Halfjaarlijkse rapportage uitreizigers
Brief regering
Nummer: 2024D51854, datum: 2024-12-20, bijgewerkt: 2024-12-20 16:36, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van zaak 2024Z21986:
- Indiener: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Preview document (🔗 origineel)
In deze halfjaarlijkse rapportage, die ik mede namens de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris Rechtsbescherming naar uw Kamer stuur, informeer ik u over de stand van zaken op terrein van uitreizigers en (internationale) ontwikkelingen over de aanpak jihadisme.
In deze brief ga ik eerst in op de ontwikkelingen van de aantallen uitreizigers in Syrië, alsmede de recente arrestaties van personen met uitreisplannen. Ook wordt nader ingegaan op de eerste Nederlandse strafzaak met verdenking van slavernij als misdrijf tegen de menselijkheid gepleegd tegen Jezidi, het aflopen van het UNITAD mandaat, het thema Intrekken Nederlanderschap en de stand van zaken met betrekking tot het Landelijk Afstemmingsoverleg Vertrek (LAOV)1. In reactie op de motie van het lid Michon-Derkzen (VVD)2 zal ik ingaan op de mogelijke inzet van een ketenmarinier om de problematiek rondom onrechtmatig verblijvende terrorismeveroordeelden te adresseren3 en tenslotte komt de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding aan bod.4 In de bijlage doe ik mijn toezegging gestand om navraag te doen bij landen met een ander detentieregime en te bezien of zij onderzoek hebben gedaan naar het bestaan van een verband tussen detentieregime en (risico op) recidive.5
Deze rapportage is geschreven tegen de achtergrond van actuele geopolitieke ontwikkelingen die relevant zijn voor de terroristische dreiging.
Een belangrijke aanjagende factor voor die dreiging is de professionalisering en decentralisering van verschillende ISIS-provincies die onder meer het geweld in Gaza gebruiken in hun (online) propaganda om vooral jonge personen te mobiliseren om aanslagen te plegen. Meerdere provincies richten eigen bureaus in voor externe aanslagplanning en hebben leden die jihadisten in het Westen proberen te stimuleren tot het plegen van aanslagen. Bovendien kunnen de ontwikkelingen van ISIS en de verschillende gebieden waar dit plaatsvindt bestemmingen vormen voor geradicaliseerde personen om naartoe uit te reizen.
Dit kabinet zet zich onverminderd in voor een robuuste contraterrorisme aanpak samen met alle betrokken partners. Een toenemende dreiging, onder meer vanuit het jihadisme, vereist waakzaamheid en scherp zicht op alle factoren en ontwikkelingen die hierbij een rol spelen. De Kamer zal conform de motie Bikker (CU) en Michon-Derkzen (VVD)6 geïnformeerd blijven worden over ontwikkelingen ten aanzien van de dreiging en de gevolgen hiervan voor Nederland. Dit zal ik in het vervolg in een bredere periodieke voortgangsrapportage doen die ruimte biedt voor beleidsmatige ontwikkelingen.
Overzicht aantallen uitreizigers7
De onderstaande cijfers weerspiegelen de stand van zaken op 31 augustus 2024. Per 'categorie' worden de cijfers afgerond, omdat de exacte cijfers zicht kunnen geven op de informatiepositie van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD).
Aantallen volwassen uitreizigers
Totaal aantal onderkende uitreizigers | 300 |
---|---|
Teruggekeerd naar Nederland | 90 |
Teruggekeerd naar ander land | 15 |
Overleden | 115 |
Volwassen uitreizigers in Syrië, Irak of Turkije
In Syrisch-Koerdisch opvangkamp of in detentie | 20 |
---|---|
Bij jihadistische groeperingen in Noordwest-Syrië | 25 |
Mogelijk elders in Syrië | 20 |
Verblijvend in Turkije | 10 |
Kinderen met een Nederlandse link8
In Syrisch-Koerdisch opvangkamp of in detentie | 25 |
---|---|
Bij jihadistische groeperingen in Noordwest-Syrië | 75 |
Mogelijk elders in Syrië | 40 |
Verblijvend in Turkije | 20 |
Teruggekeerd naar Nederland | 85 |
Teruggekeerd naar ander land | 50 |
Overleden | 30 |
Ontwikkelingen in het kader van uitreis naar jihadistische gebieden
De geografische aanwezigheid van ISIS is sinds de val van het kalifaat in belangrijke mate gegroeid. Zo heeft de organisatie zogeheten provincies in verschillende regio’s en landen waaronder in Somalië, de Sahel, Afghanistan, de Kaukasus, Irak, Syrië en de Sinaï. Het aantal potentiële uitreisbestemmingen is daarmee ook gegroeid wat ook actief door verschillende ISIS provincies wordt gestimuleerd en gefaciliteerd. Deze uitreizigers kunnen met hun taalkennis en netwerk vervolgens bijdragen aan het rekruteren van personen in Europa en hen aanzetten tot het plegen van aanslagen.
Op 16 mei 2024 zijn twee mannen uit Utrecht en Vleuten aangehouden op verdenking van lidmaatschap van een terroristische organisatie onder meer door te proberen uit te reizen naar ISIS-gebied. Op 14 mei 2024 werd een 24-jarige man uit Nederland aangehouden in Parijs omdat hij zou willen uitreizen naar jihadistisch strijdgebied. Een 23-jarige man uit Helmond is op 9 oktober 2024 veroordeeld tot 4 jaar gevangenisstraf omdat hij zich wilde aansluiten bij ISIS Somalië.
Er is nog geen sprake van een uitreisgolf zoals in 2014 toen veel Westerse aanhangers naar Syrië reisde om zich aan te sluiten bij ISIS, maar we blijven alert op dergelijke ontwikkelingen. Daarvoor kunnen verschillende maatregelen ingezet worden. Zo is het mogelijk om op basis van de Tijdelijk wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding (Twbmt) een uitreisverbod op te leggen als er gegronde vermoedens bestaan dat een persoon zich buiten het Schengengebied wil aansluiten bij een terroristische organisatie.9 Daarnaast kan de uitreis naar terroristisch strijdgebied worden bemoeilijkt door weigering of vervallenverklaring van een paspoort op grond van artikel 23 van de Paspoortwet.
Strafzaken
De misdrijven die ISIS heeft gepleegd hebben onvoorstelbaar leed veroorzaakt, met name binnen de Jezidi-gemeenschap. Het kabinet zal zich, conform motie Van der Werf (D66) en Koekkoek (VOLT)10, blijven inspannen voor de berechting van daders en voor steun aan alle slachtoffers van deze gruwelijke misdaden.
Op 11 december jl. is een Nederlandse uitreizigster veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf voor deelneming aan een terroristische organisatie (ISIS), voorbereidingshandelingen voor terroristische misdrijven, het in hulpeloze toestand brengen en laten van haar kind en het gebruik van twee Jezidi-vrouwen als huisslaaf.11 Het is voor het eerst dat een verdachte voor de Nederlandse rechter wordt gebracht en veroordeeld vanwege slavernij als misdrijf tegen de menselijkheid. Tevens is het de eerste keer dat er in ons land berechting plaatsvindt van misdaden tegen de Jezidi. Eén van de twee Jezidi-slachtoffers was aanwezig in de rechtszaal; het andere slachtoffer volgde de strafzaak via een livestream. Het aanwezige slachtoffer heeft via een tolk verteld welk leed zij heeft moeten doorstaan. Op deze manier is mogelijkheid geboden aan deze slachtoffers van de Jezidi-gemeenschap om in strafzaken aanwezig te zijn en hun verhaal te vertellen. Daarmee is een eerste stap gezet om recht te doen aan de slachtoffers uit de Jezidi-gemeenschap. Deze mogelijkheid vindt het kabinet van groot belang, zoals ook altijd is benadrukt door mijn ambtsvoorganger in de diverse debatten met uw Kamer.
