Kernenergie
Opening
Verslag van een commissiedebat
De vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei en de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben op 12 februari 2025 overleg gevoerd met mevrouw Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei, viceminister-president, en de heer Jansen, staatssecretaris Openbaar Vervoer en Milieu, over Kernenergie.
De voorzitter van de vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei,
Thijssen
De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat,
Peter de Groot
De griffier van de vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei,
Nava
Voorzitter: Thijssen
Griffier: Teske
Aanwezig zijn dertien leden der Kamer, te weten: Beckerman, Bontenbal, Dekker, Eerdmans, Erkens, Flach, Grinwis, Kops, Kröger, Postma, Rooderkerk, Thijssen en Vermeer,
en mevrouw Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei, viceminister-president, en de heer Jansen, staatssecretaris Openbaar Vervoer en Milieu.
Aanvang 13.00 uur.
Kernenergie
Aan de orde is de behandeling van:
- de brief van de minister voor Klimaat en Energie d.d. 1 februari 2024 inzake stand van zaken van de nieuw te bouwen kerncentrales (32645, nr. 121);
- de brief van de minister voor Klimaat en Energie d.d. 29 februari 2024 inzake voortgang projectprocedures nieuwbouw kerncentrales en Programma Verbindingen Aanlanding Wind Op Zee (32645, nr. 122);
- de brief van de minister voor Klimaat en Energie d.d. 22 maart 2024 inzake programma-aanpak Small Modular Reactors (32645, nr. 123);
- de brief van de minister voor Klimaat en Energie d.d. 10 juni 2024 inzake antwoorden op vragen commissie over programma-aanpak Small Modular Reactors (Kamerstuk 32645-123) (32645, nr. 130);
- de brief van de minister voor Klimaat en Energie d.d. 28 maart 2024 inzake opties voor deelname van het Rijk in nieuwe kerncentrales (28165, nr. 420);
- de brief van de minister voor Klimaat en Energie d.d. 10 april 2024 inzake Borselse en Zeeuwse voorwaarden (32645, nr. 126);
- de brief van de minister voor Klimaat en Energie d.d. 16 april 2024 inzake reactie op de motie van het lid Erkens over een scenario voor een groter aandeel kernenergie bestaande uit ten minste vier grote kerncentrales (Kamerstuk 32813-1358) (32645, nr. 127);
- de brief van de minister voor Klimaat en Energie d.d. 29 mei 2024 inzake voortgang ontwikkeling nucleaire kennis- en innovatiestructuur (32645, nr. 128);
- de brief van de minister voor Klimaat en Energie d.d. 4 juni 2024 inzake verkennende gesprekken aandelen EPZ (32645, nr. 129);
- de brief van de minister van Klimaat en Groene Groei d.d. 11 september 2024 inzake locatie onderzoek nieuwbouw kerncentrales (32645, nr. 131);
- de brief van de minister van Klimaat en Groene Groei d.d. 22 november 2024 inzake stand van zaken van de nieuw te bouwen kerncentrales (32645, nr. 132);
- de brief van de staatssecretaris Openbaar Vervoer en Milieu d.d. 18 december 2024 inzake advies van de commissie MER over het milieueffectrapport wetsvoorstel Kernenergiewet ten behoeve van bedrijfsduurverlenging kerncentrale Borssele (32645, nr. 133);
- de brief van de minister van Klimaat en Groene Groei d.d. 29 januari 2025 inzake eerste bevindingen gebiedsverbinder kernenergie (32645, nr. 134);
- de brief van de minister van Klimaat en Groene Groei d.d. 4 februari 2025 inzake voortgang programma Small Modular Reactors (32645, nr. 136);
- de brief van de minister van Klimaat en Groene Groei d.d. 4 februari 2025 inzake voortgang ontwikkelingen nucleaire kennis- en innovatie infrastructuur (32645, nr. 135);
- de brief van de minister van Klimaat en Groene Groei d.d. 5 februari 2025 inzake voornemen oprichting deelneming voor kernenergie (32645, nr. 173).
De voorzitter:
Welkom bij deze vergadering van de vaste Kamercommissie voor Klimaat en Groene Groei. Welkom aan de minister. Aan de orde is een commissiedebat over kernenergie. Ik heet welkom aan de leden: de heer Dekker van Forum voor Democratie, de heer Flach van de SGP, de heer Eerdmans van JA21, mevrouw Rooderkerk van D66, die volgens mij zo weer aanschuift, mevrouw Postma van NSC, de heer Vermeer van BBB, mevrouw Kröger van GroenLinks-PvdA, de heer Erkens van de VVD, mevrouw Beckerman van de SP en de heer Kops van de PVV.
Ik ben Joris Thijssen van GroenLinks-PvdA, voorzitter van deze commissie. Ik moet zelf om 15.45 uur naar een plenair debat. Er is een e-mailinventarisatie geweest voor wie van de leden dan het voorzitterschap van mij kan overnemen voor de rest van het debat. Er waren geen reacties. Dat gaan we dus nu even regelen, want anders kunnen we niet beginnen met het debat. Wie kan het voorzitterschap even van mij overnemen als ik naar de plenaire zaal moet? Dat is om 15.30 uur, al ligt het eraan. Ik vermoed dat het uitloopt, maar we zullen zien. Dat weet ik niet.
De heer Erkens (VVD):
Dat kan ik wel doen, als de eerste termijn voorbij is.
De voorzitter:
Kijk, de heer Erkens kan het doen. Fijn. Dank u wel, meneer Erkens.
Het is volle bak, dus ik stel voor drie interrupties op elkaar, niet eens vier, want anders redden we niet. We gaan snel van start.
Meneer Dekker, tijd voor uw inbreng. O, sorry. Dat is ook zo. Voordat ik u het woord kan geven: u bent niet officieel lid van deze commissie, dus de andere leden moeten het oké vinden dat u het woord voert. Ik kijk dus even naar de commissieleden. Vooruit, zegt de PVV. Dus ga uw gang, meneer Dekker.
De heer Dekker (FVD):
Dank u wel, voorzitter. Is kernenergie de toekomst of het verleden? Eerst was het de atoombom op basis van uranium-235, ontwikkeld vanaf 1942 en succesvol getest op 16 juli 1945: de Trinity-test. Na de Tweede Wereldoorlog werd de atoombomtechnologie getemd en ingezet voor nucleaire energie. In eerste instantie militair — de eerste nucleaire onderzeeër werd in 1954 operationeel — maar niet lang daarna ook voor elektriciteitscentrales, in 1957, en voor vliegdekschepen, in 1961.
Hoewel kernenergie in veel landen, waaronder Frankrijk, al lange tijd wordt ingezet als energiebron, heeft het bij veel burgers nog altijd een slechte naam en lijkt het altijd verbonden met militaire toepassing. Kernenergie wordt door velen gezien als risicovol. Het is tenslotte gebaseerd op atoombomtechnologie. Met ingrediënten uit een kerncentrale is het maar een kleine stap naar de bom. Zijn er geen risico's op misbruik, terrorisme? Bovendien is er radioactief afval dat nog vele jaren actief blijft met hoge stralingsniveaus. Dat kan wel veilig worden opgeborgen, maar bestaan daar niet ook terrorismerisico's? Kolen, olie en gas mogen tegenwoordig niet meer in verband met CO2. Dit wat Forum voor Democratie betreft volstrekt ten onrechte. Met zonnepanelen en windmolens krijgen we de energievoorziening niet betrouwbaar voor elkaar, verwoesten we ons landschap, wordt het allemaal absurd kostbaar en valt de CO2-besparing nog tegen ook, wanneer je alles eerlijk meerekent.
Dus dan toch maar kernenergie? Daar is wat ons betreft geen haast mee, maar voor de lange termijn kan dit wel een aantrekkelijke route zijn, bijvoorbeeld met kleine modulaire systemen. In kernonderzeeërs en vliegdekschepen functioneren die al vele jaren zonder problemen, dus waarom niet voor civiele doeleinden? Maar hiervoor blijven velen huiverig. Daarom wijs ik hier graag op de technologie van thorium. De belangrijkste nadelen en gevoeligheden van klassieke kernenergie gelden niet voor thorium. Klassieke kerncentrales werken met uranium-235 waarbij plutonium als langdurig radioactief bijproduct ontstaat, dat benut wordt voor kernwapens. Thoriumcentrales daarentegen werken met thorium-232, dat overal op de wereld beschikbaar is, waarbij geen gevaarlijke producten, zoals plutonium, ontstaan en een militaire toepassing veel minder voor de hand ligt. Dat was voor president Reagan in de jaren zeventig juist de belangrijkste reden om de experimentele thoriumcentrale in Oak Ridge National Laboratory te sluiten. Er werd geen plutonium geproduceerd voor de kernwapens. Dat werd toen gezien als een groot nadeel. Deze centrale functioneerde succesvol van 1965 tot 1976. Thoriumcentrales zijn dus geen theorie. In China is tussen 2019 en 2023 een grote proefreactor op thoriumbasis gebouwd. Die is nu operationeel. In Nederland zijn verschillende onderzoeksgroepen bezig met thorium en op thorium gebaseerde kerncentrales, zoals bij TU Delft.
Voorzitter. De aanpak die Forum voor Democratie voorstelt, is de volgende. Stop met de onbetaalbare en ineffectieve groene-energietransitie van dit moment. Zonnepanelen en windmolens gaan onze energieproblemen niet oplossen, eerder groter maken. Maak voor de middellange termijn gebruik van de klassieke betrouwbare energiebronnen die we kennen. Daar kunnen we nog wel even mee vooruit. Experimenteer met de modulaire toepassing van uraniumkernenergie, zoals bij de onderzeeërs, en zet vol in op kerncentrales op basis van thorium. Hier kan Nederland vooroplopen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank, meneer Dekker. Ik zie geen interrupties. Ik heet ook welkom aan de heer Bontenbal van het CDA en de heer Grinwis van de ChristenUnie. En ik ben net de staatssecretaris van IenW vergeten. Ook welkom natuurlijk aan u in bij dit debat.
We gaan snel door met de volgende spreker en dat is de heer Flach van de SGP. Ga uw gang.
De heer Flach (SGP):
Voorzitter, dank u wel. De vraag naar elektriciteit neemt enorm toe. Tegelijkertijd zorgen windturbines en zonnepanelen voor steeds grotere pieken en dalen in de productie. Het net piept en kraakt. Richting 2050 maak ik me grote zorgen over de leveringszekerheid. De SGP vindt dat kerncentrales daarom een goede bijdrage kunnen leveren aan het toekomstige energiesysteem. Je kunt daarop rekenen. Een systeem met kerncentrales zorgt voor lagere systeemkosten dan een systeem dat geheel leunt op wind en zon. Ze gaan tientallen jaren mee. Kortom, een investering waard.
Het hoofdlijnenakkoord zet in op vier kerncentrales. Hoe groot acht de minister het risico dat bij een focus op vier centrales de procedurelast zo groot wordt dat dat voor enorme vertraging gaat zorgen? Ga in ieder geval aan de slag met de eerste twee, zou ik daarbij zeggen. Onnodige vertraging moet echt worden voorkomen. Tegelijkertijd zie ik liever een zorgvuldige voorbereiding en een voorspoedige bouw dan overhaaste procedures en een bouwperiode die bol staat van vertragingen en financiële tegenvallers. Geen Binnenhofscenario, zal ik maar zeggen.
Wat is het financiële perspectief nu, nu begrijpelijkerwijs gekozen wordt voor een staatsbedrijf? Er is 15 miljard euro gereserveerd, maar het zal nog jaren duren voordat hier iets mee gedaan wordt. Tegelijkertijd gaat er vanuit de oppositie opnieuw een voorstel komen om 5 miljard euro te verschuiven naar de verduurzaming van de landbouw. De nucleaire coup van Bontenbal, zal ik maar zeggen. Dat voor de landbouw extra geld nodig is, staat voor de SGP buiten kijf. Daar staan we ook sympathiek tegenover. Maar wat betekent dit voor de nieuwe kerncentrales? Kan de minister hier inzicht in geven?
