2e vergadering, woensdag 20 september 2023
Opening
Voorzitter: Bergkamp
Aanwezig zijn 145 leden der Kamer, te weten:
Aartsen, Agema, Alkaya, Amhaouch, Azarkan, Van Baarle, Baudet, Becker, Beckerman, Beertema, Belhaj, Van den Berg, Bergkamp, Bevers, Bijenhof, Bikker, Bisschop, Bontenbal, Martin Bosma, Boswijk, Bouchallikh, Boucke, Boulakjar, Brekelmans, Van den Brink, Bromet, Bushoff, Van Campen, Ceder, Dassen, Dekker-Abdulaziz, Tony van Dijck, Dijk, Inge van Dijk, Jasper van Dijk, Drost, Eerdmans, El Yassini, Ellemeet, Ellian, Eppink, Erkens, Van Esch, Fritsma, Van Ginneken, De Graaf, Van der Graaf, Graus, Grevink, Grinwis, Peter de Groot, Tjeerd de Groot, Gündoğan, Den Haan, Van Haga, Hagen, Hammelburg, Haverkort, Rudmer Heerema, Pieter Heerma, Heinen, Helder, Hermans, Van den Hil, De Hoop, Van Houwelingen, Jansen, Léon de Jong, Romke de Jong, Kamminga, Kat, Kathmann, Van Kent, Kerseboom, Klaver, Klink, Koekkoek, Koerhuis, Kops, De Kort, Kröger, Krul, Kuik, Kuiken, Kuzu, Kwint, Van der Laan, Van der Lee, Maatoug, Madlener, Maeijer, Marijnissen, Markuszower, Van Meijeren, Michon-Derkzen, Minhas, Mohandis, Edgar Mulder, Mutluer, Nijboer, Van Nispen, Omtzigt, Ouwehand, Palland, Paternotte, Paulusma, Peters, Piri, Van der Plas, Podt, Pouw-Verweij, Van Raan, Raemakers, Rahimi, Rajkowski, Richardson, Sahla, Chris Simons, Sylvana Simons, Sjoerdsma, Slootweg, Smals, Sneller, Van der Staaij, Stoffer, Van Strien, Strolenberg, Temmink, Christine Teunissen, Hans Teunissen, Thijssen, Tielen, Valstar, Vedder, Verkuijlen, Warmerdam, Wassenberg, Van Weerdenburg, Werner, Westerveld, Van Weyenberg, Van Wijngaarden, Wilders, Van der Woude en Wuite,
en de heer Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mevrouw Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat, de heer Van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de heer Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw Van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, viceminister-president, de heer Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat, mevrouw Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, mevrouw Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport, de heer Jetten, minister voor Klimaat en Energie, de heer De Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mevrouw Kaag, minister van Financiën, de heer Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de heer Van der Maat, staatssecretaris van Defensie, mevrouw Ollongren, minister van Defensie, de heer Van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mevrouw Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, de heer Van Rij, staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst, de heer Rutte, minister-president, minister van Algemene Zaken, mevrouw Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, de heer Vijlbrief, staatssecretaris Mijnbouw, mevrouw De Vries, staatssecretaris Toeslagen en Douane, mevrouw Van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof, de heer Weerwind, minister voor Rechtsbescherming, en mevrouw Yeşilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid.
De voorzitter:
Ik open de vergadering van woensdag 20 september 2023. Ik wil aan de leden vragen om hun plaats weer in te nemen, dan kunnen we van start gaan. Er is een volle tribune.
Termijn inbreng
De voorzitter:
Vandaag staat op de agenda het debat … Mag ik ook wat stilte in vak-K? Vak-K, ik wil graag beginnen. Vandaag staat op de agenda het debat over de Algemene Politieke Beschouwingen. Ik heet de kabinetsleden, de fractievoorzitters, de mensen op de publieke tribune en de mensen die op een andere manier het debat volgen van harte welkom.
Voordat we beginnen met het debat wil ik graag nog wat kwijt. Op 22 november gaat Nederland naar de stembus. Dat betekent dat een aantal van u voor de laatste keer deelneemt aan de Algemene Politieke Beschouwingen. Daar wil ik kort bij stilstaan.
Ik begin bij vak-K. Ik kijk natuurlijk allereerst naar de minister-president, maar een aantal van u heeft aangegeven uit de Haagse politiek te zullen vertrekken. De Algemene Politieke Beschouwingen zijn natuurlijk altijd speciaal, maar ik kan me voorstellen dat het deze keer extra speciaal is. Daar ga ik in ieder geval van uit. Ik wens u twee goede dagen. Dank u zeer, minister-president.
Ook gaan we een aantal fractievoorzitters die hier vandaag nog aanwezig zijn, niet meer terugzien als Kamerlid: mevrouw Kuiken, mevrouw Simons, mevrouw Den Haan en mevrouw Gündoğan. Er zijn ook een aantal nieuwe fractievoorzitters die hun debuut gaan maken. Zij hebben de voorzittershamer van hun voorganger overgedragen gekregen. De heer Azarkan maakt plaats voor zijn collega de heer Van Baarle. De heer Heerma maakt plaats voor zijn collega de heer Bontenbal. Tot slot onze nestor, de heer Van der Staaij: hij geeft de voorzittershamer aan zijn collega de heer Stoffer. Ook jullie zien we niet meer terug als Kamerlid. Ik hoop dat jullie vandaag als toehoorder extra genieten van deze Algemene Politieke Beschouwingen en natuurlijk dat jullie niet te kritisch zijn op jullie opvolgers. Ik ben benieuwd. Ik kijk uit naar een mooi, inhoudelijk debat, dat waardig is en met wederzijds respect voor elkaar wordt gevoerd. Daar zal ik ook op toezien. Ik wil u vragen om de interrupties kort en bondig te houden en niet te veel te vervallen in herhaling. Laten we dat met elkaar proberen.
Tot slot. Zoals eerder aan u is gecommuniceerd, zijn de ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking alsmede de staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering wegens verplichtingen in het buitenland niet aanwezig. Voorts deel ik mede dat de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wegens ziekte helaas niet aanwezig is. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid zal de vergadering om 12.00 uur verlaten in verband met een uitvaart.
Dan gaan we van start en geef ik als eerst het woord aan de heer Wilders. Hij zal spreken namens de PVV. Gaat uw gang.
Inderdaad, hij had dat netjes aangekondigd: de heer Omtzigt heeft nog een punt van orde.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Voorzitter. Normaal zat bij de begrotingsstukken altijd de marginale druk voor de alleenverdiener. Die heb ik dit jaar niet kunnen vinden. Ik vermoed wel dat die heel hard opgelopen is door de maatregel van het kindgebonden budget. Ik zou willen kijken of die binnen een paar uur aan de Kamer gestuurd kan worden, zodat we weten hoe die eruitziet.
De voorzitter:
Ik zal dit doorgeleiden naar het kabinet. Ik ga ervan uit dat daar vandaag een reactie over volgt.
Het woord is aan de heer Wilders, PVV.
De heer Wilders (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Laten wij, naar aanleiding van uw inleiding, niet vergeten dat ook u hier voor het laatst zit. Ondanks al onze meningsverschillen die we eerder hadden, dank voor alles wat u gedaan heeft en alle succes.
De heer Wilders (PVV):
Voorzitter. Ik zou bij deze Algemene Beschouwingen als eerste spreker wat langer stil willen staan bij een andere collega, als u dat goed vindt. Dat is collega Kees van der Staaij. Hij is bepaald niet het enige Kamerlid dat zich niet meer verkiesbaar stelt, maar — u zei het zelf net ook al — hij is de nestor van dit huis. Ruim 25 jaar lang heeft hij namens de SGP getoond een zeer kundig en alom gerespecteerd Kamerlid te zijn. Maar hij is vooral ook een heel sympathieke collega. Kees, je bent de komende maanden gelukkig nog actief hier, zodat ik niet meteen het nestorschap van je hoef over te nemen, maar daarna vervul ik natuurlijk graag de rol van het staatsrechtelijk geweten van de Tweede Kamer.
De heer Wilders (PVV):
Iedereen weet het: dat is bij mij in goede handen.
De heer Wilders (PVV):
Alle gekheid op een stokje! Beste Kees, ik denk dat ik namens iedereen in deze Kamer spreek als ik zeg dat we je dadelijk enorm zullen gaan missen.
De heer Wilders (PVV):
Goed, voorzitter. Genoeg vriendelijkheid. Wat we in ieder geval niet gaan missen, is dit kabinet. Volgens mij zullen ze elkaar zelfs niet gaan missen, en Nederland kan ze missen als kiespijn.
Voorzitter. U zei het ook al: voor meneer Rutte en mevrouw Kaag zijn het ook de allerlaatste Algemene Politieke Beschouwingen, want zij verlaten de nationale politiek. Persoonlijk zal ik vooral mevrouw Kaag bijzonder gaan missen. Wij hadden met z'n tweeën toch een speciale band. Zij noemde mij graag radicaal, ik haar dan arrogant. Zij beet mij toe dat ik discrimineerde, ik zei dan weer als grapje dat ik haar een bezem cadeau gaf. Kortom, het was altijd gezellig! Ik vind het ook echt knap en een puik staaltje van de door u zo bewierookte nieuwe bestuurscultuur, mevrouw Kaag, dat u in twee jaar tijd die 24 zetels waarvoor u zo'n prachtig dansje op tafel maakte, heeft weten om te toveren in een miniclubje van 6, volgens de laatste peilingen. Mijn oprechte complimenten.
Maar, voorzitter, ik moet eerlijk bekennen dat er ook, zo zeg ik tegen de minsister-president, een groot nadeel kleeft aan het demissionair zijn van uw kabinet. Want dat betekent dat ik eigenlijk voor het eerst in mijn carrière bij de Algemene Politieke Beschouwingen mijn traditionele motie van wantrouwen niet meer kan indienen. Dat zal ik dan ook niet doen, tenzij de heer Paternotte van D66 mij vandaag nog een keer belt natuurlijk met het verzoek zo'n motie toch in te dienen. Maar dat hoor ik dan wel.
Voorzitter. Het allerbeste nieuws is natuurlijk dat er met de val van dit kabinet een einde is gekomen aan de jarenlange afbraak van Nederland, want wat hebben ze ons land gesloopt. Wat hebben ze Nederland afgebroken. Ze hebben heel veel Nederlanders tot wanhoop gedreven en in diepe persoonlijke ellende gestort: van onze kapotgemaakte boeren- en vissersbedrijven tot de vermorzelde toeslagenouders, van geterroriseerde omwonenden van asielzoekerscentra tot al die twintigers die bij gebrek aan woningen nog thuis bij hun ouders wonen en geen gezin kunnen stichten en mensen die financieel het einde van de maand niet meer halen. We lazen gister in de krant dat een op de vijf Nederlanders de vaste lasten nauwelijks nog kan betalen. Een ongekende schande. Hoe diep kan je zakken op de beschavingsladder?
Nederland heeft massaal pijn geleden en doet dat nog steeds. Het meest gênante is misschien nog wel dat de coalitiepartijen nu, vlak voor de verkiezingen, in koor zeggen dat ze groot belang hechten aan de bestaanszekerheid, terwijl ze die verdorie zelf de afgelopen jaren hebben afgebroken! Vorige week nog lazen we dat vorig jaar, in 2022, de grootste koopkrachtdaling in 40 jaar heeft plaatsgevonden. Ze hebben daar in vak-K, mevrouw de voorzitter, hun links-liberale ideologie boven het welzijn van gewone mensen gezet door keuzes te maken waarvoor normale mensen bij de psychiater zouden belanden, zoals de keuze om 28 miljard euro uit te willen geven om de opwarming van de aarde met 0,000036 graden te verminderen. En dat terwijl ze wel schaamteloos wegkijken als bejaarden in verpleeghuizen wekenlang niet meer mogen douchen. En wat dacht u van hun keuze om asielzoekers ook op luxe cruiseschepen te trakteren, inclusief dure vijfsterrendiners, terwijl veel Nederlanders de boodschappen voor hun gezin nauwelijks meer kunnen betalen omdat ze door dit kabinet keihard in de steek zijn gelaten?
Voorzitter. Ik hoop dat het tijdperk van dit soort krankzinnige prioriteiten nu eindelijk voorbij is, zodat we kunnen beginnen met het puinruimen en de wederopbouw van ons land. Daarom is 22 november ook zo belangrijk. Nederland kan dan definitief kiezen voor verandering en herstel, ervoor zorgen dat de zon voor heel veel mensen weer gaat schijnen. Het worden echt historische verkiezingen. De vraag die iedereen voor zichzelf in het stemhokje moet beantwoorden, is glashelder. Moet worden doorgegaan met de afbraak van Nederland, met nog meer open grenzen, nog meer gelukzoekers en profiteurs, nog meer miljarden voor klimaat en stikstof? Of beperken we eindelijk die massale migratie- en asielstromen en zetten we Nederlanders weer op één? Gaan we ons belastinggeld eindelijk weer vooral aan onze eigen mensen besteden of niet? Nederlanders eerst of Nederlanders laatst? Dat is de keuze die voorligt op 22 november.
Voorzitter. Dan kom ik nu op het allerbelangrijkste thema, wat mij betreft, van deze verkiezingen, het allergrootste probleem, waar niet alleen dit kabinet aan ten onder ging, maar waar heel Nederland aan ten onder dreigt te gaan: het falende migratie- en asielbeleid. Het is echt onbegrijpelijk dat Nederland, het op één na dichtstbevolkte land van heel Europa, is opgezadeld met een krankzinnig opengrenzenbeleid. Een bijna ongelimiteerde tsunami aan vreemdelingen overspoelt ons land al jaren. Van asielzoekers tot arbeidsmigranten en buitenlandse studenten, iedereen en zijn moeder wordt hier binnengelaten. Ik vraag u: welke gek heeft dat verzonnen? We gaan er helemaal aan ten onder. Kabinetten lang is alles wat ons dierbaar is, weggegeven: ons geld, onze veiligheid, onze huizen, onze zorg. Het hele land is in de uitverkoop gezet. Ze hebben de halve wereld niet alleen binnengelaten, maar ook nog eens in de watten gelegd, en Nederlanders daarvoor laten bloeden. Wat ben je voor kabinet als je dat doet? Als we daar niet heel snel mee stoppen en een einde maken aan dat vernietigende opengrenzenbeleid, is Nederland reddeloos verloren.
Want alles en iedereen lijdt eronder. Er is niet één onderdeel van onze samenleving dat geen zware prijs betaalt voor dit wanbeleid. Het eerste dat natuurlijk verdwijnt is de leefbaarheid van ons land, omdat we eenvoudigweg de ruimte niet hebben om hier in Nederland elk jaar honderdduizenden mensen toe te laten. We houden niets meer van ons land over. Er is geen rust meer, geen ruimte. Er zijn overal mensen, en er is overal bebouwing en drukte. Er voltrekt zich een nachtmerriescenario waarin we allemaal worden opgehokt in een lelijke, benauwende en volgepropte stadstaat. En weet u waarom? Weet u waarom? Omdat naïeve politici, vaak van links-liberalen huize, hebben bedacht dat ons land, van slechts 300 kilometer lang en 200 kilometer breed, een immigratieland moet zijn. Het is nu al zo erg dat we onze bevolking niet eens meer kunnen huisvesten. En de schaarse ruimte en woningen die we wel hebben, geven ze ook nog eens met voorrang aan nieuwkomers. Het is met geen pen te beschrijven.
Behalve de leefbaarheid gaat ook onze veiligheid eraan. Vraag maar eens aan de bewoners van dorpen met een asielzoekerscentrum in de buurt, zoals het Groningse Ter Apel. Ik heb de mensen daar de afgelopen jaren vaker bezocht. In dat dorp is het grootste aanmeldcentrum voor asielzoekers gevestigd. Daar vinden nu rooftochten plaats op klaarlichte dag. Bewoners worden bespuugd en mishandeld. Supermarktmedewerkers, vaak tieners en twintigers, worden geconfronteerd met keeldoorsnijbewegingen van asielzoekers als ze er wat van zeggen dat het tuig de winkels leegrooft. Arabische mannen laten hun geslachtsdeel op straat zien aan jonge meisjes. Asielzoekers plassen en poepen midden op straat. Het is te idioot voor woorden.
Bedankt, VVD. Bedankt, CDA. Bedankt, D66. Bedankt, ChristenUnie en alle andere linkse partijen die dit mogelijk hebben gemaakt. Dankzij jullie is Ter Apel ernstig verloederd, is het bijna een derdewereldlanddorp geworden. Jullie hebben de mensen in Ter Apel gigantisch in de steek gelaten. Jullie hebben heel Nederland gigantisch in de steek gelaten. Want wat in Ter Apel is begonnen, zien we inmiddels in heel Nederland gebeuren. Een vrouw uit Bladel werd door een Syriër van haar fiets getrokken en verkracht. Een 70-jarige mevrouw werd in haar woning in Groningen doodgestoken door een asielzoeker uit Budel. Een illegaal gijzelde en misbruikte een medewerkster van een opvangcentrum in Groningen. Twee COA-medewerkers werden gruwelijk verminkt omdat een Iraanse asielzoeker een pan met hete olie over ze heen gooide. Maar liefst driekwart van al het COA-personeel wordt geïntimideerd en bedreigd door asielzoekers.
Maar het zijn niet alleen asielzoekers die de boel verzieken. Ook onze multiculturele landgenoten kunnen er wat van. Ik was deze zomer met wat collega's op werkbezoek in Zandvoort. Daar hoor je echte verhalen, de vreselijke verhalen, van de strandtenthouders en de viskraameigenaren. Het is met geen pen te beschrijven wat die hardwerkende ondernemers daar allemaal meemaken, wat ze je vertellen: dat Nederlandse gezinnen door Marokkanen worden uitgescholden — en het spijt me, voorzitter, dit zo te moeten zeggen, maar dit is hoe ze het mij vertelden — voor kanker-Hollanders; dat die relschoppers op de boulevard in Zandvoort met stenen gooien, alsof ze in Ramallah zijn. En — ik verzin het niet — ze vertelden ons dat dat tuig flessen kapotslaat om ze omgekeerd, met de scherven naar boven, in het zand te steken, om zich vervolgens rot te lachen als strandgangers zich tot bloedens toe verwonden. Het is te ziek voor woorden. En zo kan ik nog een uur doorgaan — wat ik niet zal doen. Allemaal multiculturele misdaden, met de hartelijke diversiteitsgroeten van links-liberaal Nederland.
Nu zitten we met de gebakken peren, dankzij al die wegkijkers hier. We zitten met een extreem gewelddadige mocromaffia. We zitten met een paar miljoen niet-westerse allochtonen, waarvan vooral de jongeren hele wijken en steden onveilig maken. We zitten met asielzoekerscentra in het hele land, die leiden tot dagelijkse terreur voor de inwoners van onze steden en dorpen. We zitten met geïmporteerd geweld in bijna al onze steden. Het multiculturalisme wordt in politiek Den Haag vooral als een verrijking van de samenleving gezien, maar de mensen thuis weten al decennialang dat dat een grove leugen is. En een verrijking voor onze economie of verzorgingsstaat is dat opengrenzenbeleid ook al niet. Het is simpelweg onbetaalbaar. Dr. Jan van de Beek, een wetenschapper die zich hiermee bezighoudt, heeft berekend dat één toegelaten asielzoeker de schatkist ongeveer 1 miljoen euro kost. U hoorde het goed: één asielzoeker kost 1 miljoen euro. Arbeidsmigratie kost ons uiteindelijk zelfs 24 miljard euro per jaar; geld dat we anders aan de zorg, onderwijs en lagere belastingen of goedkope boodschappen voor onze eigen mensen hadden kunnen besteden.
Maar de grootste pijn zit 'm misschien nog wel in de dingen die we niet in geld of in statistiekjes kunnen uitdrukken. Het gaat namelijk ook om de meest elementaire zaken die bepalen wie we zijn en waar we voor staan. Onze vrijheid, onze cultuur, onze westerse manier van leven. Het gaat om niets minder dan de fundamenten van onze samenleving die ook onder druk staan door de vernietigende asiel- en immigratieramp. Want die instroom van arbeidsmigranten gaat nog steeds gepaard met de instroom van meer en meer niet-westerse allochtonen en dus ook de islam. Een ideologie die haaks staat op vrijheid en tolerantie. Of het nou vrouwen, homo's, christenen, joden, afvalligen of islamcritici betreft, ze worden als minderwaardig gezien, gediscrimineerd, verketterd en niet zelden met geweld, fatwa's of bedreigingen geconfronteerd. En ik weet er alles van.
De voorzitter:
Een interruptie van de heer Van Baarle, DENK.
De heer Van Baarle (DENK):
We hebben een gedaanteverwisseling gezien bij de heer Wilders. Hij begon grappend en we hebben hem in de afgelopen dagen zo'n beetje voor elke camera van Nederland met bijna betraande oogjes gezien, zo van: mag ik alsjeblieft meedoen; sluit de PVV niet uit. Hij zei — en ik vind dat bijna zielig — "ik heb ook de scherpe randjes van mijn verkiezingsprogramma afgehaald, want ik wil zo graag regeren en ik wil zo graag meedoen met mevrouw Yeşilgöz en anderen". Maar wel een verkiezingsprogramma waarin nog steeds staat "geen korans", waarin nog steeds staat "geen moskeeën", waarin staat dat vrouwen met een hoofddoek niet in overheidsgebouwen mogen komen en dat islamitisch onderwijs verboden moet worden. Mijn vraag aan de heer Wilders is dan ook: hoe is zo'n programma met een discriminerend dreigement voor anderhalf miljoen moslims in Nederland, een programma waar de scherpe randjes van af zijn?
De heer Wilders (PVV):
Het is het beste programma van Nederland. Er staat in waar wij voor staan. Er staat in waar wij voor knokken. Na de verkiezingen, als je met andere partijen aan tafel komt, hoor je en zie je wel waar je komt. Maar het zou toch te gek voor woorden zijn als wij in ons verkiezingsprogramma niet zouden neerzetten wat we vinden? De islam is in Nederland een gigantisch probleem, zoals die overal in Europa een groot probleem is. U kunt dat ontkennen — dat begrijp ik ook en dat mag u ook, want we leven in een land waar iedereen mag zeggen wat die vindt — maar dit is ons standpunt. En heel veel Nederlanders zijn dat met ons eens.
De heer Van Baarle (DENK):
De heer Wilders had het net over de woorden "vrijheid" en "democratie". Laat dat even bezinken. Maar hier staat gewoon een man die met sloopkogels en bulldozers naar Nederlandse moskeeën wil gaan om ze te slopen. Hier staat een man die tegen vrouwen met een hoofddoek zegt: je mag niet naar de gemeente gaan om je paspoort te verlengen; deze vrouwen moeten bij wijze van spreken achterin de bus gaan zitten. Hier staat een man die de politie naar huizen wil sturen om bij Nederlandse moslims de koran van het nachtkastje af te trekken. Dan is mijn conclusie dat de islam geen bedreiging is voor onze vrijheid, maar dat de heer Wilders dat is. Beseft de heer Wilders dat hij de fundamentele bedreiging is voor onze vrijheid en voor onze rechtsstaat met deze haatdragende standpunten en deze totalitaire ideologie die hij hier spuit?
De heer Wilders (PVV):
Nee, die totalitaire ideologie — en dat haalt u nu door elkaar — is niet iets wat wij vinden maar iets waar de islam voor staat. Dát is de totalitaire ideologie. Er is ook geen land ter wereld waar de islam dominant is, dat vrijheid kent. In ieder land in de wereld, in het een meer en in het ander minder, waar de islam domineert is er geen vrijheid van meningsuiting, zitten mensen vanwege hun seksuele geaardheid of vanwege het feit dat ze christen zijn in de gevangenis, worden mensen die de islam willen verlaten, de afvalligen, vermoord en met fatwa's geconfronteerd, is er geen vrije pers, is er geen middenklasse. Dát is de consistentie van de islamitische ideologie over de hele wereld waar zij dominant is. En ik waarschuw daarvoor. Ik waarschuw ervoor dat dit hier gebeurt. Wij breken geen moskeeën af. Ik zet ook niemand achter in de bus. Als er één partij rechtsstatelijk is, dan is dat de PVV. Op het moment dat wij een voorstel doen en dat hier indienen en dat voorstel het niet haalt, dan leggen we ons daarbij neer. We blijven ervoor knokken en we zullen dat voorstel misschien een keer opnieuw indienen, maar een meerderheid hier beslist. Dus als een meerderheid hier in de Tweede Kamer zegt "die ideeën van de PVV op A, B en C steunen wij niet en krijgen geen meerderheid", dan blijft gewoon bestaan wat er bestaat. Maar neem ons niet kwalijk, democraten als we zijn, dat wij om heel goede reden daarvoor blijven waarschuwen en voorstellen blijven doen.
De voorzitter:
Tot slot, de heer Van Baarle.
De heer Van Baarle (DENK):
Kijk, ik kan maar één conclusie trekken, namelijk dat deze man verblind is door haat, want hij wil het gewoon niet zien. Hij wil het gewoon niet zien.
De voorzitter:
Meneer Van Baarle, we gaan het debat voeren op de inhoud. Nee, meneer Van Baarle, kijkt u mij even aan. We gaan het debat voeren op de inhoud en niet op de persoon, dus let u een beetje op uw woorden.
De heer Van Baarle (DENK):
Met zijn standpunten laat de heer Wilders zien dat hij verblind is door haat, want hij wil het niet zien.
De voorzitter:
U doet het weer. Op de inhoud.
De heer Van Baarle (DENK):
Met zijn standpunten laat de heer Wilders zien dat hij verblind is door haat.
De voorzitter:
Ik heb u een paar keer gewaarschuwd: we voeren het debat op de inhoud.
De heer Wilders (PVV):
Misschien mag ik hier nog even op reageren. Ik ben namelijk helemaal niet verblind door haat. Weet u, mensen haten mij omdat ik dit zeg. Ik ben al negentien jaar mijn persoonlijke vrijheid kwijt. Ik heb al verschillende fatwa's boven mijn hoofd. Ik heb met mijn gezin in gevangenissen, safehouses en weet ik wat moeten wonen. Weet u waarom? Alleen omdat ik dit zeg. Alleen omdat ik dit zeg. Ik doe verder niets. Ik gebruik geen geweld en ik intimideer niemand. Dit is wat ik zeg en daardoor ben ik al bijna twintig jaar mijn vrijheid kwijt. Dus alstublieft, u mag zeggen wat u vindt, maar het is te walgelijk voor woorden.
De voorzitter:
De heer Van Haga, Groep Van Haga, gaat uw gang.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Laten we op een vrolijker manier door proberen te gaan. We kennen de heer Wilders als een zeer principieel man met zeer principiële standpunten. Ik heb het verkiezingsprogramma gelezen. Dat is ook weer zeer principieel. Maar onlangs zei hij in De Telegraaf dat hij water bij de wijn ging doen. Hij zei in de aanloop naar de verkiezingen dat de instroom van asielzoekers wel enigszins kan worden beperkt en dat hij op het terrein van klimaat bereid is tot een mix. Als je dan ziet wat er misschien uit de verkiezingen gaat komen, dan zie je BBB, Omtzigt en de VVD natuurlijk weer. Dan krijgen we dus een kabinet waar rechts Nederland, zoals premier Rutte destijds zei, zijn vingers bij gaat aflikken. Op economisch gebied zal dat niet zo'n probleem zijn, want de PVV is net zo links al de rest van de linkerkant van de Kamer. Bedenk dan dat BBB heeft gezegd: 15.000 asielzoekers. NSC heeft gezegd: 50.000 asielzoekers. De VVD zegt altijd "asielstop", maar uiteindelijk komt het dit jaar op 67.000 asielzoekers uit. Er staat een asielstop in het PVV-verkiezingsprogramma, maar hoeveel water gaat er bij de wijn gedaan worden, vraag ik aan de heer Wilders.
De heer Wilders (PVV):
Wij willen een asielstop; punt. Iedere partij die alleen maar haar verkiezingsprogramma oplepelt en dat uit wil voeren, zal nooit regeren; nooit. Ook uw partij niet, als u al ooit daartoe geroepen zal worden. Je moet dus altijd daartoe bereid zijn, anders kan je gewoon niet meedoen. Ik wil dat de stem van onze kiezers wat waard is, dus dat wij mee kunnen besturen. Zonder de PVV zal een strenger asiel- en immigratiebeleid überhaupt niet mogelijk zijn. Dat kan gewoon niet. Kijk naar de peilingen en de standpunten. Zonder ons kan dat niet. Als wij gaan zeggen "alle standpunten in ons verkiezingsprogramma moeten bij dictaat nu door iedereen worden overgenomen", dan lachen ze ons natuurlijk uit. Dan zeggen ze "ga weg", of je komt niet eens aan tafel of wat dan ook. Natuurlijk zal je tot compromissen moeten komen, wil je in een meerpartijenstelsel gaan besturen. Hoever die gaan, vertel ik niet aan u. Dat gaan we doen als het ooit zover komt dat we gaan onderhandelen, wat ik natuurlijk hoop, maar nog geenszins zeker is. Dan ga ik dat zeggen, niet nu. Maar ja, het is belangrijk dat wij het beste standpunt hebben, namelijk een asielstop. Nederlanders die een asielstop willen: stem op de PVV; dan is de kans het grootst dat die wordt uitgevoerd. Maar zolang wij geen 76 zetels halen, zullen we met andere partijen zaken moeten doen. Zo werkt dat.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Dat is inderdaad geen antwoord op mijn vraag en niet het antwoord waarop ik had gehoopt. Kijk, de heer Wilders is heel erg lang ontzettend principieel geweest. We kennen de PVV als het anker op het gebied van asiel. Als zelfs de PVV nu gaat schuiven en zegt "ik ga dat nu niet laten zien" … De VVD zegt namelijk precies hetzelfde in haar verkiezingsprogramma: wij zijn voor een asielstop. Uiteindelijk zijn er afgelopen jaar, in 2022, 403.000 mensen binnengekomen. Er zijn netto 228.000 mensen bij gekomen. Als dat de verschuiving is, krijgen we toch een heel raar systeem waarbij mensen denken dat ze op de PVV gaan stemmen en uiteindelijk nu niet klip-en-klaar te horen krijgen: wij willen bijvoorbeeld 50.000 asielzoekers per jaar erbij.
De heer Wilders (PVV):
Ik begrijp dat u het een beetje groter moet maken, want u staat volgens mij op nul zetels in de peilingen. Dus ik begrijp dat het voor u aantrekkelijk is om het een beetje groter te maken. Dat gun ik u ook wel, hoor, want je moet wat als je een beetje paniekerig bent. Ik zei al tegen u dat we geen ander voorstel hebben dan een asielstop, dus de PVV staat gewoon voor een asielstop. En we hebben ook nog veel meer kans dan u om daar wat mee te gaan doen. Maar kom je in een regering of kom je aan tafel — nogmaals, misschien maakt u dat ooit, in een ander leven, ook mee — dan zul je met andere partijen zaken moeten doen. Ik kan het niet anders maken dan het is. Maar waar staan wij voor, waar pleit ik vandaag voor, wat staat er in ons verkiezingsprogramma? Dat is een onversneden asielstop.
De voorzitter:
Tot slot.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Tot slot. Laat ik het over een andere boeg gooien: het klimaat. De PVV is bereid om op dat punt een mix te accepteren. Ik ben echt benieuwd naar wat die mix dan is.
De heer Wilders (PVV):
Ook dat doen we na de verkiezingen, maar ik heb al één tipje van de sluier opgelicht. In Nederland zijn we verantwoordelijk voor — hoeveel is het? — 0,4% van de hele CO2-uitstoot in de wereld. Dat is bijna niets. Bij de temperatuur gaat het om nul komma nul zoveel. Wij zijn in Nederland voor nul komma nul zoveel — hoeveel is het, 0,036%, dus afgerond 0,0% — verantwoordelijk voor de stijging van de temperatuur; voor een temperatuurstijging van 0,036 graden, bedoel ik. Dat wij daar zo veel miljarden aan besteden, vind ik complete onzin. Ik heb dus het volgende gezegd in dat interview in De Telegraaf, waar u naar verwijst. Laten we 1 miljard besteden aan het verhogen en verzwaren van de dijken in Nederland en laten we geld uitgeven voor ruimte aan de rivier, zodat er, als er overstromingen zijn, in mijn eigen provincie Limburg, maar ook in Brabant, Gelderland en alle andere provincies, meer ruimte is zodat het water weg kan zonder dat er rampen komen. Dat is het praktische beleid dat ik voorsta. Dat is niet het klimaatbeleid dat u en ik willen, maar dat is common sense. Het is natuurlijk een geweldige mix als je zoiets kunt krijgen.
De voorzitter:
Nee, meneer Van Haga, we doen interrupties in drieën.
De heer Paternotte (D66):
Ik las afgelopen weekend in de media dat Wilders milder is geworden. Net als Van Baarle heb ik ook het verkiezingsprogramma gelezen en ik wil toch even toetsen — Wilders draaide er net wat omheen — of dat echt zo is. Ik heb een paar simpele vragen. Ik lees bijvoorbeeld: Nederland is geen islamitisch land, dus geen islamitische scholen, korans en moskeeën. Wil Wilders een verbod op alle moskeeën en alle korans in Nederland?
De heer Wilders (PVV):
Ons standpunt daarover is niets veranderd.
De heer Paternotte (D66):
Glashelder. Ik las ook: geen hoofddoekjes in overheidsgebouwen en dus ook niet in de Tweede Kamer. Betekent zo'n verbod op hoofddoekjes zelfs dat je, als je democratisch gekozen bent in de Tweede Kamer en een hoofddoekje op hebt, hier niet mag zijn? Mag je dan geen Tweede Kamerlid worden?
De heer Wilders (PVV):
Je mag hier zeker zijn, graag zelfs, alleen wel zonder hoofddoek.
De voorzitter:
Laatste vraag.
De heer Paternotte (D66):
Wilders zei afgelopen weekend ook: spijt is een zinloze emotie; ik heb helemaal geen spijt van de "minder, minder Marokkanen"-uitspraak. Een verbod op alle korans en moskeeën in Nederland. Een verbod op hoofddoekjes. Er zijn maar heel weinig landen waarin de overheid bepaalt voor vrouwen, zeker in het parlement, hoe ze zich moeten kleden. Dan denk je meestal aan Iran of Saudi-Arabië. Dus als ik …
De heer Wilders (PVV):
Of aan Frankrijk.
De heer Paternotte (D66):
Dus als ik zo'n programma lees, dan denk ik: is het milder geworden? Het is alleen maar extremer geworden.
De heer Wilders (PVV):
Nee, zeker niet. Het is nog beter geworden; dat had u moeten zeggen. Er zijn ook landen als Frankrijk, die het vanuit de laïcité bekijken. Dan gaat het niet alleen om hoofddoekjes, maar om alle uitingen van welke religies dan ook die men niet wil in openbare gebouwen, van rechtbanken tot parlementen. Wij zijn daar dus zowaar niet de enige in. Het zou heel goed zijn als we dat in Nederland ook zouden doen.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
De heer Wilders (PVV):
Dank u wel.
Voorzitter. In Frankrijk werden deze zomer hele steden afgebroken. Alles werd in brand gestoken. Er vond een middeleeuwse veldslag plaats die zijn weerga niet kent. Tienduizenden politieagenten moesten dagenlang alle zeilen bijzetten om de orde te herstellen. We herinneren het ons nog allemaal. Dat was een paar maanden geleden. Het was een oorlog van losgezongen islamitische jongeren die de westerse cultuur niet wilden verrijken maar bestrijden. Wat in Frankrijk gebeurde, zo is mijn waarschuwing, kan overal in Nederland gebeuren waar de islamisering in een verder gevorderd stadium zit. We staan dus voor een existentieel probleem.
Het falende asiel-, immigratie- en integratiebeleid laat ook zien hoe belangrijk het is om op 22 november de goede keuzes te maken, om eindelijk de juiste afslag te nemen, op het kruispunt waarop we nu staan. De PVV weet wat de juiste keuzes zijn. Eén: we willen een asielstop. Twee: onze eigen grenzen moeten daarbij dicht voor gelukszoekers. Drie: echte vluchtelingen moeten natuurlijk worden opgevangen en veiligheid krijgen, maar in hun eigen regio, niet hier. Vier: criminelen, alleen criminelen, gaan er verplicht uit. Dat is wat nodig is. En kom bij mij niet aan dat dat niet kan of dat dat niet mag. We vragen er al tien jaar om en we hebben als PVV al tien jaar lang en duizend keer voorgesteld om verdragen, richtlijnen en verordeningen die dat in de weg staan, aan te passen, op te schorten of op te zeggen. Kijk maar eens naar de Belgen. Zij laten nu geen alleenstaande mannen meer toe tot de opvang, want nood breekt wet. De Belgen doen het gewoon, ook als het niet mag volgens de Europese regels, ook als de Belgische Raad van State ze terugfluit. Want nood breekt wet. Ze doen het gewoon. Zij wel, maar wij niet. Nederland is weer eens het braafste jongetje van de klas.
Voorzitter. Wat we hebben gezien en wat in ieder geval niet werkt, is wat premier Rutte deed. Hij ging naar Tunesië en sloot daar lachend, zoals we hem kennen, voor alle camera's trots als een pauw een deal met een onbetrouwbare dictator, die hij ook nog een keer 1 miljard euro beloofde. Rutte beloofde 1 miljard euro aan die dictator uit Tunesië. Wat is het gevolg daarvan? Het gevolg is dat, sinds Rutte daar was, er niet minder maar alleen maar meer boten vol met Afrikaanse gelukszoekers op het Italiaanse eiland Lampedusa arriveren. Vorige week 60 boten in een uur tijd. Er vindt een complete invasie plaats. De Italiaanse vicepremier Matteo Salvini sprak over een oorlogsverklaring. Hij zei dat wat in Lampedusa gebeurt, de dood van Europa is. En hij heeft gelijk. Vandaag zijn ze in Italië, morgen in Nederland. Want onze grenzen staan wagenwijd open. Wat een blamage, premier Rutte! Wat een ongelooflijke misstap, die nepdeal met Tunesië: 1 miljard geven en meer asielzoekers terugkrijgen. Had u maar niet naar die dictator geluisterd, maar had u maar eerder naar de PVV geluisterd. Dan hadden we nu niet zo diep in de ellende gezeten.
Maar u weet — ik zei het net al naar aanleiding van een interruptie — de PVV is een constructieve partij en ik ben een redelijk mens. Dus wij zijn als PVV bereid om met andere partijen te praten over welke oplossing dan ook. Dat doen wij op één voorwaarde: dat met welke maatregel dan ook de instroom van asielzoekers en niet-westerse immigranten zeer fors — met een streep onder "zeer fors" — wordt beperkt. En ik zeg tegen Nederland en de kijkers thuis: zonder de PVV lukt dat nooit. Als u minder asielzoekers en migranten wilt, maak dan de PVV groot. Want hoe groter u onze partij maakt, hoe groter de kans dat er ook echt wat verandert. Help ons daarbij. We moeten ons land behoeden en beschermen.
Voorzitter. Ik zei het in mijn inleiding al: dit kabinet heeft heel veel Nederlanders pijn gedaan en mensen vaak persoonlijk in hun leven en bestaanszekerheid geraakt.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik haakte aan op het woord "dictator", want in het Kremlin zit ook een dictator. Op 2.000 kilometer vanaf hier wordt een oorlog gevoerd. Jonge mannen uit Oekraïne vechten daar voor vrijheid en voor democratie. Kinderen uit Oekraïense gezinnen worden uit het gezin getrokken en bij Russische gezinnen geplaatst. Ik neem aan dat de heer Wilders dat ook verschrikkelijk vindt. Tegelijkertijd is de PVV niet bereid om te betalen of materieel te leveren aan Oekraïne, dat een strijd vecht op leven en dood. Waarom wil de PVV dat niet doen?
De heer Wilders (PVV):
Weet u, begin eerst eens hier in Nederland met het op nul zetten van de btw op boodschappen. Begin eerst eens met ervoor zorgen dat hier in Nederland de accijnzen op benzine op 1 januari niet met 21% stijgen. Begin eerst eens met ervoor zorgen dat hier in Nederland de gasrekening voor mensen — Nederlanders; mensen die ons gekozen hebben — per 1 januari niet stijgt als gevolg van een verhoging van de energiebelasting op gas met €0,11 per kuub. Begin verdorie eerst eens met ervoor zorgen dat de Nederlanders hun bestaanszekerheid op orde hebben. Een op de vijf Nederlandse gezinnen — een op de vijf Nederlandse gezinnen! — kan zijn vaste lasten niet betalen. En dan krijg ik hier per interruptie de vraag waarom ik de Oekraïners niet wil helpen! Ik ben ingehuurd, ik ben gekozen om voor de Nederlanders op te komen. Dat geldt ook voor al mijn collega's. Ik ga toch niet alleen maar miljarden geven aan Oekraïne, terwijl we een kruimel geven aan de Nederlanders.
De heer Bontenbal (CDA):
Dit maakt een hele hoop helder wat mij betreft. Dit is een politiek van egoïsme; van "eigen volk eerst". Er zitten daar jonge mannen, twintigers, in loopgraven. De afgelopen decennia hadden we nooit kunnen denken dat dat weer zou gebeuren. U heeft hele mooie woorden over vrijheid, over onze westerse manier van leven. Aan de Europese buitengrenzen is er zo'n oorlog en u bent niet bereid om materieel daarheen te sturen. Dat is materieel dat wij hebben en dat wij daar nu heen kunnen sturen om op te komen voor die mannen, die in doodsnood voor onze vrijheid vechten. Ja, er ligt nu een pakket, ook om iets aan de koopkracht van mensen, aan de bestaanszekerheid, te doen. Maar waarom maakt u die gekke afruil tussen de bevolking hier helpen en de mensen daar helpen? Ik denk dat heel veel Nederlanders heel erg bereid zijn om de mannen en vrouwen die daar met alle energie vechten voor de vrijheid en democratie, te helpen.
De heer Wilders (PVV):
Een gekke afruil, zei u dat nou? Een gekke afruil? Mensen in Nederland helpen, is dat een gekke afruil? Op weg naar de zaal kwam ik een journalist tegen, volgens mij van de NOS. Die vroeg: meneer Wilders, wat gaat u doen voor onze kinderen? Onze kinderen hebben het moeilijk in Nederland. Onze kinderen hebben het lastig, want ze kunnen vaak niet meer naar de muziekles, de sportclub of naar de weet ik wat. Dat zijn onze kinderen. Natuurlijk vind ik dat Oekraïne moet winnen van de Russen. En natuurlijk vind ik dat er hier maar één agressor is. Dat is de heer Poetin en helemaal niemand anders. Maar Nederland kan niet de hele wereld helpen. Laat andere landen helpen, landen die meer middelen hebben, die meer defensieve middelen hebben, die meer militair materieel hebben, die minder financiële problemen ten aanzien van hun eigen bevolking hebben. Prima als de Amerikanen dat doen. Ik steun dat van harte. Als Nederland Oekraïne politiek steunt, vind ik dat ook hartstikke goed, maar we hebben weinig militair materieel in Nederland zelf. Onze Defensie is er zo belabberd aan toe dat we de afgelopen jaren zelfs tanks hebben moeten leasen uit Duitsland. Zo slecht zijn we eraan toe; we hebben tanks moeten leasen. De staatssecretaris van Defensie heeft in een interview eerder dit jaar — ik geloof dat het in het AD was — gezegd dat onze krijgsmacht er zo erg aan toe is dat als wij ooit conventioneel door een land zouden worden binnengevallen, we dan binnen een paar dagen moeten capituleren omdat we zelf onvoldoende materieel hebben. Defensief gezien is het dus al onverstandig om het te doen. Financieel gezien is het, zoals ik al zei, geen "gekke uitruil". Ik ben er trots op dat ik er hier als gekozen Nederlandse parlementariër voor kies om eerst onze eigen mensen te helpen met lagere huren, goedkopere boodschappen, een benzineprijs die ze kunnen ophoesten, een fatsoenlijk pensioen en een plekje in het verpleeghuis als ze oud zijn. Dáár ben ik voor gekozen, en niet voor Oekraïne.
De voorzitter:
Tot slot, de heer Bontenbal.
De heer Bontenbal (CDA):
Met het woord "uitruil" bedoelde ik dat je beide kunt doen. Ik zie de heer Wilders nu vooral opkomen voor de eigen Nederlandse bevolking. Dat vind ik heel goed, maar 2.000 kilometer verderop is er een oorlog waarin ook gevochten wordt voor de Europese waarden vrijheid, democratie en mensenrechten. Het gaat om jongemannen in loopgraven en om kinderen die uit gezinnen worden geplaatst. Ik vind het eigenlijk schandelijk dat u niet bereid bent om voor zo'n oorlog, op Europees grondgebied, Nederlandse steun uit te spreken.
De heer Wilders (PVV):
Ik heb mijn antwoord al gegeven.
De heer Paternotte (D66):
Het blijft bijzonder om dat wereldbeeld van Wilders, dat zich hier ontvouwt, aan te horen. Neem klimaatverandering. "De aarde warmt op, maar laat andere landen dat probleem maar oplossen. Wij bouwen wel een dijk." Er is een oorlog aan de grens van Europa, waarbij vrijheid en democratie op het spel staan. "Laat anderen daar maar iets voor doen." Hij zegt dan namelijk: ik wil bijvoorbeeld eerst de benzineaccijns verlagen. Zelfs dat verhaal klopt niet. Om iets aan de benzineaccijnzen te doen, heb je 1,2 miljard per jaar nodig. Wij leveren F-16's. Die staan in de boeken voor zo'n 32 miljoen euro. Die zijn zo'n beetje afgeschreven. 32 miljoen euro; dat is dus minder dan €2 per Nederlander. Maar in het programma van de PVV staat dat we zelfs die niet mogen leveren. Zelfs die €2 per Nederlander wil Wilders niet uitgeven. Daar koop je geen btw-verlaging voor, geen lagere benzineaccijnzen; daar koop je helemaal niks voor. Zelfs iets wat bijna gratis is, wil hij niet doen voor Oekraïne. Waarom niet?
De heer Wilders (PVV):
De aanvullende reden is dat ik niet wil dat wij door het leveren van offensieve vliegtuigen in een oorlog worden gerommeld. Dat wil ik absoluut niet. Wat krijgen we nou? Het begon eerst met defensieve middelen. Het begon eerst met middelen waarmee Oekraïners zich konden beschermen, waarmee ze zich konden verdedigen tegen de Russen. Nu is er sprake van F-16's. Een F-16 is gewoon een offensief middel. Als een Nederlandse F-16 wordt ingezet — u gaat dat nu doen — wordt Nederland gewoon een oorlog in gerommeld. Dat moeten we gewoon níét doen. U kunt als D66 niet de hele wereld helpen. U kunt niet overal ons materieel en geld naartoe sturen. Wij zijn gekozen om Nederland een stabiel land te houden. Dat is een land dat niet zelf in een oorlog wordt gerommeld en dat zijn geld a priori aan zijn eigen mensen besteedt, of dat nou een klein of groot bedrag is. Dat is wat er moet gebeuren. Daarom zijn wij ook tegen ontwikkelingshulp. We vinden wel dat mensen in Afrika geholpen moeten worden, maar geef dat geld, die 6 miljard per jaar, terug aan de Nederlandse burger. Dan kan die Nederlandse burger zelf bepalen of die dat geld wil overmaken aan het Rode Kruis of dat die er zijn boodschappen van wil betalen. Daar is die volwassen genoeg voor. Dat moet de overheid niet doen; dat kunnen mensen zelf doen. Daarvoor staan wij hier.
De heer Paternotte (D66):
Wat een flauwekul! Wilders zegt hier "offensieve wapens". Het is niet alsof Oekraïne Rusland heeft aangevallen. Oekraïne is aangevallen. Daar landen elke dag raketten vanuit Rusland op weeshuizen, op ziekenhuizen, op scholen en op appartementencomplexen. Er staan inderdaad mensen in de loopgraven, maar er zijn tientallen, en op slechte dagen honderden onschuldige mensen die daar om het leven komen. En dan zegt Wilders: ik vind dat we daar helemaal niets voor moeten doen, omdat ik geen centimeter voorbij de grens denk. Ik zou aan hem de vraag willen stellen: stel nou dat Rusland een NAVO-land aanvalt, of dit nou Estland of Roemenië is, zouden we dan wel iets moeten doen? Of zegt hij dan nog steeds dat het hem geen biet interesseert?
De heer Wilders (PVV):
Wij zijn een pro-NAVO-partij. Dus als artikel 5 van de NAVO wordt geschonden, is dat echt een heel ander verhaal. Wij zijn daar ingestapt; wij hebben daar verantwoordelijkheid voor genomen. Dus de NAVO is een bondgenootschap waarin je je partners verdedigt. Oekraïne is, voor zover ik weet, geen lid van de NAVO en zal dit wat mij betreft voorlopig ook niet worden. Volgens mij wil niemand een land in oorlog als lid van de NAVO krijgen. Dus nee, dat willen wij niet. Wij zijn een trans-Atlantische partij; wij hechten meer waarde aan de banden met de NAVO dan met de door u zo bewierookte Europese Unie. Oekraïne is geen lid van de NAVO, en daarom steunen wij het niet. Nogmaals, we hebben genoeg op ons bordje. We hebben genoeg. U bent alleen maar bezig met buitenlandse politiek; laten we — ik was net begonnen aan mijn hoofdstuk bestaanszekerheid — nu eens kijken wat we voor die mensen in Nederland kunnen doen! Waarom zitten we hier drie keer per week te praten over Oekraïne? Laten we praten over wat we voor onze eigen mensen kunnen doen. Dát is waar ze wat aan hebben.
De voorzitter:
Tot slot.
De heer Paternotte (D66):
Die tegenstelling is hartstikke vals. Want waarom zijn bijvoorbeeld de rekeningen voor gas in Nederland de afgelopen anderhalf jaar opgelopen? Dat komt omdat we afhankelijk waren van gas uit Rusland. Dat is iets waar Wilders een groot voorstander van is. Als we dat niet hadden gehad, dan hadden we dat probleem net als landen met een helemaal duurzame energievoorziening niet gehad. Het is duidelijk dat Wilders zegt: Poetin mag Oekraïne hebben. Wat ik het meest tekenend vind, is dat er in het PVV-programma wordt gezegd dat we zelfs materieel dat we hier bijna hebben afgeschreven niet mogen leveren. Voor mensen die vechten voor vrijheid en democratie — dat zijn dingen die in de partijnaam van Wilders staan — wil de PVV dus geen pink uitsteken.
De heer Wilders (PVV):
Zeker. Maar nogmaals, wij zijn er voor Nederland, niet voor Oekraïne.
Voorzitter. Ik zei het in mijn inleiding al: dit kabinet heeft veel Nederlanders heel veel pijn gedaan.
De voorzitter:
Op de valreep. De heer Stoffer.
De heer Stoffer (SGP):
Ik moet iets verder van achteren komen, dus dan duurt het wat langer. Ik vond het wel mooi dat de heer Wilders aangaf: je moet dingen voor onze eigen Nederlanders doen. Nou, Amerikanen zitten ook zo in elkaar, zij zeggen eigenlijk: wij betalen nu voor die veiligheid van Nederlanders. Dat steekt ons als SGP al langer, dus we hebben een voorstel gemaakt om zelf onze eigen broek qua veiligheid op te houden. Wij willen de NAVO-norm van 2% wettelijk vastleggen. Er ligt een breed initiatief van meerdere partijen. Als ik het zo hoor, denk ik: dat zou de heer Wilders ook wel kunnen passen. We zouden dan onze eigen broek ophouden en niet op anderen leunen. Mijn vraag is dus heel concreet: kan ik de heer Wilders toevoegen aan ons lijstje voor deze nieuwe wet?
De heer Wilders (PVV):
Nee, dat kan u niet. Ik zal ook uitleggen waarom. Wij vinden weliswaar dat wij een volwaardig NAVO-bondgenoot moeten zijn. Er zijn overigens heel veel bondgenoten van de NAVO die nog niet aan de 2% bbp komen. Maar wij vinden ook dat wij, met uitzondering van de NAVO-taken, ons leger op een andere manier moeten inzetten en dat we niet meer aan alle niet-NAVO-missies in de wereld moeten meedoen. Daar besparen we een hoop geld mee. Dus die 2% is niet nodig. Wij vinden dat we ons leger — althans de marechaussee, die ook onderdeel is van het leger — in eerste instantie moeten inzetten om bijvoorbeeld te doen aan grensbewaking, omdat wij die asielstop willen. Dus wij zeggen dat we, in plaats van dat het Nederlandse leger over de hele wereld — nogmaals, NAVO-acties daargelaten — in VN-verband of in een ander verband, bij wat voor missies dan ook, taken gaat verrichten, het leger moeten inzetten voor de basistaken, voor de eigen grensbewaking. Dat is ook een organieke taak van de Nederlandse krijgsmacht. Dan heb je die 2% niet nodig, want als je wat u zegt niet doet, kom je een heel end met het geld dat we nu hebben.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
De heer Wilders (PVV):
Goed, voorzitter. Ik herhaal nog één keer de alinea die ik al drie keer heb uitgesproken. Ik zei het in mijn inleiding al: dit kabinet heeft heel veel Nederlanders heel veel pijn gedaan. Het heeft mensen vaak persoonlijk in hun leven en bestaanszekerheid geraakt, want niets is meer zeker; niets is meer heel. Alles wat ooit normaal was in dit land, is vrijwel onbereikbaar geworden: een betaalbare woning, betaalbare zorg, betaalbare boodschappen, een onbezorgde oude dag. Allemaal zaken die tot voor kort nog normaal waren, zijn vakkundig afgebroken of op z'n best een uitzondering geworden. Ze staan bij miljoenen Nederlanders helder in het geheugen gegrift. Dit komt uit een tijd dat Nederland Nederland nog was, toen je als gezin nog met één inkomen een huis kon kopen, de dagelijkse boodschappen zonder al te veel moeite kon betalen, de kinderen onbezorgd op een sportclub of op muziekles konden, je na een jaar keihard werken lekker met je gezin op vakantie kon. Armoede bestond toen wel, maar er werd alles aan gedaan om die te bestrijden. Het grootste gedeelte van onze samenleving was sterk en vitaal. Er was een toekomst voor de kinderen. Werken loonde. En voor wie tijdelijk niet meekon, was er een rechtvaardige sociale zekerheid, die een steun in de rug was, op weg naar beter.
Voorzitter. Helaas staat die tijd ver af van de huidige tijd. Nu kunnen veel Nederlanders, werkenden en niet-werkenden, van minima tot modaal, niet of nauwelijks rondkomen, omdat de rekeningen te hoog zijn en zich opstapelen. De peperdure energierekening, het hoge eigen risico, de prijzen van boodschappen in de supermarkt, alles rijst de pan uit. Weet u, meneer Rutte bijvoorbeeld, hoeveel mensen al jarenlang met een slecht gebit rondlopen en niet meer naar de tandarts gaan, omdat ze dat eenvoudigweg niet meer kunnen betalen?
Voorzitter. Op alle gebieden heerst onzekerheid. Kan ik nog wel in mijn huis blijven wonen? In wat voor land groeien mijn kinderen op? Is er wel een mooie toekomst voor ze? Zo veel zorgen, iedere dag opnieuw, omdat mensen jarenlang zijn uitgeknepen. Ook onze zorg staat op klappen. We lezen dagelijks de meest schrijnende voorbeelden in de krant: een tekort aan medicijnen, verplegend personeel met onvoldoende geld en een gebrek aan bedden voor onze ouderen die naar het verpleeghuis moeten. Er voltrekt zich een ongekend sociaal drama in Nederland. De bestaanszekerheid is gesloopt en Nederland is het zat. Miljoenen Nederlanders zijn het beu om zo slecht te worden behandeld omdat er een politieke meerderheid is die alles aan het weggeven is. Een onbezorgde toegang tot huizen, zorg, inkomen, uitkeringen en volle koelkasten wordt wel goed geregeld voor asielzoekers, maar Nederlanders worden keihard in de steek gelaten.
Zij worden ook in de steek gelaten door links Nederland, juist door links Nederland. Links Nederland wil half Afrika binnenlaten en de burger laten opdraaien voor hun klimaatwaanzin. Maar ze zorgen wel goed voor zichzelf, zoals de nieuwe lijsttrekker van GroenLinks, de heer Timmermans. Hij vroeg zich vorige week op televisie af waarom mensen toch zo somber en chagrijnig zijn. Zelf is hij dat namelijk helemaal niet, met een dikke wachtgeldregeling die is gebaseerd op een salaris van drie ton en een luxe miljoenenvilla in Maastricht. Het zijn nepsocialisten. Dat moet anders in dit land. Gewone mannen en vrouwen, de gezinnen van Nederland, moeten weer op één komen te staan. Dat begint met voldoende geld in hun portemonnee, zodat ze hun bestaanszekerheid weer terugkrijgen.
Dan heb ik het niet over de trukendoos van Rutte en Kaag. Eerst pakken ze volgend jaar de mensen 9 miljard euro af. Dat doet u, meneer Rutte. U pakt ze 9 miljard euro af door vanaf 1 januari het prijsplafond en de energietoeslag te stoppen, de zorgtoeslag te verlagen en de accijns op brandstof weer te verhogen. Daarna geeft u de mensen 2 miljard aan koopkracht terug. Hoe gek denkt u dat Nederlanders zijn? Meneer de minister-president, hoe legt u de mensen thuis uit dat u volgend jaar ruim 7 miljard euro uitgeeft aan asiel en migratie, en maar 2 miljard aan koopkracht? Wat zijn dat voor keuzes? Wat zijn dat voor waardeloze prioriteiten? Draai dat om: meer voor onze eigen mensen en minder voor asiel en migratie.
Wij doen dat wel. Wij komen met een reddingsplan voor Nederland. We breken de foute keuzes van Kaag en Rutte af. We stoppen met dat klimaat- en stikstofbeleid en besparen daar alleen al 70 miljard euro mee. We stoppen met ontwikkelingshulp, met de publieke omroep, met subsidies en expatregelingen. We voeren een asielstop in. We verhogen de bankenbelasting. Het kan allemaal, als je maar de goede keuzes durft te maken. Die keuzes maken wij. Wij geven dat geld terug aan de Nederlanders, zodat de energierekening, de boodschappen, de benzine en de huren voor gewone mensen weer betaalbaar worden. Wij kunnen dan investeren in de samenleving, de politie, het onderwijs en de zorg. We bouwen weer op wat Rutte en Kaag hebben afgebroken. Dat is het Nederland waarin ik wil wonen. Een land dat kiest voor beschaving en dus voor zijn eigen bevolking. Een land dat investeert in Nederlanders. Een land dat zijn eigen mensen weer het allerbelangrijkste vindt en die op één zet. Dat is de inzet van de PVV in de komende jaren.
De voorzitter:
Bent u aan het einde van uw betoog? Ik doe even een check.
De heer Wilders (PVV):
Aan het einde van ...?
De voorzitter:
Uw betoog.
De heer Wilders (PVV):
Neenee. Ik ben net begonnen, voorzitter.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik weet niet waar de heer Wilders nog allemaal verder voor warmdraait, maar we gaan het met interesse beluisteren. Ik heb nu wel een poosje zitten luisteren. Eerlijk gezegd houd ik wel van het lied Langs het tuinpad van mijn vader. Dat is een mooi lied en geeft een nostalgisch beeld. Prachtig. Maar dit is wel een heel bittere variant met eerlijk gezegd een auto zonder achteruitkijkspiegels. Als ik de heer Wilders hoor over armoede en over wat dit kabinet doet, mis ik de reflectie op de afgelopen jaren compleet. Ik heb toch maar even de cijfers gepakt. In 2012 leefde een op de tien kinderen in armoede. Als de plannen van dit kabinet doorgaan, wordt dat komend jaar een op de vijf. Natuurlijk willen we allemaal dat geen enkel kind in armoede opgroeit. Maar doe niet alsof het beleid van de heer Wilders iedereen in een soort zevende hemel brengt. Wees eerlijk en zet je in voor concrete oplossingen in plaats van dit gefulmineer. Daarmee doe je alleen maar alsof alle anderen stom zijn en Geert Wilders het slimste jongetje van de klas is.
De heer Wilders (PVV):
Dat zijn uw woorden, niet de mijne. Het zijn wel mooie woorden.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik probeer het vriendelijk te houden, meneer Wilders.
De heer Wilders (PVV):
Wat zegt u?
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik probeer het vriendelijk te houden. Dat lijkt me een goede gewoonte in dit debat.
De heer Wilders (PVV):
Gaat u vooral zo door. Kijk, de koopkracht is ver onder de maat. Kijkt u maar naar de laatste twee jaar. Vorig jaar gingen alle huishoudens in Nederland er meer dan 1% op achteruit. Ik heb het dan over de koopkrachtcijfers. Die zeggen niet alles, maar toch. Nu gaan ze er in de mediaan 1,8% op vooruit. In totaal krijgen alle huishoudens dus 0,7%. Je ziet in de nominale getallen bij de armoedecijfers dat het aantal mensen in armoede — 840.000 of 850.000, hoeveel zijn het er? — ondanks dat pakket zelfs nog stijgt. Mensen die gewoon hard werken voor hun geld, de middeninkomens, kunnen vaak geen kant meer op en weten niet waar ze alle vaste lasten van moeten betalen. Ik zeg u dus dat u perverse keuzes heeft gemaakt. Als ChristenUnie heeft u ingestemd met 70 miljard euro aan klimaat en stikstof. Het doet me nog pijn als ik dat uitspreek. Dat bedrag heeft u daarvoor betaald. U heeft geweigerd de grenzen te sluiten, wat ook nog een keer 24 miljard euro per jaar kost. Dat is bij elkaar bijna 100 miljard. Dat hadden we kunnen uitgeven aan de Nederlanders. Kom nu dus niet aan met "het is allemaal ietsjes beter geworden". U heeft gefaald. U heeft op alle gebieden gefaald. Ik bedoel het vriendelijk, maar dat is wel de waarheid.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik vind het heel fijn om te noteren dat de heer Wilders gaat proberen om dat vriendelijk te wisselen. Dat is voor mij al de winst van dit debat en van een nieuwe cultuur. Het eerste deel van zijn bijdrage zou ik anders opschrijven. Maar goed, ik zit duidelijk niet bij de PVV.
Even terug naar wat de heer Wilders zegt. Hij suggereert dat alles maakbaar is, dat dit land als het ware met een schaartje los te knippen is en dat we dan alles lekker perfect kunnen gaan regelen. Aan iedereen thuis die hard werkt en een gewone boterham wil verdienen: ik sta naast die mensen, ik wil voor ze opkomen en ik doe vandaag concrete voorstellen, bijvoorbeeld om het buskaartje betaalbaar te houden. Laten we eerlijk zijn. Er is net al het nodige gewisseld over de oorlog in Oekraïne. Die heeft gevolgen voor Nederland. Klimaatverandering betekent dat mensen zullen vluchten. Als je ergens geen oogst hebt, wat doe je dan? Dan vlucht je. We kunnen van alles vinden van hoe je daarmee omgaat. Maar dat ontkennen, alsof je Nederland met een schaartje kunt losknippen, dat is pas de mensen een poets bakken. Ik hoop eigenlijk dat de heer Wilders zelf ook inziet dat, als je op deze weg doorgaat, de plannen fantastisch klinken maar de oplossingen 0,0036% effect hebben.
De heer Wilders (PVV):
Als iemand mensen een poets bakt, is het de mevrouw van de ChristenUnie wel. Kijk naar het stikstofbeleid. Er gaat 30 of 40 miljard naar stikstofbeleid. We zagen vorige week in een rapport van de Universiteit van Amsterdam dat 90% van de stikstof van de zogenaamde piekbelasters ergens in de hogere luchtsferen terechtkomt en helemaal niet in de buurt komt van de boerderijen, laat staan van de natuurgebieden. Waar uw beleid jarenlang op is gebaseerd, is totale onzin. De ChristenUnie heeft de boeren van Nederland om zeep geholpen. Het klopt gewoon niet.
Voorzitter. Een ander voorbeeld. Op Schiermonnikoog meldden ze vol trots dat ze 40% van de koeien hadden afgestoten, of geslacht. Weet ik veel wat ze ermee hadden gedaan. Het waren er 40% minder. Het gevolg? Het ammoniakniveau was niet gedaald, maar gestegen. U houdt met uw beleid mensen verschrikkelijk voor de gek. De boeren gaan helemaal voor niets kapot. Daar gaat u miljarden aan besteden. Nogmaals, Nederland is verantwoordelijk voor nog niet eens een paar procent van de CO2-uitstoot. U geeft daar tientallen miljarden aan uit, terwijl dat gewoon weggegooid geld is. Ik denk dat er heel veel mensen in Nederland zijn die zich zorgen maken en die vinden dat je dit op een verstandige manier moet doen, als je het al wilt doen, maar dat je het geld vooral aan de Nederlanders moet geven. Nederlanders hebben grote problemen vandaag de dag. Eerst waren het de minima — die zijn het helaas nog steeds — maar het zijn ook de ouderen. Niemand heeft het over de ouderen, die van alle kanten worden gepakt. Ook veel werkenden, de modale inkomens, trekken het gewoon niet meer. Daar moet ons geld naartoe en niet naar die gekkigheid van u.
Voorzitter, ik hou van Nederland. Om ons land er weer bovenop te helpen, hebben we forse veranderingen nodig. Met een paar wijzigingetjes of een paar tientjes eraf of erbij redden we het niet. Het gaat om fundamenteel andere keuzes. Het is nu pompen of verzuipen. Deze verkiezingen moeten niet uitmonden in gerommel in de marge of in het doen van valse beloftes. We moeten zorgen dat er wat verandert, zodat Nederland weer een prachtig land wordt. Daar wil de PVV graag aan meewerken. Wij willen onze mensen niet opzadelen met vliegtaksen en andere gekkigheid. Wij vinden gewoon dat Nederland terug moet worden gegeven aan de Nederlander. 22 november moet de dag worden waarop we ons land terugveroveren. Tegen iedereen die nu naar de televisie kijkt, zeg ik: 22 november is de dag dat u uw land kan terugveroveren. Dit is de dag waarop u weer de baas kan worden over uw eigen land. 22 november is de dag waarop wij met z'n allen kunnen beginnen aan de wederopbouw van Nederland. De dag waarop we onze toekomst en die van onze kinderen kunnen veiligstellen. Mevrouw de voorzitter, het zal u niet verbazen dat mijn partij, de PVV, daar klaar voor is. Ik ben daar klaar voor. Nederland is er klaar voor. Ik zeg tegen de mensen thuis: doe mee met de PVV.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Wilders. Dan geef ik het woord aan mevrouw Hermans van de VVD.
Mevrouw Hermans (VVD):
Voorzitter, dank u wel. Het zijn bijzondere Algemene Politieke Beschouwingen, met in vak-K een demissionair kabinet en in de zaal veel collega's die zich niet verkiesbaar hebben gesteld en die na de verkiezingen niet meer teugkomen. Via u, voorzitter, zeg ik tegen al die collega's: heel veel dank voor al uw werk in de afgelopen jaren en heel veel dank voor de goede samenwerking.
Over twee maanden zijn er verkiezingen. Bij die verkiezingen zien we heel veel nieuwe partijleiders; heel veel nieuwe gezichten die oplossingen presenteren voor de problemen die er zijn in Nederland. Partijleiders die plannen gaan neerleggen voor hoe zij de toekomst van Nederland zien. Met die nieuwe partijleiders begint er een nieuw politiek hoofdstuk.
Dat dat nieuwe hoofdstuk gaat beginnen, vind ik goed. Een nieuw hoofdstuk ook waarin we hopelijk weer politiek gaan bedrijven zoals die bedoeld is en waarin we bezig zijn met het oplossen, het fiksen van de problemen in het land, in plaats van met de gedoetjes hier in Den Haag. Hoe mooi zou het zijn als we allemaal oprecht naar elkaar luisteren, uitgaand van de goede intenties van de ander, niet vastzittend in ons eigen gelijk en openstaand voor verandering, en vanuit die houding inhoudelijk het debat met elkaar aangaan? Een inhoudelijk debat, gericht op het fiksen van problemen. Laat dat de stijl en de inzet zijn van het nieuwe hoofdstuk, en ook die van het debat hier, vandaag en morgen. De tijd is rijp.
De voorzitter:
Dat roept al heel veel vragen op. De heer Klaver was het eerst.
De heer Klaver (GroenLinks):
Bemoedigende eerste woorden. Ik ben blij dat het debat na een uurtje verkiezingsretoriek nu echt kan beginnen. De vraag is wat we deze dagen echt gaan betekenen voor de mensen in Nederland. Daar heb ik een vraag over. Ik heb gelezen dat de VVD ook het minimumloon zou willen verhogen. Samen met collega Bikker hebben wij het voorstel gedaan om daar volgend jaar de eerste stap voor te zetten. Ziet mevrouw Hermans ruimte om op dit punt samen te werken?
Mevrouw Hermans (VVD):
Wij hebben in ons verkiezingsprogramma staan dat wij het minimumloon willen verhogen. De Algemene Politieke Beschouwingen, deze twee dagen, gaan over het jaar 2024. Wat kunnen we doen? Wat stelt het kabinet voor en wat kunnen wij als Kamer misschien nog extra doen voor 2024? Als ik kijk naar de voorstellen van het demissionaire kabinet die er liggen, dan zie ik een pakket van 2 miljard euro om de mensen met de laagste inkomens gericht te helpen, om te voorkomen dat zij door het ijs zakken. Dat vind ik goed. Ik vind het ook verstandig en ik vind het goed dat die voorstellen er liggen. De VVD-fractie steunt die ook. Maar ik vind wel dat we daarmee eigenlijk vergeten dat er nog een hele grote groep mensen in Nederland is die het ook zwaar heeft. De heer Wilders refereerde daar ook al aan: een op de vijf mensen maakt zich op dit moment zorgen of hij aan het einde van de maand de rekeningen nog kan betalen. Dat zijn die mensen met die hele normale middeninkomens waar we het vaak over hebben hier. De heer Klaver vraagt mij nu of we nog wat extra's kunnen doen in 2024 om mensen die het zwaar hebben in Nederland te helpen. Ik vind dat we dan, naast wat het kabinet nu doet voor de laagste inkomens — nogmaals, dat steun ik — moeten kiezen voor deze groep.
De heer Klaver (GroenLinks):
Dat is heel goed. Ik denk dat we daar ook een aantal stappen moeten zetten. Het verhogen van het minimumloon werkt trouwens ook voor deze groepen gelijk door. Daarom stellen wij dat ook voor. Mijn concrete vraag ging over het minimumloon. Vertrouwen gaat de komende maanden een belangrijk onderwerp zijn in de verkiezingen. Volgens mij is er maar één manier waarop je dat vertrouwen terugkrijgt, namelijk niet door erover te praten, maar door te laten zien dat wij leveren hier in Den Haag. Ik heb een heel concreet voorstel. Iedereen heeft het over het verhogen van het minimumloon. Sommigen willen het naar €18 hebben, sommigen naar €16. De verschillen zijn groot, maar volgend jaar zo'n eerste stap zetten helpt eigenlijk iedereen in de samenleving, van de allerarmste mensen tot de middenklasse. Bent u bereid om daarvoor dezer dagen de stappen te zetten en te zoeken naar wat nou de beste stap is? Wij hebben een voorstel gedaan en daarover willen wij echt wel praten. Bent u daartoe bereid?
Mevrouw Hermans (VVD):
Laten we niet vergeten dat het minimumloon begin dit jaar gestegen is met 10%; ik rond het even af. Afgelopen juli is daar nog eens 3% bij gekomen. Dat is heel goed en heel terecht, want er moest echt een stap gezet worden in dat minimumloon om werken lonender te maken en te stimuleren. Als u mij vraagt wat ik volgend jaar extra zou willen doen en waar ik zie dat er iets moet gebeuren, is mijn antwoord als volgt. Mijn eerste keuze is dan niet om te zeggen: ik ga in 2024 het minimumloon nog een extra stap verhogen. Want ik vind dat we iets moeten doen wat meer gericht is op die middengroepen. Vind ik daarmee dat we niks moeten doen of dat er niks mogelijk zou moeten zijn om voor die laagste inkomens ook iets te doen? Daarop zeg ik geen nee. Alleen, mijn voorkeursroute is nu absoluut niet om ook nog een stap te zetten in het minimumloon.
De voorzitter:
Tot slot.
De heer Klaver (GroenLinks):
Tot slot, voorzitter. Ik zie hier toch ergens ruimte. Volgens mij is dat goed. Ik zie hier ruimte ontstaan om ervoor te zorgen dat wij vanuit de Kamer met een begrotingsakkoord komen dat echt een aanvulling is op wat het kabinet heeft gedaan. Ik wil hier ook zeggen dat ik het pakket dat er ligt snap; het is een demissionair kabinet, dus de Kamer was te klein geweest als er meer was gebeurd. Maar de Kamer is nu wel aan zet om dat op te plussen. Ik ben bereid bent om te kijken naar uw voorstellen, maar ik hoor ook dat u bereid bent om te kijken naar de voorstellen die wij met de ChristenUnie hebben gedaan en dat het minimumloon misschien niet het eerste is waar u aan denkt, maar dat u wel bereid bent om daarover te praten in de komende dagen. Als ik u zo mag verstaan, denk ik dat we hele vruchtbare Politieke Beschouwingen kunnen krijgen.
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik begon niet voor niks met het nieuwe politiek hoofdstuk. Daar hoort een nieuwe manier van politiek bedrijven bij die voor mij cruciaal is, namelijk dat je luistert naar elkaar en dat je uitgaat van goede intenties. Ik luister naar waarom u oprecht bezorgd bent en denkt dat het via de route van het minimumloon moet. Ik zeg: wacht even. Ik zie echt dat er iets moet gebeuren zodat die laagste inkomens niet door het ijs zakken. Dat 2 miljardpakket doet daarin gelukkig heel goed werk, maar ik zie ook dat we met die keuze een hele grote groep mensen vergeten. Ik wil voorkomen dat wij hen in de kou laten staan en dat zij door het ijs dreigen te zakken. Maar ik ben pas de tweede spreker, dus er komen er nog heel veel. Ik durf even niet te zeggen hoeveel nog. Nog 20? Nog 21? Ik ben even de tel kwijt. Excuses daarvoor.
De voorzitter:
We hebben vandaag negentien sprekers. U bent de tweede.
Mevrouw Hermans (VVD):
Ah. ... Er komen nog heel veel sprekers en nog heel veel voorstellen. Maar ik ben het met u eens: het kabinet heeft iets neergelegd en het moet nu in het debat hier in de Kamer gebeuren. Ik zal verderop in mijn bijdrage wel een aantal dingen noemen die voor ons belangrijk zijn in hoe wij straks de afweging maken of wij hier met 150 mensen tot een aantal maatregelen kunnen komen. Daarmee kunnen we voor al die mensen in Nederland, niet alleen die laagste inkomens maar ook die hele normale middeninkomens, iets doen om dat beklemmende gevoel dat zij aan het einde van de maand hebben, namelijk "kan ik al mijn rekeningen nog betalen?", wat minder te maken.
Mevrouw Marijnissen (SP):
De Kamer nam inderdaad vlak voordat wij met zomerreces gingen — eigenlijk was het al zomerreces — een motie aan van de SP en BBB die stelde dat het kabinet in ieder geval ervoor moet zorgen dat de armoede niet verder stijgt. Het is goed dat dat pakket er ligt, zeer zeker. Dat wil ik zeker zeggen vandaag. Maar wat zien we nu? Nog steeds ruim 800.000 mensen in armoede in Nederland. Wat vindt mevrouw Hermans daarvan?
Mevrouw Hermans (VVD):
De ambitie van dit kabinet, waar mijn partij onderdeel van was en demissionair nog steeds is, was inderdaad armoede terugbrengen. Ik vind dat ook goed. Ik wil dat je aan het einde van de maand het gevoel hebt: oké, ik kan de eindjes aan elkaar knopen en ik ben niet in paniek over een energierekening die mogelijk nog volgt, over toenemende kinderopvangkosten, de boodschappen, de benzineprijs en noem maar op. Ik vind het goed dat daarvan werk wordt gemaakt. Ik vind het ook goed dat het demissionaire kabinet nu een pakket neerlegt om de kinderarmoede, die zou stijgen als dat pakket er niet was geweest, naar beneden te brengen en de armoede in elk geval niet verder op te laten lopen. Nu komt het er in de komende twee dagen op aan: lukt het ons om samen een aantal afspraken te maken om daar mogelijk nog iets aan te doen? Ik zeg daarbij dat het voor mij van groot belang is dat we ook kijken naar de groep die nu niet bereikt wordt met het pakket van het kabinet, maar wel zorgen heeft over de betaalbaarheid van het leven.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Ik vroeg natuurlijk: wat vindt mevrouw Hermans van 800.000 mensen in Nederland in armoede? Het Rode Kruis zegt dat er in Nederland 400.000 mensen voedselhulp nodig hebben. In Nederland! U kunt er ook voor kiezen om iets te doen aan de energierekening, maar u laat het energieplafond los en de energietoeslag gaat weg. U kunt wat doen aan de hoge kosten die mensen hebben voor zorg, door het eigen risico af te schaffen. Dat zie ik niet terug. U kunt van alles doen om ervoor te zorgen dat de kosten voor mensen omlaaggaan. Denk aan het schrappen van de btw op het openbaar vervoer of op de boodschappen, zodat boodschappen weer betaalbaar worden. Nogmaals mijn vraag aan mevrouw Hermans: wat vindt zij van 800.000 mensen in armoede in Nederland in een tijd waarin er enorm veel winst wordt gemaakt door grote bedrijven? Vorig jaar was die winst 327 miljard euro en het blijft maar stijgen. Wat is er volgens mevrouw Hermans vandaag of morgen nog mogelijk om daar wat aan te doen? Wat is er dan nog mogelijk volgens mevrouw Hermans om daar vandaag of morgen wat aan te doen?
Mevrouw Hermans (VVD):
Mensen in armoede, dat wil ik niet. Dat wil niemand. Dus wij werken aan wat we kunnen doen om dat te voorkomen. We moeten ook eerlijk zijn: niet alles is van vandaag op morgen op te lossen. En niet al het extra geld, niet alle extra regelingen en extra kortingen vanuit hier bereiken direct die mensen. Laat me een voorbeeld noemen. In een grote stad als Rotterdam is een heel aantal regelingen gericht op mensen met de laagste inkomens die in armoede zitten. Die zijn juist bedoeld om hen te helpen en te ondersteunen en ervoor te zorgen dat ze meer meedoen en betrokken worden in de samenleving. Het gebruik van die regelingen ligt onder de 50%. Dus laten we ook alstublieft daarop inzetten. Ik nam nu Rotterdam als voorbeeld, maar het geldt op veel meer plekken in Nederland. Laten we erop inzetten dat mensen de regelingen die er zijn ook echt weten te vinden. Daarmee doe ik geen afbreuk aan het probleem, maar wil ik wel zeggen dat er meer dingen te doen en te bedenken zijn om deze mensen te helpen.
De voorzitter:
Tot slot.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Mevrouw Hermans zegt nu dat er mensen zijn die de regelingen niet weten te vinden, maar ik pleit ook niet voor meer regelingen. Sterker nog, het is een grof schandaal dat al die regelingen nodig zijn, dat al die pleisters nodig zijn, dat al die toeslagen in Nederland nodig zijn. Waarom verdienen werkende mensen zo weinig dat ze niet rond kunnen komen en dat er zo massaal toeslagen nodig zijn? Natuurlijk, dat is het fundamentele debat dat we moeten voeren. Ik hoop en ik wil dat dit na 22 november gaat veranderen. We kunnen wat doen. We kunnen nu een eerste stap zetten door bijvoorbeeld het minimumloon te verhogen. Maar ik vraag concreet aan u — ik heb het twee keer gevraagd en ik concludeer dat u niks zegt — wat u gaat doen aan 800.000 mensen in armoede in Nederland. Wat gaat u doen aan 400.000 mensen die voedselhulp nodig hebben in Nederland? Of zegt u gewoon — dat concludeer ik — "dit is wat het is en naar die 800.000 mensen kijkt de VVD de komende periode in ieder geval niet meer om"?
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik luister naar de vraag van mevrouw Marijnissen. Dan moet zij ook luisteren naar het antwoord dat ik geef, ook aan de heer Klaver. Ik heb namelijk gezegd dat ik alles wil doen om mensen in armoede daaruit te halen of daarbij te helpen. Ik vind dat het demissionaire kabinet een goed pakket heeft neergelegd om de mensen met die laagste inkomens te helpen. Dat steun ik dus ook. Ik vind ook dat wij het fundamentele debat moeten voeren over de vraag: hoe hebben wij onze belastingen, kortingen, algemene heffingskorting en noem het allemaal maar op precies ingericht? Loont het als je werkt of als je meer uren gaat werken en hoe werkt het minimumloon daar precies op in? Moet dat nog verder verhoogd? Ja, zeggen wij in ons verkiezingsprogramma. Maar dit vergt wel een fundamenteel debat en een aantal fundamentele keuzes, ook in hoe je dat gaat betalen. Ik vind dat we dat niet nu even vandaag en morgen hapsnap moeten doen. Ik vind wel dat we goed met elkaar moeten bekijken wat je nou voor 2024 nog kunt doen. Daar sta ik voor open en daar ben ik toe bereid. Maar daar zeg ik wel het volgende bij. Naast wat we doen voor de laagste inkomens, vinden wij dat er ook iets moet gebeuren voor die hele grote groep mensen in Nederland die dat hele normale inkomen verdient en aan het einde van de maand denkt: moet ik interen op mijn spaargeld, moet ik gaan bezuinigen, krijg ik het nog wel rond?
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter, u begon met tegen vak-K te zeggen "dank voor uw laatste Algemene Beschouwingen", maar laten we even wel zijn: als de volgende formatie net zo lang duurt als de vorige, dan zitten ze er volgend jaar allemaal gewoon nog. Dat is ook waarom mijn fractie heeft gezegd: wij zijn heel erg bang voor stilstand. We vinden dat deze Kamer het werk moet doorzetten de komende tijd en dat we niet allemaal dingen taboe moeten verklaren en moeten blokkeren. Dat noemen we hier "controversieel verklaren". Liberalen weten dat je mensen zo veel mogelijk vrij wil laten, maar dat sommige mensen de overheid nodig hebben. Daarom heb ik een vraag voor mevrouw Hermans. Waarom wilde de VVD al het gehandicaptenbeleid blokkeren?
Mevrouw Hermans (VVD):
Als een kabinet de conclusie trekt dat het niet meer lukt om bij een groot probleem in Nederland tot een oplossing te komen en daarmee zegt "wij stoppen, wij gaan naar de kiezer en gaan demissionair verder", dan is het goed gebruik dat wij hier in de Tweede Kamer met elkaar bekijken over welke wetten en voorstellen we nog wel met elkaar in debat gaan en over welke niet. Die afweging is in de verschillende procedurevergaderingen zorgvuldig gemaakt. Daarbij kijk je ook naar wat een kleinere minderheid wil: drukken we niet zomaar met een meerderheid iets met elkaar door? Daar zijn afwegingen over gemaakt in de procedurevergadering Volksgezondheid. Ik neem aan dat dit gaat over voorstellen waar echt iets fundamenteels onder ligt en waarover we zeggen dat je die beter kunt doen na de verkiezingen op 22 november. Dat neemt niet weg dat ook alles wat op het gebied van de volksgezondheid moet gebeuren en kan gebeuren, in de komende periode door moet gaan.
De heer Paternotte (D66):
Mevrouw Hermans heeft zeven van haar Kamerleden naar die vergadering gestuurd om daar te zeggen dat het gehandicaptenbeleid niet door mag en controversieel verklaard moet worden. Het ging bijvoorbeeld om een plan van nota bene minister Helder, die zegt dat gehandicapten voor een herindicatie niet elk jaar opnieuw hoeven te bewijzen dat ze gehandicapt zijn. Het ging bijvoorbeeld om het verplicht toegankelijk maken van openbare gebouwen voor gehandicapten. Ik noem maar even twee voorbeelden. Waarom moest dat van de VVD op stil? Waarom moest dat geblokkeerd worden?
Mevrouw Hermans (VVD):
We kunnen nu procedurevergadering voor procedurevergadering langslopen en nagaan welk voorstel al dan niet om welke reden controversieel is verklaard. Dat kúnnen we doen, maar in mijn inleiding had ik het ook over dat punt: laten we hier niet al onze procedures en spelletjes gaan uitlichten. Maar ik ga u antwoord geven op uw vraag. De herindicatie van mensen met een handicap, zeker kinderen met een handicap, die daar onder de jeugdzorg mee te maken hebben, vind ik een serieus probleem. Sterker nog, toen de voorzitter en ik — ik kijk even naar haar — nog woordvoerder Zorg waren, hebben wij hier heel vaak samen vragen over gesteld en daar een aantal voorstellen voor gedaan. Ik vind ook het gehandicaptenvervoer een ongelofelijk belangrijke voorziening in Nederland, die er juist voor zorgt dat mensen met een beperking naar school, naar lichte vormen van werk, naar een dagbesteding of waarheen dan ook kunnen gaan, zodat zij op hun manier en naar hun vermogen een bijdrage kunnen leveren en mee kunnen doen aan deze samenleving omdat dat zo belangrijk is. Wat wij nu ook zeggen, is dat wij sommige voorstellen zo fundamenteel en cruciaal vinden dat een nieuwe Kamer, in een nieuwe samenstelling, daarover moet besluiten. Dat kan ook een afweging zijn, maar dat doet niets af aan het belang van het onderwerp.
De voorzitter:
Tot slot, de heer Paternotte.
