Driehoeksoverleg pSG DDO RvIG Aanbiedingsformulier
Secretaris vult in:
Datum vergadering
8 april 2024
Agendapunt
5. Stand van de Uitvoering RvIG
Indiener
Bestuursadviseur RvIG
Besluitvorming
TKN, na driehoek naar TK
Informeren
Afgestemd met
DT RvIG, DO, EA
Onderwerp van bespreking en
beslispunten samengevat
In het kader van het programma Werk aan Uitvoering
stellen verschillende uitvoeringsorganisaties jaarlijks een
Stand van de Uitvoering op, waarin zij de dilemma’s
schetsen waar de uitvoering mee worstelt. De Standen
worden verenigd in de Staat van de Uitvoering en
gepresenteerd aan de Tweede Kamer.
RvIG heeft in 2022 een eerste Stand van de Uitvoering
opgesteld en in 2023 bijgedragen aan een
voortgangsrapportage. Deze nieuwe Stand van de
Uitvoering identificeert de structurele knelpunten waar RvIG
tegenaan loopt en werkt deze uit aan de hand van een
aantal voorbeelden uit de praktijk.
1
Stand van de
Uitvoering 2023
Hoe kan de publieke dienstverlening
beter? Uitnodiging om het gesprek
tussen politiek, beleid en uitvoering te
blijven voeren.
RvIG is verantwoordelijk voor het beheer van de Basisregistratie
Personen (BRP), het burgerservicenummer (BSN) en het stelsel
van reisdocumenten. Ook ondersteunen wij het Caribisch deel van
het Koninkrijk bij deze taken. Daarmee vervult RvIG een sleutelrol
in het beheren en beschikbaar maken van gegevens die nodig zijn
voor het goed functioneren van de overheid. Andere
uitvoeringsorganisaties en gemeenten zijn afhankelijk van onze
activiteiten. Onze dienstverlening moet dus betrouwbaar zijn.
Tegelijk moeten burgers erop kunnen vertrouwen dat de overheid
zorgvuldig omgaat met hun persoonsgegevens. Privacy staat
daarbij voorop. RvIG beheert ook twee meldpunten die mensen
helpen als ze slachtoffer zijn geworden van identiteitsfraude of als
hun gegevens verkeerd staan geregistreerd bij de overheid.
Onze dienstverlening moet betrouwbaar en zorgvuldig zijn. Maar
dat is niet genoeg. Het is ook van belang om vooruit te kijken.
Digitalisering, technologische ontwikkelingen en maatschappelijke
discussies vragen om een voortdurende inspanning om naast het
beheer van lopende taken ook aan vernieuwing te werken.
Zulke uiteenlopende doelstellingen kunnen op gespannen voet
met elkaar staan. In deze Stand van de Uitvoering kijken we
voorbij de waan van de dag om structurele knelpunten
zichtbaar te maken. Die knelpunten staan niet op zichzelf, maar
kunnen vaak conflicten tussen fundamentele waarden
blootleggen. In de eerste Stand van de Uitvoering hebben we die
conflicten samengevat in een viertal dilemma’s. De tweede RvIG
Stand van de Uitvoering is in het voorjaar van 2023 aangeboden
en in oktober 2023 is een update over de voortgang gegeven.
De knelpunten zijn structureel, de waarden erachter
fundamenteel. In deze nieuwe Stand zijn dan ook dezelfde
knelpunten te herkennen. Wel krijgen we de dilemma’s steeds
scherper in beeld en kunnen we stapje voor stapje ook naar
oplossingen toewerken. De dialoog met beleid en politiek is
daarvoor een belangrijk middel. Dát die dialoog gevoerd wordt, is
al een mooi resultaat. Deze nieuwe Stand van de Uitvoering
dient om die dialoog te blijven voeren en samen vooruit te kijken.