De twee slachtoffers hebben eerder ook verklaringen afgelegd bij het bewijsvergaringsmechanisme UN Investigative Team to Promote Accountability for Crimes Committed by Da’esh (UNITAD). Deze getuigenissen zijn door het Openbaar Ministerie gebruikt in deze strafzaak. Uw kamer is eerder over deze strafzaak geïnformeerd in de Rapportagebrief Internationale Misdrijven 2023 van 10 september 2024.12
Ook lopen er op dit moment verschillende strafzaken rondom mannelijke uitreizigers. Deze mannen bevinden zich momenteel in detentie in Noordoost Syrië. Indien er relevante ontwikkelingen zijn, zal ik uw Kamer hierover separaat informeren.
Het aflopen van het UNITAD mandaat
Het UN Investigative Team to Promote Accountability for Crimes Committed by Da’esh (UNITAD) werd in september 2017 door VN-Veiligheidsraad opgericht om bewijs te verzamelen over ISIS-misdaden in Irak en om Irak te ondersteunen bij het ontwikkelen van een nationaal kader ten aanzien van de berechting van internationale misdrijven. In de vorige rapportage is de Kamer geïnformeerd over de beëindiging van de werkzaamheden van UNITAD op verzoek van Irak door de VN-Veiligheidsraad. Op 17 september 2024 zijn deze werkzaamheden definitief stop gezet. Het kabinet zet zich ervoor in dat de verzamelde bewijsstukken van UNITAD beschikbaar blijven voor toekomstige nationale en/of internationale berechting van ISIS-strijders bijvoorbeeld door bestaande instellingen of en in het licht van de Nederlandse inzet voor de oprichting van een internationaal tribunaal. Het belang daarvan is de afgelopen maanden meermaals kenbaar gemaakt bij Irak. Zowel gedurende de 79ste zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, als in gesprekken tussen de Nederlandse ambassade in Irak en de Iraakse autoriteiten.
Tot slot staat het kabinet in nauw contact met gelijkgezinde landen en spreekt over mogelijke alternatieven rondom het beschikbaar houden van bewijs en mogelijkheden voor berechting. De minister van Buitenlandse Zaken zal uw Kamer in het eerste kwartaal van 2025 informeren over de voortgang.
Intrekken Nederlanderschap (stand per 1 november 2024)
Intrekking van het Nederlanderschap gebeurt op basis van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN): van uitreizigers die naast de Nederlandse nationaliteit ook in het bezit zijn van een andere nationaliteit kan het Nederlanderschap worden ingetrokken. Dit kan op grond van artikel 14, vierde lid RWN, indien deze personen zich nog in het buitenland bevinden en uit hun gedragingen is gebleken dat zij zich hebben aangesloten bij een terroristische organisatie die een dreiging vormt voor de nationale veiligheid. Daarnaast kan het Nederlanderschap op grond van artikel 14, tweede lid, RWN worden ingetrokken van personen die onherroepelijk zijn veroordeeld voor een terroristisch misdrijf. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is verantwoordelijk voor de uitvoering van deze wet.
In 2019 zijn alle dossiers van onderkende Nederlandse uitreizigers met een dubbele nationaliteit beoordeeld op de mogelijkheid om het Nederlanderschap in te trekken. Bij de personen waar dit mogelijk is gebleken is het Nederlanderschap ingetrokken.13 Gevallen die eerder niet in aanmerking kwamen voor intrekking, kunnen in de toekomst mogelijk wel hiervoor in aanmerking komen als nieuwe informatie beschikbaar komt waarmee aan de juridische voorwaarden wordt voldaan. De betrokken organisaties blijven alert op eventuele nieuwe informatie waardoor intrekking alsnog tot de mogelijkheden kan behoren.
Intrekken Nederlanderschap o.b.v. artikel 14.4 RWN
Sinds de inwerkingtreding in februari 2017 van de bevoegdheid tot intrekken Nederlanderschap op grond van artikel 14, vierde lid RWN is in 25 zaken besloten tot het intrekken van het Nederlanderschap in het belang van de nationale veiligheid. Het betreft hier personen die zich in het buitenland hebben aangesloten bij een terroristische organisatie die een bedreiging vormt voor de nationale veiligheid. Vier van deze besluiten tot intrekking zijn vernietigd door de rechter. Vijf besluiten zijn in 2019 en 2020 door de IND ingetrokken, omdat deze juridisch niet verdedigbaar bleken. Vijftien intrekkingen zijn inmiddels definitief. Van één intrekking is de beroepszaak nog in behandeling bij de rechtbank.
