Tweeminutendebat Verduurzaming industrie (CD 17/10) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2024D51840, datum: 2024-12-19, bijgewerkt: 2024-12-20 16:25, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2024-12-19 19:50: Tweeminutendebat Verduurzaming industrie (CD 17/10) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Verduurzaming industrie
Verduurzaming industrie
Aan de orde is het tweeminutendebat Verduurzaming industrie (CD
d.d. 17/10).
De voorzitter:
We gaan door met het tweeminutendebat Verduurzaming industrie. Het
commissiedebat vond plaats op 17 oktober. Ik geef graag als eerste het
woord aan de heer Thijssen van de fractie van GroenLinks-Partij van de
Arbeid. Het woord is aan hem.
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Zo ongeveer nu zouden er afspraken moeten liggen met
Tata, zodat in 2030 in Nederland groen staal gemaakt zal worden. Maar
helaas is er geen nieuws, zoals eigenlijk al jaren. Mijn vraag aan de
minister is dus hoe het staat met deze afspraken. Gaan we nou in
Nederland groen staal maken voor onze windmolens, treinen en gebouwen?
Vindt de minister Tata een betrouwbare partner, nu vandaag blijkt dat
sommige fabrieken wel twintig keer meer uitstoten dan van de vergunning
mag en Tata ook deze week weer in de rechtbank tegenover een overheid
staat? Overweegt de minister ook om afspraken te maken om zónder Tata
groen staal te maken?
Voorzitter. We hebben het er vaker over gehad dat de lucht rond Tata
vies is en omwonenden daardoor korter leven. Vandaag blijkt dat de
Kooksfabriek 1 twintig keer meer uitstoot dan wat volgens de vergunning
mag, terwijl die fabriek volgens het Groen Staalplan pas in 2037 dicht
zal gaan. Zijn deze plannen nu nog wel reëel, is mijn vraag. Wat is het
alternatief?
Deze Kamer heeft in meerderheid tegen de regering gezegd om conform de
adviezen van de expertgroep gezondheid hardere voorwaarden te stellen in
de maatwerkafspraken. De minister is daar toch wat vaag over. Ik moedig
de minister nogmaals aan, want gezondheid is voor deze Kamer niet
onderhandelbaar.
Ondertussen verliezen de staalarbeiders in de landen om ons heen hun
baan. Kan de minister toezeggen dat zij en ook wij niet overvallen gaan
worden door een plots faillissement van deze fabriek?
Dan nog twee moties, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de risico's voor ontwikkelaars van windparken de
laatste jaren zijn toegenomen door problemen met onder andere de
waardeketen, tenderprocedures en hogere financieringskosten;
constaterende dat een power purchase agreement (PPA) een effectief
instrument kan zijn voor het bevorderen van de uitrol van wind op zee en
de verduurzaming van industriële bedrijven;
verzoekt de regering risico's voor ontwikkelaars van windparken en
industriële bedrijven die willen elektrificeren te verminderen,
bijvoorbeeld door kredietgaranties mogelijk te maken, en zo het
afsluiten van PPA's te stimuleren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Thijssen.
Zij krijgt nr. 220 (29826).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het kabinet overweegt om de CO2-heffing te
flexibiliseren door bedrijven gratis uitstootrechten van zichzelf te
laten lenen uit de toekomst;
overwegende dat in het onderzoek naar deze optie wordt geadviseerd om
bedrijven in dat geval geverifieerde verduurzamingsplannen aan te laten
leveren, waarmee bedrijven onderbouwen dat de geleende rechten een
toekomstig overschot betreffen;
verzoekt de regering om bij het uitwerken van deze flexibiliteitsoptie
als harde voorwaarde te stellen dat bedrijven onomkeerbare en
geverifieerde verduurzamingsplannen aan het uitvoeren zijn,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Thijssen.
Zij krijgt nr. 221 (29826).
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Tot slot mijn felicitaties voor het afsluiten van de eerste
maatwerkafspraak. Zo wordt maar aangetoond dat industriebeleid wel kan
versnellen, fossiele banen groener kunnen worden en we de klimaatdoelen
kunnen halen.
De voorzitter:
De heer Vermeer, BBB.
De heer Vermeer (BBB):
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat kleinere producenten, zoals bakkers, door strikte
prijsonderhandelingen met supermarkten geen ruimte hebben om
verduurzamingskosten door te berekenen;
verzoekt de regering om een onderzoek te starten naar eerlijke verdeling
van verduurzamingskosten in de voedselketen en te komen met
beleidsvoorstellen die kleinere producenten beschermen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Vermeer.
Zij krijgt nr. 222 (29826).
De heer Vermeer (BBB):
We hebben vandaag het nieuwsbericht gezien dat er in grote delen van
Noord-Holland een wachttijd van tien jaar is voor bedrijven en dat
TenneT bedrijven in de Kop van Noord-Holland oproept om voorlopig niet
van het gas af te gaan. Nou, daar gaan we dan.