Inleiding
2
3
Ongeveer tien miljoen burgers zijn in het bezit van een
Nederlands paspoort en meer dan zeven miljoen mensen
hebben een Nederlandse identiteitskaart. Die
identiteitsdragers zijn nodig te kunnen stemmen bij
verkiezingen, om internationaal te kunnen reizen, voor
registraties bij zorginstellingen, om een bankrekening te
openen of online aankopen te doen en pakjes te ontvangen,
en nog veel meer. Ook registratie in de BRP of in het Register
voor Niet Ingezetenen (RNI) is noodzakelijk om aan het
maatschappelijk verkeer mee te kunnen doen. Hoewel het dus
niet altijd zichtbaar is, heeft de dienstverlening van RvIG
grote maatschappelijke waarde.
De maatschappelijke
waarde van RvIG
Dilemma 1
Waar we mee werken. Arbeidsmarkt en ambities
4
Dilemma 1:
Waar we mee werken.
Arbeidsmarkt en
ambities
Zoals andere organisaties met kennisintensieve
functies, heeft ook RvIG te maken met krapte op de
arbeidsmarkt. Dit, gecombineerd met onze ambities,
versterkt het dilemma in de realisatie van de
uitvoering.
Het eerste dilemma betreft de mensen en middelen. De
omgeving waarin RvIG opereert speelt hierin een belangrijke
rol. De krapte op de arbeidsmarkt, en in het bijzonder op het
gebied van ICT en kennisintensieve functies, is een bepalende
factor in het vaststellen van de scope en ambitie van ons
werk. Aan de ene kant moet RvIG , zoals iedere andere
organisatie, ‘roeien met de riemen die zij heeft’.
Aan de andere kant stellen we steeds hogere eisen aan het
identiteitsstelsel. Om ook bij te blijven bij technologische
ontwikkelingen en digitalisering, wil RvIG zich positioneren als
hoogwaardig instituut in het identiteitsdomein. De veiligheid
en betrouwbaarheid van dit stelsel zijn noodzakelijke
voorwaarden voor het goed functioneren van vele andere
overheidsdiensten. Dankzij dit stelsel kunnen burgers
meedoen in het maatschappelijke verkeer. De ambitie van
RvIG is dus groot, maar ook noodzakelijk.
5
Wat gaat goed?
De in 2023 ingerichte directie ‘Bestuur & Bedrijfsvoering’ heeft
zich het afgelopen jaar ingezet om als organisatie wendbaarder te
worden en heeft de focus nu gelegd op het aantrekken en
behouden van nieuwe medewerkers en het behouden van kennis.
De afdeling HR& Organisatieontwikkeling maakt gebruik van
Rijksbrede samenwerkingen en andere instrumenten om
onbezette werkplekken te vullen.
Wat kan beter?
In 2023 zijn er significant meer sollicitaties ontvangen op
beschikbare functies en is de doorlooptijd voor het vervullen van
vacatures teruggebracht. Ook het verloopcijfer is van 16% naar
12% gedaald. Om kennis in de organisatie verder te bestendigen
tegen de doorstroom en uitloop van werknemers, werkt RvIG zelf
aan een plan om expertise van ervaren werknemers te integreren
en te delen in het onboarding proces. Expertise op het gebied van
privacy, gegevenshuishouding, IT, of andere bredere vakgebieden
kunnen bij heel BZK, tussen verschillende uitvoeringsorganisaties,
of Rijksbreed worden aangeboden.
Wat gaat niet goed?
De krappe arbeidsmarkt heeft ook effect op andere
overheidsorganisaties. Grote Shared Service Centers die diensten
leveren aan verschillende uitvoeringsorganisaties moeten
strategische keuzes maken. Die keuzes stroken soms niet met de
prioriteiten van de uitvoerders.
In 2023 heeft RvIG een leveranciersproblematiek gesignaleerd,
waardoor het i-domein onder druk is komen te staan. DICTU, op
dit moment de hoofdleverancier van RvIG, heeft aangegeven niet
te kunnen voldoen aan alle eisen en wensen van RvIG. Daardoor
ontstaat een achterstand in de uitvoering van onze taken. RvIG
werkt in de eerste helft van 2024 aan een plan van aanpak. Een
scenario is dat RvIG een aantal taken van DICTU zelf overneemt.
Daarvoor zijn meer mensen en middelen nodig.
Voorbeelden bij dilemma 1:
Arbeidsmarkt en ambities
6
Dilemma 2
Wat we doen. Nu aanpakken, of vooruitkijken?
Dilemma 2:
Wat we doen.
Nu aanpakken, of
vooruitkijken?
De druk op de uitvoering dreigt toe te nemen als er geen
goede focus is. Het beheer en de continuïteit van onze
dienstverlening vereist veel aandacht en middelen.
Daarnaast komen er regelmatig nieuwe beleidsinitiatieven
en wet- en regelgeving op ons af. Soms zijn die nieuwe
opdrachten niet goed uitgewerkt en weinig integraal. Dit
zorgt voor complexiteit in de realisatie en maakt dat het
werken aan duurzame oplossingen onder druk staat.
In beginsel is de ambitie van RvIG gestoeld op een heldere
visie. Waar zijn we van en waar zijn we niet van? We komen
er echter niet altijd aan toe die visie scherp te krijgen en te
houden. Het formuleren en aanhouden van een meerjarig
perspectief op onze werkzaamheden ontbreekt. Doordat er
regelmatig nieuwe en vaak grote opdrachten op ons afkomen,
staat dat perspectief voortdurend onder druk. De waan van de
dag wint het dan van een standvastige koers.
Tegelijkertijd wil RvIG kunnen beantwoorden aan de
toenemende vraag. Rond het identiteitsstelsel gebeurt veel.
Digitalisering heeft grote impact op het beheer en gebruik van
identiteitsgegevens, Nieuwe technologieën veranderen
voortdurend het speelveld, en maatschappelijke discussies
hebben directe gevolgen voor onze dienstverlening.
8
Wat gaat goed?
RvIG verzorgt het beheer van de identiteitsgegevens van 18
miljoen burgers in Nederland. Rijksdiensten, gemeenten en allerlei
andere afnemers maken gebruik van dat stelsel. Het spreekt voor
zich dat RvIG uiterst zorgvuldig met deze verantwoordelijkheid
omgaat. Dat betekent onder andere dat voortdurend wordt
gewerkt aan verbetering van de BRP én aan de beste controle op
de afgifte van gegevens. Het uitgangspunt is dat zo min mogelijk
informatie over burgers wordt gedeeld, alleen die informatie die
een afnemer aantoonbaar nodig heeft om de eigen taken te
kunnen uitvoeren.
Deze inspanning tot data-minimalisatie heeft er bijvoorbeeld toe
geleid dat bepaalde informatievelden konden worden verwijderd.
Zo maakt de dynamische inrichting van het programma ‘Toekomst
BRP’ (tBRP) het mogelijk om snel en adequaat te reageren op
mogelijke verbeteringen.
Wat gaat niet goed?
Naar aanleiding van enkele gevallen van identiteitsfraude en
fouten in het stelsel, heeft RvIG in de laatste jaren twee
meldpunten opgericht. Het Meldpunt Fouten in
Overheidsregistraties (MFO) helpt burgers bij het corrigeren van
een fout in een overheidsregistratie. Bij het Centraal Meldpunt
Identiteitsfraude (CMI) kunnen burgers terecht voor melding,
advies en ondersteuning in gevallen van identiteitsfraude.
Het tegengaan van fraude en misbruik van het identiteitsstelsel is
van het allerhoogste belang. We zien echter een spanning
ontstaan tussen opeenstapeling van tijdelijke oplossingen
enerzijds en de behoefte aan structurele aanpassingen aan
wetgevingskaders anderzijds. De meldpunten zijn opgericht om
een acuut probleem aan te pakken. RvIG werkt samen met het
kerndepartement om een wettelijke grondslag te creëren voor de
meldpunten, maar tot nu toe ontbreekt die nog.
Voorbeelden bij dilemma 2:
Aanpakken of vooruitkijken
9
Wat kan beter?
In 2024 voorspelt RvIG een sterke toename in het aantal
paspoortaanvragen. Dat is omdat in 2014 de geldigheidsduur van
het document werd verlengd van vijf naar tien jaar. Deze
‘paspoortpiek’ is dus eigenlijk het einde van een dal en zal
waarschijnlijk even aanhouden. In aanloop naar de paspoortpiek
heeft RvIG de samenwerking gezocht met gemeenten om hen
tijdig attent te maken op deze toename in aanvragen.
RvIG is verantwoordelijk voor het identiteitsstelsel. Maar de
gebruikers, in dit geval zijn dat de gemeenten, zijn zelfstandig in
de uitvoering van hun taken. Gemeenten hebben de afgelopen
jaren bezuinigd op de loketten van burgerzaken, mede omdat er
minder aanvragen binnenkwamen. Nu die vraag naar verwachting
weer zal toenemen, is het aan de gemeenten om dat te
ondervangen. RvIG heeft hierin slechts een adviserende rol. Als er
zich echter problemen voordoen, bijvoorbeeld doordat de
wachttijd te hoog oploopt, dan wordt ook RvIG als
stelselverantwoordelijke daarop aangekeken. Tegelijkertijd is de
invloed van RvIG op de gemeenten zeer beperkt en is er geen
goede toezichtsverantwoordelijkheid belegd. Een sterkere centrale
regierol van RvIG in samenwerking met de decentrale partners
zou kunnen helpen om de aandacht te verleggen van het
bezweren van urgente problemen naar het voorkomen van zulke
situaties.
Voorbeelden bij dilemma 2:
Aanpakken of vooruitkijken
10
Dilemma 3
Samenwerking. Beleid en uitvoering
11
Dilemma 3:
Samenwerking.
Beleid en uitvoering
De scheiding tussen beleid en uitvoering is
fundamenteel voor het goed functioneren van de
rechtsstaat. Tegelijk is daardoor de onderlinge
samenwerking essentieel. De toegenomen aandacht
voor de uitvoering draagt bij aan verbeterde
samenwerking.
12
Wat gaat goed?
In de vorige Stand is al benadrukt dat de samenwerking tussen
uitvoering en beleid goed verloopt. Uitvoeringsoverwegingen
worden serieus genomen en krijgen aandacht, tot en met de
advisering aan de bewindspersoon. We worden ook goed
betrokken bij het gebruik van instrumenten als het Integrale
Afwegingskader, zoals in het geval van de invoering van de
Nederlandse Identiteitskaart op de BES-eilanden.
Wat kan beter?
Daarom is het zaak om nu door te pakken en te groeien in de
wederzijdse rollen. RvIG is voornemens dat te doen met het vaker
inzetten van de uitvoeringstoets als instrument om vanuit de
uitvoering een geplande verandering in wet- en regelgeving te
toetsen op de uitvoerbaarheid. In het afgelopen jaar heeft RvIG
daarmee ervaring opgedaan naar aanleiding van het verzoek van
staatssecretaris om de uitvoerbaarheid van een Nederlandse
Identiteitskaart zonder geslachtsvermelding te toetsen. RvIG en
beleid hebben van deze ervaring veel geleerd. Daarom werken we
aan betere uitwisseling om uitvoeringstoetsen vroeg te integreren
in nieuwe wetgevingstrajecten. Dat is een gedeeld leerproces
waar de hele driehoek bij betrokken moet zijn.
Wat gaat niet goed?
Om de kansen van de digitalisering te kunnen pakken, is gestart
met het plan van een Europese id-wallet. Daarmee kunnen
mensen in alle EU-landen digitaal hun gegevens inzien en delen.
