Tweeminutendebat Vreemdelingen- en Asielbeleid (CD 19/12) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2024D51847, datum: 2024-12-19, bijgewerkt: 2024-12-20 16:28, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2024-12-19 21:10: Tweeminutendebat Vreemdelingen- en Asielbeleid (CD 19/12) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Vreemdelingen- en asielbeleid
Vreemdelingen- en asielbeleid
Aan de orde is het tweeminutendebat Vreemdelingen- en
asielbeleid (CD d.d. 19/12).
De voorzitter:
Ik heropen. We gaan voort met het tweeminutendebat Vreemdelingen- en
asielbeleid. Het commissiedebat vond vandaag plaats. Een hartelijk woord
van welkom aan de minister. Fijn dat u bij ons bent. We hebben zes
sprekers van de zijde van de Kamer. We gaan als eerste luisteren naar
mevrouw Podt van de fractie van D66. Zij heeft, zoals iedereen, twee
minuten spreektijd. Het woord is aan mevrouw Podt.
Mevrouw Podt (D66):
Voorzitter. Twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het kabinet voornemens is doorstroomlocaties voor
statushouders te realiseren om zo de druk op de asielopvang te
verlichten;
overwegende dat dergelijke locaties kunnen helpen, maar dat het
ontbreekt aan een duidelijk plan waardoor de realisatie ervan wordt
gehinderd;
verzoekt het kabinet om uiterlijk voor eind januari 2025 het beleid
rondom de realisatie van doorstroomlocaties na overleg met de VNG met de
Kamer te delen en daarin in ieder geval in te gaan op financiering,
criteria waar locaties en gemeenten aan moeten voldoen, hoe integratie
en inburgering in deze locaties worden bevorderd en hoelang
statushouders maximaal in doorstroomlocaties zullen verblijven,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Podt en Bontenbal.
Zij krijgt nr. 3328 (19637).
Mevrouw Podt (D66):
Dan de tweede.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het kabinet voornemens is een tweetal wetsvoorstellen
aan te bieden aan de Afdeling advisering van de Raad van State;
constaterende dat verschillende organisaties, waaronder de Raad voor de
rechtspraak en de Nederlandse orde van advocaten, hebben aangegeven een
onrealistische termijn te hebben gekregen om hun advies uit te
brengen;
constaterende dat deze organisaties ook de zeer ongebruikelijke vraag
hebben gekregen om de wetsvoorstellen vertrouwelijk te behandelen;
constaterende dat andere organisaties, zoals het COA en de Adviesraad
Migratie, helemaal geen adviesvraag hebben gekregen;
overwegende dat onzorgvuldige wetgevingsprocessen leiden tot slechte en
onuitvoerbare wetgeving, die niet zal leiden tot de gewenste
resultaten;
overwegende dat de controlerende taak van de Kamer wordt gehinderd door
de vertrouwelijkheid van de wetsvoorstellen, doordat het parlement geen
inzage heeft in de gedane wijzigingen naar aanleiding van de
adviezen;
verzoekt het kabinet om de conceptvoorstellen zoals voorgelegd ter
consultatie openbaar te maken;
verzoekt het kabinet tevens om de conceptvoorstellen, als ze naar de
Raad van State worden gestuurd, ook voor te leggen aan de organisaties
die nog geen kans hebben gehad om te adviseren, waaronder het COA, de
Adviesraad Migratie en VluchtelingenWerk Nederland,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Podt.
Zij krijgt nr. 3329 (19637).
Mevrouw Podt (D66):
Dank u wel.
De voorzitter:
De heer Van Nispen, SP.
