[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Tweeminutendebat Arbeidsmarktbeleid in de zorg (CD 19/12) (ongecorrigeerd)

Stenogram

Nummer: 2024D51846, datum: 2024-12-19, bijgewerkt: 2024-12-20 16:27, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Arbeidsmarktbeleid in de zorg

Arbeidsmarktbeleid in de zorg

Aan de orde is het tweeminutendebat Arbeidsmarktbeleid in de zorg (CD d.d. 19/12).

De voorzitter:
Ik heropen. Aan de orde is het tweeminutendebat Arbeidsmarkt in de zorg. Een hartelijk woord van welkom aan de minister. Fijn u weer te zien. Ik geef graag het woord aan de heer Bushoff van de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid. Hij heeft zoals iedereen twee minuten spreektijd. Het woord is aan hem.

De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Ik begin gelijk met twee moties. Mocht ik nog wat tijd over hebben, dan licht ik nog het een en ander toe.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat met het aannemen van het amendement-Bontenbal c.s. (36000-VIII, nr. 141, dekking 13a) er 165 miljoen bezuinigd moet worden op na- en bijscholing van zorgpersoneel;

overwegende dat deze bezuinigingen in tijden van personeelskrapte in de zorg en gelet op de kwaliteit van zorg onverantwoord, onbedoeld en onwenselijk zijn;

overwegende dat de minister en het zorgveld aangeven dat binnen de subsidieregeling Strategisch opleiden medisch-specialistische zorg alleen verpleegkundigen uitzonderen conform de aangenomen motie-Vijlbrief c.s. niet mogelijk is en vraagt om bredere ruimte om tot een alternatieve invulling voor deze bezuiniging te komen;

verzoekt de minister van VWS niet te bezuinigen op bij- en nascholing van zorgpersoneel (amendement-Bontenbal c.s. (36000-VIII, nr. 141, dekking 13a)) en in januari 2025 de Kamer alternatieve dekking voor te leggen, zodat de bezuiniging op de subsidieregeling Strategisch opleiden medisch-specialistische zorg geschrapt wordt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bushoff, Dobbe, Dassen, El Abassi en Kostić.

Zij krijgt nr. 588 (29282).

De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
En dan de tweede motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er is besloten om de nieuwe beroepsstructuur van de Wet BIG niet door te laten gaan, waar al vanaf 2022 aan gewerkt wordt door de sector;

constaterende dat meer dan 1.000 kinder- en jeugdpsychologen NIP (K&J NIP) in opleiding straks niet aan de slag kunnen als gz-psychologen voor kinderen en jongvolwassenen;

constaterende dat er een groot tekort aan professionals is in de jeugdzorg en de wachtlijsten met deze beslissing verder worden verlengd;

constaterende dat een tijdelijke overgangsregeling geen kosten met zich meebrengt, terwijl de omscholingskosten op 54 miljoen euro worden geschat;

verzoekt de regering om in gesprek te gaan met het veld, waaronder de K&J-psychologen, over een vereenvoudiging van de beroepen- en opleidingsstructuur,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bushoff en Van den Hil.

Zij krijgt nr. 589 (29282).

De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Deze laatste motie leek ons een heel goed idee. Volgens mij is die ook goed uitvoerbaar. Het levert zelfs geld op. We begrepen overigens ook dat de minister verantwoordelijk is voor de beroepsstructuur, dus we horen graag ook haar reactie daarop.

De voorzitter:
Er is één korte vraag van de heer Claassen. Kort, kort, kort.

De heer Claassen (PVV):
Ja, één korte vraag, die gaat over de eerste motie. Er is eerder een motie aangenomen die richting gaat geven aan de minister om de omissie op te lossen. Nu komt de heer Bushoff met een andere motie, die dat weer onderuithaalt. Dat zorgt voor nog meer chaos. Mijn vraag is: waarom wilt u zo graag de medisch specialisten gaan helpen? Dat lijkt mij niet het beeld dat GroenLinks-PvdA zou moeten uitstralen.

De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Wat een ontzettende janboel en chaos is er gemaakt met de bezuinigingen op onderwijs schrappen en die neerleggen bij de zorgbegroting. Er is zo'n janboel van gemaakt dat er nota bene op het bij- en nascholen van zorgpersoneel bezuinigd moest worden. Daarvan heeft iedereen gezegd: dat is onwenselijk. Vanochtend heeft de minister aangegeven dat zij het ook onwenselijk vindt en om de bezuiniging niet te hoeven uitvoeren vroeg zij om bredere ruimte van de Kamer. En precies dat doet deze motie; die voorkomt dus deze bezuiniging, meneer Claassen.

