort uit de hervestiging op grond van de EU-Turkije Verklaring en is een vorm van hervestiging die conditioneel is aan de wederzijdse uitvoering van de samenwerking en de daaruit voortvloeiende asielinstroom in (EU en) Nederland. Tot op heden wordt alleen de hervestiging in het kader van de EU-Turkije Verklaring onder deze categorie geschaard. Onderhavige brief concentreert zich op het (meerjarig) beleidskader hervestiging (nationaal quotum) en laat de (EU) migratiesamenwerking variant verder buiten beschouwing.

De beslissing of een vluchteling in aanmerking komt voor hervestiging in Nederland is het resultaat van een weging van de voordracht van UNHCR. Dit gebeurt door toetsing aan het Nederlandse (landgebonden) asielbeleid door de IND en op basis van een door het COA opgesteld hervestigingsprofiel van de vluchteling. Er is sprake van toetsing (selectie) vooraf en gecontroleerde overkomst naar rechtmatig verblijf in Nederland.

Hervestiging vindt grotendeels plaats door middel van selectiemissies naar opvanglanden in conflictregio’s. Daarnaast wordt binnen het nationale quotum ook een aantal individuele spoed- en urgente zaken op dossierbasis geselecteerd vanuit de hele wereld (ongeoormerkt).

De periode tussen selectie en aankomst van een vluchteling in Nederland is in beginsel niet langer dan zes maanden. Voorafgaand aan hun vertrek uit het opvangland worden de geselecteerde vluchtelingen door het COA voorbereid op hun komst naar Nederland door middel van een culturele oriëntatie training. Hierbij krijgen ze onder meer training in het kunnen functioneren in de Nederlandse maatschappij. Ook wordt tijdens deze trainingen informatie verzameld om gemeenten en begeleidende organisaties voor te bereiden op hun komst. Bij aankomst worden de hervestigde vluchtelingen in het bezit gesteld van een asielvergunning. Vervolgens is het uitgangspunt dat zij direct in een gemeente worden gehuisvest8 en daar gedurende een bepaalde periode worden bijgestaan in het proces van inburgeren en participeren door VluchtelingenWerk of een andere maatschappelijke organisatie. Indien er geen huisvesting in een gemeente mogelijk is, bijvoorbeeld om redenen van (individueel) maatwerk of afwezigheid van een (geschikte) woning, worden de hervestigde vluchtelingen eerst in een COA-opvanglocatie ondergebracht.

Resultaten beleidskader 2020-2023

Bij brief van 26 mei 20209 is de Kamer geïnformeerd over het instellen van het meerjarig beleidskader 2020-2023 voor de hervestiging van in totaal 2.000 vluchtelingen, uitgaande van een nationaal quotum van (gemiddeld) 500 hervestigde vluchtelingen per jaar. Het gaat hierbij om het aantal aankomsten van hervestigde vluchtelingen in Nederland evenals het aantal in deze periode in Nederland aangekomen nareizende familieleden van hervestigde vluchtelingen.10

In de Kamerbrief van 9 september 2020 naar aanleiding van de brand in het vluchtelingenkamp Moria op Lesbos heeft het kabinet besloten om eenmalig 100 kwetsbare personen vanuit Griekenland naar Nederland te herplaatsen en dit aantal in mindering te brengen van het nationale hervestigingsquotum.11 De inzet onder het meerjarig beleidskader werd hiermee 1.900 hervestigde vluchtelingen.

Ontwikkelingen

Tijdens het beleidskader 2020-2023 was sprake van veel ontwikkelingen die van grote invloed waren op de uitvoering: de covid-19 pandemie, verslechterde veiligheidssituaties in verschillende opvanglanden, de algemene druk op de asielketen (verhoogde asielinstroom, de evacuatie en overbrenging van Afghanen, de instroom van Oekraïners) evenals de algemene opvang- en huisvestingschaarste in Nederland. Deze ontwikkelingen hadden ook gevolgen voor de hervestiging in het kader van de EU-Turkije Verklaring12, welke vanwege de opvangsituatie eind augustus 2022 tijdelijk is gestaakt13 en per 2024 weer is opgestart.14 De ontwikkelingen hebben geresulteerd in verschillende aanpassingen van onderdelen van het hervestigingsproces waarmee Nederland de hoge kwaliteit heeft weten te behouden.

