Tweeminutendebat Private equity in de zorg (36410-XVI-164) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2024D51013, datum: 2024-12-18, bijgewerkt: 2024-12-19 09:23, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2024-12-18 11:40: Tweeminutendebat Private equity in de zorg (36410-XVI-164) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Private equity in de zorg
Aan de orde is het tweeminutendebat Private equity in de zorg
(36410-XVI, nr. 164).
De voorzitter:
Ik kan de vergadering direct heropenen, met het tweeminutendebat Private
equity in de zorg, met de minister van Volksgezondheid en Sport. Kunnen
we gelijk beginnen, minister? Natuurlijk, hoor ik. Oké. De eerste
spreker van de zijde van de Kamer is de heer Bushoff, van de fractie van
GroenLinks-PvdA. Het is een tweeminutendebat. We spreken af de
interrupties kort en bondig te houden, gericht op de inhoud van de
moties. Meneer Bushoff.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Dan ga ik gelijk over tot twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat bestuurders van een zorgonderneming die tevens
aandeelhouder zijn van die zorgonderneming, naast hun reguliere inkomen
ook uit hun aandeelhouderschap een winstuitkering kunnen krijgen;
overwegende dat het totaal van inkomen en winst niet onder de maximering
van de Wet normering topinkomens valt, maar zorgbestuurders die niet
tevens aandeelhouder zijn, wel worden meegenomen in de maximering van
hun inkomen op grond van de Wet normering topinkomens;
verzoekt de regering ervoor te zorgen dat het totaal van inkomen en
winstuitkeringen voor bestuurders van zorgondernemingen die tevens
aandeelhouder zijn, niet hoger mag zijn dan het geldend maximum van de
sectorale WNT-normen in de zorg,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bushoff en Dijk.
Zij krijgt nr. 156 (36600-XVI).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er in de zorg een tweedeling lijkt te bestaan tussen
partijen die gedreven door financiële prikkels voornamelijk "lichte"
vormen van zorg aanbieden en partijen die complexere zorg
aanbieden;
verzoekt de regering in kaart te brengen of commerciële
(jeugd)zorgaanbieders, commerciële woon-zorgcomplexen en zelfstandige
behandelcentra zich meer richten op lichte en minder complexe vormen van
zorg dan de niet op winst gerichte instellingen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bushoff en Dijk.
Zij krijgt nr. 157 (36600-XVI).
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Tot zover.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Bushoff. De heer Dijk werd al genoemd en nu is hij
zelf spreker, namens de fractie van de SP.
De heer Dijk (SP):
Dank u wel, voorzitter. Ik begin ook meteen met het voorlezen van twee
moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Kamer meermaals via aangenomen moties om een verbod
op private equity heeft verzocht, omdat deze op winst gerichte
investeerders een groot risico vormen voor onze zorg;
overwegende dat deze moties niet worden uitgevoerd;
verzoekt de regering om een verbod in te stellen op private equity in de
zorg, uiterlijk per 1 juli 2025,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.
Zij krijgt nr. 158 (36600-XVI).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat winst maken in de zorg haaks staat op het verlenen van
menswaardige zorg zonder financiële perverse prikkels;
verzoekt het kabinet wetgeving te maken om winstuitkeringen in de hele
zorg te verbieden en dit verbod te betrekken bij de Wet integere
bedrijfsvoering,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.
Zij krijgt nr. 159 (36600-XVI).
De heer Dijk (SP):
Voorzitter. Tot slot heb ik één vraag. Ik heb hier een aangenomen motie
over het verbieden van private equity in de jeugdzorg. Ik heb hier een
aangenomen motie over een verbod op private equity in de huisartsenzorg.