De voorzitter:
Heel goed. Dank u wel. Mevrouw Paulusma van D66.

Mevrouw Paulusma (D66):
Voorzitter, dank u wel. De chaos in de zorg die is veroorzaakt door deze minister is nog even groot als toen we vanochtend het debat voerden. Maar één ding is wel verbeterd, namelijk de duidelijkheid richting verpleegkundigen, dankzij de motie-Vijlbrief. Zo gaat deze groep rustig de kerst in, omdat zij weten dat zij niet aan de beurt zijn als het gaat om deze hallucinante bezuiniging. Ik sta later ook onder een motie van de heer Krul, maar ik dien zelf nog een andere motie in met een aantal collega's om ook een ander plan van deze minister toch wat bij te sturen. Zo kunnen we veel meer problemen in de zorg oplossen dan veroorzaken.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat door de plannen van het kabinet om het eigen risico te halveren voor alle verzekerden, de zorgpremie explosief zal stijgen bovenop de al verwachte stijging;

overwegende dat het de toegankelijkheid van de zorg voor alle Nederlanders ten goede komt door de groep chronisch zieken en gehandicapten met een lager inkomen gericht te helpen;

verzoekt de regering om het eigen risico alleen voor chronisch zieken en gehandicapten met €220 te verlagen door voor deze groep een regeling te treffen;

verzoekt de regering de opbrengsten hiervan te gebruiken om te investeren in onderwijs, zoals opleidingen voor verpleegkundigen, en te zoeken naar manieren voor een lastenverlichting voor werkenden, waaronder zorgpersoneel, om zo de wachtlijsten terug te dringen in plaats van op te drijven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Paulusma, Koekkoek, Eerdmans en Krul.

Zij krijgt nr. 590 (29282).

Mevrouw Paulusma (D66):
Dank u wel.

De voorzitter:
De heer Krul, CDA … Nee, eerst één korte vraag van de heer Bushoff. Heel kort, hè. Kort, kort, kort.

De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Een korte vraag. Ik was even benieuwd naar het volgende. Ik heb net een motie ingediend om de bezuinigingen te schrappen, zodat er iets van ruimte ontstaat om de bezuinigingen op het bij- en nascholen van zorgpersoneel daadwerkelijk te schrappen. Dat is precies wat de minister en het zorgveld ook vragen. Ik vroeg me af of D66 daarvoor gaat zijn.

Mevrouw Paulusma (D66):
Ik ga er met veel belangstelling naar kijken. Mijn naam staat op een zeer goede motie van de heer Krul met dezelfde ambities.

De voorzitter:
De heer Krul van het CDA.

De heer Krul (CDA):
Voorzitter, de beste Martin Bosma is de Martin Bosma met haast.

De voorzitter:
En die zit hier vanavond.

De heer Krul (CDA):
Voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er in het kader van het terugdraaien van een deel van de bezuinigingen op onderwijs een "opgave medisch specialisten" ligt van 315 miljoen euro, verdeeld over "ombuiging subsidie bij- en nascholing medisch specialisten" (165 miljoen) en "bestuurlijke afspraken aanpakken uitwassen beloningen medisch specialisten in maatschappen" (150 miljoen);

constaterende dat de aangenomen motie-Vijlbrief c.s. oproept om deze bezuiniging niet te richten op verpleegkundigen;

overwegende dat de minister van VWS bredere ruimte vraagt om tot een alternatieve invulling van deze bezuiniging te komen;

verzoekt de regering een alternatieve invulling te vinden voor de "ombuiging subsidie bij- en nascholing medisch specialisten" van 165 miljoen euro binnen het domein van de begroting van VWS, en de Kamer hierover in januari te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Krul, Paulusma, Diederik van Dijk, Bikker en Eerdmans.

Zij krijgt nr. 591 (29282).

De heer Krul (CDA):
Dank u wel.

De voorzitter:
Mevrouw Dobbe van de SP.

Mevrouw Dobbe (SP):
Dank u wel, voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de onderhandelingen over de cao vvt zijn stukgelopen, omdat er onvoldoende budget beschikbaar is voor een fatsoenlijke loonsverhoging voor zorgverleners;

overwegende dat het de minister vrij staat om met vakbonden en werkgevers te praten over de ontstane impasse, zonder zich te bemoeien met de daadwerkelijke onderhandelingen;

verzoekt de regering om in gesprek te gaan met vakbonden en werkgevers over de randvoorwaarden voor hen om tot een goede cao te komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dobbe en Bushoff.

Zij krijgt nr. 592 (29282).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de onderhandelingen over de cao vvt zijn stukgelopen, omdat er onvoldoende budget beschikbaar is voor een fatsoenlijke loonsverhoging voor zorgverleners;

overwegende dat de minister geen directe rol heeft bij de cao-onderhandelingen, maar wel eindverantwoordelijk is voor de hoeveelheid geld die daarvoor beschikbaar is;

verzoekt de regering om voldoende budget beschikbaar te stellen voor de cao-onderhandelingen in de vvt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dobbe.

Zij krijgt nr. 593 (29282).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er ondanks de personeelstekorten bij zorginstellingen te weinig wordt gedaan om nieuwe werknemers voor de zorg te werven en er na 2025 überhaupt geen wervingscampagne meer gepland staat;

overwegende dat er ondertussen wel een enorme wervingscampagne is opgezet om jongeren voor Defensie te werven;

verzoekt de regering om met een voorstel te komen voor een grote wervingscampagne voor de zorg of de huidige campagne fors op te schalen, op minstens het niveau van de wervingscampagne voor Defensie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dobbe.

Zij krijgt nr. 594 (29282).

Mevrouw Dobbe (SP):
Tot slot, voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er bovenop de reeds ingeboekte zorgbezuinigingen 315 miljoen wordt bezuinigd op medisch-specialistische zorg;

overwegende dat het volstrekt onacceptabel zou zijn om op zorgverleners te bezuinigen;

verzoekt de regering om deze extra bezuinigingen op te schorten en bij de Voorjaarsnota met een voorstel te komen om dit te dekken uit een versobering van de expatregeling,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dobbe.

Zij krijgt nr. 595 (29282).

Mevrouw Dobbe (SP):
Dank u wel, voorzitter. De minister wilde graag suggesties. Zij wilde weten waar wij onze voorstellen uit willen dekken. Dit is een voorstel. Ik hoop dat de minister er serieus naar kijkt en het met ons eens is dat we niet verder moeten bezuinigingen op de zorg. Ik hoop dat zij hier een goed "oordeel Kamer" op geeft.

De voorzitter:
Mevrouw Tielen van de VVD.

Mevrouw Tielen (VVD):
Voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat handhaving op schijnzelfstandigheid per januari aanvangt, maar dat er nog steeds veel onrust heerst bij zowel zzp'ers als opdrachtgevers over de impact ervan;

constaterende dat naar aanleiding van de motie-Flach/Aartsen en de motie-Van Oostenbruggen c.s. "een zachte landing" is aangekondigd;

overwegende dat deze aankondiging bij veel zorgaanbieders nog niet heeft geleid tot minder onzekerheid;

overwegende dat niet duidelijk is hoeveel schijnzelfstandigen er in de zorgsector zijn in vergelijking met "echt ondernemende zelfstandigen", en dat daarmee de impact van de handhaving onbekend is;

verzoekt de minister van VWS om in het eerste kwartaal van 2025 een meting te doen, bijvoorbeeld in de vorm van een peiling, naar de effecten van de handhaving op het aantal ingezette zzp'ers in de verschillende subsectoren, de Kamer te informeren zodra data beschikbaar zijn en deze meting een half jaar later te herhalen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Tielen, Rikkers-Oosterkamp en Krul.

Zij krijgt nr. 596 (29282).

De heer Claassen van de PVV.

De heer Claassen (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Vandaag heb ik er namens de PVV-fractie voor gepleit om autonomie, zeggenschap en verpleegkundig leiderschap te zien als belangrijke factoren om mensen in de zorg te boeien, te binden en te behouden. Daarom de volgende twee moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat door het programma Nurses Know Better van het Groene Hart Ziekenhuis de kwaliteit van de zorg omhooggaat, het werkplezier wordt vergroot, er minder ziekteverzuim onder verpleegkundigen is en het verloop onder verpleegkundigen laag is;

overwegende dat deze aanpak bijdraagt aan het verkleinen van de personele krapte;

verzoekt de regering deze aanpak in samenwerking met zorgaanbieders en zorgorganisaties landelijk uit te rollen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Claassen.

