Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2017–2018
Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de
regering gegeven antwoorden
1030
Vragen van de leden Lodders en Veldman (beiden VVD) aan de
Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Economische Zaken en
Klimaat over het bericht «Nieuw innovatiebox-besluit stelt teleur» (ingezonden
15 december 2017).
Antwoord van Staatssecretaris Snel (Financiën) (ontvangen 2 februari 2018)
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 875.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Nieuw innovatiebox-besluit stelt teleur» van
TaxLive op 8 december 2017?
1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat de innovatiebox een nuttige toevoeging kan zijn aan
het instrumentarium om innovatie te stimuleren? Wat zijn de ervaringen van
ondernemers?
Vraag 4
Is de innovatiebox een middel dat eenvoudig open staat voor ondernemers of
levert het ondernemers veel rondslomp op?
Antwoord 2 en 4
Ik deel de mening dat de innovatiebox een nuttige toevoeging is aan het
instrumentarium om innovatie te stimuleren. Dit blijkt ook uit de evaluatie
van de innovatiebox.
2 De ervaringen van ondernemers zijn overwegend
positief. Uit de evaluatie blijkt dat de meerderheid van de ondernemers
tamelijk tot zeer tevreden is over de uitvoering van de innovatiebox door de
Belastingdienst. Het meest tevreden zijn de ondernemers over de mogelijk-
heid tot vooroverleg. De administratieve lasten worden geschat op 2,6% voor
elke euro belastingvermindering door gebruik van de innovatiebox. De
evaluatie concludeert dat dit efficiënt is. Niettemin komt uit de evaluatie ook
naar voren dat een deel van de ondernemers de regeling complex vindt. Dit
1 http://taxlive.nl/-/nieuw-innovatiebox-besluit-stelt-teleur
2 Dialogic, «Evaluatie innovatiebox 2010–2012», Utrecht, november 2015.
ah-tk-20172018-1030
ISSN 0921 - 7398
’s-Gravenhage 2018
Tweede Kamer, vergaderjaar 2017–2018, Aanhangsel
1
hangt samen met het gebruik van open normen die door de feiten en
omstandigheden van een specifieke ondernemer moeten worden ingevuld.
Voor kleinere gebruikers kunnen de administratieve lasten daarom hoger zijn,
met name in het eerste jaar. Deze ervaren complexiteit is de reden geweest
om in 2013 voor met name kleinere ondernemers de forfaitaire regeling in te
voeren. Als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan, wordt het innovatie-
voordeel drie jaar lang forfaitair bepaald op 25% van de winst. Hierbij geldt
per jaar een maximum van
€ 100.000 winst ofwel € 25.000 innovatievoor-
deel. Ook in de «nieuwe» innovatiebox is deze forfaitaire regeling gehand-
haafd.
Naast deze forfaitaire regeling houdt de Belastingdienst de innovatiebox op
verschillende manieren laagdrempelig en transparant. Op www.belasting-
dienst.nl is algemene informatie opgenomen over zowel de «oude» innovatie-
box van voor 2017, als de «nieuwe» innovatiebox vanaf 2017. Verder is op
deze site een lijst met «aanspreekpunten innovatiebox» per belastingdienst-
kantoor opgenomen. Als een ondernemer vragen heeft over de toepassing
van de innovatiebox of behoefte heeft aan vooroverleg, kan de ondernemer
contact opnemen met het aanspreekpunt. Ook ontwikkelt de Belastingdienst
zogenoemde templates voor onder andere rekenmodellen en vaststellings-
overeenkomsten ter zake van de innovatiebox. Deze worden ook verstrekt aan
ondernemers. Tot slot zijn er drie beleidsbesluiten over de innovatiebox.
Allereerst het beleidsbesluit dat ingaat op verschillende facetten van de
«oude» innovatiebox van voor 2017.
3 Verder het zogenoemde doorrolbesluit
dat het mogelijk maakt dat bestaande vaststellingsovereenkomsten ook van
toepassing zijn op de «nieuwe» innovatiebox vanaf 2017.
4 Tot slot het recente
beleidsbesluit in vraag- en antwoordvorm.
5 Dit besluit behandelt een aantal
aspecten van de «nieuwe» innovatiebox vanaf 2017. Zoals hierna vermeld, zal
dit laatste beleidsbesluit de komende tijd waar mogelijk worden aangevuld
teneinde de praktijk zo veel mogelijk duidelijkheid te geven over de toepas-
sing van de «nieuwe» innovatiebox.