Ik heb hier een aangenomen motie voor een verbod op private equity in de
gehele zorg. Ik heb hier een motie voor een verbod op private equity in
de dierenartsenzorg. Ik heb hier nóg een motie over een verbod op
private equity in de zorg. En ik heb hier een motie over een verbod op
private equity in de kinderopvang. Omdat de minister tevens vicepremier
is, wil ik haar vragen om hier een nietje doorheen te slaan. Als het zo
moeilijk is om die wetgeving alleen maar voor de zorg te maken, zorg er
dan voor dat het voor de gehele publieke sector gebeurt. Hier heb ik een
hele stapel. Als u wilt, gaan we ze voor ieder voorbeeld, voor ieder
onderwerp dat ook maar met private equity te maken heeft in de publieke
sector, indienen, maar ik wilde de minister eigenlijk vragen om het vast
voor te bereiden voor de publieke sector, want ik merk dat daaraan grote
behoefte is in de Kamer.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Dijk. Dan is het woord aan mevrouw Jansen van NSC.
"Nieuw Sociaal Contract" moet ik zeggen; dat is gewenst.
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Voorzitter. Het afgelopen jaar is het onderwerp private equity meerdere
keren ter sprake gekomen. Nieuw Sociaal Contract maakt zich zorgen over
de toenemende invloed van private equity en commerciële investeerders in
de zorgsector. Het is van groot belang om hun groeiende greep terug te
dringen. Er bestaat echter nog steeds onduidelijkheid over wat private
equity precies inhoudt, wat als excessieve winst moet worden beschouwd
en welke maatregelen nodig zijn om de ongewenste invloed van private
equity en commerciële investeerders effectief te beperken. Om ervoor te
zorgen dat de belangen van patiënten voorop blijven staan, dien ik samen
met collega Omtzigt de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
van mening dat de zorg betaalbaar moet zijn en op zorg gericht;
van mening dat er zeer terughoudend omgegaan moet worden met private
equity die op korte termijn investeert in de zorg;
verzoekt de regering op korte termijn een expertcommissie in te stellen
met (zorg)economen en andere specialisten die antwoord geeft op de
volgende vragen:
waar er in de zorgsector sprake is van excessieve private winsten via directe of indirecte constructies;
welke private constructies wel en niet in het belang zijn van de kwaliteit, betaalbaarheid of continuïteit van de zorg;
welke maatregelen mogelijk en wenselijk zijn om excessieve winsten en constructies die niet in het belang van de kwaliteit en betaalbaarheid of continuïteit van zorg zijn, tegen te gaan;
en binnen een jaar te rapporteren aan de Kamer,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Daniëlle Jansen en
Omtzigt.
Zij krijgt nr. 160 (36600-XVI).
Een korte interruptie van de heer Bushoff.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Ik vraag mij het volgende af. Het zijn op zich hele legitieme vragen en
zorgen, maar er ligt ook al een hele stapel rapporten. Wat gaat dat ene
extra rapport toevoegen ten opzichte van alles wat we al weten, namelijk
precies de antwoorden op de vragen die mevrouw Jansen net stelde?
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Ik kan me die vraag indenken. Ik ben alleen niet zo onder de indruk van
de rapporten die er liggen, omdat die een heel erg beperkt inzicht
geven. We weten ook dat in de afgelopen debatten iedere keer dezelfde
vragen bovenkomen. Volgens mij heeft dat als gevolg dat er continu te
weinig vorderingen worden gemaakt om dit echt aan te pakken.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Als het mag van de voorzitter, heb ik nog een korte vervolgvraag.
Mevrouw Jansen vroeg ook wat nou die excessieve winstuitkeringen zijn.
Wat verstaan we daar nou onder? Ik vraag mij af of mevrouw Jansen het
met GroenLinks-PvdA eens is dat alles boven de Wet normering topinkomens
in de zak van commerciële investeerders, aandeelhouders et cetera
verdwijnt, eigenlijk excessief is en dat we dat niet zouden moeten
willen. Staat de Wet normering topinkomens niet al toe dat je best veel
geld mag verdienen in de zorg? Is zij het met ons eens dat je alles
daarboven eigenlijk niet zou moeten willen?