Toen de covid-19 pandemie in eerste instantie het hele hervestigingsproces had stilgelegd, zijn bijvoorbeeld vluchtelingen in opvanglanden die op dat moment al waren geaccepteerd om te worden hervestigd door het COA op de hoogte gehouden van de stand van zaken. Daarnaast heeft het COA de culturele oriëntatie trainingen om vluchtelingen voor te bereiden op leven in Nederland omgezet naar digitale trainingen op afstand. Het COA vervulde hierin een voorbeeldfunctie en heeft deze kennis en ervaring actief gedeeld met andere hervestigingslanden.

Nadat door goede samenwerking van COA met een gemeente een quarantaineopvang is ingericht om de vluchtelingen op zorgvuldige wijze naar Nederland over te brengen, konden halverwege 2020 de aankomsten worden hervat. Vanaf eind augustus 2021 konden de selectiemissies ter plekke weer doorgang vinden, rekening houdend met voortdurende aanpassingen van covid-19 protocollen.

Ook UNHCR en IOM hebben tijdens de pandemie ingezet op het ontwikkelen van voorzieningen zoals video-interviews om het hervestigingsproces door te kunnen laten gaan. Uiteindelijk is de ervaring van Nederland en de meeste andere hervestigingslanden dat het slechts voor een beperkt aantal soorten hervestigingszaken mogelijk is om op afstand vluchtelingen te selecteren voor hervestiging. Voor verreweg de meeste zaken geldt dat in persoon contact nodig is voor een zorgvuldige selectieprocedure en voorbereiding op aankomst in Nederland.

Verder heeft COA in deze beleidskaderperiode de culturele oriëntatie training onder de loep genomen met als uitkomst dat COA (nog) meer maatwerk gaat bieden afhankelijk van de caseload en gericht op de directe plaatsing van hervestigde vluchtelingen in een gemeente. Daarnaast is COA een initiatief gestart om een aantal gemeenten te vragen hun taakstelling alleen of voornamelijk te vullen met hervestigingszaken. Hierdoor wordt het aantal gemeenten dat nodig is voor de huisvesting van hervestigde vluchtelingen beperkt - tot ongeveer 20 - en kan met deze gemeenten worden gewerkt aan professionalisering, verdieping en relatiebeheer op het gebied van hervestiging en hervestigde vluchtelingen. Het doel is een goedlopend en effectief hervestigingsproces voor alle betrokkenen.

Een voorbeeld van een veranderde veiligheidssituatie in opvanglanden met consequenties voor de uitvoering gedurende deze beleidskaderperiode is het meermaals uitstellen en uiteindelijk afblazen van een pilot selectiemissie naar Ethiopië als gevolg van het conflict in Tigray. Wel is met goed gevolg ervaring opgedaan met hervestiging uit het Emergency Transit Mechanism (hierna: ETM) in Rwanda voor uit Libië geëvacueerden.15

Andere ontwikkelingen tijdens de beleidskaderperiode zien op een versterking van het proces en de samenwerking met alle belanghebbenden. Vanaf 2021 wordt bijvoorbeeld met VluchtelingenWerk, UNHCR Nederland en een kerngroep van voormalig hervestigde vluchtelingen gewerkt aan het organiseren van een structurele inbreng van hervestigde vluchtelingen bij hervestiging gerelateerde onderwerpen in de vorm van een Refugee Resettlement Advisory Group (RRAG). Dit heeft in december 2023 geresulteerd in een gezamenlijke pledge in het kader van het Global Refugee Forum16 om hier de komende jaren verder aan te werken. Daarnaast worden met COA enkele tijdens de beleidskader opgestarte (lokale) initiatieven van maatschappelijke organisaties gevolgd op het gebied van community sponsorship van hervestigde vluchtelingen.17 Geïnspireerd op de Canadese private sponsorship programma’s en positieve ervaringen van meerdere EU lidstaten beogen deze initiatieven een gunstig effect op de integratie en participatie van de deelnemende hervestigde vluchtelingen te bewerkstelligen evenals het (lokaal) bevorderen van de sociale cohesie en het draagvlak voor vluchtelingen. Daarbij kan het de gemeente en maatschappelijke ondersteuningsorganisaties onlasten.

Zoals gebruikelijk heeft Nederland deze beleidskaderperiode actief bijgedragen aan kennis- en expertise uitwisseling in bilateraal, EU en internationaal verband. Een in dat opzicht belangrijke ontwikkeling is de oprichting in 2020 van het EUAA Hervestiging- en humanitaire toelatingsnetwerk. Het netwerk heeft tot doel het faciliteren en vergroten van onderlinge samenwerking, coordinatie en efficiency zowel op strategisch als operationeel niveau. Gedurende de pandemie heeft het netwerk meteen een belangrijke rol gespeeld in de informatievoorziening en kennisuitwisseling tussen de lidstaten en met UNHCR en IOM.

Tot slot is december 2022 een akkoord bereikt met het Europees Parlement op de tekst van de Uniekader Verordening. Het onderhandelingsresultaat was evenwel bevroren in afwachting van voortgang op de rest van het EU Asiel- en Migratiepact. In december 2023 is een principeakkoord gesloten op het pact en na gezamenlijke afronding van de voorstellen door de Raad en het Europees Parlement is de wetgeving in mei dit jaar gepubliceerd.18 De Uniekader Verordening treedt direct in werking19, maar de feitelijke implementatie van het daarin opgenomen hervestigingsproces start pas met de uitvoering van het eerste Unieplan. Naar verwachting is dat per 1 januari 2026, in aansluiting op het aflopen van het huidige EU 2024-2025 hervestiging- en humanitaire toelatingsprogramma. De komende jaren zullen daarom in het teken staan van voorbereiding van de implementatie, zowel op nationaal niveau als met de Commissie en de EU lidstaten.

Cijfermatig

Tabel uitvoering meerjarig beleidskader hervestiging 2020-2023:

2020 2021 2022 2023 Totaal

Aankomsten hervestigde vluchtelingen,

incl. nareizende familieleden20

300 90 730 800 1.920

Bron aantal aankomsten hervestigde vluchtelingen 2020 t/m 2023: IND Asieltrends/IND Cijfers afgerond op tientallen.

Aan het einde van de beleidskaderperiode 2020-2023 is het toegezegde aantal van 1.900 hervestigde vluchtelingen volledig uitgevoerd. Het aantal is enigszins overschreden door het vervroegd naar Nederland overbrengen van kwetsbare vluchtelingen in Libanon vanwege de veiligheidssituatie aldaar in verband met het conflict tussen Irsraël en Hamas. In totaal is sprake van ongeveer 1.920 hervestigde vluchtelingen. Het aantal vluchtelingen waarmee de inzet onder dit beleidskader is overschreden wordt meegeteld in het beleidskader 2024.

Gedurende het beleidskader 2020-2023 zijn vluchtelingen hervestigd uit Egypte, Libanon, Jordanië, Kenia, Maleisië, Rwanda, evenals individuele urgente zaken van vluchtelingen vanuit de hele wereld. Ook heeft Nederland door middel van hervestiging een bijdrage geleverd aan het ETM in Niger en Rwanda ten behoeve van vluchtelingen die uit schrijnende omstandigheden in Libië zijn geëvacueerd.

Vluchtelingen met velerlei achtergronden die in de opvanglanden in een kwetsbare positie zaten zijn via hervestiging in de gelegenheid gesteld om hier een nieuw leven te beginnen. Het gaat om vluchtelingen met zo’n 20 verschillende nationaliteiten (inclusief staatloos) waaronder Syrische, Congolese, Sudanese, Zuid-Sudanese, Eritrese, Jemenitische en Afghaanse vluchtelingen. Nederland heeft hiermee bijgedragen aan meerdere door UNHCR en in EU verband aangemerkte hervestigingsprioriteiten en daarbij ook invulling gegeven aan nationale belangen.

