Antwoord op vragen van het lid Slagt-Tichelman over de SuperlijstGezondheid2024 en het bericht dat 64 procent van de volwassenen overgewicht heeft in 2050
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2024D51731, datum: 2024-12-20, bijgewerkt: 2024-12-20 15:50, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (🔗 origineel)
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Datum 20 december 2024
Betreft Kamervragen
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Slagt-Tichelman (GroenLinks-PvdA) over de SuperlijstGezondheid2024 en het bericht dat 64 procent van de volwassenen overgewicht heeft in 2050.
Hoogachtend,
de staatssecretaris Jeugd,
Preventie en Sport,
Vincent Karremans
Antwoorden op Kamervragen van het lid Slagt-Tichelman (GROENLINKS-PVDA) over de SuperlijstGezondheid2024 en het bericht dat 64 procent van de volwassenen overgewicht heeft in 2050 (2024Z19923, ingezonden d.d. 2 december 2024).
Vraag 1
Kent u het rapport SuperlijstGezondheid2024 en wat is uw reactie
hierop?
Antwoord vraag 1
Ja, ik heb met belangstelling kennisgenomen van het rapport. De Superlijst Gezondheid maakt inzichtelijk in hoeverre supermarkten hun klanten helpen gezond te eten. In het Nationaal Preventieakkoord uit 2018 is afgesproken dat onder andere supermarkten streven naar een jaarlijkse consumptiegroei van gezonde producten. Helaas hebben de meeste supermarkten lange tijd geen transparantie gegeven over de voortgang.
De Superlijst 2024 laat zien dat supermarkten voor de eerste keer rapporteren over de verkoop Schijf van Vijf. Ook hebben bijna alle supermarkten nu een doelstelling voor (toenemende) Schijf van Vijf verkoop. Dat vind ik een mooie stap. Dit is ook noodzakelijk omdat het aanbod en de verkoop van ongezonde producten nog steeds de overhand hebben en dus verdere stappen nodig zijn in het vergroten van het aandeel gezonde producten in de supermarkten. Zo laat de Superlijst zien dat 80% van de aanbiedingen ongezond is. Dit kan en moet beter. Ook worden kinderen onvoldoende beschermd tegen ongezonde reclames. Ik werk daarom onder andere aan wetgeving om kindermarketing op ongezonde producten in te perken. De planning is om dit in 2025 aan uw Kamer aan te bieden.
Vraag 2
Wat is volgens u de verantwoordelijkheid van supermarkten voor wat
betreft het aanbieden en makkelijker maken van gezonde keuzes, vooral
gezien het feit dat 70 procent van het geconsumeerde voedsel uit de
supermarkt komt?
Antwoord vraag 2
Supermarkten hebben veel invloed op wat mensen eten en kunnen gezonde keuzes makkelijker maken. De verhouding van ongezonde en gezonde producten in de winkel is sturend en ook aanbiedingen en reclames voor ongezonde producten beïnvloeden consumenten. Daar gaat automatisch een norm van uit, namelijk dat veel ongezonde producten kopen normaal is. In de supermarkt van tegenwoordig is het daarom een illusie dat je echt een vrije keuze hebt. Gezien de toenemende problematiek, van het groeiend aantal mensen met overgewicht en ziektes die hierdoor veroorzaakt of verergerd worden, is het dringend zaak dat supermarkten ook direct maatregelen nemen om de hun aanbod en verkoop van gezonde producten te vergroten. Deze analyse is ook aanleiding geweest voor het recent gepubliceerde onderzoek van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving ‘Gezond in de bonus’ dat ik op 16 december aan uw Kamer heb gestuurd.
Vraag 3
Draagt het huidige beleid van het volop inzetten op de verkoop van
ongezond voedsel van supermarkten volgens u bij aan het percentage van
64 procent van de mensen met overgewicht in 2050, zoals het RIVM
voorspelt? 2) Zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 3
De voedselomgeving beïnvloedt onze voedselkeuzes. Supermarkten spelen hierin een belangrijke rol (zie ook bij antwoord 2). De verhouding gezond-ongezond is nu uit het lood. Mijn streven is dat gezond voedsel de norm wordt. Ook binnen andere omgevingen zoals op school of bij vrijetijdsbestedingen. Dit vergt een gezamenlijke inspanning van alle betrokken partijen om de voedselomgeving te veranderen en ongezonde keuzes minder vanzelfsprekend te maken. In de samenhangende effectieve preventiestrategie die ik momenteel voorbereid, werk ik de doelen en maatregelen hiervoor verder uit.