In reactie op de politieke vraag stelde het kerndepartement een
technisch programma op om de wallet te ontwikkelen. RvIG
startte tegelijk met het uitwerken van een startarchitectuur.
Terwijl de eerste eigenlijk de technische uitvoering aan de
uitvoerders moet toevertrouwen. En de uitvoerder moet niet te
hard van stapel lopen maar eerst een heldere opdracht
ontvangen.
De invoering van de id-wallet brengt veel ingewikkelde vragen
met zich mee, zoals beheer van afnemers, bescherming van
burgers tegen overbevraging, en Europese harmonisatie van het
identiteitsstelsel waar de wallet mee moet werken. Uitvoerders
kunnen ook de politiek helpen door die complexiteit achter
schijnbaar eenvoudige ideeën inzichtelijk te maken.
Voorbeelden bij dilemma 3:
Samenwerking beleid en uitvoering
13
Dilemma 4
Hoe we het doen. Veiligheid of wendbaarheid?
14
Dilemma 4:
Hoe we het doen.
Veiligheid of
wendbaarheid?
De uitvoering zoekt altijd naar de beste manier om
verantwoordelijkheden en processen vast te leggen. Dat
draagt bij aan de transparantie en veiligheid van ons werk.
Maar als dit te gedetailleerd gebeurt, dan lopen we het
risico zaken dicht te timmeren. Daardoor dreigt de
uitvoering juist vast te lopen in inflexibele procedures.
Een belangrijk doel van het programma Werk aan Uitvoering
is de burgers opnieuw centraal te stellen. Uiteindelijk draait
publieke dienstverlening om hen. Dat behelst echter
uiteenlopende waarden die zelfs met elkaar in tegenspraak
kunnen zijn. Aan de ene kant is de burger gebaat bij een
transparante overheid. Burgers hebben het recht om te weten
wat er gebeurt met hun gegevens. Aan de andere kant is de
veiligheid van het identiteitsstelsel alleen te garanderen als er
uiterst zorgvuldig met die gegevens wordt omgegaan.
15
Wat gaat goed?
Om burgers meer inzage te geven in hun eigen gegevens, heeft
RvIG een experiment uitgevoerd om bewoners een seintje te
sturen als iemand zich inschrijft op hetzelfde adres. Dat draagt
niet alleen bij aan het tegengaan van onterechte inschrijvingen,
maar betrekt bewoners daar ook zelf bij.
Wat kan beter?
Werken met persoonsgegevens wordt steeds gevoeliger: de
Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA), de geslachtsaanduiding X
in het paspoort, privacybescherming, gebruik van algoritmes: het
zijn allemaal voorbeelden van onderwerpen die in de schijnwerper
staan. RvIG medewerkers zijn zich hiervan bewust, wat positief is.
Het draagt bij aan aandacht voor maatwerk.
Maar het leidt ook tot onzekerheid bij medewerkers, bijvoorbeeld
door wat er over LAA gezegd wordt in de media. Er komen vragen
op als ‘Kan ik hierop aangesproken worden’ en ‘wat moet ik
zeggen tegen gemeenteambtenaren die hier ook mee zitten?’ Die
onzekerheid uit zich vervolgens in specifiekere regels,
handelingsverlegenheid en vertraging van implementatie en
innovatie.
Wat gaat niet goed?
Er komt veel af op uitvoeringsorganisaties. Wettelijke kaders als
de AVG en de NIS2 moeten fundamentele waarden als privacy en
aansprakelijkheid garanderen. Omdat het echter vaak ontbreekt
aan concrete handvatten, vervallen pogingen om te voldoen aan
die kaders al snel in compliance-drang. Terwijl het enerzijds
mogelijk moet zijn om ambtenaren ter verantwoording te roepen,
moet dat niet leiden tot een lamleggen van de uitvoering.