Zij krijgt nr. 597 (29282).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er in toenemende mate een groot tekort is aan verpleegkundig en verzorgend personeel;

constaterende dat de instroom van mensen die in de zorg willen werken afneemt en de uitstroom van verpleegkundigen en verzorgenden toeneemt;

overwegende dat autonomie, zeggenschap en het kunnen tonen van verpleegkundig leiderschap bijdragen aan het boeien, binden en behouden van verplegend personeel en daarmee belangrijke factoren zijn voor goed werkgeverschap;

verzoekt de regering het borgen van autonomie, zeggenschap en verpleegkundig leiderschap als belangrijke factoren voor goed werkgeverschap op te nemen in het aanvullende zorg- en welzijnsakkoord,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Claassen, Daniëlle Jansen, Rikkers-Oosterkamp, Tielen, Krul en Diederik van Dijk.

Zij krijgt nr. 598 (29282).

Mevrouw Rikkers-Oosterkamp, BBB.

Mevrouw Rikkers-Oosterkamp (BBB):
Dank u wel, voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de staatsecretaris het handhavingsmoratorium voor zelfstandigen zonder personeel gaat opheffen;

overwegende dat daarbij "een zachte landing" is toegezegd;

overwegende dat de reden om het handhavingsmoratorium, namelijk onduidelijkheid over het vaststellen van de relatie tussen zelfstandige en opdrachtgever, nog niet is weggenomen;

overwegende dat via een eerdere motie is bepaald dat zo veel mogelijk rekening moet worden gehouden met de menselijke maat en maatwerk, zoals via een waarschuwing;

overwegende dat uit het handhavingsplan blijkt dat er geen waarschuwing mogelijk is als de Belastingdienst meteen met een boekenonderzoek start;

verzoekt de regering om voorafgaand aan een boekenonderzoek altijd een gesprek te voeren, zodat een waarschuwing tot de mogelijkheden blijft behoren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Rikkers-Oosterkamp en Aartsen.

Zij krijgt nr. 599 (29282).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat mondhygiënisten een zelfstandige bevoegdheid verdienen voor het injecteren van verdovingen, het behandelen van kleine gaatjes en het maken van röntgenfoto's zonder tussenkomst en opdracht van de tandarts;

overwegende dat de mondhygiënisten een zelfstandige positie in de mondzorg hebben verworven;

constaterende dat mondhygiënisten bekwaam zijn om deze handelingen uit te voeren, omdat zij dit nu al functioneel zelfstandig doen in opdracht van een tandarts;

verzoekt de regering om het beroep mondhygiënist door het Zorginstituut Nederland te laten toetsen voor regulering in het zware regime van de Wet BIG.

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Rikkers-Oosterkamp en Tielen.

Zij krijgt nr. 600 (29282).

Mevrouw Rikkers-Oosterkamp (BBB):
Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Eén korte vraag van mevrouw Dobbe.

Mevrouw Dobbe (SP):
BBB heeft in het debat gezegd dat zij ook vindt dat er meer loonruimte en meer waardering moet komen voor het personeel in de ouderenzorg. Ik vroeg me af wat BBB vindt van onze moties en of we op haar steun kunnen rekenen.

Mevrouw Rikkers-Oosterkamp (BBB):
Wij hebben straks fractieoverleg en dan gaan we ze beoordelen.

Dank u wel.

De voorzitter:
Ik schors voor tien minuten en dan gaan we luisteren naar de minister.

De vergadering wordt van 21.30 uur tot 21.40 uur geschorst.

De voorzitter:
Ik hoop dat de minister kort en puntig door de moties heen kan gaan, want we lopen al achter op het schema. Het woord is aan minister Agema.

Minister Agema:
Ja, dank u wel, voorzitter.

Natuurlijk vind ik het mooi dat er twee moties voorliggen, op de stukken nrs. 588 en 591, die een uitweg bieden uit de impasse die is ontstaan rondom de 165 miljoen aan bezuinigingen op het strategisch opleiden in de medisch-specialistische zorg. Ik vind het jammer dat het niet één motie is waar de hele Kamer onder staat, maar goed, misschien gebeurt dat nog richting een kerstgedachte. Ik ga in ieder geval zowel die op stuk nr. 588 als die op stuk nr. 591 oordeel Kamer geven. Er zit geen lucht tussen beide moties; ze willen hetzelfde. Ik hoop dat ze nog in elkaar geschoven kunnen worden.