Voor de regio Borssele is het onduidelijk wat er op hen af gaat komen. De gebiedsverbinder schetste het spanningsveld. Omdat het een voorkeurslocatie is, wordt er gewerkt alsof er twee kerncentrales gaan komen en tegelijkertijd wordt onderzoek gedaan naar andere locaties. Ik heb de indruk dat bij het Rijk de luiken naar het gebied zijn dichtgegaan. Zo krijgen decentrale overheden nog steeds geen inzicht in de technische-haalbaarheidsstudie voor de locatie Borssele, terwijl die al een paar maanden geleden is afgerond. Er is nog geen overleg geweest tussen het Rijk en gebiedspartijen over de concrete ruimtelijke puzzel. Borssele is een gebied waar bijna tien grootschalige energieprojecten lopen. Er wordt niet alleen gesproken over kerncentrales, maar ook over 380kV, aanlanding van wind op zee en waterstofprojecten. Dat past niet allemaal.
De enorme onzekerheid zet het gebied ook op slot. Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat het gebiedsplaatje ingekleurd wordt, dat de regio meegenomen wordt en de onzekerheid niet onnodig wordt opgerekt? Hoe gaat de minister daarbij zorgen voor regie op het totaalplaatje en goede afstemming? De gebiedsverbinder adviseert een interdepartementale stuurgroep in te richten, met ook regionale bestuurders daarbij. De minister wil liever zoveel mogelijk aansluiten bij bestaande overleggen. Dat komt op mij wat afhoudend over. Hier heb ik graag wat meer duidelijkheid over. Komt er zo'n stuurgroep en hoe gaat de minister zorgen voor regie en afstemming en voorkomen dat een voor een over projecten besloten wordt? De regio heeft onderzoek laten doen naar de impact van twee centrales bij Borssele. Dat heeft verschillende aanbevelingen opgeleverd, zoals het ruimhartig tegemoetkomen van inwoners die de meeste overlast ervaren. Herkent de minister deze analyse en gaat zij ermee aan de slag?
Dan SMR's. De SGP is warm voorstander van kleine modulaire kernreactoren bij onder meer industrieterreinen, de SMR's: veilig en goed inpasbaar in het energiesysteem. Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat Nederland in de kopgroep komt en dat binnen tien jaar de eerste SMR gebouwd wordt? Een groot voordeel is dat vrijkomende warmte nuttig gebruikt kan worden in industriële processen. Dan snijdt het mes aan twee kanten en krijgt zo'n centrale een rendement van 70% tot 80%. Ziet de minister deze potentie en neemt zij het aspect warmtebenutting mee? Wil ze ervoor zorgen dat ontwerpers van SMR's rekening houden met deze warmtebenutting?
Het is wat de SGP betreft goed dat 65 miljoen klaarligt voor het SMR-programma. Het accent ligt nu op beleidsmatige onderzoeken. Er is echter ook behoefte aan investeringen in techniekontwikkeling. Kernenergie valt nog niet onder bestaande verduurzamingsregelingen. Gaat de minister ook investeren in de techniekkant, zodat bedrijven als Thorizon aan de slag kunnen met proefprojecten? Het is de bedoeling dat in 2026 in Zwitserland een demonstratiereactor op basis van thorium gaat draaien. Kan de minister ervoor zorgen dat Nederland hierbij betrokken wordt?
Voorzitter. Het duurzame-energiegebouw heeft meerdere heipalen nodig om niet weg te zakken. De SGP ziet kernenergie als een belangrijke heipaal. Het is tijd om die paal langzaam maar zeker echt de grond in te slaan. We willen niet, zeg ik even heel politiek, dat een kabinetswissel dit weer zal gaan doorkruisen.
De voorzitter:
Dank, meneer Flach, voor uw inbreng. Er zijn geen interrupties, dus we gaan snel door met de inbreng van de heer Eerdmans van JA21. Ga uw gang.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, dank. Het kabinet is heel erg bezig met windturbines, met zonnepanelen, met elektrische dieselbusjes, dieselbusjes elektrisch maken, maar vrij weinig met kernenergie. Lef, hoop en trots: ik zie weinig terug van dat motto in de brief van de minister. En als er nou naast aardgas iets betrouwbare energie geeft, dan is dat kernenergie. Het is relatief goedkoop en ruimtelijk goed inpasbaar. Ik roep nog even in herinnering, ook voor de kijkers thuis, dat één kerncentrale gelijkstaat aan zo'n 600 tot 1.400 windturbines.
De doelstelling van het kabinet was dat 7% van de energiemix kernenergie is in 2035 en dat het moet groeien naar 10% in 2050. Dat acht de minister nu niet realistisch. Ze zegt: "De eerste nieuwe kerncentrale gaat niet draaien voor 2035. We blijven onderzoeken, we waren aan het onderzoeken en we zijn aan het onderzoeken." Dat vindt nucleair Nederland zeer teleurstellend en daar schaart JA21 zich achter. Borssele staat klaar, de Eemshaven staat klaar en de Maasvlakte lijkt ready en we voeren, lijkt het, een achterhoedegevecht over kernenergie. Haast maken, voorzitter. "Build, baby, build," zou ik willen zeggen.
Voorzitter. In de programmalijnen die ik lees, mag eindeloos worden doorgezaagd over het effect van kernenergie op het energienetwerk, terwijl de rode loper intussen wel is uitgerold voor de honderden zonneparken en de windturbines. Ik vind dat scheef. In elke provincie en elk RES-akkoord wordt kernenergie benoemd. Wij horen terug uit de provincies: waar blijft de aanjaagfunctie van de minister? Hoeveel gesprekken zijn er nu bijvoorbeeld met een heel ambitieuze provincie als Gelderland, vraag ik haar. In Opmeer — ik noem maar even een gemeente — waar de hele gemeenteraad, inclusief de collega's van GroenLinks-PvdA, voor het plaatsen van een SMR is, willen ze graag een intentieovereenkomst tekenen. Ja, een prachtige mentaliteit. Dat roept de vraag op: hoe kan het nou dat gemeenten en provincies zo veel meer ambitie hebben dan het kabinet? Dat is vreemd.
In het buitenland groeit die ambitie ook, zie je. Europees gezien sukkelen we achteraan: Frankrijk 70%, Hongarije 48%, België 39%, Zweden 30%, Spanje 22%. Ik noem maar een paar landen. Tsjechië, Polen, Frankrijk, Groot-Brittannië en Zweden zijn landen die begin 2030, in de jaren 2030, een SMR willen hebben staan. Premier Starmer heeft gezegd: wij moeten nucleair wereldleider zijn. Engeland, Wales. Daar komt ook de uitspraak "build, baby, build" vandaan. Ik ben zo benieuwd hoe de minister dat ziet in internationaal perspectief.
En wat lezen we nou in antwoord op vragen van de heer Erkens? Er wordt dit jaar geen besluit genomen waar twee kerncentrales, de nieuwe, komen en over tien jaar staat er zeker geen nieuwe kerncentrale te draaien in Nederland. En dat terwijl de gedeputeerde in Zeeland — dat is niet zomaar iemand — die wordt gesteund door de burgemeester van Borssele, heeft gezegd: maak haast. Zij zijn het wachten zat. En als de kernenergiestad van Nederland van Nederland, Borssele, dat al nou al zegt, dan gaat er natuurlijk totaal iets verkeerd. Er wordt gekeken naar de Maasvlakte, maar ook Voorne aan Zee, Maassluis, Vlaardingen, Rotterdam, Hoek van Holland, Rozenburg en noem maar op zijn enthousiast. Zo noemt Voorne aan Zee een definitief onderzoek een positieve stap. Dus gemeentes willen best, maar het Rijk lijkt meer tegen te stribbelen of in ieder geval niet mee te werken.
Voorzitter. Er is een groot probleem met personeel. Dat moeten we ook benoemen. Waar blijven de investeringen in personeel? Kan de minister daar iets over zeggen? De komende jaren is het natuurlijk essentieel dat we genoeg mensen opleiden om de kernenergiesector te bemannen, te bemensen. Doen we dat niet, dan lopen we over vijf jaar alsnog achter de feiten aan. De vraag is dus de volgende. Ik heb het even uitgerekend voor die vier kerncentrales. Exclusief de bouw van SMR's hebben we ongeveer 3.000 extra mensen nodig. Worden scholieren daarop voorbereid? Komt er bijvoorbeeld een nieuwe talent search voor de kernenergiebranche, gericht, met onderwijspakketten? Welke stappen neemt het kabinet hierin?
Tot slot de SMR's. Wij denken dat een SMR een hele goede stap is. Het zijn inderdaad kleine modules van tien voetbalvelden. Dat scheelt aanzienlijk ten opzichte van de grootte van een kerncentrale. Maar het lijkt erop dat het beleid er vooral op gericht is om draagvlak te creëren. Er is niks met het draagvlak voor kernenergie, maar het amendement van collega Stoffer en mij was nou niet bedoeld om draagvlak te creëren, zeg ik even tegen de heer Flach. Dat was bedoeld om te zeggen: vanaf 2024 samen met de provincies voortvarend aan de slag gaan met de ontwikkeling van SMR's. Ik denk dat ik namens de SGP spreek als ik zeg dat dat nog niet voldoet. Dat voldoet nog niet. Dus daar ontvang ik graag een reactie op. Hoe ziet de minister dat?
Daarmee wou ik voor nu graag afsluiten. Dank je wel.
De voorzitter:
Dank aan de heer Eerdmans. Mevrouw Rooderkerk van D66, u kunt beginnen met uw inbreng.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Dank, voorzitter. D66 wil werken aan een schoon, veilig en betrouwbaar energiesysteem, aan een betaalbare energierekening en aan minder CO2-uitstoot. Kernenergie is wat ons betreft onderdeel van de energiemix. Daarop ligt ook bij D66 geen taboe. Het heeft een lage CO2-uitstoot en is het hele jaar door betrouwbaar. Maar het kabinet heeft een duizelingwekkende 14,5 miljard uitgetrokken voor kerncentrales, terwijl deze er niet voor 2040 zullen staan. Daardoor kan dit geld niet gebruikt worden voor andere duurzame technieken en om de klimaatdoelen voor 2030 te halen. Het kabinet stelt voor om maar liefst vier kerncentrales te bouwen en nog een aantal SMR's, zonder dat zicht is op waar die dan zouden moeten komen te staan en wat dat de belastingbetaler moet gaan kosten. Daarom zeggen wij: bouw nou eerst die twee kerncentrales. Dat zijn de centrales die al door Rob Jetten in het vorige kabinet zijn aangekondigd. Kortom, halveer het geld voor de kerncentrales en help de boeren; gebruik het geld om de landbouw te verduurzamen, waar nog 6 megaton aan CO2-besparing te vinden is.
De minister heeft onlangs bekend gemaakt dat de marktpartijen onvoldoende geïnteresseerd zijn in het realiseren van een kerncentrale, zelfs met vergaande overheidssteun. Dat geldt niet alleen voor de vergunning- en ontwikkelfase, maar zelfs wanneer ze draaien. Het kabinet kiest daarom voor een staatsdeelneming. Dat vinden wij, zeker van een rechts kabinet, een onverwachte keuze, met in potentie zeer vergaande gevolgen voor de belastingbetaler. Als de markt zo veel risico ziet bij de ontwikkeling van kerncentrales, waarom zou de Staat die dan willen lopen? Hoeveel miljarden verwacht de minister uit te moeten geven aan de kerncentrales, ook gezien de jarenlange vertraging en meerkosten van het Britse Hinkley Point? Die bedragen nu al 40 miljard. Wat is het tijdpad van het uitgeven van de 14,5 miljard euro die nu is gereserveerd?
