Opvolging moties en toezeggingen wetgevingsoverleg Cultuur
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025
Brief regering
Nummer: 2024D51347, datum: 2024-12-19, bijgewerkt: 2024-12-20 10:07, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 VIII-154 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2024Z21762:
- Indiener: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG |
---|
Datum | 19 december 2024 |
---|---|
Betreft | Opvolging moties en toezeggingen wetgevingsoverleg Cultuur |
Erfgoed en Kunsten Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl |
Onze referentie 49317558 |
Bijlagen |
Hierbij informeer ik u over de uitvoering van twee moties, aangenomen tijdens het wetgevingsoverleg Cultuur dd. 11 november 2024. Tevens benut ik deze brief voor de opvolging van een aantal toezeggingen.
Motie onderzoeken geografische spreiding cultuursubsidies
Uw Kamer heeft een motie aangenomen waarin de regering wordt verzocht te onderzoeken waarom geografische spreiding van cultuursubsidies achterblijft.1 Ik deel het belang van een toegankelijk cultuuraanbod in elke regio, waarbij oog is voor de regionale en lokale situatie. Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor Rijk, provincies en gemeenten. Zij dragen gezamenlijk zorg voor een gezonde culturele infrastructuur. In de voorbereiding van de volgende subsidieperiode zal ik dan ook een analyse van de geografische spreiding van cultuursubsidies uitvoeren, waarbij ik zowel naar het aandeel van het Rijk als het totale beeld zal kijken. De uitkomsten van deze analyse neem ik mee in de voorbereiding van de volgende subsidieperiode. Uw Kamer wordt voor het eind van 2025 geïnformeerd over het vervolg.
Motie onderzoek effecten stapeling armere gemeenten en lagere inkomens
Uw Kamer heeft een motie aangenomen waarin de regering wordt verzocht een onderzoek te doen naar de effecten van de stapeling van maatregelen op kunst en cultuur voor armere gemeenten en lagere inkomens.2 Ik ben aan het onderzoeken hoe ik uitvoering kan geven aan deze motie. Ik zal uw Kamer hier begin 2025 over informeren.
Impuls verbreding en vernieuwing
Bij het wetgevingsoverleg Cultuur heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over het vervolg van de tijdelijke impuls voor de culturele infrastructuur in zes provincies waar die extra kwetsbaar is.3 Ik heb besloten deze impuls te verlengen in de komende subsidieperiode. Dat betekent dat ik in de periode 2025-2028 € 2 mln. per jaar beschikbaar stel aan de provincies Drenthe, Flevoland, Fryslân, Limburg, Overijssel en Zeeland om de regionale culturele infrastructuur te versterken en te ondersteunen. De zes provincies ontvangen elk een zesde deel van de impuls. De middelen worden als decentralisatie-uitkering via het Provinciefonds ter beschikking gesteld aan deze provincies (onder voorbehoud van goedkeuring van de fondsbeheerders bij voorjaarsloket).
Internationale toeslag ITA
Bij het wetgevingsoverleg Cultuur heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de toeslag voor internationale excellentie voor ITA.4 In lijn met het advies van de Raad voor Cultuur5 ben ik voornemens ITA een bedrag van € 354.832 per jaar toe te kennen gedurende de periode 2025-2028 voor de uitvoering van haar internationale activiteiten.
Provinciale musea basisinfrastructuur 2025-2028
Op 17 september 2024 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van de besluitvorming over de culturele basisinfrastructuur 2025-2028.6 Twee regionale musea kregen een negatief advies van de Raad voor Cultuur. In het belang van de regiofunctie heb ik de twee betreffende provincies in de gelegenheid gesteld een hernieuwde voordracht te doen. De Raad voor Cultuur heeft mij nu geadviseerd de twee nieuwe aanvragen te honoreren.7 Hierbij informeer ik u dat ik voornemens ben dit advies te volgen.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Eppo Bruins