De voorzitter:
De heer Krul, één korte vraag. Ik wil dit echt per motie doen, eigenlijk, dus één vraag per motie. Waar kan ik u mee helpen?

De heer Krul (CDA):
Dan kan ik zelfs één vraag per twee moties stellen, als u dat wilt.

De voorzitter:
Heerlijk! Bij dezen.

De heer Krul (CDA):
Gaan we doen. Want er zit wél wat lucht tussen volgens mij, omdat de motie-Bushoff verzoekt om niet per se dekking te zoeken in het domein van VWS. Of in ieder geval lees ik 'm zo niet. En de motie die wij hebben ingediend, vraagt dat specifiek wel. Dus ik ben benieuwd welke richting de minister zelf op gaat.

Minister Agema:
Nee, het wordt geen makkelijke opgave. U heeft allemaal kunnen zien hoe pijnlijk een bezuiniging op VWS kan uitpakken. Dus de exercitie die ik ga doen, wordt sowieso niet makkelijk, maar ik ga die doen. En ik ben blij dat ik wat meer ruimte krijg en ik zal binnen beide moties blijven. En ik hoop nog steeds dat u met z'n allen, in een kerstgedachte, onder één motie gaat staan.

De voorzitter:
Dat was de motie op stuk nr. 588.

Minister Agema:
Dan de motie op stuk nr. 589: oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 590: ontraden. Dit is niet mogelijk. Voor chronisch zieken en gehandicapten is er een fiscale regeling om hen bij te staan in de zorgkosten.

De voorzitter:
Eén vraag van mevrouw Paulusma over deze motie.

Mevrouw Paulusma (D66):
Ja, voorzitter, dank u wel. Deze appreciatie is een beetje wonderlijk, want dit is namelijk wél mogelijk. We hebben dat uitgebreid laten uitzoeken. Dus dit kan. Dus de minister kan 'm ontraden of met een andere appreciatie komen, maar dat het niet mogelijk is, klopt niet.

Minister Agema:
Goed, dan ook onder verwijzing naar het hoofdlijnenakkoord, dat ik uitvoer: dit is geen ondersteuning van het kabinetsbeleid. Dan ontraad ik 'm om die reden.

De motie op stuk nr. 591 hebben we net gehad.

De motie op stuk nr. 592. Als ik deze motie-Dobbe/Bushoff zo mag lezen dat de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kijkt naar de mogelijkheid van het instellen van een bemiddelaar en het dictum ook als zodanig gewijzigd kan worden, dan kan deze motie oordeel Kamer krijgen. Wij hebben niet de mogelijkheid om dit zelf te doen, maar wij zijn wel bereid, of de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is bereid, om een bemiddelaar aan te stellen. Dan kan deze oordeel Kamer krijgen.

De voorzitter:
Ehm, maar als mevrouw Dobbe zojuist zegt, buiten de microfoon om, dat ze daarover na gaat denken, dan wil ik wel een oordeel hebben over déze motie.

Minister Agema:
Ja, dan is dat oordeel Kamer. En als dat niet gebeurt, dan is het ontraden, omdat wij dat zelf niet kunnen doen.

Mevrouw Dobbe (SP):
Ik kan meegaan in wat de minister zegt.

De voorzitter:
Betekent dat dat u met een gewijzigde motie komt?

Mevrouw Dobbe (SP):
Dat kan natuurlijk. Ze zei: als ik 'm zo mag lezen.

Minister Agema:
En het dictum aanpassen. Dat vraagt mijn collega-minister.

De voorzitter:
Maar de vraag is nu even aan mevrouw Dobbe of ze dan komt met een aangepaste motie met een nieuw dictum. Het is soms een beetje heen en weer lopen, hè. Maar goed.

Mevrouw Dobbe (SP):
Ik heb even fractieoverleg gehad.

De voorzitter:
Dat zag ik, ja. En wat zei de heer Dijk?

Mevrouw Dobbe (SP):
Een positief signaal.

De voorzitter:
Nou, ik wist dit wel! Dus dan krijgen we van u een aangepaste motie, en die ontvangen we dan graag op de Griffie.

Minister Agema:
Onder verwijzing naar het debat worden de motie op stuk nr. 593 en de motie op stuk nr. 594 ontraden.

En onder verwijzing naar het "oordeel Kamer" bij de moties op de stukken nrs. 588 en 591 is ook de motie op stuk nr. 595 ontraden.

