[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Tweeminutendebat Fossiele subsidies/regelingen (CD 5/12) (ongecorrigeerd)

Stenogram

Nummer: 2024D51844, datum: 2024-12-19, bijgewerkt: 2024-12-20 16:26, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Fossiele subsidies/regelingen

Fossiele subsidies/regelingen

Aan de orde is het tweeminutendebat Fossiele subsidies/regelingen (CD d.d. 05/12).

De voorzitter:
We gaan door met het tweeminutendebat Fossiele subsidies/regelingen. Het Kamerdebat vond plaats op 5 december. Een hartelijk woord van welkom aan staatssecretaris Van Oostenbruggen. Fijn u te zien, maar nu in vak K. Ik geef graag het woord aan mevrouw Kröger van de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid, die wellicht vervangen wordt door de heer Thijssen van dezelfde fractie. Het woord is aan hem.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. De afgelopen maanden hebben we zes bedrijven die aan plasticrecycling doen failliet zien gaan. Dat komt onder andere omdat er zo verschrikkelijk veel fossiele subsidies zitten op olie en aardgas, waardoor virgin plastic zo goedkoop is. Het is dus heel belangrijk dat we hier eens wat aan gaan doen. We zullen een handje helpen, met drie moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de indirecte kostencompensatie (IKC) een fossiele subsidie is die door het vorige kabinet "ondoeltreffend en ondoelmatig" werd geacht en hierom is afgeschaft;

constaterende dat de regeling desondanks afgelopen jaar opnieuw is ingevoerd en dat het kabinet hierover bij de Voorjaarsnota van 2025 opnieuw een beslissing moet nemen;

overwegende dat het herinvoeren van een fossiele subsidie geen duurzame oplossing is voor de hoge elektriciteitsprijzen waar sommige bedrijven mee te maken krijgen;

verzoekt de regering voorafgaand aan de voorjaarsbesluitvorming met een voorstel te komen voor een op de energietransitie gericht alternatief voor de IKC, en dit voorstel tijdig met de Kamer te delen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Thijssen en Kröger.

Zij krijgt nr. 1451 (32813).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet inzet op de afbouw van fossiele regelingen;

constaterende dat er bij de voorjaarsbesluitvorming een additioneel pakket aan klimaatmaatregelen vastgesteld moet worden om de doelen uit de Klimaatwet weer binnen bereik te brengen;

overwegende dat uit diverse analyses, waaronder van PBL, blijkt dat een beprijzingstekort de transitie naar klimaatneutraal belemmert;

verzoekt de regering te komen met concrete voorstellen die bijdragen tot afbouwen van fossiele regelingen te betrekken bij het voorjaarspakket,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Thijssen en Kröger.

Zij krijgt nr. 1452 (32813).

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
En dan de laatste.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het in stand houden van fossiele subsidies nadelige gevolgen heeft voor groene bedrijven die geen fossiele grond- en brandstoffen gebruiken;

constaterende dat deze negatieve effecten op dit moment onvoldoende in beeld zijn gebracht;

verzoekt de regering om in het beprijzingsonderzoek van het ministerie van Financiën en in de maatregelen van het voorjaarspakket 2025 expliciet mee te nemen wat de negatieve effecten zijn van het niet afbouwen van fossiele subsidies op de transitie naar een duurzame economie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Thijssen en Kröger.

Zij krijgt nr. 1453 (32813).

Dank u wel. De volgende spreker is de heer Vermeer van de fractie van BBB. Het woord is aan hem.

De heer Vermeer (BBB):
Voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat sectoren zoals tuinbouw en mkb-bedrijven zoals bakkers sterk afhankelijk zijn van energie-intensieve processen;

constaterende dat een transitie naar duurzame energie voor deze sectoren uitvoerbaar en betaalbaar moet zijn;

verzoekt de regering om een evaluatie van de effecten van de energietransitie op specifieke sectoren en deze evaluaties periodiek aan de Kamer te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Vermeer.

Zij krijgt nr. 1454 (32813).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het hoofdlijnenakkoord benadrukt dat elke regio telt en dat regio's verschillend zijn in energie- en grondstoffenafhankelijkheid;

verzoekt de regering om specifieke ondersteuning te bieden aan regio's diẹ onevenredig zwaar getroffen worden door de energie- en grondstoffentransitie en regionale transitieplannen op te stellen die aansluiten bij lokale economische omstandigheden en mogelijkheden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Vermeer.

Zij krijgt nr. 1455 (32813).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat lastenverlichting voor burgers een prioriteit is in het hoofdlijnenakkoord en maatregelen rond fossiele regelingen de kosten voor burgers niet mogen verhogen;

verzoekt de regering om een doorrekening van de netto-effecten van de afbouw van fossiele regelingen op koopkracht van burgers op te stellen bij eventuele voorgenomen wijzigingen in de regelingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Vermeer.