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Ik denk dat ik het daar wel mee eens ben.
De voorzitter:
Veel dank, mevrouw Jansen. Dan geef ik graag het woord aan mevrouw
Rikkers-Oosterkamp.
Mevrouw Rikkers-Oosterkamp (BBB):
Voorzitter, dank u wel. Ik heb geen moties, maar één korte vraag. Uit
een rapport van Gupta uit 2022 blijkt dat er kritiek is op onze
zorgkosten. Ik denk dat er daarom een belangrijke vraag beantwoord moet
worden over onze prijsontwikkelingen, vooral bij zelfstandige klinieken
en ziekenhuizen. Kan de minister toezeggen om naar aanleiding van het
rapport van Gupta onderzoek te doen naar het aantal behandelingen en de
prijzen van zelfstandige klinieken in vergelijking met de
ziekenhuizen?
Dank u wel.
De voorzitter:
Heel veel dank, mevrouw Rikkers-Oosterkamp. De minister heeft aangegeven
over tien minuten antwoord te geven op de vragen en de moties van een
appreciatie te voorzien. Ik schors de vergadering tot 12.25 uur. Dank u
wel.
De vergadering wordt van 12.15 uur tot 12.23 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan het woord is de minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Minister Agema:
Dank u wel, voorzitter. Het is een grote gedeelde ergernis voor ons
allen hier in de Kamer als er wordt gegraaid uit de zorgpot. Soms is het
fraude; daar hebben we het al vaak met elkaar over gehad. Maar soms is
het ook legaal graaien. Dat maakt ontzettend boos. Daar dient de Kamer
natuurlijk ook veel betrokken moties over in. Als het gaat over private
equity, dan zit het allemaal wat ingewikkeld in elkaar. Als je als
huisarts een praktijk begint, ben je zelfstandig ondernemer en ga je
voor financiering naar de bank. Hetzelfde geldt voor een tandarts. Zo
regelen we dat in ons land. Maar als je een grote investering moet doen,
bijvoorbeeld als tandarts in een stoel — dat is een hele dure
investering — of in je tandheelkundig lab, dan is er vaak extra
financiering nodig. Dat gebeurt dan door partijen met vreemd vermogen,
waarbij je een lening kunt aangaan. Als het op een integere manier
gebeurt en er op een normale manier winst wordt gemaakt, verbetert dit
natuurlijk de kwaliteit van zorg. Het verbetert de tandartszorg.
Maar er zijn veel meer hele goede en degelijke voorbeelden van private
equity, Ik noem de podologen, de voetzorg; zij hebben een organisatie
met veel verschillende locaties, die gezamenlijk de productie van de
zooltjes doen, die daardoor van een betere kwaliteit zijn. Het is dus
ontzettend lastig om generiek en in zijn algemeenheid te zeggen dat alle
private equity verkeerd is en verboden moet worden, als we deze
investeringskracht ook nodig hebben voor kwalitatief goede zorg en voor
het verminderen van administratieve lasten en het beter op orde hebben
van de backoffice.
We hebben hier nu een aantal keren met z'n allen over gesproken. Ik heb
ook al een aantal keren gezegd dat ik er blij mee ben dat ik in ieder
geval eind januari een wet naar de Kamer stuur, de Wet integere
bedrijfsvoering zorg en jeugd, de Wibz. We gaan met elkaar in gesprek
over hoe we dit varkentje gaan wassen en hoe we omgaan met excessieve
winstuitkeringen.