Vraag 4
Hoe kijkt u tegen de bezuinigingen op preventie aan nu blijkt dat de
preventiedoelen op het gebied van overgewicht bij lange na niet gehaald
worden? Is het vooruitzicht van 64 procent overgewicht bij Nederlanders
aanleiding om deze bezuinigingen te heroverwegen? Zo nee, waarom is een
verschil van 26 procent punt tussen doel en verwachting geen
aanleiding?
Antwoord vraag 4
Passend bij de speerpunten uit het regeerprogramma en de samenhangende effectieve preventiestrategie waar ik aan werk, wordt de inzet op de gezondheid van kinderen en jongeren zoveel mogelijk behouden. Het klopt dat er geen ruimte is om de eerdere incidentele middelen voort te zetten. Ik ben van plan om een investeringsmodel voor preventie te ontwikkelen. Het investeringsmodel voor preventie kan helpen om gezondheid mee te wegen bij de besluitvorming over de structurele inzet en wijze van financiering en bekostiging van de betreffende maatregelen/aanpak binnen VWS en op andere beleidsterreinen.
Vraag 5
Wat vindt u van de conclusies uit de Superlijst Gezondheid 2024,
namelijk dat 1) op één folder na iedere supermarkt iedere week alcohol
promoot, 2) het aandeel folders met aanbiedingen voor alcohol is
toegenomen sinds 2020 en 2022 en 3) er een flinke stijging zichtbaar is
in het aandeel folders met mixdrank of sterke drank?
Antwoord vraag 5
Het zien van alcoholreclame is van invloed op het drinken van alcohol. Met name jongeren gaan hierdoor eerder, vaker en meer drinken. Dat willen we voorkomen, daarom zijn er regels voor alcoholmarketing; deze zijn vastgelegd in de Mediawet, de Alcoholwet en de Reclamecode voor Alcoholhoudende Dranken. Het is voor supermarkten niet verboden om via folders aanbiedingen voor alcoholhoudende drank te promoten. Het is wel zorgelijk dat de hoeveelheid reclame voor mixdrank
en sterke drank de afgelopen jaren is toegenomen. Sterke drank, dat wil zeggen drank met een alcoholpercentage van 15% of meer, mag op basis van de Alcoholwet overigens niet door een supermarkt worden verkocht.
Vraag 6
Hoe gaat u ervoor zorgen dat minderjarigen minder geconfronteerd worden
met alcoholreclames, zoals nu te vaak gebeurd? Neemt u dit mee in de
samenhangende effectieve preventiestrategie?
Antwoord vraag 6
Dit kabinet streeft naar een gezonde generatie in 2040. Niet drinken onder de 18 hoort daarbij. Ook het voorkomen dat jongeren worden blootgesteld aan alcoholmarketing. In opdracht van uw Kamer heb ik bij brief van 21 oktober geïnventariseerd of en op welke wijze alcoholmarketing gereguleerd kan worden. Alcoholpreventie is onderdeel van de samenhangende preventiestrategie die ik uw Kamer heb toegezegd voor het eerste kwartaal van 2025. Zie ook het antwoord op vraag 5.
Vraag 7
Waarom verwacht u dat supermarkten, in acht nemende dat uit het rapport naar voren komt dat supermarkten zich niet aan de vrijblijvende afspraken uit het preventieakkoord houden, zich nu wel aan de vrijblijvende afspraken wat betreft gezondheidsdoelen zullen houden?
Antwoord vraag 7
Ik wil met supermarkten nadere en niet vrijblijvende, concrete afspraken maken over de verhouding in het aanbod en de verkoop van gezonde en ongezonde producten. Daarbij zal ik een monitor inrichten om jaarlijks de voortgang te kunnen volgen. Mocht blijken dat deze afspraken onvoldoende effect hebben, dan zullen aanvullende maatregelen worden overwogen.