Een andere behandeling voor kerncentrales dan voor al die andere ondernemers in de energietransitie is wellicht ook niet helemaal eerlijk. Waarom moeten vrijwel alle andere technieken met elkaar concurreren in de SDE++ en is er voor kerncentrales een uitzonderingspositie? Vindt de minister dat eerlijk richting andere bedrijven? Kijkend naar de vijf fasen in de SDE++, die worden gebaseerd op euro's subsidie per vermeden ton CO2, in welke fase zou kernenergie aan bod komen? Of is de subsidie die kernenergie krijgt hoger dan iedere andere techniek die meedoet in de SDE++? Kortom, hoe garandeert de minister een gelijk speelveld in het energiesysteem wanneer er sprake is van een staatsdeelneming? Kan zij bijvoorbeeld toezeggen dat de belangen van een staatsdeelneming kernenergie nooit mogen meewegen bij verdere besluiten over het opwekken van energie, bijvoorbeeld bij het reserveren van ruimte voor wind op zee?
Voorzitter. Dan is er de vraag wie de kerncentrales gaat bouwen. 70% van de duizenden arbeidskrachten zal uit het buitenland komen. De minister schrijft in haar brief eufemistisch dat er rekening moet worden gehouden met hoe de ambitie voor kernenergie zich verhoudt tot het migratiebeleid en het beleid ten aanzien van internationale studenten, van haar eigen kabinet. Ik hoor graag meer van de minister over de oplossingen van het kabinet en haar gesprekken met minister Faber hierover.
Voorzitter. De coalitie heeft grootse plannen met kernenergie. Het kan niet op met de miljarden voor centrales die er pas in 2040 zullen staan en ook daarna subsidie blijven vragen. D66 blijft nuchter. Onze vragen zijn niet bedoeld om kernenergie te dwarsbomen, want het kan zeker onderdeel van de oplossing zijn. Maar er zijn grenzen aan hoeveel geld en risico de Staat en daarmee de belastingbetaler hierin kan stoppen. Daarom pleiten wij voor twee kerncentrales. Met de rest van het geld kunnen we andere dingen doen die goed zijn voor de toekomst van Nederland.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank, mevrouw Rooderkerk. Er is een interruptie van de heer Bontenbal. Gaat uw gang.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik bemerk toch een wijziging van standpunt van de D66-fractie. Althans, dat is hoe ik het interpreteer. Want bij de vorige onderhandelingen zijn we na discussie tot de conclusie gekomen dat we weer aan kernenergie beginnen. Ik heb de vorige bewindspersoon daar toch vaak positief over praten, over de noodzaak daarvan. En eigenlijk hoor ik de D66-fractie daar nu toch weer veel kritischer in zitten en een beetje op terugkomen. Het meerderheidsbelang is niets nieuws, want dat heeft elke keer op tafel gelegen. Dat heeft Rob Jetten, als voorganger van deze minister, zelf ook in heel veel brieven opgeschreven. Dat is dus ook niks nieuws. Ik vraag me dus af waar die verandering in positie van D66 vandaan komt. Ik vond het namelijk juist wel verfrissend dat D66 een paar jaar geleden ook voorstander is geworden van kernenergie.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Dan heeft de heer Bontenbal niet helemaal goed geluisterd naar mijn verhaal, want mijn positie is juist precies dezelfde gebleven. In de vorige periode heeft Rob Jetten voorgesteld twee kerncentrales te bouwen. Dat lijkt ons nog steeds een heel goed idee. Maar dit kabinet stelt het veelvoudige voor, want het moeten er vier worden en er moeten ook nog SMR's bij. Daarvan zeggen wij: dat zijn allemaal hele mooie dromen, maar begin nou met de bouw van die twee. Volgens mij is dat ook wat ik de heer Bontenbal heb horen zeggen.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Postma van NSC, u kunt beginnen met uw bijdrage.
Mevrouw Postma (NSC):
Dank, voorzitter. Afgelopen maandag was ik in Borssele om op bezoek te gaan bij de kerncentrale en om in gesprek te gaan met de burgemeester. Ik was onder de indruk van die kerncentrale, de grote aandacht voor veiligheid en de manier waarop bewoners betrokken zijn, onder andere met de Borsselse voorwaarden. Kernenergie maakt volgens NSC deel uit van het energiesysteem van de toekomst. NSC vindt het daarom belangrijk om nu door te zetten met de eerste twee van de vier kerncentrales die we in het hoofdlijnenakkoord hebben afgesproken. Ik had hier in mijn inbreng staan: we zijn blij dat de minister binnenkort met een eerste positiebepaling komt met daarin een definitieve locatiekeuze en financieringsplan voor de eerste twee nieuwe centrales. Maar zoals we net al hebben gehoord, blijkt dat iets anders te zijn.
Het is zo jammer dat die onzekerheid die we hier zien bij de lange processen die we moeten doorlopen op dit moment de voorspelbaarheid eigenlijk wegnemen. En die is juist zo ontzettend belangrijk, onder andere voor de inwoners van Borssele. Als locatie is Borssele sinds 2022 in beeld. Met het oog daarop zijn er in 2023 ook al de Borsselse en Zeeuwse voorwaarden opgesteld door de inwoners, gemeenten en provincie. Vorige maand werd er een impactrapport opgeleverd. De gebiedsverbinder voor Borssele, Raymond Knops, heeft in december zijn eerste advies uitgebracht. Onlangs is de Eemshaven ook weer in beeld gekomen als zoeklocatie, terwijl ik daar geen enthousiasme van de omgeving bespeur. Kan de minister hier een toelichting op geven. Laten we duidelijk zijn: als NSC hebben we de voorkeur voor Borssele, de Maasvlakte of wellicht Terneuzen, maar zien we niets in een locatie bij de Eemshaven.
Voorzitter. Bij een bijeenkomst georganiseerd door onze NSC-leden in Borssele kwamen veel vragen naar voren, onder andere over het ontwerp van de centrale. Dat was bijvoorbeeld of die wel of niet past. Het waren geen vragen over het of, maar vooral over het hoe. Ik maak me zorgen dat hier niet snel genoeg antwoord op komt. Het is belangrijk dat we juist in deze fase concreet gaan worden en laten zien aan omwonenden hoe het eruit gaat zien, zowel het eindresultaat als de bouwfase. Kan de minister aangeven hoe zij dit wil gaan doen? Hoe blijft zij actief stappen zetten om Borssele als locatie voor de kerncentrale verder te trekken?
Over de financiering is sinds gisteren en vanochtend ook nogal wat te doen. Voor mij is het belangrijk om daar ook even een duidelijker beeld van te krijgen. Bij gebrek aan interesse bij particuliere financiers willen we nu als Staat zelf die twee kerncentrales gaan financieren. In het Klimaatfonds staat nog steeds 14 miljard gereserveerd voor kernenergie, maar dat is dus blijkbaar ook wat wankel. NSC wil graag meer duidelijkheid hebben over wat er nou precies in het budget voor kerncentrales zit en de omvang daarvan. Uit welk budget wordt bijvoorbeeld de verlengde openstelling van de huidige centrale in Borssele betaald en wat kost dat?
De provincie Zeeland en de gemeente, die samen 70% van de aandelen houden in de bestaande centrale in Borssele, hebben het kabinet gevraagd om die over te nemen en de oude centrale met rijksgelden open te houden. Neemt de minister die aandelen over en, zo ja, ten laste van welk budget? Ook hier weer de vraag hoeveel dat ongeveer kost. Voor die 30% die in handen zijn van RWE, bestaat op dit moment een soort consensusmodel qua oplossingen vinden en besluiten nemen. Is dat ook iets wat de minister in stand wil houden als die aandelen overgaan naar het Rijk of komt daar ook een verandering in? Graag een reactie.
Ten laste van welk budget komen de kosten voor de bouw van een nieuwe Pallas-reactor, waarover dit weekend in NRC een artikel verscheen? Komen die ten laste van VWS of hier? En worden de SMR's die in de toekomst mogelijk geplaatst zullen worden bij industrieclusters of datacenters steeds ten laste van de bedrijven zelf gelegd of is het de bedoeling dat de overheid daar ook geld voor reserveert? Zo ja, heeft de minister dat geld? Graag een reactie van de minister.
De voorzitter:
Mevrouw Postma, u heeft een interruptie van de heer Grinwis.
Mevrouw Postma (NSC):
Gezellig.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Laat ik toch maar eens een interruptie plaatsen. Ik hoor deze vragen van collega Postma van NSC en ik constateer dat de omvang van het kernenergieperceel dus niet heilig is. Ik was wel benieuwd hoe zij in dat licht het voorstel van de collega's van het CDA en GroenLinks-PvdA, en ook van mijzelf, taxeert om ook de landbouw een beroep te laten doen op het Klimaatfonds. Die zijn namelijk aan de dijk gezet door de coalitie. De collega van mevrouw Postma, de heer Vermeer, heeft eigenlijk al achter zijn oren gekrabd, zo van: dat is niet zo handig; dat moeten we anders doen. Maar ik was benieuwd of dit nou een echte splijtzwam wordt in de coalitie of dat mevrouw Postma zich bij het standpunt van de heer Vermeer en dat van het CDA, GroenLinks-PvdA en de ChristenUnie voegt?
Mevrouw Postma (NSC):
Die eerste conclusie is onjuist. Wat NSC betreft gaan we door met het bouwen van kerncentrales. Daar heb ik ook een aantal vragen over gesteld. De motie die gisteren werd ingediend in de Eerste Kamer, had als dictum om ervoor te zorgen dat er in het Klimaatfonds een verandering van 5 miljard komt die gelabeld wordt voor landbouw. Zo las ik 'm. Ik las daar geen kernenergie in. Dat betekent dat ik bewust aan de minister de vraag heb gesteld om gewoon even een schatting te geven van hoeveel van het budget dat erin zit nou precies bestemd is voor onze plannen. Mijn vraag daarbij is ook: is het genoeg? Het kan best zijn dat er nog wat meer geld bij moet. En de vraag die ik heb — ik geloof dat je in een interruptie geen wedervraag mag stellen — aan de heer Grinwis, is eigenlijk: waar komt die 5 miljard vandaan, is dat goed onderbouwd en wat wil de heer Grinwis dan laten vallen qua kernenergie? Maar dat gaat hij misschien in zijn eigen inbreng ten gehore brengen.
De voorzitter:
Nee, sorry, we gaan niet zo onderling debatteren. Het is leuk geprobeerd, mevrouw Postma. De heer Grinwis komt nog aan de beurt en kan dan zeggen hoe hij dat wil doen, tenzij hij nu nog een interruptie wil doen.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Heel kort toch wel. Ja oké, maar nu we het er toch over hebben: wat vindt mevrouw Postma, gewoon principieel, van de toegang tot het fonds? Nu worden namelijk ongeveer alle ondernemers in Nederland geholpen vanuit het fonds, behalve de boeren, want die hadden het stikstoffonds. Dat is afgeschaft. Nu is er een voorstel. Dan heb ik het even niet over het kernenergieperceel, maar gewoon even principieel over de toegang tot het fonds, want dat is in wezen het voorstel.
Mevrouw Postma (NSC):
Ik vind zelf de benaming van het voorstel zoals dat nu ingediend is, of ingediend wordt — dat weet ik niet, want ik heb alleen nog maar een Telegraafartikel kunnen zien — door de heer Flach als "de nucleaire coup van de heer Bontenbal" wel passen. Dat terwijl ik juist die slow politics waar we het eerder in het debat over hadden, zo waardeerde in de heer Bontenbal. Als antwoord op de vraag wil ik het volgende zeggen. Die secure methode, die slow politics, van het goed nadenken over hoe je zo'n fonds opbouwt en waar je je geld vandaan haalt, die mis ik in dit voorstel. Die mis ik enorm. Dit is gewoon: laten we 5 miljard hieruit halen en we zien wel wat er overblijft voor de anderen. Dat is niet hoe wij erin staan. Vandaar ook mijn vraag wat we precies nodig hebben om de klimaatambitie op het gebied van kernenergie door te laten gaan.
De voorzitter:
Wilt u nog een keer interrumperen, meneer Bontenbal of meneer Grinwis? Nee? Oké. Mevrouw Postma, u heeft nog ruim een halve minuut.