De heer Paternotte (D66):
Ik vind dat echt geen begin van een antwoord. Je stuurt zeven van je Kamerleden op pad om hen te laten zeggen dat hier niet meer over gepraat mag worden, dat dit werk op de ministeries compleet moet komen stil te liggen. U zegt "ja, we kunnen alle procedurevergaderingen aflopen", maar het gaat om heel veel gehandicapte Nederlanders. Voor hen is het ontzettend belangrijk dat wij ervoor zorgen dat zij niet elk jaar opnieuw hoeven te bewijzen dat ze hebben wat ze hebben. Er ligt een desbetreffende wet voor, maar die zou van de VVD niet door mogen. Ik vind dat echt niet goed. En ik vind het ook tekenend voor een cultuur waarin je eigenlijk geen argumentatie hoeft te geven voor stilstand dat mevrouw Hermans daar geen antwoord op heeft. Ik zou het haar toch nog willen vragen: om welke reden mag dat nou van de VVD niet door?
Mevrouw Hermans (VVD):
Wij gaan op 22 november naar de stembus. De heer Paternotte heeft gelijk: dat betekent niet dat problemen stilstaan of dat het land in die periode niet verdergaat. Sterker nog, het beklemmende gevoel, waar ik het in het begin over had en dat de middengroepen nu hebben — kan ik aan het eind van de maand mijn rekeningen nog wel betalen? — gaat niet op pauze tot 22 november. Poetin houdt zijn leger, zijn spionnen en zijn hackers niet werkeloos in het Kremlin tot 22 november. En een mensensmokkelaar laat zijn bootje niet ergens voor de kust van Afrika liggen totdat hier de formatie gestart is. Die problemen gaan allemaal door en die problemen moeten we fiksen.
De voorzitter:
Sst, mevrouw Hermans is aan het woord.
Mevrouw Hermans (VVD):
En die problemen moeten we fixen. Hetzelfde geldt voor een aantal grote vragen in de zorg en de sociale zekerheid. En de financiën: hoe hebben we ons belastingstelsel ingericht, zodat werken loont? Maar er is ook een aantal vragen dat dermate fundamenteel van aard is dat wij het logisch en democratisch vinden dat we daarover op 22 november eerst de kiezer laten spreken.
De heer Eerdmans (JA21):
Minister Adriaansens zei volgens mij op 19 augustus in aanloop naar Prinsjesdag: het kabinet zal inderdaad voor de keuze komen te staan om te bezuinigen of de lasten te verzwaren. Zij zei: het heeft zeker niet mijn voorkeur om de lasten nog meer te gaan verzwaren. In de Miljoenennota lezen we toch weer — ik heb het goed gelezen — 1,5 miljard extra belasting voor de werkende mensen in Nederland. Het tarief in de eerste schijf gaat omhoog en de mkb-lasten gaan wéér stijgen. Kortom, die lasten gaan wél weer omhoog. Het is een groep die miljoenen mensen telt. Het is niet even een groep van onder de miljoen. Veel mensen zuchten nu al onder de lasten die zij hebben, maar daar komt dus nog meer bij. Wat vindt de VVD daarvan?
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik kan het niet méér eens zijn met demissionair minister van Economische Zaken mevrouw Adriaansens dat het verhogen van de lasten absoluut niet onze voorkeur heeft. Sterker nog, dat willen wij niet. Wat we nu zien bij de Miljoenennota die gepresenteerd is door dit demissionaire kabinet, is dat er met de maatregelen die genomen worden, ook met het 2 miljardpakket, een koopkrachtbeeld — om maar even dat lelijke woord te gebruiken — ligt waarin iedereen er een beetje op vooruitgaat. En ja, dat zouden we natuurlijk allemaal altijd heel graag meer willen, maar ook voor werkende Nederlanders — gelukkig ook voor werkende Nederlanders, want ik ben het met de heer Eerdmans eens dat die het de afgelopen jaren zwaar hebben gehad; het probleem is hiermee ook niet opgelost — is er dus een plus volgend jaar. Dat vind ik hetgeen we vandaag en morgen moeten verdedigen en waarvoor we moeten kijken of we dat nog verder kunnen verbeteren met voorstellen naar volgend jaar.
De heer Eerdmans (JA21):
Dat laatste lijkt me een betere focus, want niet alleen JA21, maar ook heel veel mensen uit het bedrijfsleven, zoals Jacco Vonhof van MKB-Nederland en VNO, zeggen juist: de lasten worden te zwaar. Die groep is vergeten. Die groep heeft geen regelingen. Die groep heeft geen toeslagen om het einde van de maand mee te halen. Die zien hun inkomen relatief dalen, omdat de inflatie blijft stijgen. Het gaat om de benzinepomp. Het zijn de boodschappen. Op alle fronten lopen zij in de min. Ik vind het eigenlijk onbegrijpelijk dat de VVD wel met veel aplomb akkoord heeft gegeven op de reparatie aan de onderkant — en dat is ook nodig — maar waar blijft die reparatie aan de bovenkant?
Mevrouw Hermans (VVD):
Dat was het begin van mijn bijdrage en ook mijn reactie op de vraag van de heer Klaver. De VVD vindt het goed en verstandig dat dit demissionaire kabinet een pakket neerlegt om de laagste inkomens gericht te ondersteunen om te voorkomen dat zij door het ijs zakken. Maar ik zeg er ook bij dat voor de VVD daarmee wel een groep vergeten wordt, een groep die we vaak vergeten en waarbij ook vaak de rekening is neergelegd in de afgelopen jaren. Dat is de groep werkende Nederlanders. Dat is de groep met het hele normale inkomen: de verpleegkundigen, de onderwijzers, al die mensen die in ons midden- en kleinbedrijf werken. Daarom zeggen wij ook in het debat vandaag en morgen: als we met elkaar kijken of er nog wat mogelijk is voor 2024, dan moeten we ook oog hebben voor die groep en moeten we ook voor die groep iets kunnen doen.
De voorzitter:
Tot slot, de heer Eerdmans.
De heer Eerdmans (JA21):
Ja, tot slot. Dit punt raakt natuurlijk ook aan de betrouwbaarheid. Schiphol mocht niet krimpen en moest uitbreiden, maar er is toch een krimpbesluit genomen door minister Harbers. We zouden grip gaan krijgen op het asiel- en migratieprobleem, maar helaas zien we dat er door de staatssecretaris van de VVD een dwangwet wordt ingevoerd. En nu weer deze lastendiscussie. Hoe betrouwbaar is de VVD als zij de hele tijd a blijft zeggen, maar weigert om b te doen?
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik maak hier duidelijk wat de inzet van de VVD-fractie is voor de Algemene Politieke Beschouwingen, voor het jaar 2024, en voor Nederland. Ik zeg daar heel duidelijk bij dat als we nog iets extra's gaan doen, dat voor ons betekent: dat kan niet alleen voor de laagste inkomens zijn. We moeten ook kijken naar de mensen met middeninkomens, de hardwerkende Nederlanders. Dan komt het ook aan op: hoe gaan we dat betalen? Ik ga daar zo meteen in mijn betoog verder op in. Want de lasten verzwaren bij ondernemers komt rechtstreeks weer bij ons terug. Dat is niet de route die wij vinden dat we moeten gaan.
De heer Van Baarle (DENK):
We hebben meer dan 800.000 mensen in Nederland onder de armoedegrens en meer dan 100.000 mensen die afhankelijk zijn van de voedselbank voor hun voedsel, en ik hoor mevrouw Hermans van de VVD net zeggen: ik ben er tevreden mee dat het kabinet een pakket aan maatregelen presenteert waardoor de armoede niet toeneemt in Nederland. Als we naar de Macro Economische Verkenning van het Centraal Planbureau kijken — dat is voor de VVD misschien een detail — neemt de armoede wel degelijk toe. 5.000 extra mensen komen onder de armoedegrens terecht met het beleid van dit kabinet. Dat lijkt voor de VVD misschien klein, maar dat zijn 5.000 mensen die onvoldoende geld hebben om mee te doen in de samenleving. Mevrouw Hermans zei net: ik zeg geen nee tegen extra dingen. Maar ik zou mevrouw Hermans echt willen uitdagen om uit te spreken dat het gewoon volstrekt onvoldoende is wat we nu doen, omdat de armoede dus wel degelijk gaat toenemen. Is mevrouw Hermans dus bereid om namens de VVD uit te spreken dat er financieel wat bij moet voor de kwetsbaarste groep Nederlanders?
Mevrouw Hermans (VVD):
Elk gezin in armoede is een gezin te veel. Dat vinden wij ook, en we willen alles doen om te kijken hoe je dat kan voorkomen, en om mensen die erin zitten, daaruit te halen. Ik zei ook al: dan kunnen we ook naar andere manieren kijken dan alleen maar extra geld nu. Het zit 'm ook in de regelingen die er al zijn; hoe zorgen we dat die mensen die regelingen ook leren kennen, dat ze daar ook bij terechtkomen? Ook dat is niet voldoende, het is en-en-en. Wat ik hier zeg, waar ik mee ben begonnen en waar ik zo ook nog verder op inga in mijn betoog, is dat ik vind dat, als wij met elkaar gaan kijken of er nog iets extra's moet gebeuren voor het komende jaar, voor 2024, het dan niet zo kan zijn dat we alleen naar die laagste inkomens kijken. Dan moeten we ook kijken naar die middeninkomens, die nu niet geraakt worden door het pakket van het kabinet, of maar beperkt. Ik vind dat dat meer moet, en dat zal de inzet van mij, de VVD, deze twee dagen zijn.
De heer Van Baarle (DENK):
Mevrouw Hermans geeft gewoon geen antwoord op mijn vraag, en dat vind ik spijtig. Het feit dat mevrouw Hermans aangeeft dat de armoede niet zou toenemen, dat is natuurlijk niet waar. Er komen gewoon 5.000 mensen extra in armoede bij. En de simpele vraag die ik stel: is dat iets wat de VVD accepteert? Is het iets wat de VVD accepteert, dat er 5.000 mensen extra in armoede terechtkomen? En zegt de VVD hier nu: "We gaan niks extra's voor die mensen doen"? Want we weten dat mevrouw Hermans een mooi verhaal kan houden over het bereik van regelingen. We hebben een Commissie sociaal minimum gehad, die heeft gezegd: er moet geen 2 miljard bij, maar 6 miljard; er moet veel meer bij om het leven voor mensen behapbaar te maken, financieel gezien. Dus is mevrouw Hermans bereid uit te spreken dat we het niet gaan meemaken dat er 5.000 mensen extra in armoede terechtkomen volgend jaar?
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik heb gezegd dat elk gezin in armoede een gezin te veel is. Ik heb ook gezegd dat ik dit pakket, dat het kabinet nu presenteert, een verstandig pakket vind, een verstandig aantal maatregelen om ervoor te zorgen dat we die laagste inkomens helpen. Maar als wij hier het debat voeren over wat er extra moet gebeuren voor 2024, of we nog extra stappen willen zetten als Kamer om mensen te helpen, dan vind ik dat we niet alleen naar die laagste inkomens moeten kijken. Ik zeg "niet alleen". Ik sluit het niet uit, maar ik zeg "niet alleen". Omdat ik vind dat we een heel grote groep die niet of maar een klein beetje geraakt wordt door de maatregelen die het kabinet nu voorstelt, extra moeten helpen.
De voorzitter:
Tot slot.
De heer Van Baarle (DENK):
Wat de VVD hier dus eigenlijk zegt is dat ze vooral iets extra's willen doen voor de mensen die het al goed hebben en niks willen doen voor de mensen die letterlijk gewoon achteruit kachelen. Want iemand in de bijstand gaat er met het beleid van dit kabinet gewoon €72 per maand op achteruit. Dat is gisteren naar buiten gebracht door het Nibud. Iemand in de bijstand met een kind gaat er €54 op achteruit. De groep waar mevrouw Hermans voor opkomt en waar ik ook voor wil opkomen — ook ik vind dat we iets voor de middenklasse moeten doen — gaat er wel op vooruit, zelfs soms met honderden euro's. Dus waarom is mevrouw Hermans niet bereid om namens de VVD te zeggen: die groep die er op dit moment op achteruitgaat, dat accepteren we niet en wij als VVD accepteren het niet dat het kabinet die mensen in de kou laat staan?
De voorzitter:
Graag kort, want dit is dezelfde vraag.
Mevrouw Hermans (VVD):
De VVD accepteert het ook niet. Daarom steunt de VVD ook het pakket dat het demissionaire kabinet voorstelt. U vraagt: waarom wil de VVD alleen mensen steunen die het al goed hebben? Echt, alstublieft, een op de vijf Nederlanders, onder wie heel veel mensen met een middeninkomen die elke dag keihard werken, of dat nou is in het onderwijs, in de zorg, bij de politie of in een van al die mkb-bedrijven die ons land rijk is, heeft het ongelofelijk zwaar. Deze mensen maken zich zorgen of ze aan het eind van de maand hun rekening kunnen betalen en of ze het allemaal rondgebreid krijgen. Die zitten in de stress of er niet weer zo'n hoge rekening van de energiemaatschappij op de deurmat valt of, als de auto en de wasmachine tegelijkertijd kapotgaan, hoe ze dat in hemelsnaam — excuus als ik hier iemand mee beledig — moeten betalen. Gaat u dan niet zeggen dat die mensen het al goed hebben. Alstublieft. Ik ben bereid te kijken naar wat we kunnen doen voor de mensen met de laagste inkomens, maar zet niet die hele grote groep mensen die we nu vergeten, in de kou met zo'n opmerking.
De voorzitter:
De heer Dassen, Volt. Trouwens, op verzoek van de heer Omtzigt is er een brief gekomen. Dank aan het kabinet voor de snelle reactie.
Mevrouw Hermans (VVD):
Die brief heb ik nog niet gelezen.
De voorzitter:
Het gaat over deze tabel.
Mevrouw Hermans (VVD):
Vorig jaar stond de heer Omtzigt met een Excelsheet voor mijn neus.
De voorzitter:
Dit keer volgens mij niet. Maar we gaan nu eerst naar meneer Dassen van Volt en daarna naar mevrouw Bikker, de heer Omtzigt en de heer Baudet.
De heer Dassen (Volt):
Ik hoor mevrouw Hermans hier nu meerdere keren zeggen dat ze ook iets voor de middeninkomens wil doen, omdat die eigenlijk niet worden meegenomen in het pakket dat voorligt. Maar ik heb het gevoel dat ze wel worden meegenomen maar dan op een negatieve manier. Als je goed kijkt naar wat er nu voorligt, gaat de inkomstenbelasting omhoog. Dus ik vraag mij af hoe mevrouw Hermans dat hiermee rijmt en of we daar nog wat aan kunnen doen.
Mevrouw Hermans (VVD):
Dit gaat om een voorstel van het kabinet om het pakket van die 2 miljard te betalen. Daar zit inderdaad als een van de aangrijpingspunten ook de inkomstenbelasting in. Dat betekent nog steeds dat je pas vanaf een bepaald bedrag dat hogere tarief gaat betalen. Maar laten we alstublieft nu niet ingaan op de techniek hiervan, want dat gaat volgens mij niemand helpen. Wat ik belangrijk vind, is dat we zien dat met het pakket dat dit kabinet neerlegt, we mensen aan de onderkant heel gericht helpen en dat werkenden en pensioengerechtigden er volgend jaar een beetje op vooruitgaan. We willen allemaal altijd meer en we zoeken nu ook naar wat er nog extra kan worden gedaan, maar het zal nooit 100% overeenkomen komen met de wensen die we hebben. Maar ik vind wel dat we naar die middengroepen waar ik het net over had en die zich zorgen maken, gericht moeten kijken. Dat betekent dus ook dat je kijkt naar hoe je dat betaalt, hoe je de voorstellen die hier gedaan worden, gaat dekken. Dat zal een van de elementen zijn die voor ons bepalend zijn bij onze afwegingen over welke voorstellen er morgen liggen en welke we wel of niet kunnen steunen.
De heer Dassen (Volt):
Ik heb inderdaad alle mooie woorden van mevrouw Hermans gehoord en het probleem is dat de inkomstenbelasting gewoon omhooggaat, dus dat die mensen daardoor geraakt worden. En dan vind ik het inderdaad iets te veel mooie woorden. Dan moeten we gaan kijken naar wat er wel kan. Je ziet dat de inkomstenbelasting omhooggaat, omdat het kabinet zichzelf een taakstelling heeft gegeven dat er regelingen moeten worden afgeschaft om te zorgen dat de inkomstenbelasting niet omhooggaat. Dat is misschien een beetje techniek, maar zo zijn er regelingen zoals de oldtimerregeling. Die wordt volgens het kabinet pas in 2028 afgeschaft. Dat is meer dan 100 miljoen. Die kunnen we al naar voren halen. Zo zijn er ook nog andere regelingen die we nu al kunnen afschaffen om te voorkomen dat de inkomstenbelasting naar beneden gaat. Ik vraag me af of mevrouw Hermans bereid is om daarnaar te kijken om te zorgen dat we niet-doelmatige regelingen die sowieso op de agenda staan om af te schaffen, nu afschaffen, zodat de inkomstenbelasting niet omhooggaat.
Mevrouw Hermans (VVD):
Van regelingen die niet werken of waarvan we gezegd hebben die te gaan afschaffen, waarvan het besluit al genomen is en waarbij dat eerder zou kunnen, zeg ik natuurlijk niet op voorhand dat ik dat niet wil of dat we dat niet gaan doen. Ik zeg ook niet dat ik nu zomaar elke regeling afschaf waarvan gezegd is dat die niet effectief is. U noemt het voorbeeld van de oldtimerregeling. Ik kan even niet overzien wat de exacte reden is dat die pas in 2028 kan worden afgeschaft. Als dat eerder kan en het besluit daartoe genomen is, dan ben ik uiteraard bereid om daarnaar te kijken. Maar ik kan dat niet zo even in dit debatje aan u toezeggen.
De voorzitter:
Tot slot.
De heer Dassen (Volt):
Het is positief dat mevrouw Hermans daarnaar wil kijken. Met alle mooie woorden van mevrouw Hermans over dat ze mensen niet door het ijs wil laten zakken, voelt het nogal wrang dat juist die mensen weer een verhoging krijgen met de inkomstenbelasting. Dus laten we ervoor zorgen dat we dat gaan veranderen, dat we kijken naar die regelingen en dat we morgen een voorstel hebben om te zorgen dat de inkomstenbelasting niet omhoog hoeft.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dank aan mevrouw Hermans voor de plannen die ze neerlegt en hoe de VVD naar dingen kijkt. Ik beluister daarin zeer sterk … Voorzitter, de mannen in deze zaal hebben een goede kerkenraadsvergadering, maar ik hoor mezelf bijna niet meer.
De voorzitter:
Als het inderdaad iets zachter kan, heel graag. We kijken allemaal naar u.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dat in alle vrolijkheid, dus fluister lekker verder.
Wat ik wilde zeggen, is dat ik daarin juist hoor: laten we rust in het huishoudboekje brengen, ook van hele gewone gezinnen, waar de tieners je de oren van het hoofd eten, bijna letterlijk. Dan vind ik het belangrijk om te kijken wat we daar precies aan kunnen doen, ook op een manier dat daar 76 zetels of meer achter staan. Ik zou daarom mevrouw Hermans willen uitdagen. Kijk naar het regionaal ov en de prijzen die daar stijgen. Zorg maar eens dat je kinderen vanuit het dorp in de stad naar school kunnen en dat je dat kunt betalen als de prijzen van buskaartjes zo stijgen. We zien ook dat mensen zich zorgen maken om de energieprijzen. Voelt mevrouw Hermans dan met mij mee dat we ook daar zullen moeten kijken hoe we dat kunnen oplossen?
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik had het over de stapeling van vaste lasten en rekeningen die elke maand binnenkomen op heel veel deurmatten in Nederland. De energiebelasting, de energierekening, is er één van. Ik heb de heer Bontenbal daar ook dingen over horen zeggen in de media. Het zou een route kunnen zijn dat we mensen nog een beetje extra helpen om de druk van de vaste lasten wat te verlichten. Ik heb ook de brief over het openbaar vervoer gezien. Ik snap dat ook daar de prijsstijging bijdraagt aan dat gevoel. Wij doen nu een voorstel. De accijnsverhoging die eraan zit te komen in januari is echt ongelofelijk fors, terwijl een hele grote groep mensen in Nederland elke dag afhankelijk is van de auto om naar hun werk te gaan, hun kinderen naar school of naar de sportclub te brengen, om naar ouders te rijden om boodschappen te brengen of even voor hen te kunnen zorgen. Dat is het voorstel dat wij neerleggen. Ik heb ook gehoord wat u en de heer Klaver daarover hebben gezegd in de media de afgelopen dagen. Als ik zeg dat we openstaan en moeten luisteren naar alle voorstellen, zal ik dat doen. Maar ik kom straks ook op het punt hoe we dat gaan betalen. Daar lopen de gedachten wat sneller uiteen, denk ik.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dat is ook helemaal niet gek aan het begin van zo'n debat van de Algemene Beschouwingen, maar volgens mij heeft deze Kamer vaker laten zien dat als je echt problemen op wil lossen, je het ook weer eens kan worden over zo'n dekking. Neem bijvoorbeeld Leeuwarden. Daaromheen liggen een heel aantal prachtige dorpen. Ik kreeg van meerdere mensen te horen wat het betekent als de bus niet meer rijdt, als je 's avonds niet meer in de stad kunt komen en niet meer op ziekenhuisbezoek kan. Niet voor iedereen is de auto dan de oplossing. Dus ik zou het mooi vinden als we hierover het debat hebben, zoals we dat ook — wanneer was het? — dit voorjaar hadden. Hoe zorgen we ervoor dat ook in de regio mensen weten dat ze met elkaar verbonden zijn? Hoe laten we dat letterlijk zien in ons ov? Niet het marktdenken moet daarin voorrang hebben, maar het in stand houden van busverbindingen, die echt betekenen dat een samenleving verbonden is. Ik kijk er heel erg naar uit om het eens te worden over de dekking.
De voorzitter:
Dat is een oproep.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Mijn interruptie gaat inderdaad over de brief, die overigens gisteren al verstuurd was, maar die ik nog niet gezien had. Het zou flauw zijn om mevrouw Hermans daarover te overhoren, maar er staat het volgende in. Als een alleenverdiener die €37.500 verdient €10.000 extra gaat verdienen, houdt hij daar €900 van over. Je betaalt €9.000 belasting en je houdt €900 over. Dat is een marginaal tarief van 90%. Is dat de definitie van "werken moet lonen"?
Mevrouw Hermans (VVD):
Nee.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Het was minder dan 80%. Dat was hoog, aan het begin van de kabinetsperiode, maar is van 80% naar 90% verhoogd. De minister van Sociale Zaken kijkt me aan. Dat komt vooral door het verleggen van het punt van de afbouw van het kindgebonden budget dit jaar. Iedereen praat nu over mensen met een laag inkomen die in de problemen zitten, maar snapt de VVD dat het ook gaat om mensen met een iets hoger inkomen, terwijl zij van die extra €10.000 maar €1.000 overhouden? Ze komen dan voor geen enkele kwijtschelding of korting meer in aanmerking, want ze zijn een middeninkomen, met €47.500; ze houden er alleen niks aan over. Wat voor boodschap heeft de VVD voor die mensen?
Mevrouw Hermans (VVD):
Dat is precies de boodschap waarmee ik hier vandaag sta. Dat is ook de reden geweest dat ik gister heb gezegd wat ik heb gezegd over de verhoging van de accijns op benzine in 2024: wij vinden dat die niet door moet gaan. Precies deze groep raken we namelijk niet met heel veel maatregelen die dit kabinet nu voorstelt, maar ook niet met bestaande toeslagen of ondersteuningsregelingen, terwijl het wel deze grote groep is waar een heel groot deel van ons land op draait. Deze mensen hebben, zoals ik net in reactie op de vraag van de heer Van Baarle zei, de zorg of zij aan het einde van de maand alle rekeningen wel kunnen betalen en of er niet nog een hoge rekening aan zit te komen. Hier zit iets dus niet goed in hoe we het geregeld hebben met elkaar. Hier zit een aantal hele fundamentele keuzes onder. Ik heb de heer Omtzigt daarover een aantal dingen horen zeggen bij Buitenhof. Daar moet een discussie over gevoerd worden, maar ik vind dat niet iets wat je nu nog even in een demissionaire periode doet, want dit moet wel in samenhang met heel veel elementen: hoe richten we arbeidskortingen in, hoe richten we onze belastingen in, hoe betaal je het en wat heeft dat voor effect op de verdiencapaciteit van ons land? Maar dit is in essentie wel waar het om gaat. Ontslaat ons dat dan nu van de plicht om te kijken wat we kunnen doen met maatregelen om deze groep het komende jaar te helpen? Nee, zeg ik dan, maar hierin, in wat de heer Omtzigt aanstipt, zit wel het fundamentele probleem.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Ja, er is een fundamenteel probleem en dat probleem wordt juist verergerd door het pakket van het kabinet. Dat is wat ik probeer te zeggen. Dat is niet de intentie geweest, maar we hebben het stelsel zo ingewikkeld gemaakt, dat als je hier drukt, er daar allerlei dingen misgaan. Laat ik u dit zeggen. Als u een alleenverdiener bent met een inkomen van €47.500, dan kunt u volgens de Nibudcijfers niet eens een auto betalen, dus dan heeft u niet zo veel aan een accijnsverlaging. Dat realiseren wij ons hier misschien niet, maar wij hebben heel veel belasting geheven op gezinnen met maar één inkomen, terwijl dat bijna altijd onvrijwillig is, omdat er een zieke partner is, of zo. Want bijna iedereen die kán werken in dit land, probeert dat ook wel. Wat is nou de boodschap? Kent de VVD één ander land waarin ze een marginaal belastingtarief van 90% hebben voor de middenklasse?
Mevrouw Hermans (VVD):
Dit tarief, deze marginale druk, is te hoog. Dat ben ik helemaal eens met de heer Omtzigt. Ik ben het er overigens niet mee eens dat deze mensen geen auto zouden hebben of dat ze die niet zouden kunnen betalen. Nee, ze kunnen het stráks niet meer betalen en hebben dan enorme stress: hoe kan ik die auto, die ik zo hard nodig heb in mijn dagelijks leven om naar mijn werk te gaan, voor mijn sociale leven en om mijn kinderen naar school te brengen, nog betalen? Dát is de vraag waar we voor staan. We kunnen kijken of we dat in 2024 een beetje kunnen verlichten voor mensen. Tanken blijft straks nog steeds duur, maar is dan toch ietsje goedkoper, als het ons met elkaar lukt om die verhoging niet door te laten gaan.
De voorzitter:
Tot slot, de heer Omtzigt.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Wat we er ook van vinden, volgens de Commissie sociaal minimum behoort de auto niet tot het basispakket. Dat betekent dat met de minimumnormen die wij vastleggen, mensen geen auto kunnen rijden. Autorijden kost een paar honderd euro per maand, zelfs als de accijnzen niet heel hard stijgen. Een derdehands auto met daarbij het onderhoud, de afschrijving en het tanken kost wat. Dat hebben we onmogelijk gemaakt. Vroeger was het voor een kostwinner gewoon mogelijk om een auto te rijden. Dat was geen nieuwe Mercedes — dat snapt iedereen hier wel — maar je kon gewoon autorijden. Dat kan niet meer voor dit gezin.
Wat is nu het beleid voor die middenklasse? Om nog even verder te gaan: weet u wat er met dit gezin kan gebeuren? Als ze nog iets meer verdienen, worden ze uit hun sociale huurwoning gezet omdat ze boven de huurgrens zitten. Ze mogen geen sociale huurwoning hebben omdat ze €1.000 netto meer hebben dan de rest. Dat betekent dat ze die woning van €600 niet meer mogen huren, maar dat ze de middenhuren van minister De Jonge van rond €1.000 moeten gaan betalen. Hij doet zijn best om het betaalbaar te houden. Maar het besteedbaar inkomen van deze gezinnen is lager dan dat van mensen in de bijstand. Dat lijkt niet door te dringen tot het kabinet. Het zijn deze gezinnen met alleenverdieners met een inkomen van ongeveer €50.000, waarvan iedereen zegt dat ze geweldig af zijn, die nu onder het niveau van de bijstand beland zijn. Dat blijkt ook uit antwoorden op Kamervragen, die ik dit jaar constant gesteld heb. Wat gaan we daaraan doen?
De voorzitter:
Ik laat het aan mevrouw Hermans.
Mevrouw Hermans (VVD):
Voordat ik de vraag van de heer Omtzigt beantwoord, vind ik het belangrijk om één element uit zijn interruptie te lichten. Het gaat over de vraag of mensen uit hun sociale huurwoning gezet kunnen worden.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Het punt is dat ze die niet meer krijgen.
Mevrouw Hermans (VVD):
Ja, maar ik vind het toch belangrijk, want het komt hier ook aan op de zorgvuldigheid van onze woorden. Het is niet zo dat je uit een sociale huurwoning gezet kan worden als je meer gaat verdienen dan de inkomensgrens. Als je op de wachtlijst staat voor een sociale huurwoning en je zit boven die grens, dan kan die woning niet meer worden toegewezen. Daar heeft de heer Omtzigt gelijk in.
Dan zijn vraag: wat is uw boodschap? Mijn boodschap en die van de VVD is dat werken moet lonen. Dat is ook de inzet in ons verkiezingsprogramma. Hoe we ervoor gaan zorgen dat werken in dit land loont, zal in onze campagne naar de verkiezingen toe een heel belangrijke prioriteit zijn. Breder dan dat vinden we het belangrijk dat we het leven betaalbaar houden voor iedereen, voor de laagste inkomens maar óók voor de middeninkomens. Dat vraagt een aantal lastige en fundamentele keuzes die we wel in samenhang moeten bezien. Ik vind het ook belangrijk dat daar een politieke samenwerking van partijen met ten minste 76 zetels aan ten grondslag ligt. Misschien is het wel mooi als het meer dan 76 zetels zijn en dat we dit met een langjarige politieke samenwerking voor elkaar gaan boksen, juist omdat deze keuzes zo fundamenteel zijn.
De voorzitter:
De heer Baudet krijgt het woord.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Mag ik daar nog één ding op zeggen?
De voorzitter:
Nee, u bent voldoende aan het woord geweest. We doen interrupties echt maximaal in drieën. Er zijn ook nog een aantal collega's die wat willen zeggen. Mevrouw Hermans was eigenlijk nog maar net begonnen met haar inleiding. Wellicht zijn er straks nog vragen te stellen.
De heer Baudet (FVD):
In het verkiezingsprogramma van de VVD van 2010 staat dat de VVD de instroom van kansarme immigranten tot nul wil terugbrengen. Sinds 2010 heeft de VVD dit land dertien jaar geregeerd en in die dertien jaar zijn er bijna 3 miljoen mensen, waaronder vele kansarme migranten, naar Nederland gekomen. Nu heeft de VVD opnieuw een stevige immigratieparagraaf in het verkiezingsprogramma staan. Er staat: de maatregelen moeten gericht zijn op het terugkrijgen van grip, we moeten de instroom verlagen en ervoor zorgen dat we beschermen wie bescherming nodig heeft. Waarom zou iemand in Nederland de VVD nu wel geloven?
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik ben blij dat de heer Baudet zo veel werk heeft gemaakt van het bestuderen van onze verkiezingsprogramma's.
De heer Baudet (FVD):
Ik heb het zelfs bij me.
Mevrouw Hermans (VVD):
Ja, heel goed. Misschien biedt het u nog inspiratie. Vlak voor de zomer is dit kabinet gevallen over het onderwerp migratie. Dat is gebeurd omdat de VVD vindt dat het aantal mensen dat naar Nederland komt, op dit moment te hoog is. We hebben geen grip op wie hiernaartoe komen. We kunnen daardoor dus ook geen bescherming bieden aan de mensen die het echt nodig hebben. De beelden van mensen die slapen in het gras, zijn heel zichtbaar en tastbaar. Met al die mensen die hier zijn, zien we ook de druk op onze woningmarkt, de zorg en het onderwijs toenemen. Het zijn allemaal indicatoren op grond waarvan wij vinden dat we echt iets moeten doen aan het migratievraagstuk. Nadat we negen maanden lang met elkaar gepraat hadden en gezocht hadden naar oplossingen, was er in juli het moment waarop wij zeiden: nu gaat het toe naar een compromis of een halfbakken oplossing; wij geloven niet dat wij dit probleem daarmee op de lange termijn echt gaan aanpakken. Dat is geen leuke conclusie, want ik zit hier niet met het doel om uit een kabinet te stappen. Het doel is ook niet om erin te blijven zitten; het doel is om problemen op te lossen. Het doel is om dit land vooruit te helpen. Op het moment dat dat niet lukt, moet je die conclusie durven te trekken. Wij zijn in ons verkiezingsprogramma glashelder over wat wij vinden dat er moet gebeuren om dit probleem naar de toekomst toe op te lossen.
De heer Baudet (FVD):
Oké. Maar vindt mevrouw Hermans dan niet dat er de afgelopen dertien jaar al veel te veel mensen naar Nederland zijn gekomen? In die periode waren er in de Kamer en ook op andere manieren talloze meerderheden te vormen waarmee toen ook al de immigratie had kunnen worden teruggedrongen. Net ging het over de woningnood en over de opgelopen kosten van het leven. Dat zijn natuurlijk allemaal indirecte gevolgen van die massale instroom. Als je in dertien jaar tijd bijna 3 miljoen mensen naar je land laat komen, met een nettomigratiesaldo van bijna 1 miljoen, dan haal je je al die problemen op de hals. Mijn vraag was: waarom zouden we de VVD nu wel geloven? We horen dit soort verhalen namelijk elke keer voor de verkiezingen: we gaan iets doen aan de immigratie. Het gebeurt niet. De afgelopen dertien jaar is immigratierecord na immigratierecord verbroken. Waarom zou de kiezer u nu wel geloven? Wat is er nu anders dan in de afgelopen dertien jaar?
Mevrouw Hermans (VVD):
Er zitten een paar totaal verkeerde aannames in het verhaal van de heer Baudet. Het begint ermee dat er meerderheden zouden zijn om bepaalde maatregelen te nemen; die waren er niet.
Ten tweede. De afgelopen jaren zijn er jaren geweest waarin de instroom echt veel en veel te hoog was. Er zijn ook jaren geweest waarin die veel minder was. Er is de afgelopen jaren namelijk ook een heel aantal dingen goed gegaan. Ik refereer toch maar even aan de Turkijedeal uit 2015-2016, waarmee het gelukt is om de hele grote groep mensen die vanuit Syrië via Turkije naar Nederland kwam, onder controle te krijgen. We zien nu opnieuw het probleem dat heel veel mensen naar Nederland komen. We zien nu dat er opnieuw geen grip is. Een van de redenen daarvoor is dat Nederland aantrekkelijk is. Wij zijn aantrekkelijker dan de landen om ons heen om naartoe te komen. Wij vinden dus dat daar iets aan moet gebeuren. We hebben dat geprobeerd met de voormalige coalitie, met het demissionaire kabinet. Dat is niet gelukt. Dat neem ik niemand persoonlijk kwalijk; dat kan gebeuren. Maar we hebben wel de conclusie moeten trekken dat wij nu het probleem niet kunnen oplossen. Wij vinden dat dat echt opgelost moet worden; dat leest u ook in ons verkiezingsprogramma. Maar dat lukt niet in de samenstelling van dit kabinet. Die conclusie moet je dan trekken.
De voorzitter:
Tot slot, de heer Baudet.
De heer Baudet (FVD):
Ik vind het jammer maar ook wel weer veelzeggend dat ik gewoon geen antwoord krijg op mijn vraag. De VVD heeft het pact van Marrakesh aangaande immigratie ondertekend. De VVD heeft continu geweigerd om over rechts meerderheden te vinden. Sinds 2017, sinds ik in de Kamer zit, zijn die er geweest. Er is al sinds 2017 een meerderheid van partijen hier in de Tweede Kamer die in hun verkiezingsprogramma hebben staan dat ze de instroom van asielzoekers en andere immigranten echt willen indammen. En keer op keer zegt de VVD: wij gaan toch liever maar over links een coalitie vormen, en niet alleen een coalitie vormen, maar ook het migratiebeleid vormgeven. Je zou die twee zelfs uit elkaar kunnen trekken. Er is geen enkele reden geweest waarom de VVD de afgelopen zeven à acht jaar zo veel immigratie heeft toegelaten, anders dan dat de VVD dat kennelijk goed beleid vond en dat kennelijk wilde. Dat is ook wat alle linkse partijen hier gewoon betogen. Zij willen die demografische transitie voortzetten. Zij willen die Nederlandse identiteit doen opgaan in een soort wereldgebeuren. Maar de VVD heeft continu in het verkiezingsprogramma staan dat ze dat niet willen. Daarom vraag ik het u. Ik denk dat de VVD daarmee oneerlijk is. Ik denk dat de VVD ook gewoon een immigratiepartij wil zijn, van Nederland een immigratieland wil maken en dus nu alleen maar praatjes voor de vaak, voor de verkiezingstijd de bühne op slingert, in de hoop dat mensen er weer intrappen. Dus nog één keer mijn vraag. Als het niet zo is — overtuig mij dan — wat is er dan nu anders, in 2023, dan in de afgelopen jaren? Waarom zouden wij nu wel geloven dat de VVD écht iets wil doen aan de immigratie, terwijl men dat jarenlang kón doen, maar het niet deed?
Mevrouw Hermans (VVD):
Het is echt totale onzin dat wij hier niks aan zouden willen doen. Dat is echt totale onzin. Het is ook onzin dat wij hier de afgelopen jaren niks aan gedaan hebben. Is het genoeg? Is het voldoende? Zijn we tevreden? Nee. Er is niet voor niks een kabinet op gevallen. In ons …
De voorzitter:
De heer Eerdmans. O, u bent nog niet klaar! Ik vond het eigenlijk wel een duidelijk antwoord. Volgens mij was het afgerond, maar mevrouw Hermans gaat over haar eigen antwoorden.
Mevrouw Hermans (VVD):
Laat ik daaraan toevoegen dat ik hier nog een hele reeks van wapenfeiten kan noemen. Maar kijk, de heer Baudet staat hier tegenover mij met geen enkele intentie om zich ook maar te laten overtuigen. U zegt: overtuig mij maar. Dat wilt u toch niet?
De heer Baudet (FVD):
Dat wil ik wel degelijk. Leg het dan maar uit.
De voorzitter:
We vallen een beetje in herhaling, dat wilde ik net zeggen. Dus als u nog iets nieuws wilt toevoegen, dan …
Mevrouw Hermans (VVD):
In ons verkiezingsprogramma staat haarfijn uitgelegd wat voor ons de inzet is, wat voor ons belangrijk is, op dat hele belangrijke onderwerp van migratie. We zien nu het probleem dat we geen grip hebben. We zien dat we niet weten wie er naar ons land toekomt en dat dat in aantallen gaat die ons land niet aankan. Kijk naar al die mensen die nog steeds in een sporthal of in een noodopvang zitten. Dat is helemaal niet de manier waarop wij mensen die hiernaartoe komen zouden willen opvangen. Dat is niet humaan of fatsoenlijk. Ik vind dat we dat op een nette manier moeten doen. Dit zijn mensen die echt bescherming nodig hebben. Maar we hebben er geen grip op. Het overkomt ons om een van de redenen die ik noemde. Wij zijn veel aantrekkelijker dan de landen om ons heen, en daar moeten we wat aan doen. Dat kan ook; daar kunnen we nationaal dingen aan doen. En ja, daar moeten ook op Europees en op internationaal niveau stappen worden gezet.
De voorzitter:
De heer Eerdmans en de heer Paternotte hebben net ook al een aantal vragen gesteld. Dus ik wil aan u vragen om nog één vraag te stellen aan mevrouw Hermans, en dan wil ik echt dat mevrouw Hermans verdergaat met haar betoog. Ze was namelijk net anderhalve minuut bezig. Dus de heer Eerdmans en de heer Paternotte krijgen allebei één vraag, en dan kunt u uw betoog vervolgen.
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik heb toch 37 minuten?
De voorzitter:
Ja, u heeft ook nog 37 minuten. U kijkt wat beteuterd, meneer Eerdmans, maar we gaan het echt zo doen.
De heer Eerdmans (JA21):
Nee hoor, dit kan kort. Kijk, we discussiëren nu best lang met de VVD, maar het schiet inderdaad niet enorm op. Ik wou graag een duidelijk antwoord. Is het de VVD nu wel of niet menens om de aanstaande verhoging inkomstenbelasting terug te gaan draaien?
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik ga even na of ik de vraag van de heer Eerdmans goed begrijp. Hij vraagt mij dus of ik iets anders ga doen aan de voorstellen zoals het kabinet die doet?
De heer Eerdmans (JA21):
Ja.
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik heb aan het begin van mijn betoog al gezegd dat ik het pakket, de maatregelen die het demissionaire kabinet neerlegt, verstandig vind uit het oogpunt van het effect dat deze maatregelen hebben op de koopkracht van de mensen en hetgeen iedereen in Nederland daarvan merkt in zijn of haar portemonnee. Wij steunen dus dit pakket.
De voorzitter:
De heer Paternotte. Nee, ik heb gezegd …
De heer Eerdmans (JA21):
Ja, maar dit blijft een brij van woorden. Het enige wat ik wil weten is of u bereid bent om die tweede schijf dus later te laten beginnen dan nu voorgesteld is. Dat zou heel veel mensen die inkomstenbelasting afdragen namelijk al een zucht van verlichting geven.
Mevrouw Hermans (VVD):
Wij steunen ook die maatregel. Ik ben het met de heer Eerdmans eens: dit is niet wat je ideaal gesproken zou doen, maar het zou ook eerlijk zijn als u op een goede manier toelicht hoe deze maatregel in elkaar zit. Door de inflatie zou dat aangrijpingspunt gaan stijgen, en het stijgt nu minder. Dus we halen geen geld bij mensen weg; het stijgt minder. U staat nu nee te schudden of ja te knikken, weet ik het. Maar als we hier met elkaar een debat voeren en kijken wat we nog extra kunnen doen, komt het er ook op aan de feiten op een eerlijke manier neer te leggen.
De voorzitter:
De heer Paternotte, laatste vraag.
De heer Paternotte (D66):
Ik vind het goed dat mevrouw Hermans iets wil doen voor de middeninkomens. Heeft de VVD een voorstel om iets te doen voor mensen met een middeninkomen die reizen met het openbaar vervoer, met de fiets of met een elektrische auto?
Mevrouw Hermans (VVD):
In de Miljoenennota heb ik gelezen — dat is beleid dat we als coalitie, toen we nog een coalitie waren, met elkaar hebben afgesproken — dat ook de reiskostenvergoeding omhooggaat. De reiskostenvergoeding kun je inzetten voor elke vorm van vervoer naar je werk, dus ook voor het ov, de fiets en volgens mij zelfs ook als je lopend naar je werk gaat. Dat vind ik goed. Wat mij betreft mag die verhoging zelfs ook wel verder omhoog, maar dat is niet de keuze die wij nu maken. De keuze die wij nu maken, is dat we moeten kijken naar die accijnzen voor 2024. Ik heb in mijn interruptiedebat met mevrouw Bikker al gezegd dat ik zie dat natuurlijk ook de prijs van een treinkaartje bijdraagt aan het gevoel dat alles duurder wordt in dit land, net als de boodschappen, de benzine en de energierekening. Dit is de keuze die wij maken, maar ik ga luisteren naar de voorstellen waar anderen mee komen, en naar de voorstellen voor hoe we dat gaan betalen.
De voorzitter:
De heer Van Haga van de Groep Van Haga heeft een vraag.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter …
De voorzitter:
Nee, nee, nee, nee, meneer Paternotte. Ik heb net al aangegeven dat u één vraag mocht stellen. Dat was hem.
De heer Paternotte (D66):
…
De voorzitter:
Ja, maar dat was een verduidelijking naar aanleiding van de opmerking van mevrouw Hermans. De heer Van Haga.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Naast alle praatjes over asiel, die ook niet waar bleken, geldt hetzelfde voor het ondernemersklimaat. De VVD heeft altijd gezegd dat zij een ondernemerspartij was. Dat is ze al heel lang niet meer, terwijl het mkb de banenmotor is van Nederland. Maar nu hebben we een probleem met de bedrijfsopvolgingsregeling. Daardoor kan 25% van de familiebedrijven het zich niet meer veroorloven om hun bedrijf aan de volgende generatie over te dragen. Wat vindt de VVD van dit percentage? Is dit acceptabel? De BOR zou verslechterd worden door dit kabinet, waardoor nog veel meer mensen hun bedrijf niet zouden kunnen overdragen. Maar nu staat in het VVD-verkiezingsprogramma: we houden de bedrijfsopvolgingsregeling hetzelfde. Dus is die 25% nou echt acceptabel?
Mevrouw Hermans (VVD):
Volgens mij geeft u eigenlijk zelf het antwoord op de vraag die u mij stelt. Wij vinden die bedrijfsopvolgingsregeling een belangrijke regeling voor familiebedrijven. Het geldt nu bijvoorbeeld ook in de landbouw. We hebben het heel veel over het overdragen van landbouwbedrijven, agrarische ondernemingen, aan opvolgers. Daarvoor is deze regeling belangrijk. Daarom zeggen wij ook in ons verkiezingsprogramma dat wij deze regeling willen houden. We willen wel voorkomen dat er misbruik van wordt gemaakt, maar ik neem aan dat u dat ook met ons eens bent.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Nederland kent een van de slechtste bedrijfsopvolgingsregelingen binnen de hele EU. De VVD zegt: wij willen de BOR op deze manier behouden, waarbij 25% van de bedrijven dus niet kan worden overgedragen aan de volgende generatie. Dat is dan een heel raar uitgangspunt. Belang van Nederland wil bijvoorbeeld de hele erf- en schenkbelasting afschaffen. Dan ben je van dat gezeur af en kan iedereen zijn bedrijf gewoon overdragen aan de volgende generatie. Maar met de huidige bedrijfsopvolgingsregeling is het zo slecht dat dit niet kan. We zijn al aan de onderkant van de EU bezig, dus waarom heeft de VVD niet in het verkiezingsprogramma beloofd, zoals veel beloftes worden gedaan: "We gaan de BOR verbeteren. We gaan ervoor zorgen dat niet 25% zijn bedrijf niet kan overdragen, maar dat dit veel minder wordt."?
Mevrouw Hermans (VVD):
In een verkiezingsprogramma schrijf je op wat je inzet is, wat je wil en wat je belangrijk vindt. Wij hebben opgeschreven dat wij vinden dat er een bedrijfsopvolgingsregeling moet blijven bestaan. Wij vinden dit om de reden die ik net noemde: voor die familiebedrijven en zeker ook voor de transitie die we door moeten in de landbouw. We zien ook dat er op onderdelen misbruik van wordt gemaakt. Dat moet je aanpakken, maar nogmaals, ik denk dat u dat direct met mij eens bent. Als er manieren zijn om het gebruik, het effect of eigenlijk het resultaat van het inzetten van die bedrijfsopvolgingsregeling te verbeteren, dan valt daar natuurlijk altijd met ons over te praten. Dat instrument is niet het doel. Het doel is dat die bedrijven op een goede manier kunnen worden overgedragen, zodat een volgende generatie gemotiveerd en met een beetje gezonde financiële situatie dat bedrijf kan voortzetten, juist omdat we die bedrijven zo keihard nodig hebben.
De voorzitter:
Tot slot.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Tot slot. Op pagina 38 van het verkiezingsprogramma staat gewoon: "We willen familiebedrijven behouden." Maar daar direct achteraan volgt: "We willen de BOR intact houden op deze manier." Dat is met elkaar in tegenspraak. Waarom heeft de VVD daar niet neergezet dat zij de erf- en schenkbelasting willen afschaffen? Dan heb je pas echt een geschenk voor de familiebedrijven. Dan kunnen familiebedrijven gewoon hun bedrijf overdragen zonder al die rompslomp.
Mevrouw Hermans (VVD):
Dit is een andere vraag. Nu vraagt u mij of ik de erf- en schenkbelasting wil afschaffen. Dat is een totaal andere vraag. Daarop antwoord ik: nee. U hebt dat ook in ons verkiezingsprogramma kunnen lezen. Ik zou het volgende tegen u willen zeggen: laten we nou eens vanuit ons doel redeneren. Volgens mij delen u en ik het doel dat je wil dat er voor familiebedrijven in Nederland een gezonde toekomst is. Je wil dat er voor familiebedrijven überhaupt een toekomst is om ze door te kunnen blijven geven in de familie. We hebben de bedrijfsopvolgingsregeling ooit bedacht om daar een bijdrage aan te kunnen leveren. Nu zien we dat er op onderdelen misbruik van wordt gemaakt. U zegt: de regeling kan misschien op onderdelen ook effectiever. Ik ben heel benieuwd. Laat het mij weten. Schrijf het op in uw verkiezingsprogramma en vertel het straks in uw inbreng. Ik ben altijd bereid om te kijken of dingen beter kunnen.
De voorzitter:
Nog één vraag voor de heer Dassen en dan gaan we naar mevrouw Van der Plas.
De heer Dassen (Volt):
Als het gaat om migratie, wordt vaak het een en ander verteld dat toch niet helemaal blijkt te kloppen. Ik hoorde mevrouw Hermans net al richting de heer Baudet aangeven dat ons asielbeleid een aanzuigende werking heeft. Het WODC heeft aangegeven dat dit niet klopt. Ik hoor mevrouw Hermans net ook zeggen dat we veel aantrekkelijker zijn dan de landen om ons heen, terwijl we, gezien het aantal mensen dat wij hier opvangen, ergens in de middenmoot zitten. Wij vangen bijvoorbeeld veel minder mensen op dan Duitsland. Ik ben benieuwd of mevrouw Hermans mij hier drie voorbeelden kan geven van waar wij als Nederland aantrekkelijker zijn dan de landen om ons heen. Kan zij drie feiten noemen?
Mevrouw Hermans (VVD):
Ja, dat ga ik zeker doen. Ik vraag de heer Dassen ook om niet alle appels en peren in een fruitmand te gooien en die dan tot één vergelijking te maken, want dat geeft ook niet helemaal een eerlijk beeld. Ik noem drie dingen die ons aantrekkelijker maken. Ons inwilligingspercentage is hoger dan in de landen om ons heen. De regels die wij hebben op het gebied van nareis zijn minder strikt dan in de landen om ons heen. Hoe wij de voorzieningen hebben geregeld voor de mensen die hiernaartoe komen, is ook aantrekkelijker dan in de landen om ons heen.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Die zat, mevrouw Hermans! Complimenten. Hoppatee, zo even uit het hoofd. Maar daar wil ik het niet over hebben.
Mevrouw Hermans (VVD):
Nee, ik zat al naar uw briefje te kijken. Dat gaat niet nog een keer lukken!
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik hoor mevrouw Hermans zeggen: bedrijven zijn keihard nodig. Ik weet dat mevrouw Hermans dat meent. Maar bedrijven in Nederland luiden wel de noodklok. Het vestigingsklimaat wordt hier hartstikke goed genoemd. Daar denken bedrijven heel anders over. We hebben het al over de accijnsverhoging gehad. Door het kabinet is nu ook voorgesteld om de investering van 1,6 miljard in de verbinding van de Noord/Zuidlijn richting Schiphol in te trekken. Als die Noord/Zuidlijn niet wordt doorgetrokken en de reservering daarvoor wordt geschrapt, heeft dat enorm grote gevolgen voor woningbouw in de regio Hoofddorp. Dat zal enorme gevolgen hebben voor het ontlasten van het spoor. Mensen gaan met de metro en heel veel toeristen gaan de kant van Schiphol op. Dat kan het spoor ontlasten. Het zal heel veel gevolgen hebben voor bedrijvigheid. Er kunnen daar 45.000 banen worden gecreëerd. Er kunnen duizenden woningen worden gebouwd. Dat hangt allemaal vast aan die Noord/Zuidlijn. Mijn punt is: wij kijken de hele tijd naar kosten: "Wat kost het? O, dat is te duur en dat moet weg." Of: "Wat kost dit? Dat kunnen we niet betalen, dus dat moet weg." Ik wil zo graag investeren. Misschien moeten we de komende jaren wat meer uitgeven om te investeren. De concurrentiepositie van bedrijven verdwijnt. We zetten Nederland echt op achterstand. Hoe staat mevrouw Hermans daartegenover? Er is geen coalitie meer. De VVD kan alles doen wat ze wil. Hoe staat zij ertegenover om hier eens goed naar te kijken, zodat we dingen niet gaan schrappen en weghalen, en niet gaan bezuinigen, maar dat we investeringen gaan doen om ons land op te bouwen?
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik begrijp goed wat mevrouw Van der Plas zegt. Je hebt naar de toekomst toe investeringen nodig. We hebben hier vaak discussies gehad over investeringen in het klimaatbeleid of het stikstofbeleid, maar laten we dat pad nu even niet opgaan.
U noemde het ondernemersklimaat of het vestigingsklimaat in Nederland. Voorstellen over hoe we mensen die het zwaar hebben in hun portemonnee een beetje kunnen helpen, moeten we ook op een of andere manier betalen. De neiging bij heel veel voorstellen die ik heb gezien — ik zal daar zo nader op ingaan — is om ze te betalen door de lasten voor ondernemers te verhogen. Ik denk dat precies daar de onzekerheid uit voortkomt: elke keer als er een debat in de Tweede Kamer is, eindigt dat in een lastenverhoging voor ondernemers. Die onzekerheid zet het vestigingsklimaat onder druk. Die zet de verdiencapaciteit van ons land onder druk. Ik vind dat we daar vooral de discussie over moeten voeren: hoe voorkomen we dat alles hier altijd betaald wordt door ondernemers?
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Daar ben ik het zeker mee eens. Er ontstaat in deze Kamer een klimaat waarin ondernemers en bedrijven grote boemannen zijn die allemaal geld in hun zakken stoppen en die het helemaal niks interesseert hoe het verder met Nederland gaat. Dat zijn echter wel investeerders. Ik noemde net het voorbeeld van de Noord/Zuidlijn. Er staan mensen klaar om 3 tot 4 miljard euro in die regio te investeren. En dan wordt er gezegd: met die 1,6 miljard is het te duur, dus dat gaan we niet meer doen. Dan span je toch het paard achter de wagen? Mijn vraag gaat niet zozeer over koopkracht, het verhogen van het minimumloon en dat dat bij de werkgevers vandaan gehaald moet worden. Daar heb ik ook mijn mening over, maar mijn vraag gaat over het feit dat we niet durven te investeren. Ik heb hier weleens gehoord dat je de overheid niet mag vergelijken met een bedrijf. Als we nou eens wél zo denken: een bedrijf investeert namelijk voor tien of twintig jaar. Het haalt daar baten uit en verdient geld, voor ons. Minder bedrijvigheid en minder investeringen door bedrijven betekenen ook minder belastinginkomsten voor de overheid. Het geld moet ergens verdiend worden. Dat was eigenlijk mijn concrete vraag: durven wij dit te doen? Durven wij gewoon een keer te zeggen: "Dit gaan we doen; we gaan investeren"? We gaan investeren in de zorg. We gaan investeren in het wegwerken van de wachtlijsten. We gaan investeren in onze economie. We gaan echt investeren. En wat halen we daar dan uiteindelijk uit? Dat moet je in een langjarig plan neerzetten. We zitten hier alleen maar pleisters te plakken.
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik deel heel erg wat mevrouw Van der Plas zegt, namelijk dat je moet kijken over de grens van één parlementair jaar of misschien wel van één kabinetsperiode als het gaat om de grote opgaven die we in dit land hebben. Zij noemde investeringen in het spoor of de wegen. Die horen daar volgens mij bij, want voordat je überhaupt met die plannen kunt beginnen, ben je vaak al een kabinetsperiode verder.
Aan het eind van haar betoog sprak mevrouw Van der Plas over investeren in gezondheidszorg en sociale zekerheid. Ik zeg niet dat we daar geen geld aan moeten uitgeven, maar ik zeg wel dat we dat geld met z'n allen op moeten brengen in dit land. Het moet hier ook verdiend worden en we moeten het kunnen blijven betalen met elkaar. Dan moeten we volgens mij echt de discussie moeten voeren over de lastendruk voor de ondernemers. Dat kan je niet een-op-een koppelen aan investeren, alsof dat de oplossing zou zijn. Gelukkig investeert het demissionaire kabinet ook. Het gaat daar ook mee door, bijvoorbeeld via alle klimaatmaatregelen die we zo hard nodig hebben om dit land te vergroenen en om onze industrie en ons bedrijfsleven te vergroenen, zodat we daar in de toekomst geld mee kunnen blijven verdienen, waarmee we weer die zorg en dat onderwijs kunnen betalen.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Van der Plas.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik hoor mevrouw Hermans zeggen: zodat die bedrijven kunnen vergroenen. Er zijn gewoon heel veel bedrijven die misschien wel dreigen te vertrekken uit Nederland door alle regels die erbij komen, door alle verhogingen en door alle lastendruk die erbij komt. Die bedrijven komen niet meer terug. Ik heb het voorbeeld van Bavaria weleens genoemd. Ik vroeg de directeur-eigenaar van dit familiebedrijf, de heer Swinkels, wanneer hij op het punt komt waarop hij zegt: ik ga de grens over, naar België. Toen antwoordde hij: "Die grens heb ik al bereikt, maar ik blijf hier, omdat ik vind dat we een Nederlands familiebedrijf zijn en dat wij ook tegenover onze werknemers een plicht hebben. Maar ik kan niet garanderen dat mijn kinderen of kleinkinderen hier niet vertrekken." Bavaria is maar een van die bedrijven. We kunnen dus wel tegen bedrijven zeggen dat ze moeten vergroenen, maar heel veel bedrijven hebben gewoon helemaal geen zin meer om in Nederland te blijven, of ze trekken het straks gewoon niet meer met al die accijnsverhogingen. De ondernemers die nu met hun mkb-busje op de weg rijden en straks nog hogere lasten zullen hebben, zullen die moeten doorrekenen in de prijzen van hun producten, waardoor de burger per saldo weer het haasje is.
Mevrouw Hermans (VVD):
Nu gaan er een paar dingen door elkaar lopen. Mevrouw Van der Plas noemt het voorbeeld van Bavaria, dat zij al eerder genoemd heeft. Mag ik die naam eigenlijk wel noemen, of maak ik nu reclame? Maar goed, ik heb de naam nu al genoemd. De directeur van dat bedrijf zegt tegen mevrouw Van der Plas: "Ik ben eigenlijk al op het punt om de grens over te gaan, maar ik blijf, want ik voel me verantwoordelijk voor dit land. Dit bedrijf is ooit gestart in Nederland en ik wil hier blijven; ik wil voor de Nederlandse werknemers en hun gezinnen blijven zorgen voor hun baan en hun inkomen, niet alleen vandaag, maar ook morgen en in de komende jaren." Zo'n bedrijf voelt zich verantwoordelijk voor dit land en zegt: ik heb hier de kans gehad om mijn bedrijf te starten en groot te maken, dan heb ik ook de verantwoordelijkheid om hier te blijven en ook in de toekomst voor die banen te zorgen. Maar dan hebben wij dus ook de verantwoordelijkheid om te zorgen voor een stabiel belastingsysteem, waarbij we niet keer op keer de belastingen verhogen.
Ik vind dat wij daar in de komende jaren de prioriteit moeten leggen. We moeten ervoor zorgen dat we de mensen helpen in hun portemonnee — u noemde de accijnzen, want die knallen er keihard in vanaf januari — maar wel op een manier dat we ook het ondernemersklimaat overeind houden, zodat de directeur van Bavaria over twee jaar nog steeds tegen u zegt: ik stond op het punt om naar België te gaan, maar ik was hier, ik ben hier en ik blijf hier.
De voorzitter:
Ik wil u vragen om uw betoog nu te vervolgen. Er zijn ook veel interrupties geweest. Ik zie mevrouw Ouwehand staan; zij heeft nog geen interrupties gehad. Mocht het moment er zijn, dan geef ik haar daartoe de gelegenheid, maar ik wil de anderen vragen om mevrouw Hermans even de ruimte te geven om haar betoog voort te zetten.
Mevrouw Hermans (VVD):
Voorzitter. Ik heb bij de interrupties al een heleboel gezegd, dus ik sla een klein stukje over en ga verder bij wat ik … Nee, ik ga toch nog even iets zeggen over 22 november en een aantal problemen die ik noemde. Ik vind dat die niet kunnen wachten tot 22 november, omdat dat beklemmende gevoel van "kan ik mijn rekeningen nou nog betalen?" niet op pauze gaat tot die tijd. Dat gevoel zit dus bij heel veel Nederlanders met een heel gewoon salaris. Ik heb het al een paar keer gezegd, maar in het debat vandaag en morgen, in de voorstellen die hier op tafel komen en in de weging die de VVD-fractie daar morgen aan het einde van het debat over zal maken, is de vraag dus ook: kijken we niet alleen naar die laagste inkomens, maar doen we ook serieus iets voor die mensen met dat hele normale middeninkomen? Doen we ook echt iets voor deze mensen om de stress en dat beklemmende gevoel aan het einde van de maand wat minder te maken?
Ik zei ook al dat het kabinet maatregelen neemt om de kwetsbaarste mensen, zij die dat nodig hebben, te helpen. Dat vinden we goed. Die maatregelen zijn ook goed. Maar we moeten ook echt iets doen voor de groep die nu buiten de boot lijkt te vallen, voor de betaalbaarheid van hun leven. De discussie is dus nu of er nog iets boven op het pakket moet komen waarmee het kabinet de laagste inkomens tegemoetkomt.
De voorzitter:
Een moment, mevrouw Ouwehand. Gaat u uw gang. Partij voor de Dieren.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ja. Ik zat me de hele tijd in de discussie iets af te vragen. De collega's hebben allerlei vragen gesteld aan de VVD. Het kabinet heeft een commissie ingesteld die adviezen heeft aangedragen over hoe we de verschrikkelijke realiteit dat 800.000 mensen in Nederland in armoede leven en de situatie van alle mensen rondom het sociaal minimum nou structureel kunnen oplossen. Mevrouw Hermans zegt hier steeds: we kunnen niet meer doen dan nu is aangekondigd, "want de middeninkomens". Het is een beetje sleets, dus ik wil er eigenlijk van wegblijven om haar erop te wijzen dat het hier toch de VVD is die toch best wel lang geregeerd heeft en dat dit probleem niet nieuw is. Maar ik vind het echt fundamenteel vervelend dat de VVD dus de maatregelen die nodig zijn, als wij als rechtvaardig land met elkaar vaststellen dat we geen armoede accepteren in een rijk land als Nederland en dat er meer nodig is, af lijkt te houden omdat zij zelf de problemen voor de middeninkomens niet heeft opgelost.
Mijn vraag zou dus zijn: wat let de VVD om daar veel fundamenteler naar te kijken en daarin veel fundamentelere keuzes te maken? Armoede? Dat is onacceptabel in een rijk land als Nederland, dus dat probleem gaan we oplossen. Middeninkomens? Ja, die zitten ook allemaal vast in al die gekke toeslagenregelingen, waardoor je daar niet uit komt. Dus waar moeten we het geld dan vandaan halen? Dan denk ik: "37,5 miljard aan fossiele subsidies? Begin daarmee." We hadden het net over het ondernemersklimaat, maar met ondernemingen die gewoon rechtstreeks de gezondheid van onze bevolking schaden, is het gewoon afgelopen. Er is geld, maar de VVD weigert dat te halen waar het zit en doet nu net alsof het willen oplossen van de armoede oneerlijk zou zijn voor de middeninkomens. Dat kan dus niet.
Mevrouw Hermans (VVD):
Dit doet geen recht aan alle discussies en interruptiedebatten die ik hier tot nu toe heb gevoerd. Ik heb niet gezegd dat we niks voor de laagste inkomens moeten doen of dat ik niet opensta voor of niet wil luisteren of kijken naar voorstellen die collega's doen — u doet dat misschien straks ook in uw bijdrage — om voor die groep nog iets extra's te doen. Ik heb niet gezegd dat ik armoede accepteer; die accepteer ik helemaal niet. Integendeel, ik vind dat daar iets tegen moet gebeuren en ik vind het daarom goed dat er een pakket met maatregelen ligt. De discussie gaat nu over de vraag of er nog iets extra's moet gebeuren. Als we daarnaar kijken, vind ik dat we niet die hele grote groep aan middeninkomens, die het ook zwaar hebben, mogen vergeten. Die vallen niet onder de definitie van armoede waar u het over had. Die vallen niet binnen die aantallen waar u het net over had. Maar zij hebben net zo veel stress aan het einde van de maand. Zij maken zich net zo veel zorgen: jeetje, wat gaat er gebeuren als ik nog zo'n hoge energierekening op de deurmat krijg? Die zijn voor hun werk afhankelijk van de auto en denken aan die €0,20, €0,21 die er straks in januari per liter bij komt. Dat is niet niks. Ik vind dat we daar ook oog voor moeten hebben. Dat is waar ik voor sta en waar ik hier voor knok, vandaag en morgen.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Dat is prachtig, maar de VVD suggereert dat de anderen hier in de zaal dat niet zouden willen. Volgens mij is er overeenstemming over dat we armoede in Nederland niet accepteren. Het kabinet heeft nota bene zelf een Commissie van Wijzen ingesteld. Er ligt nu een heel goed advies. De commissie zegt: met 2 miljard kom je er niet. Volgens mij hebben we hier een brede Kamermeerderheid die een einde wil maken aan armoede, wat de VVD ook zegt te willen. Daarnaast is er hier niemand die zegt "laat de middeninkomens maar over aan hun trieste lot dankzij 12 jaar VVD-beleid", niemand. Je moet dus niet suggereren, is mijn punt, dat het een haaks staat op het ander. Dan moet er dus iets anders gebeuren, want we willen beide groepen helpen, mensen met een inkomen rond het sociaal minimum én de middeninkomens. Wat doet de VVD dan? Ik zie dat de VVD niet bereid is om de keuzes te maken die nodig zijn. Er is geld nodig. Er zijn grote bedrijven die heel vervuilend zijn en daarnaast bakken geld verdienen. Ik zeg dan tegen de VVD: als je de problemen voor deze twee inkomensgroepen wilt oplossen, is er geld; waar is de VVD?
Mevrouw Hermans (VVD):
Daar zit precies de crux, in dat laatste stuk van het betoog van mevrouw Ouwehand. Er ligt een heel aantal voorstellen die partijen de afgelopen dagen in de krant of voor een camera gedaan hebben. Er liggen ook voorstellen over "hoe dat te betalen?" en bij een heel aantal van deze dekkingsvoorstellen zit een bezwaar voor de VVD. Het zijn namelijk een-op-een lastenverzwaringen voor ondernemers. Het is heel makkelijk gezegd en het klinkt heel sympathiek — het zouden allemaal grote bedrijven zijn die vervuilen, die lawaai maken en die oneindig veel winst maken die ze allemaal in hun eigen zak steken — maar als je de lasten voor ondernemers gaat verhogen, raken we ook de hele normale midden- en kleine bedrijven in Nederland die keihard werken, dag in, dag uit, en waar heel veel mensen in Nederland een baan hebben en hun inkomen vandaan halen. Dus pas alstublieft op met hier even heel makkelijk zeggen dat het wel bij die grote bedrijven met die grote winsten vandaan gehaald kan worden. Want als je daar maatregelen op gaat nemen, dan kom je bij die heel normale, hardwerkende ondernemer terecht.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Ouwehand.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ook weer iets wat gewoon niet waar is. De VVD doet haar eigen huiswerk niet goed. Want je kan wel degelijk een heel groot onderscheid maken, en dat onderscheid moet ook gemaakt worden. Ik hoorde het de minister van Sociale Zaken ook zeggen. Welke banen willen we eigenlijk in Nederland? Welke economische activiteit draagt nou bij aan bestaanszekerheid, ook in de toekomst? De VVD is de partij die die discussie niet aan wil, daar geen keuzes in wil maken en doet alsof wij met alle maatregelen die vanuit de Kamer worden voorgesteld om de grote verdieners, de grote vervuilers, zwaarder te belasten, de platenzaak in de winkelstraat aanpakken. Dat is helemaal niet aan de hand! Dat is helemaal niet aan de hand. Maak onderscheid. Wat draagt nou bij aan een gezonde economie met ook die waarden: geen armoede, middeninkomens moeten zich kunnen redden, de leefomgeving wordt niet aangetast, mensen worden niet meer ziek van bedrijven, de belastingbetaler hoeft niet meer op te draaien voor vervuilende verdienmodellen? Dat kan je gewoon doen. Kijk, en daar laat de VVD het liggen en probeert zij de Kamer en Nederland wijs te maken dat zij het opneemt voor zelfstandige ondernemers, terwijl ze gewoon de grote vervuilers aan het beschermen is. En zij doet ook alsof de armoede niet goed op te lossen is, want "ja, de middeninkomens ook". Je weigert om de keuzes te maken, om geld te halen daar waar het zit zonder dat het ten koste gaat van burgers, en probeert Nederland een heel ander verhaal voor te houden. Ja, weet je, ik denk dat iedereen daardoorheen prikt. Ik wilde daar even de vinger op leggen. Als dit de VVD is waarmee we de komende twee dagen zaken moeten doen, dan denk ik niet dat de problemen worden opgelost.
Mevrouw Hermans (VVD):
De vraag wat nou bijdraagt … Wat is de economie van de toekomst? Misschien moet ik het zo omschrijven. Dat is een heel relevante vraag. De VVD zegt daar ook een aantal dingen over in haar verkiezingsprogramma. Dat gaat over een economie die innovatief is, waarin vergroening plaatsvindt en die bedrijven kent die de wederkerigheid laten zien waar ik het net met mevrouw Van der Plas — ik zie haar even niet meer — over had. Dat gaat dus over keuzes maken. Dat heeft ook een effect op wat voor banen je hier straks, in de toekomst, hebt. Dat zijn wel heel fundamentele keuzes. Daar hebben we allemaal opvattingen over. Die schrijven we op in ons verkiezingsprogramma, daar gaan we campagne mee voeren, daar gaan we de komende periode de boer mee op. En de kiezer gaat op 22 november een keuze maken. Dat zal een belangrijk onderwerp moeten zijn in de coalitieonderhandeling, welke dan ook, die daarna gaat plaatsvinden. Maar dit is wel dermate fundamenteel dat ik niet vind dat je dit nu even, vandaag en morgen, kunt regelen. Ontslaat ons dat van de plicht om te kijken wat je volgend jaar wel extra kunt doen? Ik zeg dat we de middeninkomens niet mogen vergeten, maar daarmee zeg ik niet dat er helemaal niks kan voor de laagste inkomens. Ik zeg wel dat ik vind dat er al een goed pakket ligt.
Dan tot slot over wat u zegt over grote bedrijven en hen meer belasting laten betalen. Laten we niet doen alsof dat de afgelopen jaren niet is gebeurd. De Vpb, de vennootschapsbelasting, is gestegen, zowel het lage als het hoge tarief. We hebben een solidariteitsbijdrage gevraagd aan de energiemaatschappijen met het oog op het energieplafond, om mensen in Nederland te kunnen helpen met het betalen van hun energierekening. Wilt u dus alstublieft niet doen alsof we dat nooit doen?
De voorzitter:
U vervolgt nu uw betoog. Ik sta nu even geen interrupties meer toe, maar dat doe ik natuurlijk wel aan het einde, als er nog vragen zijn. Gaat u verder.
Mevrouw Hermans (VVD):
Voorzitter. In het verlengde van mijn laatste woorden aan mevrouw Ouwehand. De voorstellen die ik gezien heb en die vooral gericht zijn op de laagste inkomens — daarom leg ik daar mijn punt van de middeninkomens naast — worden ook betaald door onze bedrijven structureel meer te belasten. En dat vind ik, dat vindt de VVD, onverstandig. Want dan ga je voorbij aan het feit dat het geld ook ergens verdiend moet worden. En het doet ook geen recht aan de zorgen die al die andere mensen in Nederland hebben. Voorzitter, ik lees nu iets voor waarvan ik denk dat ik dat echt al heel vaak heb gezegd. Ja, dat krijg je zó veel interrupties hebt. Ik sla dat nu dus gewoon over. Nou ja, ik wil mijn eigen woorden nog even kracht bijzetten, misschien met wat andere woorden. Nou ja.
Voorzitter. Laten we bovenop wat het kabinet doet, kijken: wat kunnen we nou nog extra doen om de druk die heel veel mensen in Nederland ervaren aan het einde van de maand wat te verlichten? Als u de VVD vraagt "waar ziet u nu dat die stapeling van vaste lasten zich voordoet en waar vindt de VVD dat er iets moet gebeuren?", dan zeggen wij: die stijging van de vaste lasten zit 'm vooral in de kosten van het autorijden, de kosten van de energierekening en de kosten van het leven met kinderen. Wij vinden, als we met elkaar gaan kijken naar een pakket om voor 2024 nog iets extra's te doen, dat we daar in elk geval, met die middengroepen in ons achterhoofd, oog voor moeten hebben. En ja, dat moet allemaal netjes betaald worden. Wat de VVD betreft doen we dat door geld dat nog niet is uitgegeven of nog niet besteed is, te gebruiken. Zo helpen we komend jaar de mensen met de laagste inkomens én de mensen met middeninkomens, zodat ze niet door het ijs zakken.
Voorzitter. Ik ga nog even door op waar het net over ging, namelijk het betalen van deze voorstellen door de lasten voor ondernemers te verhogen. Als we dat doen, gaan we voorbij aan het hele belangrijke punt van onze verdiencapaciteit, van het besef dat het geld in Nederland ook ergens verdiend moet worden. Ik zei het al: het klinkt leuk en sympathiek om nu even snel wat belastingen voor ondernemers te verhogen om zo mensen met de laagste inkomens een extraatje te geven — extra bovenop wat het kabinet voorstelt en extra bovenop waar we hier met elkaar over discussiëren — maar ondernemers maken zich ook zorgen of zij hun rekeningen nog kunnen betalen. Een gewone ondernemer is niet rijk. Die werkt zich elke dag uit de naad om gewoon een salaris te verdienen en om het salaris van zijn medewerkers te kunnen betalen. Want ons geld moet ergens verdiend worden, vandaag, morgen en in de toekomst. De koning zei het gister uitermate treffend: in dit land gaat verdienen altijd boven verdelen. Precies daar zit de crux: we moeten bij wat we vandaag beslissen ook nadenken over de effecten op lange termijn.
Moet ik stoppen?
De voorzitter:
Nee, u gaat verder. Daarna willen de heer Klaver en de heer Bontenbal ook nog een vraag stellen. Daarna kijken we even welke vragen er nog zijn, want anders komen we niet verder met uw betoog. Gaat u verder.
Mevrouw Hermans (VVD):
We moeten nadenken over de effecten op de lange termijn. Hoe ziet onze economie er dan uit? Want de economie draait op al die ondernemingen waar mensen werken, waar we het geld verdienen om al die dingen te kunnen betalen die we ook belangrijk vinden: de zorg, het onderwijs, de veiligheid. Ik zei het al tegen mevrouw Van der Plas. Zomaar de belastingen voor ondernemers verhogen, gaat leiden tot ondernemers die vertrekken uit Nederland. Dus: minder banen. En daar worden al die Nederlanders die daar werken de dupe van. Hun baan weg betekent hun inkomen weg. En dan doen we nog iets anders: dan jagen we ondernemers weg naar landen waar het allemaal goedkoper is, waar schoon en groen produceren echt niet altijd prioriteit nummer één is. Willen we dat dan? Wat doet dit met onze onafhankelijkheid? In de coronatijd hebben we gemerkt hoe de afhankelijkheid van mondkapjes uit China ons in onzekerheid stortte. De oorlog van Oekraïne liet zien hoe de afhankelijkheid van Russisch gas hier keihard onze energierekening raakt. Dat zijn ook redenen om ervoor te zorgen dat ondernemers besluiten om hier te blijven, hier en in Europa.
Als je echt iets wil doen aan het geven van zekerheid dat het leven betaalbaar is en blijft, moeten we dus ook kijken naar de effecten op lange termijn en moeten we onze keuzes niet alleen baseren op wat in het hier en nu goed voelt. Dat vraagt om anders denken van ons allemaal. Dat vraagt erom dat we die keuzes maken, uitwerken en er samen voor gaan staan. Dat vraagt het vertrouwen van een politieke samenwerking. Daarvoor gaan we naar de stembus op 22 november. Maar ik zei het al: we zien dus ook dat er iets moet gebeuren, want na 22 november is er niet zomaar een kabinet en we willen 2024 geen verloren jaar laten zijn. Wat de VVD betreft doen we dus nu iets voor al die mensen met een normaal salaris, die het ook zwaar hebben, en dekken we dat met het geld dat we voor dat ene jaar, voor 2024, vrij kunnen maken. Voor de lange termijn, structureel dus, is er meer nodig. Dat weet ik, dat erken ik en dat zie ik. Maar dat is aan een volgend kabinet. Dat vraagt om keuzes die ervoor zorgen dat we het leven betaalbaar houden voor mensen, en het verdienvermogen van ons land versterken.
De voorzitter:
Volgens mij bent u nog niet aan het einde van uw betoog ...
Mevrouw Hermans (VVD):
Nee, zeker niet.
De voorzitter:
Kijk, dat is de keuze die we allemaal maken, om mevrouw Hermans al heel snel te interrumperen. Maar ik wil haar echt de kans geven om haar verhaal nu af te maken, en daarna geef ik alle gelegenheid, als er nog vragen zijn.
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik ga dan wel naar een ander onderwerp. Dat is ook al aan de orde geweest, maar ik ga naar een ander onderwerp.
De voorzitter:
Dat geeft helemaal niks. En lokt u het niet uit.
Mevrouw Hermans (VVD):
Oké, voorzitter. Een ander serieus probleem waarvan de VVD vindt dat dit kabinet, ook al is het demissionair, wel door moet gaan met het oplossen ervan, is — het zal u niet verbazen — migratie. Want ik zei het al: een mensensmokkelaar wacht niet met mensen op een bootje zetten met het advies om in Nederland asiel aan te vragen, tot hier een formatie gestart is. Het probleem is er nu. Kijk naar het aantal mensen dat dit jaar naar Nederland komt. En het COA had nog nooit zo veel asielzoekers in de opvang. De druk op onze voorzieningen is gigantisch: de woningmarkt, de zorg en het onderwijs; ik noemde het al een paar keer. We zien het ook aan de Miljoenennota, waaruit blijkt dat we miljarden moeten uitgeven aan die opvang. Dat moet anders, in Nederland, maar ook Europees. In Nederland hebben we geprobeerd om afspraken te maken om die instroom te beperken, maar daar zijn we helaas niet uit gekomen. Ik vraag wel aan het kabinet: wat kunnen zij of gaan zij nu nog doen om de instroom die we nu zien in goede banen te leiden, en daar waar mogelijk te beperken? En wat gebeurt er nu in Europa? Want dat ligt niet stil. In Europa ligt de opdracht, hier en nu, om illegale migratie onder controle te krijgen, door werk te maken van betere bewaking van de buitengrenzen en het strakker naleven van de Dublinregels. Hoe staat het daarmee? Hoe staat het met de afspraken die daarover in de Europese Raad van februari dit jaar gemaakt zijn?
Europa werkt aan het sluiten van deals met landen in Afrika. Het is goed dat het demissionaire kabinet daar werk van maakt, en dat ook de demissionaire premier hier zijn persoonlijke gewicht voor inzet. En nee, dit zijn geen landen die een-op-een matchen met onze waarden, maar het zijn wel landen waar we afspraken mee kunnen en moeten maken. Het zijn ook geen deals die je vandaag sluit en die morgen effect laten zien; dat kost tijd. En dat het tijd kost, lijkt mij en de VVD de allerbeste reden om daar snel mee verder te gaan. De deal met Tunesië moet worden uitgewerkt, en we moeten alles op alles zetten om ook deals met andere landen te kunnen sluiten. Daarvoor moet het demissionaire kabinet zich in Brussel onverminderd blijven inzetten. Ik zou het goed vinden als deze Kamer dit demissionaire kabinet daarvoor onverminderd mandaat geeft, sterker nog, het kabinet oproept om er versnelling in aan te brengen. Ik stel in elk geval een vraag hierover aan de premier. Dat doe ik heel vriendelijk en dan weet hij precies wat ik bedoel. Wat doet de premier persoonlijk om de uitwerking van deze deal te versnellen?
De voorzitter:
U bent volgens mij nog niet aan het einde, dus …
Mevrouw Hermans (VVD):
Nee, dat bewaar ik dan even totdat ik de laatste interrupties gehad heb.
De voorzitter:
U kunt het nu afmaken.
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik heb het nu afgemaakt.
De voorzitter:
Het is een soort cliffhanger op deze manier. Ik krijg er een wat ongemakkelijk gevoel van.
Mevrouw Hermans (VVD):
Neeneenee, dat is niet nodig.
De voorzitter:
Allereerst de heer Klaver, dan de heer Bontenbal en mevrouw Marijnissen.
De heer Klaver (GroenLinks):
Ik denk dat we er echt voor moeten waken om de armste mensen tegenover de middenklasse te zetten, en dat dreigt nu wel een beetje te gebeuren in het betoog van mevrouw Hermans. Die zijn niet elkaars tegenstander. Die moeten we allebei zien te helpen. Dat is ook de opgave die we nu hebben. Dus laten we hier nu geen tegenstelling creëren. En ik snap ook nog dat we moeten oppassen met wat we doen bij het belasten van ondernemers en dat niet iedere belasting zomaar kan. Nu heb ik een specifieke vraag, die juist gaat over die grote ondernemers, meer in het bijzonder over het inkopen van eigen aandelen. Dat raakt niet de ondernemers waar we hier allemaal over spreken, maar dit raakt al die beursgenoteerde bedrijven die dit middel gebruiken om ervoor te zorgen dat de aandeelhouderswaarde omhooggaat. Dat kunnen we aanpakken; het gaat over meer dan 1 miljard euro. Dat is geld dat we kunnen gebruiken voor de middenklasse en voor die armste groepen in Nederland. Bent u bereid om op dat punt wel te bewegen?
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik heb dat voorstel van de heer Klaver gezien, en toen ik dat zag moest ik zelf denken aan de discussie die we hier vorig jaar hebben gehad naar aanleiding van de hoge winsten van Shell die deze niet investeerde in verduurzaming maar daarmee wel eigen aandelen opkocht. Ik heb toen eenzelfde gevoel gehad, zo van: hoe zit dit, hoe kan dit en hoe werkt dit? Overigens is dat niet meer een bedrijf dat in Nederland zit, maar goed, dat daargelaten. Ik snap dus ergens het ongemak. Ik vind het alleen lastig nu te overzien hoe deze maatregel exact ingrijpt in dat hele ondernemersklimaat en dat vraagstuk van verdienvermogen. Ik gooi helemaal niet op voorhand overal allerlei deuren voor dicht maar dit is wel een vraag die ik heb en die ik zelf zou willen stellen tijdens de bijdrage van de heer Klaver, wat ik straks ook ga doen. Ik vind namelijk dat waar er een gevoel is waar ook iets geks aan zit, wat ik ook wel ergens deel met de heer Klaver, we niet tegelijkertijd het kind met het badwater moeten weggooien en we daarmee diep in het ondernemersklimaat in ons land moeten ingrijpen.
De heer Klaver (GroenLinks):
Op deze manier wordt het heel moeilijk om hier besluiten te nemen, want het is onze taak om een oordeel te hebben over al die verschillende politieke keuzes die we kunnen maken. Dat is helemaal niet alleen gevoel, dat heeft gewoon te maken met wat voor type bedrijven je in Nederland wilt. Wil je bedrijven die investeren in hun werknemers en in de toekomst van hun bedrijven of wil je dat ze aandelen kunnen opkopen om hun aandeelhouders te spekken? Dat vraagt om een politiek oordeel. Ik hoor het nu al een paar keer. Wat gaat er precies gebeuren met het minimumloon? Wat gebeurt er als we de lasten voor het bedrijfsleven verhogen? Het is onze taak om daarin een afweging te maken. Ik heb nu een tijd naar u geluisterd en eigenlijk zegt u: ik moet afwegen wat het betekent. Maar wat is uw oordeel? In uw verkiezingsprogramma schrijft u op: we moeten het minimumloon zo snel mogelijk verhogen. Dat kunnen we doen per volgend jaar. U heeft het er ook over dat we eerlijk belasting moeten heffen. Ik noem u nou een heel eerlijke manier om belasting te heffen bij het grote bedrijfsleven. Bent u daartoe bereid? De vraag die hieronder ligt, is de volgende. De toon van de VVD is wel veranderd en het gaat plotseling over bestaanszekerheid, maar u stelt op deze manier nog steeds hetzelfde voor als in al die vorige verkiezingsprogramma's en al die vorige Algemene Politieke Beschouwingen die we hebben gehad. Dus kunt u aangeven of u bereid bent toch die stap te zetten op dat minimumloon maar ook specifiek op het iets meer belasten van dat grote bedrijfsleven?
Mevrouw Hermans (VVD):
Er ligt een aantal heel fundamentele keuzes voor in en voor Nederland en die gaan over hoe we ons belastingstelsel inrichten, over wat ondernemers betalen en ook over wat mensen in Nederland, of ze nou een laag inkomen, een middeninkomen of een hoog inkomen hebben, ervan terugzien in hun portemonnee. Dat is een heel samenhangend geheel, een heel samenhangend stelsel van regels, afspraken, tarieven en aangrijpingspunten. Ik vind dat we dat dus ook in samenhang moeten bezien. Het minimumloon hoort daar ook bij. Ik vind dus dat dit soort fundamentele keuzes gemaakt moeten worden door een nieuw kabinet, nadat de kiezer op 22 november gesproken heeft. Meneer Klaver, u probeert nu een tegenstelling tussen u en mij te maken die er niet is, want ik heb in dit debat helemaal niet gezegd dat dat niet betekent dat we niet ook iets voor 2024 moeten doen. De vraag is alleen ten eerste: wat doe je en welke groepen bereik je daar precies mee? Ik heb niet gezegd dat het óf de laagste inkomens óf de middeninkomens is. Ik heb gezegd dat we de middeninkomens niet mogen vergeten. Dat doen we hier heel vaak en heel snel. Het tweede is dat we bij de manier waarop we betalen ook oog moeten hebben voor de verdiencapaciteit en het ondernemersklimaat in dit land. Dat is wat ik zeg. U doet nu een voorstel voor een belasting bij een bepaald type bedrijven. Ik kan daar niet zo een-twee-drie de effecten van overzien. Die wilde ik u vragen. Waarom zou ik u die vraag niet mogen stellen? U staat hier ook aan mij allerlei vragen te stellen. Dat ga ik zo meteen ook gewoon doen. Het is dan aan ons om de afweging te maken of wij dit in balans vinden: doen we iets voor de laagste inkomens, doen we iets voor de middeninkomens en houden we de verdiencapaciteit van dit land op de lange termijn op peil?