Zij krijgt nr. 1456 (32813).

De heer Vermeer (BBB):
Dank u wel.

De voorzitter:
Mevrouw Rooderkerk, D66.

Mevrouw Rooderkerk (D66):
Bijna reces.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende de noodzaak het Nederlandse wagenpark te verduurzamen en de betaalbaarheid van automobiliteit te bewaken;

constaterende dat elektrisch rijden op dit moment fors duurder is dan rijden op benzine of andere fossiele brandstoffen;

verzoekt de regering om ter voorbereiding op de voorjaarsbesluitvorming beleidsopties te onderzoeken en mee te wegen waarmee elektrisch rijden goedkoper wordt gemaakt dan fossiel rijden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Rooderkerk en Grinwis.

Zij krijgt nr. 1457 (32813).

Dank u wel. Mevrouw Koekkoek van Volt.

Mevrouw Koekkoek (Volt):
Ik heb één motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat vanaf 2030 een Europese bijmengverplichting voor gerecycled plastic geldt, maar producenten tot die tijd moeite hebben te concurreren met virgin plastic;

overwegende dat in Frankrijk reeds stappen zijn gezet om circulaire productie te stimuleren, waaronder financiële steunmaatregelen en een verplicht aandeel gerecycled materiaal in producten;

overwegende dat het ontbreken van een gelijk speelveld tussen Europese lidstaten circulaire Nederlandse ondernemers op achterstand zet;

overwegende dat vijf Nederlandse plasticrecyclingbedrijven dit jaar failliet zijn gegaan, wat het belang van tijdelijke ondersteuning voor deze sector onderstreept;

verzoekt de regering een overbruggingsfinanciering in te stellen om circulaire plasticproducenten te ondersteunen tot de bijmengverplichting in werking treedt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Koekkoek.

Zij krijgt nr. 1458 (32813).

Mevrouw Teunissen, Partij voor de Dieren.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Voorzitter. Een motie over de afschaffing van de fossiele subsidie op kunstmest. Dat kunnen we gewoon nationaal doen; we hoeven helemaal niet te wachten op Europa.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de vrijstelling van energiebelasting voor non-energetisch verbruik van aardgas een fossiele subsidie betreft die de energietransitie en het tegengaan van klimaatverandering belemmert;

overwegende dat deze vrijstelling voornamelijk ten goede komt aan de vervuilende kunstmestindustrie;

constaterende dat deze vrijstelling in het rapport Belastingen in maatschappelijk perspectief is aangemerkt als ondoelmatig;

overwegende dat het principe "de vervuiler betaalt" en doelmatigheid leidend zouden moeten zijn in het belastingstelsel;

verzoekt de regering de vrijstelling van energiebelasting voor non-energetisch verbruik van aardgas zo spoedig mogelijk maar uiterlijk per 1 januari 2026 af te schaffen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Teunissen.

Zij krijgt nr. 1459 (32813).

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Voorzitter. Dit is een motie waarvan ik denk dat die ontzettend logisch is om als voorwaarde te stellen aan alle bedrijven in Nederland.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de KEV aantoont dat het huidige beleid onvoldoende is om de verduurzamingsdoelen voor de industrie te bereiken;

overwegende dat bedrijven miljarden aan steun van de overheid ontvangen;

overwegende dat belastinggeld toekomstbestendig dient te worden besteed;

verzoekt de regering als voorwaarde voor subsidies en regelingen te stellen dat bedrijven een klimaatplan moeten hebben, waarbij het bedrijfsmodel en strategie verenigbaar zijn met de transitie naar een duurzame economie en met het beperken van de opwarming van de aarde tot 1,5 graad, zoals omschreven in de EU-CSDR en de EU-CSDDD,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Teunissen.

Zij krijgt nr. 1460 (32813).

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Dank u wel.

De voorzitter:
Ik schors vijf minuten. Dan gaan we luisteren naar de beide bewindspersonen.

De vergadering wordt van 20.39 uur tot 20.44 uur geschorst.

De voorzitter:
Ik geef het woord aan de minister.

Minister Hermans:
Voorzitter. De motie op stuk nr. 1451, van de heer Thijssen en mevrouw Kröger, gaat over een alternatief voor de IKC. Deze motie moet ik ontraden. Dit is een Europees instrument dat in landen om ons heen gebruikt wordt. Als wij dat anders zouden gaan doen of anders zouden gaan inrichten, mochten we ertoe besluiten dit instrument opnieuw in te zetten, dan wijkt dat af van hoe dat in Europees verband is geregeld. Daarom ontraad ik dus deze motie.