Mevrouw Postma (NSC):
Voorzitter, dat gaat goed! De bouw van de kerncentrales. Borssele is gebouwd door een Duits bedrijf met Duitse degelijkheid. Destijds zijn er kwalitatief goede keuzes gemaakt, waardoor de kerncentrale nog steeds goed draait en in de toekomst kan blijven draaien. Kan de minister toezeggen dat ze in de keuze voor de bouw van de nieuwe kerncentrale kwaliteit laat prevaleren boven prijs, zodat ook de nieuwe kerncentrale lang zal meegaan? Kan de minister toezeggen dat we een kerncentrale kiezen met proven technology, niet een die nog nooit gebouwd is of volgehangen wordt met nieuwe snufjes die nog nooit getest zijn? Mijn fractie is in dit geval niet enthousiast over een keuze voor een SMR op deze locatie. Kan de minister daarop reflecteren?
De voorzitter:
Is dat het einde van uw betoog? Nee? O. U heeft namelijk nog 4 seconden. Maar goed, meneer Vermeer komt eerst met een interruptie.
De heer Vermeer (BBB):
Mevrouw Postma suggereert hier bijna dat er ook kerncentrales te bestellen zijn bij Temu of zo. We willen toch juist de modernste technologie? Ik ben eigenlijk een beetje perplex. We willen overal investeren in innovatie, maar hier hebben we het liefst een oud, Russisch model of zo. Wat is het idee achter uw oproep, mevrouw Postma?
Mevrouw Postma (NSC):
Bij "een oud, Russisch model" krijg ik associaties van Tsjernobyl. Dat willen we inderdaad absoluut niet. Maar als wij als overheid gaan voor het bouwen van iets nieuws, maken we weleens de fout het allernieuwste snufje te willen hebben en nieuwe technologie te willen proberen die nog nooit ergens geprobeerd is. Mijn voorkeur zou als volgt zijn. Er zijn drie aanbieders van kerncentrales die ook al eerder een kerncentrale hebben neergezet. Sommige daarvan hebben bewezen dat ze dat binnen de tijd en binnen het budget kunnen doen. Dat lijkt me een comfortabele keuze. Als we ook nog eens de kwaliteitseisen meenemen ... Kijk bijvoorbeeld naar de kerncentrale in Borssele die er nu staat. Die is hartstikke veilig en functioneert goed. Hij is volgens de laatste eisen. Elke keer dat het nodig is, worden dingen namelijk weer verbeterd. Dat lijkt me een ideale situatie.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog met nog één zin.
Mevrouw Postma (NSC):
Heel goed. Die is heel kort. Dan de vergunningen. Af en toe vraag ik me oprecht af waar we in Nederland mee bezig zijn. Toen de kerncentrale in Borssele gebouwd werd, waren er vier pagina's aan vergunningen: de eerste met het voorblad, de tweede met de handtekeningen en de laatste twee pagina's met de voorwaarden. Als we nu een kerncentrale zouden bouwen, hadden we 2.500 pagina's nodig om die vergunningen rond te krijgen. Kan dat niet wat korter, minister?
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Postma. Als er verder geen interrupties zijn, wil ik de commissie even een voorstel doen. Ik merk namelijk dat er behoefte is om elkaar te interrumperen. U bent met veel. Ik wil dus eigenlijk naar vier interrupties gaan. Er is wel een kans dat de tweede termijn dan niet lukt. Dan wordt het een tweeminutendebat. Dat zie ik met dit gezelschap wel aankomen. Mijn vraag is dus eigenlijk: wil de commissie nu meer interrupties op elkaar of liever een tweede termijn? Meneer Bontenbal wil er wat over zeggen.
De heer Bontenbal (CDA):
In andere commissies is het gebruik ook weleens dat er met een aantal seconden wordt gewerkt. Op het moment dat je over dat aantal heen gaat, telt het als meerdere interrupties. Dat zou ook nog een idee kunnen zijn. Dan kunnen we nu gewoon naar zes interrupties.
De voorzitter:
We houden het even bij het voorstel van de voorzitter, meneer Bontenbal. Als ik verder niks ... O, mevrouw Beckerman. Mag mevrouw Beckerman even aandacht van de commissie, alstublieft?
Mevrouw Beckerman (SP):
Ik ga nu echt belangrijke dingen zeggen! Nee, hoor. Ik heb liever meer interrupties. Dat maakt het een debat.
De voorzitter:
Oké, dan gaan we dat doen.
Mevrouw Postma (NSC):
Voorzitter, deze commissie heeft weleens de neiging om geeneens de eerste termijn af te kunnen maken. Ik vind het wel prettig om in debat te gaan met de minister.
De voorzitter:
Ik denk dat dat lukt, want we hebben vier uur. Het lukt zeker als we de mogelijkheid hebben dat de tweede termijn naar het tweeminutendebat gaat. We gaan dus snel verder, met de heer Vermeer van BBB.
Mevrouw Beckerman (SP):
Als we er dan toch interrupties bij krijgen, wil ik nu interrumperen.
De voorzitter:
Nou, mevrouw Postma, mevrouw Beckerman heeft een interruptie.
Mevrouw Beckerman (SP):
Dan doe ik natuurlijk een hele mooie, positieve interruptie. We hoorden mevrouw Postma zeggen: wij zien niets in de Eemshaven. Ik zie heel veel in de Eemshaven, maar inderdaad niet als locatie voor kernenergie. Maar wat betekent dat dan concreet? Er is een motie van mij aangenomen om deze locatie te schrappen. Elke keer komt ie weer terug. Ik zal in mijn termijn vertellen wat mijn gevoelens daarbij zijn. De vraag is: wat betekent "wij zien niets in de Eemshaven" concreet? Betekent dat ook dat de NSC-fractie nu zegt: we gaan 'm echt afschrijven en bijvoorbeeld liever de nuloptie mee onderzoeken dan Groningen? Of laten we het toch weer als het zwaard van Damocles boven Groningen hangen?
Mevrouw Postma (NSC):
Daarmee bedoel ik — dat vind ik lastig in het proces; volgens mij doelt mevrouw Beckerman daar ook op — dat we, om het juridische proces helemaal goed te doorlopen, alle zoeklocaties moeten aanwijzen die er zijn. Blijkbaar is de Eemshaven er daar een van. Zo heb ik het begrepen. Ik wil hier echt heel duidelijk zijn dat dit wat NSC betreft geen locatie is. We zien dat daar weerstand is. Daar doelt mevrouw Beckerman ook op. Ik heb al voldoende antwoord gegeven, denk ik. Punt.
De voorzitter:
Punt, heel goed! Dan meneer Vermeer, BBB, met zijn inbreng.
De heer Vermeer (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Het hoofdlijnenakkoord en het regeerprogramma laten geen ruimte voor twijfel: Nederland bouwt vier kerncentrales. Kernenergie is cruciaal voor een stabiele, schone en betrouwbare energievoorziening en draagt bij aan onze energieonafhankelijkheid. Helaas zien we nu vertraging op vertraging en weer nieuwe onderzoeken. Het regeerprogramma is duidelijk: de bureaucratie moet omlaag, procedures moeten korter en besluitvorming moet sneller, zoals ook bij de uitbreiding van het stroomnet. Dat zijn harde afspraken.
Terwijl Nederland aarzelt nemen andere landen het voortouw. We mogen niet opnieuw de boot missen. Tsjechië neemt zelfs een belang in Rolls-Royce. We horen graag hoe de minister aankijkt tegen het eventueel zelfs een belang nemen in een van de bouwers of leveranciers van met name kleine, modulaire reactoren.
Voorzitter. Nederland snakt naar een betrouwbare, betaalbare en onafhankelijke energievoorziening, met stabiele prijzen voor burgers en bedrijven, zonder afhankelijkheid van buitenlandse energiebronnen en zonder paniekvoetbal zodra de temperatuur daalt en de mutsen opgezet worden. Dat betekent ook dat de regio's waar de kerncentrales komen er beter van moeten worden.
Zeeland is al jarenlang dé energieregio van Nederland. Met de komst van nieuwe kerncentrales wordt die rol alleen maar groter. Voor BBB staat wel als een paal boven water dat de regio er ook economisch en maatschappelijk op vooruit moet gaan. Daarom hebben de provincie Zeeland en de gemeente Borssele in samenspraak met bewoners en bedrijven 39 voorwaarden opgesteld. Complimenten voor al dat werk aan alle betrokkenen. Hoe gaat het kabinet om met deze voorwaarden? Welke concrete investeringen worden er gedaan in de infrastructuur, de woningbouw en de arbeidsmarkt in Zeeland? Hoe wordt voorkomen dat nieuwe hoogspanningsverbindingen het landschap en de leefomgeving verslechteren? Is het kabinet bereid om ondergrondse infrastructuur als norm te nemen?
Voorzitter. Voor de bouw van de negen projecten zullen werknemers nodig zijn, die ook ergens moeten wonen. In de gemeente Borssele is er net als op veel plekken in het land al onvoldoende woonruimte. Hoe gaat het kabinet voorkomen dat omliggende dorpen overbelast worden door de komst van werknemers? Gaan we misschien tijdelijke huisvesting regelen, net als bij Olympische Spelen vaak met een compleet dorp gebeurt, die we eerst neerzetten voor de werknemers en vervolgens gebruiken om reguliere woningzoekenden van een woning te voorzien?
Zeeland speelt een cruciale rol in de nationale energievoorziening. Dat betekent ook dat we het aan Zeeland verplicht zijn om te investeren in de regio. Hoe garandeert de minister dat Zeeland een eerlijke verdeling van lusten en lasten krijgt?
De voorzitter:
Meneer Vermeer, mevrouw Beckerman heeft een interruptie voor u.
Mevrouw Beckerman (SP):
Ik weet nooit zo goed of ik dit nou serieus ... Ik kan er niet zo heel goed serieus over zijn. Ik zie twee grote draaien van de coalitiepartijen. De ene is: ineens willen we energie publiek maken. Nou, daar is de SP een groot voorstander van, maar waarom dan alleen bij kernenergie? Als stabiliteit en betaalbaarheid zo belangrijk zijn, zou je ook kunnen zeggen: dan maken we publieke gasopslagen. Waarom kiest u daar alleen bij kernenergie voor? Vervolgens denk ik: we zitten in een gigantische wooncrisis. We hebben woningen nodig voor heel veel mensen. Maar nu hoor ik BBB zeggen: die gaan we eerst gebruiken voor honderden of duizenden arbeidsmigranten. Waarom draaien de coalitiepartijen zo hard op hun eigen standpunten, alleen maar om kernenergie mogelijk te maken? Zien ze niet dat die publieke energievoorziening en de wooncrisis oplossen veel beter gaan als we de nucleaire droom loslaten?
De heer Vermeer (BBB):
Dat zijn nogal veel vooroordelen en meerdere vragen in één interruptie. Mijn voorstel om ervoor te zorgen dat de tijdelijke huisvesting van werknemers daarna permanent gebruikt kan worden voor andere woningen lijkt me gewoon een heel slimme oplossing, omdat we zo projecten kunnen combineren. Dat gebeurt niet ter vervanging van andere woningbouwprojecten, maar als extra woningbouwproject. Dat is punt één. Punt twee. Ik weet niet wie er hier aan het draaien is, maar we praten hier met heel veel partijen ook over publieke belangen in warmtenetten. We hebben staatsdeelnemingen in de hele energie-infrastructuur. Dit is dus een interruptie over een niet-bestaand probleem en een niet bestaande draai. Over basisvoorzieningen denkt BBB soms best wel mee met de SP. Er moet overwogen worden of we die voor een deel in publieke handen moeten laten komen om zaken te versnellen en om de grote investeringsbehoefte mogelijk te maken. Ik zou net gaan beginnen over de kleine reactoren, die SMR's. Die zijn juist meer geschikt voor private investeringen. Daar moeten we een goede balans in vinden. Maar als er morgen een private investeerder komt, hebben we wat mij betreft een vijfde, zesde of zevende kerncentrale.