De voorzitter:
Tot slot, meneer Klaver.
De heer Klaver (GroenLinks):
Ik kijk uit naar dat debat en naar de vragen die u voor mij heeft, maar het gaat hier wel over iets fundamenteels. Ik ben bang dat er wel een tegenstelling zit. Als ik het mis heb, hoor ik het graag. Ik hoor u zojuist zeggen: voor 2024 kunnen we een aantal dingen doen en dat doen we incidenteel, omdat de fundamentele keuzes door een nieuw kabinet gemaakt moeten worden. Daar ben ik het niet mee eens. Het kabinet is demissionair, maar deze Tweede Kamer niet. Over al die zaken waar we nu over spreken, zijn zulke stapels rapporten geschreven, waarvan de Kamer zelf heeft gevraagd om er werk van te maken. Ik noem het verhogen van het minimumloon en het eerlijker belasten van winsten en vermogen. Dat zijn allemaal adviezen die er liggen, waarvoor we niet hoeven te wachten op het nieuwe kabinet, maar waarvan ik vind dat deze Kamer, die gewoon nog volop in bedrijf is, daar nu stappen in moet zetten. Dat is volgens mij waar wij verschillen. U zegt: ik wil best iets doen, namelijk weer incidenteel pleisters plakken voor volgend jaar. Het voorstel dat wij proberen te doen, is: laten we een eerste stap zetten op weg naar het fundamenteel aanpakken van de grote ongelijkheid in Nederland en de bestaanszekerheidscrisis. Volgens mij zit daar een verschil. Als dat niet zo is, hoor ik het graag.
Mevrouw Hermans (VVD):
Het verschil zit 'm er niet in dat wij niet voor de lange termijn problemen willen aanpakken, of dat als je voor de langere termijn of structureel iets kan doen, je dat zou moeten doen. Het verschil zit 'm in hoe je die structurele maatregelen of structurele voorstellen die u doet, betaalt. Als die het effect hebben op de verdiencapaciteit en het ondernemersklimaat in dit land waar ik bang voor ben, dan vind ik niet dat we dat hier eventjes in twee dagen moeten doen. Dan vind ik dat dit echt een fundamentelere discussie vraagt. Meneer Klaver, u kunt proberen een tegenstelling te maken of mij een verwijt in de schoenen te schuiven dat ik iets niet zou willen, maar ik wil een heleboel. Ik wil heel veel heel graag en ik wil heel veel problemen graag oplossen. De realiteit is echter ook dat wij op 22 november verkiezingen hebben. Op 22 november gaan heel veel Nederlanders — ik hoop nog veel meer Nederlanders dan tweeënhalf jaar geleden — naar de stembus om hun stem uit te brengen. Dat doen ze op basis van de verhalen die wij allemaal aan Nederland gaan vertellen in de komende periode over hoe wij de toekomst van dit land voor ons zien. Daarop baseren zij hun keuze. Daarna gaan wij, in welke coalitiesamenstelling dan ook, met elkaar in discussie en in debat over wat de langetermijnplannen voor dit land zijn.
De voorzitter:
Heel kort nog, meneer Klaver.
De heer Klaver (GroenLinks):
Tot slot. Ik heb hier echt grote problemen mee: meer dan een jaar formeren, anderhalf jaar ruziemaken in een kabinet, het dan laten vallen over vluchtelingenkinderen die u niet samen wil laten zijn met hun ouders en vervolgens zeggen dat we moeten wachten op een nieuw kabinet voordat we de fundamentele problemen in Nederland kunnen aanpakken. We hebben geen tijd. Er was misschien ooit een tijd waarin we zeiden: een kabinet is demissionair; we wachten op de volgende verkiezingen. Er is geen tijd! Het water staat mensen aan de lippen in Nederland. Ze houden het niet meer vol. Dat betekent niet dat we nu incidenteel weer een beetje pleisters moeten plakken voor volgend jaar. We moeten doorpakken. We moeten het minimumloon verhogen. We moeten zorgen dat het openbaar vervoer betaalbaar blijft. We moeten de sociale zekerheid eerlijk maken. Dat is aan deze Kamer. Zij zijn demissionair. Zij zijn afgetreden. Wij niet. Deze hele Tweede Kamer niet. Wij alle 150 niet. Dat is waar ik u op aanspreek, mevrouw Hermans. Ik vind dat wij in dit parlement nu de stappen moeten zetten die nodig zijn om Nederland klaar te maken voor de toekomst. U kunt wachten, maar dat gaan wij niet doen. We gaan niet wachten tot de verkiezingen om de volgende stappen te zetten.
Mevrouw Hermans (VVD):
"Pleisters plakken" slaat echt als een tang op een varken. U heeft mij horen zeggen dat ik vind dat we voor volgend jaar die accijnsverhoging moeten tegengaan, dat we moeten kijken of het mogelijk is om de energiebelasting te verlagen en dat we moeten kijken wat we kunnen doen met de kinderbijslag om gezinnen met kinderen die het zwaar hebben, te kunnen helpen. Dat vind ik. Dat is niet zomaar even iets kleins doen; dat is echt iets doen aan de zorgen die mensen nu, op dit moment, hebben.
Tegelijkertijd zien we dat er onderliggend veel grotere vraagstukken zijn. Ja, daar moet een antwoord op komen, en snel. En ja, u heeft helemaal gelijk: de formatie heeft lang geduurd. Dat is zo. En we hadden liever niet gewild dat het kabinet zou zijn gevallen. Maar als je een groot probleem niet opgelost krijgt, als het niet lukt om met een kabinet vooruit te komen, moet je ook de conclusie durven trekken dat het stopt, dat het over is. Dat is de conclusie die voor de zomer is getrokken. Doe dan niet alsof wij kinderen in oorlogsgebieden willen laten zitten. Daar ga ik toch ook echt nog wat over zeggen: daar is helemaal niets van waar; dat is echt de grootste onzin op aarde.
De voorzitter:
Eerst de heer Bontenbal van het CDA, dan mevrouw Marijnissen, dan de heer Paternotte en dan mevrouw Gündoğan. De heer Bontenbal gaf als eerste een teken dat hij wilde interrumperen.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik wil even terug naar het voorstel dat de VVD met een aantal andere partijen heeft gedaan om een accijnsverlaging te organiseren. Op zich hebben wij daar als fractie sympathie voor, met het oog op grenseffecten en de grote verschillen die er gaan ontstaan met andere landen, zoals Duitsland. Dat verschil wordt wel erg fors. Tegelijkertijd heb ik er ook wel een paar vragen bij. Het zijn toch met name de hogere inkomens die hier het meest van gaan profiteren, met een factor 3 meer, zo laat de ING zien. Daarnaast zit er in het voorstel weinig voor het regionale ov. Er zijn natuurlijk ook heel veel mensen in de regio die het ov gebruiken. Ik ben een beetje op zoek naar de mentale ruimte bij mevrouw Hermans, bij de VVD: kan er op dit voorstel nog worden bewogen in de maatvoering? Ook zou ik gelijk willen weten waar de dekking zit. Zit daar nog bewegingsruimte bij de VVD?
Mevrouw Hermans (VVD):
Wij hebben gekeken waar de druk zit voor die grote groep Nederlanders die ik al een paar keer genoemd heb, die groep met dat gewone salaris. Die druk zit ook aan de kant van het autorijden, want de kosten voor autorijden gaan straks, in januari, echt stevig omhoog. U gaf zelf wat voorbeelden uit de regio, waar mensen afhankelijk zijn van de auto. Daar willen wij heel graag iets voor doen. Ja, ik zie dat ook de kosten voor het ov toenemen. In een debatje met mevrouw Bikker heb ik al gezegd dat het niet zo is dat ik dat níet belangrijk vind, maar in de politiek moet je keuzes maken. Wij hebben gezegd: dit is de keuze die wij maken, het voorstel dat wij doen. Maar nogmaals, de VVD-fractie heeft 34 zetels. Dat zijn er geen 76, dus hiermee is het niet geregeld. We zullen in een open debat met elkaar moeten kijken wat er kan en wat er mogelijk is.
Dan de dekking. Daarvan zeggen wij: regel die nu voor 2024. Daarmee gaat het om incidenteel geld. Dat het nog steeds veel geld is, ben ik direct met u eens. We kunnen kijken waar er nog niet-besteed geld ligt, dat dus nog niet is uitgegeven, dat we hiervoor kunnen gebruiken. Dan hoeven we het niet ergens weg te halen. Ik zie in de media onder andere het Groeifonds voorbijkomen. Dat zou een optie kunnen zijn, maar als er andere opties zijn, sta ik daar absoluut voor open.
De heer Bontenbal (CDA):
Ja, maar dan verwacht ik eigenlijk wel dat er bij dit voorstel iets van een dekking gaat komen, want we zitten natuurlijk allemaal te kijken naar potjes en naar geld dat vrijvalt en we hebben allemaal wel ideeën voor hoe je dat kunt besteden. Ik verwacht dus wel dat er, als u met een concreet voorstel komt, waar bedragen aan vasthangen, een dekking bij zit en dat die dan ook gespecificeerd is naar waar het precies uit komt. Ik hoorde het Groeifonds voorbijkomen, maar dat is eigenlijk voor andere dingen bedoeld. Is er ruimte bij de VVD om in de maatvoering iets te doen zodat er geld vrijgespeeld wordt voor het regionale ov, of kijkt mevrouw Hermans daarvoor naar de voorstellen van andere partijen? Bakt u het dus in uw eigen voorstel in of lift u mee op de voorstellen van andere partijen op het gebied van het regionale ov?
Mevrouw Hermans (VVD):
Nee, ik zei al: ik ben de tweede spreker. Er komen er nog negentien na mij, die ongetwijfeld ook …
De voorzitter:
Zeventien.
Mevrouw Hermans (VVD):
Ja, zeventien! En die zeventien komen ongetwijfeld ook met allemaal voorstellen. Uzelf ook, vermoed ik zomaar, naar aanleiding van wat ik u heb horen zeggen in de media. Ik ben bereid om daar in bredere zin naar te kijken. Ja, ik vind ook dat dat natuurlijk goed en fatsoenlijk gedekt moet zijn. Dat zal ik zelf ook doen als ik met een voorstel kom. Dat geldt ook voor al die andere voorstellen, waarbij niet elk dekkingsvoorstel dat ik voorbij heb zien komen — laat ik het voorzichtig zeggen — direct op applaus van ons kon rekenen.
De voorzitter:
Tot slot.
De heer Bontenbal (CDA):
Ja, heel kort. Om concreet te zijn: gaan we dat dekkingsvoorstel de komende uren zien? Ik heb inderdaad een voorstel gedaan waar ik een heel concrete dekking bij heb gegeven. Dat vind ik netjes en solide. Maar ik heb de dekking van dit voorstel nog niet gezien. Als ik daar iets van ga vinden of als we een totaalpakket willen maken, moeten we die dekking wel gewoon op papier hebben. En die heb ik nog niet gezien.
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik zeg u toe dat wij bij het voorstel dat wij uiteindelijk gaan neerleggen, laten zien wat de dekking is.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Omdat grote bedrijven zo ontzettend veel winst maken, komt er alleen al dit jaar 10 miljard extra binnen, zonder dat er sprake is van ook maar een cent belastingverhoging. Als mevrouw Hermans nog een suggestie zoekt voor een dekking om iets aan de energierekening te doen, zou ik graag die 10 miljard hier willen pitchen.
Mijn vraag gaat over iets anders, namelijk over de zorg. Sinds het presenteren van het regeerakkoord verzet de SP zich tegen de bezuinigingen op de ouderenzorg, met name op de verpleeghuizen. Het is goed nieuws dat, dankzij de acties van zorgverleners, een deel van die bezuinigingen nu inderdaad van tafel gaat. Die bezuinigingen kunnen namelijk echt niet; de tekorten zijn al gigantisch. Mijn vraag aan mevrouw Hermans is: kunnen wij vandaag afspreken dat die gehele bezuiniging op de ouderenzorg, dus op onze verpleeghuizen, van tafel gaat en dat wij kiezen voor het investeren in en weer opbouwen van onze zorg?
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik begin met de aanname in de interruptie van mevrouw Marijnissen dat de extra Vpb-inkomsten gewoon het gevolgd zijn van alleen maar hogere winsten en dat er geen tariefsverhoging was. Die was er wel. Per januari van dit jaar is het lage Vpb-tarief van 15% naar 19% gegaan.
Dan uw vraag over de zorg. Ik denk dat het goed is dat dit demissionaire kabinet besloten heeft om die bezuiniging voor komend jaar on hold te zetten. Ik ga nu niet zeggen dat ik vind dat we dat ook voor de komende jaren moeten doen, omdat ik ook het vraagstuk in de zorg zie. Dit vraagstuk is: hoe houden we de zorg bereikbaar en toegankelijk voor iedereen die nu of in de toekomst zorg nodig heeft? Dat vraagt ook om het maken van lastige keuzes. Dat is niet leuk, maar wel nodig om de zorg ook voor onze kinderen en kleinkinderen overeind te houden.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Niet leuk? Dat is vooral niet leuk voor ouderen en voor mensen die in de ouderenzorg werken. De SP heeft een meldpunt. Vorige week voerden zorgverleners hier ook actie. Dan hoor je dat er in het verpleeghuis te weinig personeel is om ouderen die 's nachts op de grond vallen, fatsoenlijk weer in bed te helpen. Mensen die daar werken, vertellen ons dat ouderen eigenlijk niet meer durven te vragen of ze mogen douchen, omdat ze ook wel zien dat dit door het personeelstekort eigenlijk gewoon niet meer gaat. Dat is Nederland met die 10 miljard euro die er alleen al aan winsten van grote bedrijven dit jaar extra binnenkomt. Dat is toch onbestaanbaar? Daarom nogmaals mijn vraag aan mevrouw Hermans: accepteert zij dat? Dit is de situatie zoals die nu al is. Dit is nu de situatie in onze zorg, zonder dat er nog extra gekort wordt. Accepteert zij dat? Of zegt zij vandaag ook: nee, dat kan niet, wij kiezen voor investeringen?
Mevrouw Hermans (VVD):
Mevrouw Marijnissen, u raakt de crux van het probleem in de zorg en overigens ook in het onderwijs en op heel veel andere plekken: het personeelstekort. De mensen zijn er niet. Ja, we hebben ze nodig, ook in de zorg, ook in het onderwijs, op al die plekken waar nu te weinig mensen zijn. Maar ze zijn er niet. Dat is een groot probleem, en we hebben ze ook niet zo even een-twee-drie naar de zorg gehaald. We gaan niet nu in een 4 vmbo-, een 5 havo- of een 6 vwo-klas staan met de mededeling: jij gaat een zorgopleiding doen. Dat personeelstekort is niet zomaar opgelost en met de vergrijzing zal die vraag naar mensen in de zorg alleen nog maar groter worden. Dus we zullen naar meer moeten kijken dan alleen de manier waarop we de zorg nu georganiseerd hebben. Daarom zei ik: dat zullen ook lastige keuzes zijn. Maar we zullen ze wel moeten maken om ervoor te zorgen dat we ook verpleeghuiszorg hebben in de toekomst en dat we ook in de ziekenhuizen en bij de huisartsen de zorg kunnen blijven verlenen die we zo belangrijk vinden. Maar het zal ook op andere manieren gaan.
De voorzitter:
Tot slot.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Dit kan echt niet! Mevrouw Hermans zegt: de mensen zijn er niet. Mevrouw Hermans, ik heb nieuws voor u: de mensen zijn er wel; alleen, met uw VVD-beleid jaagt u ze allemaal weg. De uitstroom in de zorg was nog nooit zo hoog. Bij ons meldpunt geeft de helft van de mensen aan dat zij overwegen of al besloten hebben om te kappen met het werken in de zorg. Dat doen zij niet omdat zij het geen mooi werk vinden — het is het mooiste werk dat er is; mensen doen het vanuit hun hart — maar omdat zij het niet meer aankunnen, vanwege de werkdruk, vanwege de oplopende bureaucratie, vanwege het verlies aan zeggenschap, vanwege al die onnodige managers die zich met hun werk bemoeien. Dat is wat we moeten aanpakken, mevrouw Hermans. En daar kunnen we voor kiezen. Maar dan zijn er wel andere keuzes nodig. U kunt zeggen: we zien de zorg niet langer als een markt. We kunnen zeggen: we stoppen met het onnodig geld uitgeven aan allerlei aanbestedingen, waar juristen en onderhandelingen bij komen kijken. Dat is allemaal geld voor de zorg dat niet naar de zorg gaat. We kunnen vandaag besluiten dat dat geld naar de werkvloer gaat, zodat daar niet bezuinigd hoeft te worden. Ik vraag aan u: doet u dan met ons mee?
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik doe met mevrouw Marijnissen mee op een aantal punten die zij aan het begin van haar interruptie noemde. Dat is het tegengaan van het vertrek van al die mensen uit de zorg. We moeten ervoor zorgen dat mensen in de zorg gaan werken, maar we moeten er vooral voor zorgen dat ze er blijven werken. Mevrouw Marijnissen, u had het over die regels en die regeldruk. U vindt mij direct aan uw zijde als u die minder wilt maken en als u die bureaucratie wilt verminderen, maar het is een heel, heel, heel taaie klus. Als wij samen het gouden ei kunnen verzinnen om daar een doorbraak in te forceren, dan vindt u mij direct aan uw zijde. U had het over zeggenschap. Dat is ongelofelijk belangrijk. Daarom is het ook heel goed dat de initiatiefwet van mevrouw Ellemeet en mijn collega Judith Tielen onlangs is aangenomen in de Eerste Kamer. Want ja, natuurlijk wil je als verpleegkundige, of het nou in een verpleeghuis of ziekenhuis is, mee kunnen praten. Je wilt dat er niet alleen over jou gepraat wordt, maar ook meepraten over je werk. Er moet flexibiliteit komen in hoe roosters en diensten worden ingedeeld. Dat zijn allemaal elementen die het werken in de zorg aantrekkelijk moeten maken en houden.
De voorzitter:
Heel kort nog, mevrouw Marijnissen.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Mevrouw Hermans vraagt naar het gouden ei, maar dat gouden ei is: stoppen met winstuitkeringen in de zorg, stoppen met onnodige bureaucratie, stoppen met de zorg als markt zien, stoppen met zorgverzekeraars, stoppen met private equity — ik krijg het bijna mijn mond niet uit. Waarom hebben we dat in onze zorg toegestaan? Daar gaat zo veel geld naartoe dat niet naar de werkvloer gaat. U haalt het geld weg bij de werkvloer. Daarmee jaagt u mensen weg uit de zorg die dat werk met hun hart doen.
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik vind het echt zonde dat mevrouw Marijnissen dit nu helemaal simplificeert tot een aantal grote uitspraken waarvan zij ook weet dat ze veel dieper ingrijpen en een heel ander effect hebben in plaats van dat ze zomaar even de regeldruk of de bureaucratie oplossen. Ik geef haar aan dat ik aan haar zijde sta. Er kan heus wel iets gebeuren aan al die checklistjes, al die lijstjes, al die afvinkprotocollen. Ik trek daarbij graag met u ten strijde. Ik had het al over die zeggenschap. Die initiatiefwet is mooi. Als daar meer kan, moeten we daar meer doen. Maar de zorg zal in de komende jaren ook gaan veranderen, want dat personeelstekort wordt niet zomaar minder, juist ook omdat we vergrijzen. De vraag naar zorg wordt ook groter. We zullen de zorg dus op andere manieren moeten inrichten. Dat is een discussie die we hier met elkaar moeten voeren. Ik zei het al: daar zullen misschien ook lastige keuzes tussen zitten, maar ook die moeten we wel met elkaar durven te maken.
De heer Paternotte (D66):
Ik hoop dat wij hier nog een grote cliffhanger kunnen afhechten. Onder leiding van Mark Rutte heeft de VVD elf jaar lang gezegd: regeren met Wilders is uitgesloten. Hij noemde verschillende redenen, zoals de rechtsstaat en de "minder, minder"-uitspraak. De nieuwe leider van de VVD heeft een andere afslag genomen. Die zei: laat hem komen met zijn plannen; we wachten zijn verkiezingsprogramma af. Dat kennen we nu. We hebben het net gehoord: moskeeën verbieden, korans verbieden, een hoofddoekjesverbod in publieke ruimte en hier in de Staten-Generaal. Als je hier democratisch gekozen wordt en je wilt de zaal in lopen, dan moet die hoofddoek er bij een vrouw gedwongen af. Hij spreekt geen enkele steun uit aan Oekraïne. Hij wil milder zijn, milder voor Rusland en extremer voor Nederland. Mijn vraag is als volgt. De VVD wilde het verkiezingsprogramma afwachten. Nu we dit allemaal weten, is het dan nog steeds een optie om te gaan regeren met Wilders?
Mevrouw Hermans (VVD):
Onze nieuwe partijleider heeft gezegd: ik wacht onder andere op het verkiezingsprogramma, want met een verkiezingsprogramma gaat men de boer op en gaat men campagne voeren. Dan gaan we zien hoe het met de scherpe kantjes zit. Gaan die er inderdaad vanaf? Wat zijn bespreekpunten? Wat zijn breekpunten? Dat geldt overigens voor alle partijen hier in de Kamer. Dat is de insteek en de inzet van de VVD.
De heer Paternotte (D66):
Nou, dan hebben we nieuws! Mag ik hieruit concluderen dat de VVD tot aan de verkiezingen de optie openhoudt om te gaan regeren met Wilders? Mag ik hieruit — zodat de mensen het weten — concluderen dat de VVD na de verkiezingen misschien wel een kabinet gaat vormen met de PVV, dat dat af gaat hangen van scherpe randjes en onderhandelingen, maar dat dat dus niet gebaseerd zal zijn op de plannen die op tafel komen?
Mevrouw Hermans (VVD):
U mag helemaal niets concluderen en al helemaal niet wat u nu allemaal zegt. Dat doet namelijk geen recht aan de woorden die ik net sprak. We presenteren nu allemaal verkiezingsprogramma's. Volgens mij moet dat van u nog komen. We gaan allemaal kijken wat daarin staat en wat we daarvan vinden. We gaan daar dan mee de straat op, de boer op. We gaan ons verhaal vertellen aan Nederland. We gaan zien wat bespreekpunten en breekpunten zijn. Dan komt er een verkiezingsuitslag en dan zien we verder. Maar ik ga nu niet mee in uw conclusie.
De heer Paternotte (D66):
"Dan komt er een verkiezingsuitslag en dan zien we verder."
Mevrouw Hermans (VVD):
Misschien wel daarvoor.
De heer Paternotte (D66):
Twee maanden geleden zat ik naast mevrouw Hermans. Zij kreeg toen de vraag: houdt u de optie open om met de PVV te gaan regeren? Ze zei: "Nee, vanwege uitspraken die ze eerder hebben gedaan. Daar zijn we heel duidelijk over geweest. Dat gaat dus niet gebeuren." Dit is een ander verhaal. Kan zij ons ook meenemen in hoe ze daarover persoonlijk van mening veranderd is?
Mevrouw Hermans (VVD):
Ook hier waren mijn woorden genuanceerder dan de samenvatting van de heer Paternotte doet vermoeden, maar dat laat ik eventjes voor wat het is. We zaten daar samen aan tafel bij een televisieprogramma. Dit was nog geen twee uur nadat dit kabinet zijn ontslag had aangeboden aan de koning. U stelde mij toen inderdaad die vraag, en ik heb daar toen een antwoord op gegeven. Nogmaals, dit was een genuanceerder antwoord dan u zojuist verwoordde. Maar eigenlijk had ik daar iets anders op moeten zeggen. Twee uur daarvoor hadden we de conclusie getrokken dat het niet lukte met dit kabinet om een groot probleem in Nederland op te lossen. Dat is voor de VVD het doel van een kabinet: problemen oplossen en dit land vooruithelpen. De eerste vraag die u aan mij stelde ging weer over Haagse gedoetjes hier: wie met wie, waarom wel en waarom niet. Dus dat zeg ik nu. Dat zeg ik nu. En ik voeg daaraan toe: wat mijn partijleider, onze partijleider, heeft gezegd, gaat ook over vooruitkijken en over naar de toekomst kijken. We hebben nu een verkiezingsprogramma gezien. Ik wacht nog heel veel andere verkiezingsprogramma's af. Nu komt het erop aan hoe de discussie daarover gaat lopen. Wat zijn de bespreekpunten en wat zijn de breekpunten? Voor ons zal die discussie op enig moment tot een conclusie of tot een eindoordeel leiden, maar dat geldt voor samenwerken met alle partijen hier in de Kamer. Want nogmaals, uw programma moet nog komen. Uw programma, dat we ook gaan beoordelen, moeten we nog zien.
De voorzitter:
Nog heel kort, de heer Paternotte.
De heer Paternotte (D66):
Mevrouw Hermans sprak van "Haagse gedoetjes". Elf jaar lang heeft de VVD gezegd: "Nee, regeren met Wilders gaan we niet doen. We regeren niet alleen niet met hem omdat hij onverantwoordelijk is, maar omdat het de rechtsstaat zou ondermijnen en omdat hij uitspraken heeft gedaan die discriminerend zijn naar honderdduizenden Nederlanders." En nu zegt mevrouw Hermans: ja, dat was eigenlijk Haags gedoe, nu gaan we echt naar de problemen kijken. Wat is dan de boodschap als je daar na elf jaar ineens een totaal ander verhaal over houdt? Wat zeg je tegen al die mensen die ervoor hebben gekozen om een hoofddoekje te dragen en niet willen dat dat verboden wordt? Wat zeg je tegen de mensen die niet willen dat er over hen wordt gezegd dat er "minder, minder" van hen moeten zijn? En wat zeg je tegen de mensen in Nederland die zeggen: ik wil gewoon geloven wat ik wil?
Mevrouw Hermans (VVD):
Die uitspraken van de afgelopen jaren vond ik moreel verwerpelijk, en dat vind ik nog steeds. De woorden van onze partijleider, die ik deel en waar ik ook achter sta, luidden dat er ook een moment komt hier in politiek Den Haag dat we vooruit moeten kijken en dat er een nieuw hoofdstuk begint. Daar heb ik een aantal dingen over gezegd. Het Haagse gedoetje ging niet over die uitspraken. Echt, trek mijn woorden daar niet in. Het Haagse gedoetje ging erover dat u twee uur na de val van het kabinet, twee uur nadat we hebben moeten constateren dat een groot probleem in Nederland door dit kabinet niet opgelost kon worden, tegen mij begon over wie met wie. En als het nou gaat over de samenwerking met de PVV: ik heb de heer Wilders in zijn eerste termijn iets horen zeggen over samenwerken met de PVV en een telefoontje van u over een motie van wantrouwen.
De heer Paternotte (D66):
Mevrouw Hermans was daar niet bij. Het is prima als zij daar zo meteen vragen over stelt. Ik heb Wilders toen gebeld om te vragen wat hij in dat debat ging doen. Ik heb hem later die dag ook nog een keer gebeld om te zeggen dat wij wat mij betreft niet mee gingen doen aan een motie van wantrouwen. Maar laat mevrouw Hermans nou niet doen alsof Geert Wilders, na 25 moties van wantrouwen tegen Mark Rutte, D66 daarvoor nodig zou hebben. Het is heel duidelijk dat de VVD de bakens heeft verzet. Ik denk dat het voor iedere liberaal in Nederland heel goed is om te weten op welke manier mevrouw Hermans dat heeft gedaan.
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik refereerde aan de woorden van de heer Wilders in zijn eerste termijn. Ik heb geen enkele behoefte om daar verder nog iets over te zeggen, maar ik wil wel even duidelijk maken dat samenwerken over heel veel dimensies kan gaan. Het is ook volstrekt helder hoe wij erin staan als het gaat over het al dan niet samenwerken met de PVV. Ik vind de uitspraken die de heer Wilders in het verleden gedaan heeft, nog steeds verwerpelijk. Absoluut. Maar ik vind ook dat we hier vooruit moeten kijken; daar sluit ik mij dus helemaal aan bij de woorden van onze partijleider. Ik vind dat we de komende weken moeten zien wat de bespreekpunten en wat de breekpunten zijn, en dan komt er op enig moment een afweging.
Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):
Even kort. Dit doet namelijk ook wel wat met mij als directe getuige hiervan. Ik hoop toch als liberaal dat de vrijheid, of je nou in je string wil lopen of een hoofddoek wil dragen, in dit land beschermd zal blijven. Dat vind ik echt wel een groot goed. Daarnaast heeft ons deze zomer heel veel nieuwsgeving rondom de deal bereikt. Die nieuwsgeving was echt niet fraai. Het lijkt er nu op dat de belastingbetaler gaat meebetalen aan een deal die niet alleen niet werkt — zie de grote toestroom in Lampedusa — maar ook vele mensenlevens kost. Ik refereer even aan een moeder en dochter die in elkaar verstrengeld dood in de Libische woestijn werden gevonden. Dat raakt me. Dat is wel wat dit beleid is. Onlangs mochten Europarlementariërs het land niet in. Ik wil dus vragen waarom wij ons belastinggeld uitgeven aan een deal die niet werkt — de toestroom in Lampedusa neemt toe — en die mensenrechten en onze rechtsstaat schendt. Ik heb daar moeite mee. Ik vraag hoe mevrouw Hermans hierin staat.
Mevrouw Hermans (VVD):
Daar kunt u van op aan!
Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):
Ja. We zijn een land aan het worden waarin sprake is van betutteling in allerlei vormen, waarin ieders vrijheid wordt beknot. Dat begint met sociaal-economische vrijheid die wordt beknot. Daar maak ik mij ernstige zorgen over. Maar ik maak mij ook zorgen over individuele vrijheden die worden beknot. Ik vind dat we niet een goede tendens ingaan.
De voorzitter:
Gezien het geluid uit vak-K, zijn ze dat volgens mij met u eens.
Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):
Nou, dat is fijn. Dat wilde ik gezegd hebben.
Ik sloeg aan op de Tunesiëdeal. Ik wil aan mevrouw Hermans vragen of zij bekend is met de onderzoeken van professor Hein de Haas, die niet alleen hoogleraar is aan de UvA, maar ook directeur is van het International Migration Institute in Oxford. Zijn veelvuldige onderzoeken hebben aangetoond dat migratiedeals nauwelijks tot niet werken. Dat is één. Zijn boek verschijnt morgen, onder andere in het Nederlands.
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik heb niet voor niks vragen gesteld aan het kabinet over hoe het nu staat met de uitwerking van die deal. Mijn beeld is dat die deal nog niet is uitgewerkt en begonnen. Die kan dus ook nog niet werken. Dat is één. Twee. U zei ergens in uw interruptie dat deals niet werken. Dan ga ik toch even terug naar 2015 en 2016, de Turkijedeal. Toen die deal was gesloten, nam de instroom echt zienderogen af. Deals werken dus wel degelijk.
Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):
Dat is het mooie van het onderzoek: ze werken niet. De afname van de toestroom uit Turkije was al op gang voordat de deal rond was. Dat toont dat empirisch bewijs aan. Ik wil dat graag met u delen, want dit is een van de mythes die in dat boek worden beschreven. Ik heb al een voorpublicatie gekregen van dat boek. Het wordt daarin duidelijk gemaakt. Het is een hardnekkige mythe. Indien wij het geld van de belastingbetaler zinniger willen besteden, moeten wij ter harte nemen dat dit de uitkomst is van grondig, vakkundig wetenschappelijk onderzoek. Dit is echt een mythe die op dit moment wordt ontrafeld. Het is tijd dat de politiek de kennis die nu ter tafel komt, ook gaat omarmen.
Mevrouw Hermans (VVD):
Dan debatteert u hier met voorkennis, want ik ken dit boek en dit onderzoek nog niet. Het is goed dat u zei dat het boek ook in het Nederlands komt, hoewel een Engels boek ook nog net moet lukken. Ik noem toch nog een keer de Turkijedeal. We gaan dan helemaal terug naar die migratiecrisis. Daarvoor waren er natuurlijk ook al maatregelen genomen bij de zogenaamde Balkanroute. Het is dus heel erg logisch dat die instroom mogelijk al wat aan het afnemen was, maar die Turkijedeal heeft daar een hele, hele grote bijdrage aan geleverd. Deals werken dus wel degelijk. We kunnen van mening verschillen over of je dat een wenselijke route vindt. Dat is het politieke debat dat wij moeten voeren. Maar ik vind dat we dit instrument van die deals, het maken van afspraken met landen, nodig hebben. Het klopt dat dit niet landen zijn die onze waarden een-op-een delen, maar we moeten het wel doen om hier in Europa grip te krijgen op de mensen die hiernaartoe komen.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Gündoğan.
Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):
Dan moet ik even heel snel zijn in mijn laatste interruptie. Ik blijf er gewoon bij dat we kunnen discussiëren over van alles en nog wat, maar dat het feitelijke en wetenschappelijke onderzoek volgens mij voor zich spreekt. Ik ben niet a priori tegen deals, maar ik ben wel tegen de mythe dat deals zouden werken. Dan wil ik toch nog gewoon graag even terugkomen op dat we goed moeten nadenken over wat we met het geld van de belastingbetaler doen. Je kunt je geld immers maar één keer uitgeven. Als we het geld contraproductief uitgeven en België en Duitsland op dit moment aan allerlei bellen trekken omdat de Tunesiëdeal niet werkt, dan vind ik dat we in Europa alleen maar een goede vuist op tafel kunnen slaan door het geld verantwoord uit te geven aan dingen die daadwerkelijk zullen werken en niet aan mythedenken of aan wensdenken.
Mevrouw Hermans (VVD):
Als met het sluiten van zo'n deal geld gemoeid is — dat is in dit geval aan de orde en het is ook geen klein bedrag — dan moet je dat natuurlijk op een goede manier besteden. Natuurlijk moet je zorgen dat het op een goede manier terechtkomt. Als je afspreekt dat de opvang wordt verbeterd, moet je ervoor zorgen dat de opvang ook daadwerkelijk wordt verbeterd. Maar dat is voor mij geen reden om het niet te doen.
De heer Dassen (Volt):
Ik dacht: ik kom nog even terug. Ik had net één interruptie. Daar ging mevrouw Hermans natuurlijk op in. Ik had het daarbij over hoe feiten worden gebruikt in het migratiedebat. Ik vroeg aan mevrouw Hermans of zij drie zaken kon noemen die een aanzuigende werking hebben op Nederland. Zij noemde daar de inwilligingspercentages, onze voorzieningen en nareis op nareis. De inwilligingspercentages in Nederland zijn inderdaad hoger. Dat komt doordat hier meer mensen naartoe komen die kansrijk zijn en asiel kunnen aanvragen. Die hebben daar dus ook recht op. Dat is geen aanzuigende werking. Het is gewoon een feit dat mensen hiernaartoe komen. Een tweede is nareis op nareis. Het WODC heeft al gezegd dat dit helemaal geen extra aanzuigende werking heeft. Dus ook die klopt niet. Het derde was dat de opvangvoorzieningen hier beter zijn. Ook dat klopt niet, want we voldoen niet aan de Europese Opvangrichtlijn. Sterker nog, het Rode Kruis moet bijspringen in de crisisopvang en vorig jaar hadden we Artsen zonder Grenzen. Alle drie de redenen die mevrouw Hermans noemde, hebben dus geen aanzuigende werking op mensen die naar Nederland komen. Daarom wil ik nogmaals aan mevrouw Hermans vragen of zij drie redenen kan noemen waarom zij denkt dat Nederland aantrekkelijker is en een aanzuigende werking heeft op mensen die op de vlucht zijn voor oorlog en geweld.
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik blijf bij dezelfde redenen, ook met de uitleg die u daarbij heeft gegeven. U bent het daar niet mee eens en legt het WODC-onderzoek op uw manier uit. Ik ben het daar gewoon niet mee eens. Het is aantrekkelijker voor mensen om hiernaartoe te komen.
Met een deel van uw redenering ben ik het wel eens. Dat gaat over de opvang en over wat u zei over het Rode Kruis. Dat is een teken van het probleem dat wij hebben. Wij hebben geen grip op wie hiernaartoe komen. Er komen hier ongelofelijk veel mensen naartoe, met als gevolg dat er mensen zijn die eindeloos lang in een sporthal of in andere noodopvangvoorzieningen zitten. Dat is niet het niveau van bescherming dat we willen bieden aan mensen die op de vlucht zijn voor oorlog en geweld. Ik wil aan hen humane en fatsoenlijke opvang aanbieden. Dat kan niet met deze aantallen. Daarom vind ik en vindt de VVD dat we er serieus werk van moeten maken om grip te krijgen op wie er naar ons land komt.
De heer Dassen (Volt):
Mevrouw Hermans gaat zelfstandig om met de feiten die, in mijn optiek, geen aanzuigende werking hebben. Ook wat betreft het tweede punt: dat is twaalf jaar VVD-beleid. Er is continu bezuinigd op de opvang. De opvangcrisis is veroorzaakt door het beleid dat hier door de VVD is gevoerd. Mevrouw Hermans zegt nu: we moeten de instroom gaan beperken om ervoor te zorgen dat de opvang weer op orde komt. Maar de opvang is niet op orde omdat er jarenlang op bezuinigd is. Daar is de VVD verantwoordelijk voor. De VVD heeft bewust beleid gevoerd waarbij er te weinig geld is gegaan naar IND, COA en opvang. Daardoor hebben we nu met deze problemen te maken.
Mevrouw Hermans (VVD):
Er lopen hier twee dingen door elkaar. Ja, we zien nu in de opvang een probleem. Ja, we zien nu dat veel te veel mensen veel te lang in de noodopvang zitten. Dat zijn sporthallen of andere plekken die niet ideaal zijn als je mensen die echt op de vlucht zijn voor oorlog en geweld een veilige plek wilt bieden. Dat zien we nu. Maar het gaat er ook om dat de aantallen te hoog zijn. U en ik verschillen erover van mening wanneer dat aantal te hoog is. Nu is het gewoon te hoog. We zien de gigantische druk op de opvang, maar ook op de huizenmarkt, op de zorg en op het onderwijs. Dat vergt ongelofelijk veel van de samenleving, te veel. Daarom vinden wij dat die aantallen naar beneden moeten, zodat we aan de mensen die het echt nodig hebben op een goede en fatsoenlijke manier opvang kunnen bieden.
De voorzitter:
Tot slot.
De heer Dassen (Volt):
Als de aantallen echt naar beneden moeten, moeten we kijken hoe het komt dat mensen op de vlucht raken. Dat komt door conflict. U moet dan niet gaan bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking en dat geld vervolgens naar Nederland halen om het hier te investeren. U moet er dan voor zorgen dat u mensen helpt waar ze die hulp het hardst nodig hebben, zodat ze de oversteek helemaal niet meer hoeven te maken. U moet er dan voor zorgen dat er legale migratieroutes komen, zodat mensen al in het land van herkomst weten of ze überhaupt kans maken op asiel. U moet dan in Europa betere afspraken en ervoor zorgen dat we dit op Europees niveau goed met elkaar aanpakken. Ook daarover verschillen wij blijkbaar van mening. Dat zijn de manieren om migratie op een goede manier te kunnen inrichten.
Mevrouw Hermans (VVD):
Om grip te krijgen op migratie moet je op nationaal, Europees en internationaal niveau dingen doen. Je moet de buitengrenzen bewaken. Ik had het net mevrouw Gündoğan over de deals die je moet sluiten. Er moet Europees migratiebeleid komen. Dat vind ik ook allemaal. Dat moet allemaal doorgaan. Dat ontslaat ons niet van de plicht om ook in Nederland te doen wat we kunnen en moeten doen.
De heer Stoffer (SGP):
Mevrouw Hermans riep aan het begin van haar bijdrage op om naar elkaar te luisteren. Ik heb gepoogd om goed te luisteren. Ik moet zeggen dat dat een aantal dingen opheldert. Ik dacht: waarom doe je die brandstofaccijns voor één jaar? Ik had liever gezien dat we dat structureel zouden borgen. Dat ziet u vast liever ook, maar het is mij helder. In ieder geval is het heel goed dat u daartoe oproept. Wij zullen dat denk ik ook steunen.
Het is ook goed dat we als ijkpunt neerzetten dat ondernemers aan het eind van dit debat niet de rekening mogen krijgen. Dat is weleens gebeurd, maar dat moeten we echt niet doen.
Er blijft nog één ding hangen, nadat ik continu heb geluisterd. Dat betreft het interruptiedebat met de heer Omtzigt over de eenverdieners. Ik heb de tabellen nog eens bekeken. Die middeninkomens, en heel specifiek die eenverdieners, met zo'n €40.000 of een beetje erboven, krijgen het moeilijk door een aantal maatregelen van het kabinet. Die maatregelen zijn niet makkelijk; het is niet zo dat je het voor elkaar hebt als je één ding terugdraait. Maar voor die eenverdieners zit er echt een graat: van 83% marginale druk naar 91%. Mijn vraag aan mevrouw Hermans is de volgende. Als we nu eens heel specifiek naar die groep kijken en met een stukje dekking komen, staat de VVD er dan voor open om heel specifiek voor de middeninkomens aan de onderkant, en nog specifieker voor de eenverdieners, een stukje reparatie voor elkaar te krijgen? Want daar gaat het gewoon echt helemaal mis.
Mevrouw Hermans (VVD):
Als ik in alle interruptiedebatten zeg dat ik luister naar de voorstellen die gedaan worden, dan geldt dat uiteraard ook voor het voorstel dat u doet. Ik zeg erbij — dat zei u zelf ook — dat ik ook kijk naar hoe we dat gaan betalen. Maar het ijkpunt dat u zo mooi formuleerde, namelijk dat het er niet toe mag leiden dat de lasten voor de ondernemers omhooggaan, is een ijkpunt dat ik zelf ook heb neergelegd. Dus ik vermoed zomaar dat het daar niet vandaan zal komen.
De heer Stoffer (SGP):
We gaan die uitdaging aan en kijken of we er aan het eind van het debat uit zijn gekomen, om inderdaad iets te doen voor de gezinnen met één kostwinner. We komen daarop terug.
Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Aan het eind van haar betoog stelde mevrouw Hermans de vraag aan demissionair premier Rutte hoe hij deze deal zou willen enforcen, om het maar even met een goed Engels woord te zeggen. Ze zei er nog bij: ik vraag dat heel vriendelijk. Ik heb eigenlijk een vriendelijke vraag aan mevrouw Hermans: kan zij mij duiden hoe die vraag en het betoog dat zij hier houdt over dergelijke deals zich verhoudt tot haar uitspraak van zojuist: dat zijn weliswaar landen waar wij de waarden niet mee delen? Dat kan niet, mevrouw Hermans. U kunt hier niet stellen dat u deals maakt met landen waarmee u de waarden niet deelt. Op het moment dat zo'n deal gemaakt wordt, deelt u die waarden. U deelt die waarden op het moment waarop u zegt: u bent mijn partner hierin; gezamenlijk gaan wij op deze manier optrekken. Ik zou graag willen horen hoe zij de discrepantie ziet tussen die twee zaken: het verzoek om de duimschroeven nog harder aan te draaien, ondanks alle feiten die bijvoorbeeld de heer Dassen zojuist op tafel legde.
Mevrouw Hermans heeft er geen enkele twijfel over laten bestaan dat zij die deals wil sluiten. Maar ik heb moeite met het schoonwassen van het eigen geweten door te stellen: we delen weliswaar die waarden niet. Waarom neemt mevrouw Hermans geen eigenaarschap over het feit dat zij exact die waarden deelt, dat zij exact weet wat er in die landen gebeurt met mensen die onder die deals vallen en dat zij volkomen content is met die feiten?
Mevrouw Hermans (VVD):
Tegen de dingen die in dat land gebeuren en die absoluut niet matchen met onze waarden, spreken we ons ook uit. Dat moeten we ook blijven doen. De vraag is vervolgens: is dat een reden om niet een afspraak met een land te maken om ervoor te zorgen dat mensen niet die gruwelijk gevaarlijke oversteek van Tunesië naar Italië gaan maken, in een wankel bootje van een mensensmokkelaar? Ik vind dat wij de verantwoordelijkheid hebben om dat wél te doen. Ik vind het realistisch buitenlands beleid om op een realistische manier te bekijken: hoe kunnen we die gevaarlijke overtocht voorkomen en wat kunnen we doen, welke afspraken kunnen we maken om de opvang daar te verbeteren? En ja, dan spreken we ons ook uit tegen de afschuwelijke dingen die daar gebeuren en die ingaan tegen mensenrechten, wat niet mijn waarden zijn. Door een deal te sluiten met Tunesië, conformeer ik mij niet aan die waarden; absoluut niet …
Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Absoluut. Absoluut.
Mevrouw Hermans (VVD):
Mevrouw Simons, misschien mag ik mijn antwoord afmaken. Dan mag u daarna verder.
Ik conformeer mij dus op geen enkele manier aan die waarden en de manier waarop daarmee wordt omgegaan. Mevrouw Simons, ik probeer naar eer en geweten een antwoord te geven op uw vraag. Dat u op een andere manier denkt over deze migratiedeals en dat u deze deals geen goed idee vindt, is uw goed recht; absoluut. Ik probeer hier een antwoord te geven op de vraag waarom ik veroordeel wat daar gebeurt en hoe de mensenrechten daar geschonden worden. Dat zal ik altijd blijven doen. Tegelijkertijd bekijk ik heel realistisch: wat kan ik daar doen, welke afspraken kan ik daar maken om dat land te helpen met een economische versterking, om de opvang daar te verbeteren, om te voorkomen dat mensen die levensgevaarlijke overtocht maken? Want dat vind ik ook iets waar ik voor moet opstaan.
Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Mijn excuses, voorzitter. Natuurlijk moet ik wachten tot mevrouw Hermans haar betoog heeft afgerond. Er zijn echter legio manieren om menselijke overtochten mogelijk te maken. Daar kiest de VVD niet voor. Meneer Dassen heeft het zojuist volledig voor u uitgeschreven en uitgestippeld. Veilige routes zijn mogelijk, maar de VVD zegt nog liever in zee te gaan met een land waarvan zij weet dat mensenrechten er structureel worden geschonden. Dat gebeurt niet alleen in het algemeen, maar zeker ook met betrekking tot de groep waarvan zij zegt: neemt u ze maar, want dan heb ik er hier minder last van. Dan kun je simpelweg niet stellen dat dat geen waarden zijn die je deelt. Als je er willens en wetens voor kiest om mensenrechten te schenden in plaats van zaken dusdanig te organiseren dat die niet geschonden hoeven worden — dat is de keuze van de VVD; dat zal best — sta daar dan ook voor. Zeg dan: ja, ik deel die waarden met, in dit geval, Tunesië; wij vinden het prima dat mensen daar in kampen terechtkomen die vervolgens worden afgesloten, terwijl we weten wat er achter die hekken gebeurt. Neem dan in ieder geval het eigenaarschap.
Ik heb hier het hele debat zitten luisteren naar een fractievoorzitter die zegt dat ze problemen wil oplossen, maar die vergeet haar zin af te maken, want dat zijn "de problemen die we zelf hebben gecreëerd", mevrouw Hermans! Dat zijn de problemen waar uw partij, in de persoon van de premier van dit land, al dertien jaar verantwoordelijkheid voor draagt. Al dertien jaar draait uw partij aan de knoppen en al dertien jaar is uw partij in de positie om er daadwerkelijk wat aan te doen. En nu, tijdens deze APB, die we helaas moeten voeren naar aanleiding van een … Ik kan er nog steeds niet over uit hoe schandalig het is dat het kabinet geklapt is op dit onderwerp. Ik kan er nog steeds niet over uit. Dit is gewoon spugen in het gezicht van de Nederlandse democratie. Dat is mijn persoonlijke mening.
Daarom staan we hier vandaag. En u staat hier vandaag te beweren, mevrouw Hermans, dat u problemen wilt oplossen, terwijl u de afgelopen dertien jaar niet eens aan oplossingen hebt gedacht, maar wel aan het creëren van problemen. U weigert gewoon eigenaarschap te nemen als het gaat over het aangaan van deals met landen en overheden waarvan u weet dat zij mensenrechten schenden en …
De voorzitter:
Dat heeft u nu gezegd.
Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
... die zo'n deal enkel en alleen kunnen opvatten als een aanmoediging en in ieder geval niet als een veroordeling. Dat is alles wat ik van mevrouw Hermans vraag, op dezelfde lieve en vriendelijke manier als waarop zij aan de demissionair minister-president vraagt: kunnen de duimschroeven niet wat strakker?
Mevrouw Hermans (VVD):
Vandaag en morgen hebben we hier de Algemene Politieke Beschouwingen. Die gaan over de Miljoenennota die het demissionaire kabinet gisteren naar de Kamer heeft gestuurd. Dit is dus niet het debat over de val van het kabinet; dat hebben we al gehad. We discussiëren hier over de plannen voor 2024. Wat vinden we van de plannen die zijn neergelegd en wat kunnen we nog doen met elkaar als parlement aan extra's voor mensen met de laagste inkomens en voor de middeninkomens, die dat zo hard nodig hebben? Daarbij zeg ik: dan moeten we ook oog hebben voor ondernemers en de rekening niet bij hen neerleggen. Dat is het debat van vandaag en morgen.
Dan kom ik op wat u zegt over de deal met Tunesië. Ik geloof erin dat je deals moet sluiten met landen. Ik geloof er ook in dat je je moet uitspreken tegen wat er in die landen gebeurt als dat schendingen van vrijheden en van mensenrechten betreft, die niet passen bij onze waarden. "Niet passen" is niet het goede woord. "Die daar compleet haaks op staan", moet ik zeggen. Ik vind wel dat dit een onderdeel moet zijn van een realistisch buitenlands beleid. U denkt daar anders over, maar dit is wat ik ervan vind. Als ik een deal sluit, neem ik die waarden dus niet over. Nee, want ik spreek me ertegen uit; dat is wat ik hier doe. Ik heb wel ook een andere verantwoordelijkheid en dat is ervoor zorgen dat we het aantal mensen dat naar Europa komt, dat die gevaarlijke overtocht maakt, verkleinen. Daarvoor moet je óók andere dingen doen, dingen die de heer Dassen noemde. We moeten investeren in goede opvang in de regio. We moeten de buitengrenzen bewaken. We moeten in Europa meer gezamenlijk afspraken maken. Ja, het is en-en-en.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Simons.
Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Tot slot nog één vraag over individuele vrijheden. Daar heb ik mevrouw Hermans ook over gehoord. In het verkiezingsprogramma van de VVD zie ik wat individuele vrijheden betreft een hoop staan over optreden tegen discriminatie op basis van gender, een verbod op homogenezing, geen plek voor organisaties die discrimineren en meer aandacht voor lhbti-gerelateerde onderwerpen, met name als het gaat om conservatieve gemeenschappen en scholen. In dat licht heb ik nog een vraag: hoe verhoudt zich dat tot het standpunt dat de VVD onlangs heeft ingenomen ten aanzien van de Transgenderwet? Als wij praten over individuele vrijheden, dan hoop ik toch dat die ook gelden voor non-binaire mensen en voor mensen die zichzelf als trans persoon identificeren. Dan hoop ik niet dat de letters in "lhbti" en alle andere letters die we daar tegenwoordig ook nog bij noemen, volgens de VVD tegenwoordig wel zonder de "t" van "transgender" kunnen.
Mevrouw Hermans (VVD):
Dat is absoluut zo of absoluut niet zo; het is maar hoe ik uw formulering het best kan opvatten. Nee, voor ons, voor de VVD als liberale partij staat voorop, en staat ook buiten kijf, dat iedereen zichzelf moet kunnen zijn, dat je de vrijheid hebt om te zijn wie je bent, te geloven wat je wilt, te houden van wie je wilt en ga zo maar door. De discussie over de Transgenderwet gaat wat ons betreft over: hoe regelen we dit op een goede manier, en wel zo dat we dit proces op een nauwkeurige en zorgvuldige manier vormgeven? Het heeft niets, maar dan ook niets te maken met het niet-erkennen, met niet pal gaan staan voor de vrijheid om te kunnen zijn wie je bent.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik ga weer even terug naar het vorige thema: migratie. Daar zijn de partij van mevrouw Hermans en mijn partij het niet eens geworden over een stukje van de grip op migratie, namelijk de gezinshereniging. Maar we waren het er wel over eens dat er een enorme druk ligt op onze samenleving en dat die niet alleen ziet op asielmigratie maar breder is. Sterker nog, er is een heel groot ander deel: arbeidsmigratie en studenten. Als we in de studentensteden komen, horen we de verhalen van hoe juist de buitenlandse studenten, waarvan er steeds meer zijn, druk veroorzaken op de woningmarkt. We hebben een stagiair op onze fractie: twee derde van zijn collega-studenten politicologie aan de UvA is buitenlands. Is dat de richting die we op moeten? Ik zou mevrouw Hermans daarom willen vragen ook aan te geven welke stoere keuzes de VVD op deze punten maakt, of het nou gaat om arbeidsmigratie of om studentenmigratie. Welke stappen vooruit gaan we zetten om er echt voor te zorgen dat die druk op de samenleving anders wordt?
Mevrouw Hermans (VVD):
Grip op migratie gaat over asielmigratie, maar ook over arbeidsmigratie en kennismigratie of studiemigratie. Ook daarover hebben we gesproken. Maar goed, er is pas een pakket, een totaal, als er een totaal is. En dat is er — helaas, zeg ik nogmaals — niet gekomen. In ons verkiezingsprogramma zetten wij ook een aantal voorstellen waaruit blijkt hoe je volgens ons meer grip krijgt op die kennismigratie en arbeidsmigratie en hoe je die meer onder controle krijgt. Denk bijvoorbeeld aan het harder aanpakken van die malafide uitzendbureaus, zoals ik ze maar even noem, waar eigenlijk alleen maar misbruik wordt gemaakt van arbeidsmigranten. Wij zeggen ook dat, als een bedrijf in Nederland arbeidsmigranten naar Nederland wil halen, in die regio echt een toets moet plaatsvinden: kan deze regio, dit gebied, dat aan, qua huisvesting, qua scholing en alles wat nodig is? Dus ja, wij zijn bereid om wat dat betreft een aantal stappen te zetten. Overigens geldt hetzelfde voor kennismigratie. Dan gaat het over de taal die op de universiteit of de hogeschool wordt gesproken, maar bijvoorbeeld ook over het instellen van een numerus fixus voor bepaalde opleidingen.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dat vind ik winst. Want, eerlijk gezegd, vraag ik mij af wat zó veel buitenlandse studenten politicologie toevoegen aan onze economie, om het maar even in VVD-woorden te zeggen. En dan hebben we het nog over de effecten voor de student die zoekt naar een kamer. Maar als ik de VVD zo hoor en haar ook wel anders hoor spreken over de PVV met allerlei taal ten aanzien van asielmigratie, dan vraag ik me af of we op arbeidsmigratie niet net zo stevig of misschien wel steviger moeten zijn. Nu is 30% van het inkomen van mensen die uit Polen of India komen, vrijgesteld van belasting. Daarmee doen we toch iets heel scheefs? De gewone Nederlander betaalt die belasting toch ook gewoon?
Mevrouw Hermans (VVD):
Ja, we moeten stevig zijn op arbeidsmigratie en kennismigratie. Om nog even op arbeidsmigratie door te gaan: u noemde ook landen die soms routes gebruiken om mensen van buiten EU bijvoorbeeld via Roemenië naar Nederland te krijgen. Daar moeten we iets op verzinnen, want dat zet die druk op steden die u net noemde. Met de regeling die u nu noemt, wil ik voorzichtig zijn, want kennismigratie is niet alleen maar slecht. Grote bedrijven in Nederland — neem ASML en allerlei daaraan gelieerde ondernemers in Eindhoven of in de Brainportregio — hebben die kennis, die mensen, keihard nodig. Als we zo'n regeling wegstrepen, grijpen we dus ook daarop in. Dus, ja, ik vind dat we ook grip moeten krijgen op arbeidsmigratie. Ook dat zal om een aantal stevige maatregelen vragen. Of dat als eerste deze maatregel betekent? Dat vind ik niet, maar dat wil volgens mij niet zeggen dat u en ik het niet best wel eens kunnen worden over een aantal andere dingen die je ook kan doen, en misschien nog wel sneller kan doen, om grip op de arbeidsmigratie te krijgen.
De voorzitter:
Tot slot.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik constateer toch dat we heel vaak zien dat privaat de lusten van de arbeidsmigratie heeft en publiek de lasten, of het nu gaat om de druk op de woningen in de regio, waar u terecht op wijst, of om allerlei andere zaken. ASML is absoluut een groeiparel en belangrijk voor Nederland, maar ik vind het vreemd dat wij 30% van het loon van zo veel mensen die van buiten komen en hier komen werken vrijstellen, terwijl we dat niet doen voor de gewone Nederlander die ook dat huis zoekt en die ook op zoek is naar hoe hij kan bestaan. Eerlijk gezegd, wil ik de VVD daar gewoon op uitdagen. Misschien worden we het daar vandaag nog niet over eens, maar ik zie er wel naar uit dat wij ook op dit punt de dappere stappen durven te zetten omdat dit zó drukt op onze samenleving.
Mevrouw Hermans (VVD):
Dit gaat volgens mij over een aantal fundamentele keuzes die onder dit vraagstuk liggen. Overigens hebben die ook alweer te maken met ons hele belastingstelsel. Dus, ja, daar moeten we het debat over voeren. Maar als u mij nu vraagt wat je nu op korte termijn kunt doen — een aantal stoere maatregelen — dan zeg ik dat dit niet is wat bij mij bovenaan de lijst staat. Ik heb er een paar genoemd waar wij aan denken. Maar er zijn er vast nog veel meer.
De voorzitter:
Laatste interruptie van meneer Van Baarle en dan gaan we naar uw slotwoord. En dan gaan we schorsen voor de lunchpauze.
De heer Van Baarle (DENK):
Ik wil nog even terugkomen op de discussie van zojuist. Die ging over de keuze van mevrouw Yeşilgöz als VVD-leider om open te staan voor samenwerking met de PVV. Laten we naar het verkiezingsprogramma van de PVV kijken. Daarin staat: geen moskeeën. Daarin staat: vrouwen met een hoofddoek verbieden in gebouwen van de overheid. Daarin staat: geen korans. Vindt mevrouw Hermans dat discriminatie?
Mevrouw Hermans (VVD):
In het verkiezingsprogramma van de PVV staan heel veel dingen waar ik het niet mee eens ben of die ik niet vind. Die staan ongetwijfeld ook in uw verkiezingsprogramma, en zo staan er dingen in mijn verkiezingsprogramma waar u het niet mee eens bent. Ik heb de heer Wilders ook horen zeggen: iedere partij die alleen maar oplepelt wat er in zijn verkiezingsprogramma staat, zal nooit meedoen. Daar zit volgens mij de crux voor de komende periode, voor de komende debatten: hoe gaat iedereen zich opstellen in die debatten? Waar zie je de ruimte om dingen te bespreken? Waar zitten breekpunten? Raken die echt aan kernwaarden van mij, als partij? Dat zal leiden tot een afweging.
De heer Van Baarle (DENK):
Ik vind dit echt ongelofelijk. Ik heb dierbaren, vrouwen, die een hoofddoek dragen, mijn collega's. Zij zijn tot op het diepst gekrenkt door wat de heer Wilders in zijn verkiezingsprogramma heeft opgeschreven, namelijk dat zij met hun hoofddoek niet naar de gemeente mogen om bijvoorbeeld een paspoort te verlengen, en geen Kamerlid mogen zijn. De VVD is hier niet bereid om klip-en-klaar uit te spreken dat dat onversneden discriminatie is. Ik vind het schokkend voor de Nederlandse rechtsstaat dat de VVD bereid is om met de rechten van 1,5 miljoen moslims te marchanderen voor de macht. Ik vind dat schokkend.
Mevrouw Hermans (VVD):
Dit zijn twee verschillende dingen. Wat ik vind en waar ik het niet mee eens ben, sterker nog, wat ik ook helemaal niet vind passen bij de waarden van onze samenleving, dat is één. Het tweede is: tot wat voor samenwerking leidt iets en wat zijn bespreek- en breekpunten? Dat heb ik nu een paar keer gezegd. Dat zijn verschillende dingen die voor ons allemaal gelden als we in de komende weken met ons verkiezingsprogramma op pad gaan en naar de kiezer gaan. Het zijn echt twee verschillende dingen.
De voorzitter:
Tot slot, de heer Van Baarle.
De heer Van Baarle (DENK):
Nee, het zijn geen verschillende dingen. Het gaat om kiezen voor onze rechtsstaat en kiezen voor mensenrechten. Ik hoor van al die vrouwen met een hoofddoek in mijn omgeving waar zij in hun dagelijkse leven mee te kampen hebben, wat ze over zich uitgestort krijgen aan maatschappelijke drek, mede vanwege uitspraken vanuit het vak van de PVV. Het zou de VVD sieren om te zeggen: dit is voor ons een rode lijn; wij gaan niet iemand die discriminerende uitingen doet, verheffen tot regeringspartner en wellicht in vak-K brengen. Dat is de bijl aan de wortel van mensenrechten en de bijl aan de wortel van onze rechtsstaat.
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik sta pal voor onze democratische rechtsstaat en ik sta pal voor alle vrijheden die we hier in dit land over de jaren heen bevochten hebben met elkaar. Die moeten we koesteren. Het is dag in, dag uit keihard werken om die in stand te houden. We gaan nu verkiezingen in. Er liggen verkiezingsprogramma's van alle partijen. Daar staan dingen in waar ik het wel en niet mee eens ben. U heeft een aantal dingen genoemd waar ik het niet mee eens ben. Maar het komt er nu op aan: hoe scherp blijven die kantjes? Ik zei het al: Wilders zei zelf in zijn eerste termijn dat wie alleen maar zijn verkiezingsprogramma blijft oplepelen, nooit zal meedoen. De komende weken zal blijken of de heer Wilders dit constant blijft oplepelen. Dat zal voor ons natuurlijk meewegen in onze afweging.
De voorzitter:
U komt nu tot een afronding.
Mevrouw Hermans (VVD):
Voorzitter. Bezig zijn met de problemen die mensen in Nederland ervaren, de problemen fixen die we nu met elkaar kunnen oplossen, doen wat we nu kunnen doen: dat is wat ik hoop dat we met elkaar voor elkaar krijgen in het debat vandaag en morgen. Ik begon met het nieuwe hoofdstuk dat hier in Den Haag op het punt van beginnen staat. Ik vind het goed, omdat de tijd rijp is. Het kabinet was klaar. Wij zijn er klaar voor.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Hermans.
De voorzitter:
Dan schors ik de vergadering tot 14.30 uur. We starten daarna met mevrouw Marijnissen. Eet smakelijk, iedereen.
Mededelingen
Mededelingen
Mededelingen
Regeling van werkzaamheden
Regeling van werkzaamheden
Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
We beginnen met een korte regeling van werkzaamheden.
Ik deel aan de Kamer mee dat voor het dertigledendebat over de aanbevelingen uit het Living Planet Report Nederland 2023 de termijn voor toekenning is verlengd.
Op verzoek van een aantal leden stel ik voor de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 36200-III-10; 35925-XIV-62; 35925-VIII-58; 35925-I-9; 35925-I-8; 35892-25; 35892-24; 35570-VIII-270; 35570-VI-69; 35309-8; 35309-7; 35000-VII-30; 34346-3; 34298-9; 31936-1037; 31532-244; 31532-243; 31532-240; 31289-487; 31289-486; 29684-228; 29517-244; 28286-1178; 28286-1144; 21501-32-1551; 21501-32-1445; 21501-32-1394; 36139-6; 32317-811; 19637-3084.
De voorzitter:
Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze korte regeling van werkzaamheden.
Termijn inbreng
De voorzitter:
Aan de orde is nu de bijdrage van mevrouw Marijnissen van de SP, als onderdeel van de Algemene Politieke Beschouwingen. Het is altijd lastig om de spreker te zijn na de lunch of het diner. Ik wil u vragen: alle aandacht nu voor mevrouw Marijnissen. Ook een verzoek aan de leden, en trouwens ook aan vak-K, om op tijd weer binnen te komen, en dat geldt straks ook voor het diner, zodat iedereen de aandacht krijgt die hij verdient.
Het woord is nu aan mevrouw Marijnissen van de SP.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Dank, voorzitter. Er was zo'n tv-programma waar ze na de reclame altijd terugkwamen met "Wakker Worden!". Dus ik hoop dat dat gaat lukken met mijn bijdrage. Barend & Van Dorp was het, geloof ik. Toch? Ja, Barend & Van Dorp. Het is een tijdje geleden, inderdaad.
Voorzitter. "Ik doe dit werk met mijn hart, en ik doe het met heel veel liefde. Maar het doet me ook verdriet. Het doet me verdriet omdat het soms hopeloos voelt. Hopeloos, omdat ik doe wat ik kan, maar op het moment dat patiënten bij mij het ziekenhuis verlaten, weet ik heel vaak al dat ik dezelfde patiënten niet al te lang daarna weer terug ga zien. We hebben er zelfs een beetje een oneerbiedige naam voor, namelijk "draaideurpatiënten". En dat doet me heel veel pijn, want ik zit in de zorg omdat ik mensen beter wil maken, omdat ik mensen vooruit wil helpen. Maar hierdoor twijfel ik of ik nog wel in de zorg wil en kan blijven werken." Dit is het verhaal van Gladys. Gladys is 42 jaar, werkt in een ziekenhuis in Beverwijk. Gladys was gisteren met ons mee naar de Troonrede. De Kamerleden van de SP hadden allemaal iemand uit de zorg meegenomen naar de Troonrede, om ook op die manier aandacht te vragen voor de zorg. Gladys vertelde mij dat er jaren geleden hier in de politiek was besloten dat er bezuinigd zou moeten worden op, wederom een keer, de zorg, maar in dit geval de ggz, de geestelijke gezondheidszorg, want die kosten zouden te hoog zijn. Zij vertelde dat zij het gevolg daarvan nu elke dag in het ziekenhuis ziet, namelijk dat die bezuiniging uiteindelijk helemaal geen besparing is gebleken, omdat de zorg zich verplaatst, omdat ze de mensen die uit het ziekenhuis zijn ontslagen — die zijn er bijvoorbeeld omdat ze psychische problemen hebben of lichamelijk grote verwondingen, omdat ze misschien een zelfmoordpoging hebben gedaan — gewoon weer terugziet. Daardoor is het uiteindelijk helemaal geen besparing gebleken. Ook voor de samenleving wordt het daardoor niet goedkoper maar duurder. En het allerergste is misschien nog wel dat we op deze manier mensen de zorg uit jagen, mensen zoals Gladys. Mensen die dat werk doen met hun hart, vol overtuiging en veel liefde, twijfelen nu of ze dit werk nog wel op deze manier vol kunnen houden.
Afgelopen zondag waren we hier in Den Haag bij elkaar voor ons Prinsjesdagprotest. Een van de voornaamste inzetten, eisen van dat protest was dat de bezuinigingen op de ouderenzorg en op de verpleeghuizen die gepland staan voor komend jaar, van de baan zouden gaan. Het goede nieuws is dat die bezuinigingen inderdaad voor een deel van de baan zijn. En dat is belangrijk, want wat verloren dreigde te gaan, was de personele bezettingsnorm, wat betekent dat er in principe voldoende collega's in het verpleeghuis zouden moeten zijn om zorg te verlenen. Maar helaas is het zo dat maar een deel van deze bezuinigingen van tafel is. Dat betekent dus dat nog steeds dat andere deel wel staat, en dat kan niet. Ik wil een compliment geven aan al die zorgverleners en zorgorganisaties die ook hier zijn geweest en die samen met ons actie hebben gevoerd om die bezuinigingen van tafel te krijgen maar ik wil echt de oproep doen aan deze Tweede Kamer: laten we ervoor zorgen dat dat andere deel ook van tafel gaat. Want het is echt tijd om onze zorg weer op te bouwen en daar passen geen bezuinigingen bij, maar investeringen.
Laten we ook de zeggenschap terugpakken over onze zorg. Op naar een nationaal zorgfonds zonder zorgverzekeraars en zonder eigen risico. Geef de mensen die het werk doen zeggenschap over de zorg, want zij weten wat er nodig is. Het scheelt ook veel bureaucratie, veel tijd en daarmee geld én het maakt het werken in de zorg gewoon leuker. Van alle bangmakerij die ik ook vandaag weer heb gehoord van de liberalen en hun lakeien dat de zorgkosten dusdanig zouden stijgen dat er wel dit soort bezuinigingen nodig zouden zijn, zeg ik: mensen, trap daar niet in. Er valt heel veel te besparen in de zorg, absoluut, door te kappen met de onnodige bureaucratie, door te kappen met de zorgverzekeraars, hun aanbestedingen en al hun inkopers en juristen, door te kappen met de grote hoeveelheid managers en reclames, door te kappen met de winstuitkeringen in de zorg. "Private equity". Echt, wie bedenkt zo'n term en wie bedenkt dat dit moet kunnen in onze zorg? Wij willen ervan af en we zullen morgen samen met de ChristenUnie met een voorstel komen om dit te regelen. Het is namelijk allemaal geld voor zorg dat niet naar de zorg gaat. Laten we daarmee stoppen.
Voorzitter. Laten we medisch specialisten in loondienst nemen. Laten we stoppen met het sluiten van ziekenhuizen. Laten we een nationaal geneesmiddelenfonds opzetten, zodat we af kunnen van de belachelijke situatie dat medicijnen nu vaak met publiek geld worden ontwikkeld, maar op het moment dat ze op de markt komen het de farmaceutische industrie is die daarop gaat cashen en flink geld gaat verdienen. Laten we ervoor zorgen dat geld voor zorg naar de zorg gaat.
Voorzitter. Steeds minder mensen hebben vertrouwen in de overheid en helaas ook in dit parlement. Maar ik vind dat niet gek. Er wordt nauwelijks een probleem echt opgelost. Er komen alleen maar problemen bij. Ondanks miljarden in een stikstoffonds weten boeren die door neoliberaal beleid jarenlang gedwongen zijn om schaal te vergroten nog steeds niet waar ze aan toe zijn. Steeds meer mensen kunnen de boodschappen niet betalen, terwijl er woekerwinsten door bedrijven worden gemaakt; vorig jaar 327 miljard euro. En tegelijkertijd stelt het Rode Kruis dat er voor 400.000 mensen in Nederland voedselhulp nodig is. Ik herhaal het nog maar een keer: er is voedselhulp nodig in Nederland. Dan maak je bewust de verkeerde keuzes. We gaan hierdoor steeds meer toe naar wat ooit in het verleden "Amerikaanse toestanden" werden genoemd. Het gaat om mensen die op straat slapen en waar gewoon iedereen aan voorbijloopt. Iedereen die hier naar binnen loopt, weet precies waar ik het over heb, denk ik. Particuliere scholen voor de happy few, commerciële huisartsen die onbereikbaar zijn, mensen met een baan en een inkomen maar daar niet van rond kunnen komen, en een overheid die vijandig is tegen de eigen mensen; het is allemaal normaal geworden. Onder leiding van dertien jaar VVD zijn die ooit Amerikaanse toestanden gewoon Nederlandse toestanden geworden. Maar dit is natuurlijk niet normaal.
Er is gelukkig ook goed nieuws. Nu er hier schoon schip wordt gemaakt, kunnen we ons land weer opbouwen. Samen kunnen we bouwen aan een beter Nederland. Een Nederland met gewoon voor iedereen goede zorg. Dat kan als we de marktwerking uit de zorg slopen en als we onze zorgverleners fatsoenlijk waarderen. Een Nederland met gewoon voor iedereen een betaalbaar huis. Dat kan als we onze volkshuisvesting niet meer als een markt zien waar de zogenaamde beleggers de baas moeten zijn. En een Nederland met gewoon voor iedereen een fatsoenlijk inkomen. Ook dat kan als we de lonen verhogen en zorgen dat lage en middeninkomens minder belasting betalen en hoge inkomens meer.
De voorzitter:
Er is een interruptie van de heer Paternotte, D66.
De heer Paternotte (D66):
Mevrouw Marijnissen begint haar betoog terecht met mensen die heel hard werken in de zorg en veel mensen die in armoede leven. Nu zag ik gisteren het bericht dat de SP mee wil doen — ik weet niet of het klopt — aan het voorstel van de VVD om 1,2 miljard euro te steken in het verlagen van de benzineaccijns. Gisteren reageerden veel deskundigen dat dat natuurlijk iets is wat helemaal niet terechtkomt bij de mensen aan de onderkant, want die hebben vaak geen auto. Omtzigt zei net ook dat zelfs de lagere middeninkomens daar nauwelijks van zullen profiteren. Dat bedrag komt voor het grootste deel terecht bij mensen die het niet het hardst nodig hebben. Mijn vraag is of de SP het inderdaad eens is met het voorstel van de VVD om daar 1,2 miljard voor uit te trekken. Of staat zij ervoor open om met ons te kijken of we dat niet op een betere manier kunnen inzetten, waardoor het terechtkomt bij de mensen die het harder nodig hebben?
Mevrouw Marijnissen (SP):
We hebben natuurlijk uitgebreid naar de VVD, naar mevrouw Hermans, geluisterd vanochtend. Ik heb dat concrete voorstel nog niet gehoord en niet gezien. Ik heb wel in de media gehoord dat er is gezegd dat er wat gedaan moet worden aan het opnieuw verder verhogen van de accijnzen per 1 januari. Dat steunt de SP van harte, om de simpele reden dat autorijden nu voor heel veel mensen al niet meer te betalen is. Je kan je bedenken dat het voor veel mensen een gigantisch probleem is als je straks bijna €2,50 aan de pomp moet aftikken voor een liter brandstof. Denk aan mensen die gewoon naar hun werk moeten, mensen die moeten mantelzorgen voor hun moeder of mensen die op een andere manier afhankelijk zijn van de auto. Dus jazeker, de SP wil absoluut dat de kosten voor brandstof niet nog verder stijgen. We willen ook — daar zou ik u graag voor willen uitnodigen, want ik zag dat u daar een mooi voorstel voor had — de kosten in het openbaar vervoer verlagen, want niet alleen de prijs van brandstof gaat omhoog, maar ook van de kaartjes voor het openbaar vervoer. Afgelopen twee jaar zijn de kosten met bijna 20% gestegen. Er zijn heel veel mensen die niet eens een auto kunnen betalen en die afhankelijk zijn van het openbaar vervoer, dus wij willen heel graag dat daar ook wat aan gebeurt. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door de winstbelasting voor grote bedrijven te verhogen, zoals ik net al zei. Daar wordt nu heel veel winst gemaakt. Dan kunnen we dat geld inzetten zodat autorijden betaalbaar blijft voor mensen die een auto nodig hebben en het ov niet nog verder explodeert, zoals nu het geval is.
De heer Paternotte (D66):
Mevrouw Marijnissen begint over een ander voorstel. Daar wil ik heel graag over in gesprek. Alleen, ik vroeg natuurlijk naar de benzineaccijns. Het is me nog niet helemaal duidelijk of dit nu betekent dat de SP mee wil gaan met de VVD om de accijns te verlagen volgend jaar. Je kan de accijnzen natuurlijk ook naar nul zetten. Dat betekent inderdaad dat tanken veel goedkoper wordt voor mensen. De vraag is alleen of dit de beste manier is om mensen die meer koopkracht kunnen gebruiken te helpen. ING liet het gisteren doorrekenen. De gemiddelde automobilist tankt 1.000 liter per jaar. Het levert de gemiddelde automobilist zo'n €16 per maand op. Mensen die in de lagere middenklasse of de onderkant zitten, hebben daar veel minder of helemaal niks aan. Kan je dan niet beter met dat bedrag iets doen waardoor je ook mensen helpt die vooral met het ov reizen of die een fiets hebben en dat je op die manier veel gerichter zorgt dat je mensen tegemoetkomt? Ik zeg het met pijn in het hart, maar dit bedrag zal natuurlijk voor een deel terechtkomen bij oliebedrijven die een stukje kunnen afromen daarvan. De SP die oliebedrijven helpt, dat kan toch niet waar zijn? Dus wilt u met mij kijken naar een alternatief voorstel?
Mevrouw Marijnissen (SP):
Ik wil zeker met u kijken naar alle voorstellen die de kosten voor mensen omlaag brengen, maar ik vind ook dat de kosten voor brandstof omlaag moeten. Ik vind het namelijk wereldvreemd om te denken dat iedereen maar een elektrische auto kan aanschaffen, want voor heel veel mensen zit dat er niet in. Ik vind het ook wereldvreemd om te denken dat het openbaar vervoer voor iedereen een alternatief is. Want, meneer Paternotte, dat is veelal buiten de steden voor veel mensen geen alternatief en voor mensen die voor hun werk of een andere reden afhankelijk zijn van de auto ook niet. Dat is dus een acuut probleem. Ik vind dat we daarop moeten ingrijpen, maar ik ben het met u eens dat de kosten voor het openbaar vervoer ook door het dak gaan. Ik ben dus van harte bereid om met u te kijken wat we daaraan kunnen doen.
De voorzitter:
Tot slot.
De heer Paternotte (D66):
Dat laatste is mooi, maar het is natuurlijk wel keuzes maken. Die 1,2 miljard kun je geen twee keer uitgeven; die kun je maar één keer uitgeven. Mevrouw Marijnissen stond laatst bij Extinction Rebellion om te zeggen dat we fossiele subsidies moeten afschaffen en dat het geld niet naar het grootkapitaal moet. Dan zou ik zeggen: geef dan ook die 1,2 miljard niet voor een deel aan grote oliebedrijven. Laten we kijken hoe we dat bedrag zo effectief mogelijk kunnen inzetten, niet alleen om mensen te helpen die de auto nodig hebben, maar ook om mensen te helpen die reizen met het ov of met de fiets of die een elektrische auto hebben, zodat je iedereen helpt.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Ik vind dit wel wat wereldvreemd. Volgens mij levert D66 in dit kabinet de minister voor Klimaat, dus om mij nu de maat te nemen over die fossiele subsidies … De SP pleit er al heel lang voor om daarmee te stoppen. Dat zal waarschijnlijk in delen moeten. Laten we dat doen. Volgens mij kunnen we daar heel veel goede klimaatmaatregelen van betalen. In ons verkiezingsprogramma staat dat we het openbaar vervoer gratis moeten maken. Dat is wat mij betreft de best denkbare klimaatmaatregel. Ik wil daar dus zeker met u over praten. Wij hebben ook zeker voorstellen om de kosten van het ov nu te verlagen. Wij denken er bijvoorbeeld ook aan om de btw op het openbaar vervoer te schrappen. Natuurlijk staan we open voor andere voorstellen om ervoor te zorgen dat mensen gewoon met het ov kunnen.
Maar het is echt wereldvreemd om nu, in deze tijd, waarin alles duurder wordt voor mensen — denk aan de boodschappen en de energierekening, want u kapt met het energieplafond en de energietoeslag en het wordt weer winter; al die prijzen gaan door het dak — te verwachten dat mensen €2,50 per liter brandstof aan de pomp kunnen afrekenen, meneer Paternotte. Dat is gewoon wereldvreemd.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Voorzitter. Ik wil graag naar de zeggenschap. Wat mij betreft moeten we de zeggenschap terugpakken. Er gaat iets fundamenteel mis als grote bedrijven woekerwinsten maken, maar er tegelijkertijd zo veel mensen in armoede leven in Nederland. Natuurlijk moet het minimumloon omhoog en moeten grote bedrijven een hogere winstbelasting gaan betalen, maar — en dat is wat ons betreft nog veel belangrijker — we moeten ook verregaande stappen zetten om ervoor te zorgen dat die winsten ook terechtkomen bij de mensen die ervoor hebben gewerkt, in plaats van dat die winsten, zoals nu het geval is, verdeeld worden onder de aandeelhouders. Daarom zal de SP morgen samen met het CDA met een voorstel voor echte winstdeling komen.
We moeten werknemers zeggenschap geven door de plekken in de bestuurskamer op te eisen, door de macht van de aandeelhouders in te perken en door de macht van de werknemers te vergroten. Mocht iemand daar nou niet helemaal van overtuigd zijn, dan zou ik hem of haar willen aanraden om het bezoek terug te kijken van de grote werkgevers aan de Tweede Kamer, laatst. Een man van Ahold was hier op bezoek. Ze durfden geloof ik niet hun grootste baas te sturen, maar ze hebben iemand anders van het bedrijf gestuurd. Ik vroeg hem: vindt u het zelf eigenlijk normaal dat uw baas 128 keer meer verdient dan de gemiddelde werknemer van het bedrijf? Hij zei dat ik me geen zorgen hoefde te maken, omdat de situatie juist verbeterd was: het jaar daarvoor verdiende hij nog 132 keer meer.
Voorzitter. Het kapitalisme kent geen moraal, dus we moeten deze grote graaiers aanpakken en ons deel opeisen. Maar dan richt ik mij ook tot iedereen hier in de Tweede Kamer. Ik vind dat we ook naar onszelf moeten kijken. Wij spreken en stemmen hier zo'n beetje elke dag, elke week, over de kosten voor mensen, over de hoogte van de huren, over het wel of niet afschaffen van het eigen risico. Maar wat merken we er eigenlijk zelf van? Wat merken jullie ervan? Is er hier iemand die wakker ligt van die hoge rekeningen? Ik vermoed het niet. En dat is ook niet gek, als je weet dat Kamerleden ruim €120.000 per jaar verdienen. Een gigantisch bedrag. Zoals bekend levert de SP-fractie een deel van dat grote salaris in. Vandaag stellen wij voor om dat collectief te doen: laten we als Tweede Kamerleden allemaal 30% van ons salaris, van die €120.000 per jaar, inleveren. Los je daarmee alle problemen in het land op? Nee, natuurlijk niet. Dat begrijp ik ook wel. Is het dan puur symbolisch? Ik hoor wat geroezemoes, dus misschien vinden sommigen het een minder goed idee. Is het dan puur symbolisch? Nee, dat is het ook niet, want het is belangrijk dat je voeling houdt met de samenleving. Het ís gewoon anders als je zo'n groot salaris hebt, ruim €120.000 per jaar, dan wanneer je 's nachts wakker ligt door zorgen over de stijgende energierekening. Ik vind het extra mooi dat we van het geld dat dat zou opleveren, ervoor zouden kunnen zorgen dat de 200.000 kinderen die onder het beleid van dit demissionaire kabinet dit jaar helaas nog in armoede leven, een mooi cadeau kunnen krijgen voor de feestdagen.
Voorzitter. Laten we van "bestaanszekerheid" niet dezelfde holle term maken als van "bestuurscultuur". Uiteindelijk sprak echt iedereen erover, maar wat is er nou precies veranderd? Niet veel. Laten we ook niet doen alsof het een natuurverschijnsel is. Bestaansonzekerheid voor mensen is hier gecreëerd. Hier! Door foute politieke keuzes. En dat is dus niet de dynamiek van de economie, zoals ik Mark Rutte laatst op tv hoorde zeggen. Nee. Als zo veel werkende mensen in je land toeslagen nodig hebben om rond te komen, terwijl er 317.000 miljonairs zijn, dan zit er iets fundamenteel fout. En als de koopkracht van mensen er in 40 jaar niet zo beroerd voor heeft gestaan maar grote bedrijven de hoogste winsten ooit maken sinds het registreren daarvan, dan werkt je economische systeem alleen voor die enkeling die het toch al goed heeft.
Wat lost die problemen wel op? We moeten fundamenteel andere keuzes maken. Op de korte termijn: het minimumloon verhogen en de kosten voor het dagelijks leven verlagen. We hadden het net al even met de heer Paternotte over de kosten van het ov. We zouden bijvoorbeeld de btw kunnen schrappen, het eigen risico kunnen afschaffen en de prijzen voor de energie kunnen maximeren. Na de verkiezingen zullen we moeten gaan bouwen aan een economie waarin de werkende klasse en gepensioneerden hun eerlijke deel krijgen in plaats van de aandeelhouders, miljonairs en grote bedrijven.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dank u wel voor uw bijdrage, zeg ik tegen mevrouw Marijnissen. U bent gepassioneerd over de zorg en over mensen met een kleine beurs. Zo kennen wij u. Ik hoor mevrouw Marijnissen een aantal keer zeggen: we moeten ook werk maken van het ov, zodat het betaalbaar en bereikbaar is. Ik heb samen met de heer Klaver een amendement ingediend om de prijsstijging bij NS ongedaan te maken. Dat doen we door het verhogen van de vliegtaks. Kijk, ik zie dat hier meteen enthousiasme voor is bij het kabinet. Hoe waardeert mevrouw Marijnissen dat?
De voorzitter:
Iedereen kijkt heel onschuldig in vak-K.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Ik zag wie het was.
