Toegankelijkheid CABR in 2025
Voortgangsrapportage uitvoering wetten oorlogsgetroffenen
Brief regering
Nummer: 2024D51368, datum: 2024-12-19, bijgewerkt: 2024-12-23 15:32, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 20454 -210 Voortgangsrapportage uitvoering wetten oorlogsgetroffenen.
Onderdeel van zaak 2024Z21769:
- Indiener: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2025-01-23 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
20454 Voortgangsrapportage uitvoering wetten oorlogsgetroffenen
32761 Verwerking en bescherming persoonsgegevens
Nr. 210 Brief van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 december 2024
Op 6 december jl. stuurde ik uw Kamer een brief (2024D48374) waarin ik aangaf voorlopig af te zien van de voorgenomen online beschikbaarstelling van het Centraal Archief Bijzondere rechtspleging (CABR) per 2 januari 2025. Dit deed ik n.a.v. de waarschuwing die ik op 26 november jl. ontving van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). In de genoemde brief kondigde ik een wetswijziging aan die online toegankelijkheid van het CABR en vergelijkbare archieven op termijn alsnog mogelijk moet maken. In deze brief wil ik uw Kamer informeren over hoe het Nationaal Archief tot die tijd toegang kan bieden tot het gedigitaliseerde deel van het CABR.1
Het doel van het project Oorlog voor de Rechter is het CABR digitaliseren, full-tekst doorzoekbaar maken, contextualiseren en online toegankelijk maken. Nu dat laatste voorlopig niet kan heb ik gezocht naar een oplossing voor diegenen die het meeste belang hebben bij de verbeterde toegankelijkheid van het CABR. Het is voor mij belangrijk om de verbeterde toegankelijkheid tot het CABR te kunnen bieden aan nabestaanden (met name van slachtoffers) en onderzoekers, binnen de grenzen van de huidige relevante wetgeving.
Na overleg met de AP heb ik daarom besloten om met het Nationaal Archief te werken aan een tijdelijke voorziening die het mogelijk maakt om bij het Nationaal Archief in Den Haag onder voorwaarden het gedigitaliseerde deel van het CABR digitaal en full-tekst te doorzoeken. Dit is van belang omdat in het papieren archief alleen gezocht kon worden op naam van de verdachte.
Om deze tijdelijke voorziening mogelijk te maken binnen de grenzen van de Archiefwet en de UAVG moeten verzoekers vooraf inzage aanvragen en is het niet toegestaan kopieën te maken van het (gedigitaliseerde) archief. Met deze
waarborgen beperken we de risico’s ten aanzien van de bescherming van persoonsgegevens tot een absoluut minimum. Om deze waarborgen bindend te kunnen stellen binnen de huidige wettelijke kaders is het verlengen van de openbaarheidsbeperking noodzakelijk. Ik verwacht dat deze tijdelijke voorziening in het eerste kwartaal van 2025 operationeel kan zijn. Het Nationaal Archief heeft deze tijd nodig om achter de schermen de processen opnieuw technisch in te richten. Ik onderzoek nog of het mogelijk is om deze voorziening op enkele andere plaatsen in het land aan te bieden, zoals bijvoorbeeld bij de Regionaal Historische Centra. Daarnaast blijft ook de mogelijkheid bestaan om onder dezelfde voorwaarden zoals hierboven omschreven, het papieren archief in te zien.
Ik ben me er zeer van bewust dat deze tijdelijke voorziening verre van ideaal is. Allereerst is het verlengen van de openbaarheidsbeperking een zwaarwegende stap. Ik vind het belangrijk, en de archiefsector met mij, om te kunnen blijven staan voor het belang van de toegankelijkheid van archieven en de functie daarvan in onze democratische rechtsstaat. Openbaarheid van archieven is cruciaal om de doorwerking van het moeilijke gezamenlijke verleden onder ogen te zien en als samenleving te verwerken.
Ook is het niet voor iedereen even goed mogelijk om naar Den Haag te komen. Desondanks zal de mogelijkheid tot digitale doorzoekbaarheid naar verwachting tot veel extra inzageverzoeken leiden. Het verlenen van inzage onder de genoemde beperkingen is een veel bewerkelijker procedure dan het faciliteren van toegang tot een openbaar archief en de capaciteit bij het Nationaal Archief is beperkt. Aangezien er een beperkt aantal plekken op de studiezaal beschikbaar is, zullen er naar verwachting wel wachttijden ontstaan.
Daarom hecht ik er belang aan om snel een structurele oplossing mogelijk te maken, mede omwille van het suboptimale karakter van de tijdelijke voorziening. Deze archieven zijn van onschatbare waarde voor historisch onderzoek, maatschappelijke bewustwording, en voor nabestaanden die op zoek zijn naar informatie. Het is cruciaal dat het belang van privacy en het recht doen aan de bescherming van persoonsgegevens afgewogen kan worden tegen het maatschappelijk belang.
Om die reden ben ik begonnen aan de voorbereiding voor de eerder aangekondigde wetswijziging die een duidelijke juridische grondslag zal bieden voor een belangenafweging tussen het belang van privacy en de belangen uit de Archiefwet, waaronder toegang tot persoonsgegevens in archieven. Hierbij neem ik ook de wijze waarop archieven digitaal en online raadpleegbaar gemaakt kunnen worden mee, zodat archieven relevant blijven in het digitale tijdperk.
Hiermee wil ik recht doen aan het maatschappelijke belang om deze archieven voor een breed publiek toegankelijk te maken. De bovenstaande beperkte tijdelijke voorziening voor het CABR onderstreept de noodzaak hiervan. Ik wil uw Kamer uiterlijk in het tweede kwartaal van 2025 nader informeren over het tijdspad van dit wetsvoorstel.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
E.E.W. Bruins
Het CABR is het grootste oorlogsarchief en bevat strafdossiers van 425.000 van collaboratie verdachte personen die een schat aan informatie bevatten voor onderzoek naar persoonlijk en gezamenlijk verleden. Op dit moment is ongeveer 25% van het CABR gescand en gedigitaliseerd. Het scannen gaat zonder onderbreking door en begin 2027 zal het gehele CABR gescand en gedigitaliseerd zijn.↩︎