Mevrouw Beckerman (SP):
Ik zie het maar als een grote winst dat er weer gepraat kan worden over een publieke energievoorziening. Dat moeten we niet uitstellen tot — wat was het? — 2035 met kernenergie, maar kunnen we ook nu in de praktijk brengen. Dat is winst. Maar dan mijn vraag. Het is toch wel raar dat je zegt: de regio moet profiteren van kernenergie, maar dan moeten we eerst even wachten, want die woningen zijn voor migranten. Dan zou ik ook zeggen: welke regio's dan? Ziet BBB net als NSC niks in de Eemshaven? Zo ja, welke stappen willen ze dan zetten om ervoor te zorgen dat Groningen niet in beeld is voor een kerncentrale?
De heer Vermeer (BBB):
Weer een mix van allerlei vragen. Ik heb het woord "migranten" niet genoemd. Ik heb hier gezegd: het gaat om tijdelijke werknemers. Ik heb niet gezegd waar die vandaan moeten komen en dat ze migrant zijn. Ik geef duidelijk aan dat dit een extra kans is om meer huisvesting te creëren, omdat een deel van de financiering van de kerncentrale ook zit in de huisvesting van alle mensen die daar aan het werk moeten. Een deel van de investeringen zal daarvoor nodig zijn. Ik zie hier een "koppelkans", hoewel ik dat woord eigenlijk haat, om twee dingen aan elkaar te koppelen en daarmee twee doelen te bereiken. Twee voor de prijs van één, mevrouw Beckerman.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog. U heeft nog twee minuten. Sorry, eerst nog mevrouw Rooderkerk met een interruptie.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Ja, want ik probeer het toch nog iets scherper te krijgen. Wij delen inderdaad het belang van kernenergie, maar nu heeft de heer Vermeer voorgesteld om het Klimaatfonds open te stellen voor boeren. Dat zou je kunnen doen, maar dan is de vraag: waar haalt de heer Vermeer die 5 miljard vandaan? Eigenlijk alle middelen in het Klimaatfonds zijn toegekend ofwel gereserveerd. Het enige nog beschikbare budget is die 14,5 miljard voor kernenergie. Dus ik vraag de heer Vermeer om de vraag te beantwoorden waar het geld vandaan moet komen.
De heer Vermeer (BBB):
Ik heb niet voorgesteld om dit te doen, maar ik vind het wel een heel goed idee. Onze Eerste Kamerfractie heeft een motie meegetekend die inderdaad voorstelt om ook de landbouw toegang te geven tot het Klimaatfonds. Daar pleiten wij zelf ook al anderhalf jaar voor. Dat was punt één. Als mevrouw Rooderkerk de motie zelf gelezen heeft, dan heeft ze hopelijk ook gelezen dat daarin staat: "zodanige maatregelen te nemen dat in het Klimaatfonds 5 miljard beschikbaar is". Hier staat niet dat je het moet weghalen bij kernenergie. Er staat zelfs niet dat je het moet weghalen bij andere dingen die gelabeld zijn. Er staat alleen dat er maatregelen genomen moeten worden zodat het beschikbaar is. Nou, daar zijn meerdere oplossingen voor, die vast aan de orde zullen komen bij de volgende begrotingsbehandeling.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Ik heb de motie zeker gelezen. Sterker nog, D66 staat ook onder deze motie. Het is dus een hele mooie samenwerking, dacht ik, vanuit BBB en D66 om wat voor de boeren te doen. Maar ja, als ik dan vraag waar het geld volgens de heer Vermeer vandaan moet komen, dan krijg ik dus geen antwoord op mijn vraag. En dat vind ik wel heel interessant, want dat is dan weer een soort "gratis bier"-voorstel, toch? Of heeft BBB een ander idee? Wij zeggen dat je het bij kernenergie vandaan kunt halen, maar ik hoor graag van de heer Vermeer waar hij dat geld dan vandaan haalt.
De heer Vermeer (BBB):
Het is heel opmerkelijk dat iemand in dezelfde zin zegt "ik sta er zelf ook onder als partij" en "ik noem het een 'gratis bier'-motie", waarbij ik moet zeggen waar het vandaan moet komen. Maar ik neem die uitdaging uiteraard graag aan. Ik denk dat wij gewoon extra ruimte moeten creëren en kijken of wij dit jaar voldoende meevallers hebben op de begroting, zodat wij hier incidenteel misschien geld bij kunnen storten in het Klimaatfonds, zodat ook boeren kunnen bijdragen en uit het Klimaatfonds bijdragen kunnen krijgen om te verduurzamen. We hebben niet voor niets in het hoofdlijnenakkoord opgenomen — daar hebben we uitgebreid over gediscussieerd — dat als bepaalde doelstellingen niet gehaald worden, bepaalde instrumenten niet voldoen of niet ingezet kunnen worden, het dan een verplichting is voor de coalitie om ook alternatieve oplossingen te zoeken. De landbouw toegang geven tot het Klimaatfonds is nou juist een van die oplossingsrichtingen om toch een betere stap te kunnen zetten om onze doelstellingen te halen. In andere debatten is mij ook al vaker gevraagd: wat wilt u allemaal niet? Ik wil bijvoorbeeld geen windmolens op land. "Maar wat wilt u dan wel?" Ik wil dat landbouw toegang krijgt tot het Klimaatfonds, zodat ook hier een extra bijdrage aan de doelstellingen geleverd kan worden.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Krö… Nog een interruptie? Iets korter alstublieft, mevrouw Rooderkerk. Ga uw gang.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Ik weet wat de heer Vermeer allemaal niet wil. Dat is mij bekend. Maar de vraag is dus: wat wil hij wel? Met die motie is niks mis. Daar staan wij onder. Dat is een prachtige motie. Maar ik concludeer dat als vervolgens de vraag wordt gesteld aan de coalitiepartij BBB waar het geld vandaan moet komen, er geen antwoord op komt. Dat vind ik jammer. Het klinkt dan eigenlijk meer als een voorstel dat BBB hier doet om niet Wiersma het te laten oplossen voor boeren, maar om te zeggen: minister Hermans, gaat u het dan maar doen; dan kijken we of het op die manier geregeld wordt. Is dat dan de conclusie van dit verhaal?
De heer Vermeer (BBB):
Dat kan uw conclusie zijn, maar dat is een hele aparte, want het is ook niet de minister die iets moet oplossen. Als er bijdrages geleverd kunnen worden vanuit de landbouw aan klimaatdoelstellingen, dan is het niet de minister die die bijdrage levert, maar dan zijn het de landbouwers die die bijdrage leveren. Zo werkt het. Ik snap eigenlijk inmiddels niet meer waarom u zelf onder die motie bent gaan staan, maar dat zal u vast nog een keer uitleggen.
De voorzitter:
Mevrouw Kröger met een interruptie.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Ik denk dat D66 heel goed begrijpt waarom hij onder het voorstel is gaan staan en ook steun zal betuigen aan het voorstel, de initiatiefwet, om het Klimaatfonds voor landbouw open te stellen, omdat we zien dat er een enorme noodzaak is om ook boeren te helpen. Ik ben blij dat de BBB die noodzaak nu ook ziet en dit voorstel steunt. 5 miljard is een reëel bedrag, maar dan blijft toch de vraag: waar wil de heer Vermeer dat vandaan halen? Is dat inderdaad uit geld dat nu nog niet gealloceerd is en ook niet binnenkort gealloceerd gaat worden? Dat gaat ver na 2030 zijn, dus vanuit de kernenergiegelden. Of zegt de BBB hier inderdaad: het Klimaatfonds moet met 5 miljard omhoog? Dat kan ook een duidelijke inzet zijn richting de Voorjaarsnota. Dat vind ik interessant.
De heer Vermeer (BBB):
Eerst wil ik toch even ingaan op het begin van de vraag van mevrouw Kröger, dat BBB nu ook ziet dat landbouw een bijdrage kan leveren. Nou, wij zagen dat al langer en we hebben daar zelfs een partij voor opgericht, dus u hoeft ons niet aan te wrijven dat wij een nieuw inzicht hebben. Over waar dat geld vandaan moet komen: daar zullen wij het met elkaar over moeten hebben. Als er nu geld in het Klimaatfonds zit dat niet besteedbaar is of besteedbaar kan worden, dan zouden we dat nu direct al voor de landbouw kunnen aanwijzen. Maar zoals ik het begrepen heb, zijn alle percelen zo'n beetje toegewezen en is dat geld gealloceerd voor specifieke doelen, waaronder kernenergie. Daar willen wij absoluut niet aan tornen. Dan is de enige oplossing dat er een extra storting in het Klimaatfonds moet plaatsvinden. Dan moet je gewoon in de begrotingen gaan kijken wat de beste jaren zijn om dat erin te stoppen. Is dat de komende jaren elk jaar een klein bedrag? Ik zie de heer Kops al heel moeilijk kijken, maar die ga ik vast nog overtuigen. Of hebben we dit jaar zodanige meevallers dat we dat dit jaar al kunnen regelen? Wij moeten dus gewoon bekijken hoe we dat ordentelijk voor elkaar kunnen krijgen.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Het woord "ordentelijk" in dezen is wel apart, net zoals de uitspraak dat er harde afspraken zijn in het coalitieakkoord, want het voelt allemaal nogal wiebelig. Wat ik begrijp, is dat de BBB nu eigenlijk heeft gezegd: ja, er moet 5 miljard komen voor de landbouw uit het Klimaatfonds. Eerder is dat fonds in de onderhandelingen natuurlijk weggegeven, maar dat moet er toch weer komen. Het moet in het Klimaatfonds, maar het mag niet ten koste gaan van kernenergie. Dat betekent dus 5 miljard extra op de begroting van het Klimaatfonds; dat is de uitkomst voor de Voorjaarsnota. Correct?
De heer Vermeer (BBB):
Wij zijn absoluut niet wiebelig. Ik vind weersafhankelijke stroom pas wiebelig. Daarom zit ik hier in een kernenergiedebat stevig te pleiten voor constante energieaanvoer via onder andere kerncentrales. Verder is het zo dat wij dat eerder niet weggegeven hebben, want dit gaat om heel ander geld. Het geld dat er eerst was, was voor een boerenoprotfonds. Dat was vooral bedoeld om boeren uit te kopen. Ik zal het … U ontkent dat. Ik hoor en zie allemaal verbale en non-verbale reacties. 7,4 miljard euro was voor de beëindiging van veehouderijen. Is dat voor toekomstige boeren? Nee, beëindiging. 6,9 miljard euro voor de afwaardering en extensivering van landbouwgrond. Afwaardering en extensivering. 2,3 miljard voor natuuruitbreiding. Landbouw? Nee. 0,8 miljard voor watermaatregelen. Dit had dus een heel andere doelstelling. Dat was bijvoorbeeld ook de reden waarom de heer Omtzigt het een "duizenddingendoekje" noemde. Het moest geen duizenddingendoekje zijn, maar een eendingdoekje. Het moest voor de landbouw zijn, en dat was het niet. Wij hebben in ieder geval niets weggegeven wat van waarde was voor de landbouw. En dat is even … Ja, ik zie de heren aan de andere kant van de tafel die in programma's overal proberen te verkondigen dat dit een heel domme actie van BBB zou zijn. Maar wij hebben hier zeer goed over nagedacht, met name vanuit de reden waar dit fonds voor bedoeld was. Wat onze beoordeling betreft was het een boerenoprotfonds en niet een transitiefonds naar een betere landbouw. Dát is de reden dat we dit gedaan hebben. U kunt het niet met die keuze eens zijn, maar het moet niet geframed worden … Kijk, het is natuurlijk heel makkelijk om iemand die een andere mening heeft dom te noemen, maar daar gaan we hier in de debatten met elkaar geen steek verder mee komen.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, mag ik een punt van orde maken? We zitten zo langzamerhand in een boerenlandbouwdebat. Ik dacht dat we het over kernenergie hadden, dus ik hoop, gelet op de korte tijd die we hebben, dat we ons concentreren op kernenergie.