Daarom een motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat bedrijven door gebrek aan duidelijke communicatie en
planningsafstemming met netbeheerders vastlopen in hun
verduurzamingsambities;
verzoekt de regering om samen met netbeheerders en bedrijven te werken
aan een landelijk coördinatieplan voor het afstemmen van netcapaciteit
en verduurzamingsplannen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Vermeer.
Zij krijgt nr. 223 (29826).
Mevrouw Rooderkerk, D66.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Dank, voorzitter. In de tussenliggende tijd sinds het debat is er
behoorlijk wat nieuws geweest rondom Tata Steel, ten eerste ten aanzien
van de slechte financiële positie. Vandaag kwam het bericht dat Tata
twintig keer zoveel uitstoot als mag en in afwachting is van boetes en
intrekking van de vergunning. Ik wil de minister vragen om een reactie
hierop.
Daarnaast zijn we in afwachting van de maatwerkafspraak. Vooruitlopend
daarop wil ik vragen om alvast aan de slag te gaan met de verduurzaming
van de IJmond en om wanneer die 100 à 150 hectare aan opslag die straks
niet meer nodig is, vrijkomt, de gebruiksrechten van de grond te
verwerven voor een energiehaven en dit ook mee te nemen in de
maatwerkafspraken. Ik weet dat de minister hier waarschijnlijk niet
volledig op in kan gaan, maar ik wilde daar toch aandacht voor
vragen.
De voorzitter:
Eén korte vraag van de heer Erkens.
De heer Erkens (VVD):
Eén vraag over het overnemen van de grond. Een aantal maanden geleden is
er een stuk van Wijers en Blom gelekt in de media. Daarin stond dat er
ten minste 12 miljard aan opruimkosten bij die grond komt kijken. Vindt
u dat de overheid die kosten moet overnemen?
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Nee. In het rapport van Wijers en Blom, niet het gelekte, maar gewoon
het rapport dat zij met de Kamer hebben gedeeld, geven zij aan dat er
een mogelijkheid is om met die grond aan de slag te gaan. Dat is echter
nooit meer teruggekomen in de debatten die wij hebben gehad, volgens
mij, maar ik vind dat wel een interessante optie. Maar daarbij zou je
wat mij betreft moeten afspreken dat je niet eigenaar wordt van die
grond en dus van de saneringskosten. Je zou daar bijvoorbeeld de
gebruiksrechten van kunnen verwerven en dan dus wel vast aan de slag
kunnen met de verduurzaming van die regio. Je kunt dan ook
vooruitkijken. Of Tata nou wel groen staal gaat produceren of dat straks
niet meer gaat doen, je kunt dan wel vooruit met die regio.
De voorzitter:
Prima.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Punt.
De voorzitter:
Uw motie.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Dan de motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende de noodzaak om de Nederlandse industrie te
verduurzamen;
constaterende dat bindende afspraken en tastbare resultaten uit de
maatwerkaanpak beperkt blijven;
verzoekt de regering een deadline te verbinden aan de maatwerkaanpak en
in 2025 tot afronding te komen;
verzoekt de regering tevens als uitgangspunt te hanteren dat de
industrie in 2040 klimaatneutraal is en dat een significantie
emissiereductie wordt bereikt in 2030,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Rooderkerk.
Zij krijgt nr. 224 (29826).
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Daarnaast dien ik nog een verzoek in om meer informatie over onder meer
die sanering, omdat het inderdaad van belang is dat we goed inzichtelijk
hebben wie er opdraait voor die kosten. Hopelijk is dat niet de
Staat.
De voorzitter:
De heer Erkens, VVD.
De heer Erkens (VVD):
Dank, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er op dit moment nog onvoldoende prikkels zijn om
bedrijven flexibel te laten produceren in hun industriële
processen;
overwegende dat meer flexibel stroomgebruik bij bedrijven kan helpen om
ruimte op het stroomnet vrij te spelen;
overwegende dat meer flexibel stroomgebruik bij bedrijven om een
eenmalige CapEx-investering vraagt, zodat bedrijfsprocessen flexibeler
kunnen worden ingericht;
verzoekt de regering om bij de eerstvolgende openstellingsronde van de
SDE++ meer in te zetten op flexibilisering van de industriële
stroomvraag en hiervoor een aparte categorie in te stellen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Erkens.
Zij krijgt nr. 225 (29826).
Dank u wel. Het lid Kostić, Partij voor de Dieren.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Voorzitter. Vandaag was er groot nieuws rond Tata en helaas was het
opnieuw geen goed nieuws, want er zijn twintig keer meer schadelijke
stoffen dan toegestaan en miljoenenboetes dreigen. De intrekking van de
vergunning komt steeds meer in zicht. Gezien de ernstige overtredingen
zijn onderhandelingen op basis van de huidige plannen van Tata
achterhaald. Dit heeft ook in het licht van de staatssteunregels
mogelijk gevolgen. Ik vraag de minister om samen met de staatssecretaris
van IenW zo snel mogelijk een brief naar de Kamer te sturen over wat
deze nieuwe ontwikkelingen betekenen voor de maatwerkafspraken met Tata,
specifiek de kooks- en gasfabrieken. Ik wil daar ook graag een
uitgebreide onderbouwing bij.