Beleidskaders 2024 en 2025

Na aflopen van het meerjarig beleidskader 2020-2023 moest een opvolgend beleidskader worden ingesteld. Ook moest in september 2023 de Nederlandse inzet onder het EU hervestiging- en humanitaire toelatingsprogramma voor de jaren 2024-2025 worden toegezegd. Het destijds demissionaire kabinet heeft besloten tot het voortzetten van de gebruikelijke inzet van het nationaal quotum van 500 hervestigde vluchtelingen per jaar (in totaal 1.000 hervestigde vluchtelingen in 2024-2025).21

Dit kabinet heeft met de recente aanpassing van het Regeerprogramma besloten om per 1 januari 2025 het nationaal quotum tot nader order te verlagen van 500 naar 200 hervestigde vluchtelingen per jaar. Het kabinet ziet evenwel nog steeds meerwaarde in het instrument van hervestiging.

Idealiter voert Nederland hervestiging uit in een meerjarig beleidskader.22 Enerzijds biedt een meerjarig kader de nodige flexibiliteit voor een adequate uitvoering van de toegezegde hervestigingsinzet. Anderzijds biedt het aan UNHCR, opvanglanden, en de vluchtelingenpopulatie aldaar een mate van continuïteit en voorspelbaarheid wat betreft solidariteit en verantwoordelijkheidsdeling. Vanwege de kabinetswisseling en het bijstellen van het nationale quotum per 1 januari 2025 is feitelijk sprake geweest van een eenjarig nationaal beleidskader voor 2024.23

Per 1 januari 2026 start de uitvoering van eerdergenoemde Uniekader Verordening. Deze verordening gaat uit van het instellen van tweejarige Unieplannen voor hervestiging en humanitaire toelating.24 Per die datum zal het nationaal beleidskader hervestiging synchroon gaan lopen met de meerjarige Unieplannen. Tot dan is ook in 2025 sprake van een eenjarig nationaal beleidskader hervestiging.

Bij brief van 18 september 2023 is uw Kamer al bericht over de getalsmatige bijdrage aan het EU 2024-2025 hervestigingsprogramma.25 Deze verwachting komt overeen met de gebruikelijke inzet op grond van het nationaal quotum en een specifiek voor de duur van het EU-programma bepaalde inzet in het kader van migratiesamenwerking met derde landen (de EU-Turkije Verklaring). Gelet op de aanpassing van het nationaal quotum per 1 januari 2025 zal dat betekenis hebben voor de toegezegde verwachting.26

In 2024, onder het oude quotum, heeft Nederland hervestiging uitgevoerd uit Libanon, Egypte, Kenia, Turkije, het ETM in Niger, evenals enkele individuele urgente dossierzaken vanuit de hele wereld, in lijn met de hervestigingsprioriteiten van UNHCR, de EU en nationale belangen. Het gaat dan onder meer om vluchtelingen afkomstig uit Syrië, Democratische Republiek Congo, Sudan, Zuid-Sudan, Eritrea, en Afghanistan.

In 2025 is de Nederlandse inzet erop gericht om, eveneens in lijn met de hervestigingsprioriteiten van UNHCR, de EU en nationale belangen, een hervestigingsmissie uit te voeren in Egypte (o.a. Sudanese en Zuid-Sudanese vluchtelingen). Ten behoeve van optimale flexibiliteit wordt het resterende aantal plaatsen toegewezen aan de reservering voor ongeoormerkte zaken, voor het hervestigen van een beperkt aantal individuele urgente zaken vanuit de hele wereld.