De heer Van Nispen (SP):
Voorzitter. Deze minister kiest ervoor om beleid te voeren dat precies
het tegenovergestelde is van wat nodig is, zoals het intrekken van de
Spreidingswet en enorme bezuinigingen op IND en COA. Deze minister kiest
niet voor snellere procedures en betaalbare opvang, maar voor
geldverspilling aan peperdure commerciële opvang. Deze minister kiest
voor grootschalige locaties, terwijl de Kamer aandrong op kleinschalige
opvang. Deze minister kiest ervoor asielzoekers niets te laten doen in
plaats van ze te laten werken en een financiële bijdrage te vragen. Deze
minister kiest ervoor om niets te doen voor kinderen die verblijven in
slechte omstandigheden. Deze minister kiest ervoor om niet te luisteren
naar en niet te spreken met burgemeesters en wethouders en om ruzie te
maken met de uitvoering en de eigen ambtenaren. Deze minister zorgt voor
chaos, beantwoordt Kamervragen niet of nauwelijks en sowieso te laat en
voert aangenomen moties niet uit. Maar de reden waarom ik een motie van
wantrouwen indien, is dat deze minister pokert met de veiligheid van de
samenleving. Deze minister is gewaarschuwd, maar grijpt niet in. Ze
neemt geen verantwoordelijkheid en zorgt ervoor dat tikkende tijdbommen,
waar zij verantwoordelijk voor is, niet opgevangen worden in Veldzicht,
zoals afgesproken, maar op straat een groot risico zijn voor de
veiligheid. Ik wil niet wachten tot het fout gaat en er slachtoffers
zijn gevallen. Deze minister doet dat wel. Het is echt een minister
onwaardig. Daarom de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
zegt het vertrouwen in de minister van Asiel en Migratie op,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Nispen.
Zij krijgt nr. 3330 (19637).
Mevrouw Van Zanten, BBB.
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Voorzitter. Het grootste probleem waar de Koninklijke Marechaussee tegen
aanloopt bij het beveiligen van onze grenzen is het personeelstekort. Op
dit moment worden onze grenzen met ruim 840 overgangen beveiligd door
slechts 50 fte. Hoewel dit een begin is, zet dit natuurlijk geen zoden
aan de dijk. Mijn fractie denkt graag mee en is gaan zoeken naar
mogelijkheden om de capaciteit op te krikken. Wij denken dat het
dienjaar bij Defensie perfect is om mede in te zetten in te zetten ten
behoeve van de grensbewakingstaak. Daarom de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Nederland rond de 840 grensovergangen heeft en dat
deze gecontroleerd worden met een capaciteit van 50 fte;
constaterende dat er veel aan gelegen is om de capaciteit bij de
Koninklijke Marechaussee ten behoeve van grensbewaking te
verhogen;
constaterende dat het dienjaar van Defensie een groot succes is, waarbij
dit jaar al 625 jongeren een bijdrage leveren aan onze veiligheid en dit
in de komende jaren door kan groeien naar 4.000 per jaar;
verzoekt de minister van Asiel en Migratie in overleg te treden met
Defensie om te bezien hoe het succes van het dienjaar in de toekomst
mede ingezet kan worden om te ondersteunen bij de grensbewakingstaak van
de Marechaussee,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Zanten.
Zij krijgt nr. 3331 (19637).
Dank u wel. Mevrouw Vondeling, PVV.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Voorzitter. Syriërs vieren overal feest. Ze zijn blij om de nieuwe
situatie in Syrië. Afgelopen weekend zijn al duizenden Syriërs uit
Turkije teruggekeerd naar hun eigen land. Daarom een motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering er alles aan te doen om Syriërs huiswaarts te laten
keren, zodat zij hun land weer kunnen opbouwen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Vondeling.
Zij krijgt nr. 3332 (19637).
Mevrouw Vondeling (PVV):
Voorzitter. Dit jaar is bijna 20 miljoen euro aan dwangsommen uitgekeerd
aan asielzoekers. Gelukkig gaat het kabinet deze verschrikkelijke
dwangsommen afschaffen. Tot die tijd wil mijn fractie in ieder geval dat
wordt ingezet op het terugvorderen van dwangsommen, om asielzoekers
maximaal te laten bijdragen aan de kosten van hun opvang. Daarom nog een
laatste motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering om in te zetten op het terugvorderen van
dwangsommen om asielzoekers maximaal bij te laten dragen in de kosten
van hun opvang en indien nodig de Regeling eigen bijdrage asielzoekers
(Reba) hiervoor aan te passen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Vondeling en Rajkowski.
Zij krijgt nr. 3333 (19637).
Mevrouw Vondeling (PVV):
Dank u wel.
