background image

Het groot manifest

der Nederlandse taal

NRC OMBUDSMAN
SJOERD DE JONG

Daar sta je dan, met je foto 
of je enorme appartement

M
maar nog minder leuk als je je van
geen kwaad bewust bent.
Oud-Forumdirecteur Sadik Har
chaoui zag zijn portret op de voor
pagina bij een onthullend stuk van
Merijn Rengers en Andreas Kou
wenhoven (
ge sl u i s d 
basis van het politiedossier zetten
zij de verdenking uiteen dat PvdA-
politicus Halim el Madkouri sjoe
melde met subsidies 
bankrekening waar Harchaoui
contactpersoon voor was.
Onder de kop op de voorpagina
prijkten twee portretten, die van
Madkouri en Harchaoui.
Harchaoui tekende via zijn advo
caat protest aan: ja, hij was in deze
zaak gehoord, maar als getuige,
niet als verdachte. Dus waarom
stond zijn fotootje daar?
Er rolde een zorgvuldig geformu
leerde correctie uit, die afgelopen
zaterdag in de krant stond. Mocht
de suggestie zijn gewekt dat de kop
ook op Harchaoui sloeg, dan was
dat onjuist, en ook niet de bedoe
ling van de krant geweest.
Iets meer uitleg lijkt me wel nuttig.
Harchaoui ontkent niet dat hij con
tactpersoon was voor die bankre
kening, maar (stond in het stuk)
ontkent verder elke betrokkenheid
bij de zaak. Feit is ook dat hij in het
politiedossier wordt aangesproken
als „
het artikel is wel sprake van 
ge n”
expliciet zo aangeduid.
Een wezenlijk verschil, dat dus ver
meld had mogen worden. De ver
slaggevers namen aan dat het zo
ook wel duidelijk was dat Harcha
oui maar een bijrol speelde in het
verhaal. Maar ja, door die foto op
de voorpagina werd de bijrol bijna
toch een hoofdrol.
Waarom plaatste de krant die fo
t o’s eigenlijk? Dat was een vorm
kwestie. Er moest een illustratie bij
de tekst, en dat werden foto
fers stonden al binnenin, bij een
uitgebreid vervolgstuk.
Dat is nogal lichtvaardig, vind ik.
De krant wil terughoudend zijn
met foto
pact ervan kan groot zijn 
werden beiden onder de belasten
de kop op één lijn gesteld. Terech
te correctie, dus.
En waarom de namen voluit? Over
de vraag of Madkouri een initiaal
moest krijgen, werd wel uitgebreid
gedelibereerd die ochtend. De con
clusie was dat het niet nodig was:
er is nog geen vervolging ingesteld,
en daarnaast, betrokkene is een
publieke figuur en politicus.
Zoiets is altijd een afweging tussen
privacy en algemeen belang. Is de
zaak ernstig genoeg? Dat vind ik in
dit geval wel. Daar komt bij: de re
gel om verdachten een initiaal te
geven komt voort uit de wens om
een verdachte (wiens schuld nog
niet vaststaat) niet nog extra te
schaden. Maar als de krant zelf
over sterke aanwijzingen beschikt

1

Artikel 7.2 van de Wet op het Hoger Onder-
wijs (WHW) – waarin wordt voorgeschre-
ven dat het onderwijs en de examinering
van de stof in beginsel in het Nederlands
dienen plaats te vinden, tenzij er goede re-
denen zijn daarvan af te wijken – moet
worden gehandhaafd én nageleefd. Of een
specialistische (research-)master volledig
Engelstalig moet worden, is afhankelijk
van het vakgebied, het soort onderzoek
dat wordt verricht en de context waarin
dat plaatsvindt.

2

Er moet een fundamenteel debat op gang
komen op universiteiten en hogescholen
over de manier waarop men invulling
geeft aan artikel 7.2. Bestuurders dienen
daarover een open gesprek aan te gaan
met docenten, studenten en het afnemend
veld. Voor allerlei maatschappelijke sferen
– het openbaar bestuur, het bedrijfsleven,
de rechtspraak, het onderwijs, de media
enzovoorts – blijft een goede beheersing
van het Nederlands onontbeerlijk.

3

Het hoger onderwijs dient de zorg voor
kennis van talen en culturen tot zijn kern-
taak te rekenen. Studenten moeten in hun
studie bij voorkeur met verschillende ta-
len in aanraking komen; bij uitstek in ‘t ali-
ge ’ studies als filosofie en geschiedenis,
maar ook in studies als bedrijfskunde en
rechten. In dat verband blijft de beheer-
sing van de Nederlands taal het zwaarst
wegen: zij is de noodzakelijke basis om an-
dere talen goed te kunnen leren.

4

De beslissing over het gebruik van Engels
in het publiek gefinancierde hoger onder-
wijs dient op inhoudelijke gronden te wor-
den genomen. Ze mag niet alleen econo-
misch of ideologisch gemotiveerd zijn en
teruggaan op de wens om zoveel mogelijk
buitenlandse studenten binnen te halen of
hoog op de ranglijstjes te komen. Buiten-
landse studenten wordt geadviseerd om
toch vooral ook Nederlands te leren als ze
hier komen studeren.