Ambtenaren moeten ook in de toekomst waar mogelijk beschermd
worden om hun werk goed uit te oefenen.
Voorbeelden bij dilemma 4:
Veiligheid of wendbaarheid
16
Vervolg
Werk aan Uitvoering is een overheidsbreed programma
ter verbetering van de publieke dienstverlening, om
beter aan te sluiten op de verwachtingen en behoeften
van burgers en ondernemers. De dienstverlening van de
overheid aan burgers maakt gebruik van de bouwstenen
van RvIG, zoals de BRP en het reisdocumentenstelsel.
Wij hebben vooral contact met andere publieke
dienstverleners. Daarom betreffen de constateringen en
oplossingsrichtingen die we in deze stand van RvIG
benoemen vooral de samenwerking binnen de overheid.
Onze grootste kans om de burger beter van dienst te
zijn ligt in een betere invulling van deze samenwerking.
RvIG heeft de ambitie om zich te positioneren als
hoogwaardig instituut in het identiteitsdomein. Om dat
waar te kunnen maken, werken wij aan de voortdurende
verbetering van onze diensten en van onze organisatie.
Daarnaast rekenen wij op onze collega’s in uitvoering,
beleid en politiek om de structurele knelpunten
gezamenlijk aan te pakken. We blijven ons inzetten voor
een goede dialoog in de driehoek, met onze
ketenpartners en met de politiek.
17
Wat doen wij?
›
RvIG werkt aan een doorontwikkeling om de dienstverlening
naar burgers en afnemers weer centraal te stellen. Dat heeft
gevolgen voor de visie en strategie van RvIG, maar ook voor
de structuur en cultuur van de organisatie.
›
RvIG heeft een plan opgesteld om orde op zaken te stellen in
het i-domein. Mogelijk onderdeel hiervan is taken die nu nog
worden uitbesteed zelf over te nemen.
›
RvIG werkt aan borging van kennis binnen de organisatie
door het onboarding proces herhaaldelijk te herzien en door
expertise van ervaren medewerkers actief in te zitten in
opleidingstrajecten
Wat hebben wij nodig van beleid en politiek?
›
Om de krapte op de arbeidsmarkt en in de dienstverlening
aan te pakken, zijn structureel meer mensen en middelen
nodig. Werken voor de overheid moet weer aantrekkelijk
worden.
›
Neem bij de verdeling van taken de verhouding tussen
centrale en decentrale overheden in overweging. Voor beter
toezicht is meer slagkracht nodig. Stelselverantwoordelijkheid
veronderstelt ook de instrumenten om problemen aan te
pakken.
›
Verenig complexe en versnipperde thema’s in eenvoudiger
wetgeving.
›
Zorg voor tijdige wettelijke borging van gevraagde diensten.
Als bepaalde diensten urgent nodig zijn, zorg er dan voor dat
de wettelijke borging daarvan snel en in goed overleg op orde
komt.
›
Betrek de uitvoering al vroeg in het proces van herziening van
wet- en regelgeving. Dat kan in de vorm van advies en
expertise, uitvoeringsanalyses, uitvoeringstoetsen en meer.
Neem de uitvoering serieus.
Wat vragen wij aan onze collega-uitvoerders?
›
Ga de dialoog aan, bijvoorbeeld op het gebied van
gegevensdeling. Wanneer verschillende
uitvoeringsorganisaties van elkaar afhankelijk zijn, is het zaak
elkaar snel te kunnen vinden en samen aan oplossingen te
werken.
›
Blijf werken aan de interdisciplinaire uitwisseling van best
practices. Ook als er geen sprake is van een gedeeld belang,
kunnen wij van elkaar leren.
›
Kijk samen naar de toekomst, voorbij de waan van de dag.
Richt daarbij ruimte in voor andere perspectieven, ethische
reflectie, kritische tegengeluiden, en zorg voor
waardengedreven professionaliteit.
In het kort
18