De voorzitter:
De heer Boomsma, NSC.
De heer Boomsma (NSC):
Dank, voorzitter, en dank aan de minister voor de discussie. Ik heb een
motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat kinderen nog steeds soms langere tijd in de noodopvang
verblijven;
overwegende dat de minister aangeeft dat dit "reden is tot grote zorg,
omdat kinderen niet de aandacht en begeleiding krijgen die ze nodig
hebben";
overwegende dat maatregelen die de uit- en doorstroom bevorderen en de
instroom beperken daarbij op termijn oplossingen kunnen bieden, maar ook
op korte termijn inzet noodzakelijk is;
verzoekt de regering zich maximaal in te spannen om:
gezinnen met minderjarige kinderen met voorrang te plaatsen in noodopvanglocaties die geschikt zijn voor kinderen en waar zij toegang hebben tot de faciliteiten en de begeleiding die ze nodig hebben;
indien die onvoldoende beschikbaar zijn, zo snel mogelijk aanvullende maatregelen te nemen om die faciliteiten en begeleiding daar alsnog ter beschikking te stellen;
daarbij in kaart te brengen welke faciliteiten aanwezig zijn bij (nood)opvanglocaties,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Boomsma en Rajkowski.
Zij krijgt nr. 3334 (19637).
Heel goed. Een vraag van de heer Van Nispen, kort.
De heer Van Nispen (SP):
Een vergelijkbare motie. We delen hetzelfde doel. We zijn allebei op
hetzelfde punt hartstikke boos geworden op de minister in het debat,
omdat zij niets doet voor kinderen. Maar deze motie is in andere
bewoordingen met hetzelfde doel al drie keer aangenomen — minstens. Deze
minister voert dit soort moties niet uit, meneer Boomsma. Nu is mijn
vraag: wat gaat NSC doen om echt iets voor kinderen te betekenen? Je
kunt niet een vierde of vijfde keer eenzelfde motie indienen. Die wordt
dan weer aangenomen en wordt weer door deze minister verscheurd of naast
zich neergelegd. Wat gaat NSC dan doen?
De heer Boomsma (NSC):
Ik zie dat het COA ook echt inzet pleegt om die kinderen te hulp te
schieten, maar dat het een lastige opgave is. Deze motie biedt wel
degelijk aanvullende maatregelen. Ik wil bijvoorbeeld dat in kaart wordt
gebracht welke noodopvanglocaties die faciliteiten bieden. Dan kun je
daar makkelijker op sturen. We vragen ook om aanvullende maatregelen te
nemen, als kinderen toch geplaatst worden in noodopvanglocaties waar die
niet aanwezig zijn.
De voorzitter:
De heer Eerdmans, JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, dank je wel. Vanaf 9 december zijn onze grenzen beschermd,
althans worden onze grenzen gecontroleerd, maar behalve een enkele
vuurpijl wordt er niet heel veel tegengehouden. Dat vinden wij
bevreemdend en teleurstellend. Er worden zelfs minder vreemdelingen
tegengehouden dan voordat de grenscontroles werden ingesteld. Wij hebben
dan ook een motie "peilstok" voorbereid.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er tot 8 juni 2025 geïntensiveerde grenscontroles
gelden in Nederland, maar dat de eerste resultaten niet naar verwachting
zijn;
verzoekt het kabinet op 9 januari de Kamer te informeren over de eerste
resultaten van de grenscontroles,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Eerdmans en Bontenbal.
Zij krijgt nr. 3335 (19637).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat op uiterlijk 31 december de verdeelbesluiten worden
getekend waardoor gemeenten wettelijk worden verplicht om asielzoekers
op te vangen;
verzoekt het kabinet in het verdeelbesluit gemeenten of provincies op
geen enkele wijze te verplichten tot meer asielopvang dan zij hebben
aangeboden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.
Zij krijgt nr. 3336 (19637).
De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Ceder van de fractie van de ChristenUnie, die zich op het laatste moment heeft aangemeld. O, toch niet. Dan was dit de termijn van de Kamer. Hoelang heeft de minister nodig? Vijf minuutjes. Ik schors vijf minuten en dan gaan we luisteren naar de minister. Dank voor uw medewerking.