Dan ga ik naar de motie op stuk nr. 596. Die zou ik graag willen overnemen.

Dan ...

De voorzitter:
Even nog over de motie op stuk nr. 596. Er wordt voorgesteld om die over te nemen. Ik moet dan kijken of iedereen het daarmee eens is. Dat is het geval, dus dan nemen we 'm over en wordt er niet over gestemd.

De motie-Tielen c.s. (29282, nr. 596) is overgenomen.

De voorzitter:
Dan mevrouw Dobbe nog, voor één opmerking.

Mevrouw Dobbe (SP):
Ja, over de motie op stuk nr. 595. Want de minister zegt: het wordt heel erg ingewikkeld, echt een enorme opgave, om die bezuinigingen die vanuit de onderwijsdeal zijn gekomen, te dekken vanuit de VWS-begroting. En ze heeft gezegd in het debat: kom dan met voorstellen. Nu doen wij een voorstel, dat volgens mij een heel goed voorstel is, om deze bezuiniging niet te halen op de zorg, omdat dat asociaal is en niet kan, ook omdat dat heel lastig wordt. En dan krijgen we zonder een duidelijke uitleg te horen dat ie ontraden wordt. Dan ben ik eigenlijk wel benieuwd waarom dat is.

Minister Agema:
Dat is onder andere omdat u het heeft over de Voorjaarsnota. Ik denk dat we eerder duidelijkheid moeten geven. Daarom hecht ik meer aan de moties op de stukken nrs. 588 en 591, die beide spreken over januari. Aan de andere kant is er een duidelijke Kameruitspraak in het voorliggende amendement die deze verschuiving gewenst heeft van VWS naar OCW. Ik heb niet de indruk dat dat veranderd is. Ik heb goed geluisterd de afgelopen dagen. Ik heb niemand horen zeggen dat de bezuiniging van 165 miljoen op de medisch-specialistische zorgopleidingen een goed idee was. Ik heb eigenlijk iedereen horen aangeven iets anders te willen, maar ik heb niemand horen zeggen dat het weer buiten VWS mag.

De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 597.

Mevrouw Dobbe (SP):
Als ik de motie wil wijzigen, mag ik dat nu dan aangeven, voorzitter? Als het probleem is dat het voor de Voorjaarsnota moet, dan wil ik dat er best uit halen. Dan zeggen we gewoon: in januari.

Minister Agema:
Ik heb net ook een heel verhaal gehouden over dat de kaders van het amendement zeer hard zijn. Ik heb niemand horen zeggen … Ik heb veel mensen horen zeggen dat ze ongelukkig zijn met de 165 miljoen. Dit is een motie van u alleen, waar alleen uw naam onder staat. Die andere twee moties zijn gelijkluidend en daar staat een ruime Kamermeerderheid onder. Die zie ik onder uw motie niet. Daarom is uw motie ook ontraden.

De voorzitter:
Prima. Dan gaan we naar de motie op stuk nr. 597.

Minister Agema:
Ik kan er ook niets aan doen, mevrouw Dobbe. De kaders worden door de Tweede Kamer vastgesteld.

Dan de motie op stuk nr. 597. Als ik die zo mag lezen dat ik het voorbeeld opneem in de leidraad vakmanschap en werkplezier, kan ik de motie oordeel Kamer geven. Anders ontraad ik de motie.

De voorzitter:
Ik kijk even naar de heer Claassen. Hij knikt, dus bij dezen.

Minister Agema:
Dan de motie op stuk nr. 598. Als ik de motie zo mag lezen dat ik het onderdeel laat zijn van de leidraad vakmanschap en werkplezier, dan laat ik ook bij deze motie het oordeel aan de Kamer.

De voorzitter:
Ik kijk naar de heer Claassen. Hij wacht nog even met knikken.

De heer Claassen (PVV):
Dan zou ik graag willen weten waarom het niet kan zoals het in het dictum staat.

Minister Agema:
Omdat ik ook in het debat uitgelegd heb dat deze onderdelen onderdeel uitmaken van de leidraad vakmanschap en werkplezier. Dat is de leidraad die ik ga maken en zoals ik die ook aangekondigd heb in het regeerprogramma, als uitwerking van het hoofdlijnenakkoord.

De voorzitter:
Dan wordt de motie op stuk nr. 598 dus ontraden?