Motie van het lid Van Dijk (SGP) 36600-XX, nr.44

Tijdens de behandeling van de begroting Asiel en Migratie 2025 op 7 november 2024 is door het lid Van Dijk (SGP) een motie ingediend ertoe strekkende om bij hervestiging voorrang te verlenen aan christenen en andere personen die vergelijkbare vervolging te vrezen hebben.27

Zoals aan het begin van deze brief is vermeld, is het uitgangspunt van het UNHCR hervestigingsprogramma het voordragen van de meest kwetsbare vluchtelingen, dat wil zeggen vluchtelingen die zich in een opvangland in een kwetsbaardere positie bevinden dan de andere vluchtelingen aldaar. Hierin ligt besloten dat alsdan een vorm van voorrang wordt verleend door UNHCR. Dit geldt ook voor gevluchte christenen en andere personen die vergelijkbare vervolging hebben te vrezen in opvanglanden in de regio. Omdat alleen UNHCR goed zicht heeft op de totale vluchtelingenpopulatie om die inschatting zorgvuldig en adequaat te kunnen maken, ligt het voor de hand om de keuze welke zaken UNHCR voordraagt voor hervestiging te laten aan UNHCR. Niettemin is het gebruikelijk, als in ons nationale asielbeleid sprake is van bijzonder beleid voor bepaalde groepen personen28, zoals christenen, om dit vooraf bij het verzoek om voordrachten aan UNHCR te melden. De reden hiervoor is dat een enkele voordracht voor hervestiging nog niet voldoende is om in aanmerking te komen voor hervestiging naar NL: de voorgedragen persoon moet ook in aanmerking komen voor een asielvergunning op grond van het nationale beleid. Om zoveel als mogelijk te bewerkstelligen dat een voordracht kan resulteren in een acceptatie, wordt UNHCR daarom geïnformeerd over het actuele asielbeleid. In reactie op de motie heb ik besloten dat bij de uitvraag om voordrachten bijzondere aandacht zal worden gevraagd voor actueel beleid voor christenen indien daarvan sprake is, zonder daarmee ruimte weg te nemen van UNHCR welke zaken aan Nederland worden voorgedragen.

De Minister van Asiel en Migratie,

M.H.M. Faber- Van de Klashorst


  1. Bij brief van 26 mei 2020 is uw Kamer geïnformeerd over het instellen van dit meerjarig beleidskader hervestiging 2020-2023. Kamerstukken II 2019/20, 19 637, nr. 2608↩︎

  2. Andere voorbeelden zijn de ad hoc hervestiging van vluchtelingen uit Chili (na de militaire staatsgreep in 1973) en Vietnam (rond het eind van de Vietnamoorlog in 1973).↩︎

  3. Bron UNHCR Projected Global Resettlement Needs (PGRN) 2024: UNHCR projected global resettlement needs 2024 | Global Focus , PGRN 2023 en PGRN 2022.↩︎

  4. Bron: UNHCR Mid-Year Trends 2024: Mid-Year Trends 2024 | UNHCR↩︎

  5. Bron: UNHCR Mid-Year Trends 2024: Mid-Year Trends 2024 | UNHCR↩︎

  6. https://www.unhcr.org/about-unhcr/who-we-are/global-compact-refugees ‘Het uitbreiden van toegang tot derde landen oplossingen’ is een van de vier pijlers van het Global Compact on Refugees. Aanvullend op hervestiging wordt met ‘derde landen oplossingen’ gedoeld op andere gereguleerde routes (complementary pathways) voor vluchtelingen naar bescherming, zoals bijvoorbeeld nareis/gezinshereniging, vormen van humanitaire toelating of verblijfroutes voor onderwijs of werk.↩︎

  7. Zie ook verderop onder ‘Resultaten beleidskader 2020-2023 - ontwikkelingen’.↩︎

  8. Gemeenten werken op vrijwillige basis mee aan de huisvesting van hervestigde vluchtelingen.↩︎

  9. Kamerstukken II 2019/20, 19 637, nr. 2608↩︎

  10. Dit betreft het aantal aankomsten in het betreffende jaar van familieleden van (op enig moment) naar Nederland hervestigde vluchtelingen. Nota bene: deze nareis telt niet mee voor het EU hervestigingsprogramma. In EU verband tellen alleen de daadwerkelijk in een lidstaat aangekomen hervestigde vluchtelingen. Hiervoor kan op grond van het AMIF per hervestigde vluchteling een financiële tegemoetkoming van €10.000 worden verkregen.↩︎