De vergadering wordt van 22.00 uur tot 22.05 uur geschorst.
De voorzitter:
Het woord is aan de minister. We hebben een krap schema, dus ik hoop dat
de minister heel kort en puntig door de moties gaat. Ik begrijp dat u
vandaag ook een commissiedebat heeft gehad, dus daar heeft u al het een
en ander kunnen uitwisselen. Dit is dan alleen maar de afronding
daarvan. Dus graag kort en puntig commentaar op de diverse moties en dan
gaan we verder.
Minister Faber:
Dank u wel, voorzitter. De motie op stuk nr. 3328 van de leden Podt en
Bontenbal krijgt oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 3329 moet ik ontraden, want de wetten moeten snel
tot stand komen. Daardoor zijn de stappen versneld en beperkt tot het
verplichte en hoognodige. Ik vind dat verantwoord. Adviezen die op een
later moment worden ontvangen, zullen worden betrokken in het
wetgevingsproces. Deze motie vraagt om dat nog te formaliseren en dat
vind ik onnodig. Daarom ontraad ik deze motie. Alle latere adviezen
worden later toegevoegd in het nadere rapport.
De voorzitter:
Er is één korte vraag van mevrouw Podt.
Mevrouw Podt (D66):
Ik begrijp niet wat de minister bedoelt met "formaliseren". Het gaat
erom dat de informatie die de Kamer nodig heeft ook naar de Kamer komt.
Dat is wat hier staat. Volgens mij heeft de minister over de andere
dingen, zoals over de organisaties, al gezegd dat ze dat wil doen. Ik
begrijp dus niet zo goed waar het hier misgaat.
Minister Faber:
De informatie komt naar buiten als de stukken naar de Raad van State
gaan. De Raad van State zet dat op hun website en dan is het voor
iedereen toegankelijk.
De voorzitter:
Dan gaan we naar de motie op stuk nr. 3330 en daar hoeft u niets over te
zeggen.
Minister Faber:
Nee, maar als die aan mij gericht was, had ik die ontraden.
De motie op stuk nr. 3331 krijgt oordeel Kamer.
Dan zijn we bij de motie op stuk nr. 3332 van mevrouw Vondeling. Ik heb
zeker begrip voor deze motie, maar de motie komt te vroeg. Ik zit met
het besluit- en vertrekmoratorium. Mijn verzoek is om deze motie aan te
houden, want zodra dat moratorium eraf is, gaan we er zeker naar kijken.
Als de mogelijkheid er is, dan moeten de Syriërs gewoon huiswaarts.
De voorzitter:
Ik kijk naar mevrouw Vondeling. Ik zie dat zij knikt.
Op verzoek van mevrouw Vondeling stel ik voor haar motie (19637, nr.
3332) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 3333.
Minister Faber:
Ja, de motie op stuk nr. 3333 krijgt oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 3334.
Minister Faber:
Die motie krijgt ook oordeel Kamer.
De voorzitter:
Dat gaat lekker.
Minister Faber:
De motie op stuk nr. 3335 moet ik ontraden, want 9 januari is echt te
vroeg. Voor een gedegen eerste beeld is een langere periode nodig.
De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 3336.
Minister Faber:
Deze motie moet ik ontraden. Dat komt omdat deze motie strijdig is met
de wet. We zijn wel in goed gesprek met de gemeenten en provincies. Ik
doe er alles aan om samen met de bestuurders tot een afdoend resultaat
te komen op vrijwillige basis.
De voorzitter:
Eén korte vraag van de heer Eerdmans.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik hoef op 9 januari geen uitgebreide evaluatie, maar geef dan
bijvoorbeeld aan hoeveel mensen er zijn aangehouden, hoeveel mensen er
zijn tegengehouden en hoeveel mensen er zijn teruggeduwd. Dat is
eigenlijk wat we willen weten op 9 januari. Meer is het niet. Het hoeft
geen evaluatie te zijn.
Minister Faber:
Ik blijf bij mijn standpunt, want ik vind de periode te kort.
De voorzitter:
Prima. Tot zover dit debat.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Straks stemmen we over de moties.