De voorzitter:
Volgens mij kwam het geluid daar ergens vandaan. Ik zie dat er gewezen wordt. Dan is dat maar duidelijk.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Je hebt er altijd zo iemand bij in de klas, die aanwijst wie het was.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Bij ons thuis krijgt die dan meer straf. Maar dat is weer iets anders.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Ik dank mevrouw Bikker voor de vraag en het zeer terechte punt. Ik zei net al tegen de heer Paternotte dat de kosten in het openbaar vervoer met bijna 20% stijgen. Dan hebben we het nog niet eens over het verdwijnen van al die buslijnen buiten de steden. U benoemde dat terecht. Er zijn op dit moment veel SP-afdelingen in actie tegen het verdwijnen hiervan. Ik kom daar zo nog even op terug. Ik vind namelijk dat we de zeggenschap over het ov terug moeten pakken, zodat we daar ook echt iets over te zeggen hebben en het verdwijnen van die buslijnen kunnen tegenhouden.
U zegt dat u dat wilt betalen uit de vliegbelasting. Ik zou daar graag meer details van zien. De SP pleit voor een belasting voor veelvliegers. Dat is dus niet een belasting voor mensen die hard moeten werken en bikkelen om één keer per jaar naar Kreta of Mallorca op vakantie te kunnen — bestemmingen waar je niet zo makkelijk met de trein naar toe gaat — maar een veelvliegersbelasting voor al die zakelijke vliegers. Volgens mij is 8% van de mensen verantwoordelijk voor 40% van de vluchten. Wij vinden het prima om die groep flink te belasten. Dat is ook veel effectiever voor het klimaat dan zo'n enkele vliegbelasting.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Het voorstel is heel simpel. Het is een verhoging van de vliegbelasting met €5. Degene die dus een keer naar Kreta gaat, betaalt €5 en degene die duizend keer vliegt, betaalt €5.000. In die zin betaalt de veelvlieger het hele jaar door ook veel meer mee. Ik vind het prima om mensen die bijvoorbeeld in privéjets vliegen, ook aan te pakken. Ik vind het heel terecht dat de heer Bontenbal die dekking genoemd heeft als optie voor de energiebelasting. Zo kunnen we ook met elkaar kijken of een pakket mogelijk is. Maar dit is een hele concrete maatregel. Ik denk dan: als wij met elkaar het ov overeind willen houden, dan kies ik voor het ov in plaats van voor vliegen. Volgens mij denken heel veel mensen in Nederland dat. Om welke publieke opinie je ook vraagt, mensen zeggen: zorg nou alsjeblieft dat de treinen in ons land goed rijden. En het is logisch dat we bij het vliegen een beetje meer betalen, want jongens, wat is dat vervuilend.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Wij zullen daar zeker naar kijken, maar ik vind het zelf wel een beetje een verkeerde tegenstelling. Zowel het geld als de effectieve klimaatwinst is niet te halen bij degene die een keer per jaar op vakantie gaat. De term "fossiele subsidies" viel net al even. Ik snap dat je daar niet in een keer vanaf kunt, maar ik hoop dat dit wel zo snel mogelijk zo veel mogelijk gebeurt. Als dat wel zou kunnen, dan kun je daar, geloof ik, tien keer ons hele openbaar vervoer gratis van maken. Dus daar is volgens mij heel veel mogelijk. Er is ook nog op heel veel andere plekken geld te halen. Ik suggereerde net zelf al om bijvoorbeeld te kijken naar de gigantische winsten — de hoogste ooit — die grote bedrijven op dit moment onder hun aandeelhouders verdelen. Maar ik zie uw voorstel natuurlijk met veel belangstelling tegemoet. En het doel, namelijk dat de kosten voor ov omlaag moeten — steunen wij volledig.
De voorzitter:
Tot slot.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik ben in ieder geval blij met het stuk enthousiasme in het betoog van mevrouw Marijnissen. Ze zegt: daar zie ik dan ook kansen. Ik wil tegelijkertijd opmerken dat we het vliegen heel lang onbelast hebben gelaten. Eigenlijk heeft het vliegverkeer heel veel voordelen gehad. Als we nou kijken naar de gevolgen voor de samenleving en weten dat het ov zo onder spanning staat, laten we dan ook maar zorgen voor een stukje nivellering van dit leed. Daar zou ik de SP graag op aanspreken. De partij van mevrouw Marijnissen kan dat als geen ander met acties onder de aandacht brengen.
De voorzitter:
Gaat u verder.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Ik was gebleven bij de bestaanszekerheid en de bestaansonzekerheid. Ik vind het zo ongeloofwaardig dat de partij die zo veel bestaansonzekerheid heeft gecreëerd voor mensen, namelijk de VVD, hier nu opeens over spreekt. Want zekerheid in bestaan betekent natuurlijk ook dat je een betaalbaar huis kunt vinden, dat je voorzieningen in de buurt hebt en dat je een overheid hebt waar je op kunt bouwen en op kunt vertrouwen. En laat dat nou precies hetgeen zijn wat vier kabinetten lang, onder leiding van de VVD, gesloopt is — met wisselende bondgenoten, zeg ik er maar even bij.
We moeten de zeggenschap terugpakken over onze publieke sector. Stop de spreadsheetterreur en stop de babbelende managers. Geef ruimte aan de zorgverlener, de leraar en de kinderopvangmedewerker. Dat maakt het goedkoper, leuker en beter. Daar ben ik van overtuigd. We moeten ook de zeggenschap terugpakken over onze woningbouw. Versterk de rechten van huurders. Knip grote woningcorporaties met dure bazen op en maak er woningbouwverenigingen van, een vereniging met leden die meepraten en meebeslissen over de keuzes waar er gebouwd en eventueel gesloopt wordt en voor wie, zodat er eindelijk ook betaalbaar gebouwd kan worden. Laten we onze energie democratiseren. We voeren als SP campagne voor het nationaliseren van onze energie. In Groningen, Drenthe en Utrecht heeft dit al tot succes geleid en namen de provincies onze voorstellen over om te bekijken of energie weer in provinciale handen kan komen. In Limburg en Brabant, waar de SP in het provinciebestuur zit, gaan we hier concrete stappen toe zetten. Alleen zo kunnen we ervoor zorgen dat we massaal kunnen investeren in schone energie en dat de winsten die daar nu gemaakt worden niet naar Zweedse of Japanse aandeelhouders gaan, zoals nu het geval is, maar dat we die in kunnen zetten om de energierekening te verlagen. Kies dus niet voor een miljardenprijsplafond voor commerciële energiebedrijven, maar nationaliseer onze energie.
Laten we kiezen voor echte klimaatrechtvaardigheid. Mevrouw Bikker en ik hadden het net al even over de vliegbelasting. Maar wij zijn dus niet voor de zogenaamde pesttaksen die mensen op extra kosten jagen terwijl je weet dat de rijkste 1% per persoon verantwoordelijk is voor tien keer meer CO2-uitstoot dan de armste 50%. Laten we daar dus het geld en de klimaatwinst ophalen. Laten we geen subsidies geven aan mensen die zich een dure elektrische auto kunnen veroorloven, maar laten we dat geld bijvoorbeeld inzetten om tochtige huizen te isoleren.
Over het openbaar vervoer hebben we het al gehad, dus dat zal ik gezien de tijd overslaan.
Voorzitter. We moeten ook naar een radicale democratisering van onze overheid en van onze politiek. Mensen keren deze overheid namelijk de rug toe. Dat is volstrekt begrijpelijk, want deze overheid is er helaas vooral voor mensen die het toch al goed hebben. Maar voor heel veel mensen is deze overheid er gewoon niet. Ook hier zal een democratisering nodig zijn, bijvoorbeeld door het invoeren van een bindend correctief referendum. Mensen kunnen op die manier politici die foute besluiten nemen terugfluiten. Daarmee kunnen foute wetten, die hier aangenomen worden, teruggefloten worden door mensen. Over twee weken verdedig ik in de Eerste Kamer onze wet voor een bindend correctief referendum, een echte handrem in de handen voor mensen. De aankomende verkiezingen van deze nieuwe Tweede Kamer maken dan ook dat het referendum dichterbij is dan ooit. Als het in de nieuwe Tweede Kamer een tweederdemeerderheid heeft, dan komt dat referendum er.
De getroffen gezinnen in het toeslagenschandaal wachten nog steeds op gerechtigdheid, nou ja, op dat ze hun eigen onterecht afgepakte geld krijgen, want daar gaat het hier over. Voor Groningers geldt hetzelfde. Intussen lopen bij zowel de afhandeling van het toeslagenschandaal als de situatie van de getroffen Groningers de consultants binnen. Van elke euro die naar de afhandeling van de aardbevingsschade in Groningen gaat, gaat ruim 70% niet naar de getroffen Groningers. Nu worden zelfs commerciële partijen op de afhandeling van het toeslagenschandaal gezet, en gaat 30% van het geld daarnaartoe. Het laat zien hoe stuk deze overheid is, en dat er een overheid is gecreëerd met een geïnstitutionaliseerd wantrouwen in mensen in plaats van met vertrouwen in mensen. Ik hoop dat we hier vandaag en morgen een eerste stap kunnen zetten naar fundamentele verandering om dat aan te pakken. Wij zullen zeker ook met een voorstel daarvoor komen.
Voorzitter. Laten we arbeidsmigratie nu eindelijk reguleren. Ik zie in heel veel verkiezingsprogramma's nu eindelijk staan dat dat nodig is. De SP pleit voor een tijdelijke algehele stop op arbeidsmigratie. Ik vind het toch wel ontzettend hypocriet om van verschillende partijen te horen dat de instroom — je hebt over mensen, maar goed — omlaag moet, maar dat ze intussen niks aan arbeidsmigratie willen doen. Ik heb begrepen dat we, als het aan D66 ligt, juist actief mensen hierheen gaan halen om hier te gaan werken. Ongereguleerde arbeidsmigratie is een verdienmodel voor bedrijven. Het leidt tot uitbuiting van arbeidsmigranten, en de lasten ervan zijn voor de samenleving, dus dit moet stoppen.
De voorzitter:
Meneer Dassen, wilt u nog even wachten of niet? Het zag eruit alsof u even wilde wachten. Is het goed als mevrouw Van der Plas dan eerst gaat? Ik zie u knikken. Mevrouw Van der Plas, BBB.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik vind mevrouw Marijnissen altijd vol vuur en passie. Zij komt echt op voor mensen. Mijn complimenten daarvoor. Maar … Het gaat om mensen die in distributiecentra staan te sorteren om het voedsel naar de winkels te brengen. Het gaat om de mensen waar ook de SP voor opkomt. Ik hoor het haar altijd wel zeggen, maar ik vraag me dan af hoe mevrouw Marijnissen dat gaat oplossen. Hoe wil ze er dan voor zorgen dat de pakketjes en post bezorgd blijven worden, dat er boodschappen gedaan kunnen worden en dat we geen lege schappen krijgen? Want hoewel het voedsel duur is, moeten mensen toch voedsel kopen. Hoe ziet mevrouw Marijnissen dit dan voor zich?
Mevrouw Marijnissen (SP):
Maar!
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Eigenlijk moet je niet "maar" zeggen. Je moet er een punt achter zetten en dan zeggen: het volgende punt is …
Ik heb wel moeite met het punt over arbeidsmigratie. Er wordt gewoon keihard gezegd dat we daar nu mee moeten stoppen, terwijl heel veel bedrijven en heel veel mensen — ook uw achterban, zeg ik via de voorzitter tegen mevrouw Marijnissen — pakketjes bezorgd krijgen, boodschappen bezorgd krijgen en post bezorgd krijgen.
Mevrouw Marijnissen (SP):
De Arbeidsinspectie zegt nu over de status van arbeidsmigratie dat de lusten voor de bedrijven zijn en de lasten voor de samenleving. Dat is waarom wij ook zeggen: je moet dit reguleren. Nu is er geen enkele vorm van regulering. Bedrijven kunnen ongebreideld iedereen binnen de Europese Unie hierheen halen. Ze kunnen wie ze maar willen hierheen halen om hier te werken. Maar als we mensen hierheen halen om voor ons te werken, dan vind ik dat ze een fatsoenlijk huis, fatsoenlijke huisvesting, moeten hebben. Nou, die is er op dit moment niet. We moeten netjes met mensen omgaan. Dat gebeurt op grote schaal niet. We hebben de commissie-Roemer gehad, van onze oud-SP-leider Emile Roemer, maar de uitkomsten daarvan zijn nog steeds niet opgevolgd. Het leidt nog steeds tot grootschalige uitbuiting. Wij komen dus tot dit standpunt omdat ook de Arbeidsinspectie op dit moment zegt: wij kunnen dit gewoon niet meer handhaven. Ze zeggen letterlijk: het is dweilen met de kraan open. Dat maakt dat wij zeggen: je moet daar nu tijdelijk een stop op zetten, je moet zorgen dat dat op orde komt, je moet zorgen dat we fatsoenlijk met die mensen omgaan en je moet kijken hoe we daar wél grip op kunnen krijgen. Dan kunnen we zeggen dat we met vergunningen gaan werken. Als je echt iemand uit het buitenland nodig hebt om hier te werken en je kan ook aantonen dat je alles hebt gedaan, namelijk dat je de lonen hebt verhoogd en dat je echt hebt gezocht, dan kan je misschien een vergunning krijgen om hier iemand te laten werken.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Op misstanden moet natuurlijk worden gehandhaafd en er moet goed op worden gelet. Daar hebben we ook instanties voor die dat doen. Daar ben ik het met mevrouw Marijnissen over eens, maar ik heb er wel een beetje moeite mee dat het altijd in een hoek wordt getrokken alsof zo'n beetje elke arbeidsmigrant wordt uitgebuit door zijn of haar werkgever. Dat is niet zo, want ik ken zelf ook een aantal mensen die uit het buitenland komen en hier werken die gewoon hartstikke tevreden zijn. Die hebben een woonruimte, bijvoorbeeld op het erf van een fruitteler. Daar wordt goed voor gezorgd.
Maar ik heb geen antwoord op mijn vraag. Mevrouw Marijnissen geeft aan waarom ze ertegen is, maar mijn vraag is hoe we dat dan gaan verkopen aan de burgers in Nederland die toch hun pakketje willen hebben, die toch hun boodschappen willen, die toch hun post bezorgd willen hebben, die toch hun dakgoot schoongemaakt willen hebben en die toch hun zonnepanelen aangelegd willen hebben. In bijna de complete arbeidsmarkt zijn namelijk arbeidsmigranten aan het werk. Daar zoek ik een beetje naar. Je kan wel roepen dat ze allemaal weg moeten en dat ze hier niet meer mogen komen totdat de boel op orde is, maar hoe houden we dan het land draaiende? Hoe gaan die mkb-ondernemers, waar u ook zo van houdt …
Mevrouw Marijnissen (SP):
Zeker.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
... de boel draaiende houden? Dat kan toch niet op die manier?
Mevrouw Marijnissen (SP):
Ik denk het wel. Ik was laatst in Horst in Limburg en daar kwam de buurt in actie tegen de vestiging van een grootschalig, nieuw distributiecentrum. Daar zou ook huisvesting naast komen op een soort van industrieterrein — ik zou er zelf persoonlijk niet willen wonen — onder een stel grote windmolens, voor 700 arbeidsmigranten. Mensen daar zeiden: "Wij hebben helemaal geen behoefte aan dat distributiecentrum, want het is een soort logistiek ding en wij hebben daar hier in de regio en als land helemaal niks aan. Wij hebben de mensen ook helemaal niet om daar te gaan werken, dus de werkgelegenheid wordt hierheen gehaald voor mensen die er niet zijn en vervolgens worden de mensen ook hierheen gehaald. En wie wordt er beter van? Dat is dat grote bedrijf." Daarom zeggen wij: je zou er nu tijdelijk een stop op moeten zetten om dat op orde te krijgen en daarna zou je inderdaad met vergunningen kunnen gaan werken voor als het in een sector of bij een bepaalde werkgever op enig moment wel nodig is. Die sector en die werkgever moeten dan kunnen aantonen dat ze er alles aan hebben gedaan, bijvoorbeeld door de lonen te verhogen en ook goed in Nederland te zoeken, zoals ik al zei. En als we dan ook de huisvesting op orde hebben, om maar eens wat te noemen — dat is iets wat nu totaal niet zo is — dan zou iemand wel een vergunning kunnen krijgen om een arbeidsmigrant hierheen te halen.
De voorzitter:
Tot slot.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Nou, ik probeer het nog een keer, want het is geen antwoord op mijn vraag. Als we nu gaan doen wat mevrouw Marijnissen zegt, namelijk niemand meer hier aan het werk laten die arbeidsmigrant is … En dan heb ik het niet over dat nieuwe distributiecentrum, maar over die boomgaard in de Betuwe, waar de appels geplukt moeten worden. Ik heb het over het distributiecentrum van de Jumbo in Raalte, waar boodschappen gesorteerd moeten worden en naar de winkels moeten worden gebracht. Ik heb het over de arbeidsmigranten die nu hier aan het werk zijn. Als we zeggen dat we dat niet meer doen en dat het niet meer kan, wat gaan we dan doen?
Mevrouw Marijnissen (SP):
Dat zeggen wij niet, mevrouw Van der Plas. Ik ben blij dat ik dat misschien mag ophelderen. Wij zeggen: nu geen nieuwe mensen meer ongereguleerd hierheen halen. Dus de mensen die hier zijn, kunnen hier blijven. Wij vinden dat daar beter voor gezorgd moet worden. Dan het tweede. Dat is misschien ook een ander onderdeel van uw vraag. Wij vinden wel dat je uiteindelijk kritisch zou kunnen kijken naar welke werkgelegenheid je hier wil hebben. U zult begrijpen dat de tomaten mij als SP'er natuurlijk ontzettend lief zijn. Maar ik vind het wel een heel legitieme vraag of je die hier in Nederland moet willen kweken door mensen van buiten. Ik ben bijvoorbeeld zelf in Polen geweest om daar naar de gevolgen van arbeidsmigratie te kijken. Daar werken Oekraïners in de kassen, terwijl de mensen uit Polen weer bij ons in de kassen werken. Als dat het gevolg is van ongereguleerde arbeidsmigratie, dan vinden we dat we dat verdienmodel, die business, moeten doorbreken.
De voorzitter:
Heel kort.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik wil een klein ding verduidelijken. Er is hier natuurlijk nog steeds behoefte aan mensen die dingen kunnen doen, ook in de zorg. Er is al een tekort aan personeel, dus er komen arbeidsmigranten om dat op te lossen. Daar doel ik op. We hebben er nu al problemen mee. Dat was het doel van mijn vraag.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Mevrouw Van der Plas, zeker in de zorg is de uitstroom gigantisch. Daar ging het eerder vanochtend ook over. De zorgopleidingen zitten vol. Er zijn genoeg mensen in Nederland die in de zorg willen werken, maar 40% stopt er binnen twee jaar al mee. Onze oplossing is dan niet om bijvoorbeeld verpleegkundigen uit Indonesië hierheen te halen die vervolgens worden uitgebuit, zoals nu gebeurt, maar zorgen dat het werken in de zorg aantrekkelijk blijft.
De heer Dassen (Volt):
Het gaat vandaag veel over bestaanszekerheid. Mevrouw Marijnissen heeft het daar uiteraard ook behoorlijk over gehad. Dat is terecht. Het minimumloon en de bijstand moeten omhoog en de kosten van het ov moeten omlaag. Mevrouw Marijnissen had het net over onbestaanszekerheid. Er is één groep waar het eigenlijk op dit moment heel weinig over gaat. Dat is een groep van 600.000 Nederlanders die problematische schulden hebben. Dat is de groep die ook niet is geholpen met een kleine verhoging van het minimumloon of de bijstand of met een verlaging van de kosten van het ov. Die zitten namelijk op dit moment in acute financiële stress. Die hebben gezondheidsklachten, kunnen niet meedoen en hebben verslechterde relaties met kinderen en familie. Als je het hebt over bestaanszekerheid, dan vinden wij dat je ook juist naar die groep moet durven kijken. Die groep heeft op dit moment een schuld van ongeveer 3 miljard. Het kost de samenleving echter 17 miljard per jaar: 8 miljard directe kosten en 9 miljard indirecte kosten. Als we echt fundamenteel anders naar onze samenleving willen kijken, is het dan nu niet tijd dat we die problematische schulden heel hard aanpakken en een nationaal schuldenpardon organiseren om te zorgen dat die mensen weer fatsoenlijk mee kunnen doen in de samenleving?
Mevrouw Marijnissen (SP):
Ik vind dat een heel mooi idee van de heer Dassen. We hebben daar zelf als SP ook al vaker voorstellen voor gedaan, zo van: kunnen we wat doen voor mensen met problematische schulden? Dat deden we precies om de reden die u zegt. Mensen raken dieper en dieper in de ellende. Uiteindelijk is het alleen maar duurder. Ik zie dat voorstel dus heel graag tegemoet. Ik ga daar ook met veel welwillendheid naar kijken. Eigenlijk vind ik dat we nog veel verder zouden moeten gaan. Eigenlijk vind ik het te gek voor woorden dat in dit land bijvoorbeeld schuldhulpverlening in commerciële handen is. Daardoor hebben partijen die daar geld aan verdienen er helemaal geen belang bij dat mensen uiteindelijk uit de schulden zijn. Als je daar wat langer over nadenkt, denkt toch iedereen dat we dat anders moeten doen? We zouden dus nog verder willen gaan. Dat is dan misschien meer voor na 22 november. We moeten ervoor zorgen dat die commerciële partijen uit de schuldhulpverlening gaan.
De heer Dassen (Volt):
Ik ben blij om dit te horen. We hebben het vaker over welke industrieën we in Nederland intact willen houden. De schuldenindustrie is in mijn optiek een industrie die mensen vasthoudt en die er uiteindelijk voor zorgt dat we in deze samenleving veel te weinig geven aan die mensen. Maar het kost ons als maatschappij ook ontzettend veel aan arbeidsproductiviteit, incassokosten, rechtbankkosten en noem maar op. Ik ben dus blij dat mevrouw Marijnissen hier mede naar wil kijken. Ik hoop dat we met een goed voorstel kunnen komen.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
Mevrouw Marijnissen (SP):
De beste vorm van democratisering is natuurlijk als mensen zich organiseren en in actie komen. Van deze mensen is de SP altijd de bondgenoot. Samen met de leden van de vakbond krijgen we een hoger minimumloon voor elkaar. Samen met de getroffen ouders in het toeslagenschandaal blijven we strijden voor gerechtigheid, totdat het is opgelost. Samen met ouderenzorgorganisaties strijden we voor een beter pensioen, want samen kunnen we kiezen voor een ander Nederland.
Wat ons betreft kunnen we daar vandaag als Tweede Kamer al mee beginnen. Laten we van de komende verkiezingen in ieder geval een ideeënstrijd maken over de oplossingen die Nederland nu nodig heeft. Ik heb die oproep al vaker gedaan. Een goed idee is een idee dat werkt. Daarom alvast drie goede SP-ideeën die werken.
Volgende week is de officiële opening van het zorgbuurthuis in Oss. Ik ben daar wel een beetje trots op. Samen met buurtbewoners, zorgverleners en vrijwilligers laat de SP daar zien hoe ouderenzorg ook kan, namelijk kleinschalig, met vaste gezichten voor mensen die zorg krijgen, en oud kunnen worden in je eigen buurt, ook met een partner die geen zorg nodig heeft. Hoe mooi zou het zijn als we niet alleen in Oss, maar in heel Nederland zorgbuurthuizen kunnen bouwen?
In Heerlen openen we het Huis van het Recht. Daar kunnen mensen laagdrempelig juridische hulp krijgen, bijvoorbeeld om de problematische schulden waar de heer Dassen net over sprak tijdig te voorkomen, om niet te verdwalen in een bureaucratische overheid die je van het kastje naar de muur stuurt en waardoor je je niet gehoord voelt. Hoe mooi zou het zijn als we niet alleen in Heerlen, maar in heel Nederland Huizen van het Recht konden bouwen?
In een aantal provincies zetten we nu stappen naar een eigen energiebedrijf, zodat een basisvoorziening — want energie is een basisvoorziening — onder democratische controle komt te staan en winsten niet naar buitenlandse aandeelhouders gaan, maar we die winsten kunnen inzetten om de energierekening voor mensen te verlagen.
Voorzitter. Hoe mooi zou het zijn als we in heel Nederland de marktwerking uit de energie, uit het openbaar vervoer en uit de zorg kunnen halen? Samen kunnen we dat. Wij zijn er klaar voor.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Marijnissen. Dan geef ik het woord aan de heer Paternotte van D66.
De heer Paternotte (D66):
31 minuten, mooi.
De voorzitter:
Dat klopt, 31 minuten. Op hoeveel had u gerekend? Dan doen we wat minder.
De heer Paternotte (D66):
O, ik ben in 29 minuten klaar.
Voorzitter. De wederopbouw van Nederland was niet mogelijk zonder enorme hulp van buitenaf: de Marshallhulp vanaf 1947, met forse Amerikaanse leningen. Die waren hard nodig, want na de Tweede Wereldoorlog lag Europa in puin, had Nederland een woningnood en had de samenleving een flinke zet nodig om weer op gang te komen.
De Amerikanen wilden wel weten of dat geld een beetje goed besteed werd. Daarom stuurden ze er in 1949 twee topdiplomaten op uit: Averell Harriman en Paul Hoffmann. In Italië werden de heren stevig gefêteerd met pasta en veel wijn, zoals Italianen dat kunnen. In Nederland kwamen ze op zondag aan. Het ministerie van Algemene Zaken was die dag dicht. Het was een koele dag, begin april, en een dik pak wolken hing boven Den Haag. Minister-president Willem Drees vond het zonde om het ministerie van Algemene Zaken speciaal voor de Amerikanen te openen, want dan zou het apart verwarmd moeten worden. Hij nodigde de heren dus maar bij hem thuis uit, in zijn rijtjeshuis op de Beeklaan in Den Haag. Dat was onhandig, want de Amerikanen reden vanaf Schiphol met een speciaal ingevlogen Cadillac. Die auto was zo groot dat hij op de Beeklaan niet kon keren. Eenmaal bij de voordeur van huize Drees was er even verwarring. Toen de premier de deur opendeed, gingen de Amerikanen er voetstoots van uit dat ze met de butler te maken hadden. Mevrouw Drees serveerde de thee, voor de beide heren voorzien van precies één mariakaakje. Bij het vertrek sprak Harriman tegen Hoffmann: "Aan een land waar de minister-president zo woont en leeft, is ons geld goed besteed." Het is maar goed dat de heren Harriman en Hoffmann destijds in een rijtjeshuis en niet op het paleis ontvangen werden, want de Marshallhulp uit Amerika werd na dit bezoek opgeschroefd. Sterker nog, Nederland was met ruim een miljard dollar een van de grootste ontvangers van Amerikaanse steun. Zonder deze investeringen zouden ons land en ons leven er vandaag heel anders uit hebben gezien.
Voorzitter. Wij Nederlanders weten dat die hulp bij onze wederopbouw toen voor ons het verschil heeft gemaakt. We weten daardoor ook dat het geen zin heeft om te doen alsof Nederland een eiland is, veilig afgesloten van de boze buitenwereld. Wij vinden de hulp die we Oekraïne nu bieden dan ook vanzelfsprekend. Hulp in een oorlog die op goede dagen tientallen en op slechte dagen honderden slachtoffers eist. Drie grenzen en vijftien uurtjes rijden verderop.
Nederland heeft het afgelopen jaar een leidende rol gepakt in de steun aan de Oekraïners. Dat is goed. Het gaat om de steun die nodig is om de vrijheid van hen en van ons te verdedigen. Het gaat ook om steun in hun politieke gevecht om lid te kunnen worden van de Europese Unie en de NAVO. Het is niet voor niets dat Zelensky twee keer naar Nederland is gekomen. Wij leiden nu de straaljagercoalitie die het mogelijk maakt dat de F-16's volgend jaar Oekraïne kunnen gaan helpen. Het kabinet heeft hierin leiderschap getoond. Dank daarvoor.
Voorzitter. Het is geen geheim dat D66 niet blij is met de onnodige en onverantwoorde val van het kabinet. Over één ding hoop ik dat we het hier in grote meerderheid eens zijn: laat het demissionair zijn geen seconde een rol spelen bij de vraag of we Oekraïne bepaalde steun moeten leveren. Blijf Oekraïense vluchtelingen een veilig vluchtoord bieden. De val van het kabinet zal een voetnoot zijn in de geschiedenis, maar de oorlog is dat zeker niet. De grote hoop van Poetin is dat wij — Europa, Amerika en de rest van de democratische coalitie — moe worden van die oorlog. Hij hoopt dat Trump in Amerika en Le Pen in Frankrijk aan de macht komen. Hij hoopt ook dat hier in Nederland partijen winnen die Oekraïne niet willen steunen of die simpelweg die oorlog in Europa onbelangrijk vinden, en dat wij de strijd van de Oekraïners gaan vergeten. Dat zou een vergissing van historische porporties zijn. Poetin mag niet winnen. De Oekraïners moeten weten dat het ons menens is en dat wij hen echt blijven steunen.
Laten wij daarom duidelijk zijn en hier met elkaar de volgende afspraak maken, die niet alleen voor de komende maanden, maar voor de komende jaren geldt. Nederland garandeert — en zal dat ook hard vastleggen — dat het, net als Duitsland, Denemarken en Noorwegen, Oekraïne meerjarig zal steunen, zolang het nodig is met wapens en zodra het kan met wederopbouw. Laten we dit met zo veel mogelijk partijen doen en daarmee een glashelder signaal geven aan het Oekraïense volk, en net zo goed aan het Kremlin: agressie zal niet beloond worden, de wereld kiest voor stabiliteit, vrede en recht.
Dit is wat mij betreft ook een opdracht voor onze premier, de langst zittende democratische leider in Europa. Is hij bereid die positie in de komende drie maanden aan te wenden om alle bondgenoten te overtuigen dat zij zich committeren aan langdurige steun voor Oekraïne, zo lang het nodig is met wapens en zodra het kan met wederopbouw? Graag een reactie.
Voorzitter. In juli, op de drempel van het zomerreces, viel het kabinet. Wat ons betreft had dat niet gehoeven. Laat ik geen doekjes winden om het oordeel van D66: deze crisis was totaal onnodig. Deze kabinetscrisis was geen onvermijdelijkheid, het was een keuze. Een keuze die onbegrijpelijk is, en belangrijker: onverantwoordelijk. Ik zie in vak-K mensen zitten die druk bezig waren met plannen die Nederland verder brengen. Mensen die problemen aan het aanpakken waren die al veel te lang waren blijven liggen. Christianne van der Wal was vastberaden om echt de stikstofcrisis te lijf te gaan. Piet Adema gaf alles voor een landbouwakkoord. Rob Jetten, de eerste klimaatminister, bracht Nederland op koers om de klimaatdoelen in 2030 te halen. Hugo de Jonge joeg met hetzelfde enthousiasme op woondeals als op vaccins. En staatssecretaris Van der Burg hing dagelijks vele uren aan de telefoon in zijn jacht op opvangplekken en gaat volgende week zijn spreidingswet door de Kamer loodsen. Zo kan ik de hele ploeg af gaan.
Het kabinet schreef dat een demissionair kabinet bescheidenheid past, maar ik vraag me eigenlijk af, als ik kijk naar vak-K, wie van de bewindspersonen denkt dat de uitdagingen waar we als land voor staan sinds de val van het kabinet kleiner zijn geworden. Dat denkt niemand. Gelukkig maar.
Voorzitter. Laat ik nogmaals het politieke oordeel van de 24 leden van mijn fractie benadrukken: de val van het kabinet was onnodig en onverantwoord. Na de val van het kabinet wilden sommige partijen in deze Kamer zelfs het parlement demissionair maken. Minimaal drie maanden de boel op pauze. Bijvoorbeeld een stop op klimaatbeleid en op stikstof, zelfs op plannen voor betaalbare woningen. Ik zou haast zeggen: wie zijn die mensen die denken dat we het ons kunnen veroorloven om de uitdagingen waar we voor staan maar even in de ijskast te zetten? De natuur holt achteruit. Boeren en hun gezinnen willen weten waar zij aan toe zijn. De krapte op de arbeidsmarkt wordt met de dag nijpender: voor een op de vijf banen is nu niemand te vinden. Studenten, starters en doorstromers vinden steeds minder vaak een woning, terwijl het door de stikstofcrisis alleen maar moeilijker wordt om een paal de grond in te slaan. En door de hoge inflatie is rondkomen aan het einde van de maand voor veel mensen een worsteling. Er is brede consensus dat grip op migratie nodig is; er lagen zelfs goede plannen om daar wat aan te doen.
Maar de politiek levert niet, terwijl dat wel degelijk had gekund. Dat zeg ik ook richting de VVD. Maar we moeten aan de slag, want we hebben geen tijd te verliezen. Ik zal eerlijk zijn: de verkiezingen zijn één ding, maar ik maak mij oprecht zorgen over hoelang de komende formatie zal duren. Ik wil daarom hier de nieuwe energie zien die we nodig hebben, want Nederland moet door. Dat geldt ook voor de begrotingen. Het kabinet heeft gisteren duidelijk gemaakt wat er gebeurt als begrotingen worden uitgesteld tot er een nieuw kabinet is: veel Nederlanders komen dan in de problemen.
Ik geef een paar voorbeelden. Als we de begroting van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat niet behandelen, dan kunnen miljarden aan subsidies voor zonnepanelen, windmolens en laadpalen voor auto's niet worden uitbetaald. En ook geld voor het herstel van huizen in Groningen vanwege aardbevingsschade mag dan niet worden ingezet. Als de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt uitgesteld, dan is er in januari meer kinderarmoede omdat het kindgebonden budget niet omhoog kan. Maar ook de tegemoetkoming in de energiekosten voor studenten kan dan niet op tijd worden uitgekeerd. Als we de begroting van het ministerie van Onderwijs niet behandelen, dan is er in januari geen geld om de gratis schoollunches aan te bieden en kan er niet worden begonnen met de bijscholing van leraren.
Voorzitter. Dat laten we toch niet gebeuren? Er is geen tijd te verliezen en daarom zullen wij morgen voorstellen om alle begrotingen nog dit jaar te behandelen, voor de verkiezingen. Ja, nog dit jaar. Er was even een interruptie buiten de microfoon, voorzitter. De Eerste Kamer heeft al gezegd dat zij na 5 december geen begrotingen meer behandelen, dus dat zal eerder moeten.
Voorzitter. Als drie Britten bij elkaar komen, drinken zij thee. Als drie Fransen bij elkaar bij elkaar komen, drinken ze wijn. En als drie Nederlanders bij elkaar komen, richten ze drie nieuwe politieke partijen op. Niemand heeft in dit land ooit de meerderheid, dus als we niet kunnen samenwerken, dan zijn we nergens. Daarom is de oproep van velen hier, zoals Omtzigt, Bontenbal en Marijnissen, voor een campagne op inhoud mooi en veelbelovend, want als het om inhoud gaat, kunnen we elkaar soms vinden.
Afgelopen mei liep ik in Volendam over de dijk met Mona Keijzer. De mensen die ons herkenden — het waren eigenlijk vooral mensen die Mona Keijzer herkenden — moesten even twee keer kijken. Zij wisten toen nog niet, en ik al helemaal niet, dat zij twee keer een nummer twee zagen, één keer een premierskandidaat en één keer niet. We hadden het over het coronabeleid en daar waren we het niet over eens. We keken uit over het Markermeer, ooit de Zuiderzee, die van Volendam zo'n welvarend vissersdorp maakte. We ontdekten dat onze vaders, allebei liefhebbers van het ruime sop, elkaar hadden gevonden in de strijd tegen de komst van een vliegveld midden op dat Markermeer. Het is maar goed dat ze dat deden. Een campagne op ideeën waarbij we fundamentele verschillen niet uit de weg gaan, moet dus kunnen.
Voorzitter. Dat brengt mij op het toverwoord van de afgelopen weken: bestaanszekerheid. Ik complimenteer het kabinet, de minister van Financiën voorop, met de actie die het net als vorig jaar onderneemt om armoede, en dan vooral kinderarmoede, aan te pakken. Dat terwijl het kabinet de staatsschuld, ondanks alle crises van de afgelopen jaren, op een stabiel laag niveau houdt. De rekening schuiven we niet door naar volgende generaties. En dat is goed. Dat we mensen met een kleine beurs moeten helpen, voelen we allemaal, van links tot rechts. Dat is logisch, want vorig jaar zagen veel Nederlanders hun besteedbaar inkomen in rap tempo verdampen. Niemand heeft koopkrachtplaatjes nodig om te snappen dat op dit moment heel veel mensen aan het einde van hun geld nog een stuk maand over hebben. Maar bestaanszekerheid gaat niet alleen over het voorkomen van armoede. In Nederland zijn veel mensen met een middeninkomen die door de hoge inflatie het afgelopen jaar het soms ook niet meer wisten. Met een hypotheek en kinderopvang is een salaris er immers snel doorheen. Met een bescheiden pensioen komt de prijs van boodschappen hard binnen. En als je leraar of politieagent bent in de grote stad is het meestal niet te doen om zelf in die stad te wonen. Installateurs, verpleegkundigen en heel veel andere Nederlanders met een normale baan verdienen daarom ook een steun in de rug.
De voorzitter van de Sociaal-Economische Raad, Kim Putters, zei het heel goed: "De politiek moet veel meer doen aan de benarde positie waarin mensen in de middenklasse zitten." Nu alle aandacht uitgaat naar de armoede in Nederland, dreigen mensen met een middeninkomen als groep vergeten te worden en lopen ze het risico richting armoede af te glijden als het tegenzit. Daarom willen we nu juist deze groep helpen. We doen dat door de arbeidskorting met 1 miljard euro te verhogen, waardoor die mensen veel minder belasting betalen over wat ze verdienen met hun werk, door de energierekening te verlagen en meer kinderopvangtoeslag te geven. We betalen dit door grootverbruikers van energie meer te belasten, fossiele subsidie af te bouwen, de dividendbelasting te verhogen en een bijdrage te vragen aan de meest vermogenden. Zo houden alle Nederlanders met een middeninkomen meer geld over in de portemonnee, gaat werken meer lonen en doen we ook iets aan de krappe arbeidsmarkt en helpen we ondernemers.
De heer Klaver (GroenLinks):
Een mooi pleidooi, waar ik me in grote lijnen in kan vinden, zeker als het gaat over Oekraïne, maar ook over bestaanszekerheid. Ik hoop wel dat ik de heer Paternotte goed heb begrepen dat hij niet probeert om twee groepen tegenover elkaar te zetten: de allerarmsten of de werkende armen en de middenklasse. Je moet voor beide groepen wat doen. Is de heer Paternotte bereid om de komende dagen te kijken of het lukt een begrotingsakkoord te sluiten over bestaanszekerheid, dus in dit parlement, aanvullend op wat het kabinet heeft gedaan?
De heer Paternotte (D66):
Ik heb het exacte voorstel van GroenLinks-PvdA en ChristenUnie nog niet gezien, maar ik kijk er wel met veel interesse naar uit. Wij denken dat het goed is om bijvoorbeeld te kijken naar het minimumloon. Moet je daar niet iets bijdoen? Laten we inderdaad om tafel gaan, zou ik zeggen. Als wij iets willen veranderen, zal dat toch vanuit het parlement moeten komen. We hebben een demissionair kabinet, dat duidelijk heeft gemaakt dat het bescheiden is. Het heeft een begroting opgeleverd en het is nu aan ons om te bepalen welke begroting we straks naar de Eerste Kamer sturen.
De heer Klaver (GroenLinks):
Ik ben heel blij met dit antwoord. Ik hoop ook echt dat dit de voorbode is van hoe we straks, ook na 22 november, met elkaar gaan werken, van hoe het parlement zijn positie pakt ten opzichte van het kabinet. Ik heb nog één inhoudelijke vraag, want ik vind echt dat het ook belangrijk is om iets te doen aan de middeninkomens. De arbeidskorting wordt al fors verhoogd. Soms heb ik daar twijfels bij: is dat instrument inmiddels niet bot geworden? Gaat het D66 vooral om die arbeidskorting, om het even heel technisch te maken, of zijn ook andere belastinginstrumenten bespreekbaar?
De heer Paternotte (D66):
Dit zijn dingen waar we, denk ik, over in gesprek moeten, maar dit sluit natuurlijk wel heel erg aan bij het punt dat de heer Omtzigt maakte. Op een gegeven moment is het inkomensniveau zodanig dat je er zelf wel heel erg weinig aan overhoudt als je net wat meer gaat verdienen. Het verlagen van de arbeidskorting heeft natuurlijk als duidelijk voordeel dat mensen die werken, daardoor van elk uur dat ze extra werken een stuk meer overhouden. Dan heb je dus een goede reden om te denken: nou, misschien wil ik dan ook wel wat extra werken. Er zijn heel veel Nederlanders die op zich bereid zijn om een paar uur of een hele dag extra te werken — dat zou gigantisch kunnen schelen in het onderwijs en de zorg — maar die toch tegengehouden worden door het feit dat dit voor hen misschien wel erg weinig oplevert.
De voorzitter:
Tot slot.
De heer Klaver (GroenLinks):
Tot slot. Laten we om de tafel gaan zitten. Ik wil graag doorpraten over die arbeidskorting. Die zit er namelijk nu al fors in en je ziet hoe hoog de marginale druk is. Maar dat is allemaal techniek. Daar moeten we volgens mij goed over doorpraten om ervoor te zorgen dat we op het gebied van de bestaanszekerheid, voor de laagste inkomens, maar ook voor de middeninkomens, echt een heel grote stap zetten.
De heer Paternotte (D66):
Dat ben ik zeer met de heer Klaver eens. Er zit natuurlijk nog een andere kant aan, en dat zijn de kosten ervan. Dat is iets wat we ook in de gaten moeten houden. Kunnen we een grotere bijdrage vragen aan grote bedrijven die nu nog steeds goede winsten maken? Ik denk het wel. Kunnen we dat vragen van de grote vermogens? Ik denk het wel. Maar daar zit ook een grens aan. Zeker voor kleine en middelgrote ondernemers geldt dat hun lasten natuurlijk wel een aantal stappen omhoog zijn gegaan. En we moeten hier niet de hoogste lastendruk voor ondernemers hebben in West-Europa. Dat moeten we niet laten gebeuren. Dus laten we ook daarover praten als we om de tafel zitten. Dan gaan we daar vast en zeker stappen op kunnen zetten.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog weer.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter. Ik heb volgens mij benoemd dat bestaanszekerheid heel belangrijk is en dat ik het daarbij heb over armoede en over middeninkomens. Je zou kunnen denken: wat ontzettend fijn dat de vaderlandse politiek een thema heeft gevonden — bestaanszekerheid — waar iedereen het over eens is. Maar hallo! Bestaanszekerheid is "the bare minimum", zou ik bijna willen zeggen. Het is ook maar goed dat partijen het belangrijk vinden. Het zou eens niet zo moeten zijn. Het is te weinig als we ons alleen daarmee tevreden stellen. Dan missen we de grote uitdagingen.
Onze ambities reiken verder dan alleen het bieden van bestaanszekerheid. Ik noem het onderwijs. Het is nu halfvier in de middag. We zijn nu vijf uur en een kwartier bezig, maar het woord "onderwijs" is pas één keer gevallen, namelijk toen ik het net noemde, twee seconden geleden. Eerlijk gezegd begrijp ik daar helemaal niets van. Je hebt goed onderwijs nodig om te zorgen dat iedereen wat kan maken van het leven. Bestaanszekerheid is het vangnet. Onderwijs is de springplank.
De heer Wilders (PVV):
Voordat mijn collega verdergaat over het onderwijs, kom ik nog even terug op bestaanszekerheid. Een woord dat ik ook nog niet heb horen vallen, ook niet bij u, is "het koningshuis". Toen u over bestaanszekerheid begon, dacht ik bij mezelf … Gisteren zag ik het ook in de stukken van het kabinet: de Koning heeft er vorig jaar €55.000 bij gekregen. En dan heb ik het over de A-component, echt zijn salaris, dus niet over het geld voor alle lakeien en ander personeel, maar gewoon over zijn salaris. Hij verdient nu ongeveer 1,1 miljoen euro, in een tijd waarin onze gepensioneerden, onze mensen met een uitkering, maar ook de werkenden tot aan modaal alleen maar kunnen dromen van een salarisverhoging van €55.000 per jaar. We hebben het er allemaal over, en het woord "bestaanszekerheid" zegt het al. Nou doen wij niet vaak wat samen, en dat is misschien maar goed ook, maar zouden we hierbij niet samen op kunnen trekken door het kabinet ertoe op te roepen die salarisverhoging van €55.000 voor de Koning terug te draaien en tegen de Koning te zeggen: 1 miljoen per jaar is genoeg, daar moet je het maar mee doen? Geef dat geld maar aan onze ouderen of aan iets anders, maar niet aan hem. Kunt u dat met mij delen?
De heer Paternotte (D66):
Daarover moet ik echt met mijn fractie overleggen. We hebben zo ongeveer alles doorgesproken ter voorbereiding op de Algemene Beschouwingen, maar deze €55.000 hebben we daarbij net gemist. Wij vinden het op zich heel goed als het koningshuis in tijden van krapte meeleeft met wat Nederlanders meemaken. Dat kun je natuurlijk nooit helemaal doen als je in een paleis woont, maar dat kun je inderdaad bij dit soort stappen doen. Laten we ook niet doen alsof dat echt een verschil maakt voor alle Nederlanders, want uiteindelijk gaat het om een bedrag dat helemaal niks meer is als je het over 18 miljoen mensen uitsmeert. Het lijkt mij goed als de heer Klaver en uw woordvoerder Koninklijk Huis ... Ik weet even niet wie dat is. De heer Bosma steekt zijn hand op. Natuurlijk. Het lijkt mij goed als zij daar even contact over hebben. Ik geef dan alleen geen enkele garantie over de uitkomst.
De heer Wilders (PVV):
U kan daar een grap over maken, maar heel veel mensen waren daar gisteren wel door geraakt, want ...
De heer Klaver (GroenLinks):
Een persoonlijk feit: kan ik alsjeblieft buiten deze bromance gehouden worden?
De heer Paternotte (D66):
Bedoelt u die van Sneller en Bosma? Want volgens mij herkennen wij dit beeld niet.
De voorzitter:
We hoorden "Klaver", inderdaad. Hij werd genoemd.
De heer Wilders (PVV):
Voorzitter, alle gekheid op een stokje, dit is een serieus onderwerp. Heel veel mensen ergeren zich daaraan. Het gaat er inderdaad niet om aan wie je dat geld geeft. Het gaat erom dat mensen niet snappen dat, in een tijd dat ze het moeilijk hebben, de koning met €55.000 extra meer dan een miljoen gaat verdienen, 1,1 miljoen, terwijl hij al iets van 45 tot 47 miljoen aan bezit heeft. Mensen zijn daar terecht ontstemd over. Ik heb er in ieder geval heel veel reacties op gekregen gisteren. Mensen zeggen: dat kan niet. De koning zou een symbool van solidariteit geven aan de Nederlanders door die €55.000 niet te accepteren. En als hij dat niet doet, laten wij er dan via de begroting voor zorgen dat dat wordt teruggedraaid. Dat is geen grap. Dat is iets serieus. Volgens mij heeft uw partij daar in voorgaande jaren ook opmerkingen over gemaakt. Dus ik vraag u serieus of u dat wilt steunen.
De heer Paternotte (D66):
Wij willen daar heel serieus naar kijken. De heer Klaver noemde het "een bromance". Daar herken ik me totaal niet in. Maar inhoudelijk is dit een stap in uw richting. Er is dus, denk ik, best een goede kans dat we daar inderdaad uit gaan komen. Ik zeg er wel bij dat ik het feit dat Amalia gewoon uit eigen beweging heeft gezegd dat ze die toelage niet hoeft — het zou ook bizar zijn als ze die zou krijgen — te prijzen vind. Dat vind ik ook goed om te erkennen richting het Koninklijk Huis. We mogen het hier dus ook erkennen wanneer het koningshuis dat soort stappen zet en dat soort uitingen doet. Maar ik zie dat de heer Klaver nu al uitkijkt naar de koffie met de heer Bosma.
De voorzitter:
U gaat weer verder.
De heer Paternotte (D66):
Zei ik "de heer Klaver"?
De voorzitter:
Weer "Klaver".
De heer Paternotte (D66):
Waar ik "Klaver" zei, bedoelde ik "Sneller". Stop.
De voorzitter:
Volgens mij is het de heer Sneller.
De heer Paternotte (D66):
Ja, ik bedoel de heer Sneller. Klaver kijkt niet uit naar de koffie.
De voorzitter:
O jee. Er dreigt weer een persoonlijk feit. Gaat u snel verder.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter. Ik was net begonnen over het onderwijs toen ik weer werd geïnterrumpeerd over iets wat natuurlijk ook heel belangrijk is: het Koninklijk Huis. Ik vind het echt opvallend dat vijf uur en een kwartier aan debat eigenlijk nog niets heeft opgeleverd over het onderwijs, behalve een heel kort interruptiedebat over politicologiestudenten, maar dat had dan weer niet zo veel met onderwijs te maken. Je hebt goed onderwijs nodig om ervoor te zorgen dat iedereen wat kan maken van het leven. Bestaanszekerheid is het vangnet; onderwijs is de springplank. De afgelopen tijd is er enorm veel geld gestoken in het onderwijs. De loonkloof voor leraren is dicht. Scholen met een achterstand krijgen meer geld. Robbert Dijkgraaf investeert meer in de wetenschap dan ooit tevoren in Nederland is gebeurd. De grote, grote zorg van mijn partij is dat de financiële krapte die we nu hebben, ertoe leidt dat een volgend kabinet het onderwijs weer het kind van de rekening maakt en erop gaat bezuinigen. Maar investeren in de toekomst van onze kinderen is altijd een goed idee. Als je ergens het verschil kan maken voor de toekomst, is dat in het onderwijs. Inmiddels krijgen 130.000 kinderen een rijke schooldag met sport, cultuur en huiswerkbegeleiding. Inmiddels wordt stagediscriminatie eindelijk echt aangepakt, en geven we studenten weer een basisbeurs, zodat zij volop van het studentenleven kunnen genieten.
We hebben de doorrekeningen van de verkiezingsprogramma's nog niet gezien — er zijn ook partijen die überhaupt hun plannen niet laten doorrekenen — maar de grafiek over de laatste vijftien jaar is glashelder: als D66 in de regering zit, gaat er meer geld naar het onderwijs. Zonder D66, zoals in de regeerakkoorden met de PVV en de Partij voor de Arbeid, zijn er pijnlijke bezuinigingen. Als er weer plannen komen om te korten op het onderwijs, te korten op de toekomst van kinderen, zullen wij ons daar met alle politieke middelen tegen verzetten.
Voorzitter. Welvaart verdelen is een goed principe, maar voor we welvaart verdelen, moeten we het ook verdienen. Nu het minimumloon en de uitkeringen verhogen is goed, maar dat kan alleen als we ook de economie laten bloeien. Laat ik dus helder zijn: ik ben geen voorstander van degrowth. We hebben juist groei nodig. Ik zie vooruitgang. De laatste jaren slagen we erin om minder CO2 uit te stoten en toch de economie te laten groeien. Groene groei, daar moeten we mee door. Het kabinet zou afspraken maken met grote industriebedrijven over hoe zij hier in de toekomst met groene stroom geld kunnen verdienen. Ik vraag het kabinet: waarom zijn er nog steeds geen, nul, maatwerkafspraken gemaakt? Die bedrijven willen zekerheid en Nederlanders willen weten hoe die groene toekomst eruit gaat zien. Laten we leren van de Verenigde Staten, waar de regering-Biden met haar Inflation Reduction Act enorme duurzame investeringen stimuleert. Wij willen dat ook. In navolging daarvan willen wij 1 miljard euro per jaar extra investeren in bedrijven die klimaatneutrale producten hier in Nederland maken.
Vorig jaar heb ik hier aandacht gevraagd voor de krapte op de arbeidsmarkt. Dat probleem is nu niet minder geworden: voor een op de vijf banen is nu niemand te vinden. Bij ondernemers, in bedrijven, op scholen, overal zitten planners met de handen in het haar. Dat merken we overal, van bouwplaatsen tot ziekenhuizen en van scholen tot winkels. Ondertussen is Nederland wel de parttimekampioen van Europa. En het is hartstikke mooi dat we de vrijheid hebben om te kiezen voor minder uren werken. Zeker met jonge kinderen, of als je mantelzorger bent, is dat ook hartstikke logisch; het is een manier om de zorg te delen. Maar heel veel mensen werken parttime omdat meer uren werken te weinig loont, of omdat ze bij het begin van hun loopbaan al meteen een parttimecontract kregen. En laten we 60-plussers niet langer afschrijven voor de arbeidsmarkt vanwege hun leeftijd. Ook deze campagne zien we weer meerdere 60-plussers, nu ook Wilders — daarmee overigens gefeliciteerd — die heel hard werken. Dus laten we doorpakken op een plan dat ik van het CDA zag: je mag kiezen, wie AOW wil ontvangen krijgt AOW, en wie wil doorwerken na de AOW-leeftijd mag de AOW nog een tijd uitstellen en krijgt daarna een hogere AOW.
Bestaanszekerheid gaat ook over de toekomst. Je zou het "voortbestaanszekerheid" kunnen noemen. Afgelopen zomer werden we in Zuid-Europa door bosbranden het water in gejaagd en in Noord-Europa door modderstromen weggejaagd. En ondertussen zijn er nog altijd politici die liever wegkijken. Wilders wil de klimaatcrisis bestrijden door simpelweg de dijken te verhogen. Onze allereerste Klimaatminister presenteerde ook het allergrootste klimaatpakket ooit: een pakket waarmee we tot de klimaatkoplopers van Europa gaan behoren en gaan voor 60% minder CO2-uitstoot in 2030. Het kabinet is te vroeg gevallen. In zijn korte levensduur werden we kampioen zonnepanelen en kampioen laadpalen van de Europese Unie, en kickten we volledig af van Russische olie en gas. We zijn er nog niet; we moeten door naar 60% minder uitstoot, en daarna naar klimaatneutraal. Dat is ook de roep uit de maatschappij. Als je goed naar die roep luistert, dan hoor je hier en vanuit dit gebouw soms zelfs letterlijk ook het pleidooi voor het afschaffen van de belastingvoordelen voor vervuilende bedrijven. Die fossiele subsidies, daar moeten we van af want die remmen de verduurzaming van bedrijven en zijn per definitie niet eerlijk tegenover mensen en bedrijven die juist geld willen verdienen door te vergroenen. Om Frits Bolkestein te parafraseren: liever de warmte van een echt verdienmodel dan de kilte van een fossiele subsidie. Laten we dit debat aangrijpen om die koe eens bij de horens te pakken. Kijk naar de energiebelasting. Daar is iets heel geks aan de hand. Hoe meer je verbruikt, hoe minder belasting je daarover behoeft te betalen. Dat is in feite een bonus voor vervuilers. Dat willen we aanpakken. Maar …
De voorzitter:
De heer Klaver. Of wilt u dit punt eerst afronden?
De heer Paternotte (D66):
Laat u maar.
De voorzitter:
Ja, toch?
De heer Klaver (GroenLinks):
Als de heer Paternotte zo meteen aan het einde is gekomen van zijn punt over de fossiele subsidies, heeft hij misschien al antwoord gegeven zonder dat ik de vraag heb hoeven stellen.
De heer Paternotte (D66):
Ik wilde zeggen dat Nederland geen eiland is, want minimaal 20 miljard van die fossiele subsidies vloeien voort uit internationale verdragen en verplichtingen. En die schaffen we helaas niet in ons eentje af. Dat moet Europees en internationaal. Dus laten we nou het afschaffen van die fossiele subsidies tot een diplomatiek speerpunt maken. Laten we op de internationale klimaattop later dit jaar een kopgroep vormen met Europese partners en andere welwillende landen om hierin stappen te gaan zetten. Ik hoor graag van de premier wat hij hiervan vindt.
De voorzitter:
Daar zat het antwoord in, hè? Nee? Ik vreesde het al. De heer Klaver.
De heer Klaver (GroenLinks):
Maar ik hoorde wel een heel goed punt waar ik het volledig mee eens ben; het zou heel goed zijn om dat te doen. Maar ik heb nog een andere vraag. Extinction Rebellion is hiervoor aan het demonstreren waardoor het opeens heel veel in het nieuws is, maar fossiele subsidies afschaffen is niet iets nieuws. Al in 2018 werd hier een motie van collega Van der Lee aangenomen waarin staat dat die subsidies moeten worden afgebouwd. Ongeveer al tien jaar geleden kwam GroenLinks met een plan om van die fossiele subsidies af te komen. Nu ligt er een heel overzicht en heb ik het volgende voorstel. Zou het niet goed zijn om net als we bij de Klimaatwet hebben gedaan, een afbouwplan voor die fossiele subsidies vast te leggen in de wet, zodat het straks niet meer van de politieke kleur afhangt maar van een wet die er ligt om via een pad dat realistisch en haalbaar is, zowel voor de planeet als voor de economie, die fossiele subsidies af te bouwen? Wat vindt de heer Paternotte daarvan?
De heer Paternotte (D66):
Heeft u het dan over de fossiele subsidies die we zelf als Nederland kunnen afbouwen?
De heer Klaver (GroenLinks):
Uiteraard. Ik gaf u al gelijk als het gaat over de internationale subsidies. Er zijn een aantal internationale verplichtingen waar we aan vastzitten. Ik geloof dat een ervan het Montrealprotocol is. Daar kom je dus niet onderuit, al zou je dat willen, maar er blijven nog heel veel subsidies over die je wel kunt afschaffen. Daar een wettelijk afbouwplan voor opschrijven in de wet, zou volgens mij een goede stok achter de deur zijn om te zorgen dat er ook echt aan gewerkt wordt, zodat er ook jaarlijks over gerapporteerd moet worden. Ik denk dat trouwens ook de grote winst van wat we nu zien, is dat er een Klimaatwet ligt waardoor er ieder jaar gesproken moet worden over wat de klimaatplannen zijn en welke reducties worden behaald of niet worden behaald. Dus kunnen we daarop samenwerken?
De heer Paternotte (D66):
Ons idee is dat je per fossiele subsidie moet kijken, hoe je ervan af komt, wanneer je ervan komt en via welk pad je dat doet. Dus dat is inderdaad een totaal afbouwplan. Dus laten we daarover doorpraten. Ik heb niet het overzicht of je dat per fossiele subsidie in een wet kunt vastleggen, maar ik vind het een interessant idee.
De heer Klaver (GroenLinks):
Deze steek ik dan in m'n zak, zoals ze dat dan hier zeggen. En het hoeft volgens mij niet helemaal per subsidie in de wet maar het gaat erover dat er een afbouwplan wordt gepresenteerd waar opeenvolgende kabinetten zich aan hebben te houden. Dus laten we het gesprek hierover voortzetten.
De heer Dassen (Volt):
Ik vind de suggestie van de heer Paternotte heel goed om te zorgen dat er een Europese kopgroep komt richting de COP28. Wij willen straks de oproep doen aan minister Jetten om een Europese spoedvergadering te beleggen van de ministers die er in Europees verband over gaan, juist om te zorgen dat al voor de COP daarover afspraken komen en ook voor de COP duidelijk is waar de Europese Unie en de Europese landen hierin staan. Laten we ervoor zorgen dat de urgentie die er achter zit niet pas op de COP28 zelf aan de orde komt maar juist daarvoor. Dus ik wil eigenlijk het voorstel van de heer Paternotte nog iets aanscherpen. Laten we de minister voor Klimaat en Energie of de minister-president oproepen om nog voor de COP een Europese spoedvergadering te houden om daar afspraken te maken die we dan vervolgens op de COP28 aan de rest van de wereld kunnen laten zien.
De heer Paternotte (D66):
Ik denk dat we het heel erg eens zijn over het wat en het hoe. Laten we eerst even gewoon van het kabinet horen of ze het hiermee eens zijn en ermee aan de slag willen. Ik hoop het wel en laten we allebei hen daartoe aanmoedigen en laten we het dan hebben over hoe ze dat het beste kunnen doen. Ik denk dat de mensen die daar zitten er iets meer zicht op hebben of dat dan een spoedvergadering is of dat je dat bilateraal moet doen om zo veel mogelijk landen mee te krijgen. Het is mooi dat we het er allebei over eens zijn dat we die COP moeten gebruiken en dat we niet pas na de klimaattop moeten gaan praten over hoe je internationaal fossiele subsidies gaat aanpakken. Ik zie hier natuurlijk ook voorstellen daarvoor komen over bijvoorbeeld de vliegbelasting. Het is nog niet gegaan over de uitstoot van de zeevaart, maar dat zijn natuurlijk zaken die we best deels in Nederland kunnen doen, maar die je uiteindelijk echt aanpakt als je internationaal zorgt dat er een eerlijke prijs komt voor vliegen en een echte prikkel om de scheepvaart te verduurzamen.
De heer Dassen (Volt):
Ik ben het daar natuurlijk mee eens. Ik proef nu alleen wel een beetje dat we de urgentie aan het kabinet mee moeten geven. De heer Rutte is ook op pad gegaan toen het ging over migratie om te zorgen dat er in Europa bepaalde beweging kwam, los van het feit dat ik het niet helemaal eens ben met de beweging die daarop is gemaakt. Ik denk dus dat er heel veel mogelijk is als we een hele duidelijke boodschap meegeven. Ik snap dat de heer Paternotte zegt "laten we kijken waar het kabinet mee komt", maar mijn zorg zit erin dat het kabinet dan misschien niet met de urgentie en actie komt die wij wellicht op dit moment voor ogen hebben. Ik denk dus dat de oproep aan het kabinet moet zijn: regel het voor de COP om te zorgen dat we op de COP een goed plan hebben.
De heer Paternotte (D66):
We gaan dat morgen van het kabinet horen. Dan gaan we ook horen of u en ik tevreden zijn. Als dat niet zo is, moeten we elkaar gewoon kunnen vinden.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Ik ben het er helemaal mee eens dat de scheepvaart aangepakt moet worden. Ik vermaak me altijd vrolijk als ik naar Amsterdam ga, een milieuzone zie waar je elektrisch moet rijden en dan de cruiseschepen daar in de stad zie.
De heer Paternotte (D66):
Drijvende zwaluwbanketten.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Juist.
De heer Paternotte (D66):
"Zwavel" bedoel ik.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Dat is één grote zwavelgolf. Dat is ook het ouderwetse milieu, niet alleen het klimaat, dat je daar totaal verpest. Daar moet echt iets aan gedaan worden. Wat is volgens de heer Paternotte de reden dat de zogenaamd berekende fossiele subsidies het hardst zijn gestegen het afgelopen jaar?
De heer Paternotte (D66):
Wacht even, wat zei de heer Omtzigt?
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Waarom zijn de fossiele subsidies zo hard gestegen het afgelopen jaar?
De heer Paternotte (D66):
De fossiele subsidies zijn qua structuur juist teruggedrongen met miljarden. Die zouden veel hoger zijn geweest als er geen beleid was geweest. Dan zijn er economische ontwikkelingen die dat maken, maar feit is dat de fossiele subsidies in de basis op dit moment een stuk lager zijn dan een aantal jaren geleden.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Ze zijn hoger geworden, en fors ook. Dat heeft te maken met de berekening. De fossiele subsidies gaan ervan uit dat iedereen het hoogste tarief betaalt. Wie betaalt in Nederland het hoogste tarief? Dat zijn de huishoudens en de mkb'ers. Die betaalden aan het begin van deze kabinetsperiode €0,40 belasting over een kuub gas en volgend jaar betalen ze €0,71, inclusief btw. Dat is bijna verdubbeld. Als je zegt dat iedereen die minder betaalt, daar een subsidie over krijgt, dan nemen de subsidies toe omdat — die grote bedrijven betalen nauwelijks iets — ze nu volgens die berekeningen €0,71 krijgen. Kent de heer Paternotte enig ander land dat de gasbelasting op €0,71 of hoger heeft vastgesteld?
De heer Paternotte (D66):
De heer Omtzigt vroeg eerder vandaag of je precies één ander land met bepaalde belastingtarieven ... Ik weet niet precies alle energiebelastingtarieven in alle verschillende landen in Europa. Ik weet wel dat de energiebelasting ongelofelijk degressief is. Hoe meer je gebruikt, hoe minder belasting je betaalt. Dat noemen we inderdaad een fossiele subsidie. Waarom? Omdat als je een tarief hebt dat veel vlakker is, je natuurlijk een veel grotere prikkel hebt om te verduurzamen. Dan moet je overigens wel die ondernemers gaan helpen om te zorgen dat ze bijvoorbeeld van het gas af kunnen en op het energienet kunnen worden aangesloten. Dat is een belangrijke voorwaarde. Daarom moet het geld uit het Klimaatfonds worden doorgezet. Wij doen vandaag een voorstel om het energietarief voor de allergrootste verbruikers — dan hebben we het over de twee bovenste schijven — te verhogen en dat terug te geven aan de onderste schijf, bij de kleinverbruikers, bij de kleinverbruikersaansluiting en de huishoudens. Dat is een goede manier om zowel fossiele subsidies af te bouwen als ervoor te zorgen dat mensen meer in de portemonnee krijgen. Ik zou heel graag met u samenwerken op dit punt.
De voorzitter:
Tot slot, meneer Omtzigt.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Dat zie ik graag tegemoet. Ik probeer aan te geven dat de gasrekening volgend jaar weer fors stijgt en waarschijnlijk uitkomt boven het energieplafond voor nieuwe contracten. Voor mensen met een laag inkomen is het helemaal niet mogelijk om te zeggen: ik ga mijn huis isoleren voor €10.000 of meer. Als ze een huurwoning hebben, moet de verhuurder — sorry dat ik even naar links kijk — daar ook maar even zin in hebben. Als die daar geen zin in heeft, heb je daar niet zo heel veel aan, zeg ik maar. Mijn vraag is dus: welke boodschap heeft D66 aan mensen die in oude, tochtige huurwoningen wonen en die volgend jaar zullen zien dat hun rekening voor gas dubbel zo hoog wordt als die drie jaar geleden was? Dat komt vooral door de gestegen belastingen en niet door de gestegen gasprijs, want die is op de termijnmarkt teruggegaan naar €0,38, vandaag. De meerderheid van wat je betaalt, bestaat uit belasting. Welke boodschap en welk perspectief heeft D66 voor die groep mensen? Want de grote ondernemingen krijgen subsidies, maar er zijn nog heel veel huizen die nog niet geïsoleerd zijn.
De heer Paternotte (D66):
Twee dingen. Allereerst — dat helpt het meest op de korte termijn — een verlaging van de energiebelasting in de onderste schijf. Daar hebben die mensen direct iets aan. Zij hebben daar zelfs het meest aan, omdat zij relatief het meest gebruiken ten opzichte van hun inkomen, dus dat is een heel effectieve manier om hen te helpen.
Waar die mensen uiteindelijk echt mee geholpen zijn, is als hun huis goed geïsoleerd is en ze een warmtepomp hebben. Daarvoor wijzen we op het nationaal isolatieoffensief. We weten — dat zien we ook — dat het nou net in de bestaande bouw helaas te traag gaat met het verduurzamen, het isoleren en het zorgen voor een warmtepomp, maar daar ligt wel de echte oplossing. We zagen het ook in de tijd dat de prijzen door het dak gingen. Wie zaten er het allercomfortabelst bij? Dat waren de mensen met een volledig verduurzaamd huis. Laten we er dus voor zorgen dat we alles op alles zetten om zo snel mogelijk op het punt te komen dat we niet meer hoeven te wijzen naar de voorbeelden van mensen in sociale huurwoningen, in oude, tochtige huizen, en hen niet meer hoeven te helpen met energietoelages of met, zoals wij nu doen, een verlaging van de energiebelasting. We moeten hun gewoon een schoon, duurzaam en zeer betaalbaar huis geven, want schone, duurzame energie is nu al het goedkoopst, maar die zal op termijn zeker het goedkoopst en het meest berekenbaar zijn.
De voorzitter:
Heel kort nog.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Het streven delen we. Overigens zijn sociale huurwoningen in Nederland beter geïsoleerd dan private huurwoningen; daar zit niet zo'n klein beetje verschil tussen. Maar aan dat streven hebben die arme huurders op dit moment niks, want ze hebben niks om een huurkorting mee af te dwingen. Ze hebben de komende maanden en jaren gewoon een hoge stookrekening. Ze hebben niks om … Ze vinden het leuk dat hun huis over vijf jaar geïsoleerd wordt, maar hoe moeten ze de komende vijf jaar de rekening betalen? Heeft u iets voor de mensen van wie het huis niet geïsoleerd wordt?
De heer Paternotte (D66):
Ik wil in ieder geval vaststellen dat de heer Omtzigt er, na de terechte punten die hij heeft gemaakt, niet onderuit kan om mede-indiener te worden van ons amendement om de energierekening voor die mensen te verlagen door fossiele subsidies een stukje af te bouwen. Dat moeten we hier in ieder geval samen kunnen doen. Dat is het meest concrete wat we hier kunnen doen.
Als hij nog iets anders wil doen, specifiek gericht op die groep, wetende dat er inderdaad veel huurhuizen zijn waarvoor de verduurzaming te langzaam gaat, dan zal ik daar met veel belangstelling en open naar kijken. Dat meen ik.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Om verder te gaan op dit thema …
De heer Paternotte (D66):
U wilt meteen zakendoen voor zo'n 47 huurwoningen, denk ik?
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Nou, dat is buiten de orde van deze vergadering, maar ik wil u best een keer een cursusje geven over hoe het gaat met isolaties op de huurmarkt. Maar goed, dat terzijde. De energiebelasting is niet het enige wat een schandalige impact heeft op de bestaanszekerheid. Dat is net door de heer Omtzigt goed uitgelegd. Het is een ongelofelijke verhoging, maar er is nog iets aan de hand. De heer Paternotte zei net: we zijn geen eiland. Maar we waren wel energiesoeverein tien jaar geleden. Toen het eerste kabinet-Rutte kwam, waren we energieneutraal: we leverden evenveel energie als we verbruikten. Dat betekent dat je in grote mate je eigen prijs kunt bepalen. Het produceren van gas uit Groningen kost €0,05 per kuub. Onze kleine kerncentrale in Borssele levert voor €0,03 per kilowattuur energie. Dat hebben we allemaal afgebroken uit ideologische motieven. We hebben de gaswinning in Groningen gestopt, we hebben geen kerncentrales bijgebouwd, we hebben kolencentrales dichtgedaan en we zijn nu volledig afhankelijk van onder andere de Verenigde Staten voor de import van bijvoorbeeld gas. Realiseert de heer Paternotte zich dat we door zijn ideologische keuzes juist de bestaanszekerheid van de hele middenklasse hebben vernietigd?
De heer Paternotte (D66):
We hadden inderdaad heel goedkoop gas uit Groningen. Althans, het is goedkoop als je de bestaanszekerheid van de Groningers even niet meerekent. Ik denk dat we allebei in dat gebied zijn geweest, met mensen daar hebben gepraat en hebben gehoord wat het betekent als je huis gestut is. In de meeste gevallen denken wij hier, als een huis scheuren heeft na een aardbeving: o, dat wordt hersteld. Maar voor heel veel Groningers is het niet hersteld, maar zijn er zo veel balken in hun huis gezet dat ze bij een aardbeving in ieder geval even de tijd hebben om het huis te verlaten voordat het misschien wel instort. Dat is een situatie waar heel veel Groningers in leven, in Nederland. Dus had dat gas een lage prijs? Ik denk dat het ook een hele hoge prijs had. Het ging namelijk ten koste van de veiligheid van een heel groot deel van de Nederlanders. Ik ben daarom heel blij dat we daar met ingang van volgende maand van afstappen.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Ik ben niet alleen verhuurder, maar ook ingenieur. Ik ben volgens mij ook de enige hier die daadwerkelijk naar gas heeft geboord in Groningen en overigens op heel veel andere plekken in de wereld. Het is volstrekt mogelijk om veilig gas te produceren uit het Groninger gasveld. Dat is technisch mogelijk. Je moet dan gebruikmaken van waterinjectie of stikstofinjectie. Er zit nog 450 miljard kuub in de grond. Trouwens, volgens mij is het veel meer, want vlak voordat we begonnen met het sluiten van de putten was het 800 miljard kuub. Maar laten we grofweg uitgaan van 500 miljard kuub dat nog in de grond zit. De Groningers zijn niet gecompenseerd. Dat ligt ook bij dit kabinet. Natuurlijk moeten de Groningers gecompenseerd worden. Maar als je bijna iedere Groninger binnen het winningsgebied de WOZ-waarde van zijn huis cadeau doet, kun je nog steeds een ongelooflijk surplus aan gas winnen op een veilige manier.
De voorzitter:
Komt u tot een vraag?
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Mijn vraag blijft de volgende. Het is een ideologische keuze die ertoe heeft geleid dat de bestaanszekerheid onder druk komt te staan, doordat wij het aanbod zijn gaan verminderen op alle gebieden van onze energieproductie. Daardoor zijn de gasprijzen zo hoog en daardoor is de elektriciteitsprijs zo hoog, naast het verhaal van de heer Omtzigt over de energiebelastingen. Dan kunnen we 2 miljard afpakken van mensen die het net iets minder rot hebben en dat naar de allerarmsten gooien, maar het gaat om de ideologische keuze van D66. Bent u het met mij eens dat dat ook anders had gekund?
De voorzitter:
Ik wil de leden vragen om de interrupties, die steeds langer worden — dat komt misschien ook door het tijdstip — iets compacter te houden. Dat zeg ik ook tegen de mensen die na de heer Van Haga komen. We gaan iets meer tempo met elkaar maken.
De heer Paternotte (D66):
Het is echt vernietigend wat die aardbevingen met de gemeenschap in het aardbevingsgebied in Groningen hebben gedaan. Ik noem ook het voorbeeld dat hier tijdens het debat over het enquêterapport langskwam. Dat was het voorbeeld waarbij de ene persoon recht had op sloop-nieuwbouw, op een nieuw huis, doordat hij net op een andere plek woonde, terwijl de ander het moest doen met het stutten van het huis. Dat was een voorbeeld dat liet zien hoe de gemeenschap soms uit elkaar getrokken werd. Dat is vernietigend. Er zijn mensen die overal op de wereld kunnen wonen, maar er zijn ook mensen die houden van het dorp waarin ze wonen, die houden van de omgeving waarin ze wonen, die daar hun vrienden en familie hebben en die daar veilig willen kunnen wonen. Ik vind dat je daar in Nederland recht op hebt. U noemt dat ideologie. Het alternatief is natuurlijk dat je zegt: het straalt uit tot een deel van Drenthe, tot aan de stad. Dan gaan we maar tegen heel veel mensen zeggen: weet u wat, u kunt ook verhuizen en dan krijgt u een smak geld mee. En dan gaan we dat gebied volledig leegpompen, wetende dat we uiteindelijk toch naar een duurzame samenleving moeten waarin we dat gas niet nodig hebben, want die voorraden zijn ooit een keer op. Als je de Groningers vraagt "wilt u voor een smak geld met z'n allen daar weg?", dan weet ik zeker dat het antwoord daarop nee is. Dan waren al veel meer mensen vertrokken. Die mensen hebben recht op veiligheid. Op dat gebied heeft de overheid te lang verzaakt. Dat is wat mij betreft geen ideologie. Als ik een keuze heb tussen de inschatting van de heer Van Haga, die zegt dat je het veilig kunt halen, en die van alle deskundigen, dan zeg ik: bij twijfel niet inhalen.
De voorzitter:
Tot slot, de heer Van Haga.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Ja, tot slot. Ten eerste, dat gas pomp je niet, dat produceer je. Dat even terzijde. Wat echt vernietigend is, is dat door deze keuzes er onder andere 25 miljard aan stikstofreductie wordt uitgegeven. Er wordt 35 miljard ten behoeve van het klimaat uitgegeven. Er blijft 500 miljard in de grond zitten, terwijl dat gas veilig geproduceerd kan worden. Het leven is niet zonder risico's. Natuurlijk, dat hele tranentrekkende verhaal dat je in je dorp veilig moet kunnen zijn, dat ben ik helemaal met D66 eens. Maar je kunt dat op een technisch verantwoorde manier doen. Mijn voorstel zou zijn: laten we dat ook gewoon doen. Laten we dat doen in plaats van te gaan jammeren over bestaanszekerheid, terwijl we die eerst hebben afgenomen.
De heer Paternotte (D66):
Het is echt precies de verkeerde keuze. In Denemarken hebben ze in 2010 al gezegd dat windmolens de toekomst hebben. Het nationale staatsbedrijf Ørsted, dat toen nog een kolenboer was, ging zich vol richten op windenergie. Er zijn langs die kust nu enorm veel windmolenparken. Dat Deense bedrijf verkoopt ze inmiddels over de hele wereld. Daar verdienen ze goudgeld mee. Het mooie aan windenergie is dat het elke dag weer opnieuw opgewekt wordt, binnenkomt, zonder dat het de omgeving hoeft te vervuilen, zonder dat je daarvoor CO2 hoeft uit te stoten. Dat is waar we met zijn allen natuurlijk naartoe gaan. Als wij op tijd investeren in groene verdienmodellen, dan is de planeet beter af en dan zijn we als land beter af, want we zijn schoner, en we verdienen er ook meer geld mee. Dat is de afslag die we moeten nemen. We moeten niet zeggen: laten we alle fossiele brandstoffen tot op de laatste druppel benutten. Dan houden we namelijk geen planeet meer over.
De heer Bontenbal (CDA):
Is D66 het met mij eens dat de discussie over fossiele subsidies nu wel erg eenzijdig en simplistisch gevoerd wordt? Kijk naar de degressiviteit van de energiebelasting. Als je alle energiebelasting op nul zet, is er geen fossiele subsidie meer. Dat geeft aan hoe gek de rekenmethodiek is. Zoals collega Omtzigt uitlegde: het gaat over het verschil. Het prijsplafond van GroenLinks-PvdA wordt ook aangemerkt als fossiele subsidie. Er wordt bijvoorbeeld ook geen onderscheid gemaakt tussen groene en grijze stroom. In 2030 komt meer dan 70% van onze stroom uit hernieuwbare bronnen, zoals die prachtige windparken waar u het over heeft. Dus die discussie wordt nu heel eenzijdig gevoerd. U bent een Europeaan. Moeten we de belasting, de beprijzing van vervuiling, inderdaad niet vooral Europees regelen? En hebben we daar niet een prachtig instrument voor, namelijk het Europese emissiehandelssysteem, dat ervoor zorgt dat in 2039 alle uitstoot van de hele industrie op nul staat?
De heer Paternotte (D66):
Ja, wat ons betreft moet dat dus ietsje eerder. Ik ben absoluut een Europeaan. En ik ben het volledig met u eens dat het het allerbeste is en dat je heel vaak het meest effectief bent als je Europees, en idealiter wereldwijd, iets regelt. U heeft een voorstel gedaan over de vliegbelasting, dat ik interessant vind en waar we ook naar willen gaan kijken. Maar het feit dat België nog steeds geen serieuze vliegbelasting heeft, helpt daarbij natuurlijk niet. Dat betekent dat mensen een trein naar Brussel pakken en dan een goedkopere vlucht kunnen nemen. Dus ook daar zou ik willen dat we Europees die kerosineaccijns regelen, zodat het niet zo is dat je met je Fiat Panda meer accijns betaalt dan als je een Boeing 737 volgooit. Op die manier krijg je gewoon een eerlijke prijs voor vliegen in heel Europa. Dat ben ik met u eens. Dat neemt natuurlijk niet weg dat fossiele subsidies in Nederland en een energiemodel met degressiviteit in de energiebelasting wel verkeerde prikkels zijn die verduurzaming remmen of in ieder geval minder reden geven om te verduurzamen. Ik denk dat het wel een heel verstandige stap is om dat een stukje te willen veranderen en om op die manier iets terug te geven aan de onderkant. Daarnaast moeten we inderdaad de ondernemers helpen om te zorgen dat zij ook die verduurzamingsslag kunnen maken.
De heer Bontenbal (CDA):
Laten we 'm dan even concreet maken. Het bedrijf Nyrstar maakt zink en smelt dat vooral met elektriciteit. Als we die elektriciteit groen inkopen, is het een fantastisch bedrijf dat gewoon geen uitstoot produceert. Maar u wilt dus de degressiviteit uit de energiebelasting halen, en dat maakt het voor dit bedrijf heel moeilijk om te overleven. We kijken nu internationaal naar de rol van Nederland en van Europa in de wereld; we hebben het over geopolitiek en over strategische afhankelijkheden. Als we zo doorgaan, dan prijzen we dit bedrijf buiten Nederland of buiten Europa, terwijl zink een cruciaal element is. Moeten we dus niet veel meer Europees kijken, en moeten we de discussie over de degressiviteit van de energiebelasting niet veel meer in die context voeren? Het kabinet heeft de afgelopen jaren zelf gezegd: "liever groen hier dan grijs elders". Ik denk dat uw voorstel toch tot grijs elders gaat leiden.
De heer Paternotte (D66):
Wij schaffen niet de volledige degressiviteit af, want dat zou extra grote gevolgen hebben, ook voor bedrijven die volledig afhankelijk zijn, niet van gas maar inderdaad van elektriciteit. U geeft daar een mooi voorbeeld bij dat, denk ik, heel veel mensen hier niet kennen. Het doel is natuurlijk ervoor te zorgen dat in 2035 de volledige elektriciteitsvoorziening CO2-neutraal is. Maar je kunt niet ontkennen dat er, gelet op de manier waarop de energiebelasting nu werkt, voor veel grootverbruikers een kleinere prikkel is om te besparen en om te verduurzamen dan dat er zou zijn als je minder degressiviteit hebt. Ik ben het op zich met u eens dat het iets te simplistisch is om elke euro en inderdaad ook dat prijsplafond als een soort fossiele subsidie neer te zetten. Maar het verhaal erachter is dat er natuurlijk wel perverse prikkels zitten in bijvoorbeeld die energiebelasting. Als je dat minder maakt, versterk je daarmee de verduurzaming.
De voorzitter:
Meneer Bontenbal, tot slot.
De heer Bontenbal (CDA):
Ja, tot slot. Bent u niet bang dat Europa de-industrialiseert door dit beleid? Vergroening moet hier plaatsvinden maar niet elders. Dit beleid kan tot de-industrialisatie leiden. Bent u niet bang dat dat wel gaat gebeuren door het beleid dat u voorstelt?
De heer Paternotte (D66):
Dit is precies waarom ik heb gevraagd naar die maatwerkafspraken, waarom ik er echt van baal dat nog geen een ervan tot wasdom is gekomen, terwijl dat natuurlijk wel een heel belangrijke pilaar was van het klimaatbeleid van het kabinet en waarom ik heb gezegd dat het goed is als we in navolging van de Amerikanen ook 1 miljard euro per jaar steken in klimaatneutrale verdienmodellen. Dat laatste gaat Hans Vijlbrief vrijdag, denk ik, toelichten als hij het verkiezingsprogramma van D66 openbaar maakt, waarbij ik mij nu bedenk dat dat natuurlijk nog niet naar buiten is. Je krijgt inderdaad niet een groene economie als je ook niet bereid bent om erin te investeren; dat ben ik met de heer Bontenbal eens.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ten eerste schrok ik wel een beetje van de heer Bontenbal, die het "prachtige windparken" noemde, want ze zijn helemaal niet prachtig. De Europese Rekenkamer heeft ook alarm geslagen over alle bekende gevolgen van die verschrikkelijke Eiffeltorens daar in zee, niet alleen voor de natuur, maar ook voor de visserij en voor de visstand. Dus zo prachtig vind ik ze niet. Maar het is wel een gewenste vorm van duurzame energie voor sommige partijen.
De voorzitter:
Komt u tot uw vraag aan de heer Paternotte? Want u kunt straks de heer Bontenbal nog bevragen.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ja, maar de heer Paternotte vindt ze ook prachtig, die verschrikkelijke dingen op zee.
De heer Paternotte (D66):
Dat is wel waar, ja.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Nou, ik geloof dat half Nederland, zo niet meer, ze echt afschuwelijk en niet nodig vindt. Maar goed, dat even terzijde. Ik wou het hebben over duurzame energie en isolatie van huizen. Vorige week hebben wij een rondetafelgesprek gehad over de verduurzaming van de woningbouw. Daar werd onder andere uitvoerig gesproken over de spouwmuurisolatie, die nu eigenlijk een beetje op z'n gat ligt omdat de vleermuis beschermd moet worden. Dat zal ik heel kort even uitleggen. Vroeger mocht je met een cameraatje kijken of er vleermuizen waren en dan kon je er iets aan doen. Die camera mag niet meer. Er moeten nu flappen voor het huis worden gezet waardoor de vleermuis er wel uit kan maar niet meer erin kan. De bewoner van het huis moet een jaar lang ecologisch onderzoek doen voordat die spouwmuurisolatie kan gebeuren. Vereniging Eigen Huis is gewoon gestopt met het ondersteunen van mensen die het willen doen. Dit is dus weer een vorm van beleid waarvan ik denk: we willen de vleermuis beschermen; dat is hartstikke fijn en hartstikke leuk, maar dit houdt nu die spouwmuurisolaties tegen. We werden gewaarschuwd dat tienduizenden huizen de komende jaren gewoon niet meer geïsoleerd zullen worden op deze manier. De heer Paternotte wil eigenlijk allebei: hij wil de vleermuis beschermen en hij wil ook de huizen isoleren. Maar wat vindt de heer Paternotte hier dan van? Want die isolatie ligt gewoon op z'n gat zo meteen.
De heer Paternotte (D66):
Ik wil graag met mevrouw Van der Plas afspreken dat ik in tweede termijn terugkom op de effecten van vleermuizen op spouwmuurisolatie, want ik weet zeker dat ik dan echt een doorwrochter antwoord op die specifieke vraag kan geven. Op zich ben ik het wel met haar eens dat er natuurlijk soms keuzes gemaakt moeten worden, omdat je soms bijvoorbeeld even moet investeren in iets wat uitstoot kan veroorzaken, maar wat daarna zorgt dat er iets staat wat weer heel veel energie kan besparen. Net zoals bij zeldzame materialen in de wereld: als we niet willen dat we die allemaal uit China moeten halen, dan zullen we die stromen moeten verspreiden. Dan zullen we inderdaad misschien ook dingen moeten doen zoals mijnbouw in Europa. Dat is natuurlijk niet meteen een feest voor het milieu, maar wel nodig als je wilt voorkomen dat het op een nog vervuilendere manier gebeurt in landen waar je vervolgens ook nog eens strategisch afhankelijk van bent. Dat soort moeilijke keuzes moet je soms maken.