Intrekken Nederlanderschap o.b.v. artikel 14.2 RWN
Intrekking op grond van 14.2 RWN is mogelijk bij zowel personen die uitgereisd zijn en naar Nederland zijn teruggekeerd voor berechting, als bij personen die niet uitgereisd zijn en het terroristische misdrijf in Nederland hebben gepleegd.
Sinds de inwerkingtreding van deze bevoegdheid is er in 35 zaken besloten om tot intrekking over te gaan. Tien intrekkingszaken zijn nog in behandeling bij de rechtbank en vijf in hoger beroep bij de Raad van State. Dertien intrekkingen zijn inmiddels definitief. Eén intrekking is vernietigd door de rechter. De overige zaken bevinden zich nog in de bezwaarfase of er staat nog een bezwaar- of beroepstermijn open. Bij deze cijfers wordt geen onderscheid gemaakt tussen uitreizigers en niet-uitreizigers.
Vertrekcijfers veroordeelde terroristen, waaronder personen van wie het Nederlanderschap is ingetrokken
Naar aanleiding van mijn toezegging14 aan de Kamer informeer ik u als volgt over het vertrek naar het land van herkomst van vreemdelingen veroordeeld voor een terroristisch misdrijf. Sinds 2017, zijn circa 15 vanwege terrorisme veroordeelde vreemdelingen uit de caseload van de Dienst Terugkeer en Vertrek vertrokken naar het land van herkomst. Daarbij ging het in circa 5 gevallen om een persoon van wie de Nederlandse nationaliteit is ingetrokken. Het blijft onverminderd complex om het vertrek van deze personen te kunnen realiseren. Het is noodzakelijk dat het land van de overgebleven nationaliteit bereid is zijn onderdanen terug te nemen.
Als gevolg van de intrekking van de Nederlandse nationaliteit ontstaat er illegaal verblijf in Nederland. Omdat na intrekking in de regel ook een ongewenstverklaring volgt moet een terrorismeveroordeelde van wie het Nederlanderschap is ingetrokken vertrekken naar het land van de overgebleven nationaliteit. Bij de meeste ex-gedetineerden bij wie het Nederlanderschap is ingetrokken, wordt door de betrokken instanties gewerkt aan het vertrek. Deze personen verblijven tot dat moment onrechtmatig in Nederland. Het kabinet zet in op verschillende maatregelen om de veiligheidsrisico’s die daarmee samenhangen te beperken. Bijvoorbeeld door de inzet van vreemdelingrechtelijke toezichtsmaatregelen om zicht te houden op het vertrek van de vreemdelingen, tot dat het vertrek gerealiseerd is.
Motie Ketenmarinier en LAOV
De motie van het lid Michon-Derkzen (VVD)15 verzoekt de regering om te bezien of een ketenmarinier, zoals bij de aanpak van overlast gevende asielzoekers, effectief kan zijn bij de aanpak van onrechtmatig verblijvende terrorismeveroordeelden. Conform deze motie zijn er gesprekken gevoerd met ketenmariniers die worden ingezet bij de aanpak van overlastgevende asielzoekers, de Dienst Terugkeer en Vertrek, DG Migratiebeleid en de G4. In deze gesprekken is gezocht naar raakvlakken tussen de problematiek rondom onrechtmatig verblijvende ex-gedetineerden waarvan het Nederlanderschap is ingetrokken vanwege een veroordeling voor een terroristisch misdrijf enerzijds, en de taken en bevoegdheden van ketenmariniers anderzijds. Ook is onderzocht waar de behoeften van de gemeenten liggen en of een ketenmarinier of een coördinator hierin zou kunnen voorzien.