Vraag 8
Bent u van mening dat het niet houden aan vrijblijvende afspraken een reden is om dwingende maatregelen te nemen wat betreft gezondheidsdoelen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 8
Het kiezen van juiste maatregelen om tot gezondheidsdoelen te komen vraagt om een zorgvuldige afweging. Daar waar het kan worden eerst afspraken op basis van zelfregulering gemaakt. Wanneer dat niet kan, bijvoorbeeld omdat de zelfregulering niet voldoende effectief is, wordt wetgeving ingezet. Een voorbeeld hiervan is de afspraken op het gebied van marketing gericht op kinderen van ongezonde voeding. Er is nu sprake van zelfregulering waarbij kinderen nog teveel worden blootgesteld, om die reden werk ik nu aan wetgeving.
Vraag 9
Vindt u de voorspellingen van het RIVM een bewijs dat het huidige
preventiebeleid betreft het tegengaan van overgewicht niet toereikend
is? Zo nee, wat gaat u ondernemen om het wel toereikend te maken? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord vraag 9
Om de doelen voor een gezonde generatie in 2040 op het gebied van overgewicht te behalen is een lange adem en een samenhangende effectieve aanpak nodig. Deze aanpak vraagt een combinatie van maatregelen. Deze liggen zowel binnen als buiten het gezondheidsdomein en zijn gericht op een omgeving die de gezonde keuze makkelijker maakt. Dit vraagt ook om het gezonder maken van de gehele voedselketen en duurzame gedragsverandering als ook aandacht voor de diverse onderliggende oorzaken van overgewicht. In 2018 is met het Nationaal Preventieakkoord een stevige basis gelegd. Ondanks de inzet van een groot aantal partijen de afgelopen jaren, laten de cijfers zien dat er nog een hoop werk te verzetten is om tot deze doelen te komen.
Ik werk momenteel aan een effectieve samenhangende preventiestrategie. Het voorkomen van en terugdringen van overgewicht vormt hier onderdeel van.
Vraag 10
Heeft het rapport van het RIVM dat het percentage inwoners van Nederland
met overgewicht zal oplopen tot 64 procent in 2050 ook invloed op de
samenhangende effectieve preventiestrategie die u heeft aangekondigd
voor q1 2025?
Antwoord vraag 10
Het voorkomen en terugdringen van overgewicht, en de gezondheidsrisico’s die daarmee gepaard kunnen gaan, vormt een belangrijk onderdeel van de samenhangende effectieve preventiestrategie. Het rapport van het RIVM onderschrijft het belang hiervan, zeker ook onder jongvolwassenen waar overgewicht het snelste zal toenemen in de toekomst. Ook de oorzaken die in het rapport worden uitgelicht, zoals de voedsel- en leefomgeving, de blootstelling aan marketing en toenemend schermgebruik, herken ik en acties op deze terreinen komen terug in de samenhangende effectieve preventiestrategie.
Vraag 11
Bent u bereid alle grote supermarkten te verplichten tot een gelijke
complete rapportage over het aandeel schijf van vijf van alle producten,
zoals Questionmark aanbeveelt? Zo nee, waarom niet? Gaat u een einddoel
stellen van de verhouding gezond en ongezond (20 – 80) en welke
tussendoelen bent u bereid te stellen? Gaat u hierbij gebruik maken van
verplichtende doelstellingen?
Antwoord vraag 11
Zoals genoemd in vraag 7, ga ik een monitor inrichten waarmee alle supermarkten op uniforme wijze rapporteren. Dit heb ik in reactie op de Superlijst aangekondigd. Samen met de sector wil ik afspraken maken hoe te komen tot een betere verhouding tussen gezonde en ongezonde producten. Voor nu richt ik mij op vrijwillige, maar niet vrijblijvende, afspraken. Verder bereid ik, zoals hierboven aangegeven, wetgeving voor om marketing van ongezonde producten gericht op kinderen te beperken. Ik overweeg verdere verplichtende maatregelen als onvoldoende voortgang blijkt te zijn op de doelen.
Vraag 12
Bent u het met de deskundigen van het RIVM eens dat er sprake is van een
epidemie? Zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 12
Ik herken de uitspraken van RIVM deskundigen waar de term epidemie in verband met overgewicht worden gebruikt niet. Zowel in de VTV als in de berichtgeving hierover vanuit het RIVM wordt hier niet over gesproken. Los van de terminologie, is het huidige percentage overgewicht en de verwachte stijging daarvan reden tot zorg en reden tot actie.
1) superlist-report-nl-health-202.0.nl.pdf
2) Overgewicht zal blijven toenemen tot 2050, vooral onder jongvolwassenen | RIVM