Vraag 3
Herkent u het beeld dat in het artikel geschetst wordt dat er voor onderne-
mers nog veel vragen onbeantwoord zijn gebleven?
Vraag 5
Kunt u ingaan op de door de heer Kiekebeld in het artikel gestelde vragen of
beschreven onzekerheden?
Antwoord 3 en 5
Ik herken het beeld dat in het artikel wordt geschetst in die zin dat nieuwe
wetgeving voor de uitvoering nieuwe vragen oproept. Ook bij de «nieuwe»
innovatiebox is dat het geval. Met name (a) de invulling van het substancecri-
terium door middel van de zogenoemde nexusbenadering (ook wel: nexus
approach), (b) de criteria voor de toegang tot preferentiële regimes voor
intellectueel eigendom en (c) de bepalingen over transparantie. Met het
recente beleidsbesluit in vraag- en antwoordvorm is over een aantal aspecten
van de «nieuwe» innovatiebox meer duidelijkheid gegeven. In het artikel is
aangegeven dat deze duidelijkheid zeer welkom is. Omdat de toepassing van
de nieuwe innovatiebox afhangt van de individuele feiten en omstandigheden
van de ondernemer, is het voor andere aspecten van de nieuwe box op dit
moment nog niet zo ver om algemeen geldend beleid te formuleren. Dit
betreft zoals ook in het artikel wordt aangegeven het aggregatieniveau en de
aangescherpte toegangseisen, bijvoorbeeld op het punt van patenten en
samenhangende immateriële activa. In het artikel wordt ook aangegeven dat
de Belastingdienst en individuele innovatieve belastingplichtigen er op dit
moment samen uitkomen. Daarbij wordt steeds meer ervaring opgedaan met
de nieuwe innovatiebox. Ik verwacht het beleidsbesluit over de nieuwe
innovatiebox dan ook dit jaar nog aan te vullen. Op dit moment wordt
3 Besluit van 1 september 2014, nr. BLKB2014/1054M, zoals gewijzigd bij het wijzigingsbesluit
van 21 november 2017, nr. 2017–19826.
4 Besluit van 15 december 2016, nr. BLKB 2016/225266 M.
5 Besluit van 21 november 2017, nr. 2017–19754.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2017–2018, Aanhangsel
2
specifiek gekeken naar het vraagstuk van het te hanteren aggregatieniveau en
het vraagstuk van de samenhangende activa.
Vraag 6
Welke stappen zet om regelingen in de fiscaliteit of aan de uitgavenkant
laagdrempelig en transparant te houden?
Vraag 7
Wat doet u om te voorkomen dat ondernemers de boot missen omdat zij een
regeling niet (kunnen) doorgronden?
Antwoord 6 en 7
In algemene zin probeert het kabinet de begrijpelijkheid en uitvoerbaarheid
van beleid te vergroten door bijvoorbeeld bij de beleidsvorming gebruik te
maken van internetconsultaties, het vragen van een uitvoeringstoets bij de
uitvoeringsinstantie en door het – daarbij – in beeld brengen van de
administratieve lasten en de naleefbaarheid. Ook in de gedachtewisseling met
het parlement zijn dit belangrijke criteria waarop beleid wordt getoetst.
De begrijpelijkheid van bestaande wet en regelgeving wordt vergroot door
gebruik te maken van bijvoorbeeld overheidswebsites en het uitbrengen van
(verduidelijkende) beleidsbesluiten. In het geval het kabinet signalen bereiken
dat er maatschappelijk behoefte bestaat aan een (verdere) verduidelijking van
het beleid, zoals in dit geval, dan wordt bezien of verdergaande stappen
mogelijk zijn. Zoals hiervoor al aan de orde is gekomen zijn binnen de
Belastingdienst meerdere inspecteurs aangesteld die als aanspreekpunt voor
de innovatiebox fungeren. Verder treedt het merendeel van de innovatiebox-
gebruikers in vooroverleg met de Belastingdienst om een vaststellingsover-
eenkomst af te sluiten, waarbij ondernemers eventuele vraagstukken met de
inspecteur kunnen bespreken.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2017–2018, Aanhangsel
3