Ik heb u ook een brief toegezegd, waarin ik al de moties betrek die u
allemaal heeft ingediend en die ik allemaal ontijdig vind. Ik heb u die
brief al toegezegd. In die brief leg ik uitgebreid nog eens uit wat die
private equity nou is. Dan gaat het over wat er gebeurt als je het zou
verbieden, over wat er gebeurt als je alleen nieuwe private equity zou
verbieden, over wat er gebeurt als je winstuitkering zou verbieden en
over wat we met z'n allen moeten doen, op het moment dat we het niet
zouden verbieden, om ervoor te zorgen dat er geen excessieve winsten
worden gemaakt. Want dat is collectief de grote gemene deler hier in het
parlement, dat iedereen gegraai uit de zorgpot tegen wil houden. Samen
met de wet stuur ik dus die uitgebreide brief met de antwoorden op al uw
vragen, al uw moties en alles wat er nog bij u leeft naar de
Kamer.
Daarom zou ik de motie op stuk nr. 156 als ontijdig willen aanmerken. Ik
kan wel toezeggen dat de minister van BZK op korte termijn met een derde
evaluatie komt. Ik zal dan de motie bij haar onder de aandacht
brengen.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Ik begrijp niet zo goed wat er ontijdig aan deze motie zou zijn, als de
Kamer gewoon aan de minister verzoekt om dit uit te voeren. Gaat de
minister dit dan doen? Is het daarom ontijdig?
Minister Agema:
Ik ga het u uitleggen in de brief die ik u toegezegd heb, die groot en
uitgebreid wordt. Ik ga daarin ook uitleggen van de voor- en nadelen van
deze motie zijn.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Op zich prima als er een hele grote brief komt, maar ik zou graag willen
dat er in die brief staat dat de minister deze motie gaat uitvoeren, als
we die als Kamer hebben aangenomen. Dus ik zie echt niet in waarom die
ontijdig zou zijn.
Minister Agema:
Omdat ik een brief heb toegezegd en een wet. In die brief kom ik op
alles terug. Anders kan ik de motie ontraden. De minister van BZK komt
binnenkort met een derde evaluatie van de WNT. Daarom is de motie ook
ontijdig, want dat is dus niet nu. Daarin wordt gekeken naar de
doelmatigheid van de WNT. Als u persisteert, zal ik de motie moeten
ontraden. De motie is ook ontijdig omdat de evaluatie er nog
aankomt.
De voorzitter:
Meneer Bushoff, we kunnen bakkeleien, maar de motie is ontijdig
verklaard.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Klopt. Ik heb nog een aanvullende vraag. Ik ben benieuwd of de minister
ten principale vindt dat er in de zorg meer dan €250.000 verdiend mag
worden en of zij dat acceptabele bedragen vindt.
Minister Agema:
Ik kan u zeggen dat ik niet een van de verzoeken die mij worden
voorgelegd, heb toegekend.
De voorzitter:
Nog even een vraag aan de heer Bushoff. Houdt u de motie wel of niet
aan? Nee? Oké, dat zien we dan tegemoet.
Minister Agema:
Dan de motie op stuk nr. 157. Die is ook ontijdig. Ik wil die ontraden.
Ik ben erover in gesprek. Ik ben bijvoorbeeld nu in gesprek met de zbc's
over de rol die zij kunnen hebben in het aanvullend zorgakkoord. Ik kom
daar later op terug.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Dit slaat echt nergens op. Bij alle moties wordt gezegd "ontijdig". Er
wordt gevraagd om in kaart te brengen of er inderdaad zo'n verschil zit
tussen de vormen van zorg die worden aangeboden door zorgaanbieders met
een commercieel belang en zorgaanbieders zonder commercieel belang. Dat
kan de minister toch gewoon in kaart brengen?
Minister Agema:
Zeker, maar ik ben er ook mee bezig om met die zbc's deze rollen in
kaart te brengen. Daar kan ik later op terugkomen, op dit moment
niet.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Oké, dan hoor ik de minister zeggen: voor die zbc's ga ik dit in kaart
brengen. Maar de motie is breder. Die gaat ook over jeugdzorgaanbieders,
commerciële woon-zorgcomplexen et cetera. Komt de minister daar later
ook op terug? Voert de minister de motie al uit en is die eigenlijk
overbodig? Hoor ik dat de minister zeggen?