De voorzitter:
Is het goed als de heer Paternotte …
De heer Paternotte (D66):
Laat ik gewoon in de tweede termijn terugkomen op de vleermuizen in de spouwmuren.
De voorzitter:
Dat wilde ik ook zeggen. Is dat goed, mevrouw Van der Plas, dat de heer Paternotte in tweede termijn uw vraag wat uitgebreider beantwoordt?
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Zeker. Dat is zeker goed.
Mijn tweede vraag: heeft de heer Paternotte al afstand genomen van de wegblokkades van Extinction Rebellion?
De heer Paternotte (D66):
Ja, dat heb ik een paar keer gedaan, want je moet gewoon niet een snelweg blokkeren als je demonstreert. De politiebonden hadden de politici opgeroepen om naar die demonstratie toe te gaan. Mijn partijleider is daar geweest en heeft dat ook gezegd tegen mensen die daar demonstreerden. Ze demonstreerden daar natuurlijk voor een heel lovenswaardig doel, maar het maakt voor mij niet uit of je nou een boer bent en met een tractor en hooibalen de snelweg blokkeert of van Extinction Rebellion bent en dat doet. Dat moet je niet doen.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Van der Plas.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Aansluitend daarop. Ik kan me herinneren dat de heer Paternotte tijdens de boerenprotesten grote schande sprak over de wegblokkades. Keer op keer zei hij op televisie, radio en social media dat het een grote schande was dat dat gebeurde. Hij riep de politie toen ook op om gewoon harder op te treden daartegen. Ze moesten harder optreden tegen boeren die de weg blokkeerden. Vindt de heer Paternotte dat nu ook bij de klimaatactivisten? Moeten ze ook daartegen harder optreden zodat ze niet meer kunnen zorgen voor die blokkades op de weg?
De heer Paternotte (D66):
Ik constateerde dat het heel erg moeilijk was voor de politie om op te treden. De reden waarom ik er zo boos om was, was niet alleen vanwege die wegblokkades. Het gebeurde op snelwegen door heel Nederland. Het was niet steeds hier bij de A12. Het was door heel Nederland en er kwamen brandstichtingen bij. Er kwamen hooibalen bij. Er kwamen asbestdumpingen bij; kankerverwekkende stoffen werden op de snelweg gedumpt. Je moet een snelweg niet blokkeren. Of je dat nu doet voor een vreedzame demonstratie of met groot materieel, je moet het niet doen, want heel mensen hebben die snelweg nodig. We hebben daar ook voorbeelden van gezien. Iemand moest naar het ziekenhuis, maar die moest toch stoppen en het duurde even voordat hij erdoor kon. Daarom moet je dat niet doen. Daar zijn we het over eens.
Maar ik vind het heel pijnlijk — ik denk dat veel mensen dat zien — dat het voor de politie bij Extinction Rebellion natuurlijk een stuk makkelijker is om op te treden, omdat mensen daar niet met dat grote materieel komen. Er konden veel mensen gearresteerd worden. Mensen werden zelfs een keer van tevoren van hun bed gelicht. Maar op het moment dat mensen met brandstichtingen en grote trekkers protesteren, is het ongelofelijk lastig om te kunnen handhaven, terwijl ik vind dat er in beide gevallen opgetreden moet kunnen worden en dat het in beide gevallen voor de politie te doen moet zijn. Want voor de politie is dit een enorme slag.
De voorzitter:
Heel kort nog.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ja, heel kort. De heer Paternotte haalt de brandstichting en de asbestdumping erbij. Daar zijn mensen gewoon voor veroordeeld. Die zijn terecht opgepakt en hebben boetes, taakstraffen of wat dan ook gekregen. Een groot deel van die mensen was niet eens boer. Dat waren gewoon mensen die zich daarbij hadden aangesloten. Ik vind het een beetje flauw om dat erbij te halen, want het ging mij om de wegblokkades. De heer Paternotte had expliciet genoemd om strenger op te treden tegen wegblokkades. Ik ben dan van gelijke monniken, gelijke kappen. In mijn beleving moet diezelfde oproep dan ook gelden voor klimaatactivisten, andere activisten of mensen in het algemeen die wegen blokkeren. Hopelijk is de heer Paternotte het daar wel mee eens.
De heer Paternotte (D66):
Ik zeg toch ook hetzelfde over beiden? Ik zie eerlijk gezegd niet helemaal waar mevrouw Van der Plas nu naar zoekt.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Het viel mij op dat vorige week de A2 dicht moest vanwege extreme regenval bij volgens mij Maastricht. Ik heb nog niemand gehoord die zei: we moeten degene die dit heeft veroorzaakt als gevolg van klimaatverandering eens even aanpakken. Maar goed, dat terzijde. Ik ga heel graag even terug naar de punten die de heer Paternotte maakte over bestaanszekerheid, ook in relatie tot de fossiele subsidies. Het is fijn dat er helderheid is en dat ook D66 vindt dat we die subsidies moeten afschaffen. In deze twee discussies zitten nog wel een paar pijnpunten. Het is voor mij niet helemaal helder of D66 meebeweegt met de VVD in een kabinet en eigenlijk verder wil gaan of dat het de eigen fundamentele keuzes zijn. Dat Klimaatfonds is heel veel geld. Misschien is het nodig, maar je moet dat wel rechtvaardig doen. Ik begrijp niet zo goed dat D66 tot nu toe blijft zeggen: "We moeten mensen helpen die de rekening niet kunnen betalen, maar we gaan ook heel veel geld geven aan Shell om hun CO₂-uitstoot onder de Noordzee te stoppen. We gaan ook mee met de zogenaamde vergroening van een bedrijf als Yara dat kunstmest produceert. Het is toch wel belangrijk dat we die bedrijven met behulp van belastinggeld helpen om windmolens neer te zetten." Volgens mij kun je dat geld beter besteden door gewoon de vervuilers te laten betalen voor hun eigen ellende. We kunnen de klimaatmaatregelen zo inzetten dat we zorgen voor de mensen die geraakt worden door de energierekening en die zelf de isolatie niet kunnen betalen. Ik weet niet of dit kabinetsbeleid is waar D66 keihard tegen heeft gevochten en het niet heeft gewonnen of dat dit de keuzes zijn die D66 blijft maken.
De heer Paternotte (D66):
Nee, hoor. Mevrouw Ouwehand, u noemde net het klimaatvraagstuk en de extreme regenval in Maastricht. Je moet natuurlijk altijd oppassen dat je een enkele keer extreem weer niet direct toeschrijft aan klimaatverandering, maar het is natuurlijk geen toeval dat extreem weer zoveel vaker voorkomt. Afgelopen zomer zagen we die taferelen in heel Europa. In Limburg hebben we inderdaad voor de tweede keer in korte tijd een watersnood en een bijna-watersnood gezien. Het probleem is zo groot dat wij denken dat je geen oplossingen kunt afschrijven, ook niet de dingen waar we minder enthousiast van worden, zoals die twee kerncentrales die er in Zeeland bij Borssele bij zouden moeten gaan komen. Wij zijn geen groot fan van kernenergie. We zien ook dat die investering hartstikke duur is. We moeten echt nog zien of we daar marktpartijen voor kunnen winnen. Maar we denken niet dat we zo'n optie kunnen afschrijven op het moment dat je een energiemarkt probeert te maken waar je ook als het windstil is en de zon niet schijnt voldoende energie hebt. Met betrekking tot CO₂-opslag zou het natuurlijk het allerbeste zijn als we de uitstoot van CO₂ op tijd zo omlaag krijgen dat we die opslag niet nodig hebben. Ik denk echter dat we de CO₂-opslag wel nodig gaan hebben, omdat we alle opties nodig zullen gaan hebben om die CO₂-uitstoot zo snel mogelijk terug te dringen. Betekent dit dan dat je daar als overheid in moet investeren en soms moet samenwerken met bedrijven die natuurlijk medeveroorzaker zijn van het probleem? Ja.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Dat is zeer teleurstellend. Ik kijk dan even naar de heer Vijlbrief, die over een paar dagen het conceptverkiezingsprogramma van D66 gaat presenteren. We weten dus nu al dat de fundamentele keuzes daar niet in zitten. Ik wil de heer Paternotte graag voorhouden dat dit op verschillende niveaus schadelijk is. We hebben te maken met de situatie dat heel veel mensen in Nederland niet kunnen rondkomen en zelfs in armoede leven. Aan die mensen, en aan heel Nederland, wordt gevraagd om een bijdrage te leveren aan het oplossen van de klimaatcrisis. Er is heel veel geld vrijgespeeld. Er zijn grote bedrijven die decennialang wisten dat hun bedrijfsvoering schadelijk zou zijn voor het klimaat. Zij hebben daar heel veel geld aan verdiend. D66 blijft dan zeggen dat zij op kosten van de belastingbetaler die problemen mogen gaan opruimen. Dat is heel slecht voor het klimaat. Het is ook heel slecht voor het gevoel in Nederland dat we dit samen doen, dat de overheid dit ten minste rechtvaardig doet en dat de overheid ons niet laat zitten met een hoge energierekening terwijl ze de zakken van Shell gewoon blijft spekken. Want dat is wat er gebeurt.
De heer Paternotte (D66):
Die bedrijven zullen dat natuurlijk voor een heel groot deel op eigen kosten doen. En terecht.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Tja, een heel groot deel …
De heer Paternotte (D66):
Dit is natuurlijk waar de standpunten van onze partijen soms uit elkaar lopen. Die bedrijven zijn er inderdaad om geld te verdienen. Daar zijn het bedrijven voor. Betekent dit dat je geen cent kunt geven aan of kunt investeren in bedrijven om ze te helpen om naar dat duurzame verdienmodel toe te gaan? Nee. Dan zou je er natuurlijk niet komen. Het doel is hierbij het allerbelangrijkste, namelijk dat we een groene economie krijgen. Het gaat ook om banen.
Mijn partijleider heeft gezegd dat Tata in 2030 schoon moet zijn, of dicht moet zijn. We zien daar namelijk hoe groot de impact op de omgeving is. We zien ook wat de gezondheidseffecten zijn en wat de impact is op de CO2-uitstoot. Tegelijkertijd is Tata de werkgever van heel veel mensen in die regio. Ik ken er ook velen voor wie het een gemeenschap is. Een bedrijf is niet alleen maar een instituut dat geld verdient. Het is vaak ook een werkgever van heel veel mensen en een bron van leven in een gemeenschap. Mag je als overheid zo'n bedrijf dan helpen om te verduurzamen, waarbij je heel streng bent over het tempo daarvan? Absoluut. Dit is ook waarom ik het zo jammer vind dat we nog geen maatwerkafspraken met grote bedrijven hebben gezien. Ik hoop dat we die alsnog snel krijgen van dit kabinet. Ik ben blij dat die niet controversieel zijn verklaard.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Ouwehand.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
De heer Paternotte praat er een beetje omheen dat dit heel fundamenteel raakt aan het gevoel van rechtvaardigheid. Je vraagt wel aan mensen: "Plaats jij een tochtstrip? Investeer jij even in een warmtepomp? Doe jij even dit? Doe jij even dat?" Als je dan geld blijft overmaken naar de grote vervuilers, ga je de klimaatcrisis niet oplossen. Het is belastinggeld. We zitten hier de hele dag te praten over hoe moeilijk het is om ervoor te zorgen dat we gewoon kunnen doen waar we voor staan, namelijk: in Nederland accepteren we geen armoede. Dat lukt al niet. Dit kabinet komt met een pleister van 2 miljard. Ik ben daar blij mee, maar toch: het is een pleister. 800.000 mensen leven daarmee nog in armoede. De heer Paternotte zegt terecht dat we ook iets voor de middeninkomens moeten doen en dat we ervoor moeten zorgen dat de energiebelasting niet zo oneerlijk blijft. Dat is allemaal hartstikke mooi, maar tegelijkertijd blijft D66 zeggen: klimaat is belangrijk, maar dit kan natuurlijk niet zonder eerst geld bij mensen vandaan te halen om het te geven aan zielige bedrijven als Shell en Tata, waarvan de aandeelhouders gewoon lekker cashen. Dat is op heel veel niveaus heel destructief voor het gevoel van rechtvaardigheid en voor het oplossen van de klimaatcrisis. Ik had gehoopt dat D66 inmiddels de politieke moed zou opbrengen om fundamentele keuzes te maken. Het doet dat niet.
De heer Paternotte (D66):
Dit doet echt geen recht aan wat ik zei. Als zij heeft gehoord wat ik zei over fossiele subsidies, dan zou mevrouw Ouwehand het daarmee eens moeten zijn. Volgens mij zijn onze partijen onder de groenste partijen hier in het parlement. Uw partij heeft heel veel gedaan bij het agenderen van de situatie in de intensieve veehouderij. Daarbij is glashelder hoe enorm groot de impact op de gezondheid en de natuur in Nederland is en dat we daar iets aan moeten doen. Daarin staan we zij aan zij.
Uw partij heeft tegen bijvoorbeeld de Klimaatwet gestemd, of nu tegen het Klimaatfonds. Ik zou het geweldig vinden als de Partij voor de Dieren een stap kan zetten om niet alleen vanuit het eigen gelijk te blijven agenderen, maar om ook mee te doen en dingen te helpen veranderen. Dat is waarvoor ik in de politiek zit. Ik wil niet alleen zeggen: dit is voor honderd procent wat mijn partij wil. Ik wil ook zaken voor elkaar krijgen om Nederland naar een groene toekomst te helpen.
De voorzitter:
Met het oog op de tijd wil ik u vragen om uw betoog weer voort te zetten.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter. Ik kom nu bij een heel ander onderwerp. O, ik zie dat meneer Dassen nog een keer komt.
De voorzitter:
Eén vraag. Daarna gaan we echt even door.
De heer Dassen (Volt):
Ik hoorde de heer Paternotte in het debat met mevrouw Ouwehand net spreken over onder andere rechtvaardigheid en het vraagstuk dat dan voorligt. Ik hoorde de heer Paternotte ook zeggen: Tata Steel moet in 2030 duurzaam zijn, of het moet dicht. Mijn vraag is: wat zijn dan de stappen die daartoe gaan leiden? Er ligt geen plan op basis waarvan Tata in 2030 duurzaam kan zijn. Gaan we Tata tot 2030 openhouden en dan kijken of het duurzaam is? Moet er dit jaar een plan gepresenteerd worden? Wat is precies de strategie die daarachter ligt? In het verhaal van de heer Paternotte mis ik hoe we ervoor gaan zorgen dat deze grote vervuilers ook daadwerkelijk verduurzamen.
De heer Paternotte (D66):
2030 is een deadline, dus is het in het belang van iedereen, en zeker ook van Tata, om ervoor te zorgen dat er heel snel afspraken liggen over hoe je daar komt.
De voorzitter:
De heer Paternotte vervolgt nu zijn betoog. Hij heeft antwoord gegeven. Ook met het oog op de tijd gaan we verder, want we zijn pas bij de vierde spreker. De heer Paternotte gaat nu dus verder met zijn verhaal en dan kijken we of er daarna nog brandende vragen zijn. Anders staat elke spreker hier twee uur en dat vind ik een beetje overdreven.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter. Een zeker bestaan gaat wat mijn partij betreft niet enkel over zaken waar wij materiële waarde aan toekennen. Het gaat ook over zeker zijn van goede zorg, over waardig opgroeien, over ouder worden en over sterven. Dit kabinet heeft in zijn korte levensduur op het gebied van medische ethiek een heel belangrijke vooruitgang geboekt. De verplichte bedenktijd voor vrouwen van minimaal vijf dagen bij het afbreken van een zwangerschap is afgeschaft. De actieve levensbeëindiging bij heel zieke en onbehandelbare kinderen van 1 tot 12 jaar die heel veel pijn lijden, is nu mogelijk gemaakt. Dankzij de wet van mevrouw Ellemeet is de abortuspil nu ook verkrijgbaar bij steeds meer huisartsen. En gisteren heb ik, samen met mevrouw Hermans, twee wetten om de Embryowet te moderniseren naar de Raad van State gestuurd.
Morgen is het Wereld Alzheimer Dag. Op die dag staan we stil bij hersenziektes zoals dementie. Er zijn in Nederland bijna 300.000 mensen met dementie en in de komende tien jaar loopt dit aantal op tot bijna 0,5 miljoen: 0,5 miljoen Nederlanders die hun geestelijke vermogens aan het verliezen zijn of al hebben verloren, voor wie het brein niet meer het wonder is dat onze herinneringen ontsluit en het mogelijk maakt onze naasten in de ogen te kijken en te herkennen. Voor mensen en dierbaren die worstelen met het vermogen om invulling te geven aan een leven met dementie is het angstaanjagend om ook de regie te verliezen aan het eind van het leven. "Ik wist vrij snel dat ik niet wilde dat mijn dochters zouden zien hoe ik volledig aftakel". Dat vertelde de moeder van een Telegraafjournalist vorige week in de krant, vier jaar nadat de diagnose alzheimer was gesteld. Heel veel mensen zeggen: "Ik wil graag zo lang mogelijk in goede gezondheid leven, maar als dat niet meer kan, wil ik kunnen sterven met mijn herinneringen. Dan wil ik mijn geliefden, mijn kinderen en mijn naasten in de ogen kunnen kijken en weten dat het mijn geliefden zijn. Dan wil ik afscheid kunnen nemen."
60% van de Nederlanders vindt dat iedereen zelfbeschikking moet kunnen hebben over leven en dood. Meer dan de helft van Nederland vindt dat euthanasie ook mogelijk moet zijn bij vergevorderde dementie. Wettelijk gezien kan dit ook, maar we zien tegelijkertijd dat artsen worstelen met de wens van veel patiënten. De letter van de wet laat zich niet goed vertalen naar de dagelijkse praktijk en de weerbarstigheid van het leven. De generatie van mijn ouders, de babyboomers, en de generaties daarna zijn als geen ander gewend om zelf de regie over het leven te hebben. Mijn fractie wil, in een samenleving die almaar ouder wordt en waar hersenziektes als dementie vaker voorkomen, het vraagstuk niet uit de weg gaan. Wij willen graag met zo veel mogelijk partijen samenwerken om een weg te vinden die recht doet aan zowel de wensen van patiënten als de zorgvuldigheid die artsen nodig hebben bij deze complexe afweging. Op die manier kunnen we een oplossing vinden voor dit vraagstuk waar nu zo velen mee worstelen. Als je dan dementie krijgt, kunnen jij en je dierbaren weten wat ze kunnen verwachten.
De voorzitter:
Door een stilte te laten vallen, geeft u een interruptie aan mevrouw Bikker, zie ik.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ja, ik denk dat wij elkaar zagen en soms is een slok water ook goed.
De heer Paternotte begon zijn inleiding over de medische-ethiekparagraaf met een verwijzing naar wat er aan wetgeving gepasseerd is. Ik hecht eraan om op te merken dat dat niet vanuit het kabinet, maar grotendeels vanuit de Kamer kwam. We hebben bij de start van dit, inmiddels gevallen, kabinet ook al geconstateerd dat onze partijen daar niet uit kwamen. Wij denken namelijk verschillend over de waarde van het leven en welke gevolgen dat moet hebben in wetgeving. Nu doet de heer Paternotte een voorstel over met name alzheimer. Dat gaat over de vraag hoe we daarmee omgaan. Hij verwijst ook naar de moeite die huisartsen bijvoorbeeld hebben wanneer zij euthanasie verlenen aan mensen met dementie; tot wanneer is de wilsverklaring geldig?
Eerlijk gezegd schrok ik toen ik vorige week een deel van het promotieonderzoek van de heer Schuurmans las. U zult begrijpen dat in deze tijd de rest van het lezen nog even moet wachten. De heer Schuurmans promoveert juist hierop, dus op wat het betekent voor huisartsen om een wens tot sterven te krijgen van iemand die op dat moment die wens al niet meer heeft. Ik schrok daar extra van, omdat we zien dat de zelfbeschikking soms verschillend kan zijn en dat je dat weegt op het moment dat je helemaal gezond bent. Iemand kan misschien op het moment dat de ziekte verder gevorderd is toch gelukkig zijn, ook al had hij dat van tevoren niet gedacht. Iemand kan het dan toch goed hebben. Ook dat is ons gegeven. Ik zou de heer Paternotte willen vragen hoe hij dat weegt, ook met betrekking tot een medisch specialist, die daarin voor een ontzettend ingewikkeld dilemma staat. Je kunt angstbeelden hebben bij dementie, maar je weet niet precies wat het met je zal doen en hoe je zult veranderen.
De heer Paternotte (D66):
Dat klopt. Maar voor zo veel mensen geldt dat zij daarbij denken: je weet niet hoe je zal veranderen, maar je weet wel dat dementie een proces is dat er uiteindelijk toe leidt dat je niet meer zo veel te willen hebt en dat je ook niet meer zo heel veel beelden hebt. Je weet niet meer wie je kinderen of je naasten zijn of welk land er naast Nederland ligt. Er is dan wel heel erg liefhebbende zorg, maar heel veel mensen zeggen daarvan: dat zou ik niet willen meemaken; ik wil afscheid kunnen nemen bij volle bewustzijn. Voor artsen is dat natuurlijk een ongelofelijke vraag die we aan hen stellen. Daarbij speelt natuurlijk ook dat euthanasie iets is dat, in tegenstelling tot bijvoorbeeld palliatieve sedatie, in het Wetboek van Strafrecht staat. Volgens mij moeten wij dus het gesprek voeren over hoe je artsen hierbij kunt helpen. Ik denk dat u de cijfers ook zag bij de evaluatie van dit voorjaar. Er zijn 300.000 mensen met dementie in Nederland. Zo veel mensen geven aan dat zij graag zelf de regie over het einde van het leven zouden willen hebben, maar er kregen vorig jaar slechts 282 mensen met dementie euthanasie. Dat is een heel, heel klein deel.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik zag die cijfers ook en ik bezag die met zorg. Waarom? Omdat ik, ook als ik de evaluatie lees en als ik artsen spreek, heel goed terughoor dat we in Nederland de autonomie helemaal tot de kern van de euthanasieverklaring hebben verklaard, terwijl er zo veel andere dingen meespelen. Ik noem de verbondenheid met mensen om je heen. Ik lees over iemand die zegt: ik heb dat altijd ingevuld, maar als ik nu het gesprek met mijn huisarts beter voer, dan wil ik dat op dit moment nog niet; ik wil gewoon verbonden zijn met mijn kinderen. Ik ben zo bang dat wij een cultuur creëren waarin het eigenlijk steeds minder normaal wordt dat je ziek bent, dat het minder goed met je gaat en dat je zelf geen keuzes kunt maken.
Ik zou daar zo graag werk van maken, juist in deze tijd die al zo veel individualisme, zo veel gebrek aan verbondenheid en zo veel eenzaamheid kent. Ik zou zo veel liever nu met al die inzet van alle mensen dááraan werken, dat mensen zich gezien en gekoesterd weten, ook als het minder met je gaat, ook als je je wil niet helemaal tot uitdrukking kunt brengen. Zullen we daar gewoon eerst mee beginnen en dan kunnen we altijd nog kijken wat er allemaal nodig is voor mensen met hele ingewikkelde vragen. Maar dit is een hele grote zorg. Dat is op zo veel plekken al aangekaart door onderzoekers. Laten we daar nou eens mee beginnen in plaats van nu weer een wet maken die dingen verder mogelijk maakt voor mensen die kampen met zulke existentiële problemen.
De heer Paternotte (D66):
Ik snap wat mevrouw Bikker zegt. Ze wil eerst naar dit specifieke punt kijken en dan kunnen we altijd nog verder kijken. Tegelijkertijd weet ik ook dat de ChristenUnie over actieve levensbeëindiging — dat respecteer ik volledig — zegt: dat willen wij niet en daar zou je nooit toe over moeten gaan. Ik heb echt respect voor dat standpunt, maar ik hoor van heel veel mensen: "Ik wil niet dat er nu weer heel lang naar gekeken wordt. Ik wil graag zelf de regie kunnen hebben over mijn levenseinde als ik weet dat de diagnose is gesteld en ik ga aftakelen. Dan wil ik zelf het moment kunnen kiezen waarop ik bij volle bewustzijn afscheid kan nemen, omdat ik niet wil dat mijn naasten mij zien als ik afgetakeld ben en omdat ik m'n naasten wil zien als ik afscheid neem." Ik snap die wens heel goed. Dat heeft inderdaad te maken met autonomie. Dat klopt. Die autonomie is dan ook heel erg groot. Dan gaat het natuurlijk ook wel om het eigen leven en om het eigen sterven.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Bikker.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Mijn zorg is er natuurlijk niet voor niets. Ik heb gezien dat D66 is begonnen met een wetsvoorstel voltooid leven. Veel deskundigen hebben zich daarover uitgelaten. Ik weet nog dat collega Schnabel dat deed toen ik nog in de senaat zat. Later deed mevrouw Van Wijngaarden van de Universiteit voor Humanistiek dat. Daarna was het de Raad van State. Zo zijn de zorgen benoemd dat wij iets kunnen zien als autonomie, terwijl mensen ook heel andere redenen kunnen hebben om te zeggen dat het niet meer hoeft, redenen die op te lossen zijn, bijvoorbeeld financiën of eenzaamheid. Mijn zorg is dat we, iedere keer dat we deze stap zetten, voorbijgaan aan de spiegel die de samenleving ons geeft. Er is te veel individualisme en te weinig verbondenheid. Ik zou zo graag daar eerst eens werk van maken in plaats van deze wetten nu voor te stellen, wat D66 nu doet, maar het is ook duidelijk dat we daar vooralsnog over van mening verschillen.
De heer Paternotte (D66):
We zijn het er wel over eens dat het niet bedoeld is voor iets als financiën of eenzaamheid. Het gaat om een duurzame, autonome wens. Ik vind het heel belangrijk om het wetsvoorstel voltooid leven, waar mijn collega mevrouw Podt verder aan werkt, echt los te zien van wat ik nu benoem: euthanasie na de diagnose dementie. Dat zijn natuurlijk twee verschillende vraagstukken, want op zich is er wettelijk de mogelijkheid om te zeggen dat er bij dementie uitzichtloos lijden voor je ligt. Maar in de praktijk betekent dit voor zo weinig mensen dat ze op dat moment echt de mogelijkheid hebben tot regie over hun levenseinde.
De voorzitter:
Gaat u verder.
De heer Paternotte (D66):
Ik kom terug op huize Drees aan de Beeklaan in Den Haag: het mariakaakje als symbool van onze calvinistische volksaard. Drees was premier van een land met een reusachtige klus voor de boeg. Hij wist dat er geen tijd te verliezen was. Omdat Amerikanen wisten dat ze beter af waren in een vrije welvarende wereld kregen wij de kans om ons weer op te richten. Die greep Nederland met beide handen aan.
Voorzitter. Er was het afgelopen jaar veel gezeur en geharrewar tussen regering en Tweede Kamer en er is weer een kabinet gevallen, voor de zesde keer deze eeuw. Weer moeten mensen naar de stembus, terwijl we geen tijd hebben voor stilstand. Niet nu, niet tijdens de campagne, niet straks tijdens de weet ik hoe lange formatie. Laten wij de ambities die dit kabinet heeft ingezet voor de grote opgaven, die door de val in de knop zijn gebroken, weer laten bloeien. Ik zeg tegen kabinet en Kamer: laten wij doorwerken.
De heer Baudet (FVD):
Ik heb een vraag aan de heer Paternotte. Ben ik een vrouw?
De heer Paternotte (D66):
Volgens mij identificeert de heer Baudet zichzelf niet zo en besteedt hij er op zijn social media een hoop aandacht aan om duidelijk te maken dat hij zich niet zo identificeert.
De heer Baudet (FVD):
Ik stel die vraag omdat D66 een van de grootste voorstanders is van de mogelijkheid voor mensen om zelf hun eigen geslacht te bepalen. Dat heeft er onder andere toe geleid dat Jordy, een voorheen als man te identificeren persoon, mee mocht douchen met de meisjes op de sportclub, op de voetbalclub. Het heeft er onder andere toe geleid dat talloze atleten, sporters, vrouwen, niet meer kunnen winnen op hun eigen sportterrein, omdat mannen die zich identificeren als vrouw, daar met het mannelijk metabolisme natuurlijk veel sterker en sneller en beter in opereren. Wat zegt de heer Paternotte tegen al die meisjes en al die vrouwen die lijden onder de obsessie van enkele mensen met een geestelijke afwijking die man zijn, maar zich vrouw voelen?
De voorzitter:
Wilt u op uw woorden letten? Het gaat er niet om om hier mensen te beledigen.
De heer Baudet (FVD):
Het is geen belediging. Het is een constatering. Genderdysforie is opgenomen in de DSM, de index voor geestelijke aandoeningen.
De heer Paternotte (D66):
Het zijn dit soort dingen die er bij heel veel mensen in Nederland die nu kijken, heel hard inhakken, omdat ze weer keihard in de hoek worden gezet omdat tegen hen wordt gezegd dat ze niet mogen zijn wie ze zijn. Ik wil in een land leven waar we weten dat iedereen verschillend is, niemand hetzelfde is, je zichtbaar jezelf mag zijn en de heer Baudet niet hoeft te bepalen in welk hok iemand zit. Mijn moeder had in de jaren negentig heel veel contact met Peggy Cohen. Nederland was toen een van de landen waar de meeste kennis over genderdysforie werd opgebouwd en waar we het mogelijk maakten om, als je geboren wordt in een lichaam waarin je voelt dat je anders bent, daarvoor ruimte te bieden. Ik vond het een verworvenheid dat dit medisch mogelijk is. Ik vind het ook een verworvenheid dat we het bij mensen zelf laten om te bepalen wie ze zijn en hoe ze zich willen neerzetten, hoe ze zich willen presenteren, en dat ook u zelfs uzelf kunt zijn.
Het is echt heel erg pijnlijk voor heel veel mensen dat een wet controversieel is verklaard, die door deskundigen werd aangeraden om te zorgen dat mensen echt regie hebben en het zelf mogen aangeven, en dat ze niet een vernederende procedure hoeven te doorstaan. Ik vind het pijnlijk dat die wet in deze Kamer controversieel is verklaard en ook weer op de lange baan moeten schuiven, omdat Nederland juist een land zou moeten zijn waar iedereen zichtbaar zichzelf mag zijn en waar we er met elkaar voor staan en om elkaar heen staan.
De voorzitter:
Tot slot, de heer Baudet.
De heer Baudet (FVD):
Mijn vraag was niet of u nog een keer het verhaal kunt afsteken waarmee transgenders worden gepromoot, over inclusiviteit en iedereen moet zichzelf zijn. Mijn vraag was: wat zegt u tegen al die jonge meisjes die in de kleedkamer op sportclubs met mannen moeten douchen? Wat zegt u tegen al die vrouwen die niet meer kunnen excelleren in hun eigen sportgebied? Wat zegt u tegen Iris van 15 die door propaganda van NPO, Schooltv en kinderboeken hormoonblokkers nam, nu voor altijd onvruchtbaar is geworden en vreselijke spijt heeft? Wat zegt u tegen al die honderden kinderen die op deze manier vergiftigd worden met die ideologie? Wat zegt u tegen hun ouders? Wat zegt u tegen alle slachtoffers van de transgenderideologie? Dat is mijn vraag. Niet welk riedeltje u kunt afsteken om met inclusiviteit een extreme nichegroep te promoten. Wat zegt u tegen de honderdduizenden mensen die de dupe worden van dit beleid?
De heer Paternotte (D66):
Ik zeg dat ik echt heel heel veel afstand neem van de manier waarop de heer Baudet hier gewone Nederlanders, transgenders, misbruikt voor eigen politieke doeleinden. Ik ga er verder ook niet op in.
De voorzitter:
Meneer Stoffer. Nee, meneer Baudet, u heeft uw vraag gesteld en we doen interrupties in drieën. De heer Stoffer, SGP.
De heer Stoffer (SGP):
Ik heb een wat luchtigere vraag voor de heer Paternotte. Vrijdag komt uw verkiezingsprogramma en ik ben benieuwd of de nieuwe campagnetruien al zijn besteld.
De heer Paternotte (D66):
Zeker zijn die er. De klimaatdoenertrui. Ik kijk even of de campagneleider er zit. Nee, hij zit er niet. U kunt de trui kopen voor €66.
De heer Paternotte (D66):
Slechts €66, maar daarvoor krijgt u een fantastische trui waarmee u echt de herfst in kunt en waarmee u een enorme investering doet in het politieke midden.
De heer Stoffer (SGP):
Ik kijk even naar dit vak. U kunt nog terug van de lijst, hoor. Bij de SGP hebben we gratis truien.
De heer Paternotte (D66):
Wat staat daarop?
De heer Stoffer (SGP):
Dat hoort u volgende week vrijdag. Wij zijn een weekje later met ons verkiezingsprogramma. Het wordt heel mooi. Ik denk iets van "woord houden". Daar komt het eigenlijk op neer. Stel nu eens dat op die trui bij u inderdaad staat "klimaatdoener" of "doener", wat gaan we dan concreet merken van D66 de komende jaren? Wat gaat er nu echt veranderen?
De heer Paternotte (D66):
Van alles. Er is een enorm klimaatpakket van de heer Jetten ingezet. Dat plaatst Nederland in de kopgroep van Europa. We willen dat we in 2035 een CO2-neutrale energievoorziening hebben. Dat betekent onder meer een vervijftienvoudiging van de ambities voor wind op zee, waardoor wij van de Noordzee echt de batterij van Europa maken. Dat is volgens mij iets wat u als ingenieur gigantisch aanspreekt. Wij gaan veel verder met de verduurzaming van het wagenpark. We gaan geld investeren om ervoor te zorgen dat meer mensen een betaalbare tweedehands elektrische auto kunnen kopen. Dat is nu te vaak iets wat vooral mensen met veel investeringskapitaal kunnen betalen. We komen met een isolatieoffensief voor huurwoningen, zodat die veel duurzamer worden. We gaan met elkaar een veel mooier en groener land maken. Daarbij zullen we heel veel mensen zien, ook van uw voormalige werkgever, die daar mooie dingen gaan doen. Zoals we eerder de strijd tegen het water hebben gevoerd.
De heer Stoffer (SGP):
Ik hoop dan toch dat het een beetje kleine letters zijn en dat het niet zo ambitieus wordt als de heer Paternotte nu zegt. Dan wordt het een beetje te gek om te doen. Het klinkt in ieder geval beter dan het gedram van de afgelopen jaren. Dank!
De heer Paternotte (D66):
Slechts €66. U kunt ze vinden op de webshop: www.D66.nl/webshop.
De voorzitter:
Dank, meneer Paternotte. Ik geef het woord aan de heer Klaver, die heeft aangegeven te zullen spreken namens GroenLinks en de PvdA. Daarna schorsen we even heel kort. Gaat uw gang, meneer Klaver.
De heer Klaver (GroenLinks):
Ik zit nog te denken aan die €66, en volgens mij meer mensen met mij. Het is misschien een aardig dekkingsvoorstel voor al die plannen die we hier hebben. Het levert volgens mij aardig wat op.
Voorzitter. Vandaag spreek ik voor de negende keer bij de Politieke Beschouwingen en toch voelt het vandaag ook weer als de eerste keer, want vandaag mag ik hier mede namens de PvdA spreken. Het is een volgende belangrijke stap die we zetten op de weg die we zijn ingeslagen om samen te werken. Dat zal misschien hier in het parlement een klein beetje wennen zijn. Meestal beginnen we het politieke jaar met nog een extra fractie. Maar nu zie je dat wij hebben gezegd dat we samen de verkiezingen ingaan en ook gelijk samen gaan opereren als één fractie. Ik ben ongelofelijk trots en ik vind het heel eervol dat ik hier mag staan.
Ik ben er vooral heel trots op dat we het met z'n allen voor elkaar hebben gekregen dat na jaren lauwe kopjes koffie drinken — dat gaat echt een keer vervelen, kan ik u zeggen — deze partijen de moed hebben gehad om door te pakken. Om te zeggen: er is iets dat van groter belang is dan ons eigen politieke belang of dan alle individuele belangen van de mensen die bij deze partijen betrokken zijn. Wij willen dat er een doorbraak komt in Nederland. En dat is ons gelukt, terwijl heel veel mensen zeiden: dat gaat nooit gebeuren. Met andere woorden: het kon niet, totdat we het deden.
De heer Wilders (PVV):
Zou ik de heer Klaver mogen vragen of hij er ook trots op is dat zijn partijleider, de heer Timmermans, met wachtgeld campagne aan het voeren is?
De heer Klaver (GroenLinks):
Ik verwacht dat mijn collega Timmermans de komende tijd, zeker van Geert Wilders en de collega's ter rechterzijde van de Kamer, de maat zal worden genomen op allerlei mogelijke manieren. Dat is het lot dat hem ten deel zal vallen, een lot dat eerst Sigrid Kaag ten deel viel. Ik heb daar een mening over. Ik vind dat niet juist, maar we leven in een vrij land en als u dat wilt doen, moet u dat doen.
Door over wachtgeld te beginnen, raakt u niet alleen Frans Timmermans. We zijn allemaal passanten in de politiek. Velen van ons die hier zitten, komen straks niet terug na de verkiezingen. Of je het nou leuk vindt of niet, wachtgeld is bedacht om ervoor te zorgen dat, als je stopt met je baan in de politiek, er een vangnet is. Door Frans Timmermans de maat te nemen, neemt u straks ook uw eigen collega's de maat. Als mensen niet terugkeren bij u op de lijst, eist u dan dat zij hun wachtgeld niet accepteren? Evenals al die andere mensen die hier zitten? Ik zou willen zeggen: wees voorzichtig met al dit soort politieke aanvallen. Die beschadigen namelijk niet Frans Timmermans, zoals u wilt doen, maar ze hollen de democratie uit.
De heer Wilders (PVV):
De heer Timmermans verdient drie ton. Ik vind het overigens heel raar dat de Partij van de Arbeid zelf het woord niet voert, maar goed, dat moeten ze zelf weten. Hij verdient drie ton. Dat verdienen twee of drie Kamerleden bij elkaar net. En dan verdienen wij goed. Het is dus een excessief salaris. Ik zie een brief in de krant — ik geloof dat het De Telegraaf was — van de heer Ton Hoogduin. Ik mag zijn naam noemen want hij staat met een brief in de krant. Hij schrijft: nadat hijzelf is opgestapt als Eurocommissaris, krijgt Frans Timmermans een idioot riante wachtgeldregeling van de Europese Unie. Als een gewone arbeider zelf ontslag neemt, krijgt hij of zij geen uitkering. Timmermans, die vorig jaar nog een salarisverhoging kreeg, gelijk aan een gemiddeld maandsalaris van een arbeider, houdt zich niet aan de socialistische beginselen. Hoe hypocriet! Maar die meneer heeft natuurlijk gelijk. Of we dat nu leuk vinden of niet, maar als je nummer één staat bij de Partij van de Arbeid, maak je nog steeds een redelijke kans om gekozen te worden tot Kamerlid. Het is niet meer wat het was, maar je maakt nog steeds een redelijke kans. Hij verdient drie ton, maar hij stapt niet over zijn schaduw heen en hij heeft niet de trots om te zeggen: totdat ik in december als Kamerlid beëdigd word, ga ik zonder geld van de belastingbetaler door en overbrug ik die paar maanden met mijn eigen geld. Hij weet dat het maar een paar maanden zijn. Dit is toch nepsocialisme! De gewone arbeider krijgt niets en hij kan met drie ton, die hij jarenlang heeft gekregen, niet eens een paar maandenlang overbruggen. Vindt u dat terecht? Zegt u dat ook namens uw achterban? Ik kan het me nauwelijks voorstellen.
De heer Klaver (GroenLinks):
Ik blijf erbij: straks krijgen heel veel mensen van hier wachtgeld. Uw eigen collega's zijn om allerlei redenen uit uw fractie gestapt — de een wat fraaier dan de ander — en gebruiken wachtgeld. Als u vindt dat een politicus dat niet mag gebruiken — of het nu gaat om een wethouder in Rotterdam of om een Kamerlid of Eurocommissaris — kom dan met een voorstel om het af te schaffen.
De heer Wilders (PVV):
Ik zie dat de heer Klaver het verdedigt als een boer met kiespijn. Het zit u niet lekker. U moet uw nieuwe partijleider hier verdedigen, maar u straalt hier met allemaal jij-bakken uit dat het u ook niet lekker zit. Die jij-bak gaat niet op. En u kunt nu zenuwachtig staan lachen, maar veel mensen die dit zien vinden dit heel serieus. Zij denken: ik ben een arbeider, ik werk ergens bij een winkel, ik heb Partij van de Arbeid of GroenLinks gestemd en ik verdien €2.000 of €2.500 per maand. Als ik zelf ontslag neem, krijg ik niets. Dan krijg ik van UWV het verhaal dat ik ontslag heb genomen en dan krijg ik niets. Ik kan naar de bijstand en ik kan mijn huis opeten.
Nu hebben we hier een lijsttrekker van de Partij van de Arbeid die weet, en dat is een verschil met alle andere Kamerleden, dat hij 99% kans heeft dat hij op 6 december van dit jaar wordt beëdigd als Kamerlid, met een salaris dat daarbij hoort, en die de afgelopen jaren tonnen heeft verdiend. Op het laatste moment heeft hij zelfs drie ton salaris per jaar verdiend. Hij heeft dan niet eens een klein beetje socialistisch fatsoen in zijn pink om die drie of vier maanden geen wachtgeld te ontvangen. Ik vind dat een schande. Ik vind dat een deconfiture van de hele achterban van de Partij van de Arbeid. U verdedigt dat als een boer met kiespijn. Ik zou u nog een keer willen vragen om een beroep te doen op de heer Timmermans om dat wachtgeld in te leveren. Zo kan je toch geen campagne beginnen? In december krijg je je salaris, dus doe het nu niet. Je zet de partij, de Partij van de Arbeid, die vandaag niet eens het woord meer wil doen, totaal voor schut.
De heer Klaver (GroenLinks):
Dat wij hier samen spreken, is een teken van kracht. Dat op de allereerste plaats. Ik zou meer partijen toewensen dat er beter wordt samengewerkt. Ten tweede, u kunt mij, bij een interruptie die is ingestudeerd zodat u daar straks een mooi filmpje van kunt maken, van alles gaan verwijten en zeggen dat ik hier allerlei jij-bakken sta uit te delen, maar ik probeer hier een democratisch principe uit te leggen. That's it! En ik ga Frans Timmermans helemaal niks vragen, behalve: ga goed campagne voeren en zorg ervoor dat we de grootste worden op 22 november en dat verandering hier in Den Haag mogelijk wordt.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Wat de heer Timmermans met zijn wachtgeld doet, moet hij natuurlijk zelf weten. Je kunt niemand dwingen om dat op te geven. De heer Klaver zegt dat Kamerleden ook genoeg wachtgeld krijgen. Het verschil is natuurlijk dat de heer Timmermans met wachtgeld campagne gaat voeren voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer. Dat is natuurlijk wel een verschil. De heer Timmermans zou er ook voor kunnen kiezen om te zeggen: dat vind ik niet helemaal oké, dus dat ga ik niet doen. Maar goed, dat is aan de heer Timmermans. Ik zal hier niet eisen hem dat te zeggen of te zeggen dat dat niet mag. Maar dat is wel een verschil met het wachtgeld van een Tweede Kamerlid. Die gaat zijn baan opzeggen en komt in de Tweede Kamer om "het land te dienen", zoals ze dat dan noemen. Ik vind het wat hoogdravend klinken, maar dat wordt dan zo gezegd. Dan krijg je wachtgeld. Dat is wel wat anders dan dat je er campagne mee gaat voeren voor een andere baan, in de Tweede Kamer. Vindt de heer Klaver dat ook niet een klein beetje?
De heer Klaver (GroenLinks):
Nee, dat vind ik niet.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
De heer Klaver (GroenLinks):
Ik sloot net af met zeggen dat er van onze samenwerking altijd "het kon niet" werd gezegd, totdat we het deden. Als er iets is dat mij altijd heeft gedreven, dan is het wel het volgende. Met verbeeldingskracht, doorzettingsvermogen en geduld kun je in de politiek zaken voor elkaar krijgen. Dat is altijd de basis voor vooruitgang geweest, altijd. Neem de afschaffing van de kinderarbeid. Thorbecke liep daar niet warm voor. De liberale minister Cornelis Fock deed dat al helemaal niet. Hij duwde terug: het is een privaat initiatief; laten we niet te veel ingrijpen in de markt. Het moest aan z'n natuurlijke loop worden gelaten. Maar het waren progressieve voortrekkers als Samuel van Houten die doorzetten. In 1874 werd de afschaffing een feit, via het befaamde kinderwetje van Van Houten. Het kon niet, totdat we het deden.
Of neem de volkshuisvesting. "Te veel overheidsbemoeienis", klonk het begin twintigste eeuw vanuit rechtse kringen. "Dat moeten we niet doen. Laat het aan het particuliere initiatief. Het is allemaal niet nodig." Maar het waren grote sociaaldemocraten als Floor Wibaut die het gewoon gingen doen. Dankzij hun politieke idealisme ontstonden de mooiste wijken van hun tijd, en eigenlijk nog steeds van deze tijd. De Spaarndammerbuurt in Amsterdam is misschien wel een van de mooiste woningbouwprojecten ooit. Het kon niet, totdat we het deden.
Laat ik hier de openstelling van het burgerlijk huwelijk voor stellen van het gelijke geslacht niet vergeten te noemen. De toenmalige fractieleider van de VVD, Frits Bolkestein, vond het niet zo'n goed idee. Hij maakte zich zorgen over wat het zou betekenen voor de positie van Nederland in de wereld. We zouden de risee van de wereld worden. Maar gelukkig waren er mensen die doorzetten. Denk aan Boris Dittrich, de oud-collega van D66, maar ook aan Mieke van der Burg van de Partij van de Arbeid en vele anderen. Zij zetten door. Aan het begin van deze eeuw werd het een feit en kwam het homohuwelijk er. Het kon niet, totdat we het deden. Wat zijn we daar nu ongelofelijk trots op.
Er zijn voorbeelden te over: de achturige werkdag, het Rijksvaccinatieprogramma, de AOW voor alle Nederlanders. Van recentere datum, in Europa, zijn er de Green Deal en de Europese Natuurherstelwet. Het kon allemaal niet, totdat we het deden. Ik ben ervan overtuigd dat we vanuit die gedachte hier politiek moeten bedrijven. Dat is door grote doelen te stellen en bereid te zijn om vastberaden elke kleine stap op weg ernaartoe te nemen. Ik hoop dat deze Algemene Politieke Beschouwingen daar een aanzet en een beginpunt voor zijn. De vraag is dus: laten we ons hier door een demissionair kabinet morgen vertellen wat er allemaal niet kan, zoals de minister-president daar gisteren al een klein voorschotje op nam, of nemen we als Kamer het initiatief? Gaan wij ervoor zorgen dat er, als er wordt teruggekeken op deze Beschouwingen, kan worden gezegd: ze deden het toch maar?
Voorzitter. We hebben namelijk iets goed te maken, wij allemaal. Veel mensen zijn het vertrouwen verloren dat de politiek een plek is waar we zaken voor elkaar krijgen. Mensen zijn gewend geraakt aan een politiek van onmacht, aan een politiek — ik zeg het Joop den Uyl na — die het stuur van de samenleving uit handen heeft gegeven. Die onmacht is namelijk niet uit de lucht komen vallen. Het is geen natuurverschijnsel of het gevolg van een wereld die zo snel verandert dat wij het niet meer kunnen bijbenen. Het is te wijten aan een politiek die zich zelf onmachtig heeft gemaakt.
Voorzitter. Deze tijd vraagt juist om het tegendeel, om een politiek die plant, organiseert en vooruitkijkt. Dat gaat niet zonder een sterke overheid. Maar nog te vaak zien we het tegendeel. Decennia van privatiseren, liberaliseren, uitbesteden en deskundigheid inleveren, hebben ervoor gezorgd dat we nu een onmachtige overheid hebben. De overheid als een huis dat te lang is verwaarloosd. Ja, we kunnen erin wonen. Maar het tocht enorm. De verf bladdert van de muren. Het meubilair is teruggebracht tot het absolute minimum. Heel veel zaken krijgen we als overheid niet meer zelf voor elkaar. Het ontbreekt aan verbeeldingskracht en aan organisatiekracht. Dat proberen we te maskeren door met zakken geld te smijten of door diep in de buidel te tasten voor extern advies. Vorig jaar alleen al ging het om 2,7 miljard euro aan interim-managers, regisseurs, coaches en consultants.
In hun geschiedenis van het neoliberalisme in Nederland gebruiken Merijn Oudenampsen en Bram Mellink de treffende metafoor van een holle staat. Die holle staat heeft twee gezichten. Aan de ene kant is het een overheid die simpelweg niet meer de middelen in huis heeft om het algemeen belang vorm te geven. Laat ik dat illustreren aan de hand van het oude ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, ooit een machtig en groot ministerie hier in Den Haag. Ooit waren daar stedenbouwkundigen in dienst. Het had de beschikking over eigen ontwerpateliers. De tekentafels van Nederland waar de toekomst werd uitgetekend, stonden letterlijk in de ministeries van de overheid.
In 2010 werd dat ministerie opgeheven. De tekentafels belandden in de vuilcontainer. Stedenbouwkundigen konden op zoek naar een andere baan. Het was ongeveer het eerste wat de liberalen deden toen ze de sleutel van het Torentje in handen kregen. Het betekende geen planning van de woningbouw, geen nieuwe woonwijken meer en geen sturing meer op het ruimtegebruik van de landbouw. Daarmee staat het afschaffen van het ministerie van VROM symbool voor die holle staat, die letterlijk niet meer het algemeen belang kan vormgeven. Het staat symbool voor het uit handen geven van het stuur van de samenleving. Het markeert ook het verschil tussen een politiek die ambitieus wil sturen en een die alleen wil bijsturen, zoals het liberale mantra luidt.
Voorzitter. Aan de andere kant toont die holle staat geen visie op de toekomst, geen visie op hoe we willen dat dit land er over 40 jaar uitziet. Die staat liet de markt spelmaker zijn, reduceerde zichzelf tot scheidsrechter. Bovendien stond de overheid te vaak aan de basis van onrecht. Ze heeft mensen niet vertrouwd, maar gewantrouwd, met als dieptepunten de gaswinning in Groningen en het toeslagenschandaal. Op sommige plekken is de overheid letterlijk uit Nederland verdwenen. Vooral buiten de Randstad lijkt ze de deur soms stilletjes achter zich dicht te hebben getrokken. Maar laten we niet vergeten dat de overheid vaak ook stilletjes is vertrokken uit heel veel armere stadswijken, daar waar de markt geen winst kan behalen, het efficiencydenken volkomen is doorgeslagen en mensen jaar in jaar uit gezien hebben hoe publieke voorzieningen verdwenen.
Voorzitter. Dat is niet altijd zo geweest. Bovenal hoeft dat niet altijd zo te zijn. Uiteindelijk zijn wij allemaal voorbijgangers in de politiek, allemaal. Soms kunnen we een zinnetje aan de geschiedenis toevoegen, in het beste geval misschien een bladzijde. We kunnen daar bij deze Politieke Beschouwingen weer een nieuw stuk aan toevoegen. We moeten het stuur van de samenleving stevig in handen nemen. Daarvoor zullen we moeten bouwen aan een sterke staat. Dat is een staat die het algemeen belang weer zelf en met ambitie gaat vormgeven, die planmatig te werk gaat en die, zoals we dat ook in Europa doen, langetermijndoelen stelt.
Dat betekent dat de overheid zelf de kennis in huis moet halen. Managers en directeuren moeten worden benoemd op basis van inhoudelijke kennis, niet op basis van managementvaardigheden. Dat vraagt om een aanpassing van de Algemene Bestuursdienst. De overheid moet weer gaan plannen en organiseren. Het betekent het oude ministerie van VROM weer in ere herstellen. Het betekent publieke taken in publiek handen brengen, van de zorg tot de volkshuisvesting, van het openbaar vervoer tot de energievoorziening.
Voorzitter. Ten tweede: een sterke staat beschermt, zorgt voor zekerheid waar die ontbreekt. Ja, dat is een grote opgave. Het vraagt om zorgen voor voldoende inkomen voor iedereen, om een woningbouw die op orde is, om het beschermen van de natuur en om een adequaat en rechtvaardig klimaatbeleid. Dat kunnen we niet allemaal in één keer realiseren, maar we kunnen wél de belangrijke stappen zetten. Daarom hebben we samen met de ChristenUnie een plan voor bestaanszekerheid gepresenteerd. We hopen daar in het parlement een meerderheid voor te vinden. We hopen het verder uit te bouwen en aan te vullen met al die andere goede ideeën die we hier vandaag hebben gehoord. We willen het minimumloon verhogen. Dat kan gewoon. Het is echt niet meer dan fatsoenlijk in een fatsoenlijk land en een rijk land als Nederland. We hebben grote ambities in onze beide verkiezingsprogramma's wat betreft waar dat naartoe moet, maar voor volgend jaar zien we een stap van 2,5% als een verantwoorde stap die nodig is om het bestaanszekerheidsniveau in Nederland op te trekken.
Het betekent ook dat we vertrouwen weer centraal moeten stellen in de sociale zekerheid. Mensen verdienen hulp in plaats van een boete als ze een formulier verkeerd invullen. Jongeren hoeven zich niet langer in de schulden te steken als ze een uitkering aanvragen. We moeten stoppen met het korten van de uitkering van grote gezinnen, waar de armoede vaak het meest schrijnend is. Het betekent dat we publieke voorzieningen toegankelijk maken, ook als die niet winstgevend zijn. Het betekent: buslijnen in stand houden, ook als die niet altijd bomvol zitten. Het betekent dus ook dat we de bus en de trein betaalbaar houden, omdat het een publiek goed is.
Voorzitter. Een staat die beschermt, handelt dus ook adequaat en rechtvaardig nu een enorme klimaatcrisis ons voortbestaan bedreigt. Het betekent: nu eindelijk die onrechtvaardige fossiele subsidies afschaffen, niet met mooie kreten, maar met een wettelijk afbouwpad. Laten we onontkoombaar in de wet vastleggen in welk jaar fossiele subsidies moeten zijn afgebouwd, zodat geen minister dit probleem nog voor zich uit kan schuiven. Dat betekent: de lasten van vervuiling laten dragen door de sterkste schouders in plaats van die neer te leggen bij gewone burgers. Ik ben daarom ook blij met het voorstel van collega Henri Bontenbal om privéjets zwaarder te belasten.
Het betekent ook: een einde maken aan de bio-industrie, die klimaat en dierenwelzijn en natuur ondergeschikt maakt aan de voortdenderende massaconsumptie, en die ook het land op een stikstofslot zet. En het betekent: optreden als bedrijven milieuregels aan hun laars lappen ten koste van de gezondheid van mensen, zoals chemiebedrijf Chemours in Dordrecht. Laat ik over Chemours duidelijk zijn: het is genoeg geweest. Sluit dat bedrijf. Sta de gemeentes die procederen tegen Chemours terzijde met alle hulp die we kunnen bieden, financieel en juridisch, zodat ze zich nooit gedwongen voelen om welke deal dan ook te sluiten met dit bedrijf.
Voorzitter, ik kom tot een afronding. Staat u mij toe onszelf hier een spiegel voor te houden, en vooral ook mijzelf. Wat is er de afgelopen twee jaar veel gesproken over herstel van vertrouwen. Ik heb het gevoel dat we niks anders meer doen sinds het 1 aprildebat over de nieuwe bestuurscultuur. Maar het vraagt echt iets extra's van ons. Ik zei het al: uiteindelijk zijn we allemaal voorbijgangers in de politiek. Sommigen van ons zien elkaar terug na 22 november, anderen gaan een ander pad op. We zijn allemaal passant. Maar wat hier blijft bestaan, zijn onze daden. Wat blijft, is wat we hier met elkaar kunnen bereiken. We zijn er hier in Den Haag ontzettend goed in elkaar op de vierkante millimeter te bestrijden. En als dat ertoe leidt dat er principiële verschillen zichtbaar worden gemaakt, dan moeten we dat ook doen.
Te vaak is het vooral bedoeld als een politiek spel. Als we echt willen afrekenen met de politiek van de onmacht, zullen we elkaar vooral moeten opzoeken. Ieder voor zich krijgen we hier niks gedaan, helemaal niks. Dan dreigen we onszelf te verlammen. We zullen in dit huis moeten leveren en onszelf niet tot praatzaal of papierwinkel reduceren. Ik denk dat het kan. Er tekent zich hier een nieuwe sociale meerderheid af, die zich misschien niet meer laat vangen in alleen maar "links versus rechts". Ik hoop dat we op die weg door kunnen en dat we als Kamer tot elkaar kunnen komen. We zitten hier om zaken voor elkaar te krijgen. Dat kan niet allemaal in één keer. Er zal ook de komende maanden veel beloofd worden in de campagne. Maar laten we nu eens beginnen met deze dagen geen beloftes te doen maar zaken: stap voor stap tegen het cynisme en het chagrijn in, waardoor Den Haag ook gekenmerkt wordt.
Voorzitter. Dit zijn de laatste politieke beschouwingen van Mark Rutte als premier. We kennen de beste man inmiddels aardig. Ik kan mij dus ongeveer voorstellen hoe het morgen gaat. Dan zegt hij: "Interessant. Meneer Klaver had een voorstel over het minimumloon. Jajaja, neeneenee, leuk. Mooi, mooi, mooi. Leuk, interessant. Ik stel voor dat we wachten op het interdepartementale beleidsonderzoek dat medio 2027 komt. Heel goed." En als "vliegbelasting" wordt gezegd, zegt hij: "Heel, heel interessant. Ik verwijs u even door naar mijn collega Rob Jetten."
Minister Rutte:
Die stem klopt niet! Ik heb toch een zware stem?
De heer Klaver (GroenLinks):
Nou, ik vind dat het aardig in de buurt komt! Dit is waar u — ik zeg nu "u" tegen de minister-president via u, voorzitter — jarenlang mee bent weggekomen. Dat is bijna bewonderenswaardig. Maar ik vind dat we dat dit jaar niet moeten doen. Ik vind dat deze Kamer er niet moet intrappen als er wordt gezegd: het kan niet. Ik weet nog heel goed hoe het ging toen wij voorstelden om met een prijsplafond te komen. Toen werd er ook gezegd: "Nee, dat kan écht niet. Denk aan de Europese regels, de wetgeving en de marktverstoring. Het kan allemaal niet." Maar een dag voor Prinsjesdag werden we bij de minister van Financiën geroepen en toen werd gezegd: nou, het kan toch wel. Dat geldt voor heel veel zaken hier. Ik had een debat met mevrouw Hermans over het minimumloon: kan het nou wel of niet? Als wij hier zeggen dat iets kan, dan is bijna alles mogelijk. Alleen, de vraag is: zijn we bereid om de consequenties van onze keuzes te dragen? Daar zou het debat met elkaar over moeten gaan. Ik zou dus vooral willen zeggen: laten we niet te veel luisteren naar deze scheidend premier. De minister-president zegt buiten de microfoon: dan neem ik morgen een dag vrij! Ik gun het hem van harte om hier nog een keer het woord te voeren, maar misschien is dat helemaal geen slecht idee. Het debat wordt namelijk niet zozeer gevoerd tussen ons en het kabinet; het debat in de Kamer gaat over wat wij samen voor elkaar kunnen krijgen. Dat gebeurt vanuit de gedachte, bij alles wat we voorstellen: het kon niet, totdat we het deden.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Klaver. Er is nog een interruptie van mevrouw Van der Plas, BBB.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik hoorde de heer Klaver zeggen: afschaffen van de bio-industrie. Om en nabij 5% van de Nederlandse boeren, tuinders en telers werkt biologisch. De rest is gangbaar. Wat de heer Klaver "bio-industrie" noemt, is gangbare landbouw. Dat is ongeveer 95%. De heer Klaver zegt hier dus: we gaan 95% van alle veehouderijen in Nederland afschaffen. Dan vraag ik mij af hoe hij dat voor zich ziet. Dat betekent namelijk dat we tienduizenden bedrijven ongewenst verklaren en zeggen dat die wettelijk niet meer aanwezig mogen zijn.
De heer Klaver (GroenLinks):
Dat heb ik niet gezegd. Laat ik even teruggaan naar net voor de zomer. Toen was er nog een missionair kabinet. We hadden hier toen een debat over het landbouwakkoord. Ik weet nog hoe gefrustreerd wij allebei waren over het feit dat we geen meerderheid konden krijgen voor het zorgen voor ecosysteemdiensten en een andere manier van het belonen van boeren. Wij zijn het vaak oneens. U bent het vaak oneens met mevrouw Ouwehand. Maar dit is iets waar we van links tot rechts over zeiden: dit moet je eigenlijk met elkaar doen. Wij stellen een hele andere landbouw voor. Dat houdt in dat de overheid er ook voor betaalt als er andere diensten worden geleverd, bijvoorbeeld als het gaat over natuurbeheer. Dat betekent dat er andere verdienmodellen bestaan. Ik mag hopen dat die 5% dan een heel stuk omhooggaat. Dat is wat wij willen. Ik weet niet op welk percentage we kunnen komen. Eén ding weet ik wel: dit is de mooie kant. De andere kant is dat ik er echt van overtuigd ben dat de industriële wijze waarop wij dieren houden in Nederland onhoudbaar is. Die is onhoudbaar vanwege klimaatrisico's, gezondheidsrisico's, en ook vanwege het ruimtebeslag. Je ziet nu hoeveel landbouwgrond we gebruiken om dieren te houden. We zien wat voor impact dit heeft op de economische ontwikkeling van bijvoorbeeld ASML in de Brainportregio, of op de woningbouw in de rest van het land. Ik maak me daar grote zorgen over en ik wil dat we daarin veranderen.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Maar de bio-industrie is gangbare veehouderij. Meestal worden daar de varkenshouderij en de pluimveehouderij mee bedoeld. Die leggen juist heel weinig beslag op het landgebruik. Die hebben namelijk — of je dat nou leuk vindt of niet moet iedereen voor zichzelf weten, en als mensen het niet leuk vinden, kopen ze gewoon iets anders — juist een stal met veel dieren. Dat is gewoon binnen de wettelijke normen, maar sommige mensen vinden 100 varkens al veel, laat staan 1.000. Die stallen leggen juist heel weinig beslag op het grondgebruik. Dat is namelijk intensieve landbouw: met zo weinig mogelijk grondgebruik een zo hoog mogelijke productie halen. Hierdoor kan die grond die je niet gebruikt, worden gebruikt voor natuur of woningen. Die grond blijft vrij; die is dan niet van die boer. De grond waar de heer Klaver het over heeft, is grond, gras en weiland, waar koeien op grazen. Intussen is dat hier door de discussie ook onder intensief geschaard, maar dat is gewoon extensieve landbouw. Dat zijn dieren die buiten lopen. We hebben dat nooit "intensief" genoemd. Dat doen we pas sinds een paar jaar. Dus over die bio-industrie waar de heer Klaver over praat, zegt hij nu iets anders. Want zegt de heer Klaver eigenlijk dat de bio-industrie afschaffen betekent dat we dan daarmee gaan stoppen en op een andere manier gaan boeren? Of is het zo dat de heer Klaver, als hij dat graag wil, gaat werken aan een ander consumptiepatroon bijvoorbeeld? Gaat hij dan Europa daarbij betrekken? Wij kunnen hier geen gangbare karbonades meer in de winkel willen leggen, maar in België en Duitsland kunnen ze dat nog wel. In Duitsland mag de veehouderij wel bestaan. Dat was dus mijn vraag: hoe ziet de heer Klaver dat dan? Want het is een leuke oneliner hoor: "Het afschaffen van de bio-industrie, yeah yeah. We gaan allemaal GroenLinks stemmen. Nou, dat willen wij ook." Maar hoe gaat dat dan?
De voorzitter:
Ik wil even kijken of u de vraag snapt.
De heer Klaver (GroenLinks):
Geen idee, maar ik ga antwoord geven.
De voorzitter:
Misschien even heel concreet, zodat de mensen het goed kunnen volgen.
De heer Klaver (GroenLinks):
Ik denk dat het goed komt. Ik ga antwoord geven.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Je ziet nu dat hier een heel stuk kennis ontbreekt. Want iedereen die uit de landbouw en de veehouderij komt, snapt mijn vraag. Er wordt hier plompverloren gezegd: we gaan de bio-industrie afschaffen. We praten hier over duizenden boerenbedrijven. Voorzitter, ik wil die zin wel even afmaken, want er wordt nu van gemaakt: we snappen niet wat Van der Plas allemaal aan het zeggen is. Nou, dat zal ik u vertellen. 95% van de veehouderijbedrijven is gangbaar. Maar hier wordt plompverloren gezegd dat we die gaan afschaffen. Dan heb je het over duizenden boerenbedrijven die gewoon voldoen aan de hoogste wet- en regelgeving hier, die gewoon produceren voor een markt, want mensen kopen dit vlees nu eenmaal.
De voorzitter:
Ja. Ik geef nu het woord aan de heer Klaver om deze vraag te beantwoorden.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dat is mijn vraag: hoe ziet de heer Klaver het voor zich om die duizenden veehouderijen … Ja, er is allemaal onrust in de zaal, allemaal onrust. Dat snap ik wel; het is ook ingewikkelde materie. Hij zegt gewoon tegen duizenden bedrijven: wij willen jou niet meer. Want dát wordt hier gezegd: wij willen jou niet meer.
De heer Klaver (GroenLinks):
Dit is inderdaad vrij helder. Dit was namelijk ook de eerste vraag die mevrouw Van der Plas mij stelde. Ik geloof dat ik daar antwoord op heb gegeven. Maar laat ik ingaan op een van de elementen die er werden genoemd. Het ging namelijk alleen maar over het landgebruik, maar ik noemde meerdere redenen waarom ik vind dat de bio-industrie, de veeteelt zoals we die in Nederland kennen, onhoudbaar is. Landgebruik was er daar een van. Het gaat namelijk niet alleen om het landgebruik hier, het gaat ook over het landgebruik wereldwijd; over alle voedingsstoffen die er nodig zijn, de soja die wordt geproduceerd om deze dieren te voeden. Die komen misschien niet allemaal hier uit Nederland, maar die komen uit de Amazone. En de impact daarvan op de wereld is enorm groot.
Daarnaast noemde ik nog twee aspecten. We kunnen wel zeggen dat het houden van heel veel varkens in één stal niet heel veel land gebruikt, maar het is wel heel slecht voor de gezondheid. Als ik zie wat er gebeurt met de luchtwegen van mensen die in de Peel wonen, hoeveel slechter die zijn dan op andere plaatsen in het land, dan maak ik mij daar zorgen over. Dus ik heb gezondheid, klimaat en landgebruik genoemd. Dat brengt mij ertoe van mening te zijn dat we naar een kleinere veestapel toe moeten in Nederland. Deze elementen probeer ik nu bij elkaar te noemen en ik probeer het expres iets ruimer te formuleren dan alleen te zeggen: er is een probleem met stikstof, dus minder dieren. Het probleem is veel groter en meer omvattend.
En dan tot slot, en dat is wat ik ook hoop dat mevrouw Van der Plas heeft gehoord: ik heb aangegeven dat ik vind dat er een transitie moet zijn in de landbouw; dat we naar een andere manier van produceren gaan, dat boeren met minder dieren toekunnen, dat als zij natuurinclusief landbouwen, zij daar een eerlijke prijs voor krijgen, iets wat nu niet het geval is. Daarmee hoop ik dat wij in Nederland meer boeren krijgen die een fatsoenlijke boterham kunnen verdienen. Dat zal er heel anders uitzien dan de agrarische sector die mevrouw Van der Plas voor zich ziet, maar dát heb ik gezegd.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Van der Plas.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
De heer Klaver slaat gewoon echt dingen plat, in de trant van: ja, ze … Ik hoor allemaal rumoer achter me. Wilt u mee komen discussiëren?
De heer Klaver (GroenLinks):
Nodig ze niet uit, hoor, want ze doen het!
De voorzitter:
Mevrouw Van der Plas is aan het woord. En het is niet leuk om elkaar uit te lachen.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Nou, dat mag prima; dat interesseert me echt helemaal geen biet. Ik nodig ze alleen maar uit om mee te discussiëren. Als ze iets willen zeggen, komen ze gewoon hier.
De voorzitter:
Uw vraag aan de heer Klaver.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
De heer Klaver slaat het gewoon plat. Kijk, BBB zegt niet: o, we moeten meer stallen hebben, we moeten meer vee hebben, volle bak produceren! Wat ik zeg, is dat er een bestaansrecht is. Er is een markt. Er is een markt voor gewoon scharreleieren. Er is een markt voor gangbare melk. We hebben het over de voedselprijzen. Dit zijn prijzen die nu al heel hoog zijn, maar die mensen nog een beetje kunnen betalen. En dan zeggen: ja, in de Peel, die intensieve veehouderij is slecht voor de gezondheid? De gezondheid, de luchtkwaliteit, heeft meerdere factoren.
De heer Klaver (GroenLinks):
Zeker.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dat heeft ook met snelwegen te maken. Dat heeft ook met industrie te maken. Dat heeft met alle soorten uitstoot te maken. Dus om dat dan helemaal weer op het bordje van de varkenshouderij of pluimveehouderij te leggen, van: ja, dat is ook heel slecht voor de gezondheid … De varkenshouderij heeft in de afgelopen 30 jaar 82% ammoniak gereduceerd, 40% fijnstof gereduceerd en 60% tot 70% antibiotica gereduceerd. Daarom blijft mijn vraag overeind. Ik snap de achtergrond wel, hoor. Ik snap ook de achtergrond van dat we meer naar kringlooplandbouw moeten en naar natuurinclusief. Althans, dat is wat GroenLinks heel graag ziet. Maar ik vind het gewoon oneerlijk om hier gewoon zo plat te zeggen: we moeten af van de bio-industrie; dat is slecht voor de gezondheid. Daar moeten we dus ook vanaf, hè. We moeten die discussie dus breed voeren. Boeren moeten een toekomst hebben, die moeten de mogelijkheid krijgen om door te blijven boeren. En we moeten de consument erin meenemen en dat is: "Put your money where your mouth is. Als u vindt dat er iets moet gebeuren, betaal daar dan ook voor." En dat kunnen heel veel mensen tegenwoordig niet.
De heer Klaver (GroenLinks):
Weet u wat raar is? Dat ik het eigenlijk met heel veel dingen eens ben die mevrouw Van der Plas zegt. Mevrouw Van der Plas reageert een beetje boos op mij, maar ik ben het met heel veel zaken eens. Dat is ook het interessante. Als ik mensen moet uitleggen hoe het nou eigenlijk is om met mevrouw Van der Plas samen te werken in het parlement, hoe dat nou gaat, dan zegt ik: nou, het is heel raar, maar over een aantal zaken zijn we het best wel eens. Ik vind namelijk dat zij er terecht een punt van maakt als wij doen alsof het stikstofprobleem alleen voortkomt uit de veeteelt in Nederland, en zegt dat dat niet waar is. Hetzelfde geldt voor gezondheidsschade en voor klimaatschade. Er zijn veel meer sectoren die daaraan bijdragen. Dat ben ik volledig met u eens. Het is niet voor niets dat wij samen optrekken en zeggen: vliegveld Lelystad moet je volgens mij niet openen en nog meer snelwegen verbreden in de buurt van natuurgebieden of de A27 bij Amelisweerd, volgens mij moet je dat niet doen. Dat is precies waar we samen in optrekken.
En als het gaat over eerlijke prijzen betalen voor producten: daar ben ik heel erg voor. Maar voor één ding moeten we waken. De prijzen in de supermarkten zijn superhoog, maar dat komt niet doordat de boeren voor een te hoge prijs leveren. Dat komt door de verdraaide tussenhandel. Dus laten we niet doen alsof er een verband tussen de prijs de boeren krijgen en wat wij in de supermarkt betalen. Was het maar zo'n feest. Was het maar zo'n feest dat wij veel betalen in de supermarkt voor onze boodschappen en dat boeren dan een eerlijke prijs voor hun producten krijgen. Dat krijgen ze niet. Dat is het grote probleem. Dat wil ik graag samen met u oplossen, maar wat mij betreft — daar zit het verschil — wel met een veel kleinere veestapel.
De heer Dassen (Volt):
Ik vond het mooi dat de heer Klaver zei: niks kan totdat het gedaan is. Dat zien we op veel gebieden, zoals met de fossiele subsidies. We hebben het vaak hier in de Kamer ook over 116 fiscale regelingen. Die kunnen ook elke keer niet afgeschaft worden. Nou is het zo dat de inkomstenbelasting omhoog gaat omdat we niet in staat zijn om ook hier duidelijke keuzes in te maken. Dus de eerste schijf van de inkomstenbelasting gaat omhoog. Daar worden middeninkomens onder andere door geraakt. Nou hebben we een hele lijst met die regelingen. Volgens mij kunnen wij zelf als Kamer op dit moment bepalen welke regelingen we hier vandaag of morgen kunnen afschaffen om te zorgen dat we die inkomstenbelasting naar beneden kunnen doen, zoals we willen. Zo zijn er paar, zoals verstrekking van logies — dat is ongeveer 1 miljard — de sierteelt, vrijstelling van kolenbelasting, kolen voor elektriciteitsopwekking, of waterleidingbelasting voor de grote industrie, waar we volgens mij zo afscheid van kunnen nemen. Ik wil vragen aan de heer Klaver of het mogelijk is om daar eens grondig naar te kijken deze twee dagen en of we dat dan mee kunnen nemen in dat bredere pakket van maatregelen dat we nemen, zodat we ook kunnen zorgen dat we die inkomstenbelasting niet verhogen volgend jaar, maar dat we die juist verlagen.
De heer Klaver (GroenLinks):
Een zeer terecht punt. De heer Paternotte zei: uiteindelijk moeten we met elkaar aan tafel. Ik nodig u daar graag bij uit, om dit daar ook bij te betrekken en te bespreken welke stappen we daarop al kunnen zetten, bijvoorbeeld om inderdaad te zorgen dat die eerste belastingschijf niet stijgt. Dat lijkt me een heel goed punt. Het lijkt me ook heel goed voor de koopkracht. Ik zou aan dat lijstje zelf nog willen toevoegen dat er nogal een aantal fiscale uitzonderingen is, vanwege belastingontwijking. Daar is ook een hele lijst van en het kabinet had zich voorgenomen om dat te gaan terugdringen. Dat is niet gebeurd. Dat moet nu betaald worden door een verhoging van de inkomstenbelasting. Ik vind dat verkeerd, dus ik zou die er graag in meenemen.
De heer Dassen (Volt):
Volgens mij zitten we op één lijn, want daar verwees ik ook naar. Die moeten we ook meenemen. Dus graag.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Klaver. Dan stel ik voor dat we tien minuten schorsen; dan kan iedereen even de benen strekken. We zijn met veel mensen, maar we starten weer stipt om 17.25 uur.
De voorzitter:
Aan de orde zijn de Algemene Politieke Beschouwingen. We zijn bezig met de eerste termijn aan de kant van de Kamer. Ik wil de leden vragen om hun plaats weer in te nemen. Dat geldt ook voor vak-K. Ik nodig de heer Bontenbal van het CDA uit voor zijn bijdrage. Het woord is aan de heer Bontenbal van het CDA. Graag uw aandacht.
De heer Bontenbal (CDA):
Voorzitter. De omgeving van de mens is de medemens, aldus dichter Jules Deelder. We worden wie we zijn door de mensen om ons heen, onze ouders, partner, broers en zussen, familieleden en buurtgenoten, vrienden en collega's. Door de mensen met wie we samenleven worden we gevormd, geïnspireerd en gecorrigeerd. Niemand is een eiland op zichzelf. De verhalen van je omgeving worden deel van je eigen verhaal. Dat geldt ook voor mijzelf. De verhalen en ervaringen van mensen om mij heen voeden en vormen mij en mijn verhaal als lijsttrekker van het CDA.
Neem het verhaal van mijn vrouw. Zij is verloskundige in een van de armere wijken van Rotterdam. Van haar weet ik hoe sommige jonge vrouwen elke dag vechten om het hoofd boven water te houden en niet te verdrinken in een opeenstapeling van problemen. Van haar weet ik dat sommige kinderen al met 5-0 achterstand aan het leven beginnen en dat Nederland niet voor iedereen een gaaf land is. Dat maakt me boos, maar het motiveert me ook om op te komen voor kwetsbare gezinnen.
Of neem het verhaal van mijn broer, gymdocent op een basisschool op Zuid. Hij ziet op zijn school de achterkant van de multiculturele samenleving, met taalproblemen, gedragsproblemen, achterstanden en gebroken gezinnen. Dat maakt een thema als migratie, maar ook integratie heel concreet. Waarom laten we deze docenten, die elke dag voor deze moeilijke klassen staan, zo vaak in de kou staan omdat wij maar geen grip krijgen op migratie?
Of neem het verhaal van een van mijn neven. Hij is politieman. Op vrijdagavond gaat hij met zijn collega's de straat op in Delfshaven om ruzies op te lossen en in te grijpen bij vecht- en schietpartijen. Deze mensen zijn goud waard, maar voelen zich vaak in de steek gelaten als wij wel aan hen vragen om grote risico's te nemen, maar vooraan staan met morele kritiek als er bij de politie in het heetst van de strijd iets fout gaat.
Of neem het verhaal van de pleegouders die ik ken. Uit liefde willen zij kwetsbare kinderen een veilig thuis bieden, maar ze lopen steeds weer vast op overheidsregels die nooit aan hun kant lijken te staan en het onnodig moeilijk maken om gewoon het goede te doen.
Of neem het verhaal van Iris, een jonge boer, waar ik onlangs was. Zij zit in onzekerheid over de toekomst van haar bedrijf. Het familiebedrijf zit al generaties in de familie. Ze bouwde een aangepaste stal, omdat de grote supermarktketen haar scharrelproducten in het schap zou leggen. Na een halfjaar trok de supermarkt de stekker uit het concept en liet Iris achter met de rekening.
Dit zijn de vormende verhalen uit mijn omgeving. Het zijn verhalen van mensen uit heel Nederland, mensen die elke dag het goede willen doen, maar te weinig gehoord en gezien worden. We moeten niet alleen luisteren naar hun zorgen, maar ook naar hun oplossingen, die vaak beter zijn dan wij hier kunnen verzinnen. Nederland is namelijk veel sterker dan we in deze Kamer vaak denken, als we deze mensen weer het vertrouwen en de ruimte geven. Nederland wordt niet door ons hier in Den Haag gemaakt, maar door al deze mensen die elke dag het goede doen. "Voor elkaar en met elkaar", zoals de koning zei in de troonrede.
Mevrouw de voorzitter. Paus Franciscus waarschuwde voor de globalisering van onverschilligheid. Onverschilligheid is de grootste kwaal van deze tijd. Op "ieder voor zich" bouw je geen samenleving. Het leidt tot eenzaamheid en het gevoel niet gezien te worden. Het antwoord op onverschilligheid is verantwoordelijkheid, de verantwoordelijkheid van ieder van ons om niet onverschillig te zijn, maar om om te zien naar elkaar. Onverschilligheid komt vaak voort uit onachtzaamheid, een houding van gemakzucht of zelfgenoegzaamheid. Die houding komt ons duur te staan in een wereld die steeds instabieler wordt. Over natuurgeweld en klimaatverandering, de oorlog in Oekraïne en de toenemende machtshonger van China mogen we niet onverschillig zijn, omdat het over onze manier van samenleven gaat. De strijd van het Oekraïense volk is ook onze strijd. Hun soldaten vechten ook voor onze vrijheid en onze democratie. Partijen die suggereren dat die strijd ons te veel kost, beseffen niet hoe groot en kwaadaardig het gevaar is van een nietsontziende dictator in het Kremlin. Het is naïef en kortzichtig. Voor de oorlog in Oekraïne was Europa voor 40% afhankelijk van het goedkope Russische gas. Daar profiteerden we jarenlang van. Maar het voordeel van het goedkope gas werd in één jaar oorlog volledig tenietgedaan. De prijs steeg van €18 per megawattuur vóór de oorlog naar een piek van €350 per megawattuur. Poetin draaide de kraan wat dichter, maar hij verdiende net zo veel.
Hoe naïef waren wij als Europa? "Wij waren decadent en zelfgenoegzaam", schrijft ook Jonathan Holslag in zijn boek Van muur tot muur. Wij waren verslaafd aan consumentisme en verblind door ons comfort. Keer op keer verzuimde Europa om zijn eigen idealen waar te maken. Keer op keer investeerden wij te laat in de noodzakelijke transities en de versterking van onze positie in de wereld. We moeten uitkijken dat we niet dezelfde fout maken met China. Dit land heeft cruciale grondstoffen in handen en investeert fors in vitale productieketens, technologie en zijn strijdkrachten. Het land profiteert maximaal van de globalisering. China aast op onze technologie en kennis, maar beschermt zijn eigen economie en bedrijven als dat China uitkomt. Ook daarin zijn we nog te naïef.
Welke richting Amerika volgend jaar kiest, weten we nog niet. Daarom zal Europa meer dan ooit eigen keuzes moeten maken. Dat vraagt om moed en visie. Toen Sybrand Buma in 2014 pleitte voor Europese zelfvoorzienendheid, het afbouwen van Russisch gas en het behoud van de sterke Europese landbouw werd hij weggehoond. Corona en de oorlog in Oekraïne gaven hem gelijk. Productieketens vielen stil, omdat landen strategisch de grenzen sloten. We schrokken ervan dat we niet meer beschikten over de juiste grondstoffen voor onze medicijnen. Zelfs voor onze operatiehandschoenen bleken we afhankelijk van de goodwill van een land als China. Daarom moet Europa volwassen worden door strategisch en selectief te bouwen aan een Europees industrieoffensief om de afhankelijkheid van onberekenbare landen te verkleinen. Dat geldt voor onze maakindustrie, technologie en AI, voedsel en landbouw, en defensie en energie. Hoe kijkt de minister-president hiernaar? Is onze Chinastrategie ondertussen aan herziening toe?
Mevrouw de voorzitter. Hierin ligt voor mijn fractie een directe relatie met het klimaatdebat in ons eigen land. U kent mij als een warm pleitbezorger voor groene industriepolitiek. Ook hierbij moeten we waken voor kortzichtigheid en valse tegenstellingen. Dat zeg ik ook tegen de demonstranten op de A12 en tegen partijen in deze Kamer. Ja, onze industrie moet verduurzamen, en snel, maar dat doen we niet door bedrijven over de grens te jagen, inclusief de uitstoot en duizenden banen, om vervolgens dezelfde producten over de grens weer te kopen. Het is niet zo dat we 40 miljard fossiele subsidie zomaar overmaken aan fossiele bedrijven en het is ook niet zo dat dit geld makkelijk anders besteed kan worden. Dat is een vals beeld dat de discussie vertroebelt en oplossingen niet dichterbij brengt.
Groene industriepolitiek is de sleutel. Dat is een aanpak waarbij bedrijven geholpen worden om te verduurzamen en banen te behouden. We maken bindende maatwerkafspraken en we beprijzen de CO2-uitstoot in Europa. We investeren met deze bedrijven in de economie van de toekomst. Het CDA ziet bedrijven dus niet slechts als een probleem, maar als deel van de oplossing. Groene industriepolitiek is de kern van onze visie op het verdienvermogen van morgen. De sky is daarin niet meer de limit. Verstandige groei is selectieve groei, waarbij we als samenleving de richting kiezen en niet alles doen wat de markt graag wil. De focus ligt daarbij op brede welvaart, in de goede traditie van het Rijnlandse denken: een economie van samenwerken, winstdeling en goed overleg. Hoe ziet de premier op de drempel van zijn verantwoordelijkheid deze ontwikkeling? Kan hij een eerste reflectie geven op het WRR-rapport Goede zaken, waarin de raad best kritisch is op het ondersteuningsbeleid ten aanzien van bedrijven? Ziet hij ook brood in ons voorstel voor een investeringsbank voor het mkb om innovatie en duurzaamheid aan te jagen?
Het idee van selectieve groei danken wij aan Ruud Lubbers. Hij stond aan de basis van het duurzaam denken. Het is aan ons om zijn karwei af te maken. Lubbers wist als ondernemer ook dat je elke euro eerst moet verdienen voordat je die uit kunt geven. Ook daarom moeten wij trots en zuinig zijn op onze ondernemers. Ook daarom moeten wij solide zijn in degelijke overheidsfinanciën. De overheid verdient geen geld; dat wordt verdiend door bedrijven. Via de belastingen dragen deze bedrijven bij aan belangrijke publieke voorzieningen, net zoals heel veel bedrijven ook zorgen voor bestaanszekerheid voor heel veel mensen die bij deze bedrijven werken, elke dag. Dat vergeten we nog weleens.
Mevrouw de voorzitter. Dit voorjaar lieten wij in een eigen onderzoek zien dat Nederland een land is geworden met twee gezichten. Het rapport van dat onderzoek heet "Voor heel Nederland". De kabinetten-Rutte waren vooral goed voor de mensen die het al goed hadden. Daarnaast werd er geïnvesteerd in die regio's waar het al druk en bedrijvig was. De rafels ontstonden aan de randen. Zo trokken jongeren daar weg, ging het streekziekenhuis dicht en werd de laatste buslijn opgeheven. Regionale ongelijkheid is een belangrijke bron van de onvrede over een overheid die er niet meer voor iedereen is. Onze conclusies werden in het rapport "Elke regio telt" onderschreven door drie belangrijke adviesraden van het kabinet. Elke krant had zijn eigen reportages over het stille verdriet van de regio. Na de uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen erkende ook de premier dat de modellen niet klopten: "Het platteland had te weinig geld gekregen." Maar daarna bleef het stil.