De voorzitter:
Waarvan akte. De heer Grinwis met een interruptie.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Excuus aan de heer Eerdmans. Ik kom echt wel toe aan een stralende toekomst, maar eerst ga ik hier nog even op in. Ik wilde eigenlijk beginnen met een groot compliment voor de heer Vermeer, maar hij maakt het me wel moeilijk met hoe hij dat vorige fonds, het transitiefonds, wegzet. Ik vind het echt een groot compliment dat je je blunder tijdens de formatie inziet en nu zegt: er moet toch geld zijn, want we kunnen niet alle ondernemers in Nederland helpen bij allerlei investeringen die ze moeten doen om schoner te produceren en minder emissies te hebben, behalve de boeren. Die laat je dan namelijk in de kou staan. Ik vind het dus oprecht goed. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. En dan kan ik nu gaan jij-bakken …
De voorzitter:
Uw vraag?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
dat het niet klopt … Maakt niet uit. Ik heb een oplossing voor het financiële probleem en ik ben benieuwd hoe de heer Vermeer daartegen aankijkt. Ik snap dat het gevoelig ligt in de coalitie — het is al splijtzwam genoeg — en dat je niet zegt: het perceel voor kernenergie moet kleiner. Maar we hebben wel van de minister gehoord "In 2035? Ik denk het niet", terwijl de looptijd van het fonds en van het hoofdlijnenakkoord tot 2035 is. Nou, je weet dat je tot zeker 2040 aan het investeren bent. Er staan wel jaarschijven van 1.750 miljoen voor kernenergie. Dat geld kan niet in 2033, '34 en '35 worden uitgegeven, maar later. Dat geld kun je dus gebruiken …
De voorzitter:
Meneer Grinwis, uw vraag.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
… voor landbouw. Vindt de heer Vermeer het niet een interessant idee om de looptijd van het fonds te verlengen en het geld in de tussentijd te besteden aan zaken die wel eind jaren twintig, begin jaren dertig uitgevoerd kunnen worden?
De voorzitter:
Punt. De heer Vermeer.
De heer Vermeer (BBB):
Toch weer de heer Grinwis, die probeert dit te framen als een blunder. Ik heb genoeg blunders gemaakt in mijn leven, maar deze staat absoluut niet op dat lijstje. Dit besluit hebben wij bij volle verstand genomen en daar sta ik nog steeds honderd procent achter. Dat punt één. De punt twee. In de oplossing die de heer Grinwis hier voorstelt, spreekt hij zichzelf eigenlijk tegen. Hij zegt: het duurt langer dan de looptijd. Vervolgens had hij het in zijn verhaal ook nog over de looptijd verlengen. Maar met het verlengen van een looptijd creëer je geen extra geld. Dus dat is geen oplossing. Extra jaarschijven, u kunt allemaal noemen zoals u wilt, maar dat fonds is een afgebakend fonds en een fonds verlengen maakt de inhoud niet groter. Als u deze kan groter maakt, zit er nog steeds niet meer water in. Dus dat is geen oplossing, meneer Grinwis. Ik hoor graag straks een betere van u.
De voorzitter:
Dank, meneer Vermeer. Mevrouw Postma, met een interruptie.
Mevrouw Postma (NSC):
Ik vond het voorstel van de heer Grinwis een beetje lijken op het "buy now, pay later"-principe waar we zo tegen zijn, dus laten we dat niet op deze manier gaan doen. Ik hoorde dat we opeens 5 miljard — dat is nogal veel op dat fonds — maar even ergens moeten gaan vinden. Ik zou toch echt wat concreter willen horen van de heer Vermeer waar dat dan gevonden moet worden. Gaan we de btw omhooggooien? Gaan we iets anders doen om het binnen te halen? Wat is het plan dat erachter ligt? Het komt allemaal zo onzorgvuldig over en ik zou graag zien waar dat bedrag van 5 miljard dan vandaan komt.
De heer Vermeer (BBB):
Ik vind het onzorgvuldig om niet te luisteren naar wat ik net allemaal al gezegd heb hierover, want dit is gewoon een herhaling van zetten. Dus het komt niet uit het huidige fonds. In de motie stond ook: zodanige maatregelen te nemen dat het beschikbaar is.
Mevrouw Postma (NSC):
Maar hoe dan? Hoe?
De voorzitter:
Mevrouw Postma, we gaan niet buiten de microfoon om het debat voeren. Meneer Vermeer is nog bezig met zijn antwoord en dan kunt u nog een keer interrumperen als u er zin in heeft.
De heer Vermeer (BBB):
Ja. Dan bent u weer een interruptie kwijt, maar dat is allemaal prima. Wat ik net ook aangaf, is dat wij ook moeten kijken of wij bijvoorbeeld uit het resultaat van dit jaar …
Mevrouw Postma (NSC):
5 miljard?
De heer Vermeer (BBB):
Ja, minstens. Maar daar zullen we het binnenkort wel over hebben. Ik denk namelijk dat wij een veel beter begrotingsresultaat of, ik bedoel, werkelijk resultaat halen dan in de begroting stond. Dus wellicht is hier incidenteel geld voor in te zetten. Daar zullen we naar moeten kijken en anders bij de Voorjaarsnota.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan zijn er verder geen interrupties. Vervolgt u uw betoog. U hebt nog twee minuten.
De heer Vermeer (BBB):
Ja. We moeten dus ook kijken naar kleinere SMR's, sommige zelfs met de omvang van een zeecontainer. Die kunnen een belangrijke rol vervullen in onze toekomstige energievoorziening en niet alleen voor de elektriciteitslevering, maar ook voor warmtelevering. Want ook daar hebben wij grote uitdagingen op het aantal bronnen dat wij hebben voor onze warmtenetten. Canada en Engeland zijn al koplopers en voor Nederland liggen hier ook echt kansen. Ik wil graag de minister vragen of er ook locaties worden onderzocht voor de eerst SMR-projecten en hoe die vergunningverlening wordt voorbereid. Meerdere provincies hebben al aangegeven hier zeer geïnteresseerd in te zijn en er stappen in te willen maken.
Verder de financiering en de overheidsdeelname. De bouw van kerncentrales vereist significante financiële steun van de overheid. Publiek-private samenwerking kan helpen, maar financiers stellen hoge eisen aan rendementen en garanties vooraf. Ik heb nog wel een vraag over de Topsector Energie. Ik heb geluiden gehoord dat de Topsector Energie kernenergie niet in haar programma's toelaat. Ik zou heel graag horen waarom niet en wat de minister hieraan kan gaan doen als blijkt te kloppen wat ik hierover zeg.
Voorzitter. De energietransitie is geen experiment, maar een strategische keuze voor de lange termijn. De regio's waar kerncentrales komen, moeten er ook zelf beter van worden en niet alleen maar lasten ervaren. De minister heeft de kans om Nederland energieonafhankelijk te maken, de energievoorziening stabiel te maken, de energierekening van burgers en bedrijven omlaag te brengen en de regio's die deze verantwoordelijkheid dragen structureel te versterken. Wat ons betreft verliezen we geen tijd meer met nog meer rapporten schrijven. Laten we deze kansen met beide handen aangrijpen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is de beurt aan mevrouw Kröger van GroenLinks-PvdA. Ga uw gang.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Ook voor de mensen in deze Kamer die sterk voorstander zijn van de bouw van nieuwe kerncentrales, moet de brief van de minister, de laatste brief, toch als een koude douche zijn geweest. Uit de marktconsultatie blijkt dat er geen interesse was bij marktpartijen om te investeren, ook niet met flinke subsidies. Klopt het dan dat de conclusie van de minister is dat de overheid van plan is het geheel te financieren? Dan lijkt het me toch wel behoorlijk relevant om te weten over welke kosten we het nou eigenlijk hebben. Op onze eerdere Kamervragen van november was het antwoord dat het kabinet zelf geen kosten heeft geraamd, omdat slechts zicht is op een overheidsbijdrage. Maar als nu blijkt dat het eigenlijk geheel gefinancierd moet worden, moeten we toch weten hoe veel het gaat kosten. Dus de vraag aan de minister is of zij enig idee heeft van de kosten die gepaard gaan met de bouw van vier kerncentrales, ordegrootte. Is het twee keer zo veel als nu gereserveerd is, drie keer, vier keer? Waar hebben we het over?
Ik zou ook echt heel graag zien dat de Algemene Rekenkamer hierop meekijkt. Welke financiële risico's halen we onszelf op de hals? Het Franse rekenkamerrapport dat recent is uitgekomen, zou ik daar dan ook graag betrokken bij zien en overigens het ook het ontluisterende artikel van dit weekend over de bouw van de reactor in Petten? Dat geeft toch wel aan hoe snel tijd en geld oplopen als je bezig bent met kernenergie of kerntechnologie. De voorbeelden uit andere landen, zoals Hinkley en Framanville, illustreren dit ook. Heeft de minister eigenlijk enige aanleiding om te denken dat het hier in Nederland allemaal een stuk sneller en goedkoper kan dan in andere landen? Er is nu 14 miljard gereserveerd. Dat is natuurlijk aan de ene kant een duizelingwekkende hoeveelheid geld als je bedenkt wat je er allemaal mee zou kunnen doen. Bijvoorbeeld 5 miljard om boeren te helpen. Je zou ook heel veel kunnen doen aan het isoleren van woningen van mensen die nu nog geeneens toegang hebben tot een noodfonds, wat dit kabinet niet voor elkaar krijgt. We kunnen dus aan de ene kant heel veel doen met die 14 miljard op de korte termijn om echt dingen voor elkaar te krijgen, maar aan de andere kant is het echt te weinig als je vier kerncentrales wilt realiseren. Dus hoe gaat de minister daar nou mee om?
In het advies van de Commissie m.e.r. wordt gevraagd om de onderbouwing van nut en noodzaak van nieuwe kerncentrales. Die vraag heb ik ook. Vanuit de energiesector zelf komt de oproep voor de specifieke behoefte die er na 2035 voor flexibel CO2-vrij vermogen: doe een techniekneutrale tender. Hoe kijkt de minister nou naar zo'n oproep uit de sector zelf? Wat is de reden dat het coûte que coûte vier kerncentrales moeten zijn? Is dat louter omdat er een politiek besluit voor ligt? Het voelt zo weinig rationeel allemaal.
Dan de planning. Klopt het dat de minister het jaartal waarop de nieuwe kerncentrales operationeel zouden moeten zijn heeft losgelaten? Ik lees het nergens meer in de Kamerbrieven. Die 2035 is weg, maar wat is het dan nu? Is het 2040 of is het later? En wat betekent dat voor de rest van de planning van ons energiesysteem? Diepe aanlanding van wind op zee, elektrificatie van de industrie: we moeten door. Kan de minister mij garanderen dat de uitermate onzekere toekomst van kernenergie in Nederland geen impact gaat hebben op de noodzakelijke uitrol van zon, wind en waterstof?
Dan de locaties.
De voorzitter:
Sorry, mevrouw Kröger. Voordat u verdergaat, heeft u een interruptie van de heer Erkens.
De heer Erkens (VVD):
Er wordt natuurlijk met bedragen gestrooid. Dat kernenergie duur is, wordt hier geïmpliceerd. Een kerncentrale kost gemiddeld ongeveer 10 miljard, is de inschatting nu de lessen zijn geleerd. Vier stuks zou 40 miljard betekenen. Dat betekent dat het geld in het Klimaatfonds ook onvoldoende is. Dat weten we allemaal met elkaar. Daarom is het ook een startbedrag, om alle processen te starten en de aanbestedingen voor te bereiden, om te laten zien dat je serieus bent. Wat ik mevrouw Kröger wil vragen, is of zij de kosten van hernieuwbaar dan wel acceptabel vindt voor Nederlandse huishoudens. Wij gaan 220 miljard euro uitgeven om het stroomnet te verzwaren tot 2040. Dat is nog los van alle kosten rondom congestiemanagement: opslag, batterijen, regelbaar vermogen. Dat zijn allemaal kosten die de Nederlandse huishoudens dragen. Waarom vindt u die kosten dan niet belangrijk?