Ik heb twee moties, die alleen borgen dat a de Nederlandse
belastingbetaler geen onnodige risico's loopt en b dat de eerder
aangenomen moties, van onder anderen de heer Thijssen, over
gezondheidseisen gewoon worden uitgevoerd.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat Tata Steel Nederland in de schulden zit en dat er
bovendien een reëel risico is dat Tata Steel Nederland niet meer aan
zijn betalingsverplichtingen kan voldoen;
overwegende dat in geval van een faillissement duizenden mensen op
straat staan, Nederland blijft zitten met extreem verontreinigde grond
én de overheid de miljarden aan subsidie kwijt zou zijn, terwijl het
Indiase moederbedrijf hier niet aan meebetaalt;
overwegende dat financiële transparantie en verantwoordelijkheid van het
moederbedrijf cruciaal zijn bij het aangaan van maatwerkafspraken;
verzoekt de regering om voor de maatwerkafspraken in kaart te brengen
wat de saneringskosten van de grond onder Tata Steel zijn en hoe het
risico c.q. de kostenverdeling is geregeld tussen het Indiase
moederbedrijf en de Staat bij een faillissement van Tata Steel
Nederland, en de Kamer hierover uiterlijk in Q1 te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kostić, Teunissen en
Rooderkerk.
Zij krijgt nr. 226 (29826).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de omgevingsdienst net heeft vastgelegd dat Tata Steel
tot twintig keer méér kankerverwekkende pak's en zware metalen uitstoot
dan de norm;
overwegende dat de Kamer van de PVV tot de SP, verenigd voor de
bescherming van de gezondheid van burgers, per motie de regering heeft
verzocht om alle adviezen van de Expertgroep Gezondheid IJmond over te
nemen en een harde voorwaarde te laten zijn bij de
maatwerkafspraken;
verzoekt de regering om, in lijn met de eerdere opdracht van de Kamer en
het advies van de Expertgroep Gezondheid, ervoor te zorgen dat de 90%
reductie van onder andere pak's en benzeen onderdeel wordt van de
maatwerkafspraken met Tata Steel,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kostić en Teunissen.
Zij krijgt nr. 227 (29826).
Kamerlid Kostić (PvdD):
Voorzitter. Dit gaat eigenlijk om een al eerder aangenomen motie, maar
deze minister weigert die motie goed uit te voeren. Dit is gewoon
een-op-een het advies van de Expertgroep Gezondheid IJmond. Laat ons
niet telkens hier staan om dit te vragen.
De voorzitter:
Dank u wel.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Neem het gewoon over.
Dank u wel.
De voorzitter:
Mevrouw Postma van NSC.
Mevrouw Postma (NSC):
Dank u wel, voorzitter. De eerste maatwerkafspraak is vandaag een feit.
Van harte gefeliciteerd met het afsluiten van de maatwerkafspraak met
Nobian.
Voorzitter. We hebben een mooi debat met elkaar gevoerd over de
verschillende grote clusterbedrijven. Tegelijkertijd hebben wij ook
aandacht gevraagd voor cluster 6-bedrijven, oftewel de regionale
industrie, die vaak net wat kleiner is. Zij geven aan heel graag aan de
slag te willen om te verduurzamen, maar zij lopen tegen de netcongestie
aan. De minister is bezig met een programma. Ik weet dat er in Q1 van
2025 nog een update naar de Kamer komt, maar ik wil de minister graag
uitdagen ...
De voorzitter:
Q1 is het eerste kwartaal.
Mevrouw Postma (NSC):
Het eerste kwartaal. Excuses. Het eerste kwartaal van 2025 komt dat dus
naar de Kamer. Ik wil de minister uitdagen om echt een concrete ambitie
te hebben van het aantal afgesloten casusafspraken of maatwerkafspraken
in 2025. Hier komt de motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat cluster 6-bedrijven vastlopen in hun verdere
verduurzaming door netcongestie;
constaterende dat cluster 6-bedrijven een cruciale rol spelen in de
werkgelegenheid in en leefbaarheid van de regio;
constaterende dat er op dit moment maar zeven cluster 6-bedrijven
concreet geholpen worden in deze problematiek door middel van de
casusaanpak of de maatwerkaanpak;
constaterende dat men vaak wel begint met gesprekken, maar dat die niet
leiden tot resultaat;
verzoekt de regering om in 2025 de ambitie te hebben 50 casus- of
maatwerkafspraken met cluster 6-bedrijven af te sluiten, waar
doorzettingskracht op het gebied van vergunningverlening of
aansluitingen op het elektriciteitsnetwerk een belangrijke rol
spelen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Postma en Thijssen.
Zij krijgt nr. 228 (29826).
Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Eerdmans van JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er de komende jaren ongeveer 50.000
transformatorhuisjes worden geplaatst, waardoor een op de drie straten
in Nederland opengebroken gaat worden;
verzoekt het kabinet te organiseren dat bewoners inspraak krijgen bij de
plaatsing van een transformatorhuisje in hun buurt,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.
Zij krijgt nr. 229 (29826).
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter. De volgende.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de provincie Noord-Holland en de gemeente Medemblik
het project Zon-op-Water Wieringerhoek door wil drukken, ondanks diverse
zwaarwegende bezwaren van het ministerie van Klimaat en Groene Groei,
Defensie, Rijkswaterstaat, natuur-en visserijbelangen en de gemeente
Hollands Kroon;
verzoekt het kabinet zowel de verkenning als het project Zon-op-Water
Wieringerhoek stop te zetten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Eerdmans en Vermeer.
Zij krijgt nr. 230 (29826).
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter. De laatste is de motie over de open haard.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat diverse gemeenten een houtstookverbod hebben
afgekondigd;
van oordeel dat een verbod op houtstook in een kachel of een barbecue
zeer betuttelend is en dat dit niet verboden moet worden;
verzoekt het kabinet landelijke regelgeving te maken zodat houtstook
beschermd wordt, en de Kamer hierover voor de zomer van 2025 te
informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Eerdmans en Vermeer.
Zij krijgt nr. 231 (29826).
De heer Eerdmans (JA21):
Dank je wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik schors vijf minuten en dan gaan we luisteren naar de
minister. Het volgende debat moet om 20.10 beginnen, dus we zitten in
een krap schema.
De vergadering wordt van 20.04 uur tot 20.11 uur geschorst.
De voorzitter:
Het woord is aan de minister.
Minister Hermans:
Voorzitter. De heer Thijssen stelde mij een aantal vragen over Tata
Steel. In algemene zin moet ik zeggen dat ik niet kan ingaan op de stand
van zaken van de onderhandelingen. Meer inzage daarin wordt op gezette
tijden in vertrouwelijke briefings gegeven, maar in het openbaar kan ik
dat niet doen.
De heer Thijssen vroeg mij ook of ik werk aan een plan voor groen staal
zonder Tata. Dat is natuurlijk niet waarover we nu in gesprek zijn, want
de bedoeling van de maatwerkafspraak is dat Tata verduurzaamt in
Nederland. Ik ga nu niet vooruitlopen op de conclusie dat dit mogelijk
niet zou lukken.
Naar aanleiding van de berichtgeving van vandaag zijn verschillende
vragen gesteld. Ook in het licht van de berichtgeving van vandaag en de
besluiten van vandaag geldt dat de handhaving aan de provincie en het
bevoegd gezag daar is. Ik ga daar inhoudelijk niet over en ik kan daar
nu dus ook geen inhoudelijk oordeel over geven. Wat ik wel kan zeggen,
is dat maatwerk natuurlijk altijd over bovenwettelijke afspraken gaat.
Als blijkt — ik benadruk: als — dat Kooks- en Gasfabriek 1 of Kooks- en
Gasfabriek 2 niet binnen de vergunningen opereert, dan kan ik daar in
het kader van de maatwerkafspraken met Tata dus ook geen afspraken over
maken.
De heer Thijssen vroeg mij nog of ik kan garanderen dat wij niet worden
overvallen door een plots faillissement. De inzet is verduurzaming van
Tata en, daarmee, een toekomst voor het bedrijf in Nederland. Om tot die
afspraken te komen, is het wel belangrijk dat het beeld van de inzet
stil komt te staan. Ik kan hier niet de garantie geven dat we nooit
overvallen zullen worden door een plots faillissement.
De voorzitter:
Eén vraag, meneer Thijssen.
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Ik snap dat er geen garanties gegeven kunnen worden, maar we zien
natuurlijk wel wat de situatie op de staalmarkt is. We zien dat 5.000
mensen hun baan verliezen in Duitsland en dat in Engeland een fabriek
stopt. De werknemers van Tata zijn gewoon heel erg bezorgd: dadelijk is
Tata met de noorderzon — naar India — vertrokken, en dan zegt de
minister "ja, de markt zat zó tegen", en dan zijn 9.000 mensen hun baan
kwijt. Daarom voel ik ook zo'n urgentie. Er moet nou eens duidelijkheid
komen voor de werknemers, maar ook voor de omwonenden: wat gaat er
gebeuren met deze fabriek? Wanneer krijgen we die duidelijkheid?
Minister Hermans:
Maar dan is de vraag: wanneer is die maatwerkafspraak er? Natuurlijk zou
ik ook graag … Dat geldt in het algemeen. Over deadlines en aantallen
maatwerkafspraken voor volgend jaar zijn meer vragen gesteld en moties
ingediend. Daar kom ik zo op terug. Ik geloof in deze aanpak. Ik vind
het belangrijk, een mijlpaal, dat we vandaag de eerste maatwerkafspraak
hebben gemaakt. Maar ik weet gewoon niet op welke termijn een volgende
zal worden gemaakt, laat staan dat ik weet op welke termijn het mogelijk
tot een afspraak met Tata komt. Ik kan niet anders dan zeggen dat ik het
graag zo snel mogelijk wil. Ik kan geen datum noemen.
De voorzitter:
Helder. Mevrouw Rooderkerk.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Gefeliciteerd met het maken van de eerste maatwerkafspraak. Dat is heel
belangrijk. Ten aanzien van Tata geeft de minister aan dat zij daar niet
op vooruit kan lopen en dat zij niet de handhaver is. Maar zij kan
natuurlijk wel zeggen wat zij ervan vindt dat het kennelijk zo erg is
dat de norm twintig keer is overschreden. Ik kan niet anders dan mij
voorstellen dat dit impact heeft op de manier waarop met zo'n
maatwerkafspraak moet worden omgegaan. Anders zou het immers slecht
bestuur zijn om dat soort zaken daar niet bij te betrekken.
Minister Hermans:
Wat voor effect dit precies zal hebben op de maatwerkafspraken weet ik
nu niet. Dat kan ik nu niet zeggen. Maar als er een wettelijke uitspraak
komt waarin staat dat er iets moet gebeuren ten aanzien van fabriek 1 of
fabriek 2, dan kan ik daar geen maatwerkafspraak meer over maken, want
dan is het niet meer bovenwettelijk. Dan is Tata wettelijk verplicht om
daar iets aan te doen. In algemene zin vind ik dat voor iedereen in
Nederland geldt — inwoners, bedrijven, ondernemers: iedereen — dat je je
aan de wet moet houden. Maar nu op deze specifieke casus, op dit
specifieke voorbeeld, ingaan, kan ik ook niet doen in het belang van de
gesprekken die over het maatwerk gevoerd worden.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Ik hoor de minister zeggen: als er wettelijk iets wordt besloten, dat er
iets dicht moet of dat er gehandhaafd moet worden, dan gaan de
maatwerkafspraken niet door of ze worden dan aangepast. Maar dat gebeurt
al; er is al handhaving volgens de wet- en regelgeving. Een van de
kooks- en gasfabrieken staat zelfs al een tijdje, tot en met het komende
jaar, onder verzwaard toezicht. Dus er is sprake van een
handhavingsproces door de od. Kan de minister dan bevestigen dat dit
inderdaad al invloed heeft op de maatwerkafspraken, omdat dat onder
andere te maken heeft met de regels voor staatssteun?
Minister Hermans:
Nee, dat kan ik niet bevestigen, en ook niet ontkennen. Ik kan daar niks
over zeggen op dit moment. Dat is een uitspraak van vandaag door het
bevoegd gezag, de omgevingsdienst van de provincie Noord-Holland. En
namens mij wordt er gesproken met Tata over die maatwerkafspraken. Wat
daarvan precies de effecten zijn, zal in de komende tijd blijken. En
daar zal ik de Kamer niet in het openbaar, maar in vertrouwelijke
briefings over bijpraten.
De voorzitter:
Prima. Dan gaan we naar de moties. De eerste motie. Ja, lid Kostić, we
moeten echt door. Nee, zeven minuten geleden had het volgende debat al
moeten beginnen. De minister.
Minister Hermans:
Voorzitter. De eerste motie, die van de heer Thijssen, op stuk nr. 220:
oordeel Kamer.
De tweede motie, ook van de heer Thijssen, op stuk nr. 221, moet ik
ontraden. Die gaat over de dispensatierechten en de onomkeerbare
duurzaamheidplannen. Die moet ik ontraden.
De voorzitter:
Eén korte vraag van meneer Thijssen. Kort, kort.
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Ja. Ik zou toch echt wel graag willen weten waarom.
Minister Hermans:
Daar zal ik een argument bij geven. We onderzoeken op dit moment die
hardheidsclausule waar de heer Thijssen aan refereert. Dat is naar
aanleiding van een verzoek van de heer Erkens. Uit een ambtelijke
analyse blijkt dat naar verwachting maar een beperkt aantal bedrijven
gebruik zal kunnen maken van de beoogde maatregel. Het voorstel dat de
heer Thijssen nu doet, zou de complexiteit van het instrument echt heel
erg verhogen en leiden tot additionele uitvoeringslasten. Het kabinet
beschouwt de maatregel daarom niet als doelmatig en onderzoekt of er
andere mogelijkheden zijn om de flexibiliteit binnen de
CO2-heffing te vergroten.
De voorzitter:
Prima. De derde motie.
Minister Hermans:
De derde motie, die van de heer Vermeer op stuk nr. 222, is
overbodig.
De voorzitter:
De vierde motie.
Minister Hermans:
De vierde motie, die van de heer Vermeer op stuk nr. 223, is ook
overbodig. Dit vindt plaats in het landelijk actieprogramma in de
zogenaamde Cluster Energie Strategieën, de CES'en. Daarin is hier ook
aandacht voor, dus dit gebeurt.