Nog altijd kampt Limburg met grote politietekorten. Nog steeds vindt het kabinet het moeilijk om te erkennen dat nabijheid een belangrijke kwaliteit van zorg is. Opnieuw moest de Kamer eraan te pas komen om te zorgen dat de infrastructuurgelden evenwichtiger werden verdeeld. Tot onze verbazing lazen wij in de Prinsjesdagstukken dat het demissionaire kabinet niets extra doet voor het regionale vervoer. Dat kan niet. De motie van de leden Slootweg en Kuiken daarover is unaniem aangenomen. Provincies zien de kosten stijgen met het risico dat de bereikbaarheid in de regio nog verder onder druk komt te staan. Wij verwachten dat het kabinet dit alsnog repareert. Op dit punt zou ik daarom graag een reactie willen van de premier.
Dat brengt mij bij een ander vraagstuk waarover wij verontrustende signalen krijgen van veel lokale bestuurders.
De voorzitter:
Voordat u verdergaat, is er een interruptie van de heer Baudet van Forum voor Democratie.
De heer Baudet (FVD):
Ik hoor de heer Bontenbal zeggen dat hij het belangrijk vindt dat mensen zich kunnen verplaatsen, dat het land bereikbaar is en dat mensen hun omgeving of geliefden kunnen bezoeken. Deze week werd duidelijk dat een op de vier Nederlanders met een auto moet kiezen tussen autorijden, tanken, en boodschappen doen. Zo slecht is het gesteld met de koopkracht in dit land. Op dit moment is er een verhoging aanstaande van de accijnzen op benzine. Het gaat om €0,21 per liter. In Nederland gaat het per autobezitter — en dat zijn 9 tot 10 miljoen mensen — om honderden tot duizenden euro's. Het is dus echt iets dat bijna alle Nederlanders gaat raken. We hebben met een aantal partijen hier in de Kamer gezegd dat we die accijnsverhoging willen tegenhouden. Tot nu toe hebben we van het CDA nog geen bericht daarover ontvangen. Wil het CDA onze voorstellen om die verhoging van de accijnzen tegen te houden steunen? Kunnen de autorijders in Nederland op het CDA rekenen of niet?
De heer Bontenbal (CDA):
Ik denk dat u een klein stukje van het debat gemist heeft, want in een interruptiedebat met mevrouw Hermans heb ik daar wel degelijk antwoord op gegeven. Ik heb gezegd dat wij sympathiek staan tegenover het voorstel, maar ik vind wel dat we moeten kijken naar de verdeling over armere en rijkere huishoudens. Mijns inziens zit daar nog iets scheef. Tegelijkertijd zijn er natuurlijk ook nog de grenseffecten en de grote verschillen met Duitsland. Je wilt dat ook niet te groot laten worden. Ik vind ook dat we iets aan het regionale ov moeten doen. Wat mij betreft zou dat ook tot dat pakket moeten behoren. Daarom heb ik aan collega Hermans gevraagd of er bij haar mentale ruimte zat om het voorstel op dat punt nog uit te breiden. Ook ben ik nog benieuwd naar de dekking. Ik vind dat ook nog een puntje van aandacht.
De heer Baudet (FVD):
Ik denk dat de heer Bontenbal dacht dat ik misschien onzeker zou worden door zijn verwijzing naar een ander moment uit het debat, of dat mensen hierdoor zouden denken dat ik niet weet waar het over gaat. Maar het punt is natuurlijk: u geeft er geen antwoord op. U zegt: er is geen dekking. Tuurlijk is er wel dekking. Er wordt hier nu een verhoging van belastingen voorgesteld op basis van de huidige situatie. Waarom kan de heer Bontenbal niet duidelijk maken of hij ervoor of ertegen is? Wil hij dit steunen of niet? Heel veel mensen willen weten waar het CDA staat. Zo'n verwijzing dat het CDA er nog eens even naar gaat kijken en dat er een volledig pakket moet komen waarin ook het ov wordt meegenomen, is geen antwoord op mijn vraag. Het is gewoon een heel simpele vraag: als wij zo meteen een motie indienen om die verhoging van de accijnzen op brandstofauto's tegen te houden, gaat het CDA dan voor of tegen stemmen?
De heer Bontenbal (CDA):
Het is heel simpel. We behandelen nu een Miljoenennota. Dat is eigenlijk een wetsvoorstel en een begroting. Als je ergens iets schrapt, moet er ergens anders iets bij. Moties waar geen financiële dekking onder zit, zijn gewoon hetzelfde als gratis bier uitdelen. Die zullen wij dus als fractie nooit steunen. Als u met een fatsoenlijke dekking komt en als het een redelijk voorstel is, dan kijken we ernaar. Dan gaan we met de fractie kijken of we dat kunnen steunen. Maar ik heb u al mijn richting gegeven en volgens mij is die best wel duidelijk.
De heer Baudet (FVD):
Ik ga toch nog even ... Dit is nou typisch een politieke manier om geen antwoord te hoeven geven op een hele simpele vraag: er ligt geen dekking onder. Een van de dingen die we hier in de Tweede Kamer doen, is het bepalen van de richting van het beleid. Ook is er ontzettend veel geld beschikbaar, niet alleen puur in de schatkist maar ook op de markt, waar op alle mogelijk manieren financiële ruimte is. Ik vind het dus gewoon heel jammer dat de heer Bontenbal geen keuze durft te maken. Wil hij de autobezitters hier ruimte geven of niet?
De heer Bontenbal (CDA):
Er kan mij van alles verweten worden en dat zal de komende weken ook vast nog wel gaan gebeuren, maar niet dat ik geen keuzes durf te maken. Ook in ons verkiezingsprogramma zijn er allerlei keuzes gemaakt. Ik dien zelf ook een voorstel in om de vliegbelasting op dat punt aan te passen. Daar zal ook niet iedereen blij mee zijn. Dat is om de energierekening te verlagen. Ik maak dus wél keuzes. U zegt "dit is een typisch voorbeeld van geen antwoord geven", maar wat mij betreft is het gewoon een typisch voorbeeld van netjes politiek bedrijven. Als je een voorstel doet dat geld kost, moet je dat ook even netjes financieel dekken. Mijn partij is niet zo van het zomaar gratis bier uitdelen.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
De heer Bontenbal (CDA):
Voorzitter. Dan het andere vraagstuk. Wij krijgen verontruste signalen van veel lokale bestuurders … Mag deze interruptie er nog bij, voorzitter?
De voorzitter:
Ja. De heer Van Baarle, DENK.
De heer Van Baarle (DENK):
Ik heb toch ook een vraag voor mijn Rotterdamse vriend, de heer Bontenbal …
De heer Bontenbal (CDA):
We doen het in plat Rotterdams, ja?
De heer Van Baarle (DENK):
… over de auto. Gaan we doen! Ook ik vond, met alle respect, het antwoord niet duidelijk. Ik heb dus toch nog wat vragen hierover aan de heer Bontenbal. Als er een dekking ligt waar het CDA mee kan instemmen, is het CDA er dan in principe voor om die hele accijnsverhoging niet door te laten gaan? Of zegt het CDA bijvoorbeeld: we laten de benzine €0,10 of €0,15 duurder worden en we moeten ook iets doen aan het openbaar vervoer en dus tot een soort uitruil komen? Hij noemde een paar dingen. Waar staat het CDA dus? Is het CDA er in principe voor om die benzine niet duurder te maken als we dekking kunnen regelen? Dat is wat DENK ook wil. Of is het CDA voor een soort uitruil?
De heer Bontenbal (CDA):
Als we hier uiteindelijk iets willen bereiken, dan zal er volgens mij ergens een soort van uitruil moeten plaatsvinden. Het is volgens mij ook goed om te zeggen dat het natuurlijk een verhoging na een verlaging is. Het is in één jaar verlaagd en daarna weer verhoogd. Dat perspectief moeten we volgens mij ook meenemen. Maar ik kijk naar het totaalpakketje. Daarbij nodig ik bijvoorbeeld de VVD uit om ook nog eens na te denken over het regionaal vervoer. Als dat betekent dat het bedrag dat nodig is om die accijnzen te verlagen iets lager wordt en dat we een beetje voor het ov erbij plussen, dan zou het pakket wel een stukje mijn kant op komen, maar ik ga naar het totaalpakket kijken en ook naar de dekking. Ik weet namelijk niet of het nou zo'n heel goed idee is om het alleen maar uit het Groeifonds te halen. Ik wil gewoon eerst een goed voorstel hebben waar alles in zit. Dan leg ik ook mijn eigen voorstel en de andere voorstellen die er in de Kamer gedaan worden ernaast, en dan gaan we zien waar we uitkomen. Maar ik kan niet nu precies zeggen: zoveel miljard en zoveel cent, en dan heeft u mij aan uw kant. Daar moet ik gewoon even over nadenken.
De heer Van Baarle (DENK):
Ik snap wel dat de heer Bontenbal daarover moet nadenken, maar het gaat nu eigenlijk om een hele principiële vraag. Ik heb hier verschillende overzichten van de brandstofprijzen in Europa bij me. In zo'n beetje elk overzicht komt Nederland naar voren als duurste land van Europa als het gaat om de benzineprijzen. We hebben dus al een enorm probleem. Per 1 juli zijn die benzineprijzen al verhoogd. Ik vind het antwoord van het CDA nog steeds niet helemaal helder. Is het CDA er nou voor dat die hele accijnsverhoging van de baan gaat? Is dat de inzet van het CDA, als het lukt met de dekking?
De heer Bontenbal (CDA):
Daar moet ik over nadenken. Ik zou 'm zeker niet zo willen ophogen als nu gebeurt, maar ik ga eerlijk kijken naar waar het dan ten koste van gaat, want die dekking is voor mij ook belangrijk. Waar trekken we dat geld vandaan? Ik zei net ook al dat er geen gratis bier is. Je haalt het ergens vandaan en dat doet daar pijn. Dat wil ik meewegen in mijn oordeel.
De voorzitter:
Tot slot.
De heer Van Baarle (DENK):
Dan zou ik tot slot de heer Bontenbal voor zijn denkproces dat hij de komende dagen hanteert, willen meegeven dat het echt van belang is om je te realiseren dat zó veel mensen afhankelijk zijn van een auto voor de mobiliteit. En de verdeling die gemaakt wordt door sommige politieke partijen, namelijk dat het alleen zou neerslaan bij mensen die al veel geld hebben, klopt niet. De hoeveelheid kilometers die mensen gemiddeld rijden, is namelijk in de lagere inkomensklasse ongeveer hetzelfde als bij de wat hogere inkomens, dus we helpen hier ook gewoon echt de mensen met de lagere inkomens mee. Ik hoop echt dat het CDA er met de andere partijen voor gaat zorgen dat die accijnsverhoging niet doorgaat.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik ben er in mijn inbreng heel duidelijk mee begonnen dat ik die verschillen te groot vind en dat ik vind dat mensen in de regio gewoon met hun auto moeten kunnen rijden als ze geen beschikking hebben over ov of geen elektrische auto kunnen betalen. Mijn richting is dus volgens mij helder. We gaan gewoon kijken naar de maatvoering.
De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog.
De heer Bontenbal (CDA):
Voorzitter. Dan het vraagstuk van het Didam-arrest; het komt misschien een beetje uit de lucht vallen. Dat is een uitspraak van de Hoge Raad waardoor gemeentes, grote en kleine, bij de uitgifte van een kavel grond of de verkoop van vastgoed ineens een ingewikkelde openbare aanbesteding moeten doen. Het is een walhalla voor de grote ketens, projectontwikkelaars en dure advocatenkantoren, maar kleine lokale burgerinitiatieven trekken veelal aan het kortste eind. Het leidt tot oeverloze procedures, tientallen rechtszaken en torenhoge afkoopsommen. Dat gaat ten koste van de lokale gemeenschap. Ook hier wil ik graag een reflectie op van de premier. Is spoedwetgeving nodig en mogelijk?
Voorzitter. We leven in een land van twee gezichten: aan de ene kant welvarend met een sterke economie en heel veel mensen met wie het goed gaat, maar het andere gezicht van Nederland is dat dat niet voor iedereen geldt. Niet alleen ik zeg dat; Kim Putters, voorzitter van de SER, zegt dat ook. Van hem is deze quote. Putters ziet een grote groep mensen die niet langer de zekerheid vinden van een vaste baan of een fatsoenlijk inkomen. Hij waarschuwt in het bijzonder voor de benarde positie van de middengroepen. Bij alle aandacht voor bestaanszekerheid worden zij vergeten. Ook voor hen dreigt armoede als het plots tegenzit. Dat het thema bestaanszekerheid terug is op de politieke agenda is goed, maar eigenlijk ook een schande voor zo'n welvarend land als Nederland. De ongelijkheid is gegroeid. We zien private rijkdom en publieke armoede. Er is een groot tekort aan woningen. Het onderwijs en de zorg staan onder grote druk. Er is het enorme gevaar van ondermijning door de georganiseerde criminaliteit en we hebben de crisis in het openbaar bestuur. Al deze problemen raken de meest kwetsbaren het eerst en het hardst. Vandaag moeten we kijken naar wat er nodig is voor volgend jaar, bovenop het pakket van het kabinet. Daar kom ik zo op terug. Het vraagstuk van bestaanszekerheid los je niet op met een paar lapmiddelen, met: een paar grote stappen, snel thuis. Het vraagt om een structurele aanpak en een samenhangend pakket. Die taak ligt bij een volgend kabinet.
Voor de CDA-fractie is bestaanszekerheid veel meer dan alleen een financieel probleem. Het is een moreel vraagstuk. Het gaat in de kern om de vraag wat voor land we willen zijn. Wat is de betekenis van solidariteit, saamhorigheid en de zorg die we voor elkaar hebben? Is het fatsoenlijk dat een alleenstaande moeder moet rondkomen van twee baantjes? Hoe eerlijk is het als rijke kinderen bijles krijgen en andere kinderen niet? Wat gaat er fout als Jan veel makkelijker een stageplek krijgt dan Youssef?
Ik maak deze alinea even af en dan kan de heer Klaver losgaan.
De voorzitter:
Ja, prima.
De heer Bontenbal (CDA):
Het probleem van bestaanszekerheid is de prijs die we nu betalen voor een te groot geloof in de markt, in rendement en het individu. Ook mijn partij heeft daarin te veel meebewogen, of heeft te weinig teruggeduwd. Het was meer ik en minder wij. Vrijheid was vooral: doen wat je zelf wilt. Succes was een keuze. Economische waarden waren belangrijker dan moraliteit en deugden. Wat goed was, was dat wat werkte, wat nuttig was. Maar of het ook deugde en of het ook rechtvaardig was, daarover ging het niet. Wat een goed leven maakt, moet sowieso achter de voordeur blijven, vinden sommige liberalen. Dit is de omslag die nodig is: een beter Nederland begint met het echte gesprek over wat het goede samenleven is. Een goede samenleving laat iedereen tot zijn recht komen en in een goede samenleving zien we onszelf in de ander: ik ben er omdat jij er bent.
Misschien is dit een goed moment, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Klaver.
De heer Klaver (GroenLinks):
Ik heb sterk de indruk dat we u dadelijk helemaal niet meer nodig hebben, voorzitter. We regelen dit gewoon allemaal zelf.
De voorzitter:
Ja, ja ...
De heer Klaver (GroenLinks):
De heer Bontenbal zei: een samenhangend pakket maken is aan een nieuw kabinet. Waarom zegt hij dat zo? Waarom moeten we wachten totdat er een nieuw kabinet is en kunnen we niet gewoon als Kamer nu met elkaar in gesprek en de stappen zetten die nodig zijn?
De heer Bontenbal (CDA):
Omdat ik denk dat er ook echt zo'n samenhangend pakket nodig is. Als je aan één draadje gaat trekken, dan schuift er heel veel mee. Veel partijen staan bijvoorbeeld sympathiek tegenover het punt van het minimumloon, ook mijn eigen partij. Het staat in ons eigen verkiezingsprogramma. Maar economen waarschuwen ook voor allerlei effecten waarvan ik me afvraag of we ze goed genoeg voor de bril hebben. U had het over politieke keuzes maken. Dan moet je staan voor de consequenties, maar moet je allereerst weten wat de consequenties zijn. Sommige economen zeggen: "Kijk uit voor een loon-prijsspiraal. Als je de lonen verhoogt, werkt dat door in producten. Veel mensen kopen die producten. Dat jaagt de inflatie aan. Dan wordt de boodschappenmand duurder." Dat zijn ook effecten. Dat betekent bijvoorbeeld ook dat je het hele loongebouw omhoog trekt. Dan kunnen er aan de onderkant banen verdwijnen. Het kan dus tot extra werkloosheid leiden. Dat zijn allemaal effecten die meespelen. De AOW en andere uitkeringen zijn eraan gekoppeld. Weten we precies wat dat allemaal doet? Ik vind de beweging heel goed, maar ik vind het ook ingewikkeld om nu als Kamer even te zeggen: we pakken er één ding uit en daar gaan we voor lopen. Dat vind ik risicovol.
De heer Klaver (GroenLinks):
We pakken niet één ding. We willen ook iets doen aan het ov. We willen ook iets doen aan de sociale zekerheid. Er zijn voorstellen gedaan om nog iets met de arbeidskorting te doen. Er zijn voorstellen gedaan om de afbouw van het kindgebonden budget wat anders te laten lopen. Dat zijn allemaal voorstellen. In alle eerlijkheid vind ik het best problematisch wat hier wordt gezegd. Er wordt gezegd: "Wie zijn wij om dat in te schatten? Dat moet een kabinet eigenlijk doen." Ik vind juist dat wij dat moeten zijn. Het is namelijk een politieke weging. Toen de ChristenUnie en wij bedachten om het minimumloon te verhogen hebben we goed gekeken naar welk percentage we verantwoord vinden om volgend jaar te doen, gelet op welke druk dit eventueel zet op inflatie en wat dit doet met het bedrijfsleven. Dan komen wij tot de som dat 2,5% gerechtvaardigd is. Als u dan zegt dat we dat niet kunnen overzien, dat we dat moeten uitstellen en een kabinet dat moet doen, wat doen wij hier dan nog? Het is de taak van een parlement. Dat is medewetgever. Wij kunnen hier keuzes maken in wat we belangrijk vinden. Daarom wil ik toch echt een meer inhoudelijk antwoord. Welk percentage vindt de heer Bontenbal dan verantwoord om volgend jaar het minimumloon mee te verhogen?
De heer Bontenbal (CDA):
In deze Kamer winnen we juist heel vaak advies in. Dat hebben we gedaan bij dat rapport over het sociaal minimum. Dat doen we niet voor niks. Dat is niet omdat wij met onze natte vinger even een getal bedenken. Ik zou daar heel graag een soort advies over hebben aan een nieuw kabinet dat het ook in z'n geheel bekijkt. Dat rapport over het sociaal minimum zegt: doe iets met het minimumloon. Maar het zegt ook: doet iets met het kindgebonden budget, doe iets met kinderbijslag. Over het tweede punt hebben we het recent in een radiodebat nog gehad. Het kabinet is wel demissionair. Moet je in een demissionaire periode dit soort hele grote wijzigingen doen? Daar twijfel ik nog over. U heeft gelijk: de Kamer is uiteindelijk aan zet. Maar is het democratisch heel netjes? We hebben natuurlijk heel veel procedurevergaderingen gehad over het controversieel verklaren van bepaalde onderwerpen. Onze fractie heeft steeds gezegd niet met een kleine meerderheid belangrijke thema's erdoorheen te willen duwen. Dat is democratisch ingewikkeld. Daar zit mijn dilemma, mijn worsteling.
De voorzitter:
Tot slot, de heer Klaver.
De heer Klaver (GroenLinks):
Ik vind echt dat de Tweede Kamer een grote rol moet pakken. Al twee jaar gaat het over de bestuurscultuur. Daar hoort ook de rol bij die de Tweede Kamer daarin neemt en die de Tweede Kamerfracties daarin nemen. Het kabinet is demissionair. Ik vind de 2 miljard die er is gekomen niet voldoende, maar gelet op de status van het kabinet vind ik dat precies is gedaan wat in de bandbreedte past van wat een demissionair kabinet kan doen. Als we dan iets extra's willen, dan is dat hier aan ons. Ik stelde u eigenlijk een hele concrete vraag. Hoeveel vindt u verantwoord dat het minimumloon volgend jaar omhooggaat? We zijn allemaal verkiezingsprogramma's aan het schrijven. U maakt ook een doorrekening. Het CPB is ook zo'n adviseur. Dan kijk je wat de relevante stappen zijn die je kunt zetten. Mijn vraag blijft dus hetzelfde. U zegt dat u niet wilt doen wat wij willen. Wat wilt u wel?
De heer Bontenbal (CDA):
Net als de heer Klaver rekent mijn partij er nog aan. Het CPB maakt nu de doorrekeningen. Daar zitten paden in. Wij moeten ook nog zien wat daar precies uit komt. Ik wil dat ook gewoon mee laten wegen. U zegt dat ik niks concreets doe. Ik heb zelf een voorstel neergelegd. Dat is een vrij concreet voorstel met ook nog een nette dekking waar u een heel eind in mee kunt komen, volgens mij. Ik verwacht dus ook een beetje dat u aan mijn zij komt met dit voorstel. Dat is heel erg concreet, alleen doe ik het via de energierekening. Dat zorgt ook wel degelijk voor lastenverlichting.
De heer Paternotte (D66):
Dit is volgens mij gewoon een goed inhoudelijk debat. We hadden u niet meer nodig, hadden we net afgesproken.
De voorzitter:
Het is ook niet persoonlijk.
De heer Klaver (GroenLinks):
De heer Bontenbal en ik hadden eigenlijk bedacht dat dit eindeloos zou duren.
De voorzitter:
Interrupties in principe in drieën. Dat wil ik wel vasthouden.
De heer Klaver (GroenLinks):
Zeker. Het punt waar ik op kwam is dat het specifiek over het minimumloon ging. Ik heb al eerder gezegd dat ik het voorstel dat u hebt gedaan, heel interessant vind. Wij kijken oprecht of we daarop zouden kunnen samenwerken. Bij het minimumloon hebben we echt wel een beeld van wat er wel en niet kan, want we hebben allemaal de cijfers teruggekregen. Ik wil de heer Bontenbal en het CDA uitdagen om net zoals ik zeg "ik ga heel open naar uw voorstellen kijken", ook te zeggen "oké, ik ga heel open kijken naar bijvoorbeeld het minimumloon om te zien of we daarop toch kunnen samenwerken".
De heer Bontenbal (CDA):
Ik ga heel open kijken naar al uw voorstellen, meneer Klaver.
De heer Paternotte (D66):
Naar dat laatste was ik ook een beetje op zoek, het open kijken naar alle voorstellen. Ik hoor de heer Bontenbal eigenlijk een pleidooi houden voor een stukje zorgvuldigheid. Dat lijkt me mooi. We hebben op zich ook nog wel even de tijd. Op 26 oktober gaat deze Kamer misschien met verkiezingsreces — als het werk af is, zeg ik erbij — en dan zouden we ook over de amendementen moeten stemmen. Dan pas stellen we een begroting vast. Zouden we dan niet de komende weken moeten benutten om misschien inderdaad ook met deskundigen — ik weet niet hoe druk de planbureaus zijn met al het doorrekenen — te bekijken wat de effecten zijn van de amendementen die deze week op tafel komen? Zodat we op een zorgvuldige manier met elkaar stappen kunnen zetten, maar ook niet hoeven te zeggen dat we de effecten niet precies weten en dus maar niets gaan doen. Het gaat om grote belangen. Het gaat om armoede, maar ook om krapte op de arbeidsmarkt, waarvoor wij bijvoorbeeld de arbeidskorting naar voren hebben gebracht. Zou dat iets zijn waar hij voor openstaat?
De heer Bontenbal (CDA):
Jazeker.
De heer Paternotte (D66):
Mooi. Dan moeten we aan tafel.
De heer Bontenbal (CDA):
Gezellig.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
De heer Bontenbal gaf mij vorig jaar een heel goede tip. Dat was een boek van de hoogleraar Vaclav Smil met de titel Power Density. Daarin legt deze hoogleraar onomstotelijk uit dat de energiedichtheid van groot belang is bij de energietransitie. Hoe kan het nou zijn dat de heer Bontenbal dit boek gelezen heeft en dan toch zo ongelofelijk enthousiast is over 30.000 windmolens op zee en zonnepanelen in akkers? We zijn alle twee natuurlijk ontzettend duurzaam. Zonnepanelen op daken, hartstikke goed, maar zonnepanelen in akkers en 30.000 windmolens op zee met in het achterhoofd Vaclav Smil, hoe is het mogelijk?
De heer Bontenbal (CDA):
Ja, ik heb u dat boek aanbevolen. Ik heb u meerdere boeken aanbevolen. Ik heb ook gezegd dat ik kritiek had op dat boek. In het boek zitten een aantal dingen die heel goed zijn. Wat Vaclav Smil doet, is bij elke energiebron de energiedichtheid uitrekenen. Je ziet dan dat kernenergie een enorm hoge dichtheid heeft. Daar moeten we dus aan beginnen in Nederland. Mijn partij is daar voorstander van. Samen met de VVD hebben we geknokt voor twee kerncentrales die er hopelijk gaan komen. Ik heb ook gepleit voor de kleine modulaire kerncentrales. Wat mij betreft komen die er ook. In een energiemix, een elektriciteitsmix, hebben we heel veel bronnen nodig om een robuust systeem te maken. De kritiek op het boek van Vaclav Smil vind ik dat hij eigenlijk het punt van multifunctioneel ruimtegebruik niet meeneemt. Over zonnepanelen zegt hij dat hij het oppervlak dat ze nodig hebben als totaaloppervlak rekent. Hij vergeet daarmee dat je zonnepanelen op een dak kunt leggen. Bij windmolens kun je ook tussendoor nog van alles doen. Zelfs over de visserij wordt weer nagedacht. Dat vind ik dus het nadeel van dat boek. In mijn optiek gaan we naar een energiesysteem waarin elektriciteit de grootste energiedrager is en waterstof de tweede. Die elektriciteit zal in de toekomst, ergens in 2050 gok ik, voor een kwart uit kernenergie bestaan en voor de rest uit hernieuwbare energiebronnen. Dat is de optimale mix, denk ik.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Nou, dat vraag ik me af. En dat vraagt Vaclav Smil zich ook af. Ik ben het helemaal met de heer Bontenbal eens dat een zonnepaneel op een dak goed is. We hebben 80% van ons dakoppervlak nog niet voorzien van zonnepanelen. Laten we daar dus mee beginnen. Waarom gaan we dan toch zonneakkers vullen in plaats van die ruimte als vruchtbare landbouwgrond te gebruiken of te benutten voor het bouwen van woningen? Datzelfde geldt voor de natuurgebieden. Ons grootste natuurgebied is de Noordzee. Daar staan nu 30.000 windmolens. Als je die kunt vervangen door een aantal grote kerncentrales, is het toch absurd dat je dat niet doet in plaats van de industrialisering van zo'n hele Noordzee?
De heer Bontenbal (CDA):
Ik moet een beetje lachen, want dit is mijn oude vakgebied. Ik heb de neiging hierover dan heel lang te gaan debatteren en dat moet ik helemaal niet doen. De heer Bosma zegt dan altijd dat ik college ga geven. Volgens mij hebben we al die bronnen nodig. De snelheid waarmee we extra elektriciteit willen gaan opwekken, bijvoorbeeld omdat we huizen steeds vaker met elektriciteit gaan verwarmen, vaker elektrisch gaan rijden en de industrie gaat elektrificeren, betekent dat we heel snel in korte tijd heel veel extra elektriciteit nodig hebben. Dat kan tot 2030 en verder een factor 4, 5 of 6 zijn. We hebben dus heel snel heel veel meer schone elektriciteit nodig. Dan moet je op heel veel bronnen inzetten. Wind op zee heeft een spectaculaire ontwikkeling laten zien. Ooit bouwden wij met minister Verhagen een windpark boven de Waddenzee, Gemini, ik geloof voor €0,16 of €0,17 per kilowattuur. De parken die bij Zeeland werden gebouwd, zaten al op €0,06 of €0,07. Dat is een kostprijsreductie van … Nou, reken maar uit, heel veel.
De voorzitter:
Ik begin het wel eens te worden met de heer Bosma. Het begint een beetje op een college te lijken.
De heer Bontenbal (CDA):
Dit is het leukste deel van het debat. Juist wind op zee heeft een enorm forse groei laten zien. Nu zie je helaas dat de kostprijs weer stijgt. In Engeland zie je ook dat de kostprijs stijgt. Daarom moeten we naar die gebalanceerde mix en daar hoort kernenergie ook in.
De voorzitter:
Voldoende?
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Nou, nee. We zijn het erover eens dat de energiedichtheid van een kerncentrale veel beter is dan van 30.000 windmolens. Is de heer Bontenbal het dan tenminste met mij eens dat de fasering die de regering heeft ingezet, totaal verkeerd is? We zijn overgeschakeld op volledig intermitterende stroomvoorziening, windmolens en zonneakkers, in plaats van dat we een stabiele energievorm hebben gekoesterd, namelijk gas- en kolencentrales en kerncentrales. In plaats daarvan hebben we al deze intermitterende velden uitgerold, zonder een hoge energiedichtheid.
De heer Bontenbal (CDA):
Nou ja, in 2010 was het Pieter van Geel al die in een debat met Diederik Samsom een fel pleidooi hield voor meer kerncentrales. Toen was de reactie van de PvdA dat die pas in 2020 af zouden zijn. Ik denk dat we naar Van Geel hadden moeten luisteren. Dan hadden we een aantal kerncentrales gehad en dan hadden we een veel schonere energiemix gehad. De afgelopen jaren hebben we wel degelijk voor een belangrijk deel een rationeel energiebeleid gevoerd, want die kerncentrales staan er helaas ook niet zomaar.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
De heer Bontenbal (CDA):
Ja? Dit was zo leuk.
Het overgrote deel van ons leven speelt zich helemaal niet af in de economische context, maar in onze relaties met anderen. Als vader, als buurvrouw, als vriend of vriendin, als collega, als vrijwilliger of als mantelzorger. Allemaal relaties waarin niet de prestaties vooropstaan, maar het contact van mens tot mens. Juist thuis, op school, op het werk, in de wijk en bij een vereniging leer je wat samenleven is: verantwoordelijkheid nemen en onderdeel zijn van iets dat groter is dan jezelf. Wij zijn geen samenleving van zeventien miljoen individuen. Wij zijn geen samenleving van bubbels van gelijkgestemden. Mensen hebben een boodschap aan elkaar. Wat wij weer nodig hebben, is een gemeenschappelijk verhaal dat ons bindt.
Ik kom terug bij de vraag wat we extra moeten doen voor 2024. Er ligt een substantieel pakket van het kabinet en daar doen we niets aan af. Mijn fractie stelt nog wel een maatregel voor om de energierekening te verlichten, want dat is een belofte van het kabinet geweest die het nog niet heeft waargemaakt. Ons voorstel is om overstappers en privéjets ook vliegbelasting te laten betalen en dat geld te gebruiken om de energiebelasting op aardgas in de eerste schijf voor huishoudens te verlagen. Dat levert een stukje lastenverlichting op en het is ook vanuit klimaatrechtvaardigheid een eerlijke maatregel.
Mevrouw de voorzitter. Ik sluit af met een opmerking over de politieke cultuur. Ik maak me daar zorgen over. Deze zomer kondigden veel collega's hun vertrek aan. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat voor velen het gure politieke klimaat daarbij een afweging is geweest. Dat is verdrietig en dat hoort niet zo te zijn. 2.000 kilometer hiervandaan vechten de Oekraïners voor hun vrijheid en democratie, maar ook onze democratie is kwetsbaar. Het is de eerste taak van ons allen als volksvertegenwoordigers om die democratie te stutten. Ik hoop dat we met elkaar kunnen werken aan een nieuwe politieke cultuur in de Tweede Kamer. Ik hoop ook dat we daar de komende weken met elkaar een start mee kunnen maken.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. U heeft de vuurdoop doorstaan, zie ik. Een interruptie van mevrouw Simons van BIJ1.
Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Een welgemeend applaus natuurlijk vanuit de eigen fractie. Zoals vaker als ik het CDA hoor spreken, denk ik: dat vind ik ook, dat vind ik ook. Solidariteit, normen en waarden, naastenliefde en aandacht voor dat wat ons met elkaar verbindt: dat vind ik ook allemaal. En inderdaad, niet ver hiervandaan vechten in Oekraïne mensen voor hun veiligheid, hun bestaanszekerheid, hun zijn. Maar ondanks dit alles ben ik, net zoals ik mevrouw Hermans van de VVD daarover bevroeg, ook bij de heer Bontenbal benieuwd waarom die solidariteit stopt bij sommigen. Waarom wordt sommigen het recht om zichzelf te zijn ontnomen? Natuurlijk weet de heer Bontenbal dat ik het heb over de positie van het CDA met betrekking tot bijvoorbeeld de transgenderwet. Ik ben toch heel erg benieuwd hoe de heer Bontenbal zijn betoog van zojuist, dat ook mij raakt, ziet in relatie tot het ontnemen en ontzeggen van diezelfde basale rechten en diezelfde basale wensen van mensen die wellicht in een enkel opzicht niet op de heer Bontenbal lijken.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik vind dit ingewikkeld, omdat er nog een hele behandeling van de transgenderwet komt. Om dat er nu, bij een begrotingsbehandeling over de Miljoenennota, bij te halen, vind ik erg ingewikkeld. Wij gaan zorgvuldig naar die wet kijken. Wij hebben daar vragen bij. Ik ontken ook niet dat er mensen zijn die daar echt mee worstelen en die graag zouden zien dat ze daar iets aan kunnen veranderen. Ik merk wel dat het moeilijk is om woorden te kiezen, want al snel liggen die woorden gevoelig. Ik zou zelf willen dat we dit goed en netjes behandelen bij de behandeling van de transgenderwet. Ik merkte net in het debat met collega Baudet ook dat het al snel wat ongevoelig wordt. Dat zou ik heel lastig vinden, want dan komen we als fractievoorzitters al snel met oneliners, enzovoorts. Dat doet geen recht aan het debat. Daarnaast moet iedereen zich voor zo'n debat goed kunnen voorbereiden op de spreektekst en op de antwoorden. Ik heb mijn verhaal vandaag niet op de transgenderwet voorbereid. Ik ga hierover graag een keer met u in discussie, maar dan wil ik me goed hebben kunnen voorbereiden en ik wil dat u die kans ook heeft gekregen.
Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Ik waardeer de oprechtheid van dit antwoord. Tegelijkertijd hebben we de afgelopen anderhalf jaar ruim de tijd gehad om ons voor te bereiden op dat debat. We hebben delen van dat debat ook gevoerd. Het is een actief besluit geweest om het vervolg daarvan naar voren te schuiven. Ik denk dat de heer Bontenbal zichzelf tekortdoet als hij zegt dat hij zich daar nog helemaal niet mee heeft beziggehouden en dat hij daar nog niks over kan zeggen. De reden waarom ik dat nu vraag, is dat ik me kan voorstellen dat er mensen thuis kijken die zich dat afvragen.
Ik heb nog één toevoeging. De wet gaat niet over medisch handelen. De wet gaat over het recht om je identiteit in je paspoort in lijn te laten zijn met de identiteit die je leeft. Het gaat hier dus niet over transities, operaties en medische zaken. Toch denk ik dat het gerechtvaardigd is om in verkiezingstijd van een partij te horen hoe zij hierin staat. Hoe kan het zijn dat we de afgelopen tijd deze houding hebben gezien?
De heer Bontenbal (CDA):
Maar wat is nu precies uw vraag? Is uw vraag een reactie op het afgelopen jaar? Gaat uw vraag over het standpunt over de transgenderwet? Ik begrijp niet wat u precies vraagt.
De voorzitter:
Even heel concreet …
De heer Bontenbal (CDA):
U koppelt het zelf aan solidariteit, maar die link zie ik ook nog niet helemaal.
De voorzitter:
Mevrouw Simons, even heel concreet de vraag.
Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Dan zal ik met betrekking tot de solidariteit een en ander proberen te verduidelijken. Ik heb geluisterd naar een mooi betoog van het CDA, dat gaat over medemenselijkheid, over respect voor elkaar en over solidariteit. De heer Bontenbal haalde de Nederlandse vertaling van Ubuntu aan: ik ben omdat u ook bent. Die woorden worden hier door hemzelf aangehaald met betrekking tot solidariteit. In dat kader vraag ik me af waarom die solidariteit lijkt te stoppen op het moment dat het mensen betreft die op een aantal vlakken niet op de heer Bontenbal lijken, namelijk mensen die graag de gelegenheid willen hebben om, los van medische handelingen, hun identiteit in hun paspoort aan te passen aan de identiteit die zij leven.
De heer Bontenbal (CDA):
Maar solidariteit is toch niet dat je in dit soort medisch-ethische discussies al die wensen in één keer, ook politiek, oké vindt? Je kunt toch medemenselijk zijn zonder dat je ook alle standpunten van iemand deelt of een maatschappelijk debat over medisch-ethische thema's een bepaalde kant op laat gaan? Dit gaat over identiteit en over of mensen recht hebben om zelf te bepalen wie ze zijn en in welke mate. Hetzelfde geldt voor een debat over een ander medisch-ethisch thema: voltooid levenseinde. Je kunt toch niet zeggen dat je pas solidair bent op het moment dat je het voorstel van D66 accepteert? Ik vind dat eerlijk gezegd een hele ingewikkelde koppeling. Ik vind dat dit debat kwetsbaar is. Dat geldt overigens ook voor het debat over voltooid leven en levenseinde. We doen veel beter recht aan die thema's als we die apart behandelen en iedereen zich netjes voorbereidt, of kan voorbereiden, op dat debat. Dit vergt namelijk zorgvuldigheid. Ik merk al aan mezelf dat je heel erg op je woorden moet letten als je dit onvoorbereid moet doen. Ik vind het te kwetsbaar om dat zo even in de plenaire zaal te doen.
De voorzitter:
Is dat voldoende, mevrouw Simons?
Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Ik zou alleen willen benadrukken dat het hier niet over een medisch-ethische kwestie gaat. Het gaat hier over een handeling waarmee mensen ... Ik heb tijdens het debat het voorbeeld gegeven van mensen die dit gebouw, het huis van de democratie, niet in kunnen en hier niet kunnen werken omdat hun rijkspas niet toestaat dat zij zich identificeren zoals ze zijn. Het gaat erover dat de gedachte bestaat dat wij hier met z'n allen iets te zeggen hebben over wie mensen al dan niet mogen zijn. Het is hooguit een morele kwestie. Ik zie dit niet als een medisch-ethische kwestie. Dat wilde ik nog toevoegen, voorzitter.
De voorzitter:
Dank.
Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Verder respecteer ik het antwoord van de heer Bontenbal.
De heer Bontenbal (CDA):
We gaan er vast op terugkomen.
De heer Eerdmans (JA21):
Vorige week stemden wij over een lange, lange lijst van controversiële onderwerpen. Wij moesten stemmen of die controversieel waren of niet. Eén onderwerp dat niet controversieel is verklaard, is de asieldwangwet. Die is u welbekend. Er is veel over gedebatteerd. We gaan die wet dinsdag desondanks behandelen, terwijl ik denk: wat is er in de maatschappij nou controversiëler dan asiel en zeker dan de asieldwangwet? U sprak over lokale gemeenschappen en de gemeente. Nou, daar wordt heel erg veel nagedacht over de dwangwet die hen zal verplichten om asielzoekers op te nemen. Mijn vraag is als volgt. U weet net zo goed als ik dat het onder andere hangt op uw partij. Als wij kijken naar een middenrechtse coalitie in deze zaal, zou het CDA best eens de doorslag kunnen geven om die wet niet te laten doorgaan. Hoe ziet u dat, als nieuwe lijsttrekker van het CDA?
De heer Bontenbal (CDA):
Wij hebben gezegd dat we wel door willen met die wet, want die laten liggen, lost ook geen problemen op. Met al die beelden uit Ter Apel, zaken die misgaan en de keten die vastzit, kun je niet zeggen: we gaan die wet niet behandelen en dan lossen de problemen zich vanzelf wel op. Dat vind ik ook heel naïef. Uiteindelijk gaat het ook over barmhartig zijn en over mensen recht doen. Dat betekent gewoon, al is het heel vervelend, dat je wel zo'n wet nodig hebt om het voor elkaar te krijgen. En ja, wij zijn ook voor grip op migratie. Wij hebben in ons verkiezingsprogramma allemaal voorstellen gedaan over hoe je het migratiebeleid beter kan doen. Maar het zijn wel die twee punten. Je moet ook gewoon de keten op orde brengen. Zo'n wet niet behandelen en daar nog eens een halfjaar of een jaar over doen, vind ik ook onverantwoord. Ondertussen stroopt die hele keten namelijk wel op. Ik zeg ook maar even dat ik het onverantwoord vind dat het kabinet op dit punt is gevallen. Er liggen nu gewoon een aantal hele grote vraagstukken op tafel die, hoe je het ook wendt of keert, toch gewoon worden vertraagd. Dat gaat dus over dit dossier, maar ook over toeslagen, stikstof, klimaat enzovoorts. Daarom hebben wij gezegd: ga hier toch mee door.
De heer Eerdmans (JA21):
Je kan het ook onverantwoord noemen dat het kabinet, dus ook het CDA, weigert om eerst orde op zaken te stellen en die instroom te beperken. Ik zie die beelden ...
De heer Bontenbal (CDA):
Deze mensen zijn er.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik zie die beelden ook. Als je blijft zeggen dat je meer opvang zult regelen, dan zal die stroom blijven. Ik denk dat wij dat onmiddellijk met elkaar eens zijn. Je hebt toch als kabinet, als overheid, als politiek, ook de taak om te zeggen: wij durven aan de voorkant van dit probleem — dat is dus niet aan de achterkant, dus niet door gemeenten te blijven dwingen — te zeggen dat we grip op migratie moeten krijgen door die asielstop af te kondigen. Dan kan er worden gekeken naar wat te doen met de mensen die hier al zijn. Maar de stroom blijft komen. De voordeur blijft open. Staatssecretaris Van der Burg heeft het vaker gezegd: eenmaal over de drempel, is welkom, in Nederland. Ziet het CDA dat we dit probleem niet oplossen met een dwangwet?
De heer Bontenbal (CDA):
Met alleen een dwangwet lossen we absoluut niet het hele probleem op. Maar als we gaan doen wat u wil, dan moeten we dat hele thema van aan de voorkant grip krijgen op migratie nu niet controversieel verklaren en helemaal gaan behandelen. Dat gebeurt ook niet. Dan zou ik ook zeggen dat er iets van realisme nodig is. Al die grote stappen die we met een deel van de Kamer wellicht willen, gaan we ook niet zomaar in een paar maanden voor elkaar krijgen. Je kunt dan niet zeggen: nou ja, het lukt aan de voorkant niet en we laten het aan de achterkant maar gewoon in de soep lopen. Dat vind ik ook onverantwoord. Het is pijnlijk, maar er moet iets van solidariteit zijn in Nederland. We willen dat mensen die hier zijn, humaan behandeld worden. U kunt het toch ook niet oké vinden dat we dat in een welvarend land als Nederland niet geregeld krijgen?
De voorzitter:
Tot slot, meneer Eerdmans.
De heer Eerdmans (JA21):
De klacht van mij, van JA21, is juist dat het kabinet voordat het viel niet veel harder heeft durven ingrijpen. Daar hebben we natuurlijk een groot debat over gehad. Dankzij de handrem van D66 is dat er niet gekomen. Daar ligt volgens mij dus het probleem. Dat erkent het CDA ook wel; dat is ook via de heer Hoekstra eerder gedaan. Die solidariteit is nou net het punt. Die solidariteit verdwijnt, het draagvlak verdwijnt als wij niet zorgen voor een eerlijk verhaal naar de kiezer, namelijk: jawel, wij zullen de grenzen tijdelijk moeten sluiten voordat we orde op zaken kunnen stellen. U komt uit Rotterdam. Daar kom ik ook vandaan. Met de heer Van Baarle hebben we een mooi trio.
De heer Bontenbal (CDA):
Capelle.
De heer Eerdmans (JA21):
Daar geldt juist dat wij denken dat ook in Rotterdam de wijken vol zitten momenteel en dat het azc Beverwaard niet voor niets gesloten is. Hopelijk hoeven we daar niet nog eens een azc bij te zetten. Ik geloof niet dat de Rotterdammers daar nu op zitten te wachten.
De heer Bontenbal (CDA):
Volgens mij was u import-Rotterdammer, meneer Eerdmans, want u kwam uit Capelle aan den IJssel.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik kan het accent al heel goed nadoen.
De heer Bontenbal (CDA):
Ja, dat weet ik, maar er is een verschil tussen echt en import. Toen u wethouder werd, moest u nog vanuit de gemeente Capelle, volgens mij, verhuisd worden naar de gemeente Rotterdam.
De heer Eerdmans (JA21):
Ja, omdat ik daar wethouder was. Ik ben naar Capelle verhuisd, omdat ik daar wethouder werd. U heeft dus gelijk: ik ben iemand die doet wat hij zegt. Als ik ergens wethouder word, dan ga ik daar ook wonen.
De voorzitter:
Kijk. We gaan naar de heer Stoffer.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik had nog een vraag, maar nu ben ik door dit grapje de hele vraag van de heer Eerdmans kwijt.
De heer Eerdmans (JA21):
Die ging over uw eigen antwoord, waar u mee bezig was.
De voorzitter:
Een azc in Rotterdam.
De heer Eerdmans (JA21):
Ja, een azc in Rotterdam, Beverwaard gesloten, u kent het wel: zitten Rotterdammers daarop te wachten?
De heer Bontenbal (CDA):
Het gekke was dat er ontzettend veel protest was toen het azc in Beverwaard er kwam; dat is niet zo heel ver van waar ik woon. Burgemeester Aboutaleb stond daar voor de groep. We hebben allemaal de filmpjes met schreeuwende mensen gezien. Ik snap dat zij boos waren, want er kwamen heel veel mensen naar Beverwaard en Beverwaard is niet altijd de beste wijk. Het was ook opvallend dat toen het asielzoekerscentrum wegging, heel veel mensen uit Beverwaard zeiden: "Waarom gaat het asielzoekerscentrum weg? We hebben net zo'n leuk contact met al die mensen en we doen hier vrijwilligerswerk." Dat geeft voor mij aan dat heel veel mensen in Nederland een rechtvaardig asielbeleid echt kunnen dragen, maar dan wel rechtvaardig. De mensen die het echt nodig hebben, willen ze welkom heten, de mensen die het niet nodig hebben niet. Ik denk dat als we die barmhartigheid op de lange termijn willen kunnen blijven betonen, we die grip op migratie gewoon nodig hebben, dus ja, ook grip op de instroom.
De heer Stoffer (SGP):
Bij die import-Rotterdammer moest ik wel even denken: de heer Eerdmans heeft goede geboortegrond, hoor; hij is op de Veluwe geboren. Maar goed, daar gaat mijn vraag natuurlijk niet over. Ik vond het verhaal van de heer Bontenbal eerlijk. Hij kijkt in de spiegel en zegt: als CDA hebben we gewoon een aantal dingen niet goed gedaan en dat moet anders. Dat is eerlijk. Dat kan ik echt waarderen. Nu gaat een van de dingen waarvan het CDA al eerder inzag dat die niet goed gingen, om het gezin. Het afgelopen jaar, anderhalf jaar hebben mevrouw Palland — ze is hier ook in de zaal — en ik geregeld samen opgetrokken om te kijken of we de positie van kinderen een stukje kunnen verbeteren. Er is nog niet al te veel gelukt. Er moet nog een hoop gebeuren. Maar nu hebben we als SGP het initiatief genomen om het gezin in de Grondwet op te nemen. Dan bouw je in ieder geval een soort fundament, waarmee je zegt: van daaruit gaan we kijken of we die positie echt kunnen verbeteren. Mijn vraag is of de heer Bontenbal ervoor openstaat om te kijken of we dat initiatief misschien samen zouden kunnen doen.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik probeerde net hulpeloos naar mijn collega Palland te kijken om te zien of ik een signaal van haar kreeg, maar die zegt: jajaja.
De heer Bontenbal (CDA):
Dus dan ga ik improviseren.
De heer Stoffer (SGP):
Op de Veluwe betekent dat gewoon ja.
De heer Bontenbal (CDA):
Maar in Rotterdam niet. Ik moet daarnaar kijken. Ik denk dat het een nogal grote wetswijziging is. Ik zou eigenlijk tegen meneer Stoffer willen zeggen: laten we nou eerst eens heel concreet kijken of we in de maatregelen die we dit jaar en volgend jaar kunnen nemen, de positie van het gezin kunnen verbeteren. In ons verkiezingsprogramma zeggen wij bijvoorbeeld dat we vinden dat de kinderbijslag en het kindgebonden budget fors omhoog moeten en dat we met verlof nog allerlei dingen willen doen om het voor gezinnen makkelijker te maken. Wellicht kunnen we in de komende weken, in verkiezingstijd én daarna samen optrekken om de positie van het gezin beter te krijgen.
De heer Stoffer (SGP):
We gaan het zien. Over de Grondwet drinken we dan nog weleens een kop koffie.
De voorzitter:
Kijk. Dank u wel, meneer Bontenbal. Dan geef ik het woord aan mevrouw Bikker, ChristenUnie. O, sorry, meneer Bontenbal, er is nog een vraag van mevrouw Marijnissen, SP.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Sorry, voorzitter, ik had nog niet in de gaten dat de heer Bontenbal helemaal klaar was. Ik wilde nog een vraag stellen over het begin van zijn verhaal. Hij schetste daar het mooie Rotterdam en wat hij daar zoal ziet. Ik zag een mooie video van de heer Bontenbal, volgens mij om zichzelf te introduceren, die opgenomen was in de Tweebosbuurt, als dat klopt. U zei dat je daar wel kunt zien dat Nederland niet voor iedereen een gaaf land is. Nu is het zo dat die Tweebosbuurt in Rotterdam gesloopt is met rijksgeld, en indertijd ook met steun van het CDA. Ik hoor nu de mooie woorden over volkshuisvesting. Ik was dus benieuwd hoe de heer Bontenbal daar nu op terugkijkt.
De heer Bontenbal (CDA):
Over dit specifieke voorbeeld van de Tweebosbuurt kun je heel lang discussiëren. Er zijn verschillende visies op. Marco Pastors, die het Programma Rotterdam Zuid doet, zegt bijvoorbeeld dat heel veel mensen in Rotterdam het beter krijgen en dan uit de stad trekken. Dat doen ze omdat ze geen plek kunnen vinden om in die stad te blijven wonen. Er is wat ze dan noemen: sociale mobiliteit. Dat gaat over bepaalde gezinnen die het net iets beter hebben dan hun ouders. Die kunnen niet meer in die wijk blijven wonen en vertrekken dan naar Ridderkerk, Barendrecht en andere plekken buiten Rotterdam. Daarom heeft de gemeente Rotterdam indertijd gezegd: we willen dat ook de mensen die het iets beter krijgen wel in die buurt blijven wonen. Want dat is ook het sociale weefsel van een stad. Dat vind ik een legitiem argument. Ik vind dus dat we niet alles aan het voorbeeld van de Tweebosbuurt moeten ophangen.
Mevrouw Marijnissen (SP):
We hadden afgelopen zondag bij onze actie iemand die in de Tweebosbuurt woonde en wiens woning gesloopt is. De mensen hadden daar niks over te zeggen. Er zijn natuurlijk duurdere woningen voor teruggebouwd. Mensen worden gewoon de wijk uitgejaagd, terwijl hij heel goed kon uitleggen dat je huis je thuis is. Je sloopt niet alleen een huis; je sloopt ook een hele gemeenschap als je die buurt uit elkaar trekt. Dat is wat er in de Tweebosbuurt is gebeurd. Ik zou aan de heer Bontenbal willen vragen: als u dan die mooie woorden heeft over volkshuisvesting en het belang daarvan, steunt u dan ook het idee dat huurders veel meer zeggenschap zouden moeten hebben? Vindt u ook dat niet meer moet kunnen wat bijvoorbeeld in de Tweebosbuurt is gebeurd: dat er gesloopt wordt zonder instemming van bewoners?
De heer Bontenbal (CDA):
Daar zou ik over moeten nadenken. Ik vind zelf de beweging die er de afgelopen jaren is gemaakt heel belangrijk: van de woningmarkt naar volkshuisvesting. Onze minister De Jonge is daar actief mee bezig geweest. Ik ben het helemaal met u eens dat het bij wonen ook gaat om het bouwen van gemeenschappen. Een huis is meer dan een stapel stenen; het is een gemeenschap. Het is belangrijk dat er een sociaal weefsel in een wijk is. Dat ben ik helemaal met u eens. Ik kan me voorstellen dat het een goed idee is dat huurders meer inspraak krijgen in de plannen van een woningcorporatie.
De voorzitter:
Tot slot.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Ik vraag het natuurlijk ook omdat dit nu op veel plekken speelt. We hebben het gehad over de Tweebosbuurt. Het speelt ook in de Tarwewijk in Rotterdam; misschien is dat ook wel bekend bij u.
De heer Bontenbal (CDA):
Zeker.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Het speelt in Oss, waar ikzelf vandaan kom. Het speelt in een wijk in Berghem, een dorpje bij Oss. Het speelt in Den Bosch in het Citadelhofje. Het zijn allemaal een soort van dezelfde voorbeelden waarbij huurders geconfronteerd worden met sloop, terwijl ze daar zelf niks over hebben te zeggen. Niet zelden wordt daar alleen maar duurder voor teruggebouwd. Dat is natuurlijk het grote probleem. Zou de heer Bontenbal er ook open voor staan om te kijken wat we kunnen doen om deze huurders in ieder geval meer duidelijkheid te geven? Zij zijn daar nu voor aan het strijden. Maar als we niet ingrijpen, zijn dadelijk de woningen in die buurt ook allemaal gesloopt. Vinden die huurders het CDA, met hun mooie woorden over volkshuisvesting, dan aan hun zijde?
De heer Bontenbal (CDA):
Huurders vinden ons altijd aan hun zijde. Je moet dan wel naar de maatvoering kijken. Stel dat er één huurder is die een plan kan tegenhouden. Willen we dat? Soms pak je huurwoningen aan omdat ze echt zo versleten zijn dat je ze wel móét aanpakken. Een soort absoluut recht dat een enkele bewoner dat allemaal kan tegenhouden, vind ik vrij ver gaan. Maar ik ben het met u eens dat huurders belangrijke zeggenschap moeten hebben in wat er met hun buurt of wijk gebeurt.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Bontenbal. Dan geef ik het woord aan mevrouw Bikker, voor haar inbreng. U kunt zitten, meneer Bontenbal. Mevrouw Bikker van de ChristenUnie stond al klaar. Voor de dinerschorsing dacht ik aan ongeveer halfacht, kwart voor acht. Ik hoop dus dat een aantal leden nog voor de pauze kunnen.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Het Binnenhof: wat een prachtplek. Ik was er afgelopen week. Het is een plek waar ontmoeting centraal staat, waar samen gegeten wordt, waar mensen spelletjes doen, waar vrijwilligers klaarstaan om een praatje te maken of op de fiets te stappen met een ander, en waar ouderen in beweging blijven.
Nee, ik heb het natuurlijk niet over onze loopjes hier naar de interruptiemicrofoon, of de spelletjes die wij hier kunnen spelen maar die toch meestal politiek zijn. Nee, mijn lofzang gaat niet over het Binnenhof hier, binnen, in Den Haag, maar over de samenleving, buiten. Denk aan wijkcentrum Binnenhof in Nunspeet, het dorp van mijn tienerjaren, waar ik ben opgegroeid en heb geleerd dat je verantwoordelijk bent voor elkaar. Ik heb daar geleerd dat de buurman je even naar het ziekenhuis rijdt als het zelf niet lukt en dat er een pannetje soep wordt gebracht op het moment dat je zelf niet kunt koken omdat er iets heftigs is gebeurd. Daar bestaat het meeleven niet altijd uit woorden, maar juist ook uit daden. Dat is de samenleving op haar sterkst. Die begint gewoon aan de keukentafel. Het is een plek waar mensen verbonden zijn en voor elkaar zorgen.
Dat Binnenhof was de plek waar wij ons verkiezingsprogramma presenteerden. Natuurlijk was het een hele bewuste keuze om dat te doen op zo'n plek van voluit samen leven. Want ik geloof dat mensen door God zo geschapen zijn dat ze voor elkaar kunnen zorgen. Ik geloof dat we ook goed voor de schepping mogen zorgen, omdat Hij die aan ons geeft, en we zo verbonden zijn. Ik geloof dat ons leven niet begint met de markt, en ook niet met de overheid. Nee. Het begint met samen leven. Zoals je geboren wordt, en er al armen zijn die jou oppakken. Zo, vanuit dat geloof, wil de ChristenUnie midden in de samenleving staan. Dat Binnenhof in Nunspeet is voor mij een symbool voor al die zorgzame gemeenschappen in ons hele land, in al die dorpen en steden: of het nu de Mienskip in Fryslân is, het noaberschap in Drenthe of de Achterhoek, of de zorgzaamheid van de migrantenkerken in Amsterdam-Bijlmer. Het verbindt, jong en oud, wie je ook bent. Te vaak wordt die verbinding als vanzelfsprekend gezien. Dat is die niet; dat weten we in deze tijd. Er is te veel markt met het recht van de sterkste. Er is te veel overheid die alles wil dichtregelen. Ze benemen de zuurstof van onze samenleving. Dat moet anders. Dat begint bij verbondenheid.
Voorzitter. Er is een oude wijsheid die dat perfect verwoordt. Wanneer twee vrienden samen zijn en een van beiden valt, helpt de ander hem weer overeind. Een koord dat uit drie strengen is gevlochten, is niet snel stuk te krijgen. Dat is voor mij een kern. Er zijn momenten in je leven dat je valt, en er een helpende hand is van iemand die jou overeind trekt. Maar wie vandaag struikelt, kan morgen ook die vriend zijn die een ander weer overeind helpt. Een zorgzame gemeenschap vorm je altijd samen. De overheid heeft daarin een onmisbare rol, maar is niet het begin en ook niet het einde. Het begint altijd tussen mensen; dat is het hart. Deze wijsheid uit het Bijbelboek Prediker verwoordt hoe het samenleven is bedoeld. Verbonden zijn met mensen om je heen, met God de Schepper, en met Zijn schepping, de natuur. Zo gelooft de ChristenUnie. Zo geloven wij, midden in de samenleving. Dat vraagt juist daarom om een dienstbare overheid, in het besef dat die overheid geen geluksmachine is. Nee. Maar ze kan wel de basisvoorwaarden voor een goed bestaan bieden. De overheid als schild voor de meest kwetsbare mensen. Daarin staan wij niet alleen.
Voorzitter. De panelen in de samenleving schuiven. De meeste mensen zijn wel klaar met het liberale marktdenken, klaar met een "iktatuur" en klaar met het managen van problemen in plaats van ze op te lossen. Het is de overtuiging van de ChristenUnie dat we niet sterker worden van winst maximaliseren, maar wel van onderling vertrouwen en samenwerken. Daarom heeft mijn fractie na de Statenverkiezingen nog eens duidelijk gezegd: we moeten minder Haagse tekentafel hebben, maar meer die keukentafel. Niet de systeemwerkelijkheid moet leidend zijn, niet de tabellen, maar de leefwereld van mensen. Het is nu de tijd om echt werk te maken van echte oplossingen voor echte problemen, voor herstel van die samenleving. Het is nu de tijd om er voor elkaar te zijn. Vanuit die basis wil ik samen met al mijn partijgenoten van de ChristenUnie opnieuw aan de slag, als inzet bij de verkiezingen maar ook nu als toetssteen voor de plannen van volgend jaar.
Voorzitter. Ik heb daarbij drie speerpunten. Allereerst het bouwen aan zorgzame gemeenschappen, als tweede het bieden van rust in het huishoudboekje en mijn derde speerpunt gaat erover dat ik elk leven op aarde bewonder.
Het bouwen aan een zorgzame samenleving vraagt om fundamentele keuzes, want alleen zo ontstaan zorgzame gemeenschappen, bouwen we daaraan en bouwen we die op.
Als het gaat om betaalbaar wonen en onze volkshuisvesting … Ik zie dat de minister net even vertrokken is, maar het wordt hem vast verteld ...
De voorzitter:
Hij is heel even weg vanwege een spoedeisende kwestie.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Helemaal goed dat hij zijn taak ernstig oppakt.
Als het gaat om betaalbaar wonen en onze volkshuisvesting, als het gaat om de arbeidsmarkt, om het belastingstelsel, om verlofregelingen en het mogelijk maken van eigen keuzes in combinatie met betaald werk en zorgen voor je kinderen, ouders of buren, gaat het erom dat we de rust bieden om goed te kunnen zorgen. Daarom wil de ChristenUnie voorstellen doen rondom het mantelzorgverlof. Ik kijk ernaar uit om met anderen daarin op te trekken.
De start naar een terugkeer van de volkshuisvesting ís gemaakt. De ergste uitwassen in de woningmarkt zíjn de kop ingedrukt. Ik zou complimenten willen geven aan broeder De Jonge, maar die worden hem vast wel overgebracht. De verhuurderheffing is weg. Huurders … "Broeder" vindt de minister zelf een mooi woord, zo weet ik, zeg ik tegen de minister-president. De verhuurderheffing is weg, huurders worden beter beschermd tegen huisjesmelker die hen uitknijpen, koopwoningen worden beschermd tegen opkoop door beleggers, maar we zijn er nog niet. Pak door met een doorbouwgarantie, zodat we snel verder kunnen met het bijbouwen van betaalbare woningen. En bouw voor iedereen, voor de starter, voor de single die maar niet zelf een koophuis kan vinden, voor gezinnen die op anderhalf loon eigenlijk geen hypotheek kunnen krijgen, voor de 70-plusser die gelijkvloers wil wonen. Wacht ook daarom niet met het naar de Kamer sturen van de Wet versterking regie volkshuisvesting.
Bouwen aan zorgzame gemeenschappen gaat bij uitstek ook over ons mkb, over onze familiebedrijven. Want familiebedrijven vormen, net als kerken en verenigingen, het cement in onze samenleving. Ze spelen een belangrijke rol in het mooier en sterker maken van onze dorpen, van onze steden, ja, van ons land, in het creëren van een nieuwe verbondenheid. Denk aan familiebedrijven die niet alleen investeren in de ontwikkeling van hun medewerkers, maar ook in de studie van hun kinderen. Wij willen die familiebedrijven koesteren en dan doet het er bijvoorbeeld toe hoe de bedrijfsovernameregeling, ook wel bekend als de BOR, eruitziet. Wat mijn fractie zorgen baart, is dat steeds meer familiebedrijven worden opgekocht door private-equitypartijen. Zeker familiebedrijven, maar ook kinderopvanginstellingen en huisartsenposten vormen een dankbare prooi voor deze partijen, aangevuurd door het nog altijd fiscaal aantrekkelijkere ondernemen met vreemd vermogen dan met eigen vermogen en het spelen met rendement op kapitaal. Geeft dat ook zorgen voor het kabinet? Is het niet zaak dat we onze Rijnlandse economie veel beter beschermen tegen sprinkhaankapitalisme of hoe je het ook wilt noemen?
Voorzitter. Een tweede punt daarin, is dat bouwen aan zorgzame gemeenschappen, aan nieuwe verbondenheid, ook over verbindingen gaat die heel fysiek zijn, heel letterlijk. Dan heb ik het — dat zal u niet verbazen — in het bijzonder over onze bussen, trams en treinen, over het openbaar vervoer, heel vaak ook de levensader tussen stad en dorp. Sinds de coronacrisis kampt het regionale openbaar vervoer met financiële problemen. Verbindingen vallen weg en de verbindingen die blijven, worden duurder. Zo raakt het ov in een negatieve spiraal. Die willen we doorbreken door te investeren in het regionale ov om buslijnen overeind te houden en door de prijsstijgingen in bus, tram en trein ongedaan te maken. De ChristenUnie wil investeren in betaalbare bereikbaarheid door ons hele land. Als de verbinding tussen jouw dorp en het ziekenhuis, de school of de winkel wegvalt, dan verkruimelt je gemeenschap, dan vertrekken de voorzieningen. Ik heb zoveel voorbeelden gehoord van dorpen waar de bus verdween, of het nou gaat om Bergentheim, om Een of om Stad aan 't Haringvliet. Overal betekent het dat deze dorpen daardoor veranderen. Ik nodig daarom de collega's uit om mee te doen, om te investeren in dat regionale ov, want het openbaar vervoer moet een basisvoorziening zijn en geen noodvoorziening.
Voorzitter. Bouwen aan zorgzame gemeenschappen vraagt ook ruimte voor ouders om hun kind naar een school te brengen die voluit aansluit bij hun diepste levensovertuiging. De ChristenUnie staat voor de vrijheid van onderwijs, ook als verschillende partijen morrelen aan artikel 23. Juist onze kinderen moeten we ook groot kunnen brengen in de gemeenschappen die we zelf willen koesteren.
Voorzitter. Het tweede punt is rust in het huishoudboekje, een basisvoorwaarde voor een gezonde samenleving. Want als jij stress hebt, dan lukt het je helemaal niet om aan al die dingen van gezond samenleven toe te komen. Dat is rust aan de keukentafel. Het is nodig dat je rond kan komen van je werk. Als je 40 uur werkt, moet je het gewoon kunnen betalen dat een stel tieners een lekkere boterham hebben. Ook als je er alleen voor staat. Eerder heb ik de premier opgeroepen om ook het komend jaar recht te doen aan die gezinnen voor wie het razend ingewikkeld was om de boodschappenkar goed te vullen. En dan was gisteren — dat wil ik ook zeggen — gewoon goed nieuws, want zonder ingrijpen zou de armoede verder toenemen en met gerichte maatregelen als verhoging van de huurtoeslag en van het kindgebonden budget gaan de armoede en de kinderarmoede omlaag. Daarin doet dit kabinet meer dan ooit en dat maakt verschil. Het is een verandering die in heel veel levens verschil maakt en ik complimenteer het kabinet daarom ook — u begrijpt dat ik de minister voor Armoedebeleid hier expliciet noem — dat hier werk van is gemaakt, want bij de start van dit kabinet leefde een op de veertien kinderen in armoede en als de plannen zo doorgaan, zal dat in 2024 een op de twintig zijn. Natuurlijk is dat nog steeds … Je wil niet dat een kind in armoede opgroeit, maar het is wel een verandering die is ingezet. Daarmee ligt er een pakket dat effectief helpt en dat mijn fractie van harte steunt.
Maar er is ook werk voor deze Kamer. Die is niet demissionair, het kabinet wel. De Commissie sociaal minimum wijst op de bodem van het bestaan die omhoog moet. Want als je werkt, moet je gewoon rond kunnen komen. De ChristenUnie wil daarom het minimumloon verhogen naar €18 in 2028. Daartoe kunnen we vandaag een eerste stap zetten. Daarom heb ik met PvdA/GroenLinks samen een voorstel gedaan, net als over het regionaal ov waarover u net gehoord hebt. Opnieuw is de uitnodiging om daarin samen op te trekken. Voor de ChristenUnie is het belangrijk dat onze socialezekerheidswetgeving niet leidt tot onnodige hardheden en onrechtvaardige situaties voor mensen. Het kabinet heeft op een heel aantal punten al voornemens om daar werk van te maken. Dat moedigen wij aan. De val van het kabinet mag daar wat mij betreft niet aan in de weg staan. Een voorbeeld van zo'n onnodige hardheid is de wanbetalersregeling in de zorg. Daarom doen wij ook op dit punt een voorstel om hier echt werk van te maken.
Voorzitter. Gisteren sprak ik iemand die als tegenovergestelde van bestaanszekerheid "bestaansangst" noemde. Ik herkende dat, want het moet ons wat te zeggen hebben als zo veel jongeren, meer dan ooit, kampen met mentale problemen, als mensen zich echt zorgen maken over hun toekomst. Dan is rust in het huishoudboekje ook niet het hele antwoord. Vragen we soms niet gewoon te veel van onszelf, van onze jongeren, van elkaar en ook van de schepping? Voor echte bestaanszekerheid is meer nodig, ook een nieuwe balans tussen economie en ecologie.
Dat brengt me bij mijn derde speerpunt. We bewonderen elk leven op aarde. De ChristenUnie bewondert ook het moois dat ons gegeven is in elk leven. Dat is kwetsbaar en wordt soms ook bedreigd. Daar willen we pal voor staan. Dat vraagt om scherper aan de wind te zeilen, vanuit verwondering over dat geschenk van het leven. Dat vraagt om een ethiek van voorzichtigheid, of het nu gaat om het begin van het leven of de omgang met het sterven. Voor mij begint dit alles met verwondering en de diepste overtuiging dat het leven geschapen, bedoeld en van waarde is. Vanuit die verwondering kijk ik ook naar de schepping, zoals ik dat ooit in Nunspeet geleerd heb, toen ik over de heide fietste en gewoon gevangen werd door de grootheid van zo'n prachtig paars veld.
Voorzitter. Dat is een van de grootste uitdagingen van onze tijd, want onze manieren van produceren en consumeren putten de aarde te veel uit. Daarom zal deze generatie een rentmeestersgeneratie moeten zijn. We moeten samen werk maken van andere vormen van welvaart en duurzame overvloed. Ook daarin wil de ChristenUnie graag heel praktische stappen zetten. Samen met GroenLinks en de Partij van de Arbeid doen we een voorstel voor de vliegbelasting. Het kan toch eigenlijk niet dat die gelijk blijft, terwijl het ov duurder wordt? Dat moesten we maar eens veranderen. Wij stellen voor om dat om te draaien: houd de treinprijzen gelijk en verhoog de vliegbelasting. Opnieuw nodig ik ook partijen uit die nog een beetje twijfelen — ik kijk heel erg met mijn linkeroog naar mevrouw Marijnissen; ze voelt het goed. Daartoe heb ik een amendement ingediend. En wat de ChristenUnie betreft past het openen van een nieuw vliegveld in Lelystad ook niet bij een generatie die kiest voor rentmeesterschap.
Voorzitter. Dit waren mijn drie punten, zoals het een goed gereformeerd mens betaamt in een stevige preek. Maar dit is geen preek; het zijn de Algemene Beschouwingen en gisteren was het Prinsjesdag. We hebben gezien wat een mooie feestdag dat is. Ik liep met een hoed op. Ik was een beetje bang voor de wind; ik hoopte dat hij niet weg zou waaien. Je voelde overal: er is vrijheid; we mogen onze plannen neerleggen en we mogen erover spreken. En we voeren hier vandaag en morgen het debat. Maar toen wij in alle vrijheid Prinsjesdag vierden, is gebeurd wat wij al langer vreesden. In Azerbeidzjan begon ook weer een oorlog, met de aanval op de Armeense enclave Nagorno-Karabach. Inmiddels lijkt een wapenstilstand bereikt, maar de situatie is fragiel. Ik zou graag van de premier horen of hij het met ons eens is dat de gebeurtenissen van de afgelopen 24 uur onacceptabel zijn en dat een steviger opstelling van Nederland en Europa ten opzichte van Azerbeidzjan dringend nodig is. Wat kan Nederland doen om de veiligheid van deze bevolking te waarborgen, nu hun verdediging ontwapend wordt en zij afhankelijk zijn van de Russen? En wat kunnen we doen om ervoor te zorgen dat dit niet uitloopt op een etnische zuivering?
Voorzitter. Het is een schril contrast met ons leven hier, in vrijheid. Verschillende collega's hadden het al over Oekraïne en de oorlog die daar woedt. Ik denk dat we heel goed moeten beseffen dat we moeten koesteren wat wij hier met elkaar doen. We houden onze democratie hoog. De verschillen die we hebben, kunnen we hebben omdat we in vrijheid leven. Het is nog een hele poos tot de verkiezingen en we gaan enorm van mening verschillen, maar nog meer dan dat wil ik graag met alle partijen hier werk maken van echte oplossingen voor echte mensen. Vandaar mijn uitnodiging: laten we optrekken om daar goed werk van te maken.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Bikker. Er is nog een vraag van de heer Stoffer.
De heer Stoffer (SGP):
Als iemand mooie woorden over Nunspeet en de paarse hei daar spreekt, hebben we elkaar gevonden natuurlijk, maar sowieso doen we dat. Ik stelde net een vraag aan het CDA over het gezin in de Grondwet. Ik keek vanuit mijn ooghoek zo een beetje naar achteren en volgens mij zag ik de hele ChristenUnie opveren. Eigenlijk is ook mijn vraag aan de ChristenUnie: hoe kijkt u daartegen aan? Zou u dat initiatief wel gelijk willen omarmen en met ons willen nemen?
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik vind het heel mooi dat de SGP juist benoemt dat het gezin een belangrijke plek heeft, ook in het leven van elke dag, dat dit van waarde is en dat je dit moet koesteren. Het is niet vanzelfsprekend dat daar bijvoorbeeld in het beleid aan gedacht wordt. Als je naar Europa kijkt, zie je dat er in het EVRM zelfs al een recht op family life is. Eigenlijk is Europa ons hierin dus een stapje voor. Nou kent u de ChristenUnie een beetje: dat pikken we niet zo lang. Het is dan ook hoog tijd dat het gezin in de Grondwet komt te staan. Ik sluit me daar dus heel graag bij aan.
De heer Stoffer (SGP):
Hartelijk dank en heel mooi om te horen dat we in ieder geval al één medestander hebben. Iedereen die wil mag natuurlijk meedoen, hè? Zo'n uitnodiging kun je haast niet weerstaan.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Deze dag wordt steeds vrolijker.
De voorzitter:
Nou, mevrouw Simons …
Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Laat ik vooropstellen dat ik ook waarde hecht aan de warmte en geborgenheid die "het gezin" kan bieden. Ik ben echter heel erg benieuwd hoe de ChristenUnie kijkt naar de vraag: wat is nou een gezin? Zijn daar kaders aan te stellen? Bestaat een gezin uit een minimaal aantal mensen? Wat is het gender van die mensen? Ik ben daar heel erg benieuwd naar, omdat ik heb gemerkt dat dit er ook in beleid toe doet. Het kan namelijk ook in beleid zomaar als volgt zijn. Stel dat we straks gaan vaststellen dat het gezin voor ons een bepaalde waarde heeft en we dat gaan verankeren in wetgeving; dan komen we er misschien achter dat als we het gezin niet goed genoeg omschrijven, we mensen gaan uitsluiten en in de problemen brengen. Ik ben dus heel erg benieuwd naar wat "het gezin" betekent. Hoe ziet dat eruit?
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dank voor deze vraag, die nog iets verder gaat dan de Miljoenennota. Allereerst zeg ik dat ik de heer Stoffer al verwees naar het artikel dat gaat over family life in ons Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens. Ter geruststelling zou ik dus tegen mevrouw Simons willen zeggen dat er al een juridische definitie is, voordat ze denkt dat het de ChristenUniedefinitie is die het leven gaat bepalen. Ik denk dat het gezin wel de plek is waar je aan elkaar gegeven bent en waar je kinderen veilig kunnen opgroeien. Ik weet dat er heel veel gezinnen zijn die op een andere manier zijn gestart en waarin er bijvoorbeeld gebrokenheid is, omdat een papa of een mama er niet meer is. Voor de ChristenUnie zijn dat net zo goed gezinnen. Ik hoop niet dat u hiermee wilde zeggen dat ik mensen zou veroordelen of dat een gezin per se een bepaalde vorm moet hebben.
Ik wil dat kinderen op een veilige plek opgroeien, dat we de familie koesteren en dat we daar ook voor zorgen in ons beleid. Als ik nu kijk naar het beleid, naar vandaag en naar hoe het nu loopt, en als ik bijvoorbeeld kijk naar de toeslagen en welk effect die hebben op gezinnen, dan vind ik dat we ons daar veel meer bewust van moeten zijn in plaats van ons te verliezen in een vorm van identiteitspolitiek. Ik hoop niet dat u dat laatste bedoelde. We moeten het niet alleen over identiteitspolitiek hebben, terwijl het moet gaan over de vraag hoe we ervoor zorgen dat we al die mensen aan de keukentafel vooruithelpen. Het is hier vandaag heel veel gegaan over de mensen met de laagste en de middeninkomens. Ik denk aan de gezinnen aan de keukentafel. Het maakt me niet uit waar dan ook, met welke samenstelling en met welke afkomst. Voor hen is het belangrijk dat het beleid hen helpt.
Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Mevrouw Bikker doet in haar antwoord een aantal aannames en ik wil die graag ophelderen. Ik ben niet naar de microfoon gelopen met een vooringenomen idee over wat mevrouw Bikker als antwoord dient te geven dan wel wat haar standpunt is.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Gelukkig.
Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Dat is precies de reden dat ik ernaar vraag. We hebben het hier over wetgeving, dus ik vind het zelf echt terecht om daarop door te vragen. Ik vraag ernaar, omdat in de praktijk blijkt dat de overheid, de wetgever, misschien wel kan zeggen "ja, het maakt mij niet uit welke kleur of welk gender deze mensen hebben", maar dat een vooropgesteld idee over de samenstelling van "het gezin" hele grote gevolgen kan hebben. Stel dat wij een overheid zijn die het bijvoorbeeld opvallend vindt dat familieleden die weliswaar niet vader, moeder en kinderen zijn maar die wel familie zijn — ik noem maar even wat — samen een huishouden vormen. Stel dat we dat als overheid zo bijzonder vinden dat we bijvoorbeeld zeggen: o, dan moeten we eens even verder kijken als een van deze mensen hulp nodig heeft van de overheid. Het is dus belangrijk om met elkaar te definiëren wat we onder "gezin" verstaan.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik merk dat dit veel triggert bij mevrouw Simons. Ik snap dat ergens ook wel, maar tegelijkertijd zou ik andersom willen zeggen dat u de ChristenUnie ook heeft leren kennen als een familiepartij. Dat het kabinet gevallen is en dat we er met elkaar niet uit kwamen, zat ook op dit punt vast. Ik vind bijvoorbeeld dat kinderen bij hun ouders horen; ik laat kinderen niet ergens anders wachten. Als meneer Stoffer mij dan vraagt wat ik vind van het gezin in de Grondwet, denk ik aan artikel 8 van het EVRM over family life, waarin al zo veel is gedefinieerd over wat dat is. Dan kunnen we hier nu met elkaar een hele discussie van maken, alsof ik ergens links- of rechtsaf iets niet goed zou doen, maar we kunnen ook gewoon kijken naar de waarde van gemeenschappen die daar samen zijn, die al gedefinieerd zijn en die we al hebben onderschreven in onze internationale verdragen en waar onze Grondwet nog geen uiting aan geeft. Eerlijk gezegd sta ik hier dus rustig, maar ook in de overtuiging dat het best goed is om dit in de Grondwet te zetten. Daarom vond ik het wel leuk dat meneer Stoffer dat aan mij vroeg.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Simons.
Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Ik ga mevrouw Bikker nog een keer geruststellen. Ik vraag haar om geen aannames te doen over mijn intenties met deze vraag. We hebben al heel veel gedefinieerd, maar dat wil niet zeggen dat daarmee ook de juiste definities geformuleerd zijn en dat we daarmee ook voldoen aan het creëren van een veilige omgeving, niet alleen voor de kinderen die bijvoorbeeld bij een gezin betrokken zijn, maar ook voor de volwassenen die bij een gezin betrokken zijn. Nogmaals, ik vind de vragen over het verankeren van het fenomeen "gezin" in de Grondwet terecht. Ik begrijp echter uit het antwoord van mevrouw Bikker dat zij daar op dit moment niet al te grote uitspraken over wil doen. Ik vind het jammer dat zij zegt: ja, maar het gaat hier nu over de Miljoenennota. Dit zijn de Algemene Politieke Beschouwingen. Ik denk dat het, als het opkomt — ik heb het niet ingebracht; het kwam op — gerechtvaardigd is om daar verder naar te vragen. Mijn zorg is niet of de ChristenUnie dan wel mevrouw Bikker harteloos is, want zo heb ik mevrouw Bikker zeker niet leren kennen; integendeel, maar mijn zorg is wel dat we, als we dit soort onderwerpen, dit soort entiteiten, gaan verankeren in wetgeving, niet alleen oog moeten blijven houden voor datgene wat we al geformuleerd hebben, maar ook voor de realiteit van vandaag, waarin het gezin vaak, vaker dan wij met elkaar denken, ook vormen heeft die misschien nog niet beschreven staan. Daar moeten we ook oog voor blijven houden.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dank, ook voor de uitleg. Het was geenszins mijn bedoeling om het te parkeren omdat we het nu over de Miljoenennota hebben. Volgens mij heb ik er ook veel woorden aan gegeven, juist ook om recht te doen aan uw vraag. En ja, in mijn betoog heb ik het wel gehad over mijn zorgen over wat individualisme teweegbrengt. Ik heb het gehad over de mentale gezondheid van jongeren. Ik heb het gehad over eenzaamheid. Ik denk dat het er heel erg toe doet dat we plekken waar mensen verbonden samenleven, waarderen en dat we in ons beleid mogelijk maken dat families, gezinnen op een goede manier recht wordt gedaan. Als wij alleen maar individueel denken, heeft dat allerlei gevolgen. Dus ja, daar zult u de ChristenUnie altijd vinden en ik denk dat we het heel vaak eens zijn. Misschien dat ik daardoor iets te snel in uw woorden legde dat u daarin bepaalde identiteitsuitspraken wilde. Het is voor mij heel helder dat het belangrijk is om het recht op familieleven te koesteren en te waarborgen. Onze Grondwet is dan de plek waar je de stevigste fundamenten neerlegt en vandaar dat ik die steun.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Bikker. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Ouwehand, Partij voor de Dieren.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. We staan aan de vooravond van een grote verandering en dat brengt veel turbulentie met zich mee. Ik heb al eerder gememoreerd bij de Politieke Beschouwingen dat historicus Philipp Blom in 2020 zei dat we in een kanteltijd leven: het kan de ene of de andere kant op vallen. We zitten vast in een economisch model dat niet lang goed kan gaan; of het eindigt in een catastrofe met nieuwe pandemieën — we hadden toen corona — oorlogen, toegang tot hulpbronnen en noem maar op, of we gaan een andere kant op. Maar kantelen doet het. Dat staat vast.
Voorzitter. Ik wil daar twee dingen over zeggen. Het economisch model waar we in vastzitten, heeft niemand vooruitgeholpen, behalve de paar uitzonderingen die ervan profiteren. Ons economisch systeem is volledig gericht op verwoesting, uitputting en vernietiging van de basis van ons bestaan. Gewone mensen die voor hun kinderen willen zorgen, die willen dat hun kinderen goed onderwijs hebben, die hun kinderen te eten willen geven en die goed voor elkaar willen zorgen, leven in Nederland in armoede. Zo'n economisch systeem — waarin de verdienmodellen van grote bedrijven die het heel goed hebben, boven de belangen gaan van onze burgers en boven de belangen gaan van het beschermen van de basis van ons bestaan — kan niet standhouden. Er is goed nieuws, want je ziet aan al het verzet van burgers die protesteren tegen overheden die maar niet doen wat van de overheid verwacht mag worden dat de verandering aanstaande is.
Ik word even afgeleid door geklets, maar ik ga gewoon door. Het huidige economische systeem moet anders, alleen mensen missen wel de urgentie. Het gaat dan over het klimaat en de bestaanszekerheid. Het is goed dat het kabinet 2 miljard heeft uitgetrokken om de bestaande problemen niet nog erger te maken. We zouden ons diep moeten schamen voor het feit dat er in ons land 800.000 mensen in armoede leven. En er wordt nu niet 2 miljard euro uitgetrokken om dat probleem fundamenteel op te lossen, maar omdat het lapmiddel dat al bedacht was, extra toeslagen, afloopt. Het probleem blijft dus hetzelfde. Voor volgend jaar wordt er gelukkig 2 miljard euro uitgetrokken, maar fundamenteel verandert daar te weinig.
Voorzitter. Ik dank alle collega's die voorstellen doen en ik sluit mij daar graag bij aan. Ik heb er afgelopen week ietwat weinig tijd voor gehad om dat zelf voor te bereiden. Maar zelfs als de voorstellen om daar iets te repareren en meer te doen worden aangenomen, dan zijn we er nog niet. Ik wil het demissionair kabinet dus voorhouden dat dit wel de taak is van de overheid, of je nu demissionair bent of niet en van welke politieke kleur je ook bent. Het staat in artikel 20 van de Grondwet: bestaanszekerheid van de bevolking is de zorg van de overheid. Artikel 21 van de Grondwet luidt: het beschermen en verbeteren van het leefmilieu is de taak en de zorg van de overheid.
Voorzitter. We kunnen hier dus niet wegkomen met wat ik bijvoorbeeld proefde bij de VVD, en ook wel een beetje bij het CDA: tja, maatregelen, moeilijk, moeilijk, we moeten wel even kijken wat de effecten zijn. Moeilijk, moeilijk, zeggen zij, maar weet je wat moeilijk is? Dat je moet kiezen of je je kinderen een ontbijt geeft of een avondmaaltijd. We kunnen gewoon niet accepteren dat door die politieke puinhoop waarin we zitten niet wordt opgelost waar burgers recht op hebben. Er is 6 miljard nodig, zegt de Commissie sociaal minimum. Er is 2 miljard uitgetrokken. Dan zie je daar dus een enorm gat. En we moeten oppassen dat we ons hier in de plenaire zaal niet laten verlammen door vastgelopen maatregelen, doordat we vastzitten in toeslagen en door het feit dat de middeninkomens het ook moeilijk hebben. Ja, dank je de koekoek. We kunnen en we moeten voor alle mensen in Nederland zorgen dat ze met een normaal inkomen in hun basisbehoeften kunnen voorzien. Dus moeten we iets doen voor de allerarmsten, dus moeten we de armoede oplossen en dus moeten we zorgen dat middeninkomens niet door het ijs gaan zakken. Dat kan allemaal, als je keuzes durft te maken.