Minister Agema:
Ja. Ik heb uitgelegd dat als ik 'm zo mag lezen zoals ik 'm voorgesteld heb, het oordeel Kamer is.

De voorzitter:
Maar dat beaamt de heer Claassen niet, dus is de motie ontraden.

Minister Agema:
Dat is heel erg jammer, want we gaan een mooie leidraad vakmanschap en werkplezier maken en het is heel jammer om dingen dubbel te gaan doen.

De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 599.

Minister Agema:
De motie op stuk nr. 599 vind ik op zich een hele jammere motie. Er is vanmiddag in mijn ogen een mooi en zorgvuldig debat geweest met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, waarin hij goed uitgelegd heeft wat het belang is van het opheffen van het handhavingsmoratorium. Er zijn natuurlijk zzp'ers in de zorg die bij piek, ziek en speciaal een heel belangrijke rol spelen, maar we zien ook dat er inmiddels zo'n groot deel schijnzelfstandige is, dat het niet altijd goed is voor organisaties. Er zijn ook voorlopers, mensen of organisaties die al eerder gestopt zijn met zelfstandigen, dus niet schijnzelfstandigen, in te huren. We zien dat het daar heel erg goed mee gaat. Ik zie hier mooie nieuwe ontwikkelingen. Ik vind het heel erg jammer dat deze motie wordt ingediend, ook na het goede debat van vanmiddag met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Als er geen naheffing wordt opgelegd, wordt in wezen het handhavingsmoratorium ook niet opgeheven, en dat is wel heel erg van belang.

De voorzitter:
En dus?

Minister Agema:
Ontraden.

De voorzitter:
Mevrouw Rikkers, één korte vraag.

Mevrouw Rikkers-Oosterkamp (BBB):
Wij vragen niet om geen naheffing op te leggen. Wij vragen om de inspecteurs de mogelijkheid te geven om een waarschuwing te geven, zoals ook de bedoeling van de staatssecretaris is. Dat kan door eerst een gesprek te voeren en daarna een boekenonderzoek te doen. Dat is het enige wat we vragen: eerst een gesprek en dan een boekenonderzoek. Wij vragen niet om het handhavingsmoratorium weer te verlengen of om geen boetes, naheffingen of dat soort dingen op te leggen; dat vragen we allemaal niet.

Minister Agema:
Dan vraag ik u om deze motie aan te houden. Het is het beleidsterrein van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en ik kan uw extra vraag niet overzien, dus dan vraag ik u om uw motie aan te houden.

Mevrouw Rikkers-Oosterkamp (BBB):
Daar ga ik heel hard over nadenken, want 1 januari begint het en als de gesprekken dan niet gevoerd worden ...

Minister Agema:
Nee, maar we hebben het wel goed geregeld vanaf 1 januari, natuurlijk met een overgangsjaar. Ik denk dat het op zich allemaal goed gaat landen, dus u kunt het verzoek ook dan nog indienen.

De voorzitter:
Ja, maar de motie is ontraden, tenzij mevrouw Rikkers 'm aanhoudt. Dan de motie op stuk nr. 600.

Minister Agema:
Ja, ten slotte de motie op stuk nr. 600. Ik heb u uitgelegd waarom ik het daar niet mee eens ben. Ik heb mevrouw Rikkers ook gevraagd om met de ambtelijke ondersteuning het dictum op orde te brengen als zij wilde persisteren. Dat heeft zij gedaan. Ondanks dat ik het er niet mee eens ben, zoals ik heb uitgelegd, kan ik deze motie daarom oordeel Kamer geven.

De voorzitter:
Hartstikke goed. Tot zover dit debat. Nee, één korte vraag nog van mevrouw Paulusma. Kort, kort, kort.

Mevrouw Paulusma (D66):
Ja, één korte vraag, voordat er verwarring ontstaat. De minister heeft de moties op stukken nrs. 588 en 591 geapprecieerd met oordeel Kamer. Ik was in de veronderstelling dat we de dekking altijd moesten zoeken binnen het ministerie van VWS, maar in de motie-Bushoff staat toch daadwerkelijk iets anders.

Minister Agema:
Nee. Ik lees beide moties materieel hetzelfde.

De voorzitter:
Prima. Tot zover dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Vanavond nog stemmen wij over de moties. Dank aan de minister van Volksgezondheid voor haar aanwezigheid. Ik schors een enkel ogenblikje en dan gaan we over naar asiel.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.