De voorzitter:
De heer Vermeer, één vraag.
De heer Vermeer (BBB):
Ja, ook bij mijn motie, die op stuk nr. 222, zou ik graag willen weten
waarom die overbodig is, want volgens mij wordt dit onderzoek nog niet
uitgevoerd. En als wordt gesteld dat de vierde motie ook overbodig is,
dan snap ik niet hoe wij het bericht in de pers kunnen krijgen dat
bedrijven daarmee overvallen worden. Hoe verklaart de minister dat?
Minister Hermans:
Het onderzoek waar de motie op stuk nr. 222 naar vraagt, is intensief en
meerjarig gedaan in de periode 2020-2022 door de ACM, via de zogenaamde
Agro-Nutri Monitor. Dit jaar doet LVVN een nieuw onderzoek, waarbij we
ook kijken naar de verdeling van kosten voor verduurzaming binnen de
voedselketen.
De voorzitter:
En dan over de andere motie één vraag.
Minister Hermans:
O ja, dat was de vraag bij de motie op stuk nr. 223. Nou, vandaag was er
inderdaad een vreselijk bericht in het hele kader van netcongestie, over
hoelang die mogelijk nog gaat duren en bedrijven moeten wachten. Maar
wat hier gevraagd wordt, is om te werken aan een landelijk
coördinatieplan voor het afstemmen van netcapaciteit en
verduurzamingsplannen, en dat is nou net het aandachtspunt, de focus,
waar het landelijk actieprogramma netcongestie zijn aandacht op legt, en
ook die CES'en. Dus dit gebeurt. Daarin wordt gecoördineerd. En helaas —
"helaas" zeg ik erbij — is het wel een probleem dat ons ook nog kan
overvallen. En dan is er trouwens ook nog de capaciteitskaart, zo zeg ik
tegen de heer Vermeer, die met steeds gedetailleerdere informatie wordt
uitgebreid om dit overvallen te voorkomen, of om er in elk geval alles
aan te doen om dat te voorkomen.
De heer Vermeer (BBB):
Ik heb nog één vraagje bij de motie op stuk nr. 222. Het dictum verzoekt
niet alleen om een onderzoek te starten, wat dus al gebeurd zou zijn,
maar ook om te komen met beleidsvoorstellen die kleinere producenten
beschermen. Die heb ik nog nooit gezien. Dus, eh, ja, dat.
De voorzitter:
Dus, eh, ja, dat. Helder! Ik hoop dat de minister zich daaruit weet te
praten.
Minister Hermans:
Nou, zó ga ik dat doen, als volgt. Ik zei al dat LVVN ook dit jaar een
nieuw onderzoek doet waarbij gekeken wordt naar de kosten. Ik neem aan
dat dat onderzoek dan ook gaat leiden tot wat je daar mogelijk mee kan
doen. Het beleid van het kabinet is er überhaupt op gericht dat
verduurzaming zo veel mogelijk kostenneutraal is voor bedrijven.
De voorzitter:
Prima. Dan de motie op stuk nr. 224.
Minister Hermans:
De motie op stuk nr. 224 van mevrouw Rooderkerk gaat over een deadline
voor de maatwerkaanpak. Daarover hebben mevrouw Rooderkerk en ik ook
gedebatteerd in het commissiedebat. Ik moet deze motie ontraden. Ik deel
de haast en het gevoel dat het wel moet gaan gebeuren in de komende
periode, in het komende jaar. Maar ik ga er geen deadline aan verbinden,
want ik zou het zonde vinden voor de verduurzaming van onze bedrijven
als ik daarmee een ambitieus bedrijf mis dat mogelijk in de loop van
2026 nog een afspraak kan maken.
De motie op stuk nr. 225 van de heer Erkens moet ik ontraden.
Dan komen er een paar moties, volgens mij twee, als ik het goed zeg,
over Tata, beide van het lid Kostić. Ik moet de moties op de stukken
nrs. 226 en 227 beide ontraden. Daar moet ik het volgende over zeggen.
Het onderhandelingsmandaat voor de gesprekken over de maatwerkaanpak met
Tata is in de ministerraad vastgesteld. Dat heeft in een debat in mei op
steun kunnen rekenen van de Tweede Kamer. Op basis daarvan wordt nu
onderhandeld. Bovendien wordt mij steeds gevraagd om snelheid te maken,
maar dat kan niet met een steeds wisselende inzet op dat mandaat. Dat
kan gewoon niet. Het mandaat is het mandaat. Dat zijn de afspraken en
daarbinnen wordt onderhandeld. Dat neemt niet weg dat in de moties een
aantal aspecten, onderwerpen, zitten die ik belangrijk vind, die het
kabinet belangrijk vindt, en die ook betrokken worden bij de gesprekken.
Maar de moties als zodanig moet ik beide ontraden.
