[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Wijziging implementatie aanlandcontingenten t.b.v. Noordzee horsmakreel

Landbouw- en Visserijraad

Brief regering

Nummer: 2024D51155, datum: 2024-12-19, bijgewerkt: 2024-12-19 15:10, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 32-1690 Landbouw- en Visserijraad.

Onderdeel van zaak 2024Z21697:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte Voorzitter,

Tijdens het Commissiedebat voor de Landbouw- en Visserijraad van 5 december jl. heb ik toegezegd de Kamer te informeren over aanlandcontingenten en de bijbehorende percentages voor Noordzee horsmakreel.

Met deze brief geef ik invulling aan deze toezegging. Hieronder kunt u lezen hoe nationaal uitvoering is gegeven aan de Europese aanlandingsverplichting en hoe ik in lijn daarmee voor 2025 de aanlandcontingenten wil inrichten voor de Noordzee horsmakreel.

Nationale uitvoering

De wijze waarop lidstaten het aan hen toebedeelde quotum verdelen verschilt. Nederland kent hiervoor een contingentenstelsel waarbij individuele vangstrechten worden toebedeeld aan vissers. Andere lidstaten kennen een andere toedeling, bijvoorbeeld gekoppeld aan motorvermogen of het op de markt plaatsen van het quotum. Het is daarom niet mogelijk een vergelijking tussen lidstaten te maken ten aanzien van de nationale invulling van het toebedelen van vastgestelde bijvangstmogelijkheden en kosten op dit punt.

De aanlandcontingenten zijn een onderdeel van het systeem waarmee Nederland uitvoering geeft aan de aanlandplicht. Deze verplichting heeft tot gevolg dat alle gevangen soorten die onder deze verplichting vallen aangeland moeten worden. Dit betekent dat deze soorten ook aangeland moeten worden als de visser geen recht (contingent) heeft om hier gericht op te vissen. De uitgifte van aanlandcontingenten maakt het mogelijk dat deze soorten toch aangeland kunnen worden indien deze onbedoeld worden bijgevangen of indien een gecontingenteerde hoeveelheid wordt overschreden. Indien er tevens contingenten worden uitgegeven voor soorten waar niet gericht op gevist mag worden kan ongewenste bijvangst niet zoveel mogelijk worden voorkomen, terwijl dit wel een van de doelen van de aanlandplicht is. Hetzelfde contingent kan dan namelijk worden gebruikt voor zowel gerichte visserij als bijvangst.

Nationaal is bij de implementatie van de aanlandplicht in 2016 een prijs gekoppeld aan het aanlandcontingent, bestaande uit leges en een percentage van 80% van de gemiddelde marktwaarde van de desbetreffende vissoort in het kwartaal van aanlanding in het voorgaande jaar. Hierbij mag dit totaalbedrag niet meer dan 90% van de marktwaarde bedragen. Op dit moment zijn de leges € 132. De gemiddelde marktwaarde die voor horsmakreel wordt gehanteerd in de eerste twee kwartalen van 2025 bedraagt respectievelijk € 0,75 en € 0,40 per kg. Daarbij is relevant te vermelden dat het aanlandcontingent aan het einde van het jaar over het gehele jaar wordt berekend. Er is dus geen sprake van meerdere documenten waarvoor telkens de leges en eventueel een percentage van de marktwaarde moet worden betaald.

Ik besef me dat de gevolgen van het 0-vangstadvies en daarmee het enkel vaststellen van bijvangstmogelijkheden van invloed zijn op hun bedrijfsvoering. Omdat op dit moment ook nog onduidelijk is of dit een tijdelijke of langer voortdurende situatie is ben ik voornemens om de Uitvoeringsregeling zeevisserij voor 2025 op de volgende punten in afwijking van de beschreven lijn aan te passen ten aanzien van de Noordzee horsmakreel:

  • Op basis van de vastgestelde bijvangstmogelijkheden de vangstmogelijkheden vast te stellen op 0 kg.

  • De prijs van aanlandcontingenten voor de eerste 80% van het quotum voor Noordzee horsmakreel vast te stellen op 0% van de marktwaarde en enkel legeskosten in rekening te brengen.

  • De prijs voor de overige 20% van het quotum vast te sellen op 40% van de marktprijs vermeerderd met de legeskosten, tot maximaal 50% van de marktprijs.

Bovenstaande aanpak komt overeen met de aanpak voor eenzelfde situatie die zich in 2023 voordeed ten aanzien van de westelijke horsmakeel. Daarom acht ik het gerechtvaardigd om deze aanpak opnieuw toe te passen. Dit geldt enkel voor 2025. Hierna bezie ik – als volgend jaar nog sprake is van enkel een bijvangstquotom voor Noordzee horsmakreel – of verlenging van deze maatregel nodig is, dat de matiging van de prijzen van aanlandcontingenten wordt afgebouwd omdat er geen sprake meer is van een nieuwe situatie of dat het reguliere systeem voor aanlandcontingenten kan worden toegepast.

Hoogachtend,

Jean Rummenie

Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur