Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
T. 070-3182211
E. cie.jeugd@tweedekamer.nl
Commissie Jeugd en
Gezin
Aan de minister voor Jeugd en Gezin
Plaats en datum:
Den Haag, 20 februari 2009
Betreft:
Onderwerpen t.b.v. het a.o. Kindermishandeling
Ons kenmerk:
2009Z02212/2009D08068
Geachte heer Rouvoet,
De algemene commissie voor Jeugd en Gezin is voornemens op korte termijn met u van gedachten te
wisselen over Kindermishandeling. Ter voorbereiding daarvan stelt de commissie het op prijs tijdig een
notitie te mogen ontvangen waarin aandacht wordt geschonken aan de volgende onderwerpen/
vraagstellingen.
•
Scholing voor professionals op dit gebied. Is er genoeg kennis over het herkennen van en
omgaan met mishandeling en moet dit niet verplicht worden opgenomen in de
(huisartsen)opleiding?
•
Aandacht voor de ketenaanpak: de daarbij horende verantwoordelijkheden en de rol
van de casemanager, de positie van ziekenhuizen in de keten, m.n. in verband met het melden
van kindermishandeling bij het AMK en het inschrijven van signalen in de VIR. Wat wordt
gedaan om het signaleren van kindermishandeling in ziekenhuizen te verbeteren?
Wanneer zal het vervolgonderzoek door de IGZ worden gehouden? Kan de minister specifiek
ingaan op de rol van de politie en het Openbaar Ministerie?
•
Het landelijk verspreiden van het protocol ziekenhuizen.
•
De stand van zaken met betrekking tot de “stuurgroep Opstelten”. Kan de minister ingaan op
het door de stuurgroep gesignaleerde knelpunt van het gebrek aan kennis en vaardigheden bij
professionals en de ingezette trajecten om dit knelpunt weg te nemen?
•
Het meten van de feitelijke werking van de aanpak van kindermishandeling (wanneer is de
nulmeting en wanneer is de eindmeting).
• Het feit dat toestemming van beide gezaghebbende ouders nodig is voor de behandeling van
door kindermishandeling getraumatiseerde kinderen, hetgeen soms lastig is als één ouder niet
meer in beeld is of de dader van de mishandeling is, waardoor het onnodig lang duurt voordat
met de behandeling kan worden begonnen.
• De beschikbaarheid van/het tekort aan gespecialiseerde kinder- en jeugdtraumacentra.
• De meldplicht: hoe kijkt de minister hier tegenaan? Wat zijn de voornaamste
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
T. 070-3182211
E. cie.jeugd@tweedekamer.nl
bezwaren/voordelen?
• De verplichte meldcode. Wat gaat de minister doen als de verplichte meldcode niet voldoende
blijkt te werken en bestaat hier een prestatieafspraak over? Hoe staat het met de uitwerking
van de verplichte meldcode voor kindermishandeling en huiselijk geweld? Welke rol speelt het
NJi daar precies bij?
• Invoeren van oudermeldingen in alle ziekenhuizen, dokterspraktijken en ook in de geestelijke
gezondheidszorg. Wat is het standpunt van de minister in het algemeen en specifiek t.a.v. de
pilot in MCH Haaglanden?
• De werking van het tuchtrecht. De invloed van de uitspraak van de tuchtrechter op het melden
door huisartsen. Het tuchtrecht mag de professional niet gaan tegenwerken als hij/zij een
melding doet bij een vermoeden van mishandeling.
• Gebrek aan behandelcapaciteit voor misbruikte kinderen.
• Is er een relatie tussen armoede en kindermishandeling? Hoe gaat de minister hierop
anticiperen gezien de economische crisis? Komt er bijvoorbeeld meer menskracht bij het
AMK?
• Kan de minister een reactie geven over het spanningsveld tussen het beroepsgeheim van
medici en het melden van kindermishandeling? Kan de minister toelichten of in de Wet
op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet Big, het Burgerlijk Wetboek en in
het Wetboek van Strafrecht niet een (te hoge) drempel aanwezig is om kindermishandeling of
een vermoeden daartoe te melden?
Hoogachtend,
De griffier van de algemene commissie voor Jeugd en Gezin,
Drs. A.J.M. Teunissen