De voorzitter:
Dat zijn de moties op de stukken nrs. 225 en 226.
Minister Hermans:
Nee, op de stukken nrs. 226 en 227.
De voorzitter:
Het lid Kostić nogmaals.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Dit is écht een schoffering van de Kamer. Niks "een mandaat is een
mandaat". De Tweede Kamer gaat over het mandaat, en die heeft gezegd: er
is een basis, maar wij voegen daar nog iets aan toe. Dat is onder andere
deze motie, die verzocht alle adviezen van de Expertgroep Gezondheid
IJmond te verankeren in de afspraken als voorwaarde voor die
maatwerkafspraken. Ik vraag de minister om dat eindelijk te
respecteren.
De voorzitter:
Ja. De minister.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Is zij daartoe bereid? Snapt zij hoe dat hier werkt in de Kamer? Als er
uiteindelijk iets uit de maatwerkafspraken rolt en dat zit er niet in,
dan gaat een meerderheid van de Kamer die maatwerkafspraken van tafel
vegen.
De voorzitter:
Ja.
Minister Hermans:
Het lid Kostić hoeft mij niet te vertellen hoe het werkt in de Kamer;
dat weet ik heel goed. Maar ik weet ook dat er afspraken zijn gemaakt.
Daarbinnen wordt nu onderhandeld. Daar heb ik mij aan te houden. Dat is
ook door de Kamer gesteund. En ja, er zitten elementen in de moties
waarvan ik in het debat heb gezegd dat die belangrijk zijn, bijvoorbeeld
over gezondheid. Er komt ook geen maatwerkafspraak waar niet ook
afspraken over de gezondheid in zitten. Die uitspraak heb ik ook in dat
debat gedaan. Ik weet heel goed wat de opdracht is en ik weet ook heel
goed wat de wensen vanuit de Kamer zijn, maar ik heb ook een mandaat
waarbinnen ik te handelen heb.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Ik heb een vraag ten aanzien van mijn motie over de deadline van 2025.
Het lijkt mij goed om wel een deadline te stellen, want anders kan je
tot in het einde der dagen blijven onderhandelen, en dan weet iedereen
ook waar die aan toe is. De minister gaf aan dat er wellicht een bedrijf
is dat in 2026 maatwerkafspraken zou willen maken. Als ik de motie
aanpas naar 2026, zou die dan wel oordeel Kamer kunnen krijgen?
Minister Hermans:
Nee, in algemene zin wil ik hier gewoon geen deadline aan verbinden. Ik
heb wel toegezegd — dat wil ik hier graag herhalen — dat wij nu de
balans opmaken en kijken hoe de gesprekken met de verschillende
bedrijven verlopen. Ik blijf ook niet eindeloos praten met bedrijven
waarbij er geen schot in de zaak zit of die niet met ambitieuze plannen
komen. Daarover zal ik de Kamer begin 2025 informeren, maar ik wil nu
geen deadline voor de algehele maatwerkaanpak stellen.
De heer Erkens (VVD):
Ik heb bijna het idee dat ik hier in een debat over Tata Steel beland
ben, maar mijn vraag is heel simpel. Ik ben benieuwd waarom mijn motie
op stuk nr. 225 ontraden is.
Minister Hermans:
De motie op stuk nr. 225 is ontraden om de volgende reden. Er ligt al
een PBL-advies, maar een aparte categorie is te breed voor hoe de
SDE-techniek werkt en is opgebouwd.
De voorzitter:
Meneer Thijssen, over welke motie heeft u een vraag?
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Over de motie op stuk nr. 227. Ik wil de minister echt op het hart
drukken dat de meerderheid van de Kamer heeft gezegd dat die adviezen
over gezondheid een harde randvoorwaarde zijn. Ik vind het eigenlijk een
beetje flauw dat deze motie niet gewoon oordeel Kamer kan krijgen, maar
de minister moet goed begrijpen dat ze er niet mee kan thuiskomen als
die adviezen niet zijn opgevolgd. Ik heb de indruk dat het probleem ook
weleens zou kunnen zitten bij Tata. Wat mij betreft: het kan met Tata,
maar het kan ook zonder Tata, als we maar groen staal gaan maken en de
lucht gezonder maken.
De voorzitter:
Het lid Kostić nog even, over dezelfde motie, neem ik aan.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Ja, over de gezondheidsmotie. Volgens mij hebben we duidelijk een punt
gemaakt, maar ik wil, in relatie tot dit punt, nog even terugkomen op
wat de minister net zei. Ze heeft net gezegd dat ze ons vertrouwelijk
gaat informeren over wat de nieuwste ontwikkelingen rond overtredingen
van de norm voor de uitstoot van kankerverwekkende stoffen bij Tata gaan
betekenen voor de maatwerkafspraken. Ik heb om een brief gevraagd, maar
daar heb ik geen antwoord op gekregen. Kan de minister ten minste die
brief sturen, zodat we die vertrouwelijk kunnen bekijken? Want ik wil
netjes op een rijtje zetten …
De voorzitter:
Ja, helder, helder, helder.