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
We weten met z'n allen dat de energietransitie geld gaat kosten. Alleen suggereert de heer Erkens nu dat de kosten voor verzwaring van het net, de kosten om diepe aanlanding van wind op zee voor elkaar te krijgen, de kosten die we hebben voor elektrificatie, wegvallen op het moment dat je die vier kerncentrales bouwt. Dat is natuurlijk onzin. Die vier kerncentrales staan er namelijk na 2040 en tot die tijd maken we al enorme stappen om ons hele elektriciteitssysteem te verduurzamen. Bovendien gaan die vier kerncentrales, zo heb ik van de minister gelezen, 15% of misschien 20% van de totale opwek leveren in de praktijk. We moeten dus inderdaad met z'n allen goed kijken hoe we de energietransitie financieren en ik heb daarbij heel serieuze vragen over de kosten van kernenergie. Ik hoop eigenlijk dat de VVD die ook heeft, maar die lijkt zich nu een beetje te verslikken in een soort kerncommunisme.
De heer Erkens (VVD):
Hoe mooi zou het juist zijn als we met kernenergie wel tot betaalbare energie voor Nederlandse huishoudens zouden kunnen komen. Want mevrouw Kröger laat het nu lijken alsof de bouw van kerncentrales eigenlijk niet nodig is, omdat we "al die andere kosten toch moeten maken". Veel experts zeggen: als je een groter aandeel kernenergie in de mix hebt, worden ook de systeemkosten lager. Dat zijn allemaal kosten die op het bordje van de Nederlandse belastingbetaler belanden. Rond wind op zee zien we dat er nu een hele grote lobby start om ook daarbij met meer subsidies of prijsgaranties te gaan werken, omdat de businesscase van "hernieuwbaar" steeds slechter wordt naarmate je meer hebt; iedereen concurreert namelijk met negatieve prijzen met elkaar, waardoor geen investeerder de handen daar nog aan wil branden. Juist als u die klimaattransitie zo van belang vindt, waarom blijft u dan toch tegen kernenergie?
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Wat is er op dit moment met wind op zee aan de hand? Je ziet eigenlijk dat we aanbod stimuleren, terwijl de vraag achterblijft. Het hele traject dat deze minister in gang heeft gezet, met die maatwerkafspraken, gaat eigenlijk gewoon te langzaam en jaagt onvoldoende elektrificatie aan. Dat is een transitie die de komende tien jaar plaatsvinden; daar is echt haast bij. De hele discussie over hoe, wat voor en of kernenergie in die mix aanwezig is, is een discussie reëel gezien, als ik de minister zelf moet geloven, tot ver na 2035 speelt. We gaan dus sowieso een transitie meemaken. Daar komen inderdaad kosten bij kijken; we moeten heel goed bekijken hoe we die goed beleggen en hoe we dat op een eerlijke manier gaan doen. Ik ben blij dat de VVD wat dat betreft ook wakker is. Maar we moeten niet doen alsof die kerncentrales iets doen wat betreft de discussie tot 2035. De minister geeft namelijk zelf ook aan dat dat gewoon niet waar is.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog. U heeft nog anderhalve minuut.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Dan over de locatie. De uitkomsten van de studie naar de impact op het gebied rond Borssele zijn zorgelijk. Ik hoorde mevrouw Postma net zeggen dat zij met mensen heeft gesproken die allemaal staan te springen om kerncentrales en graag duidelijkheid willen. Ik ben benieuwd met hoeveel omwonenden uit het dorp ze dan heeft gesproken. Want die twee kerncentrales passen sowieso niet op de locatie van de huidige centrale, als je de Borsselse Voorwaarden serieus neemt. Mensen maken zich grote zorgen over de impact van een mega bouwoperatie van tien of vijf jaar, maar ook over de druk op woningen vanwege de duizenden arbeidsmigranten en over het verkeer. Snapt de minister deze zorgen? Hoe serieus is dan die optie van Terneuzen als locatie? Die is nu opeens uit de lucht komen vallen. Begint daar dan nu niet dat hele participatieproces dat bij Borssele heeft geleid tot de Borsselse Voorwaarden?
Voorzitter. Dan misschien wel het meest pijnlijke besluit van de minister: Groningen. De minister heeft vandaag één kans. Ze heeft één kans om heel helder te zeggen: er komt absoluut geen kerncentrale in Groningen, nu niet en nooit niet. De ruimtelijke reservering die nu is gedaan, moet worden geschrapt. Dan vervalt volgens mij de door de minister genoemde juridische noodzaak die de landsadvocaat heeft geschetst.
Voorzitter. Tot slot. Ik weet niet hoeveel tijd ik nog heb?
De voorzitter:
U heeft nog 15 seconden.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Nou, dan heel snel nog iets anders. Ik hoop dat de minister zich over het volgende vandaag uitspreekt. Je kunt een discussie hebben over SMR's; die vindt nu duidelijk plaats. Maar wat betreft al die gemeenten en provincies waarover nu wordt gezegd "we gaan niet door met de lokale opwek van energie binnen het energiesysteem, want we bouwen een SMR" wil ik zeggen: die SMR staat er niet voor 2030; ik hoop dat de minister dat vandaag ook gewoon duidelijk maakt.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Er is nog een interruptie van de heer Bontenbal.
De heer Bontenbal (CDA):
We hebben het vandaag over kernsplijting, en over kernfusie, en bij fusie moest ik denken aan die nieuwe partij op links die er straks gaat komen. Toen dacht ik: gaat die nieuwe club ook eens een keer op een frisse manier een hernieuwd standpunt op het gebied van kernenergie innemen? Andere sociaaldemocraten op andere plekken in de wereld zijn ook vóór kernenergie. Ik weet dat er in Finland een hele groene coalitie zit, met parlementariërs die voorstander zijn van kernenergie. Gaat dat nieuwe linkse blok straks dus een frisse, moderne visie neerleggen op kernenergie als onderdeel van de toekomstige klimaatneutrale energiesystemen?
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Die frisse nieuwe partij, dat mooie nieuwe linkse blok bouwt natuurlijk voort op een heel stevig fundament. Dat stevige fundament is onder andere ons verkiezingsprogramma. Kijk, ik begon net als volgt. Ook de sterkste voorstanders van kernenergie — en ik weet dat de heer Bontenbal daar één van is — zullen toch heel veel moeite hebben met deze Kamerbrief van de minister en echt denken: "Oké, wat betekent dit? Vier kerncentrales in Nederland; welk budget hangt daaraan vast? Past dat? Is een reëel verhaal?" Voor mij is een fris geluid ook een reëel geluid.
De heer Bontenbal (CDA):
Een nieuwe, frisse partij met hele oude standpunten; dat is dan weer jammer. Maar dan even twee hele concrete vragen, om het wat serieuzer te maken. Zijn SMR's voor GroenLinks-PvdA wel bespreekbaar? En twee: is het openhouden van Borssele — en ik wil hier wel echt concrete antwoorden op — ook de wens van GroenLinks-PvdA? Op de website van GroenLinks-PvdA heeft namelijk nog lange tijd gestaan dat ook Borssele, een goed draaiende kerncentrale, dicht zou moeten. Ik zou op beide vragen een duidelijk antwoord willen hebben.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Voor SMR's geldt eigenlijk ook het hele betoog dat ik heb gehouden: het is op dit moment een tekentafel- of powerpointrealiteit, waarbij er heel veel onzekerheden zijn wat betreft de kosten, en waarvoor het fundamentele probleem van kernafval ook niet is opgelost. Als we hier in de Kamer een hele discussie hebben over mensen die zich zorgen maken over windturbines, dan vraag ik me het volgende af: denken de partijen die nu heel hard pleiten voor een SMR dat, zeg maar, twee keer de tiphoogte daarbij een reële afstandsnorm is? Ik merk dus dat ik denk … O, vier keer de tiphoogte, zegt meneer Vermeer. Excuus! Ik zie dat nu dus gewoon niet als oplossing voor het grote vraagstuk waar we voor staan. Met betrekking tot de kerncentrale Borssele heb ik wel echt vragen over het advies van de Commissie m.e.r.. Daarin wordt namelijk eigenlijk gezegd: waar is die veiligheidsanalyse die er moet komen?
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Eerdmans heeft een vraag.
De heer Eerdmans (JA21):
Het voordeel van een SMR is dat die in ieder geval niet 400 meter boven de grond uitsteekt; ik denk dus dat er toch wat verschillen tussen zitten. Maar in het verlengde van de heer Bontenbal ... O, ik hoor iets over Rotterdam. Maar goed, dit is inderdaad een vertrouwd zuurlinks geluid vanuit mevrouw Kröger. Maar in de landen waarin links aan de macht komt, zie je dat dit standpunt verandert. Ik heb Starmer genoemd. Dat is toch niet echt een rechts-liberale man; hij behoort echt tot de linkse familie. Hij zegt: we moeten wereldleider worden. Dat zegt hij niet omdat hij nou zo heel gek is op kernenergie, maar hij ziet dat het banen oplevert en op een relatief eenvoudige en betaalbare manier groene stroom geeft. Mijn vraag is dus als volgt. U kunt wel zeggen "die brief staat vol met niet-realistische zaken", maar hoe is het GroenLinks-dogma eigenlijk te beslechten? Dat is ook de vraag van de heer Bontenbal. Hoe krijgt het een iets positievere blik richting kernenergie, zoals het geval is in al die landen die ik genoemd heb, maar ook in de eigen GroenLinks-fractie in Opmeer bijvoorbeeld; die zeggen gewoon "geef ons zo'n module".
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
De heer Eerdmans noemt hier het voorbeeld van Keir Starmer in de UK. Die heeft volgens mij vooral een enorm hoofdpijndossier op zijn bordje met Hinkley Point. Nogmaals: als we het hebben over kerndogma's, voel ik dat de echte kerndogma's vooral zitten in die hele wens van vier kerncentrales voor 14,5 miljard, in een klein land waarin we op korte termijn grote stappen moeten zetten, en waarin er ongelofelijk veel kan met wind en zon. Ik hoop eigenlijk vooral dat we daar vandaag doorheen breken, met een minister die heel duidelijk gaat schetsen over welke kosten we het nou eigenlijk hebben.
De heer Eerdmans (JA21):
En dat zegt de partij die het land vol wil zetten met windturbines! Ik vind het zo ongekend. Ik kom er al jaren niet achter waar het probleem zit; vroeger ging het bij Greenpeace vooral om het afvalprobleem; die moesten zich vastketenen aan allerlei boten op de Noordzee enzovoorts. Nu is er iets met ruimte. Dan denk ik: ja, jongens, zet dan niet het hele land vol met windturbines; laten we daar eens mee beginnen. Ik zie het dus niet. Ik zal waarschijnlijk ook vandaag niet zien waar dat trauma van GroenLinks 'm in zit. Maar ik ga een andere keer nog weleens doorvragen, voorzitter.
De voorzitter:
De heer Eerdmans, de volgende keer dat u de voorzitter bij een debat wil betrekken, moet u gewoon naar een EZ-debat komen! Morgen bijvoorbeeld, over het verdienvermogen van Nederland. Dan kunnen we kijken waar we geld mee kunnen verdienen: met kerncentrales uit Frankrijk of met windmolens uit Nederland. Maar ik zal nu als voorzitter hier niet op verdergaan, want ik ben neutraal. Meneer Kröger — nee, mevrouw Kröger! — met haar antwoord.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Meneer Kröger! Nu is alles in de war. O, ik hoor dat de heer Vermeer ook een interruptie wil plegen, maar ik mag eerst nog antwoord geven. Over het algemeen als je een vraag krijgt ...
Ik zou de heer Eerdmans toch het volgende terug willen geven. Bij elk Kamerdebat wordt er ongeveer een kerncentrale bovenop geplust: van twee naar vier, dan nog een paar SMR's, en huppakee het hele land vol. Ik denk gewoon: op welke realiteit is dit idee gestoeld? Als je puur de brief van de minister leest, de cijfers bekijkt, de ruimte bekijkt … Denk ook aan het feit dat men in Groningen zegt: absoluut niet! Ik weet dat de heer Eerdmans daar niet gevoelig voor is; die wil volgens mij ook gewoon doorpompen in Groningen. Dan denk ik dus toch dat de realiteitszin ietwat ontbreekt.