Minister Agema:
Ik ben in gesprek over de zbc's. U schrijft dat er een gelijk speelveld
moet zijn voor de verschillende aanbieders. Op die manier ga ik het
doen. Ik ben erover in gesprek.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Tot slot dan. Wat is het dan? Worden de jeugdzorgaanbieders en
commerciële woon-zorgcomplexen allemaal meegenomen in het gesprek van de
minister? Komt zij dan bij de Kamer terug met wat de motie vraagt, om
dit in kaart te brengen? Gaat zij dat nu doen of niet? Dan is de motie
ofwel overbodig of de minister ontraadt de motie omdat zij dit niet wil
doen.
Minister Agema:
Het is niet waar dat ik het niet wil doen. Ik ben in gesprek over zbc's
als het gaat over wat we gaan opschrijven in het aanvullend zorg- en
welzijnsakkoord. Als ik dit nu toezeg, krijg ik sterkere
randvoorwaarden. Ik wil gewoon de ruimte hebben om een goede afspraak te
maken over zbc's in het aanvullend zorg- en welzijnsakkoord.
Dan de motie op stuk nr. 158. Onder verwijzing naar wat ik heb gezegd
over de uitvoerige brief die ik ga schrijven en die ik gelijktijdig met
de Wibz naar de Kamer stuur, is het oordeel "ontijdig". Hetzelfde geldt
voor de motie op stuk nr. 159.
Dan de motie op stuk nr. 160 van mevrouw Jansen. Die motie is overbodig.
Er is veel onderzoek gedaan door grote bureaus, waaronder SEO, Serum en
Ernst & Young. Hun conclusie is vooral dat ze een gebrek hebben aan
data. Dat gebrek aan data zal een expertcommissie ook hebben. Twee: ik
wil geen verder oponthoud. Je ziet de spanning hier in de Kamer. De
meeste partijen in de Kamer willen doorpakken. Daarom komen eind januari
de Wibz en de uitgebreide brief met een uitgebreide toelichting naar de
Kamer. Dan kunnen we doorpakken. Een nieuwe expertcommissie zal tegen
dezelfde problemen aanlopen als de eerdere onderzoeken.
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Ik ben het helemaal met de minister eens dat er geen oponthoud meer moet
plaatsvinden. Ik denk dat we het daar allemaal mee eens zijn. Maar het
gebrek aan data is juist de reden om dit in gang te zetten. Wij blijven
worstelen met dezelfde vragen als die waarmee wij al een jaar lang
worstelen, en die waarschijnlijk ook al voordat ik in de Kamer kwam
rondhingen. Juist het gebrek aan data zou voor mij een reden zijn om die
data te gaan verzamelen.
Minister Agema:
U wilt een expertcommissie met zorgeconomen en andere specialisten. Dat
zijn geen datamakers, maar dataverzamelaars. Die data is er niet. Daar
liepen de eerdere onderzoekers van SEO, van SERUM en van Ernst &
Young ook al tegenaan. Dat betekent oponthoud. Als er data gemaakt of
gezocht moeten worden; het is er niet! Als u dat wilt, dan krijgen we
oponthoud en dat wil ik niet. Ik wil de excessieve winsten gaan
aanpakken. Ik wil dat de wet en de brief eind januari naar de Kamer
komen en dat we daarna gewoon kunnen doorpakken. Daarom vind ik deze
motie onverstandig en ontraad ik hem.
De voorzitter:
Even voor de administratie, voordat mevrouw Jansen interrumpeert. In het
begin had de minister gezegd dat de moties ontijdig zijn. Dat is zo. Dus
de moties op stuk nrs. 156 tot en met 159 zijn ontijdig en de motie op
stuk nr. 160 wordt ontraden. Klopt dat?
Minister Agema:
Ja.
