Motie van het lid Thijssen c.s. over de Commissie MER verzoeken de nieuwste milieueffectrapportage alsnog te beoordelen en de resultaten hiervan voor 1 maart te publiceren
Mijnbouw
Motie
Nummer: 2024D51526, datum: 2024-12-19, bijgewerkt: 2024-12-20 11:11, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32849-263).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J. Thijssen, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: I. Rooderkerk, Tweede Kamerlid (D66)
- Mede ondertekenaar: S.C. Kröger, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: I. Kostic, Tweede Kamerlid (PvdD)
- Mede ondertekenaar: S.M. Beckerman, Tweede Kamerlid (SP)
Onderdeel van kamerstukdossier 32849 -263 Mijnbouw.
Onderdeel van zaak 2024Z21865:
- Indiener: J. Thijssen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S.M. Beckerman, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S.C. Kröger, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: I. Rooderkerk, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: I. Kostic, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2024-12-19 20:30: Tweeminutendebat Mijnbouw (CD 18/12) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
- 2024-12-19 23:45: Einde vergadering: STEMMINGEN (over alle resterende onderwerpen) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
32 849 Mijnbouw
Nr. 263 MOTIE VAN HET LID THIJSSEN C.S.
Voorgesteld 19 december 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Commissie voor de milieueffectrapportage vernietigend oordeelde over de kwaliteit van het eerste milieueffectrapport dat de NAM liet opstellen voor de gasboring bij Ternaard;
overwegende dat noch de NAM, noch het Ministerie van LVVN een aangepast MER heeft gepubliceerd en nu niet inzichtelijk is of de nodige verbeteringen zijn doorgevoerd;
overwegende dat zonder betere MER het uitblijven van effecten op natuur en milieu in het Waddengebied niet gegarandeerd kan worden;
verzoekt de regering, om de Commissie m.e.r. te verzoeken de nieuwste milieueffectrapportage alsnog te beoordelen en de resultaten hiervan voor 1 maart aanstaande te publiceren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Thijssen
Kröger
Beckerman
Kostić
Rooderkerk