Het toeval wil dat er heel veel geld is. Ik heb het al over de fossiele subsidies gehad. Ik zei in een interruptiedebatje dat het om 37,5 miljard per jaar gaat, maar ik liep een beetje achter op de feiten. Het blijkt namelijk om 39,7 miljard tot 46,4 miljard te gaan. Dat is dus tien keer meer dan het kabinet aan het begin van zijn zittingsperiode aan de Kamer wist te melden. Je moet je het even voorstellen. Ieder jaar dat we dit niet hebben aangepakt, ging er meer dan 40 miljard aan fossiele subsidies — hoppakee — de schatkist uit, terwijl hier mensen in armoede leven en terwijl die fossiele subsidies olie op het vuur van de klimaatcrisis gooien. Dat is toch onbestaanbaar? Het was dus nog meer dan ik dacht. Ik moest denken aan het liedje "De wereld is lelijker dan ik dacht, en ik had al niet veel hoop".
Maar, voorzitter, het goede nieuws is dat verandering aanstaande is. Niet voor niks staan mensen op de A12 om te protesteren tegen het uitblijven van de keuzes die ze van hun overheid mogen verwachten. De mensenrechten staan op het spel. Als we niet zorgen voor een einde aan de klimaatcrisis is er geen bestaanszekerheid, voor niemand. Peter de Wit, die het stripje Sigmund in de Volkskrant tekent, had het van de week mooi weergeven. Een meisje leest de krant en leest dan hardop: "Doordat de industrie, de luchtvaart en de boeren gesubsidieerd hun rotzooi mogen blijven uitstoten, warmt de aarde steeds meer op, met als gevolg extreme hitte, bosbranden, droogten, noodweer, overstromingen en grote groepen mensen op de vlucht." Het meisje kijkt op en vraagt: "Hoe kan de politiek dan bestaanszekerheid garanderen?" Dat is het, mensen: bestaanszekerheid nu voor de mensen die onder het ijs zijn gezakt én bestaanszekerheid voor de mensen van morgen — sterker nog, voor de mensen van vandaag, die in gebieden op de wereld leven die de hardste klappen hebben gekregen van de klimaatverandering, die zij niet zelf hebben veroorzaakt.
Voorzitter. Dat is onze plicht. En het kan ook. We merken dat er een achterhoedegevecht is van mensen die de verandering niet zien zitten. De gevestigde belangen, die voelen dat verandering aanstaande is, komen natuurlijk in verzet, maar de tijd is wel echt voorbij dat wij hier in Den Haag onze oren laten hangen naar gevestigde belangen met verdienmodellen waar niemand verder mee komt. Kijk alleen al naar de landbouw. Ik vond het goed dat de heer Paternotte begon over de Tweede Wereldoorlog, want wij zien een parallel. "Nooit meer honger" was toen het adagium. Vlak na de oorlog was intensieve landbouw, zo veel mogelijk produceren op korte termijn, een goed idee. Maar wat lag eronder? Zorgen dat iedereen te eten heeft. Als dat nog steeds het doel is — ik mag hopen dat dat voor iedereen hier geldt — dan moet je radicaal die vastgelopen landbouw hervormen. De enigen die aan het huidige intensieve model verdienen en ervan profiteren, zijn namelijk de veevoerjongens, de gifjongens, de multinationals, de stallenbouwers, de banken en de supermarkten. En de boeren verliezen de basis om voedsel te produceren, want de bodem gaat achteruit, de waterkwaliteit is slecht en we verliezen onze ecosystemen, die we nodig hebben om goed en voldoende voedsel te kunnen produceren. Dit systeem is op alle mogelijke manieren al vele, vele jaren onhoudbaar. We staan nu dus voor hele radicale keuzes. We kunnen niet langer talmen. Dit kabinet, demissionair als het is, zal daar toch verder mee moeten.
We lazen een nieuwsbericht van de NOS over het feit dat er steeds meer megastallen zijn, terwijl het kabinet dat eigenlijk niet wil. Nou, hoe zou dat nou komen? Dat komt door een gebrek aan lef om te kiezen. Je moet mensen uit dit systeem helpen. Je moet boeren eerlijk durven te vertellen dat we in de toekomst alleen nog maar voedsel kunnen produceren als we radicaal afscheid nemen van het gebruiken van dieren in ons voedselsysteem.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik wou alleen een kleine correctie doen op de woorden van mevrouw Ouwehand over megastallen. De NOS heeft dat inderdaad gemeld, maar die heeft dat ook gecorrigeerd, omdat het bij het CBS over cijfers van dieraantallen gaat en niet over dieren in één stal. Die dieren kunnen ook op meerdere locaties gehouden worden. De dieraantallen per bedrijf kunnen omhooggaan, maar dat wil niet per se betekenen dat daar een megastal voor is gebouwd. Die correctie wou ik even toepassen. De NOS heeft dit volgens mij ook al gerectificeerd. Dan is dat bij dezen ook gedaan.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Toe maar. Ja, een rectificatie … We kunnen het ook gewoon hebben over schaalvergroting. Dit is precies de tragiek in de landbouw, omdat dit kabinet, ook met het stikstoffonds, 24 miljard van de belastingbetaler, nog steeds stuurt op zogenaamde innovatie. Dat deden trouwens alle voorgaande kabinetten ook. Dat is precies wat die tragiek oplevert. Dan gaan boeren investeren in een hightechstal. Dan moeten ze zelf geld meebrengen, maar er wordt ook een subsidie gegeven. En wat zegt de bank? "Harstikke goed, ik ga je wel wat lenen, maar dan moet je er wel meer dieren bij nemen." Dus ja, dan komt er een stal naast die bestaande stal: schaalvergroting. Dat betekent dat het aantal boeren opnieuw zal halveren als wij niet ingrijpen, terwijl het aantal dieren in de Nederlandse veehouderij belachelijk groot blijft.
Voorzitter. We kunnen ons niet veroorloven om nog langer te blijven hangen in "moeilijk, moeilijk" en "we kunnen de effecten niet overzien". We kunnen ons dat niet langer veroorloven voor mensen die niet rond kunnen komen. Die mogen nu rekenen op radicale maatregelen zodat we armoede uitbannen in Nederland. We kunnen dat ons ook niet langer veroorloven voor de aantasting van de basis van ons bestaan, de aantasting van de bestaanszekerheid van de toekomst. We kunnen niet wachten. Ik begrijp niet zo goed dat partijen hier doen alsof het allemaal heel moeilijk is, terwijl er al stapels analyses liggen over de effecten. Het is een kwestie van durven kiezen.
Als het gaat om de dieren, is het misschien ook wel een kwestie van durven kijken. Ik heb het al eerder gezegd, en ik merkte dat daar heel veel verbazing over was, maar in Nederland worden meer dan 500 miljoen dieren per jaar naar het slachthuis gevoerd. Gefokt, gebruikt en in korte tijd gedood. 30 miljoen dieren per jaar komen niet eens levend de stal uit. Je moet je dat even inbeelden en je proberen voor te stellen hoe dat is. Die dieren leven op hun eigen uitwerpselen. Ze zijn zo gefokt dat ze pijn hebben aan hun gewrichten, dat ze niet meer op hun benen kunnen staan en dat ze niet meer bij hun drinken en eten kunnen komen. Dieren hebben last van longontsteking en borstvliesontsteking. Ze krijgen geen medische zorg. Ze zitten in die stal, tot het moment dat ze zijn gestorven van ellende. Ze worden opgeraapt en in de vuilnisbak gegooid. Dan is er niemand die naar ze heeft omgekeken.
Dat is de realiteit en als je daarvan wegkijkt, durf je een discussie niet aan over de noodzaak om veel minder vlees en zuivel te eten, terwijl we het adagium van na de Tweede Wereldoorlog toch kennen: we willen met z'n allen voldoende voedsel voor iedereen. Dat gaat niet via dieren. De veehouderij is geen voedselproducent, maar een voedselverspiller. Ik vind het eigenlijk onbestaanbaar — het is 2023! — dat je nog steeds moet uitleggen dat het consumeren en produceren van vlees, zuivel en eieren altijd gepaard gaat met dierenleed en dat het dramatisch is voor de natuur. Het is dramatisch voor schoon water en schone lucht. Het levert een heel groot risico op voor een volgende pandemie. Het is toch onbestaanbaar dat je dat nog moet uitleggen? Maar ik doe het, in de hoop dat een meerderheid in deze zaal de moed gaat opbrengen om te kijken naar wat hier gebeurt en daaraan consequenties te verbinden.
Het goede nieuws is dat de omslag mogelijk is. Steeds meer mensen staan op. Steeds meer mensen zien dat in plaats van het beschermen van de belangen van grote vervuilende bedrijven het belang van een gezonde toekomst voor zichzelf, voor hun kinderen en voor mensen elders in de wereld, zwaarder moet wegen. Maar ze verwachten wel van ons hier dat wij ook die keuze maken. Dan heb ik het ook maar even over Chemours, dat al jarenlang wist dat uitstoot van pfas kankerverwekkend is. De commissie die daar onderzoek naar heeft gedaan, heeft gezegd: intrekken die vergunning, nu. De provincie, bij wie de bevoegdheid over de schutting is gegooid, loopt vast. Die kan niet optreden tegen Chemours. Ik kijk dus naar het demissionaire kabinet, dat gewoon de verantwoordelijkheid heeft om de gezondheid van onze burgers te beschermen, om nu op te treden. Chemours, Tata Steel, een asfaltbedrijf in Nijmegen, waarom accepteren we dat de gezondheid van onze burgers iedere dag grote risico's loopt en grote schade wordt toegebracht voor het verdienmodel van een paar bedrijven? Waarom? Daar moeten we nu op handelen, demissionair of niet. Durf te kiezen.
Durf die landbouw te hervormen. Durf de klimaatcrisis echt aan te pakken, niet door er een zak geld tegenaan te gooien, maar door ervoor te zorgen dat het rechtvaardig gebeurt en dat de vervuilers betalen. Veel mensen in Nederland vragen zich af of zij nou van alles moeten veranderen vanwege de klimaatcrisis, terwijl ze niet eens geld hebben om hun kinderen te eten te geven. Los dat op door het goed te doen, door te stoppen met het subsidiëren van bedrijven voor zogenaamde "vergroening". Waarom moet een kunstmestfabriek geld krijgen van de belastingbetaler voor windmolens? Dat is helemaal niet nodig. Waarom heeft Shell geld nodig om CO2 onder de Noordzee te stoppen? Als dat al moet gebeuren, dan kunnen ze dat gewoon zelf betalen. Het is cruciaal dat we in samenhang durven te kijken, omdat mensen in Nederland recht hebben op een rechtvaardige overheid die rechtvaardig de grote problemen met klimaat en biodiversiteit oplost. Dat geldt ook voor de boeren. Help ze omschakelen naar de enige landbouw die toekomst heeft. Het moet nu.
Voor iedereen die dit soort veranderingen spannend vindt, haal ik de Chinese filosoof Lao Tse nog even aan: wat voor een rups het einde is, is voor de rest van de wereld een vlinder. Het wordt mooier. Het wordt beter. We gaan een gezonde toekomst tegemoet. Maar dan moet je wel durven kiezen.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Ouwehand. Dan geef ik het woord aan de heer Baudet, Forum voor Democratie.
De heer Baudet (FVD):
Ik hoop dat het kabinet blijft zitten deze keer. Ik heb niets over de opleidingsinstituten van leden van het kabinet in mijn speech opgenomen.
Voorzitter. Iedereen die van een afstandje naar de toestand in ons land kijkt, ziet dat we langzaam afglijden. Het wordt steeds minder prettig in Nederland. De koopkracht holt achteruit. De etnische en culturele samenstelling van ons land is door dertien jaar VVD-regering extreem onder druk komen te staan. Klimaatbeleid is gebaseerd op volstrekt onwetenschappelijke claims over extreme opwarming, die helemaal niet plaatsvindt, en over CO2-besparing, wat helemaal niet nodig is en helemaal niet wenselijk is. Die claims hebben gezorgd voor duurzaamheidsbeleid dat helemaal niet duurzaam is en dat ons 1.000 miljard kost, dat energieprijzen onbetaalbaar maakt, boodschappen steeds duurder en bovendien ons land ontsiert met windturbines die 50.000 vogels per jaar het leven kosten en ook nog eens een keer tientallen miljoenen insecten. We zien stikstofbeleid dat eveneens op volstrekt belachelijke milieumodellen is gebaseerd. Ik heb dat uitgebreid bewezen in een boek dat over een paar weken verschijnt. Het hele stikstofbeleid, van a tot z, is één grote farce, één grote scam, maar het legt wel de hele woningbouw stil, waardoor er een enorme woningnood is ontstaan. Het drukt de boeren van hun land en dwingt onze bedrijven en luchthavens op de knieën.
De euro zorgt ondertussen voor inflatie en het verdampen van onze spaargelden en onze pensioenen. Een cultuur van zelfhaat brengt ons tot wanstaltige excuses voor ons glorieuze verleden en tot publieke kunst die het straatbeeld ontsiert en ons steeds minder thuis doet voelen in ons eigen land.
Voorzitter. Het is goed dat er op 22 november verkiezingen zijn, want Nederland moet kiezen voor een koerswijziging. We moeten een andere weg inslaan, want op deze manier gaat het gewoon echt niet goed. We raken ons land kwijt. We hebben niets meer te besteden. We worden door de mensen die ons besturen, uitgeleverd aan globalistische belangen zoals vertegenwoordigd door het World Economic Forum, BlackRock, de EU. Maar ook worden we overgeleverd aan ongehoorde aantallen immigranten waardoor we op termijn een minderheid worden in ons eigen land, aan big pharma en big finance, aan klimaatpausen en windmolenzwendelaars. En tot slot worden we overgeleverd aan het militair-industrieel complex dat over de hele wereld verschrikkelijke oorlogen ontketent en in stand houdt, met name in het Midden-Oosten en in de Kaukasus.
In het zicht van al dit ontij presenteren wij twaalf punten waarmee Nederland er weer bovenop kan komen. Ze zijn uiteraard onderdeel van een veel groter herstelplan, maar deze twaalf omvatten toch echt wel de kern, mevrouw de voorzitter.
Een. Nederland weer soeverein. We sturen aan op intelligente uittreding uit de Europese Unie zodat we weer baas worden in eigen land. In hetzelfde licht moet de betrokkenheid van Nederland bij andere internationale organisaties als het EVRM, het World Economic Forum, de Wereldgezondheidsorganisatie en de NAVO worden herzien. Een Nederlandse wet dient altijd boven internationale verdragen en afspraken te worden gesteld. Zolang onze betrokkenheid bij dergelijke organisaties voortduurt, eisen we volledige openheid en transparantie door het schrappen van de uitzonderingsgrond van artikel 5.1 van de Wet open overheid.
Twee. Democratische vernieuwing. Continu wordt er vlak voor de verkiezingen — we zien het vandaag ook weer — het ene beloofd en het andere beloofd. De VVD gaat nu echt iets doen aan de immigratie en het CDA zal de midden- en kleinbedrijven ontzien, enzovoort, enzovoort. En na de verkiezingen wordt het tegenovergestelde gedaan. De bevolking voelt zich steeds minder gehoord en daarom geven we, als het aan ons ligt, de macht eindelijk echt terug aan de bevolking door de invoering van bindende referenda naar Zwitsers model. Hierdoor kan de regering door de bevolking worden gecorrigeerd, worden de mensen in het land daadwerkelijk de baas over het beleid en bepalen de achterkamertjes van de karteloverleggen niet wat er gebeurt.
Drie. Vrijheid onvoorwaardelijk. Het is nog maar anderhalf jaar geleden, maar wat voelt het ver weg. Het is nog maar anderhalf jaar geleden dat het Nederlanders verboden werd om familie te bezoeken, om in de avond naar buiten te gaan en een restaurant te bezoeken, door een virusje. Dat mag nooit meer gebeuren. Onze vrijheid mag nooit meer op dergelijke wijze worden afgepakt. Daarom dienen wij een vrijheidswet in, die het voor toekomstige regeringen onmogelijk maakt om ooit nog lockdowns, vaccinatieplichten, toegangsbewijzen en andere mensonterende vrijheidsbeperkingen in te stellen. En we hebben ook een anticensuurwet in de maak, die de vrijheid van meningsuiting en het vrije debat ook op sociale media moet beschermen tegen de oprukkende censuur die van staatswege aan ons wordt opgelegd.
Vier. Behouden van cashgeld. Er komt wat ons betreft een wettelijk recht op cashbetalingen en een verplichting aan banken om banktegoeden van klanten kosteloos in cash uit te keren als zij die willen hebben. We stemmen nooit in met de invoering van CBDC en we bereiden een intelligente uittreding uit de euro voor.
Vijf. Kinderen beschermen. Kinderen worden op school steeds vaker in de war gebracht door docenten, tv-programma's en leerboeken over hun geslacht of hun geaardheid, terwijl zij bezig horen te zijn met het leren van taal en rekenen, buitenspelen enzovoort. Daar komt wat ons betreft een einde aan. Wij willen een verbod op transgenderpropaganda op scholen en in tv-programma's voor de jeugd. Ook wordt het wat ons betreft onmogelijk voor minderjarigen om geslachtsveranderingsoperaties te ondergaan of hormoontherapie te volgen en puberteitsremmers te nemen. Een onafhankelijke commissie moet voorts de politieke sturing in schoolboeken onderzoeken en zo veel mogelijk terugdringen. Zes. Immigratie echt aanpakken. De immigratie heeft een ontwrichtende werking op onze woningmarkt, de zorg, het onderwijs en de sociale cohesie. Daarom stellen we een naturalisatiestop in van ten minste tien jaar en schaffen we permanente verblijfsvergunningen af. Gewoon even helemaal stoppen. De overheid biedt steun aan immigranten om terug te keren naar hun land van herkomst. Dan krijgen we dus ook weer remigratie. We voeren een greencard in naar Amerikaans model, louter voor mensen die de Nederlandse economie en samenleving versterken. En we bieden politiek asiel aan Julian Assange en Edward Snowden.
Zeven. Vrede in Oekraïne. Wat Forum voor Democratie betreft, stoppen we de zinloze oorlogshitserij en de steun aan de Amerikaanse wapenindustrie in Oekraïne. We zijn als ik het vandaag zo hoor de enige partij die dat wil. We gaan om de tafel om een redelijke oplossing te vinden. Dat kan ontzettend makkelijk, want vanuit de andere kant van de strijdende partijen wordt continu gezegd: alleszins begrijpelijke doelen, daar kunnen we zo een staakt-het-vuren mee bouwen. Wat ons betreft wordt Nederland een mediator. Onze eeuwenlange traditie als neutraal land en als verbindende internationale speler indachtig, kan Nederland een voortrekkersrol spelen en vredesonderhandelingen starten tussen Rusland en de NAVO. Eventueel kan Oekraïne ook aanschuiven, maar Oekraïne is natuurlijk niet echt een strijdende partij in dezen. Het is een oorlog van de NAVO tegen Rusland en die moet stoppen.
Acht. Betaalbare energie. We stoppen met alle vormen van klimaatbeleid, stikstofbeleid en duurzaamheid. Om energie weer betaalbaar te maken, heropenen we de Nederlandse kolencentrales, maken we een herstart met de gasboringen in Groningen en investeren we in de bouw van twee nieuwe kerncentrales. De 1.000 miljard die we hiermee besparen, wordt teruggegeven aan de Nederlandse burger in de vorm van lastenverlichting.
Negen. De beste zorg ter wereld. We trekken meer geld uit voor verpleegkundigen en maken een einde aan de bureaucratische rompslomp in de zorg. De ouderenzorg krijgt weer de aandacht die ze verdient. En heel belangrijk: de jeugdzorg. Wij zijn de enige politieke partij die jeugdzorg op de agenda zet. De jeugdzorg moet fundamenteel worden herzien. We moeten heroverwegen of al die uithuisplaatsingen wel terecht waren. We moeten daar een extra commissie voor instellen. En we moeten de financiële prikkels stoppen die gemoeid zijn met die hele uithuisplaatsingsindustrie en jeugdzorgindustrie. En vergis je niet: daar gaan honderdduizenden kinderen in om.
Tien. Een deltaplan voor het onderwijs. Er moet bijscholing komen voor docenten gericht op verhoging van het algeheel onderwijspeil. We geven het beroepsonderwijs het aanzien dat het verdient door herinvoering van ambachtstitels. Niet iedereen hoeft naar de universiteit. Er moet een hogere compensatie komen voor de pechgeneratie, de mensen die tussen 2015 en 2023 studeerden en die de basisbeurs zijn misgelopen. Nederlands wordt weer de voertaal in het voortgezet en wetenschappelijk onderwijs.
De voorzitter:
Wacht u nog even met punt vier.
De heer Baudet (FVD):
Elf.
De voorzitter:
Elf. Een interruptie van de heer Paternotte.
De heer Paternotte (D66):
We horen weer een hoop bijzondere dingen, zoals "Oekraïne is geen strijdende partij". Wat ziet Baudet op basis van wat hij eerder heeft gezegd als een redelijke uitkomst van zo'n bemiddeling?
De heer Baudet (FVD):
Zonder vooruit te lopen op de onderhandelingen zelf, hè. De positie van Rusland in dit conflict is heel begrijpelijk. De NAVO heeft Rusland in een situatie gedwongen waarin het land eigenlijk niets anders meer kon. Rusland zegt steeds: de Krim Russisch, soevereiniteit of onafhankelijkheid voor de Oost-Oekraïense Russische republieken en ten derde militaire neutraliteit van Oekraïne, zodat het een bufferstaat is tussen de NAVO enerzijds en Rusland anderzijds. Die drie eisen van Rusland lijken mij alleszins begrijpelijk en redelijk, juist in het belang van de Oekraïense bevolking, die bij bosjes sterft op het hakblok van NAVO-imperialisme en Amerikaans imperialisme, laten we wel wezen. Maar dat zijn eisen waar we in mijn ogen in alle redelijkheid mee akkoord kunnen gaan. Ik zie daarin geen fundamentele bedreiging voor de Oekraïners. Integendeel, die krijgen dan vrede. Ik zie er ook geen fundamentele bedreiging in voor Europa. Het is volgens mij een heel redelijke uitweg. Maar goed, dat zal natuurlijk in detail moeten worden uitonderhandeld aan de onderhandelingstafel. Dat spreekt voor zich.
De heer Paternotte (D66):
Ik vraag me af waar Baudet dat nou allemaal vandaan haalt. Rusland is het oosten van Oekraïne binnengevallen, heeft de Krim bezet, heeft MH17 uit de lucht geschoten, is vervolgens een massale invasie begonnen, schiet duizenden raketten af op ziekenhuizen, scholen en appartementencomplexen en zorgt ervoor dat er tienduizenden Oekraïense burgerslachtoffers zijn gevallen.
De heer Baudet (FVD):
Ik ontken niet dat er een vreselijke oorlog gaande is. Sterker nog, ik heb hier sinds 2015 voor gewaarschuwd, toen ik een van de campagnevoerende mensen was in de referendumtijd over het associatieverdrag met Oekraïne. Overigens zei twee derde van de Nederlandse bevolking daarover dat het heel erg onverstandig was. Een van onze argumenten was: dit brengt ons op de rand van oorlog met Rusland. Dit brengt Oekraïne op de rand van NAVO-lidmaatschap, wat nu ook op alle mogelijke manieren wordt bevestigd. Wij waarschuwen hier dus al heel lang voor. Het is ongelofelijk stupide en vreselijk dat het Westen — zeg maar het Amerikaanse imperialisme — dit heeft veroorzaakt. Tegelijkertijd is de uitgestoken hand van Rusland, zoals ik het interpreteer, er nog steeds. Rusland wil deze oorlog helemaal niet. Rusland ziet Oekraïners als broedervolk en wil die mensen helemaal niet afslachten op het slagveld, zoals de heer Paternotte in herinnering brengt. Het is verschrikkelijk dat het gebeurt.
We moeten zo snel mogelijk toewerken naar een staakt-het-vuren. Dat kan ook heel makkelijk als het Westen die absurde eisen laat varen waarmee het Westen deze oorlog voert. Rusland gaat de Krim nooit teruggeven. Nooit. Je zal heel Rusland moeten vernietigen voordat dat oorlogsdoel is bereikt. Je bent dan bezig een totale wereldoorlog te ontketenen. Je moet voldoende realisme hebben om te begrijpen dat een land als Rusland zijn vitale belangen niet opoffert. Dat is hetzelfde als dat Rusland nu in Mexico een leger zou gaan opbouwen. In 2004 heeft Amerika de eerste staatsgreep gepleegd in Oekraïne en die is toen mislukt. De tweede staatsgreep hebben ze gepleegd in 2014. Als Rusland dat ook had gedaan in Mexico en had gezegd dat Mexico bij de Russische militaire alliantie zou komen, dat daar grote oefeningen gedaan zouden worden en dat er vliegdekschepen naartoe zouden gaan, dan zou iedereen hier in deze zaal, en überhaupt in het Westen, begrijpen dat dat heel erg onverstandig zou zijn en dat dat in ieder geval Mexico, maar waarschijnlijk ook Rusland zelf, op de rand van oorlog met Amerika zou brengen.
De voorzitter:
Dank. Dat was een lang antwoord.
De heer Baudet (FVD):
Precies dat heeft Amerika gedaan richting Rusland. Wij kiezen geen partij. Wij zeggen: jongens, stop dit zinloze bloedvergieten.
De voorzitter:
Nee, we gaan …
De heer Baudet (FVD):
Het is nog erger, meneer Paternotte. De representanten van de Amerikaanse deep states hebben gezegd: het is toch fantastisch, het kost ons maar 5% van onze militaire uitgaven. De Oekraïners sterven voor een oorlog tegen Rusland. Er hoeft geen Amerikaan voor dood; ze vechten onze oorlog.
De voorzitter:
Dank. Dat was een heel lang antwoord op een vraag.
De heer Baudet (FVD):
Het zit mij hoog. Ik vind die oorlog ook verschrikkelijk.
De heer Paternotte (D66):
Wat fijn dat de heer Baudet zegt dat de Russen de Oekraïners helemaal niet wíllen afslachten en dat ze dat alleen maar móéten doen. Maar ik vroeg waar hij zijn informatie vandaan haalt. Tot het voorbeeld van Mexico aan toe kan het Kremlin het bijna niet beter verwoorden dan hoe Baudet dat hier doet.
De heer Baudet (FVD):
Dat is natuurlijk weer typisch voor het niveau van het debat in dit land en vaak ook hier in de Tweede Kamer. Het gaat helemaal niet om de inhoud en het is propaganda. Maar dit vinden alle BRICS-landen ook. Dit is niet alleen maar de positie van Rusland. Dit is ook de positie van China. Het is ook de positie van India. Het is ook de positie van Latijns-Amerika. Het is ook de positie van Zuid-Afrika en van een heleboel andere Afrikaanse landen. Wat het Westen en met name de mensen ... Wacht even, ik zit nog in mijn interruptie, dus waarom zet u de tijd aan, mevrouw de voorzitter? Dat is heel raar, heel merkwaardig.
De voorzitter:
Ik ga het even corrigeren. Er is niks aan de hand.
De heer Baudet (FVD):
Krijg ik mijn tijd ook weer terug dan?
De voorzitter:
Nou, u heeft nog vier minuten.
De heer Baudet (FVD):
Waarom krijg ik mijn tijd niet terug?
De voorzitter:
Dat is toch gecorrigeerd?
De heer Baudet (FVD):
Nee, dat is niet gecorrigeerd.
De voorzitter:
Het wordt helemaal geregeld. Nee, we gaan ...
De heer Baudet (FVD):
Maar ik mocht antwoord geven. Ik geef antwoord en ik zie dat mijn tijd begint door te lopen.
De voorzitter:
U mag eerst even antwoord geven, meneer Baudet, en wij corrigeren de tijd. Geeft u dus eerst even kort antwoord, en dan gaat u weer verder.
De heer Baudet (FVD):
Dank u wel. Het valt mij zo op dat het sinds de oorlog in Vietnam iets van links is geweest om kritiek te hebben op Amerikaans imperialisme en op Amerikaanse regimechange-oorlog. Het zijn nu bij uitstek de linkse partijen en de representanten van de linkse stromingen in Nederland die vooroplopen met militarisme en wapentaal. Dat vind ik zo'n vreemde metamorfose. Dat is zo'n vreemde transformatie van de discussie. Waarom is het zo lastig om te zien dat deze oorlog is geprovoceerd, uitgelokt, dat Rusland in een situatie is gebracht waarin het niet anders meer kon en dat dit heel makkelijk tot een staakt-het-vuren te brengen is als we die absurde oorlogshitserij zouden staken?
De voorzitter:
Dat heeft u toegelicht. U vervolgt uw betoog. We tellen er twintig seconden bij.
De heer Baudet (FVD):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ik heb nog twee hele belangrijke punten en dan een afsluitend punt.
Elf. Nederland weer mobiel. De maximumsnelheid op snelwegen gaat omhoog naar 130 kilometer per uur en harder waar het kan. Dat noemen we "naar Duits model". We schaffen trajectcontroles helemaal af, omdat ze onverenigbaar zijn met de menselijke waardigheid. We verlagen de accijnzen op benzine en diesel, evenals de bijtelling en de bpm. Autobezitters betalen slechts één keer wegenbelasting, ook als ze meerdere voertuigen hebben. Je kan immers niet tegelijkertijd in twee auto's rijden. Geen milieuzones meer in steden. Brandstofauto's zijn altijd en overal welkom. We starten het aanlegtraject voor een nieuwe luchthaven in de Noordzee. Tot die tijd krijgt Schiphol alle ruimte om haar cruciale economische rol te blijven vervullen.
Twaalf. Lastenverlichting voor iedereen. We verlagen de lasten voor mkb en zzp en maken een eind aan de regelzucht van de overheid. De grens voor de hoge Vpb gaat wat ons betreft omhoog naar 1 miljoen euro. De zelfstandigenaftrek wordt verhoogd naar €15.000. Een radicale vereenvoudiging van het premie- en toeslagenstelsel. We stellen een belastingvrije voet in van €30.000 voor iedere werkende Nederlander en brengen de btw terug omlaag naar 6% en 19%, zodat werken altijd gaat lonen en de horeca, de detailhandel en de dienstensector weer kunnen aantrekken.
Al deze ideeën zijn echt mogelijk. Al deze plannen kunnen wij realiseren als Nederland een aantal vastliggende ideeën zou heroverwegen. De gedachte dat er een klimaatprobleem zou zijn. Dat CO2 een probleem zou zijn. Dat de fossiele brandstoffen, zoals ze genoemd worden, bijna op zouden zijn. Dat we per se een vazal van het Amerikaanse imperium zouden moeten zijn. Dat we een immigratieland zouden moeten zijn. Dat we in een Europese Unie zouden moeten zitten. Dat we big finance, big pharma en big tech de macht zouden moeten geven over onze levens en onze democratie. Als we dat soort vastliggende ideeën zouden loslaten, dan zouden er hele nieuwe velden worden ontsloten waarop wij beleid zouden kunnen maken. Dan zouden we toegang krijgen tot een adembenemende welvaart, omdat alles wat wij met z'n allen verdienen nu gaat naar de financiering van die massa-immigratie, de financiering van die klimaatindustrie en de financiering van Zuid-Europa, via de euro en via de EU. Door de obsessie met klimaat en duurzaamheid zijn we ook gestopt met de gasboringen in Groningen. Daar zit voor meer dan 500 miljard euro in de grond, terwijl je die Groningers perfect voor 10 of 20 miljard kan compenseren. Deze rekensom is een no-brainer. Nederland zou het Dubai van Europa kunnen worden, maar het gebeurt niet omdat iedereen hier vastzit in die tunnelvisie, in dat rantsoeneringsdenken, in dat "grenzen aan de groei"-denken dat nu al zo lang onze wereld beheerst.
Ik begon ermee en ik eindig ermee: gelukkig zijn er op 22 november verkiezingen. Wij hebben geloof in Nederland. We hebben hoop op verandering na 22 november. We voelen liefde. Geloof, hoop en liefde: deze drie, maar de meeste van deze is de liefde.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Baudet.
De heer Wilders (PVV):
Ik heb twee korte vragen aan de heer Baudet. Ik heb het volgende ergens gelezen. Ik hoop dat hij het kan ontkrachten. Is het waar dat u zou hebben gezegd dat het drama in New York, 9/11, een inside job is? Is het ook waar dat u zou hebben gezegd dat de maanlandingen nooit hebben plaatsgevonden?
De heer Baudet (FVD):
Ik heb gezegd dat ik het gevestigde verhaal over 9/11 niet geloof. Het bestaat niet dat het zo gegaan zou zijn zoals men zegt dat het gegaan is met die kapers en die vliegtuigen. Dat die vliegtuigen die gebouwen uit het niets hebben laten neerstorten, is extreem onwaarschijnlijk. Gebouw nummer 7 in Manhattan is uit het niets naar beneden gegaan op dezelfde dag als dat gebeurde. Daarvoor hebben ze een uur lang rondgecirkeld, en dan nog even vlak voor de impact: raampje naar beneden, paspoort eruit gegooid, raampje weer dicht en erin gevlogen. Het is een extreem onwaarschijnlijk verhaal. Tegelijkertijd heb ik altijd gezegd: ik weet niet hoe het dan wél is gegaan. Ik weet niet wat er wél bij het Pentagon is gebeurd, maar het is extreem onwaarschijnlijk dat er een vliegtuig in het Pentagon is gestort, omdat er nooit resten van een vliegtuig zijn gevonden. Het is extreem onaannemelijk allemaal. Het hele verhaal is extreem onaannemelijk. Dat een man in een grot met een nierdialyse dit allemaal even geregeld zou hebben en het zwaarst bewaakte luchtruim op aarde een uur lang heeft weten te kapen, is extreem onwaarschijnlijk. Ik geloof het niet, maar ik weet niet hoe het wél is gegaan.
De voorzitter:
U heeft het uitgelegd. Helder. Er was nog een vraag over een maanlanding.
De voorzitter:
Het was een vraag van de heer Wilders. Ik ben er zelf niet opgekomen, zeg ik maar. Wilt u daar nog op reageren?
De heer Baudet (FVD):
Voor de maanlanding geldt eigenlijk hetzelfde. Er zijn heel veel extreem, extreem merkwaardige dingen in dat hele verhaal, al is het maar dat wij daarna, als dat allemaal waar zou zijn, nooit meer daarheen zijn gegaan. Waarom niet, is gevraagd aan de baas van de NASA. Dat is omdat die technologie is vernietigd. Aha, interessant!
De voorzitter:
Oké, dank.
De heer Baudet (FVD):
Ik heb daar grote ...
De voorzitter:
Twijfels.
De heer Baudet (FVD):
... twijfels bij. Ik was er niet. Ik was op dat moment niet op de maan om te controleren of het wel of niet gebeurd is, meneer Wilders, maar ik vind het zeer onwaarschijnlijk. Het is een heel ...
De voorzitter:
De heer Wilders nog even.
De heer Wilders (PVV):
Volgens mij bent u al vrij ver op weg naar de maan, meneer Baudet.
De heer Wilders (PVV):
Ik zeg u, meneer Baudet: de maanlanding heeft plaatsgevonden. Helaas heeft 9/11 ook plaatsgevonden. Daar hebben heel veel mensen het leven gelaten. Ik heb er geen woorden voor, zo veel onzin die u nu praat.
De voorzitter:
Tot slot, meneer Baudet.
De heer Baudet (FVD):
Er zijn gebouwen neergestort op 9/11. Daar zijn mensen gestorven. Dat is vreselijk. Daar zijn we het helemaal over eens. Kort daarna is er een wet van 1.200 pagina's ingediend, de Patriot Act; die lag kennelijk al klaar. Op grond daarvan is Amerika de misdadige martelpraktijken gestart op Guantánamo Bay, in Abu Ghraib, is zeven landen binnengevallen en heeft daar nog miljoenen doden gemaakt. Ook dat is afschuwelijk geweest. Dat is een van de grootste vergissingen geweest in de buitenlandse politiek. Ik schaam me ervoor dat Nederland die oorlogen gesteund heeft.
De voorzitter:
Dank, meneer Baudet. Dan geef ik tot slot nog het woord aan mevrouw Van der Plas, BBB. Daarna gaan we schorsen voor het diner. Gaat uw gang.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Terug naar de realiteit, zou ik zeggen. Er wordt een jaarlijkse pleister ter waarde van 2 miljard euro geplakt om het aantal mensen in armoede niet te laten stijgen, terwijl we volgend jaar 4 miljard uitgeven aan asiel en migratie en terwijl er potten zijn van 28 miljard euro voor klimaat en 24 miljard voor stikstofreductie. Er is 28 miljard voor klimaatmaatregelen die Nederland ervoor laten zorgen dat de aarde 0,000036 graden minder opwarmt. Er is 24 miljard voor maatregelen waarmee onder andere boeren worden uitgekocht om stikstof te reduceren, terwijl uit onderzoek van onder andere de Universiteit van Amsterdam blijkt dat het grootste deel van de ammoniak in de lucht verdwijnt en dat het niet duidelijk is waar het neerslaat.
Tientallen miljarden worden uitgestrooid terwijl 1 miljoen Nederlanders in armoede leven, onder wie veel ouderen. Honderdduizenden mensen kunnen geen zorg krijgen. De wachtlijsten in de ggz worden niet opgelost. Buslijnen in de regio's worden geschrapt, als er al bussen rijden. Er is een enorm lerarentekort. En voorzieningen op het platteland en in de buitenwijken verdwijnen achter elkaar. Ik denk aan voorzieningen zoals de bieb. Gisteren hoorden we in de goednieuwsshow dat de bibliotheken weer teruggebracht worden in de dorpen en wijken. Fantastisch, echt, wat is het kabinet fantastisch bezig!
Voorzitter. Die bibliotheken hadden nooit mogen verdwijnen. Die bibliotheken en die buslijnen zijn verdwenen onder vier kabinetten-Rutte, omdat er niet werd geïnvesteerd in de regio's. En ook nu zien we in de Miljoenennota weinig over de regio's terug. Het woord "regio" wordt achttien keer genoemd in de 125 pagina's, waarvan drie keer als voetnoot, één keer om een afkorting te duiden, één keer onder het kopje "energie" en twee keer vervat in het woord "regionale". Het woord "regio" staat er dus eigenlijk maar een kleine tien keer in, en daar blijft het ook bij.
In het rapport Elke regio telt! wordt door drie adviesraden geconcludeerd dat niet elke regio profiteert van een doorsijpeleffect van de investeringen door de overheid, en dat dit soms leidt tot grote onwenselijke verschillen. Hierdoor ontstaan regionale, niet te rechtvaardigen, achterstanden. De adviesraden concluderen dat het Rijk niet de juiste keuzes maakt. De adviesraden adviseren het Rijk drie dingen. Eén. Herijk de reguliere beleids- en investeringslogica van het Rijk. Twee. Investeer in langjarige en substantiële programma's voor regionale ontwikkeling. Drie. Werk aan een vitale relatie tussen regio's en rijksoverheid.
Voorzitter. Mijn vraag is: waar zijn deze drie adviezen verwerkt in de nieuwe begrotingen van de rijksoverheid? Ik ga een voorbeeld noemen. In de regio Parkstad — het gaat dan om Heerlen, Kerkrade en omgeving — wordt al jaren keihard gewerkt aan het versterken van de regionale economie, vooral met een oog op de buurgemeente Aken. Incidenteel wordt deze regio ondersteund door het Rijk. Helaas staat de Parkstadregio vaak bovenaan op de verkeerde lijstjes, bijvoorbeeld als het gaat over veiligheid, armoede, woningwaarde, inkomen, gezondheid et cetera. Daarnaast zoekt deze regio verbinding met sectorale middelen vanuit het Rijk. Die pakken voor de regio Parkstad niet altijd goed uit. Daar geef ik ook een paar voorbeelden van.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap stelde een bedrag van ruim €560.000 beschikbaar aan scholen daar, om extra activiteiten voor leerlingen op te zetten of uit te breiden, en om schooldagen te verrijken. Dat is natuurlijk fantastisch, maar er zijn ook criteria. Er is namelijk een A-lijst en een B-lijst. Er is ruim 300 miljoen beschikbaar voor scholen op de A-lijst. Dat zijn scholen met relatief de 5% hoogste onderwijsachterstandscores in het basisonderwijs of voortgezet onderwijs, of scholen met relatief het hoogste aantal leerlingen met een niet-Nederlandse achtergrond in het speciaal basisonderwijs of speciaal voortgezet onderwijs. De B-lijst maakt het mogelijk dat zogenaamde voorlopers en doorgroeiers een aanvraag indienen. Door met name de criteria — ik heb het over slechts 5% van de hoogste schoolachterstandscores — vallen heel veel scholen in de regio Parkstad Limburg buiten de A-lijst. Dit is helaas een mooi voorbeeld van hoe de bestaande beleids- en investeringslogica van het Rijk uitpakt.
Een ander voorbeeld is de politiecapaciteit. Door een herverdeling binnen Limburg zijn Heerlen en de gemeenten in Parkstad zwaar geraakt. De formatie is in Heerlen bijvoorbeeld op papier teruggebracht van 186 naar 153 voltijdsarbeidsplaatsen. Maar vanwege zaken als leeftijd, ziekte et cetera, zijn er per saldo in die regio maar 88 agenten feitelijk inzetbaar. Dit heeft grote gevolgen voor de aanpak van criminaliteit en de inzetbaarheid van de politie. Zo goed en zo kwaad als mogelijk probeert de gemeente dit te compenseren met extra financiële inzet, bestuursrechtelijke maatregelen, een interventieteam en extra boa's. Echter, bij serieuze criminaliteit, zoals in de grensregio voorkomt, is het volstrekt onvoldoende.
Dan een derde voorbeeld van wat daar speelt. Deze voorbeelden kun je vinden in heel veel regio's. Het ziekenhuis Zuyderland doet momenteel onderzoek naar de toekomst, waarbij gekeken wordt naar de ziekenhuizen in Heerlen en Sittard-Geleen. Het ziekenhuis in Heerlen dreigt te worden afgewaardeerd tot een dagbehandelcentrum. De spoedeisende hulp, de intensive care, het geboortecentrum én het beddenhuis worden verplaatst naar de locatie in Sittard-Geleen. Na het vertrek van DSM, twee jaar geleden, van Heerlen naar Maastricht, heeft een vertrek van het ziekenhuis grote consequenties voor het vertrouwen dat inwoners in deze regio hebben in de overheid en de instituties.
Voorzitter. Regio Parkstad in Heerlen is één voorbeeld, maar tal van regio's kampen met hetzelfde. Als elke regio telt, waarom wordt er dan niets mee gedaan in Heerlen, Kerkrade, Zutphen, Winterswijk of andere regio's in Nederland? Regio's moeten op een langjarig partnerschap met de rijksoverheid kunnen vertrouwen. Maar in de Miljoenennota is er nog steeds geen aandacht voor de regio. Integendeel, de plannen in de regio zijn de laatste maanden zelfs afgeschaald. Waar blijft bijvoorbeeld de al door drie ministers beloofde rondweg N35 Mariënheem, of de aanpak van het knooppunt Azelo-Buren? Waar blijft de regio rondom Haarlemmermeer en Schiphol? Die regio ziet zich een in november 2022 door de overheid gemaakte deal voor de doortrekking van de Noord/Zuidlijn door de neus geboord worden.
Voorzitter. Dan de accijnsverhoging op de brandstof. Linkse partijen, die zich tegenwoordig ook heel graag "midden" willen noemen, denken dat ze mensen zo uit de auto krijgen om klimaatdoelen te halen. Dat is weer een bewijs dat die partijen in sprookjesland leven; hou hier mee op. Mensen hebben auto's nodig. Ondernemers hebben hun busjes nodig om te werken, en om geld te verdienen voor hun gezinnen. Via de btw doen ze dit ook voor de overheid. Mensen in de regio's hebben vaak geen openbaar vervoer zoals in de Randstad. Hou op met het pesten van de burgers en de ondernemers. Hou op met het pesten van ondernemers in de regio's die grenzen aan Duitsland en België, zoals pomphouders en winkeliers. Brandstoftoeristen gaan namelijk ook winkelen in Duitsland en België. Waarschijnlijk gaan ze daar ook nog even lunchen of naar de bouwmarkt. Wat kost dat onze maatschappij? Hoe eerlijk is dat tegenover de ondernemers? Waarom moeten wij altijd weer duurder zijn dan de ons omringende landen?
Voorzitter. In de Miljoenennota staat dat transitie van het landelijk gebied nodig is om in de toekomst een robuuste, duurzame en innovatieve landbouw te kunnen laten bestaan. Maar vertel dit eens aan de vissers, wier kotters noodgedwongen naar de sloop zijn gegaan. Vertel dit eens aan de "piekbelasters" die door de minister van LNV en de minister voor Natuur en Stikstof rechtstreeks naar de uitgang worden gedirigeerd. Vertel dit eens aan de PAS-melders, die de wet volgden, hun vergunning verloren, en ondanks alle beloftes al jaren nog steeds niet door kunnen. Onder leiding van dit kabinet — dat ging soms met tegensputteren, maar was altijd met de volle steun van VVD, CDA, ChristenUnie en D66 — zien duizenden boeren geen toekomst meer. En dat is op basis van beleid waarvoor elke onderbouwing ontbreekt: het zogenaamde depositiebeleid over stikstofneerslag op de Natura 2000-gebieden. Dit is beleid waarbij boeren worden weggezet als degenen die rechtstreeks, vaak kilometers verderop, verantwoordelijk zouden zijn voor het verdwijnen van een zeldzaam plantje of diertje. Het is voor BBB allang duidelijk dat de onderbouwing voor dit beleid aan alle kanten rammelt. Het is duidelijk dat metingen ontbreken en we beleid voeren op basis van theorieën en modellen. Inmiddels valt dat beleid als een kaartenhuis uit elkaar.
Vorige week bleek uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam dat piekbelasters helemaal niet bestaan. Het bestaat hooguit 200 à 300 meter van de boerderij, maar dat is vaak eigen grond. Afgelopen maandag kwam er weer een onderzoek naar buiten van TNO, RIVM en de Wageningen Universiteit. Dit onderzoek is gebaseerd op metingen uit 2014 en 2015; dat is ongelofelijk. TNO, RIVM en de Wageningen Universiteit wisten dus al die tijd al dat de neerslag van stikstof in Nederland fors overschat wordt. Ze wisten dat het model, dat DEPAC heet, niet goed werkt. Ik vraag de minister-president, die overigens op dit moment demissionair is: hoe kan dit? Hoe kunnen deze instituten zwijgen als ze weten dat het niet klopt? Is dit wetenschap op bestelling? Is dit het verzwijgen van onwelgevallige uitkomsten op bestelling? Wat is hier aan de hand? Graag een helder antwoord hierop van de demissionair minister-president. Het is tijd om als overheid te zeggen: "We zaten fout. We zaten fout als kabinet. Onze adviseurs zaten fout. Wij zagen het fout. De boeren zagen het goed." Stop met het huidige depositiebeleid. Stop per direct met wijzen naar niet-bestaande piekbelasters. Behandel de vliegtuigindustrie, de scheepvaart, het wegverkeer, huishoudens en ook de landbouw hetzelfde. Iedereen draagt bij aan stikstof in de lucht. En iedereen moet zijn bijdrage leveren aan het verminderen daarvan als dat nodig is.
Wat mij betreft betekent dit ook dat er per direct een generaal pardon voor de PAS-melders en interimmers komt. Daar is inmiddels wel wetenschappelijk basis voor. Wil de demissionair minister-president dit bevestigen en aangeven wat hij nu gaat doen?
Dan ga ik over naar de zorg. Mensen werken in de zorg, hebben zorg nodig of hebben een geliefde die zorg nodig heeft. Onze zorg heeft het zwaar. Van de gehandicaptenzorg, tot de ouderenzorg, tot de ziekenhuiszorg tot de jeugdzorg: overal is het op zijn best code rood en op zijn slechtst code zwart. Ik noemde daarnet al Heerlen, maar ook in Zutphen speelt ziekenhuisleed. Kijk naar Elin Lander, die zware aanvallen heeft van epilepsie. Om die reden — om díé reden — verhuisde het gezin een paar jaar geleden naar Zutphen. Zo zouden ze namelijk binnen tien minuten bij de huisartsenpost kunnen zijn. Maar uitgerekend in dat ziekenhuis wordt de spoedhulp tussen 21.00 en 8.00 uur afgeschaald. Het is het verhaal van de Achterhoek. Het is ook het verhaal van het St. Antonius Ziekenhuis in Woerden. Een spoedpost om de hoek is volgens demissionair minister Kuipers niet langer de norm. In een debat deze zomer over het sluiten van acutehulpposten kregen we te horen dat patiënten in een streekziekenhuis niet de juiste zorg krijgen, dus ze kunnen beter een halfuur langer onderweg zijn, zodat ze in een echt ziekenhuis, echte, professionele zorg kunnen krijgen.
Wat BBB betreft blijft de zorg in het streekziekenhuis in de buurt, daar waar die nodig is. De moeder van Elin zegt te hopen op een politieke aardverschuiving tijdens de komende verkiezingen. En die is hard nodig, want alleen dan kunnen we de zorg weer terugbrengen naar waar die hoort: dicht bij de mensen. Durf daarin te investeren, roep ik dit demissionaire kabinet op.
Minder kosten, minder geld. Al het beleid zoals het Integraal Zorgakkoord en het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen heeft als doel de vermindering van kosten en het indammen van geldstromen. Dit terwijl het doel natuurlijk altijd moet zijn goede zorg voor elke burger. Als we blijven denken met cijfertjes en bezuinigingen als doel, blijven we dezelfde fouten maken als de afgelopen tien jaar. Natuurlijk vindt BBB kosten ook belangrijk. Maar zorg gaat eerst over mensen. Zoals bij ons voorstel om tandartszorg weer onderdeel te maken van de basisverzekering, net als verruiming bij fysiotherapie. Goede mondzorg en meer fysio kosten maar 500 miljoen en als het maar 0,4% bespaart op de zorgkosten, dan kan dat al uit. Om nog niet te spreken over meer arbeidsdeelname, minder mantelzorg, minder ondervoeding, meer welzijn en meer onder de mensen durven te zijn, omdat je je niet hoeft te schamen voor je gebit.
Waarom zijn we zo blind voor de neveneffecten van die pogingen tot bezuinigen? Neem het sluiten van het verzorgingstehuis. Dat leidt tot sociale problematiek, tot verwaarlozing, tot hogere aantallen spoedopnames. Dus via de achterdeur komt de besparing keihard terug in de vorm van meer kosten. Laten we daar ook eens oog voor krijgen. In het Engels hebben ze daar een mooie uitdrukking voor: penny wise, pound foolish. Een dubbeltje besparen en straks een kwartje betalen. Verzorgingshuizen sluiten levert geld op, maar het kost nog meer. Ik noemde minimaal 700 miljoen per jaar aan onnodige ziekenhuisopnames voor ouderen. Daar komen de kosten voor de thuiszorg, extra ondersteuning bij eenzaamheid en het verbouwen van de woning en vele andere kosten nog bij. Deze meerkosten zien we niet terug in de CPB-berekeningen en dat is het grote probleem van het spreadsheetdenken en de protocollenterreur die onze politiek beheersen. Mensen houden op met hun boerenverstand gebruiken. Ieder weldenkend mens, iedere cliënt of medewerker in een verzorgingshuis, ziet meteen waarom het sluiten dom en duur was. En natuurlijk, het vraagt moed om die bezuinigingen terug te draaien, om je ongelijk toe te geven en om te investeren, ook als je dat niet meteen in het CPB-plaatje terugziet als plusjes bij de koopkracht.
Voorzitter. Ook onderwijs — dan sluit ik af — staat niet hoog op de campagnelijstjes, maar het maakt zo veel verschil. Hoe wij onze huidige generatie onderwijzen, is bepalend voor hoe ons land er over 50 jaar bij staat. Wij maken ons grote zorgen. Hoe groot is de kans dat over een halve eeuw veel Nederlanders niet kunnen lezen en schrijven of Nederlands kunnen spreken? Als de basisvaardigheden nog verder kelderen, is die kans groot. Hoe kunnen we onze onderwijzers vragen om nog meer taken op zich te nemen als fundamentele doelen van lezen, schrijven en rekenen al onhaalbaar worden? Scholen hebben een maatschappelijke opdracht, maar het houdt een keer op. BBB wil het volle gewicht — en dat is heel erg veel — leggen op de basisvaardigheden.
Voorzitter. De tijd is te kort om alles te noemen. Ik wil afsluiten. Mijn boodschap aan het kabinet en de partijen in deze Kamer is: durf te investeren, om ervoor te zorgen dat er op de langere termijn welvaart en welzijn is. Niet schrappen, maar lappen.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van der Plas. Er is een interruptie van mevrouw Bikker, ChristenUnie.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Dank aan mevrouw Van der Plas voor haar betoog, haar opkomen voor de regio. Op één punt miste ik daar wat. Dat kan het geval zijn door de spreektijd, dus ik dacht: laat ik haar daar eerst eens rustig op bevragen. Dat zit op zorgzame gemeenschappen. Ik lees daar veel over in het BBB-programma, ook veel waarvan ik denk: daar zouden we elkaar best kunnen vinden. Maar ten aanzien van volkshuisvesting keek ik toch wat verwonderd naar de paragraaf van BBB. We hebben net voor de zomer hier een wet gehad die ging over het toewijzen van woningen, juist ook in de regio, juist ook in het dorp waar je woont: dat als jij daar sociaal wil huren die woning aan jou toe kan worden gewezen, zodat je daar kan blijven wonen. BBB was daartegen. Dus ik dacht: laat ik eerst maar eens vragen hoe u dat precies ziet.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Daar zijn we toen dacht ik ook duidelijk over geweest. Wij willen geen voorkeursbeleid. Iedereen in een regio moet natuurlijk gewoon een woning kunnen krijgen. Ik snap het punt wel: de eigen verpleger en de eigen juffrouw. Dat klinkt allemaal mooi, maar je gaat ook mensen daarop uitsluiten. Je gaat ook mensen daarop uitsluiten. En al je in een gemeente wil dat je eigen bewoners daar kunnen blijven wonen, moet het inderdaad betaalbaar zijn. Dat snap ik. Friesland maakt zich bijvoorbeeld erg zorgen over de aanleg van de Lelylijn, dat heel Amsterdam zijn huis voor een miljoen verkoopt en daar een huis gaat kopen voor drie ton.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Over dat laatste kunnen we het nog wel een keer hebben, maar jongeren uit Staphorst willen heel graag in Staphorst wonen en dan helpt zo'n wet om die sociale huur ook aan hen toe te wijzen. Anders wordt het onbetaalbaar.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Nou … O, sorry. Ik dacht dat u klaar was.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Nee. Ik heb het antwoord nog niet gehoord. Ik hoor het zo graag. Hetzelfde geldt als ik kijk naar de middenhuur. Dit is 'm dan misschien niet. U bent voor meer vrijheid. Nou, dat mag. Het is een vrij land. Maar de middenhuur is juist de plek waar jongeren en starters wel een woning kunnen huren, als ze het kunnen betalen. BBB stelt voor: laten we maar even wachten met het reguleren van de middenhuur. Dat betekent dat als je de huur opgezegd krijgt, een verhuurder de volgende week honderden euro's meer kan vragen voor een bezemkast. Dat kan wel het gevolg zijn als je dit niet wil reguleren. Ik ben dus toch wel benieuwd hoe BBB dat prachtige verhaal over zorgzame gemeenschappen, waarin juist ook starters en jongeren in de regio kunnen wonen, nou rijmt met voorstellen waarvan ik denk: die zijn voor een pandjesbaas heel mooi, maar voor de regio net wat minder.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Mevrouw Bikker noemt Staphorst. Daar zullen best wel wat eigenaren zijn van wat panden, maar dat is natuurlijk niet te vergelijken met bijvoorbeeld Amsterdam of andere grote steden. Zeker, jongeren in Staphorst willen in hun buurt blijven wonen, maar dat heeft niet alleen met woonruimte te maken; dat heeft met voorzieningen te maken. Als er in Staphorst niks meer is en als ze niet eens normaal met het openbaar vervoer in bijvoorbeeld Zwolle kunnen komen, maar de hele tijd moeten reizen, dan gaan ze in Zwolle wonen. Dan gaan ze daar misschien in een bezemkast wonen. Mevrouw Bikker kan nee schudden, maar dat haakt allemaal in elkaar. Er is niet één ding dat daarvoor zorgt. In ons verkiezingsprogramma staat ook dat wij ervoor zijn om meer flexwoningen en kangoeroewoningen te bouwen. Staphorst is een uitstekend voorbeeld van een gemeente waar mensen toch vaak wat grotere tuinen hebben en misschien nog wat weilanden. Daar zijn ook veel boerderijen. Daar kunnen mensen juist blijven wonen. Dan kun je als ouder zeggen: ik zet een kangoeroewoning of een eigen huisje op ons eigen erf, en daar kan mijn zoon blijven wonen met zijn vrouw of zijn vriendin. Ik weet niet of dat laatste in Staphorst helemaal mag, maar u weet wat ik bedoel. Wij zijn er dus ook voor om op die manier meer woonruimte te creëren. Het feit dat er te weinig woningen zijn, waardoor mensen niet in hun eigen gebieden kunnen blijven wonen, komt doordat er ook niet slim wordt nagedacht over woningbouw.
De voorzitter:
Mevrouw Bikker, tot slot.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Mevrouw Van der Plas geeft een hele hoop tekst terug, maar het is geen antwoord op de vraag die ik stel. Ja, de ChristenUnie heeft vandaag voorgesteld om het regionale ov te versterken. Daar staan we voor. Maar ik leg hier heel concreet de volgende vraag neer. Wat doet BBB concreet voor de sociale huur, dus voor mensen met een kleine portemonnee die graag willen wonen in het dorp waar zij geworteld zijn? Als ik het programma lees, denk ik: hier heeft een pandjesbaas aan zitten schrijven. Als ik mevrouw Van der Plas hoor, denk ik: nou, ze wil er echt wel werk van maken. Maar vervolgens komt ze met allemaal oplossingen die je alleen kunt betalen met een dikke portemonnee. Want als je een huisje op het erf bij je ouders wilt, moeten je ouders daar wel het geld voor hebben. Daar heb je het voorbeeld alweer te pakken. Ik ken u eerlijk gezegd als een betrokken vrouw die juist wil staan voor die gemeenschappen. Mijn oproep zou zijn: kijk nog een keer goed naar deze paragraaf, want dit helpt de regio niet en dit helpt de jonge starter echt niet.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik denk dat dat wel meevalt. Wij willen voorkomen dat je alles in wet- en regelgeving gaat doen. We denken dat dat er bijvoorbeeld ook voor gaat zorgen dat investeerders niet meer willen of kunnen bouwen. Ik zag vandaag een kop in de krant waarin bouwers zeiden: we kunnen geen villa bouwen voor de prijs van een caravan. Dat zorgt er misschien ook voor dat investeerders zeggen: ik ga hier geen woningen bouwen; dit kan voor ons niet uit. Dat is de reden. Alles moet hier in wet- en regelgeving terechtkomen. Alles moet hier gereguleerd worden. En dat is niet nodig, met een beetje gezond verstand.
De heer Eerdmans (JA21):
Corrigeer me als het niet juist is, maar ik las van de week dat de fractie van BBB in Brabant vragen heeft gesteld over het organiseren van autoloze zondagen in Brabant.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ah, daar komt ie. Wat goed.
De heer Eerdmans (JA21):
Dat was om de onderlinge saamhorigheid te bevorderen en mensen bij elkaar te brengen, geloof ik. Is dit het standpunt van BBB? Is BBB voor autoloze zondagen?
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik had al gehoord dat deze zou komen. Ja, dat gaat al wel rond: "daar gaan ze een punt van maken". Dat is natuurlijk hartstikke leuke, platte retoriek. Is dat het standpunt van BBB? Laat ik één ding zeggen: de fracties staan los van de landelijke partij. Fracties kunnen in de provincie een voorstel doen waarvan ze zeggen: voor de provincie is dit misschien een goed voorstel. Dat bericht is helemaal uit z'n verband getrokken, alsof dé BBB voor autoloze zondagen à la 1973 zou zijn. Nee, het voorstel dat daar is gedaan, is om daarnaar te kijken voor de saamhorigheid in steden, wijken en dorpen. Daarbij gaat het om verschillende gemeenten. Het zou dus niet in alle gemeenten zijn, maar je zou de ene zondag een keer in de ene gemeente een autoloze zondag kunnen hebben, en de andere zondag in de andere. Dan zou je allerlei activiteiten kunnen gaan organiseren, zodat mensen bij elkaar komen en niet allemaal in de auto naar de bouwmarkt of de IKEA of waar dan ook naartoe gaan, maar gewoon samenkomen in het dorp of de stad. Het is juist bedoeld voor die saamhorigheid.
De heer Eerdmans (JA21):
Dat las ik voor. Dat is precies de bedoeling. Ik zie namelijk die vragen en denk dan: hoe zit dit dan met de landelijke BBB? Ik snap heel goed dat provincies best weleens wat kunnen bedenken waarover landelijk anders wordt gedacht, maar mijn vraag is dus: in hoeverre steunt de BBB van mevrouw Van der Plas dit? Ik ben dan wel benieuwd naar het volgende. Dit is leuk, maar mensen moeten wel een alternatief hebben als ze niet met de auto kunnen. Ook al is het heel gezellig en gaan we met elkaar leuke dingen doen, er moet wel naartoe gegaan kunnen worden. Mensen moeten wel naar die bouwmarkt kunnen gaan. Mevrouw Van der Plas, vindt u het eigenlijk niet een klein beetje betuttelend om dat nu af te dwingen, zo van: we vinden het gezellig en we gaan het organiseren? De mensen moeten het ook kunnen en willen.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Zeker. Iemand die naar zijn zieke moeder moet en geen tijd heeft om lekker te megaganzenborden op het plaatselijke dorpsplein, moet daar natuurlijk met de auto naartoe kunnen. Het is ook helemaal geen dwingende maatregel. Het is een voorstel. Het is een soort vraag om te bekijken of dat kan bijdragen aan de saamhorigheid in wijken, steden en dorpen. Het is een beetje neergezet alsof wij landelijk verplichte autoloze zondagen willen hebben om de klimaatdoelen te halen. Dat heeft u niet gezegd, meneer Eerdmans, zeg ik via de voorzitter, maar die verhalen krijgen wij ook al. Ik ben voor dingen organiseren. Dat zit ook in ons noaberschapsverhaal. Ik ben ervoor dat mensen gewoon weer tot elkaar komen, en dat ze elkaar weer kunnen zien en kunnen spreken. Dan zou het best mooi zijn als je bijvoorbeeld voor een binnenstad of voor een dorpsplein en daaromheen zegt: daar gaan we geen auto's toelaten. Dat is op zich helemaal geen slecht idee.
De voorzitter:
Tot slot, de heer Eerdmans.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Maar ik wil nog even toevoegen dat het natuurlijk altijd aan een gemeente of een provincie zelf is. We leggen geen wettelijke maatregel op.
De voorzitter:
Helder. Tot slot, de heer Eerdmans.
De heer Eerdmans (JA21):
We constateren dat de heer Baudet onderweg naar de maan is en we zijn in dit geval blij dat de heer Joop den Uyl niet terug op aarde is, want het gaat dus inderdaad niet om een autoloze zondag om het klimaat te redden. Dat laatste hadden wij ook wel in de gaten, maar het leek toch een beetje een aanleiding om mensen te dwingen om vervoersalternatieven te zoeken. Die zijn er soms helemaal niet. Dat zagen we ook in het debatje hiervoor, tussen u en mevrouw Bikker. Dank voor het antwoord. Ik denk de vraag van de BBB-fractie in Brabant iets genuanceerd kan worden.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Zeker. Het is geen 1973. Het is 2023, gelukkig.
Dank u wel en dank dat ik nog voor de dinerpauze mocht spreken.
De voorzitter:
Het betekent wel dat we nu misschien een beetje extra trek hebben. Ik stel voor dat we schorsen tot 20.55 uur. We starten dan met de heer Stoffer. We starten dus écht om 20.55 uur.
De voorzitter:
Aan de orde zijn de Algemene Politieke Beschouwingen. Ik wil aan de leden vragen om hun plaats weer in te nemen. Dat geldt ook voor de bewindspersonen. Dan kunnen we snel weer van start gaan. Ik geef het woord aan de heer Stoffer, SGP. Graag alle aandacht voor de heer Stoffer. Na de lunch of na het diner is altijd een moeilijk moment. Niet voor mij overigens. Het druppelt nog een beetje binnen. We gaan van start. Het woord is aan de heer Stoffer, SGP.
De heer Stoffer (SGP):
Voorzitter. Het begon ruim 100 jaar geleden. Gerrit Jan Stoffer was postbode van Elspeet. Omdat hij veel op weg was, was hij een van de eersten die een fiets aanschaften. Zijn oudste zoon Aart was een handige jongen en zorgde ervoor dat die fiets werd onderhouden en werd gerepareerd als dat nodig was. Zo werd de basis gelegd voor fietsenmakerij Stoffer. In de jaren dertig van de vorige eeuw trouwde zoon Aart met Aleida. Omdat zij wat klein van stuk was, werd zij door iedereen Daatje genoemd. Aart en Daatje kochten een stuk grond aan de Vierhouterweg en daarop bouwden ze hun huis met inpandige werkplaats. De zaak floreerde. De slaapkamer beneden, naast de werkplaats, werd omgetoverd in een winkel, waar glimmende fietsen werden verkocht of werden verhuurd aan toeristen en kunstenaars die het schoon van de Veluwe hadden ontdekt. Al snel kwam er, na de tweewielers, ook een vierwieler. Taxibedrijf Stoffer was een feit. Een garage en een benzinepomp waren natuurlijk ook logische vervolgstappen. Het vakmanschap van Aart en misschien nog wel meer het zakelijk inzicht van Daatje zorgden voor de groei van het bedrijf. Toen ze wat ouder werden, namen twee van hun zoons de garage en de fietsenzaak over, maar tot ze niet meer konden, bleven Aart en Daatje, die naast het bedrijf bleven wonen, hun jongens bijstaan. Zo'n twintig jaar geleden zijn ze overleden in hun eigen huis aan de Vierhouterweg. Aart en Daatje waren mijn opa en oma. Op de social media is vanaf nu een foto te zien van Aart en Daatje in hun werkplaats. Ja, ook ik heb zo'n vijftien jaar lang op zaterdag en in vakanties mijn bijdrage mogen leveren aan het bedrijf: reparatie, verkoop, fietsenverhuur en de benzinepomp waren mijn domein. Dat heeft me gevormd. Ik leerde sleutelen, zag van binnenuit hoe een mkb-bedrijf werkt en hoe goed het is om klaar te staan voor elkaar. Ik leerde in de winkel en aan de pomp omgaan met allerlei soorten mensen.
Mijn bijdrage begint in mijn dorp Elspeet, maar ik denk dat eigenlijk iedereen hier wel zo'n soort verhaal zou kunnen vertellen over hoe het ging en hoe het vroeger was, wat we daarvan hebben geleerd en hoe we die lessen ook in de praktijk brengen. De vragen waar veel mensen van nu mee worstelen, zijn: hoe gaat het en hoe gaat het worden? Ik denk dat dat ook onze vragen moeten zijn bij iedere wet, bij iedere maatregel, bij ieder voorstel en bij ieder plan die hier in deze Kamer langskomen, want wij zijn de vertegenwoordigers van het Nederlandse volk.
Die werkplaats van mijn opa is helaas niet meer in bedrijf, maar een aantal mensen die er kwamen of hun kinderen kom ik nog vrijwel dagelijks tegen in de supermarkt, op de straat of zondags in de kerk. Ik wil een paar van die mensen langslopen. Om te beginnen de schoolmeester van de basisschool in Elspeet. Bijna 40 jaar leert hij zijn leerlingen rekenen en schrijven, vertelt hij het verhaal van onze geschiedenis en ook de wereldgeschiedenis en laat hij zien hoe mooi de planten- en dierenwereld is die God geschapen heeft. Maar hij maakt zich wel zorgen of zijn jongere collega's dat op diezelfde manier kunnen blijven doen, nu christelijke scholen steeds meer in een seculiere mal worden geperst. Die vrijheid staat onder druk.
En dan de eenverdiener. In mijn jeugd hadden we nog kostwinners; nu noemen we ze "eenverdieners". Ze zijn er nog volop, in iedere achterban en in iedere partij. Het blijft voor hen onverteerbaar dat zij zwaarder door de fiscus worden aangeslagen dan tweeverdieners. Uit de begrotingsstukken blijkt dat deze kloof opnieuw groter wordt. Zij ervaren dat als oneerlijk. Dat is het ook gewoon. Sommigen worden onvrijwillig tweeverdieners, maar hun keuzevrijheid staat onder grote druk.
Dan de boer. Veel boeren zijn er niet meer, maar de boeren die er nog zijn, zitten door maatregelen uit Den Haag en Brussel al jaren in grote onzekerheid. De meesten willen echt wel vooruit, maar wat hebben we hun te bieden om te blijven zorgen voor ons dagelijks brood? Datzelfde geldt voor de visserman, al moet ik zeggen dat die op de Veluwe wat minder dik gezaaid zijn. Ik werd onlangs nog gebeld door mevrouw Ria Schouten. Ik noem haar voornaam erbij, anders denkt de minister dat zij het was, maar wij hebben elkaar de laatste weken niet gebeld. Mevrouw Ria Schouten is getrouwd met een kalvermester en schapenboer. Zij vertelde dat ze heel slecht slaapt, want geregeld worden er schapen en pony's doodgebeten door rondstruinende wolven. Dat kan en dat moet gewoon anders.
Dan de jonge stelletjes. Ik had ook heel vaak jonge stelletjes aan de benzinepomp. Nu kom ik ze ook dikwijls tegen, en ze willen gaan trouwen. Een dak boven hun hoofd zit er niet in, want dat is onbetaalbaar. Ondertussen zien ze wel dat statushouders met voorrang in de schaarse huurwoningen trekken. Chris, zeggen ze dan, wij begrijpen best dat er ruimte moet zijn voor vluchtelingen, maar begrijp je dat wij soms het gevoel hebben dat we achtergesteld worden? Nou, ik begrijp dat.
Dan de militair. Van oudsher herbergt de Veluwe militaire oefenterreinen. Door wat er in Oekraïne gebeurt, is er gelukkig weer aandacht voor een adequate Defensie. Een majoor die laatst langskwam, ziet de toekomst iets rooskleuriger in. Hij bedankte mij voor de initiatiefwet die ik samen met CDA, VVD en Volt heb ingediend. Hij zei: denk je dat Timmermans die initiatiefwet ook gaat steunen? Ik heb iets gehoord, maar ik geleid deze vraag graag door aan de heer Klaver en mevrouw Kuiken.
Dan de politieman. Agenten kom ik in Elspeet nog maar zelden tegen. De prioriteit ligt daar niet. Wellicht komt dat door de brave burgers, maar het is niet voor de lol dat een eigen dorpswacht nu de gaten opvult. Dat is op zich natuurlijk een mooi initiatief, maar meer politiemannen en -vrouwen zijn hard nodig en dat is echt niet alleen in mijn dorp Elspeet.
Voorzitter. Dan de ondernemer. Ondernemers zijn mannen en vrouwen die hard werken en hun energie en denkkracht omzetten in werk en inkomen. Ze kunnen maar niet begrijpen dat er nog altijd niets gedaan wordt aan die papierwinkel waar ze hun kostbare tijd in moeten steken en aan de stapels onwerkbare regels en regeltjes. Het wil er bij werknemers ook niet in dat er van je inspanning minder overblijft en meer naar de Staat vloeit als je extra werkt om wat bij te verdienen. Ik zou zo nog een poosje kunnen doorgaan, maar daar heb ik de tijd niet voor. Ik zou daarom de volgende vraag bij de minister-president neer willen leggen: herkent u de zorgen van die leraar, die eenverdiener, die boer, het jonge stelletje, die militair of die agent, die ik zojuist langsliep? Wat wil het kabinet daaraan doen? Ik weet natuurlijk dat u als demissionair premier beperkt bent in wat nog kan. Maar het kan zomaar zijn dat u nog maanden, misschien wel een jaar aan de knoppen kunt draaien. Wat zou u, voor u de politieke arena verlaat, nog willen realiseren?
Over de kabinetsformatie gesproken: de vorige was een dieptepunt. Dat kunnen we wel stellen. Een van de hoofdconclusies in het evaluatierapport is dat de verkenner die de aftrap van de formatie verricht iemand moet zijn op afstand van het politieke slagveld naar de verkiezingen. Mijn voorstel is daarom om de formatie weer te starten met diegene die al van kind af aan geleerd heeft boven de partijen te staan: ons staatshoofd, de koning. Als hij, net zoals zijn moeder deed, eerst de adviezen inwint van de fractievoorzitters en op basis daarvan een verkenner aanwijst, dan winnen we tijd en voorkomen we afspraken tussen partijen in achterkamertjes. Ik overweeg daarover in tweede termijn een motie in te dienen.
Voorzitter. Er is veel wantrouwen in dit land. Ik denk dan aan de slachtoffers van de toeslagenaffaire, aan de inwoners van Groningen en aan de boeren en de vissers wier bestaan bedreigd wordt. Maar ik denk ook aan de ouderen, zieken en gezinnen waar stille armoede geleden wordt, omdat ze iedere maand geld tekortkomen voor de meest basale dingen als wonen, eten, energie en kleding.
Voorzitter. Ik noem ook migratie. Laten we eerlijk zijn: dat gaat gewoon niet goed. Het kabinet is er zelfs over gestruikeld. Het staat voor de SGP buiten kijf dat we barmhartig dienen te zijn voor mensen die vervolgd worden vanwege hun levensovertuiging of geloof, maar er zijn wel grenzen. Ik ken mensen die asielzoekers in hun huis opvangen, maar als dat huis vol is dan houdt het gewoon op. Dat is wat er nu speelt. Er is te weinig capaciteit bij de IND, te weinig opvang en er zijn te weinig woningen. Door het ontbreken van de moed om de toestroom echt in te dammen en betere opvang voor vluchtelingen dichtbij hun oorspronkelijke huis te realiseren, moeten we constateren dat het steeds erger wordt.
Voorzitter. Ik wil nog even terug naar de werkplaats van mijn opa. Ik heb nog twee onderdelen. Die werkplaats van mijn opa was zes dagen per week open, van maandagochtend vroeg tot zaterdagavond laat. Maar op zondag heerste er rust. Dan waren wij, zogezegd, in de werkplaats van een Ander, met een hoofdletter. Dan stroomde de oude, grote, hervormde dorpskerk iedere zondag twee keer vol. Ook in die kerk werd iets aangeboden. Daar werd genodigd tot het heil, zoals wij dat zeggen in Elspeet. Ik wil de tekst die mij vaak getroffen heeft, maar even voorlezen. Die komt uit Jesaja 55: "O alle gij dorstigen komt tot de wateren, en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk!".
En als mensen dan dachten "hoe moet dat toch, en hoe kan dat dan toch?", dan kregen zij ook een hart onder de riem gestoken, uit Lucas 4, want daarin zegt Jezus zelf over God de Vader: "Hij heeft Mij, zijn zoon, gezonden, om den armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen, die gebroken zijn van hart." Dat heeft mij altijd veel troost gegeven, en dat doet het nog steeds.
Voorzitter. In die kerk werd ook gezongen, bijvoorbeeld uit psalm 139, waarin het gaat over het leven van mensen, dat al begint in de moederschoot. Dat is wonderbaarlijk gemaakt, zoals dat in die psalm staat, als een borduursel. Het raakt mij dat het ongeboren leven nog nooit zo weinig bescherming genoot als nu. En ik hoop vurig dat er een eind komt aan de abortuspraktijk in Nederland. Wie abortus zelfs tot een mensenrecht wil verheffen, miskent het niet te loochenen feit dat ook een ongeboren kind een levend mensenkind is.
Voorzitter. Nog een laatste ding over die werkplaats van mijn opa. Dat was eigenlijk ook al een kringloopwinkel voordat die bestonden. Er stond een oude werkbank van hout — u kunt dat zien op die foto op mijn socials — en daarnaast hingen weet-ik-hoeveel oude koplampen en fietsbellen. Op de bank stonden dozen vol oude schroefjes, moertjes en ventielen. Ik had af en toe gewoon bijna geen ruimte om daar nog op te werken. Maar mijn opa recyclede al voordat dat zo genoemd werd. Dat deed hij niet omdat de overheid hem daartoe dwong, maar vanuit zichzelf. Materiaal had gewoon waarde. En alleen zo kon hij, de vakman, samen met mijn oma, de zakenvrouw, een zaak overdragen aan twee van zijn kinderen, die ook weer nieuwe dingen konden oppakken. Van die mentaliteit moeten wij het hebben in ons land, ook en juist nu.
Ik weet zeker dat wij, kabinet en Kamer samen, in de voorbije jaren hebben geprobeerd om die problemen op te lossen. Aan goede wil ontbrak het niet, maar het feit is dat onze wil stukliep op de weerbarstige werkelijkheid. De realiteit is niet, of maar in zeer beperkte mate, maakbaar. Ik denk dat de vertrouwenscrisis van nu daar alles mee te maken heeft. Het ligt in onze menselijke aard om ons leven naar onze hand te zetten. Ook de overheid wil dat. Gevolg was en is een steeds meer verstikkende overheidsbemoeienis en steeds meer knellende regels. Zo moest de Staat zich wel vertillen en ontstond er ook kortsluiting tussen kiezers en gekozenen. De optelsom van onrealistische verwachtingen en goedkope beloftes is teleurstelling die zich vertaalt in slopend wantrouwen.
Tegen de tijdsgeest in gaat de SGP de verkiezingen in met het motto: woord houden. Dat motto zegt iets over de omgang van mensen met elkaar. Woord houden als man en vrouw, in het gezin, op straat, in het verkeer en in de samenleving. En ja, dat geldt ook voor de politieke omgangsvormen, want het maakt een groot verschil of je de ander benadert vanuit wantrouwen of vanuit welwillendheid. Wees eerlijk, dus doe geen onmogelijke beloftes, want anders wordt het woordbreuk.
Voorzitter. Afgelopen zomer waren wij als gezin in Israël. Dat was een lang gekoesterde wens. We hebben daar drie heerlijke weken gehad. Wij bezochten daar heel veel Bijbelse plaatsen. Telkens na die bezoeken las ik daar iets over in de Bijbel. Zo las ik na een bezoek aan de Hizkiatunnel bij Jeruzalem over de geschiedenis van Hizkia en andere koningen van Israël, en ook over koningen van Juda. Het viel me op dat wanneer de koning God diende, het met het Joodse volk goed ging en ook andersom. Het is mijn vaste overtuiging dat datzelfde ook geldt voor Nederland. Alleen een terugkeer naar God en Zijn woord, kan ons vooruithelpen. Natuurlijk zijn dan niet alle praktische en politieke problemen direct opgelost, maar in de Bijbel lees ik dat als een volk zich wendt naar God en in Zijn wegen wandelt, er hoop gloort.
Tot slot, voorzitter. Weet u wie er ook geregeld in die werkplaats van mijn opa kwam? Dat was Bas van der Vlies, de voorganger van mijn voorganger. Voor enkele jaren was hij iedere zomer vaste klant in Elspeet, waar hij logeerde bij zijn moeder en familie. Hij is nu op een plaats waar hij het veel beter heeft. Twee weken geleden werd ik de opvolger van zijn opvolger, Kees van der Staaij. Ik hoop de kracht en de tijd te krijgen om mijn ambt in te vullen in lijn met hun tomeloze inzet en weldadige wijsheid.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Stoffer.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Met zo'n begin heeft de heer Stoffer volgens mij al een beetje de schoenen van de heer Van der Staaij, die gelukkig nog in ons midden is, gevuld. Complimenten daarvoor. In het begin van het betoog van de heer Stoffer had hij het over het versterken van Defensie. Ik denk dat juist op de Veluwe ook gezien is wat het verschil is als Defensie zich terugtrekt. Dat geldt trouwens ook voor de dorpen. Maar wat is het belangrijk dat we investeren in vrede en veiligheid. Ik begrijp heel goed dat u zegt: ik wil naar die 2%-norm toe. Ik herhaal het maar even voor PvdA/GroenLinks, omdat de vraag tenslotte ook aan Frans Timmermans was gesteld: wat zou je daarmee doen?
Zoals ik de SGP ken, mag het budget voor vrede en veiligheid nooit ten koste gaan van de zorg van de naasten. Ik zou het daarom heel mooi vinden als we ook daarbij woord houden en juist ook richting de allerarmsten zeggen: ja, in ons rijke land is 0,7% van onze begroting voor jullie. Kan ik daarbij op de steun van de SGP rekenen?
De heer Stoffer (SGP):
Een mooie vraag. Dat terugtrekken van de militairen op de Veluwe heb ik wel jammer gevonden, want als jongetje liep ik altijd op die hei waar u fietste en dan zochten wij kogels en zo. Ik vind het nog steeds een beetje spijtig dat het nu weg is. Aan de andere kant: die hei is er mooier van geworden, want die wordt niet meer kapotgereden door tanks. Maar ja, ik wil die tanks terug, dus … Maar goed, terugkomend op uw vraag: ja, ik denk dat dat iets is wat onze partijen bindt. Wij zien beiden graag dat Defensie volop wordt ondersteund, zeker in deze moeilijke tijden. Mijn vraag terug zou zijn: steunt u dan ook de wettelijke 2% die wij voorstellen? U bent nog niet aangesloten bij het wetsvoorstel dat voorligt, maar ik nodig u natuurlijk van harte uit. En andersom: laten we ook samen strijden voor die 0,7% voor de behoeftige medemens elders. Ik zeg erbij: om twee redenen. De eerste is barmhartigheid. Twee. Ik heb het vandaag een keer langs horen komen: als wij er niet voor zorgen dat de omstandigheden van mensen elders goed zijn ... Ik zou het wel weten; dan zou ik ook deze kant op willen. Al vind je het nog niets vanuit barmhartigheid, dan is het gewoon zakelijk heel goed om het te doen. Maar voor ons komt het vanuit die eerste reden.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dank u wel. Dank dat u juist aanhaakt op vrede en veiligheid. Volgens mij kunnen die alleen tot stand komen als wij zorgen voor de allerarmsten. Ik zou het heel mooi vinden als deze regel erbij geschreven wordt in de initiatiefwet. Dan doe ik graag mee.
De heer Stoffer (SGP):
Op dat laatste wil ik even reageren. We kunnen niet van alles vermengen in die wetten. Ik zou zeggen: laten we het een wettelijk vastleggen en het ander gewoon met elkaar doen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Stoffer. Dan geef ik het woord aan de heer Van Baarle van DENK.
De heer Van Baarle (DENK):
Voordat ik begin, moet mij iets van het hart. Laat ik teruggaan naar het begin van het debat. Er viel mij iets op. Je kunt in dit land blijkbaar Nederlanders met een migratieachtergrond wegzetten als criminelen. Je kunt je haat uitstrooien over moslims, zonder dat je een strobreed in de weg wordt gelegd. Je kunt dit parlement een nepparlement noemen en een motie van wantrouwen indienen tegen bewindspersonen met een migratieachtergrond, nog voordat ze begonnen zijn. Je kunt met je verkiezingsprogramma hele bevolkingsgroepen hun basale grondrechten ontnemen. Je kunt discrimineren, criminaliseren en haat zaaien tegen moslims, minderheden en asielzoekers tot je een ons weegt. Maar als je in het huis van de democratie dat wilt benoemen en bestrijden, word je de mond gesnoerd en wordt je microfoon uitgezet. Blijkbaar mag je tegen iemand die aan de lopende band minderheden schoffeert en onze Grondwet bedreigt niet zeggen dat zo iemand verblind is door haat. Er wordt in dit huis elke keer weer drek uitgestort over Nederlandse moslims. Dat mag allemaal op de persoon en keihard. Er is bijna geen haan die ernaar kraait. Als mensen daartegen opstaan en opkomen voor de rechten van die mensen in dit land, dan worden zij dus monddood gemaakt. Ik vind dat een trieste constatering voor dit parlement. Ik vind dat de omgekeerde wereld. Het is die dubbele maat waar wij als DENK sinds jaar en dag tegen strijden.
Dat gezegd hebbende: als ik naar de hedendaagse politiek kijk, dan vraag ik me soms af wat mijn opa ervan zou vinden. Mijn opa was een simpele bonenboer in Turkije. Hij woonde in een houten huis in de bergen zonder elektriciteit en stromend water. Elke dag, na het verrichten van het ochtendgebed, plukte hij met eigen handen bonen die hij teelde op zijn land. Hij bond die bonen op zijn ezel en liep kilometers naar de lokale markt in İzmit. Met het geld dat hij daar verdiende kocht hij melk en brood voor zijn kinderen. Daarna begon hij weer aan de tocht terug naar het dorp met zijn ezel. Elke dag weer. Het was een zwaar leven, een leven dat hij voor hem en zijn gezin wilde verbeteren. Daarom nam hij de beslissing om als gastarbeider naar Nederland te komen. Ook in Nederland deed hij vervolgens zwaar werk, werk als inpakker, alles met als doel voor ogen om een betere toekomst te realiseren voor zijn gezin. Als mijn opa nog zou leven, dan zou hij — daar ben ik van overtuigd — trots zijn op het feit dat generaties later zijn kleinkind lid is van de Tweede Kamer.
