3359
Vragen van de leden Jonker en
Haverkamp (beiden CDA) aan de
minister van Buitenlandse Zaken over
beëindiging van het werk van
UNOMIG in de regio Abchazië.
(Ingezonden 2 juli 2009)
1
Heeft u kennisgenomen van het feit
dat door het uitbrengen van een veto
door Rusland de VN
Waarnemingsmissie in Georgië
(UNOMIG) haar werk in de regio
Abchazië heeft moeten beëindigen?
2
Deelt u de mening dat zonder de
aanwezigheid van UNOMIG in
Abchazië er in deze regio geen sprake
meer is van het onafhankelijk
monitoren van de situatie met
betrekking tot de mensenrechten en
er hierdoor een gemis aan
noodzakelijke internationale
waarneming ontstaat? Zo nee,
waarom niet?
3
Deelt u de mening dat door het
beëindigen van UNOMIG er een risico
ontstaat dat nog meer etnische
Georgiërs de Gali-regio zullen
verlaten omdat hun bescherming niet
meer gegarandeerd kan worden en
dat dit voorkomen dient te worden?
Zo ja, wat gaat u, eventueel in
Europees verband, doen om dit te
voorkomen? Zo nee, waarom niet?
4
Deelt u de analyse dat na stopzetting
van UNOMIG de EU Monitoring
Missie (EUMM) de enige organisatie
in Georgië is die het ontstane tekort
aan bescherming kan invullen? Zo
nee, waarom niet? Zo ja, bent u
bereid zo spoedig mogelijk, eventueel
in Europees verband, met de
Russische autoriteiten te spreken
over het door alle betrokken partijen
accepteren van de EUMM, zoals ook
reeds overeengekomen in de
staakt-het-vuren overeenkomst, zodat
deze haar werk kan uitvoeren in de
regio Abchazië?
Antwoord
Antwoord van minister Verhagen
(Buitenlandse Zaken) (ontvangen
10 juli 2009)
Deze vragen zijn identiek aan op
22 juni 2009 ingediende vragen,
welke zijn beantwoord in Aanhangsel
van de Handelingen, vergaderjaar
2008–2009, nr. 3218.
Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2008–2009
Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de
regering gegeven antwoorden
KVR37058
2009Z13082
0809tkkvr3359
ISSN 0921 - 7398
Sdu Uitgevers
’s-Gravenhage 2009
Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, Aanhangsel
7083