Dan de motie op stuk nr. 1454 van de heer Vermeer, waarin hij vraagt om een evaluatie en periodieke rapportage van de effecten van de energietransitie op specifieke sectoren. In het kader van de motie-White onderzoekt het kabinet op dit moment al de staat van de verduurzaming in verschillende sectoren van het mkb. Dus in dat kader neem ik dit verzoek graag mee. Het is wel een tijdsintensief proces, dus elk jaar monitoren gaat wat ver, maar het onderzoeken kan ik meenemen in de motie die al wordt uitgevoerd.

De voorzitter:
En dus is deze motie oordeel Kamer?

Minister Hermans:
Ja, maar daar hoort dan wel deze interpretatie bij, want de motie zelf vraagt natuurlijk veel meer.

De voorzitter:
Ik zie de heer Vermeer knikken.

Minister Hermans:
Ja.

Voorzitter. Dan de motie op stuk nr. 1455, van de heer Vermeer, over de specifieke ondersteuning aan regio's. Die motie moet ik ontraden. Het kabinet ziet en erkent dat regio's gevolgen ondervinden van de energie- en grondstoffentransitie, maar er is op dit moment geen definitie of oordeel over welke regio meer of minder wordt getroffen. Daarom moet ik deze motie ontraden.

Dan de motie op stuk nr. 1458 van mevrouw Koekkoek. Deze motie kan ik oordeel Kamer geven, onder verwijzing naar een debat van vanmiddag met de staatssecretaris van IenW over circulaire economie.

Tot slot de motie op stuk nr. 1460 van mevrouw Teunissen. Dat is een variant op de motie uit het debat verduurzaming industrie. Met dezelfde argumentatie als zojuist moet ik deze motie ontraden.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik heb nog even goed gekeken naar de regelingen die ik noemde, maar die gaan pas in 2027 in. Met deze moties haal ik de verplichting voor bedrijven om te voldoen aan de klimaatdoelen juist naar voren. Daarom vind ik 'm zelf niet overbodig en laat ik beide moties staan.

Minister Hermans:
Maar deze motie ontraad ik.

De voorzitter:
Heel goed. Dan is het woord aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Voorzitter, dank u wel. We hebben een goed debat gehad. Ik heb toch vijf moties mogen ontvangen.

Ik begin bij de motie op stuk nr. 1452. Deze motie krijgt oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 1453 moet ik helaas overbodig verklaren. In het in februari uitgekomen ambtelijk adviesrapport "Bouwstenen voor een beter en eenvoudiger belastingstelsel" zijn al deze effecten onderzocht. Deze inzichten worden samen met aanvullende onderzoeken naar het benodigde prijsniveau per sector betrokken in de Voorjaarsnota over alternatief klimaatbeleid.

De voorzitter:
De heer Thijssen, één vraag.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Maar gaan we dan in de Voorjaarsnota teruglezen: we nemen deze maatregel, want het heeft zo'n negatief effect op deze sector of juist een positief effect?

Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
We gaan het meenemen. We gaan het wegen. De uitkomsten daarvan komen in de Voorjaarsnota terecht.

De voorzitter:
Heel goed. Dan de volgende motie.

Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
In de motie op stuk nr. 1456, van de heer Vermeer, wordt de regering verzocht om een doorrekening van de netto-effecten van de afbouw van fossiele regelingen op de koopkracht van burgers op te stellen bij eventuele voorgenomen wijzigingen in de regelingen. Deze motie geef ik oordeel Kamer.

De motie Rooderkerk/Grinwis op stuk nr. 1457 verzoekt de regering om ter voorbereiding op de voorjaarsbesluitvorming beleidsopties te onderzoeken en mee te wegen, waarmee elektrisch rijden goedkoper wordt gemaakt dan fossiel rijden. Ook deze motie krijgt oordeel Kamer.

Dan de laatste motie, de motie op stuk nr. 1459 van mevrouw Teunissen. Deze motie vraagt om het afschaffen van de vrijstelling van energiebelasting voor non-energetisch verbruik van aardgas, zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk per 1 januari 2026. De indiener stelt dat deze fossiele subsidie de energietransitie en het tegengaan van klimaatverandering belemmert. Deze motie moet ik ontraden. Gezien het gebrek aan handelingsperspectief en afwijkingsmogelijkheden leidt het afschaffen van deze vrijstelling op nationaal niveau voornamelijk tot het weglekken van emissies naar het buitenland. Dat is iets wat wij niet voorstaan.

De voorzitter:
Heel goed. Tot zover dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Hartelijk dank aan de staatssecretaris, die ons gaat verlaten.