background image

TER ONDERTEKENING
Aan: MOCW

Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Patternote
(D66) over de tegemoetkoming studievoucher voor
leenstelselstudenten.

Pagina 1 van 2

Aanleiding

Het lid Paternotte (D66) heeft op 10 december schriftelijke vragen gesteld over
de tegemoetkoming studievoucher, naar aanleiding van het artikel van RTL over
studenten die niet in aanmerking komen omdat zij alleen een wo-bachelor
diploma hebben behaald. Er is op 16 december een uitstelbrief verzonden. De
uiterlijke datum voor beantwoording is 21 januari 2025.

Geadviseerd besluit

U wordt geadviseerd de beantwoording te ondertekenen.

Kernpunten

· 

       RTL heeft op 3 december een artikel geplaatst waarin wordt aangegeven dat

wo-studenten met alleen een bachelor niet in aanmerking komen voor de
tegemoetkoming. Het artikel wekt de suggestie dat dit ook geldt voor de
tegemoetkoming leenstelsel, wat onjuist is.

·

       In uw beantwoording adresseert u die onduidelijkheid. U licht toe dat er twee 

tegemoetkomingen zijn die vanaf 2025 uitgekeerd gaan worden: de 
tegemoetkoming leenstelsel en de tegemoetkoming studievoucher:

   

Voor de tegemoetkoming leenstelsel geldt dat studenten een diploma
voor een bachelor- of masteropleiding (hbo en wo), of een associate
degree
 (ad) moeten hebben behaald. Met alleen een wo-
bachelordiploma wordt dus aan de diploma-eis voldaan.

   

Voor de tegemoetkoming studievoucher geldt dat een student een
hbo-bachelor of een combinatie van een wo-bachelor- en wo-
masterdiploma moet hebben behaald. Studenten met alleen een wo-
bachelor, wo-master of ad-diploma komen dus niet in aanmerking
voor de tegemoetkoming studievoucher.

   

De vragen van D66 zien dus uitsluitend toe op de tegemoetkoming 
studievoucher.

·

       U licht toe dat deze afbakening van de doelgroep bestaat sinds invoering van

de studievoorschotvouchers in 2015, de voorloper van de tegemoetkoming
studievoucher. De vouchers zijn geïntroduceerd met de invoering van het
leenstelsel, bedoeld voor (oud-)studenten die in de studiejaren 2015-2016 tot
en met 2018-2019 voor het eerst studiefinanciering ontvingen. Deze vier
cohorten konden namelijk nog niet profiteren van de kwaliteitsinvesteringen
die zijn gedaan met het afschaffen van de basisbeurs.

Hoger Onderwijs en
Studiefinanciering

Van
 

 

 

 

Datum
6 januari 2025

Referentie
49864991

Bijlagen

Intern OCW afgestemd
DUO, HOenS, WJZ

Persoonsgegeven

background image

Datum
20 december 2024

Pagina 2 van 2

· 

       De keuze voor de diploma-eis om in aanmerking te komen hangt samen met

het doel van de voucher: bijscholing stimuleren. Studenten die een wo-
bachelor hebben afgerond stromen, in tegenstelling tot studenten die een
hbo-bachelor hebben afgerond, in de praktijk eerst door naar een wo-master
voordat zij de arbeidsmarkt betreden. Daarom is de doelgroep afgebakend tot
studenten die een hbo-bachelor of de combinatie van een wo-bachelor en wo-
master met een diploma hebben afgerond.

·

       Met de herinvoering van de basisbeurs zijn de vouchers, op verzoek de Kamer

en de studentenorganisaties, omgezet in een financiële tegemoetkoming. De
doelgroep is, in lijn met de aangenomen moties om deze tegemoetkoming toe
te kennen aan de studenten die al aanspraak konden maken op een voucher,
gelijk gebleven aan de oorspronkelijke doelgroep. Deze afbakening is bij de
behandeling van de Wet herinvoering basisbeurs (waarmee de vouchers een
financiële tegemoetkomingen werden) opnieuw gewogen, en goedbevonden,
door het parlement.

·

       Het lid Paternotte informeert naar de mogelijkheid om de doelgroep met

alleen een wo-bachelor toe te voegen. Dit gaat om grofweg 20.000 studenten.
Een exacte schatting is niet mogelijk aangezien de reguliere diplomatermijn
nog loopt tot en met 2029 en dus nog niet bekend is welk deel van de
doelgroep een wo-masterdiploma gaat behalen. Uitbreiding zou extra dekking
van circa € 44 miljoen vergen. Die middelen zijn niet voorhanden.

·

       U schrijft het daarom niet wenselijk te vinden om de doelgroep aan te passen.

U geeft aan dat u het opnieuw wegen van de afbakening van de doelgroep
(voor een derde keer) in het kader van stabiel overheidsbeleid onwenselijk
vindt. Bovendien is de huidige afbakening in lijn met de wens van de Kamer,
en is dit tevens meermaals gewogen en goedbevonden door het parlement.