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Kan de minister aangegeven welke van de vragen die ik de motie had
opgesomd, worden meegenomen in de brief?
Minister Agema:
Wat ik mee kan nemen in de brief zal ik meenemen. Geen enkel
probleem.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Bushoff. U heeft wel heel veel interrupties in dit
debat.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Het komt een beetje door de nieuwe appreciatie van moties. Sinds we die
nieuwe appreciatie hebben, maakt de minister daar dankbaar gebruik van
door heel veel moties ontijdig te verklaren, zonder er een heel goede
reden voor te geven. Ik hoorde de minister net zeggen, als reactie op
mevrouw Jansen, dat ze de excessieve winsten wil gaan aanpakken en dat
ze daarvoor met een wet komt. Die wet is al in consultatie geweest, dus
de Kamer heeft er al kennis van kunnen nemen. Daarin staat niets over
het beperken van winstuitkeringen onder de Wet normering topinkomens. Ik
vroeg met af of de minister dat op een andere manier gaat regelen dan
met de wet, waaraan ze de hele tijd refereert.
Minister Agema:
Het klopt dat dat niet in die wet staat. We hebben al WNT-normen en daar
moet aan worden voldaan. De verzoeken die op mijn bureau zijn gekomen,
heb ik niet gehonoreerd. Wat dat betreft werkt de WNT prima.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Oké. Top. Dat kan. Maar het probleem is nou net dat sommige
zorgaanbieders de WNT kunnen omzeilen. Dat willen we toch juist
voorkomen? Als de minister zegt dat ze dat wil voorkomen, dan zitten we
op dat punt op hetzelfde spoor. Ik ben dan benieuwd wanneer de minister
met iets naar de Kamer komt om dat te gaan voorkomen.
Minister Agema:
Nou, ik heb de heer Bushoff al twee keer gezegd dat de evaluatie van de
WNT bijna rond is. Daarom was de motie ontijdig. De evaluatie is
namelijk nog niet rond, maar wel bijna rond en dan wordt ze door de
minister van BZK naar de Kamer gestuurd. De Kamer kan dan debatteren
over de evaluatie van de WNT en daar een vervolg of een uitbreiding voor
voorstellen. Creatieve en goede ideeën die u heeft, kunt u dan daarbij
voegen.
De voorzitter:
Veel dank aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Ik schors de vergadering. Daar zal de Griffie niet blij mee zijn … Ik
zie toch nog één interruptie.
Mevrouw Rikkers-Oosterkamp (BBB):
Ik had nog een vraag gesteld.
Minister Agema:
O ja, dat is waar. Even kijken: Gupta. Kan de minister toezeggen om naar
aanleiding van het Gupta-rapport onderzoek te doen naar het aantal
behandelingen en de prijzen van zelfstandige klinieken, in vergelijking
met ziekenhuizen? Ik zet me in voor een evenwichtig zorglandschap,
waarin grote en kleine ziekenhuizen en zelfstandige behandelcentra
elkaar versterken. Daarbij staat een meer gelijkwaardige toegang tot
goede en betaalbare medisch-specialistische zorg voor mij centraal,
ongeacht waar men woont. Er is speciale aandacht voor het belang van
streekziekenhuizen bij deze opgave. Daarom streef ik ernaar met deze
partij en zorgverzekeraars afspraken te maken om tot een gelijk
speelveld te komen. Ik zie dat er scheefgroei is en ik zie dat de
krenten uit de pap worden gepikt. Daarover gaan we afspraken maken. Daar
kom ik op een later moment op terug.
De voorzitter:
Dank u wel.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik schors de vergadering voor iets meer dan 30 minuten. Dan komen we bij
elkaar om te stemmen om 13.15 uur.
Ik dank de minister voor haar aanwezigheid bij de afgelopen drie
debatten. Dank u wel.
De vergadering wordt van 12.36 uur tot 13.17 uur geschorst.