Kamerlid Kostić (PvdD):
… hoe het precies zit, ook juridisch gezien.
Minister Hermans:
Voor de volledigheid: ik heb niet gezegd dat ik de Kamer vertrouwelijk
ga informeren over de berichtgeving van vandaag of dat het kabinet dat
gaat doen. Het kabinet informeert de Kamer op gezette tijden
vertrouwelijk over de stand van zaken en het verloop van de
onderhandelingen. Ik kan mij voorstellen dat in zo'n volgende briefing
ook dit onderwerp aan de orde komt, voor zover wij daar natuurlijk iets
over kunnen zeggen, dus op die manier kan ik het toezeggen aan het lid
Kostić.
De voorzitter:
We gaan naar de motie op stuk nr. 228. Niet buiten de microfoon praten,
graag, zeg ik tegen het lid Kostić.
Minister Hermans:
De motie op stuk nr. 228 moet ik ontraden. Die gaat over 50 casus- of
maatwerkafspraken met cluster 6-bedrijven. Dat is echt een gigantische
hoeveelheid. We zijn met cluster 6-bedrijven in gesprek, maar hiermee
worden we enigszins overvraagd, qua inzet van en capaciteit op het
ministerie. Maar we voeren natuurlijk gesprekken met cluster
6-bedrijven, dus niet alleen met de top vijftien van grootste
uitstoters.
De voorzitter:
Mevrouw Postma, één vraag.
Mevrouw Postma (NSC):
Een korte vraag.
Deze cluster 6-bedrijven zijn vaak gebaat bij regionale contacten, dus
met de regionale netbeheerders en met de regionale overheden. Daar hoeft
dus eigenlijk niet zo veel van het Rijk bij. Vandaar mijn ambitie voor
50. De blueprint ligt er namelijk al. Zeven bedrijven hebben deze weg al
gevolgd. Daarom denk ik echt dat het haalbaar is.
Minister Hermans:
Maar de maatwerkaanpak, zeg ik tegen mevrouw Postma, is een landelijke
aanpak, dus dan begrijp ik even niet wat de casusaanpak is.
Mevrouw Postma (NSC):
Casusafspraken zijn vaak ook regionale afspraken. De cluster 6-bedrijven
zijn erbij gebaat om juist met de regionale netbeheerder om de tafel te
gaan zitten. Dat wordt ook vaak gedaan, met decentrale overheden erbij.
Dat zijn nu vaak nog gesprekken die eigenlijk niet tot resultaat leiden.
Vandaar het verzoek om te kijken hoe je ervoor kunt zorgen dat er wel
een resultaat komt.
Minister Hermans:
Maar dat zijn dan gesprekken waar ik niet over ga, dus ik kan ook niet
toezeggen dat we er zo veel gaan doen. Ook voor de regionale tafels
lijkt 50 mij wel een heel groot aantal.
Dan de motie op stuk nr. 229 van de heer Eerdmans, over inspraak bij
plaatsing van de transformatorhuisjes. Dat is gister in het debat aan de
orde geweest. Dat is aan de gemeenten. Om die reden moet ik de motie
ontraden. De motie op stuk nr. 230 over het project Zon-op-Water
Wieringerhoek is overbodig, want dit project is stopgezet. Het kabinet
heeft het onlangs stopgezet en de betrokken stakeholders daarover
geïnformeerd.
In de motie op stuk nr. 231, over houtstook in de kachel, wordt mij
gevraagd of ik met landelijke regelgeving kan komen. Dat is ook gisteren
in het debat aan de orde geweest. Dit is aan het lokale gezag, aan de
gemeenten. Het is geen landelijk beleid, dus ik moet deze motie
ontraden.
De voorzitter:
De heer Eerdmans, kort en puntig.
De heer Eerdmans (JA21):
Ten eerste: dit zijn twee moties die ook zijn ondertekend door de heer
Vermeer. Dus daarmee winnen ze aan kracht. Dat had ik moeten zeggen.
Zijn naam stond er al onder, maar dat is toch een impuls.
Bij Hollands Kroon gaat het om het volgende. Wij als landelijke overheid
hebben het wel stopgezet, maar men gaat daar gewoon door. Dus de
provincie en de gemeente zijn niet van plan om de verkenning stop te
zetten, ondanks de zwaarwegende argumenten tegen van de diverse
ministeries, Rijkswaterstaat enzovoort. Daar gaat deze motie over. Het
is een opdracht aan de lagere overheden.
Minister Hermans:
Maar die opdracht kan ik hier niet geven aan lagere overheden. Dan moet
dat in de gemeenteraad of in Provinciale Staten gedaan worden. U vraagt
mij of ik ermee kan stoppen. Dan zeg ik: het kabinet is er al mee
gestopt.
De voorzitter:
Heel goed. Tot zover het debat. Dank aan de minister.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Vanavond nog stemmen wij over de moties.