5

In het hoger onderwijs dient de vorming
van studenten centraal te staan, waarbij
deze vorming zich niet volledig los mag
zingen van de wereld waarin we leven. Bij
de inrichting van een opleiding dient daar-
om altijd ook de vraag te worden gesteld of
studenten daarmee het beste worden
voorbereid op de maatschappelijke uitoe-

fening van hun beroep in de Nederlandse
samenleving. Ook de wetenschap zelf
heeft in haar uitoefening altijd een maat-
schappelijk karakter.

6

Universiteiten en hogescholen dienen dui-
delijk te maken in hoeverre zij trouw blij-
ven aan hun ambitie om betrokken te zijn
bij de samenleving en studenten te vor-
men tot ‘kritische burgers’. In hoeverre
brengen ze de student daartoe algemene
en persoonlijke vorming bij en dragen zij
mede in het kader daarvan zorg voor de
ontwikkeling van diens taalvermogen?

7

Universiteiten en hogescholen moeten
aangeven in hoeverre hun onderwijs bij-
draagt aan het gebruik van (academische)
kennis in onze samenleving. Ook volgens
de Wetenschapsvisie vormen distributie
en adaptatie van kennis een kerntaak van
de kennisinstellingen van de toekomst.
Dat betekent tevens dat Nederlandstalig
onderzoek een volwaardige plaats dient te
krijgen in de beoordeling van de kwaliteit
van iemands wetenschappelijke werk.

8

Het hoger onderwijs – en dus ook de uni-
versiteit – heeft een bijzondere verant-
woordelijkheid met betrekking tot het on-
derwijsgebouw als geheel. De cultivering
van het Nederlands als de instructietaal in
ons onderwijs is om die reden een kern-
taak van de desbetreffende wetenschap-
pelijke vakdisciplines.

9

Mede met het oog op de integratie van al-
lochtone jongeren en studenten uit taal-
zwakke milieus dient er meer aandacht uit
te gaan naar Nederlands dan doorgaans
het geval is. De invoering van een taaltoets
alleen is niet voldoende! Studenten moe-
ten in het hoger onderwijs geoefend wor-
den in spreken, lezen en schrijven: minder
meerkeuze-tentamens, meer presenta-
ties, essays en openvragen-tentamens die
ook op hun talige kwaliteit beoordeeld
wo rde n .

10

Indien er met het oog op de toekomstige
beroepsuitoefening een bijzondere taal-
vaardigheid in een vreemde taal geboden
is, dienen studenten daartoe gericht taal-
onderwijs te krijgen. Dat geldt ook voor
Engels. Goed Engels doceren is namelijk
iets anders dan in het Engels doceren.
Info: www.beteronderwijsnederland.nl

De wijze waarop het Engels wordt doorgevoerd in het hoger onderwijs,
deugt niet, schreef Ad Verbrugge vorige week. Vandaag brengt het
Taalcollectie f 
een manifest uit. Met tien actiepunten.

Jelle van Baardewijk, docent-promovendus filosofie VU; Abdelkader Benali, schrijver en program-
m a m a ke r ; 

Wim Brands, dichter, journalist en programmamaker Human; Gabriel van den Brink, hoog-

leraar maatschappelijke bestuurskunde TiU; 

Lucinda Dirven, docent oude geschiedenis UvA; Jan Wil-

lem Duyvendak, hoogleraar sociologie UvA; Piet Gerbrandy, universitair docent Griekse en Latijnse
culturen UvA; 

Ger Groot, universitair hoofddocent filosofie EUR; Emily Hemelrijk, hoogleraar oude ge-

schiedenis UVA; 

Mieke Koenen, docent Latijn VU; Frans Meijman, hoogleraar geneeskunde VU MC;

Frank Miedema, Science in Transition, hoogleraar immunologie en decaan UMC Utrecht; Wijnand
Mijnhardt
, hoogleraar geschiedenis UU; Rein Nobel, hoofddocent econometrie VU/UvA; Frits van
O o s t ro m 
, universiteitshoogleraar Nederlandse letterkunde UU; Emilie van Opstall, universitair docent
Grieks VU; 

Chris Peeters, President Directeur Policy Research Corporation en Hoogleraar Universiteit

van Antwerpen; 

Dorien Pessers, hoogleraar rechtstheorie VU; David van Reybrouck, schrijver en pu-

blicist;

Paul Scheffer, hoogleraar Europese studies TiU; Willem Schinkel, hoogleraar sociologie EUR,

lid van De Jonge Akademie; 

Haroon Sheikh, publicist en hoofd Dasym-research; Henk Tijms, hoogle-

raar operationeel onderzoek VU; 

Ad Verbrugge, hoofddocent sociale en culturele filosofie VU; Mark

Wildschut, vertaler Duits en psychotherapeut; Arjan Witteloostuijn, hoogleraar economie TiU.

ILL

US

TRA

TIE CYPRIAN K

OSCIELNIAK