Aan de andere kant denk ik ook dat mijn opa zou schrikken van het Nederland van nu. De generatie van mijn opa had het al niet makkelijk. De beelden van de zogenaamde "Turkenrellen" in Rotterdam staan mij op het netvlies. De huizen waar de generatie van mijn opa verbleef werden bekogeld met stenen door een opgehitste meute. Voor het eerst werd in ons land zichtbaar dat racisme en discriminatie een groot probleem zijn. Toen schaamde de verslaggever van dienst zich daar nog voor. Tegenwoordig kijkt niemand er meer van op. Hoe zou ik kunnen uitleggen aan mijn opa dat wij sinds die tijd zo weinig zijn opgeschoten? Zijn generatie moest schuilen voor de stenen die naar ze werden gegooid tijdens die rellen. De huidige generatie moet schuilen voor de woorden van politici, voor beleidsregels van de overheid en voor discriminerende algoritmes. Die oude tijd was in ieder geval iets eerlijker, want de vijand was toen zichtbaar. De wonden van die stenen heelden. Nu moet gestreden worden tegen iets onzichtbaars, iets wat venijniger is: het monster van institutioneel racisme.
Hoe zou ik het aan mijn opa kunnen uitleggen dat twee generaties later Nederlandse moslims op lijsten worden gezet en zonder reden in de gevangenis worden gegooid en dat de minister van Justitie dan niet eens voor je opkomt, dat vandaag de dag Nederlandse moslims gediscrimineerd worden bij het aanvragen van een bankrekening, dat je achternaam ervoor zorgt dat je geen baan, stageplaats of woning krijgt, dat de Nederlandse overheid lijsten bijhoudt over je afkomst, je huidskleur en of je donaties hebt gedaan aan een moskee, dat er brand wordt gesticht in een islamitische basisschool en er een terroristische aanslag is gepleegd op een moskee, dat zelfs het ministerie van Sociale Zaken illegaal spionagepraktijken heeft ingericht tegen de moslimgemeenschap?
Voorzitter. Is er ook maar iemand in vak-K, de minister-president voorop, die zich schaamt voor wat er van Nederland is geworden in dit opzicht, dat het zo ver is gekomen en dat dit gebeurt? Mijn opa kwam naar Nederland om een bijdrage te leveren aan dit land en een toekomst op te bouwen voor zijn kinderen. Hoe pijnlijk is het dat de toekomst van zijn kleinkinderen, voor wie hij zich in het zweet werkte, in datzelfde Nederland inmiddels zo onder druk staat door racisme, discriminatie en moslimhaat? Na dertien jaar Rutte is er een overheid gecreëerd die een discriminerende vijand is geworden van de mensen in het land. We zagen deze premier onlangs nog op een schaamteloze manier verdedigen dat de rechter hem heeft veroordeeld voor het aanzetten tot discriminatie. Zijn opvolger, via een politiek doolhof, via de SP, GroenLinks en de PvdA uiteindelijk terechtgekomen bij de VVD, staat te popelen om Rutte op te volgen. Dilan Yeşilgöz is bereid om de toekomst van mijn generatie te verkwanselen door open te staan voor samenwerking met Wilders. Zondag konden we zijn verkiezingsprogramma lezen. Een discriminerend dreigement voor Nederland waarin moskeeën worden afgebroken, korans worden verboden, islamitische scholen moeten sluiten en vrouwen met een hoofddoek geen overheidsgebouwen mogen betreden. Dus alle vrouwen die werken voor de rijksoverheid, gemeenten en uitvoeringsorganisaties moeten volgens Wilders worden ontslagen als zij zich niet houden aan de hoofddoekobsessie van de PVV. Al die vrouwen die vanuit religieuze overtuigingen een hoofddoek dragen, mogen van Wilders het stadhuis niet betreden om hun rijbewijs te verlengen. Zelf noemt hij dit een programma waar de scherpe kantjes vanaf zijn. Ik noem dit onversneden moslimhaat.
En dat Dilan Yeşilgöz en de VVD de deur openhouden voor samenwerking met Wilders en de PVV is daarom een grote schande. Het is een knieval door een machtspolitica die bereid is om 1,5 miljoen moslims voor de bus te gooien voor de macht. Wij van DENK zullen hier elke dag weer tegen strijden, want mijn generatie verdient beter. Ons land verdient beter. Ons land verdient een politiek die radicaal staat voor gelijke kansen en een betrouwbare overheid. Dit betekent eindelijk durven kiezen voor het zwaarder bestraffen van discriminatie en racisme en ervoor zorgen dat de overheid geen discriminerende vijand met een harde aanpak meer is van mensen. Een overheid die de bezem haalt door de politieorganisatie en iedere racistische agent de laan uitstuurt, en die racistische werkgevers en makelaars een beroepsverbod geeft. Helaas lezen we in de begroting niks over het echt opvoeren van de strijd tegen discriminatie en racisme. Mijn vraag aan de regering is: waarom niet? Vinden de mensen in vak-K de huidige mate van bestrijding van racisme en discriminatie voldoende? Of is het kabinet ook op artikel 1 van de Grondwet demissionair?
Toen mijn opa naar Nederland kwam, moest hij toekijken hoe zijn naasten in Rotterdam werden bekogeld met stenen. Hoe pijnlijk is de parallel met de huidige tijd. Een tijd waarin opgehitste meutes staan te protesteren tegen asielzoekerscentra. De cynische rechtse partijen in dit huis laten een kabinet vallen om Nederland te winnen voor een racistisch zondebokverhaal. Dat de verzorgingsstaat en de woningmarkt onder druk staan, ligt volgens deze partijen aan kwetsbare vluchtelingen die voor hun veiligheid naar Nederland komen. Dat bekt zo lekker. De schuld van het eigen falen wordt afgeschoven op minderheden. Het is een beproefd recept. Met een Yeşilgöz voorop die met leugens over vluchtelingen en klimaat de haat aanwakkert.
De voorzitter:
Ik vind het nu een beetje te ver gaan.
De heer Van Baarle (DENK):
Ik vind het niet te ver gaan.
De voorzitter:
Ik vind het wel te ver gaan en ik bepaal dat. Ik heb u in het begin van het debat aangesproken, omdat ik gezegd heb dat we het debat voeren op de inhoud en niet op de persoon. U heeft daar wat van gezegd en u doet nu precies hetzelfde. Ik wil u vragen met respect voor onze gasten te spreken. U heeft een paar keer de minister van Justitie en Veiligheid een bepaalde kwalificatie gegeven. Het debat voeren we op de inhoud en niet op de persoon. Dat heeft u zelf net aangegeven en ik vraag dat ook echt aan u.
De heer Van Baarle (DENK):
Prima, maar dan wil ik dat toelichten.
De voorzitter:
We gaan niet beledigen.
De heer Van Baarle (DENK):
Ik beledig niet.
De voorzitter:
U beledigt eerst en dan gaat u het daarna toelichten. Beledigen doen we hier gewoon niet. Als u daarmee doorgaat, ik waarschuw u.
De heer Van Baarle (DENK):
Prima.
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik wil hier toch graag een opmerking over maken. De heer Van Baarle heeft vanochtend en vanmiddag — ik stond hier vanochtend en vanmiddag — allerlei vragen aan mij kunnen stellen en dat heeft hij ook gedaan. Hij heeft interrupties op mij gepleegd over de PVV en wat ik vind van dingen uit dat programma, over migratie, en over allerlei onderwerpen. Dat is ook de manier waarop we dat doen. Ik sta daar, u kunt mij vragen stellen en ik geef daar antwoord op. Los van het feit dat u allerlei onjuiste beweringen doet over de minister van Justitie en Veiligheid — en ja, zij is ook de partijleider van de VVD — zijn zij ook totaal ongepast en inderdaad beledigend. Het is ook niet de manier waarop we hier debatteren, want mevrouw Yeşilgöz, de minister van Justitie en Veiligheid, voert vandaag niet het woord in dit debat. Ik voer het woord namens de VVD en morgen kunt u vragen stellen aan de demissionair minister-president over al zijn bewindspersonen en het beleid van dit kabinet.
De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog weer.
De heer Van Baarle (DENK):
Nou, ik hecht er wel aan dat ik daarop mag reageren. Als iets niet waar is, mag dat gezegd worden. De partijleider van de VVD is nogal een invloedrijk persoon. Mevrouw Hermans voert inderdaad het woord namens de VVD, maar zij heeft ook te maken met de partijlijn van de VVD. De partijlijn van de VVD is blijkbaar dat er beweringen worden gedaan over de aanzuigende werking van ons migratiesysteem of over een wekeneis van werk dat asielzoekers verrichten, iets wat aantoonbaar niet waar is. Ik zou willen zeggen: het is een belediging in de richting van al die mensen die kwetsbaar zijn en hiernaartoe vluchten dat dit soort dingen over die mensen gezegd worden. Ik vind dat ik dat mag zeggen.
Mevrouw Hermans (VVD):
Meneer Van Baarle, u kunt het volstrekt oneens zijn met wat wij vinden en met de wijze waarop de VVD denkt over en kijkt naar ons asielbeleid, wat eraan zou moeten veranderen en welke maatregelen we zouden nemen. Daarover voeren we dan op de inhoud het debat. Daar heeft u vanochtend en vanmiddag mij vragen over kunnen stellen en dat kunt u morgen doen aan het kabinet. Maar u kunt hier niet tegen iemand spreken die niet kan reageren, die haar werk doet, die met dat werk bezig is. In debatten met haar kunt u haar daar vragen over stellen. Er komen vast nog debatten tussen partijleiders en lijsttrekkers. Dan kunt u haar ook van alles vragen. Maar niet hier, op een manier en op een toon die niet past. Die past niet in dit debat, waarin zij zelf niet kan reageren.
De heer Van Baarle (DENK):
Kijk, ik heb u niet zien opstaan toen de heer Wilders de meest verschrikkelijke dingen zei over minderheden in dit land. Ik constateer dat u, op het moment dat er iets onwaars over uw partijleider naar voren wordt gebracht, wel opstaat om er een punt van te maken. Als er over kwetsbare minderheden in dit land, in het bijzonder over vluchtelingen die vluchten voor oorlog en geweld, dingen gezegd worden die niet waar zijn, pertinent niet waar, mag ik dat benoemen op de toon die ik kies. Daar is niets beledigends aan. Dat mag op het scherp van de snede.
De voorzitter:
U mag het debat voeren op de inhoud, maar we voeren het debat wel met onderling respect en waardigheid. Als u een minister, die zich niet kan verdedigen, een machtspolitica noemt, vind ik dat u echt onder een grens duikt. Ik wil u vragen om het debat op de inhoud te voeren. We gaan verder. Ik zie dat de minister-president daar ook op wil reageren. Volgens mij hebben wij er nu allebei op gereageerd, maar als de minister-president ook iets wil zeggen, geef ik hem even kort het woord.
Minister Rutte:
Dit is precies waar Nederland helemaal klaar mee is. Een inhoudelijk verschil van mening over een aanzuigende werking en what have you is allemaal prima. Maar als je op grond daarvan zegt dat deze minister liegt, ga je wat mij betreft iedere grens over. Ik ben blij dat u ingreep, voorzitter. Ik sta daar volledig achter. Dit diskwalificeert deze woordvoerder volledig. Ik wil dat, als voorzitter van dit kabinet, hier gezegd hebben.
De voorzitter:
We hebben met elkaar afgesproken dat ook het kabinet een punt van orde mag maken, meneer Van Baarle, of een persoonlijk feit.
De heer Van Baarle (DENK):
Dit is geen punt van orde noch een persoonlijk feit. Ik vind het nogal een stijlfiguur dat de minister-president zich hier als een soort scheidsrechter in het debat mag mengen om iets te vinden van de inbreng van de Kamer. Wat is dit, voorzitter? Ik heb heel veel Kamerleden persoonlijke opmerkingen horen maken over de heer Timmermans, die de meest vreselijke dingen werd verweten. Ik zag geen enkele reactie. Ik zie hierin weer een bevestiging van de dubbele maat. Dat wil ik ook gezegd hebben.
De voorzitter:
U heeft het gezegd. U gaat weer verder.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter, uw optreden is niet fair. Er is sprake van een dubbele maat. Als er dingen gezegd worden over minderheden in dit land en er een kritische boodschap daartegen is, mag er blijkbaar niets gezegd worden en moet er met de fluwelen handschoen politiek bedreven worden. Maar alles wat wel in het straatje van haat past, mag allemaal doorgang vinden. Ik vind daar wat van, voorzitter.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog. U gaat weer verder.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter. Dat het leven in Nederland totaal onbetaalbaar is geworden en dat de bestaanszekerheid onder druk staat, is niet de schuld van mensen met een andere afkomst. Dat komt door het maken van verkeerde politieke keuzes. De gevestigde politiek heeft goed voor zichzelf en haar rijke vrienden gezorgd en heeft de mensen in het land laten stikken. Aan de ene kant staan mensen in de rij voor de voedselbank, aan de andere kant gaan er honderden miljoenen aan belastingvoordelen naar rijke expats en vervuilende bedrijven. Aan de ene kant is de zorgpremie torenhoog, aan de andere kant potten de zorgverzekeraars met steun van de gevestigde politiek miljarden op. Aan de ene kant wachten mensen jarenlang op een sociale huurwoning, aan de andere kant heeft de gevestigde politiek er alles aan gedaan om zo veel mogelijke sociale huurwoningen te verpatsen aan casinokapitalisten en sprinkhaanbeleggers.
De werkelijke oorzaak van de problemen in ons land zijn niet die paar honderd kwetsbare vluchtelingenkinderen die naar ons land komen. Laten we onze ogen op de bal houden. Het zijn niet de kwetsbare vluchtelingen op gammele bootjes die ervoor gezorgd hebben dat onze asielzoekerscentra volstromen en er onvoldoende capaciteit is om die mensen op te vangen. Het waren de staatssecretarissen van de gevestigde politiek, in het bijzonder van de VVD, die hebben bezuinigd op de capaciteit. Ik ben nieuw in deze rol, maar ik loop al een tijdje mee in de politiek. Mijn les is: ga nooit af op wat politici zeggen, maar vooral op wat ze hebben gepresteerd in het verleden.
We hebben inmiddels in Nederland bijna 1 miljoen huishoudens in armoede als gevolg van verkeerde keuzes. Dat is een schande voor een rijk land als Nederland. De mensen in ons land verdienen een politiek die kiest voor eerlijk delen, voor het helpen van mensen in nood, voor een hoger minimumloon, voor het investeren in een toereikend bestaansminimum, voor lagere accijns op benzine, voor lagere belasting op boodschappen, voor een lagere zorgpremie en voor het afschaffen van het eigen risico. Daar hebben de mensen behoefte aan.
Wat het kabinet op dit moment laat zien om de armoede in ons land te bestrijden, is echt karig. De armoede blijft volgend jaar gewoon in stand op hetzelfde torenhoge niveau. Er komen zelfs 5.000 mensen in armoede bij. Voor de VVD is dat misschien een detail, maar voor ieder van die 5.000 mensen schuilt er veel leed onder. Het leven wordt nog onbetaalbaarder met een hogere zorgpremie en een hogere accijns op benzine. En dan gaat het kabinet ook nog eens oneerlijk verdelen. Iemand die het al goed heeft, krijgt er gewoon veel meer bij dan iemand die het moeilijk heeft. Sterker nog, uit de berekening van het Nibud blijkt dat iemand in de bijstand er met tientallen euro's op achteruitgaat, terwijl iemand met een royaal inkomen er flink wat mag bijplussen. Dat zijn asociale keuzes. En dan zien we ook nog eens dat alle steunmaatregelen voor de energierekening middenin de winter gaan vervallen. Wat gaan we voor de mensen doen als de energierekening gaat oplopen en de energieprijzen stijgen?
Voorzitter. Over negen weken gaat Nederland weer naar de stembus. De komende verkiezingen gaan over de ziel van Nederland, over wie we willen zijn als land. Willen we een land zijn waarin racisme en discriminatie genormaliseerd worden? Of willen we een land zijn waarin eenieder gelijkwaardig wordt behandeld, ongeacht etnische achtergrond, religie of welk kenmerk dan ook? Willen we een land zijn waarin de rijksten nog rijker worden door de belastingvoordelen die achtereenvolgende kabinetten ze hebben gegeven? Of willen we een land zijn waarin we opkomen voor de kwetsbaren in de samenleving? Willen we een land zijn waar de grillen van politieke partijen of de onderbuik van politici voor mensen die vluchten voor oorlog bepalen of ze een toekomst mogen opbouwen in Nederland? Of willen we een land zijn waar de basale mensenrechten en internationale verdragen die beschaving voorschrijven, worden nageleefd en waar voor iedereen een plek is? Dat is de keuze die voorligt. Het is tijd voor een land zonder racisme en discriminatie, een land met gelijke kansen, een land waarin we omkijken naar mensen die kwetsbaar zijn. Op 22 november kunnen we kiezen voor dat land. Nu is dat moment.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Baarle. Er is nog een interruptie van mevrouw Bikker.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Vooropgesteld dat ik het respect en het wederzijds begrip dat de heer Van Baarle graag ziet en propageert ook hem toewens in zijn bijdrage naar anderen toe, heb ik toch een vraag. Ik hoor hem heel negatief doen over wat het kabinet hier neerzet aan armoedepakket. U heeft mijn partij net voorstellen horen doen, juist ook om structureel extra dingen neer te zetten. Maar ik vind het, eerlijk gezegd, wel een beetje makkelijk. Als we naar 2021 kijken, dan weten we dat er toen veel meer kinderen in armoede leefden dan dat het er in 2024 zullen zijn. Als we relatief kijken, naar het procentuele aantal, dan zie je daarin een hele duidelijke teruggang. En ja, de Nederlandse bevolking is gegroeid. En ja, er zijn ook nieuwe kinderen bijgekomen, waardoor het niet makkelijk is om alles voor elkaar te boksen. Dat snap ik heel goed. Het is ook geen tijd voor juichverhalen of om heel trots of triomfantelijk te zijn, maar dat heb ik ook niemand horen doen. Ik vind het heel fijn dat u mee wilt strijden om de armoede aan te pakken. We kunnen dan schouder aan schouder staan. Maar doe niet alsof er nu niks gebeurt, want dat is ook niet zo.
De heer Van Baarle (DENK):
Om te beginnen het pleidooi van mevrouw Bikker voor wederzijds respect. Ik zou hopen dat mevrouw Bikker in het vervolg dan ook opstaat als vrouwen met een hoofddoek weer gekleineerd, beledigd en gediscrimineerd worden in dit huis. Ik zou hopen dat mevrouw Bikker dan ook opstaat als er weer pertinente onwaarheden worden verspreid over mensen die vluchten. Ik zou hopen dat mevrouw Bikker dan ook opstaat op het moment dat er fake news wordt verspreid en er beelden van mensen die vluchten worden verspreid alsof ze criminelen zijn. Dat is mijn beeld van wederzijds respect. Maar ik constateer dat in dit huis de basale grondrechten geschonden worden en dat dat blijkbaar niet gezegd mag worden. Dat vind ik een schande.
Om de vraag van mevrouw Bikker te beantwoorden: ik heb niet gezegd dat het kabinet niks doet. Dan heeft u blijkbaar niet goed geluisterd naar mijn verhaal. Ik heb gezegd dat het karig is wat het kabinet doet. Waarom is dat karig? Ik zeg dit via u, mevrouw de voorzitter, want ik weet dat u ook heel erg hecht aan de regels in dit huis. Dat is omdat er 5.000 mensen in armoede bij komen. Ik herhaal: er komen 5.000 mensen in armoede bij. Als er van een kabinet gezegd wordt dat het de armoede bestrijdt, en vervolgens komen er — ik zeg het nogmaals — 5.000 mensen in armoede bij, dan vind ik dat karig.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Het is duidelijk dat we hier nog eens langer over moeten doorpraten, want ik heb hier heel geregeld gestaan als er rechten van anderen werden geschonden. Dat weet de heer Van Baarle ook. Dan kwam ik echt niet alleen maar voor mezelf op.
De heer Van Baarle (DENK):
Ik heb u vandaag gemist.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dan het tweede punt dat ik wilde maken. Ik heb van de heer Van Baarle wel gehoord waar het allemaal niet goed gaat, maar ik heb nog steeds geen voorstellen gezien over hoe hij die armoede wil aanpakken. Komt er een tegenbegroting van DENK? Zijn er punten waarop we kunnen samenwerken? Ik kan ook weer zo lelijk terug gaan doen, maar daar knappen we allemaal niet van op. Ik ben dus zo benieuwd naar de voorstellen van DENK waarop we samen kunnen optrekken. Of tekent u mee met alles wat de ChristenUnie neerlegt? Nou, dat is fantastisch. Maar hoe gaat u vooruitkijken en daar werk van maken, in plaats van alleen zeggen dat het niet goed was, of, in uw woorden, "karig"?
De heer Van Baarle (DENK):
Ook in dit opzicht vrees ik te moeten constateren ... Ik zeg dit op de meest vriendelijke manier in de richting van mevrouw Bikker, want voor je het weet wordt je onvriendelijkheid verweten. Ik heb in mijn bijdrage een aantal voorstellen gedaan, zoals het verhogen van het minimumloon. Ik weet dat mevrouw Bikker daar ook voorstander van is. In dat opzicht kunnen we gewoon heel goed met elkaar optrekken. Ik heb een pleidooi gehouden voor het niet laten stijgen van de accijnzen op brandstof. Ik vermoed dat mevrouw Bikker daar wat anders over denkt en dat zij wellicht een andere prioriteit kiest. Misschien wil zij ook die strijd strijden. Laten we daarin samen optrekken. DENK is een groot voorstander van het verlagen van de btw op boodschappen tot het oude niveau. Zo hebben we een aantal ideeën en een aantal voorstellen waarvan wij vinden dat die mensen helpen in de portemonnee en in hun koopkracht. Het zou ook van wederzijds respect getuigen als mevrouw Bikker mijn bijdrage niet zou afdoen alsof ik niks heb genoemd van de oplossingen van DENK.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Bikker.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik ben heel blij om dit te horen. Dan gaan we wel even praten over de manier waarop DENK dit wil gaan betalen. Wellicht komen we eruit.
De heer Van Baarle (DENK):
Dat gaan we doen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Baarle. Dan geef ik het woord aan de heer Dassen van Volt. Het is nog leuk om te weten dat er twintig leerlingen van de debatclub van de Guido uit Amersfoort aanwezig zijn op de publieke tribune. Ik heb begrepen dat zij al de hele dag aanwezig zijn. Ik kan me zo voorstellen dat bepaalde scènes uit het debat geëvalueerd gaan worden. Het woord is nu aan de heer Dassen van Volt.
De heer Dassen (Volt):
Welkom, in ieder geval.
Voorzitter. Vandaag praten we over de begroting van morgen. Maar tegen de achtergrond van de actualiteit en de enorme veranderingen waar we voor staan, volstaat die horizon eigenlijk niet. Daarom wil ik beginnen bij wat mogelijk zou kunnen zijn in 2050, áls we vandaag echt durven te kiezen. Want als we vandaag echt durven te kiezen, kan Nederland in 2050 in een groen, schoon en socialer Europa liggen, waarin hogesnelheidstreinen ons met elkaar verbinden en kleine kernreactoren ons voorzien van goedkope, schone energie, waarin we een watercrisis hebben weten af te wenden en waarin het volstrekt vanzelfsprekend is dat we in een democratisch, verenigd en onafhankelijk Europa wonen. Als we vandaag durven te kiezen, dan stoot Nederland in 2050 al tien jaar geen broeikasgassen meer uit. Als we durven te kiezen en als we regie nemen en met een duidelijke visie beleid maken, dan helpt kunstmatige intelligentie ons in 2050 elektrische bussen te bouwen en te besturen.
Laat ons dus echt kiezen voor een pad richting een basisinkomen, voor een route weg van CO2 en fijnstof, voor menswaardigheid en vertrouwen in plaats van voor toeslagen en fossiele subsidies. Ik verheug me op verbaasde kleinkinderen, op een nieuwe generatie die in 2050 met verwondering terugblikt op deze tijd, en vooral op een nieuwe generatie die begrijpt dat wij die met keuzes hielpen bouwen. Dit is allemaal mogelijk, maar dan moeten we nu in 2023 de keuzes gaan maken om dit moois te bewerkstelligen. Precies daarom maken de kabinetsplannen me ongerust. De gevolgen van verkeerd beleid worden verzacht, maar de oorzaken blijven onaangeraakt en kansen blijven onbenut. We maken geen echte keuzes.
Wie deze lente en zomer het nieuws volgde, weet dat klimaatverandering geen probleem van de toekomst is, maar in volle hevigheid is losgebarsten in het hier en nu. We buitelden van natuurramp naar hitterecord en van overstroming naar mislukte oogsten. Overal ging het mis. Overal gáát het mis. We zouden nu een radicale klimaataanpak zonder taboes in moeten voeren die alles op alles zet. Maar dat gebeurt niet, want aan de ene kant geven we jaarlijks tussen de 39 en 46 miljard aan fossiele subsidies en aan de andere kant zetten we een klimaatfonds van 35 miljard op om te stimuleren dat we stoppen met diezelfde fossiele brandstof. Zoals een grote groep economen stelde: we zetten de verwarming en de airconditioning tegelijk aan.
We noemen de mensen op de A12 activisten, maar het is pas echt activistisch als je hier in het centrum van de macht zit en vasthoudt aan die klimaatspagaat. We moeten de fossiele subsidies van onze overheid afschaffen. Maar zelfs dan zijn we er nog niet, want de discussie over fossiele subsidies loopt, zoals veel subsidies, te veel nationaal, terwijl als we een grote impact willen maken, dit vooral Europees moet. Ik hoop dus dat wij als Kamer vandaag de opdracht aan minister Jetten geven om het initiatief te nemen tot een Europese spoedvergadering van ministers om samen tot de afschaffing van fossiele subsidies op dit continent te komen. Er gebeurt namelijk niet alleen in Nederland veel te weinig, maar ook in heel Europa. Ook daar heeft onze minister een verantwoordelijkheid in. Laat Europa het continent zijn dat met grote ambities, maar ook met concrete plannen naar de COP28 gaat.
Voorzitter. Nederland is een van de rijkste landen ter wereld. Toch leven bijna 1 miljoen mensen in armoede. Er zijn kinderen met lege magen en goedbedoelende mensen met uitzichtloze schulden, bang voor een klepperende brievenbus met weer een nieuwe aanmaning. De 2 miljard die het kabinet uittrekt voor armoedebestrijding is een goede stap, zo ook de oproepen van partijen om het minimumloon te verhogen. We zijn als Volt blij dat ons initiatief voor gratis schoolmaaltijden wordt voortgezet, want de effecten zijn heel positief. Maar nu moeten ze er voor alle scholen zijn en niet alleen voor komend jaar. Het is dus goed dat het kabinet onder de heer Rutte de armoede aanpakt met die 2 miljard. In de bijlage bij de Miljoenennota zien we echter dat de inkomstenbelasting omhooggaat als we geen duidelijke keuzes maken met betrekking tot het afschaffen van de nodige fiscale regelingen. Dat kunnen wij als Kamer dus voorkomen. Laten we daar het gesprek vandaag en morgen over voeren om te zorgen dat we fiscale regelingen afpakken, zodat de inkomstenbelasting dit jaar nog omlaag kan.
Voorzitter. Een jaar geleden was ik bij een huisartsenpraktijk in Rotterdam, waar ze een grote groep van de mensen niet meer konden helpen, totdat ze een financieel expert aantrokken. Een groot gedeelte van de gezondheidsklachten werd namelijk veroorzaakt door financiële stress. In Nederland zijn meer dan een half miljoen huishoudens die niet meer uit de schulden komen. Je kunt dan de ergste nood dempen met een toeslag hier of een tegemoetkoming daar, maar als je in een schuldenspiraal zit, dan kom je daar niet uit. De schulden van deze mensen zijn bij elkaar 3 miljard euro, maar de maatschappelijke kosten van de schulden, zoals zorgkosten, uitvoeringskosten, schuldsanering en minder arbeidsproductiviteit, worden geschat op 17 miljard op jaarbasis.
Voorzitter. Volt wil daarom een schuldenpardon. Als we die 3 miljard euro aan schulden kwijtschelden, geven we 600.000 Nederlanders en hun kinderen weer een leven. Tegelijkertijd besparen we met die investering tot wel 17 miljard aan kosten. Het is tijd voor een radicaal ander mensbeeld, een samenleving van vertrouwen, waarin de systemen voor mensen werken en niet andersom. Zo pakken we ook het probleem van armoede aan bij een van de grondoorzaken: ons mensbeeld.
Voorzitter. Bestaanszekerheid vraagt ook kijken naar de komende 10, 20, 30 jaar. Neem water: drinkwater in Nederland wordt viezer door de troep die bedrijven in rivieren en meren dumpen. Het schoonmaken van dat water wordt steeds duurder. Water wordt schaarser, want door de opwarming van de aarde verdwijnen de gletsjers die onze grote rivieren vullen. Ondertussen mogen bedrijven als Tata Steel en Chemours water blijven vervuilen. Ik zei het al: het schoonmaken van dat water wordt steeds duurder. Ondertussen betaalt Tata Steel voor zijn gebruik van 500 miljoen liter leidingwater maar €100. Dat is het bedrag wat een gezin ook betaalt voor douchen en de was doen. Dan kun je twee dingen doen. Je kunt blijven doorgaan op dezelfde voet: af en toe een pleister plakken. Daardoor wordt ons water vuiler en duurder. Of je kunt doen wat Volt voorstelt: zorgen dat bedrijven zuiniger met water omgaan door voor de industrie de belasting op leidingwater te verhogen, en ervoor zorgen dat bedrijven als Chemours sluiten.
Voorzitter. Eerder sprak ik al even over kunstmatige intelligentie. Hoe kunstmatige intelligentie onze samenleving precies gaat beïnvloeden, is nog ongewis. Maar dát kunstmatige intelligentie de wereld op z'n kop gaat zetten, is zeker. Sterker nog, we zien dat iedere dag al gebeuren. Kunstmatige intelligentie biedt enerzijds grote kansen. Anderzijds zal de nieuwe technologie ook banen gaan vervangen. Daarom wil Volt dat iedereen in vak-K een kunstmatige-intelligentieanalyse uitvoert: hoe gaat per ministerie de impact op de arbeidsmarkt eruitzien? Hoe behouden we bovenal dan ook de bestaanszekerheid van mensen, wanneer hun banen door algoritmes worden overgenomen? Die opdracht moeten we als Kamer vandaag al neerleggen.
Voorzitter. Deze uitdaging het hoofd bieden, kan Nederland niet alleen. Wij Europeanen gaan elkaar hard nodig hebben om onze toekomst veilig te stellen. We kunnen er niet op blijven gokken dat de Verenigde Staten ons blijven beschermen. En zonder een federaal Europa is er straks alleen een klein landje aan de Noordzee achter de dijken.
Voorzitter. Een aantal van de keuzes die ik noem, zijn spannend, misschien zelfs eng. Alle problematische schulden afschaffen of de fossiele subsidies afschaffen: dat zijn geen kleine knopjes om aan te draaien. Het is een maatschappelijke omwenteling, groot en onzeker. Maar daar is het ook de tijd voor. Kleine stapjes zijn niet genoeg.
Voorzitter. Wat een eeuw kan het worden. Wat voor enorme kansen hebben we in 2023 om het nu een kantelpunt te laten zijn, als we durven kiezen. Mensen met schulden, mensen die zich zorgen maken over de zekerheid van onze watervoorziening, mensen die vrezen voor het verliezen van hun baan in de toekomst: ik wil dat zij allemaal in 2030, 2040 of 2050 kunnen zeggen dat in 2023 de juiste keuzes voor de toekomst zijn gemaakt.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Dassen. Dan geef ik het woord aan de heer Eerdmans, JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, dank u wel. De wekker gaat, het is 6.30 uur en je stapt onder de douche. Dat is een duur begin van de dag, want de belasting op gas is in minder dan tien jaar tijd bijna verdrievoudigd. Volgend jaar komt er weer €90 bij. Je kleedt je aan, je loopt naar beneden en er ligt een brief op de mat: de gemeente wil je wijk van het gas halen. Nu is dat nog onder drang, maar straks onder dwang. Terwijl je naar de keuken loopt, vraag je je af waar je die €40.000 hebt liggen om je huis straks aardgasvrij te maken. Je ketel, die over een jaar of twee aan vervanging toe is, mag je dan niet meer vervangen. Of je een hybride warmtepomp wilt aanschaffen. Die kost €5.000 meer.
Je dekt de ontbijttafel. De hagelslag, de boter, het brood: in anderhalf jaar tijd ben je daar een derde meer voor gaan betalen. Ook de btw-verhoging uit 2019 helpt niet echt mee. Wanneer de kinderen op de fiets vertrokken zijn naar school, op weg naar weer een themaweek over klimaat of slavernij, stap je in de auto naar je werk. Dan gaat de teller pas echt oplopen. Je tankt met je Peugeot 208 40 liter en je rekent €86 af. Er zou toch een bord bij de Shell moeten hangen met de tekst: mede mogelijk gemaakt door mevrouw Kaag. Want bijna €42 van jouw tankbeurt gaat naar de schatkist. Alleen in Hongkong kost een tankbeurt meer. Maar goed, je denkt intussen aan 2024, wanneer de prijs per liter met nog eens 21% omhoog dreigt te gaan. Dat zijn Chinese toestanden.
In de lunchpauze eet je twee vlamtosti's in de kantine, met een bakje fruit. Fruit zonder btw? Nee, vergeet het maar. Dat is weliswaar al jaren geleden besloten, maar lijkt nog ingewikkelder dan de Deltawerken. Na de lunch loop je langs de koffieautomaat, maar een bekertje krijg je daar ook niet meer uit. Het gratis bekertje is namelijk per 1 juli verboden. Je zoekt online nog even naar tickets voor het weekje Barcelona in de herfstvakantie met je gezin. In die prijs zit inmiddels €100 aan vliegbelasting, waar volgend jaar door EU-regels nog een aantal tientallen euro's per ticket bij komt. Om 18.00 uur schuif jij weer ontevreden aan in de file. Je bent net op tijd thuis voor het avondeten. Als je je kinderen naar bed brengt, vertelt je zoontje dat hij vroeg thuis was vandaag, omdat wiskunde en Nederlands weer uitvielen. Hij heeft wel geleerd wat het verschil is tussen pan en skolio. Je pakt uiteindelijk een biertje uit de koelkast. Geniet ervan, denk je, want volgend jaar is ook dat kratje ruim €3 duurder geworden. Je ploft samen op de bank, zet de tv aan, en valt dan midden in een item over de verkiezingen van 22 november aanstaande. Terwijl je het flesje naar je lippen brengt, zeg je tegen je vrouw: nooit meer VVD.
Voorzitter. Het is een dag uit het leven van de belastingbetaler anno 2023. Het gaat vandaag veel over bittere armoede en over de armsten in onze samenleving. Dat vinden wij terecht. Maar met de groep daarboven, de werkende middenklasse, is het nog veel slechter gesteld; die mensen zijn jaren in de kou gezet. De werkende middenklasse. Dat zijn gewone, werkende gezinnen met schoolgaande kinderen. Ze verdienen een of anderhalve keer modaal. Ze hebben een eigen huis uit de jaren tachtig of negentig, en een auto voor de deur. Het zijn Nederlanders die bijdragen aan de samenleving als vrijwilliger bij de sportclub van de kinderen, en als mantelzorger voor familieleden. Het zijn mensen die gewend zijn om hun eigen boontjes te doppen, en die alleen bij de overheid aankloppen als het echt niet anders gaat. Kortom, de ruggengraat van Nederland. Maar die ruggengraat staat op breken. We weten allemaal wat dat betekent; dan verlamt de samenleving.
Nederland is na dertien jaar VVD in het Torentje een land geworden waarin het met een modaal inkomen, of zelfs iets daarboven, serieus behelpen is. Werken loont te weinig. Alles wordt duurder; de lastendruk is alleen maar toegenomen. Belastingen worden als pressiemiddel ingezet om je een andere levensstijl op te dringen. Waar je zelf nog een koopwoning hebt, is dat voor je kinderen straks echt bijna een illusie.
De missie van JA21 is eigenlijk vrij eenvoudig: deze mensen voorop. Daar gaat het wat ons betreft op 22 november over. Dat is de keuze die voorligt. Gaan we met links en het midden naar hogere lasten, meer klimaatdwang, meer migratie en dus hogere woningnood, en nog meer geld naar de EU? Of zoeken we naar nieuwe hoop voor de middenklasse die snakt naar koopkrachtverbeteringen en simpelweg naar een welvarend, veilig, soeverein en herkenbaar Nederland?
Wat ons betreft is die keuze vrij helder: wij gaan de middenklasse helpen. Want we zijn in dit land heel goed in het verhogen van de prijzen, maar heel slecht in het verlagen daarvan. Veel partijen hebben het hier vandaag over bestaanszekerheid. JA21 gaat voor welvaartszekerheid. Dat doen we onder andere door over die eerste €20.000 die je verdient geen inkomstenbelasting te heffen, door te durven snijden in het toeslagencircus, door een forse verlaging van de energiebelasting en de accijns op benzine en diesel, door onze gasvoorraden te benutten en de burgers en bedrijven dus niet van het gas af te dwingen, en door te kiezen voor betrouwbare, stabiele, constante, schone en betaalbare elektriciteit door de snelle uitrol van kernenergie. Want het klimaat — zelfs Gerrit Hiemstra zal dat toch beamen — kunnen we hier ter plaatse niet wezenlijk aanpassen. Wel moeten wij goed nadenken over de gevolgen van klimaatverandering. Maar s.v.p. geen onbetaalbare symboolpolitiek die onze welvaart op het spel zet.
John Fentener van Vlissingen zei het onlangs treffend: "Terwijl Schiphol moet krimpen, worden er 80 luchthavens bij gebouwd in India. Het is marginaal; de aarde wordt er niet beter van, maar het kost ons wellicht 30 directe bestemmingen. We schaden de economie er wel mee. Waar zijn we mee bezig?" We zijn Shell, Unilever en DSM al kwijtgeraakt, who is next? Ons vestigingsklimaat staat op de tocht. Graag hier een reflectie op van de minister-president.
Voorzitter. Het probleem van Nederland is helemaal niet dat er te weinig geld binnenkomt; het probleem van Nederland is dat we het geld verkeerd uitgeven. Met scherpe keuzes en focus op de kerntaken van de overheid maken we Nederland en zijn inwoners wél financieel gezond. Dat betekent durven snijden in de klimaat- en stikstoffondsen, niet meer blind tekenen bij ieder Brussels kruisje, de forse toename van het aantal ambtenaren keren en de migratiestromen durven indammen.
Voorzitter. Daarmee kom ik op het grootste probleem, naast koopkracht, van deze tijd: de wereldwijde migratiecrisis en de gevolgen daarvan voor Nederland. Je kunt eigenlijk niet eens meer stellen dat wij nog een migratiebeleid hebben en dat dit beleid faalt, want er ís feitelijk geen migratiebeleid. De grenzen staan ongecontroleerd open; 85% van de mensen die hier aankloppen voor asiel, mag blijven en maakt hier hun thuis. Terwijl er 400.000 Nederlanders in de bijstand zitten, nadert het aantal arbeidsmigranten het miljoen. Terwijl wij onze eigen jongeren onvoldoende opleiden voor praktische beroepen, gaan wijken in onze grote steden gebukt onder een ongeremde instroom van arbeidsmigranten. In ons programma, het programma van JA21, staan dertien concrete voorstellen, plannen, om grip te krijgen op arbeidsmigratie en om overlast en misstanden tegen te gaan. Maar het meest urgente van het migratieprobleem — het zal u niet verrassen — zit in de asielcrisis. Deze instroom is onverminderd hoog en drukt in alle opzichten op onze samenleving. Afgelopen week kwamen er 1.200 nieuwe asielzoekers binnen. In één week dus. Dat is een evenaring van het hoogste aantal van dit jaar.
Voorzitter. Nederland kan dit niet dragen. Niet maatschappelijk, maar ook niet cultureel en financieel. Uit onderzoek in opdracht van JA21 bleek — ik kan dit niet genoeg benadrukken — dat iedere asielzoeker over de gehele levensloop de schatkist zo'n acht ton kost. Totale kosten dus 24 miljard per jaar. Dat is gigantisch. De druk op de woningmarkt neemt toe en voorzieningen zoals onze sociale zekerheid, het onderwijs en de zorg zijn met zulke instroomcijfers niet overeind te houden. JA21 wil dus een asielstop, om daarmee ook het hele asielbeleid te herzien, met opvang in de eigen regio en in partnerlanden in plaats van in Nederland.
Maar ook op weg daarnaartoe zijn er zo veel manieren om de instroom in Nederland te beperken. We lanceerden hiervoor diverse plannen en zullen dat blijven doen totdat ook in vak-K de urgentie doordringt. Het antwoord van Rutte IV is tot op heden alleen maar meer opvang en een dwangwet. En die wet, de dwangwet, volgende week in bespreking hier in dit huis, aanstaande dinsdag, zet de lokale democratie — dat zou elke democraat moeten aanspreken — buitenspel. Gemeenten worden daarmee verplicht om asielopvang te organiseren. Het voorkomen van deze wet zal topprioriteit voor mijn partij zijn.
Voorzitter, ik rond af. Het welvarende, soevereine, herkenbare Nederland dat ik schetste en waar veel Nederlanders naar verlangen, dat is het Nederland van JA21. Dat is waar wij ons hard voor zullen maken, op campagne in de dorpen en steden in Nederland, maar ook op alle niveaus waarop wij inmiddels als nieuwe partij al vertegenwoordigd zijn. Het wordt een kwestie van kiezen: nee heb je, JA21 kan je krijgen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Eerdmans. Dan geef ik het woord aan mevrouw Den Haan, Fractie Den Haan. Gaat uw gang.
Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Dank u wel, voorzitter. Vorig jaar heb ik tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen gevraagd om een visie: een visie op de samenleving, een langjarige visie. Ik weet het, visies klinken abstract en klinken vaag, maar dat zijn ze niet. Want om een goede visie te hebben, is het nodig om heel scherpe keuzes te maken. De grote vraagstukken van deze tijd moeten dan vervolgens ook integraal uitgewerkt worden in een strategie. En "integraal" is hier een heel belangrijk woord, want als je nu naar de Miljoenennota kijkt, dan zie je tegenstrijdigheden en dan weet je op voorhand dat je je doelen niet kunt halen. Dat helpt niet om het toch al tanende vertrouwen in de politiek te verbeteren.
Scherpe keuzes en een eerlijk verhaal, dat is moeilijk. Dat is niet leuk, maar dat is wel hard nodig als we kijken naar de opgaven waar we voor staan. Zorg, onderwijs, koopkracht, energie, klimaat, het loopt overal vast, ook omdat we die scherpe keuzes in het verleden niet met elkaar hebben gemaakt. Scherpe keuzes maken en het eerlijke verhaal vertellen, is ook ingewikkeld, omdat we continu onder druk staan van de media, van onze achterbannen, van de samenleving.
Natuurlijk moeten mensen en zeker ook belanghebbenden inspraak hebben op beleidsbeslissingen, maar bestuurders en politici moeten ook soms impopulaire besluiten kunnen en durven nemen in het belang van Nederland. Nu realiseer ik me eigenlijk dat ik als meneer Van Haga klink. Gratis reclame. Om dat te kunnen doen, heb je ook een goede governance nodig en die is — ik heb dat al vaak gezegd — wat ons betreft volledig uit balans. De Eerste Kamer speelt Tweede Kamer en de Tweede Kamer zit vaak op de stoel van de regering en wil zich bezighouden met details en uitvoering. Voor een goede governance hoor je rolvast te zijn, moeten er duidelijke regels zijn en moeten verantwoordelijkheden en procedures nageleefd worden. Dat betekent ook dat de belangen van allerlei soorten groepen worden meegenomen en dat beslissingen eerlijk en rechtvaardig worden genomen. Daar schort het nogal eens aan.
Daarmee kom ik automatisch op de Miljoenennota. Ik heb begrip voor het feit dat niet alles kan wat we zouden willen, maar ik mis nog steeds die langjarige visie op wat voor een soort samenleving we willen zijn. De minister van Financiën zei gisteren al dat bijvoorbeeld zorg en onderwijs onder druk staan door de toenemende vergrijzing. Dat klopt, maar die vergrijzing is niet ineens tevoorschijn gekomen. Dat wisten we al decennialang. We hadden toen, door ver vooruit te kijken, door langjarige integrale visies te hebben op wat voor soort land en samenleving we willen zijn, veel ellende kunnen voorkomen. De vergrijzing van de Nederlandse bevolking is nog steeds een van de belangrijkste maatschappelijke vraagstukken van deze tijd. Het heeft effect op zorg, onderwijs, de woningmarkt, de arbeidsmarkt, welzijn en zo kan ik nog wel even doorgaan. Ik hoop oprecht dat het rapport van de Staatscommissie Demografische ontwikkelingen onderdeel wordt van een nieuw coalitieakkoord.
En dan, voorzitter, een onderwerp dat mij zeer aan het hart gaat: de ouderenzorg. We hebben het over de meest kwetsbare ouderen die zorg nodig hebben, thuis of in het verpleeghuis. De Koning gaf gisteren in zijn troonrede aan dat door de zorgakkoorden die zijn gesloten de zorg toegankelijk, betaalbaar en goed moet blijven in ons land en dat er voor ouderen gewerkt moet worden aan meer zelfstandige woonvoorzieningen en goede zorg dichtbij. Maar dan zijn we er nog niet. Want, ja, we moeten de zorgkosten beheersbaar houden. En ja, het kan ook echt effectiever en efficiënter. Maar nee, ik geloof niet dat we dat gaan bereiken door te bezuinigen terwijl we tegelijkertijd een transitie inzetten om de zorg betaalbaar te houden. Een deel van de bezuinigingen op de ouderenzorg is geschrapt en daar ben ik blij mee. Maar een ander deel staat nog. Zoals ActiZ ook al aangeeft, hebben die bezuinigingen een enorme financiële impact en zullen ze de herinrichting van de ouderenzorg eerder vertragen dan versnellen. Ik zou graag van het kabinet willen horen hoe het het luiden van de noodklok door ActiZ en vele bezorgde ouderenzorginstellingen duidt. Is voorkomen hier niet veel beter dan genezen?
De grootste post voor dit soort instellingen zijn de loonkosten, die goed zijn voor zo'n 80%. Wat gebeurt er als ouderenzorgorganisaties die niet meer kunnen betalen en straks mensen moeten ontslaan? Er zijn organisaties die hier al serieus over nadenken. Dit terwijl er al een enorm tekort is. Waar moeten mensen heen als er niet voldoende woon-zorgvoorzieningen zijn en er ook te weinig verpleeghuisplekken zijn? Waar laten we onze kwetsbare ouderen dan? Er is ook nog steeds sprake van een korting op de huisvestingskosten. Het is al bijna onmogelijk om zorgvastgoed kostendekkend te realiseren. Als je als kabinet vasthoudt aan die bezuinigingen, dan moet je ook oplossingen bieden. Welke zijn dat dan, vraag ik aan het kabinet.
Dan de enorme druk op mantelzorgers. Velen van hen zijn vrouw en werken parttime. Enerzijds wil het kabinet dat we meer fulltime gaan werken, maar anderzijds komt er veel meer zorg neer op mantelzorgers, omdat ouderen langer thuis moeten blijven wonen. Hoe dan, wil ik graag van het kabinet weten. In de troonrede zei de koning dat mantelzorgers van onschatbare waarde zijn, en dat zijn ze ook. Maar waar blijkt dat dan uit? Ik roep het kabinet echt op om nog eens goed na te denken over de politieke keuzes die over dit onderwerp zijn gemaakt. Want onze meest kwetsbare ouderen hebben ons nodig. Ze hebben altijd voor ons gezorgd, en als het moment van zorg daar is, horen wij er voor hen te zijn.
Voorzitter. Van de ouderen ga ik even naar de jongeren. Ik heb al eerder in een debat gezegd dat ik toch teleurgesteld ben over de Hervormingsagenda Jeugd. Papier is geduldig, maar de uitvoering laat vaak te wensen over. Ik heb er de afgelopen periode veel over gezegd en ik zal dat niet herhalen, maar ik voorzie nog steeds zware tijden voor de zorg voor onze kwetsbare kinderen en jongeren. Gelukkig zijn er in dit huis hele goede collega's die hier verder voor willen blijven strijden, want onze kinderen verdienen goede zorg, begeleiding en ondersteuning. Maar één ding wil ik nog wel vragen met betrekking tot suïcidepreventie. In een eerder debat hierover waren staatssecretaris Van Ooijen en ik het eens: elke suïcide is er één te veel. Daarom heb ik gevraagd om het telefoonnummer 113 van 113 Zelfmoordpreventie gratis te maken. Ik begrijp dat er binnenkort een onderzoek start naar hoe dit het beste aan te pakken is qua techniek en kosten. Dat is mooi, maar het gratis maken van het nummer 113 kost eenmalig tussen de 300.000 en 1 miljoen euro. Het kan vele levens sparen. Ik wil graag van het kabinet weten wat de stand van zaken is en of het geld dat nodig is ook gereserveerd is. Dat kan ik namelijk niet vinden in de begroting.
Voorzitter. Ik heb nog heel veel vragen en ik zou eigenlijk nog heel veel willen regelen en veranderen, maar we hebben een demissionair kabinet en er komt binnenkort ook een nieuwe Tweede Kamer. Ik ga dus afronden. Dit is de derde keer dat ik de Algemene Politieke Beschouwingen mag doen, en het is ook de laatste keer. Ik sta hier eerlijk gezegd met gemengde gevoelens. Ik ben opgelucht dat het voorbij is, maar ook dankbaar en blij dat ik dit als volksvertegenwoordiger tweeënhalf jaar heb mogen doen. Ik kan zeggen dat ik opgelucht ben omdat je als volksvertegenwoordiger onderhevig bent aan haat, frustratie en scheldpartijen op social media, of omdat ik me suf erger aan het elkaar vliegen afvangen, aan populisme en opportunisme. Maar als ik heel eerlijk en heel persoonlijk ben, dan ben ik vooral opgelucht omdat ik het gevoel had dat ik niet meer mezelf kon zijn. Van nature ben ik optimistisch, positief en oplossingsgericht. Ik hou van mensen en ik zie graag het goede in anderen. Ik geef ook graag vertrouwen. Maar sinds mijn politieke avontuur voelde ik me steeds meer terneergeslagen en onzeker. Ik vond mensen eigenlijk helemaal niet meer zo leuk en ik wist ook niet meer wie ik wel of niet kon vertrouwen. Ik voelde me mislukt, want ik was veel te inhoudelijk, zoals journalisten zeiden, en dus veel te saai om persaandacht en dus zichtbaarheid te krijgen. Maar dat is wel nodig om het zogenaamd goed te doen in de ogen van de schreeuwende minderheid. Door al dit soort zaken heb ik de afgelopen tweeënhalf jaar heel vaak gedacht: in wat voor vreselijke samenleving leven wij? Ik heb geworsteld, want ik wilde dicht bij mezelf blijven, maar in dit politieke klimaat werd dat continu afgestraft. Dat deed veel met mij. Het heeft mij diep geraakt. Het doet je continu twijfelen aan jezelf.
Maar u hoort het: ik praat gelukkig in de verleden tijd. Want het moment dat ik kenbaar maakte dat ik niet door zou gaan in de politiek, gaf rust en ruimte, rust en ruimte om afgelopen zomer ook even te kunnen reflecteren en terug te kunnen kijken. De Haagse bubbel, de omgangsvormen hier, de vreselijk ongenuanceerde negativiteit en persoonlijke aanvallen op social media zijn gelukkig niet de werkelijkheid. Dat is niet hoe de samenleving er grotendeels uitziet. Nu ik weet dat ik weer terugga naar een normaal leven, voel ik dankbaarheid en trots. Ik voel trots, omdat ik met mijn geweldige team veel voor elkaar heb gekregen en omdat we terug kunnen kijken op mooie resultaten met heel veel lieve collega's die ook de inhoud vooropzetten. Ik ben blij, omdat ik zo veel mooie, lieve en bevlogen mensen heb mogen ontmoeten, niet alleen hier in dit huis, maar ook daarbuiten. Dank daarvoor. Die mooie ervaringen neem ik met mij mee in een nieuwe fantastische baan en in mijn hart.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Mevrouw Simons, BIJ1.
Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Ik zou graag een interruptie willen wijden aan een woord van dank aan mevrouw Den Haan, niet alleen voor de openhartigheid, en dus ook kwetsbaarheid, die zij zojuist heeft laten zien en waarmee zij hopelijk ook een voorbeeld is voor anderen. Het is zeer moedig om kwetsbaar te zijn. Het is zeer moedig om de waarheid te spreken, zeker in dit huis. Ik ben zo ontzettend blij dat mevrouw Den Haan niet alleen ons hier in de Kamer en iedereen in vak-K, maar hopelijk ook de mensen thuis heeft laten zien dat het wel degelijk loont om een positief mens met een open hart te zijn. Ik gebruik deze interruptie om haar enorm te bedanken voor de fijne samenwerking in de afgelopen tijd en ik wil haar ook heel veel succes wensen bij al wat zij gaat doen. Ik hoop dat de nieuwe Kamer af en toe nog zal stilstaan bij de woorden die zij zojuist heeft gesproken. Dank u wel.
De voorzitter:
Ik wil de vergadering even heel kort schorsen, tien minuutjes. Dan geef ik daarna het woord aan mevrouw Simons. Ik schors de vergadering even voor tien minuutjes.
De voorzitter:
Ik geef het woord aan mevrouw Simons van BIJ1. De minister-president is precies op tijd.
Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Dank u wel, voorzitter. Gisteren haalde de minister van Financiën de filosoof Hannah Arendt aan bij het aanbieden van de Miljoenennota. Ze zei: "De vrijheid om vrij te zijn, wordt bepaald door het vrij zijn van armoede en van angst." Een mooi citaat; de woorden raken aan het hart van waar BIJ1 voor staat: vrijheid om vrij te zijn van armoede en angst. Maar onder het neoliberale beleid van onder andere dit kabinet en zijn voorgangers zitten mensen juist meer gevangen in armoede en angst. Wat de neoliberale politiek heeft gedaan, is jarenlang afbraakbeleid voeren op basis van ontmenselijking, wantrouwen, winstbejag. Het is een eeuwenoude erfenis van twee systemen die onze samenleving ongelijk en onze planeet onleefbaar maken. Die twee systemen zijn het kapitalisme en het kolonialisme. Daar hebben we allemaal last van. Ik ga vandaag nog één keer proberen om dat uit te leggen.
Precies twee jaar geleden stond ik hier tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen te vertellen over het slavernijverleden van mijn overgrootmoeder. Ik durf met trots te zeggen dat dit heeft bijgedragen aan de excuses van de Nederlandse Staat en de koning voor het slavernijverleden. Dat laat zien dat "niets over ons zonder ons" meer dan een keuze is en meer dan een leuze is. Het is de sleutel tot verandering. Het is het belang van representatie. Deze historische overwinning hebben we te danken aan de jarenlange strijd van tot slaaf gemaakten en hun nazaten. Aan allen die ons voorgingen, wil ik hier vandaag zeggen: grantangi, masha danki, dank u wel, thank you.
Met de excuses kwam er erkenning voor mijn overgrootmoeder, maar voor mijn kleindochter begint het nu pas. Er werd gezegd: "Achter het slavernijverleden staat geen punt, maar een komma." En er werd gezegd: "We zullen stappen zetten na die komma." Maar de gemaakte excuses hebben helaas nog niet geleid tot herstelmaatregelen, die, wat BIJ1 betreft, nog belangrijker zijn dan de excuses zelf. De woorden verliezen namelijk hun betekenis als ze niet worden bekrachtigd met concrete maatregelen die de levens verbeteren van nazaten van tot slaaf gemaakten en andere mensen die te lijden hebben gehad onder Nederlands kolonialisme.
Voorzitter. "Na de komma" begint nu, en toch zien we er niets van. Dat is ook logisch, want hoe kun je helen van een verleden dat nog altijd in stand wordt gehouden? Het is geen zwarte bladzijde, maar een heel boek, dat ook vandaag de dag nog geschreven wordt. Hoe kunnen we helen van systemen die ons dagelijks leven nog steeds regeren? Hoe kunnen we helen van pijnen van het verleden als de koloniale manier van denken nog altijd voortleeft in maatschappij en overheid? We zien er dagelijks de uitwassen van, ook hier in dit huis. Hoe kunnen we helen als het beeld aanhoudt dat mensen uit voormalige koloniën en andere mensen van kleur onbetrouwbaar, ondankbaar, lui of onmenselijk zijn, als je over hen wel mag zeggen wat je over anderen niet mag zeggen, en als het beeld aanhoudt dat winst maken ten koste van mensenlevens nog steeds oké is? Hoe kun je helen als beleid gebaseerd is op wantrouwen, in mensen van kleur, in moslims of in mensen met lage inkomens, en als dat zich uit in een toeslagenschandaal en het wijdverbreide gebruik van etnisch profileren? Hoe kunnen we helen als personen van kleur, mensen met lage inkomens, mensen met beperkingen en mensen uit queergemeenschappen worden uitgebuit en ontmenselijkt? Hoe kunnen we helen als hun levens stelselmatig ondergeschikt worden gemaakt aan winstbejag?
Excuses voor het wegrukken van mensen van hun thuis worden waardeloos als woningen een handelsproduct blijven en mensen niet eens een veilig dak boven hun hoofd hebben. Excuses voor het gedurende 400 jaar ontvoeren van mensen worden waardeloos als je de nazaten van tot slaaf gemaakten nog steeds de illegaliteit in duwt, door bijvoorbeeld te weigeren om ongedocumenteerde Surinamers die hier al decennialang thuis zijn, hun verblijfsvergunning te geven.
Voorzitter. Als je enerzijds excuses aanbiedt voor meer dan 400 jaar gedwongen migratie maar anderzijds fort EU in stand houdt, dodelijke migratiedeals sluit, illegale pushbacks financiert, grensgeweld toelaat en verschrikkelijke azc's organiseert, is mijn vraag: wat betekenen die excuses werkelijk? Als je enerzijds excuses aanbiedt voor meer dan 400 jaar grof geweld en mishandeling maar anderzijds racistische politieagenten het alleenrecht geeft op geweld, en vreedzame demonstranten niet veilig zijn, zoals we zien bij Extinction Rebellion en anti-Zwarte Pietdemonstraties, is mijn vraag: wat betekenen die excuses dan? Je kunt niet excuses aanbieden voor het eeuwenlang opsluiten van kinderen en opbreken van gezinnen en tegelijkertijd beleid voeren dat de jeugdzorgsector omvormt tot een goudmijn voor private-equitybedrijven, waarbij weerloze jongeren te maken krijgen met geweld en opsluiting in plaats van met liefde en zorg. Ook dat maakt excuses waardeloos. En als jij enerzijds excuses aanbiedt voor 400 jaar uitbuiting en verwoesting van het land in de voormalige koloniën en het globale Zuiden, maar anderzijds exact diezelfde plekken blijft plunderen en ontwrichten voor grondstoffen, onze groene transitie en economische winsten, wat betekenen excuses dan?
Voorzitter. Ik hoop dat het duidelijk is dat ik hier spreek over hypocrisie. Dat lijkt een beetje het woord van vandaag. Het is de hypocrisie van mooie woorden als vrijheid, vrijheid van armoede en angst, van "sorry voor wat we deden", maar ondertussen storten we met dezelfde gezwinde spoed dit land de verdoemenis in. Heling kan niet zonder herstel. "Na de komma" is nu, en BIJ1 heeft voorstellen voor hoe we tot herstel en heling kunnen komen.
Om te beginnen pleit BIJ1 voor een consensusrijkswet herstelmaatregelen. Zo'n herstelwet zorgt ervoor dat de grote ongelijkheid en de gevolgen van kolonialisme en slavernij worden hersteld, waarbij de samenlevingen waarover het gaat ook echt aan het roer staan. Binnen het Koninkrijk moet het herstelpakket in samenspraak met de eilanden worden opgesteld en kan het CARICOM-tienpuntenplan dienen als leidraad. Met een duurzaam bindend beleid, dat is vastgelegd in wetgeving, zorgen we er ook voor dat herstel niet afhangt van de goodwill van een kabinet. Nederland draagt daarbij de verantwoordelijkheid om te zorgen voor voldoende en structurele financiering. Herstel behoeft veel meer dan een fonds van 200 miljoen euro voor bewustwording.
BIJ1 wil beleid dat visumvrij reizen tussen Nederland en de voormalige koloniën mogelijk maakt, zoals dat bijvoorbeeld in Spanje het geval is. BIJ1 wil beleid dat het AOW-gat van Surinaams-Nederlandse ouderen op een menswaardige manier dicht en niet uitgaat van een schamele compensatie terwijl er in de begroting van Sociale Zaken meer dan voldoende ruimte is om de huidige compensatieregeling substantieel te verhogen.
BIJ1 wil dat de regering verblijfstitels toekent aan de ongedocumenteerde Surinaamse Nederlanders die al decennialang in ons land wonen en hier thuis zijn, hun kinderen, hun kleinkinderen hebben. BIJ1 wil ook meer en uitgebreider onderzoek naar kolonialisme en slavernij in de Oost, naar de vele slachtoffers onder inheemse volkeren en andere gemeenschappen die te lijden hebben gehad onder het Nederlandse koloniale bewind. Zij zijn in het gesprek van de afgelopen jaren nog maar weinig aan het woord geweest, maar ook voor hen geldt: zonder heling geen herstel.
BIJ1 wil veranderingen in het onderwijs. Tot op de dag van vandaag wordt in ons onderwijs een eenzijdig verhaal vertaald over het koloniaal en slavernijverleden. Het immense tekort aan collectieve kennis over de gruwelijkheden uit onze geschiedenis versterkt helaas het onbegrip en de vijandigheid jegens postkoloniale groepen. Het gebrek aan bewustzijn houdt eeuwenoude koloniale denkbeelden, systemen, racisme en terreur jegens mensen van kleur in stand. Dat zien we terug in ons onderwijssysteem zelf, waarbij we kinderen op 12-jarige leeftijd al indelen in de sociale klasse waarin zij de rest van hun leven door zullen moeten brengen. Dit heeft grote impact, vooral ook op zwarte kinderen en kinderen van kleur, zeker in het licht van de stelselmatige onderadvisering. De gevolgen van ons koloniaal en slavernijverleden leiden, in de woorden van filosoof Warndorff, vanaf het onderwijs tot geïnstitutionaliseerde apartheid.
BIJ1 wil dat racisme in de zorg uiterst serieus wordt genomen. Zwarte mensen en mensen van kleur worden nauwelijks meegenomen in medisch onderzoek. Dat leidt tot gebrekkige medicatie en vele bijwerkingen. Racisme bij behandelaars en in medische richtlijnen zorgen ervoor dat diagnoses niet, te laat of verkeerd worden gesteld. Het kost mensenlevens. Bovendien worden zorgmedewerkers van kleur te weinig beschermd tegen discriminatie en racisme op de werkvloer. Dat zijn slechts een paar van de vele voorbeelden waarin zwarte mensen en mensen van kleur gezondheidsschade lijden. Daarnaast heeft de Nederlandse overheid tot nu toe jammerlijk gefaald met het gezondheidsbeleid op Saba, Statia en Bonaire.
BIJ1 wil beleid dat erkenning geeft aan het feit dat alles met elkaar verbonden is. Je kunt niet shoppen in spirituele wijsheden als "Ubuntu" als je niet bereid bent daar ook lading aan te geven. De ene sociale kwestie werkt de andere in de hand. Het gebrekkige beleid rondom de volksgezondheid van Bonaire, Statia en Saba is namelijk slechts een van de vele duidingen van de ongelijkwaardige relatie binnen het Koninkrijk, een relatie waarbij Nederland aan de ene kant de touwtjes in handen houdt en Aruba, Curaçao, Sint-Maarten, Statia, Saba en Bonaire aan de andere kant achterblijven met een nog altijd ondergeschikte positie. De Nederlandse regering moet echt stoppen met accepteren dat de levensstandaard in het Caribisch gedeelte van het Koninkrijk drastisch en desastreus lager is dan in Nederland. Maar 400 jaar kolonialisme en slavernij hebben ervoor gezorgd dat erbarmelijke levensstandaarden voor zwarte mensen niet dezelfde gevoelde urgentie creëert als voor witte mensen. Daar kun je excuses voor aanbieden, maar mijn vraag is: waar blijft het herstel?
Voorzitter. Het mag duidelijk zijn dat herstel niet alleen gaat over nazaten van tot slaaf gemaakten, want kolonialisme en kapitalisme zijn verwoestend voor ons allemaal. Excuses voor meer dan 400 jaar uitbuiting en mishandeling van mens, dier en planeet dienen dan ook te leiden tot herstel voor ons allemaal. Zoals we de afgelopen jaren hebben gezien zijn de crisissen in dit land immers eindeloos, met de doorwerking van het koloniaal verleden, de tirannie van het kapitalisme als basis, van gebrekkige transgenderzorg tot aan discriminerende algoritmes, van de uitbuiting van arbeidsmigranten tot het criminaliseren van sekswerk, van torenhoge studieschulden tot aan een onleefbaar minimumloon, van miljarden aan fossiele subsidies tot het vergroten van klimaatracisme en van politiegeweld tot aan een toeslagenschandaal. Winstbejag en xenofobie staan in elke crisis centraal. Zolang we al deze crises niet aan durven pakken bij de wortel, de radix, zullen we als samenleving pleisters blijven plakken op botbreuken en zullen we nooit vrijkomen van armoede en angst. De enige manier om los te breken van de vicieuze cirkels van armoede en angst, van bestaansonzekerheid en onrechtvaardigheid, is herstel en heling van kolonialisme en kapitalisme. Met de excuses van het slavernijverleden kwam er erkenning voor m'n overgrootmoeder, maar voor m'n kleindochter begint het nu pas.
"Na de komma" begint nu. En dus blijft BIJ1 vechten voor systeemverandering, voor herstel, en voor heling. En gelukkig staan we niet alleen in die strijd. Alles wat wij doen, bereikt hebben of krijgen, komt voort uit een collectief denken, dromen en weten. We bouwen op de schouders van reuzen uit verleden en heden. We bouwen op het belangrijke werk van activisten, de grass roots, het maatschappelijk middenveld en de semioverheidsinstanties zoals de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme. En dat is hoe politiek zou moeten zijn. De leiding durven volgen van de mensen die de noodzaak van systeemverandering leven. Niets behoort aan ons alleen. Alles was altijd al van ons.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Simons. Ik geef het woord aan de heer Van Haga, Groep Van Haga.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Voorzitter. De almachtige staat is een woekerend gezwel dat steeds groter wordt en onze samenleving necrotiseert. De vrijheid van mensen wordt steeds verder ingeperkt. De belastingen worden steeds hoger, de indoctrinatie steeds feller en de controle steeds groter. Het laatste beetje decorum is weggevallen. De overheid is er niet voor u, maar voor de staatskas. Is belastingheffing diefstal? Op deze manier wel. Steeds meer mensen komen aan het staatsinfuus te hangen onder het mom van koopkrachtreparatie en gelijkwaardigheid. Dat noemt het kabinet dan brede welvaart. Maar gratis geld bestaat niet. Het is slechts een synoniem voor afhankelijkheid. Het is moderne slavernij. De staatsmedia spuugt dag in, dag uit dezelfde leugens over ons uit, over corona, over het klimaat, over stikstof, over Oekraïne, over kansenongelijkheid en over vermogensverschillen die moeten worden bestreden. We zullen branden in het vagevuur als we niet stoppen met vliegen, autorijden, vlees eten, kinderen maken of CO2 uitademen. We worden wijsgemaakt dat je geen man of vrouw meer bent, maar iemand met of zonder baarmoeder wiens of wier lichaam toebehoort aan het collectief, aan de staat.
Voorzitter. Woke is gewoon een andere naam voor communisme en als wij ons als volk verder laten verzwakken en hieraan toegeven, is de ondergang van het Avondland een feit. Dan kabbelen we een dystopische controlestaat binnen die gevaarlijker zal zijn dan ooit tevoren, omdat digitale controle ieder verzet kan voorkomen. De glazen huizen van Jevgeni Zamjatin, in 1920 zo mooi beschreven in zijn roman Wij, zijn elektronisch al gerealiseerd. Elk geluid dat niet overeenkomt met het overheidsnarratief kan gewoon worden uitgezet. Het wordt gecategoriseerd als nepnieuws en door de staat actief gecanceld. Ambitie is een vies woord geworden. Creativiteit wordt bestreden, op succes staat een boete en middelmatigheid is de norm. Mensen worden 24 uur per dag gevolgd en vredig in een testosteronloze slaap gesukkeld. En langzaam worden we steeds wakker. We worden zo bang gemaakt dat we ieder risico willen uitsluiten. Uiteindelijk zullen we denken dat we gelukkig zijn zonder liefde, zonder verlangen, zonder bezit in onze eigen kleine veilige gevangenis, veilig beschermd door de staat.
Het is nog niet te laat. BVNL ziet een prachtige toekomst voor Nederland en die ligt binnen ons bereik. Maar dan moeten we wel accepteren dat onze welvaart is opgebouwd door sterke, hardwerkende Nederlanders op basis van barmhartig kapitalisme in een samenleving waarin ambitie een deugd is, succes applaus kreeg en verschillen gevierd worden. Een samenleving met belastingen die minimaal zijn en moreel te rechtvaardigen, met een overheid die klein en efficiënt is en alleen zaken regelt die we wel samen moeten doen: ziekenhuizen, scholen, wegen, openbaar vervoer, water, energie en natuurlijk onze krijgsmacht. Soeverein, want wij Nederlanders zijn eigenaar van een prachtig land en wij kunnen alles zelf.
Voorzitter. Hoe gaat BVNL dat doen? Dat is simpel. De overheid is het probleem en niet de oplossing. We moeten zo snel mogelijk toewerken naar een kleine, betrouwbare en transparante overheid. De overheid groeit als een gezwel terwijl de inefficiëntie toeneemt. Daarom moet er gesneden worden in eigen vlees. Kan de premier aangeven waarom er geen plannen zijn om te bezuinigen op de overheid zelf?
Ten tweede. Werken moet weer lonen. De belastingen moeten voor iedereen omlaag en het toeslagenstelsel moet verdwijnen, zodat de armoedeval wordt opgeheven. Belastinggeld smijten naar mensen die door diezelfde overheid in armoede terecht zijn gekomen, is volstrekt onacceptabel. Kan de premier aangeven waarom Nederland nog steeds het enige land is waar je meer geld krijgt als je op de bank zit te netflixen dan wanneer je voor het minimumloon gaat werken? Wat is het morele waardeoordeel van de premier over een overheid die het presteert om verkeersboetes te verhogen om de gaten in de eigen begroting te dichten?
Ten derde. BVNL wil een asielstop. Nederland is vol en de eigen bevolking neemt juist af. De zorg, het onderwijs en de woningmarkt staan onder druk door de toestroom van nieuwe mensen. Waarom weigeren we niet gewoon een asielaanvraag aan asielzoekers die via een veilig land zijn binnengekomen?
Ten vierde. BVNL wil de erf- en schenkbelasting afschaffen. 25% van de Nederlandse familiebedrijven kan de overdracht op de volgende generatie niet eens betalen. Wat vindt de premier van het idee om de erf- en schenkbelasting af te schaffen?
Ten vijfde. BVNL wil voorkomen dat we in een controlemaatschappij veranderen. Kan de premier reflecteren op de risico's van een Europese digitale identiteit en de central bank digital currency? Kan hij garanderen dat cashgeld gewoon een wettig betaalmiddel blijft?
Ten zesde. BVNL wil dat de stikstofdwaling van tafel gaat. Boeren, vissers en bouwers worden knettergek van dit verzonnen probleem en onze voedselsoevereiniteit komt in gevaar. BVNL wil ook dat ouderen weer het respect krijgen dat ze verdienen. Is de premier bereid de pensioenen eerlijk te indexeren met de werkelijk behaalde rendementen?
Tot slot. Laten we afspreken dat we ons nooit meer door de overheid laten gijzelen voor een virus. Nooit meer lockdowns, avondklok, verplichte vaccinaties, schoolsluitingen, coronatoegangsbewijzen, zinloze mondkapjes en schendingen van onze grondrechten. Kan de premier aangeven of hij zelf eigenlijk wel een parlementaire enquête wil, zodat het recht zijn loop kan hebben? En waarom wordt vaccinatieschade in de relatie tussen vaccinatie en oversterfte nog steeds niet onderzocht? Zit er een grens aan de zorgkosten per persoon, die nu bijna €7.500 per jaar bedragen?
Voorzitter. Een regering die alle morele grenzen overboord zet, verdient geen steun meer. Gelukkig vindt op 22 november ons enige bindend referendum plaats en kan de macht weer terug naar het volk. Daarna moet Nederland weer soeverein worden, zonder inmenging door enge ongekozen elitaire clubjes, zoals het World Economic Forum, de WHO en de VN. Nederland moet weer vooroplopen doordat Nederlanders in vrijheid gaan doen waar ze goed in zijn: hard werken, ambitie tonen, op tijd komen, sober leven, sparen en investeren, risico's nemen, bedrijven starten en ondernemen. Nederland voorop en vooruit, in het belang van Nederland!
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Haga. Dan geef ik het woord aan de heer Omtzigt.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Voorzitter. Allereerst een woord van dank aan Sylvana Simons. Er wordt hier weleens gezegd dat je geen kleine fracties moet hebben, maar ze voegen echt iets toe aan het parlement. Ik ben het vaak met haar oneens en dat blijf ik ook, maar het voegt wel iets toe aan het debat om dat andere geluid hier te hebben. Dank je.
Voorzitter. Bestaanszekerheid: het woord kwam eindelijk in de troonrede. Het staat al 40 jaar in de Grondwet. Nederlanders hebben steeds meer moeite om het eind van de maand te halen. De officiële armoedestatistieken laten het niet zien. Die laten een daling zien. Maar het Rode Kruis zegt dat er hier in werkelijkheid 400.000 mensen in voedselarmoede leven. Het is nog erger. 10.000 gezinnen zitten al zeven jaar onder het bestaansminimum, onder de bijstandsuitkering, vanwege een rare samenloop van allerlei regelingen. Ik zou daar urenlang uitleg over kunnen geven. Het gaat tot 2028 duren om dat op te lossen. Deze mensen worden niet benaderd, terwijl we weten dat zij hun eten niet kunnen kopen. Is de regering bereid om deze mensen nog dit jaar aan te schrijven en in ieder geval die mensen die onder de Toeslagenwet vallen — dat is een uitkering van het UWV — rechtstreeks aan te bieden om het inkomen aan te vullen tot het bijstandsniveau, het minimumniveau in een nette samenleving?
Voorzitter. We praten hier vaak over het minimumloon. Nederland heeft een hoog minimumloon. Als je over bestaanszekerheid wilt praten, moet je niet alleen kijken naar het inkomen, maar ook naar de uitgaven. We hebben de afgelopen jaren de basisvoorzieningen overgelaten aan de ongetemde krachten van de neoliberale markt. Het gas uit Groningen is niet gebruikt voor de leveringszekerheid en de betaalbaarheid van de Nederlandse gebruikers. Hoever staat het met de plannen om het gas dat nog vanuit de Noordzee gewonnen wordt daar wel voor te gebruiken? Want toen er een crisis was, hadden wij ons gas tegen een vaste prijs — of een iets variabelere prijs — verkocht en moesten we het tegen woekerprijzen op de internationale markten inkopen.
Voorzitter. Collega Simons noemde het al: de jeugdzorg wordt geregeerd door investeringsmaatschappijen, maar dat is niet anders voor huisartsen, dierenartsen, woningbouwcorporaties of de kinderopvang. Zij maken woekerwinsten op onze publieke voorzieningen. Ik zou graag, net zoals we dat bij het bestaansminimum hebben gehad, een commissie willen hebben om ervoor te zorgen dat de fiscale regelingen waarvan ze gebruikmaken verdwijnen en dat er regulering komt, zodat er prijzenmaxima komen en het niet meer volledig aan de markt wordt overgelaten, maar het ook niet volledig wordt genationaliseerd, zeg ik erbij. Er is meer te zeggen over bestaanszekerheid — voorraadvorming, schulden, die de heer Dassen ook al noemde, en een vereenvoudiging van ons stelsel — maar daar kom ik een andere keer op terug.
Voorzitter. Als wij er woningen bij willen krijgen, moeten we één ding doen. We komen op dit moment 390.000 huizen tekort. Als wij de woningnood willen oplossen, dan kunnen we niet toelaten dat er zo'n grote migratiestroom is: 107.000 mensen in 2021 en 223.000 in 2022. Als je 70.000 woningen per jaar bouwt, lopen je wachtlijsten alleen maar op. Het kabinet zoekt steun voor de grote transities die het doet. Maar het kabinet moet beseffen dat, als het een transitie over 30 jaar doet, het de steun daarvoor volledig zal verliezen als een gezin morgen niet kan eten of als een gezin de komende vijf jaar geen woning kan vinden. Is de regering bereid om de arbeidsmarktmaatregelen, waarover overeenstemming bestond in het kabinet, door te voeren, zodat de arbeidsmigratie afneemt? Is het bereid om de studiemigratie te beperken? De studie bestuurskunde aan de Universiteit Twente is nu in het Engels, terwijl iedereen in het openbaar bestuur toch echt Nederlands spreekt. Is het bereid om daar echt maatregelen tegen te nemen? En is het bereid om te kijken hoe je naar maximaal 50.000 totale migratie zou kunnen komen? Nee, migratie gaat niet naar nul, zeg ik tegen een aantal mensen. Maar dit gaat over studie-, arbeids- en asielmigratie bij elkaar. De Staatscommissie Demografische ontwikkelingen zal vast laten zien dat wij, bij stromen van 100.000 tot 200.000 mensen, rond 2050/2060 22 miljoen inwoners of iets in die regio zullen hebben. Dan moeten we elke twee à drie jaar een stad zo groot als Utrecht erbij bouwen.
Voorzitter. Dan het bestuur. De regering begon de troonrede over de slachtoffers van het gas en de slachtoffers van het kinderopvangtoeslagschandaal. Een rechtsstaat is duur, een rechtsstaat is kostbaar. Maar weet u wat nog duurder is? Geen rechtsstaat. Het is niet alleen duur voor de slachtoffers, maar het is duur door de miljarden compensatie die je moet betalen en het is duur omdat je het vertrouwen als overheid verspeelt. Welke lessen heeft de regering nu getrokken uit deze schandvlekken van de afgelopen jaren? Welke wil zij nog oplossen?
Mag ik een hele kleine geven? Het lijkt symbolisch, maar na 22 november zijn er nieuwe kansen. Want ik ruik verandering. Ik zie de zonnestralen van iets anders doorkomen. Maar begin eens met iets minder spin. Het aantal voorlichters is opgelopen van 500 naar 800. Er zijn nu meer voorlichters binnen de rijksoverheid dan u, voorzitter, leidinggeeft aan ambtenaren in de Tweede Kamer. Laat dat tot u doordringen. Wil de regering eens beginnen daar de komende twee jaar 100 fte van af te halen via een nota van wijziging? Dan maken we die kleine stap en dan kunnen we de grotere stappen nemen na 22 november.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Omtzigt. Dan geef ik tot slot het woord aan mevrouw Gündoğan.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Volgend jaar is er iets meer tijd en is het iets eerder op de avond.
Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):
Dank u wel, voorzitter. Dit zijn mijn laatste APB. Ik vind het een grote eer om Kamerlid te mogen zijn, maar ik betreur tegelijkertijd dat ik er niet alles uit heb kunnen halen wat erin zat. Maar bij de pakken neerzitten, is niet aan mij besteed. Ik heb een aantal punten, dus ik ga er vanwege de tijd snel doorheen.
Eén. Precisiefermentatie. Ik ben blij dat verschillende verkiezingsprogramma's stilstaan bij deze waanzinnige technologie. Ik ben er dus gerust op dat deze Kamer dit belangrijke dossier straks zal continueren. Om klimaat aan te pakken, dienen we namelijk zo snel mogelijk te stoppen met koeien en kolen. Beide zijn grootvervuilers. Ik ben daarom verheugd te zeggen dat vandaag de brief van ngo RePlanet, mede door meerdere voormalige Eurocommissarissen en Nobelprijswinnaars ondertekend, is aangeboden ...
De voorzitter:
Mag het iets zachter in de zaal? Gaat uw gang, mevrouw Gündoğan.
Mevrouw Gündoğan (Lid Gündoğan):
... aan de Europese Commissie om hier met 25 miljard euro een moonshotproject van te maken. Samen met onder anderen Hidde Boersma, een van de ambassadeurs van deze ngo, ga ik me na mijn Kamerlidmaatschap voor deze ngo inzetten.
Dat is niet het enige wat ik ga doen. Dat is punt twee. Samen met een van de beste producenten van ons land, zijnde San Fu Maltha, u mogelijk bekend van de films Oorlogswinter, Zwartboek en Süskind, ga ik een documentaire over migratie maken. In deze documentaire zullen wij de mythes debunken. Want zowel politiek rechts als politiek links maken zich schuldig aan verhalen die niet stroken met de feiten. Hierdoor wordt belastinggeld stukgeslagen op slecht beleid. Slecht beleid gaat niet alleen ten koste van de vluchteling, maar ook van de belastingbetaler.
Dan wil ik nog even stilstaan bij punt drie: de parlementaire kracht. Onze parlementaire democratie is afhankelijk van haar kracht, die gepaard gaat met haar omvang. Die omvang strookt al tijden niet meer met de omvang van onze populatie. Ik ben blij dat meerdere partijen uitbreiding van het parlement nu in hun verkiezingsprogramma hebben staan. Op basis van gesprekken met deskundigen meen ik echter dat dit mogelijk ook zou kunnen worden opgelost zonder grondwetswijziging. Ik voel geen behoefte om, zogezegd, over mijn graf heen te regeren, maar ik denk dat de Kamer in de nieuwe samenstelling wel wil weten welke mogelijkheden er precies zijn om de Tweede Kamer versneld uit te breiden. Ik overweeg een motie op dit punt. Ik zou graag een reactie op dit idee van het kabinet willen.
Dan punt vier. Aanvankelijk wilde ik stilstaan bij het feit dat werken niet loont, dat armoede mij grote zorgen baart en dat een grondige herziening van het belastingstelsel, zoals beschreven door de hoogleraren Cnossen en Jacobs, belangrijker is dan ooit.
Maar afgelopen maandagavond laat veranderde een bericht deze inbreng. Ik wil stilstaan bij integritisme, dat op dit moment als een soort epidemie door ons land waart. Zo kreeg ik naar aanleiding van mijn aanwezigheid afgelopen maandag bij Vandaag Inside het bericht van een voetbalsupporter die lid is van een club in de eredivisie. Van de ene op de andere dag kreeg hij een clubverbod naar aanleiding van een anonieme melding van aanranding. Los van het persoonlijke leed, moest hij aantonen dat hij níét had aangerand. Dat kon hij gelukkig. Het interview afgelopen zaterdag in de Volkskrant met scheidend burgemeester Roest van de gemeente Bloemendaal laat zien dat 25% van onze burgemeesters bezig is met dergelijke kwesties. Dan het voorbeeld van de hoogleraar die een klacht van onveiligheid aan zijn broek krijgt en verantwoording mag afleggen. Wat had deze beste man gedaan? Toen hem opviel dat een van zijn studenten onvoorbereid in de collegebanken zat, heeft hij hem aangesproken en hem gevraagd waarom hij er dan wel was.
In het publieke domein, in het bestuurlijke domein, in het private domein, overal komen klachten als paddenstoelen uit de grond naar boven. Ze wurgen de mensen die hiermee te maken krijgen. Van een samenleving die uitgaat van de onschuldpresumptie, zijn we als we niet oppassen zo aan het veranderen in een samenleving gebaseerd op de schuldpresumptie. In het ergste geval heb je dan stamina, geld en advocaten nodig. Wanneer je een van die drie niet hebt, ben je vogelvrij. Heb je ze wel, dan is het kwaad alsnog geschied, met alle gevolgen van dien. Vele van mijn gesprekken met professor Geert-Jan Knoops gingen hierover. De waarborgen in het strafrecht, die er niet voor niets zijn, zijn buiten het strafrecht absent. Waar we in het strafrecht slachtoffers van zedenmisdrijven uitleggen dat aangifte niet mogelijk is zonder te getuigen, kunnen medesupporters, boze inwoners van de gemeente of luie studenten je het leven zuur maken. De slachtoffers van zedenmisdrijven moeten wél hun getuigenissen publiekelijk herhalen. Met persoonlijke grieven of vendetta's kun je de anonieme route bewandelen.
Ik vind dat het tijd is dat wij als parlement daar wat van gaan vinden, want het recht op een eerlijk proces is vastgelegd in onze Grondwet. Dit is nog niet zo lang geleden opgenomen onder artikel 17, maar het staat ook in het EVRM onder artikel 6. Dat geldt niet alleen voor het strafrecht, maar ook voor het civiel recht. Ook hierin wil ik niet over mijn graf regeren. Daarom overweeg ik een motie waarin ik vraag of het WODC hier met een gewogen advies kan komen over anoniem melden, maar ook over integriteitsbureaus, die veelal werken volgens het adagium: wiens brood men eet, diens woord men spreekt. Want slachtoffers van dergelijke onterechte publieke en persoonlijke schade zouden wat mij betreft behalve hun recht ook hun leed gecompenseerd moeten kunnen zien. Wellicht stopt dan dit doorgeslagen integritisme.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Gündoğan. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn aan de kant van de Kamer. Netjes voor 23.00 uur, zeg ik maar. Ik dank het kabinet voor de aanwezigheid, de woordvoerders, de mensen op de tribune en de mensen die het debat gevolgd hebben.
De voorzitter:
We gaan morgen om 10.15 uur weer verder.