Aanvullend zijn de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en andere gemeenten uitgenodigd voor een gesprek hierover. Een uitgebreidere uitwerking van deze motie volgt daarom begin 2025. Hierbij wordt rekening gehouden met de inzet van het Landelijk Afstemmingsoverleg Vertrek (LAOV) voor de specifieke doelgroep onrechtmatig verblijvende terrorismeveroordeelden. Het LAOV is op dit moment circa een halfjaar actief en wordt voor het einde van de pilot geëvalueerd. Relevante uitkomsten uit de gesprekken met de gemeenten worden hierin meegenomen. Over deze evaluatie zal uw Kamer in de eerste helft van 2025 worden geïnformeerd.
Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen
De leden Michon-Derkzen (VVD) en Eerdmans (JA21) verzochten de regering om de mogelijkheden uit de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding (Twbmt) nadrukkelijk onder de aandacht te brengen bij relevante partnerorganisaties binnen het contraterrorisme domein.16 In de beleidsreactie over de evaluatie van de Twbmt van 16 september jl. werd aangekondigd dat actief opvolging wordt gegeven aan deze motie. Er is ingezet op het vergroten van de bekendheid van de Twbmt door workshops te verzorgen over de mogelijkheden van de wet. Daarnaast is een traject gestart waarin een groot aantal partners, zoals de Dienst Terugkeer en Vertrek, Dienst Justitiële Inrichtingen, gemeenten en de politie, is geïnformeerd over de mogelijkheden van de wet. Dit wordt voortgezet. Ook wordt ingezet op het verbeteren van kennisproducten en verduidelijken van werkafspraken. Daarnaast kan de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), zodra de juridische grondslagen gereed zijn17, onder voorwaarden aansluiten bij lokale casusoverleggen. Dit is een lokaal overlegstructuur waarin partners individuen bespreken waar zorgen over bestaan. Waar relevant zal de NCTV ook daar de mogelijkheden van de Twbmt onder de aandacht brengen.
Tot slot
Het kabinet zal zich, in samenwerking met alle veiligheidspartners, blijven inzetten voor de bescherming van onze democratische rechtsorde en samenleving tegen de aanhoudende terroristische dreiging. De ontwikkelingen vanuit het jihadisme en specifiek vanuit ISIS heeft daarbij onze volle aandacht.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D.M. van Weel
Kamerstukken II, 2023-24, 29 754, nr. 698.↩︎
Kamerstukken II, 2022-23, 29 754, nr. 685.↩︎
Kamerstukken II, 2022–23, 29 754, nr. 685.↩︎
Kamerstukken II, 2023-24, 29 754, nr. 725.↩︎
Kamerstukken II, 2023-24, 26 754, nr. 715; toezegging is geregistreerd onder nummer TZ202312–033.↩︎
Kamerstukken II, 2020-21, 29 754, nr. 597↩︎
Onder de term uitreiziger wordt verstaan een persoon die zijn eigen land verlaat om zich aan te sluiten bij een jihadistische groepering in een jihadistisch strijdgebied.↩︎
Met link wordt bedoelt dat zij tenminste één ouder hebben met de Nederlandse nationaliteit of ouders die langere tijd in Nederland hebben gewoond.↩︎
Besluit vaststelling lijst organisaties die bedreiging vormen voor nationale veiligheid.↩︎
Kamerstukken II, 2020-21, 29754, nr. 600.↩︎
ECLI:NL:RBDHA:2024:20594.↩︎
Kamerstukken II, 2023-24, 36 410 VI, nr. 106↩︎
Zie ook Kamerstukken 2020/2021, 29754, nr. 520.↩︎
Geregistreerd onder nummer: TZ202406-034↩︎
Kamerstukken II, 2022-23, 29754, nr. 685.↩︎
Kamerstukken II, 2023-24, 29 754, nr. 725.↩︎
De Wet coördinatie terrorismebestrijding en nationale veiligheid en de totstandkoming en de Wet gegevensverwerking persoonsgerichte aanpak radicalisering en terroristische activiteiten.↩︎