  11. Kamerstukken II 2019/20, 19637, nr. 2652↩︎

  12. Deze categorie ‘hervestiging in het kader van (EU) migratiesamenwerking met derde landen’ bestaat naast het nationaal beleidskader hervestiging. Zie ook brief aan de Tweede kamer van 26 mei inzake het meerjarig beleidskader hervestiging 2020-2023 voor nadere toelichting op de twee hervestiging categorieën.↩︎

  13. Brief aan de Tweede Kamer inzake Besluitvorming opvangcrisis d.d. 26 augustus 2022. De hervestigde vluchtelingen in het kader van de EU-Turkije Verklaring stromen na aankomst in Nederland in beginsel de COA-opvang in.↩︎

  14. Brief aan de Tweede Kamer van 18 september 2023 inzake de Geannoteerde agenda JBZ-Raad 28 september 2023. Deze brief informeert de Kamer over de inzet voor het EU hervestigingsprogramma 2024-2025 en meldt dat de EU-Turkije Verklaring hervestiging wordt hervat per 1 januari 2024 ten behoeve van hervestiging van 1.000 vluchtelingen in 2024-2025 (gemiddeld 500 per jaar).↩︎

  15. In 2017 is door UNHCR het eerste ETM opgericht in Niger. Het ETM faciliteert de evacuatie van kwetsbare personen uit Libië en vervolgens de toegang tot een duurzame oplossing, zoals hervestiging. In 2019 kwam daar het ETM in Rwanda bij.↩︎

  16. Het Global Refugee Forum dient ter ondersteuning van de praktische uitvoering van de doelen van het Global Compact on Refugees. Het vindt vierjaarlijks plaats en wordt georganiseerd door UNHCR.↩︎

  17. ‘Samen Hier’ van Justice & Peace, en de pilot ‘Making the Dutch Connection’ van VluchtelingenWerk. Community sponsorship houdt in dat een groepje burgers zich in een sponsorgroep committeert om voor een bepaalde periode sociale- en integratiebegeleiding te bieden aan een hervestigde vluchteling(familie). De sponsorgroep neemt zelf de verantwoordelijkheid en wordt daarbij wordt ondersteund door een organisatie.↩︎

  18. Zie brief aan de Tweede Kamer van 21 december 2023 inzake Akkoord op hoofdlijnen over het EU Asiel- en Migratiepact.↩︎

  19. Per 11 juni 2024.↩︎

  20. Het aantal nareizende familieleden betrof gemiddeld nog geen 10 per jaar. Dit aantal is beperkt omdat in het hervestigingsproces ernaar wordt gestreefd om zoveel als mogelijk complete gezinnen te hervestigen en eventuele nareis vooraf in beeld te brengen.↩︎

  21. Brief aan de Tweede Kamer van 18 september 2023 inzake de Geannoteerde agenda JBZ-Raad 28 september 2023.↩︎

  22. Tot op heden hanteerde Nederland langere tijd een meerjarig beleidskader van 2.000 hervestigde vluchtelingen voor een periode van vier jaren, dat uitgaat van een jaarlijks nationaal quotum van gemiddeld ongeveer 500 vluchtelingen. Meerjarige beleidskaders sinds 1999: 1999-2001, 2002-2004, 2004-2007, 2008-2011, 2012-2015, 2016-2019, 2020-2023.↩︎

  23. De vluchtelingen die in 2024 onder het oude quotum zijn geselecteerd en de komende maanden nog in Nederland zullen aankomen tellen mee onder het oude quotum van 2024.↩︎

  24. Artikel 8 Uniekader Verordening.↩︎

  25. Brief aan de Tweede Kamer van 18 september 2023 inzake de Geannoteerde agenda JBZ-Raad 28 september 2023.↩︎

  26. Zie ook noot 13. De toegezegde bijdrage op grond van de EU-Turkije Verklaring betreft 500 hervestigde vluchtelingen per jaar (in totaal 1.000 in 2024-2025).↩︎

  27. De motie is aangehouden onder toezegging van een schriftelijke reactie.↩︎

  28. Het gaat dan om actueel beleid ten aanzien van groepsvervolging, risicoprofielen, en een reëel risico op ernstige schade in de zin van artikel 29, lid 1, onder b, van de Vreemdelingenwet.↩︎