De heer Vermeer (BBB):
Ik denk dat mevrouw Kröger net een heel belangrijk argument noemde waarom juist kernenergie in Nederland zo belangrijk is, en dat is dat wij een klein, dichtbevolkt land zijn. De heer Eerdmans gaf dat net ook al aan. Ik denk dat veel omwonenden, als ze mogen kiezen tussen zonneparken, windmolens en kernenergie, een andere keuze maken dan wanneer ze alleen de vraag krijgen: wilt u wel of geen kernenergie? Maar wat voor mij nog wel belangrijk is om te weten wat de positie van GroenLinks-PvdA is, is een antwoord op de vraag of mevrouw Kröger per definitie geen kernenergie wil. Neem bijvoorbeeld een datacenter, waarvoor de nucleaire unit goedkoper is dan het datacenter zelf, laat staan de inrichting daarvan. Als private partijen hiervoor hun eigen energievoorziening willen regelen, is GroenLinks-PvdA er dan nog steeds op tegen of kunnen ze er dan wel mee akkoord gaan? Een ander voorbeeld zou Chemelot kunnen zijn.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Toch even op dat eerste punt. De heer Vermeer stelt dat mensen liever een SMR met de bijbehorende opslag van afval in hun gemeente hebben dan een windmolen of een zonnepark, maar als je kijkt naar de inspraak in Borssele, naar de zorgen in Terneuzen of naar wat er in Groningen speelt, weet ik niet waar de heer Vermeer de onderbouwing hiervoor vandaan haalt; laat ik het zo maar zeggen. Voor ons zijn er evidente nadelen aan kernenergie, echt zwaarwegende, evidente nadelen. Er zijn verschillende scenario's en je moet een keuze maken. Je kunt geld verstandig uitgeven. Je kunt kiezen voor een systeem dat draait op zon, wind, groene waterstof, opslagbatterijen et cetera. Dat is inderdaad het scenario waarvoor wij dan kiezen.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is de beurt aan de heer Erkens van de VVD. Ga uw gang.
De heer Erkens (VVD):
Dank u, voorzitter. Kernenergie is noodzakelijk om te komen tot een schone, betrouwbare en betaalbare Nederlandse energievoorziening. De VVD is er dan ook trots op om het taboe op kernenergie in Nederland te doorbreken. Er is nu sprake van een heuse nucleaire renaissance in de wereld. Een eenzijdige focus op hernieuwbare energie lijkt te leiden tot torenhoge en volatiele energieprijzen. In buurland Duitsland is er industriële krimp. In Frankrijk daarentegen zijn de energieprijzen stabieler, kan de industrie nog concurreren en is er deze week nog een enorme ambitie op het gebied van artificial intelligence aangekondigd, allemaal door de duurzame stroom op basis van kerncentrales.
Voorzitter. Ik had een hele spreektekst voorbereid, maar ik heb er een deel van geschrapt, omdat er de laatste 24 uur nogal wat gezegd is door een heleboel partijen. We leven in een tijd van geopolitieke spanningen. We zijn nog steeds enorm afhankelijk van energie van buiten Europa. Onze energieprijzen zijn nog steeds te hoog voor onze huishoudens en bedrijven. Kernenergie is onmisbaar, dus daar moeten we de komende jaren serieus op inzetten. De laatste jaren is er een meerderheid ontstaan in de Kamer, na decennialang links verzet met het argument: het duurt tien jaar, dus het komt te laat. Die argumenten horen we nog steeds, fascinerend genoeg.
Maar de laatste 24 uur zie ik meerdere partijen over elkaar heen buitelen om toch te graaien uit het kernenergiegeldpotje. Het CDA vindt D66 daarop, de PVV sluit zich daarbij aan en BBB wel of niet; dat is mij nog steeds niet duidelijk. Dit holt de kernenergieambities uit. Het feit dat de partij van de heer Timmermans zich hier gretig bij aansluit, zou volgens mij voldoende moeten zeggen voor de voorstanders van kernenergie. Er zit namelijk nog 14,6 miljard in het Klimaatfonds, waarvan 14,1 miljard voor kernenergie beschikbaar is. Als je 5 miljard uit dat fonds haalt, zal ten minste 4,5 miljard, 90%, van kernenergiegeld komen.
Het is ook niet zo dat je er achteloos geld uit kunt halen, want daar vertraag je de boel mee. Je laat daarmee namelijk zien dat je niet serieus bent. Je komt daardoor achteraan in de rij te staan bij de producenten, waarvan er niet veel zijn in de wereld — er zijn er drie die we in Nederland kunnen overwegen — en die nu van overal, uit verschillende landen, aanvragen krijgen. Als je nu miljarden weghaalt, laat je als Nederlandse politiek eigenlijk zien: wij zijn niet serieus op het gebied van kernenergie; we hebben wel een voornemen, maar we halen toch een deel van het geld weg. Ik zeg dus tegen de collega's: doe dat niet. De heer Flach noemde het mooi "de nucleaire coup", maar volgens mij is het een antinucleaire coup, van de leden Bontenbal, Wilders en Jetten, met de heer Timmermans op de bijrijdersstoel. Ik roep mijn collega's er dus toe op om dit niet te doen en tot inkeer te komen, want we moeten deze ambities overeind houden. De VVD gaat dit dan ook niet doen. Daarover staan ook gewoon afspraken in het hoofdlijnenakkoord.
Ik heb nog wat inhoudelijke vragen aan de minister, maar ik zie dat dit interrupties uitlokt.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dit zou een splijtende bijdrage zijn geweest, ware het niet dat die eigenlijk enorm falen en vertraging maskeert. Die kerncentrale zou namelijk eerst rond 2030 worden gebouwd. Toen werd het 2035. Inmiddels durft niemand er meer een jaartal op te plakken. Ondertussen doen andere partijen inderdaad voorstellen om een blunder uit de formatie — ik weet dat de VVD heeft gevraagd: weet je het zeker, weet je het zeker? — te herstellen en boerenondernemers die nu aan de kant staan toegang te geven tot het Klimaatfonds. Dat gaat om toegang geven, hè? Dat is nog wat anders dan de vraag hoeveel miljard dat precies wordt. Het initiatiefwetsvoorstel regelt de toegang. Vervolgens kun je bij begrotingsdiscussies een discussie krijgen over hoeveel geld er naar welk onderwerp moet. Wil de heer Erkens misschien wel 20 miljard voor kernenergie? Dan kan hij dat inbrengen in een begrotingsdiscussie. Willen andere partijen, zoals de ChristenUnie, ook geld voor boerenondernemers? Dan kan dat ook ingebracht worden.
De voorzitter:
En uw vraag is?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Er gaat veel geld naar het eigen risico. Wat ons betreft is dat een niet zo verstandige, consumptieve uitgave. Dat investeer ik liever in de toekomst van Nederland. Er zijn kortom oplossingen genoeg.
De voorzitter:
Meneer Grinwis, uw vraag.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik zal stoppen, voorzitter. Maar dit wegframen als een aanval op kernenergie, vind ik een beetje … Het is geen splijtend betoog, maar het maskeren van de eigen onmacht om het maar niet te realiseren. Daar krijg ik graag een reactie op.
De heer Erkens (VVD):
Die reactie geef ik graag, want het is heel simpel. Als er 14,1 miljard voor kernenergie ligt en je wilt daar 5 miljard van weghalen, doe je gewoon iets aan de ambities. Dat moet je ook eerlijk zijn over dat je kernenergie niet belangrijk genoeg vindt om te investeren in de energieonafhankelijkheid in de toekomst, een lagere energierekening en ga zo maar door. Het is wat dat betreft een investering in de toekomst. Ik hoor nu wel in de bijdrage van de heer Grinwis dat het blijkbaar misschien toch niet uit dat bedrag hoeft te komen. Maar het voorstel waarover wij in de Tweede Kamer gestemd hebben — volgens mij was dat bij de begroting voor Klimaat, eind vorig jaar bij de begrotingsbehandeling — was gewoon een voorstel waarin er 5 miljard uit de kernenergiepot gehaald werd. Dus we kunnen er nu omheen draaien, alsof dat niet het voorstel is, maar ja, het is heel simpel: als je ergens 5 miljard weghaalt en het ergens anders aan spendeert, kun je minder op het onderwerp doen waar 5 miljard weggaat.
De heer Bontenbal (CDA):
Hier heb ik natuurlijk een beetje op gewacht. De VVD is een beetje in de campagnestand geraakt en gaat ook het CDA aanvallen. Dat vind ik dan toch interessant. De VVD zit zelf in de coalitie. Dus als er ambitie moet zijn op het gebied van kernenergie, moet de VVD dat laten zien, ook qua doorlooptijd. Dat zou dus mijn reactie zijn.
Het tweede is dat u voor een klimaatopgave staat die breder is dan kernenergie. Er staat ook nog 4 tot 5 megaton ingeboekt voor de landbouw. Er was geen enkel plan om daaraan te geraken qua maatregelen, maar ook niet qua budget. Deze minister is Klimaatminister en moet die megatonnen voor 2030 bij elkaar houden. U heeft de doelstelling neergezet en die wilt u ook halen, denk ik. Het gaat dus niet alleen over kernenergie, maar ook over hoe we de doelstelling in de agrarische sector gaan realiseren. Daarvoor is geld nodig. Als u vraagt of dit een heel fraai voorstel is, zeg ik: nee, het is een soort noodgreep; omdat er gewoon niet genoeg geld is om dat stukje van 4 á 5 megaton in landbouw te halen, doen we dit. Als u zegt dat u straks meer geld nodig heeft voor kernenergie, vindt u mij aan uw zijde.
De voorzitter:
En uw vraag is?
De heer Bontenbal (CDA):
Maar deze megatonnen moeten veel sneller gehaald worden dan die andere megatonnen. Ik wil gewoon niet dat de agrarische sector tegen de muur rijdt. De gelden voor kernenergie gaan later uitgegeven worden dan de gelden voor landbouw. Dát is de reden. Wij willen de klimaatdoelen halen en niet de agrarische sector tegen de muur laten rijden. U heeft ook de verantwoordelijkheid om dat niet te willen.
De voorzitter:
En nu uw vraag, meneer Bontenbal, want dit is bijna …
De heer Bontenbal (CDA):
Ik wil daar graag een reactie op.
De voorzitter:
O, dit was het. Helemaal goed.
De heer Erkens (VVD):
Er lopen een paar dingen door elkaar in het verhaal van de heer Bontenbal. Ik snap het; het is een gevoelig punt, want hij heeft zich ook jaren ingezet voor kernenergie en wat dat betreft zal het voorstel om nu wel een deel van het kernenergiegeld te gaan inzetten voor andere zaken moeilijk voor hem zijn. Maar de heer Bontenbal kan ook niet ontkennen dat wanneer je 5 miljard weghaalt, al die internationale bedrijven die hier centrales zouden moeten bouwen, ons ook minder serieus gaan nemen. De capaciteit om kerncentrales te bouwen in de wereld, is de komende jaren beperkt. Dat weten we. Daar zitten wachtrijen aan vast. Dus aan de ene kant praten over dat er vertragingen plaatsvinden door het locatieonderzoek, maar tegelijkertijd zelf een voorstel doen waarvan misschien de vertraging nog veel groter kan worden als je daardoor achterin de rij komt bij de partijen die hier de centrales moeten bouwen, vind ik ook onverantwoord.
Ik ben dan wel benieuwd naar het volgende, maar die interruptie kan ik dan andersom gaan plaatsen. Er ligt natuurlijk gewoon nog 5 miljard bij LVVN voor de landbouw. Zijn dat dan dezelfde miljarden en moeten die naar het Klimaatfonds gaan? Dat is mij even niet duidelijk. Er wordt namelijk gevraagd om 5 miljard. Dat is toevallig precies dat bedrag dat nog onbesteed bij LVVN ligt en in het hoofdlijnenakkoord is ook afgesproken om dat hiervoor in te zetten. Dus moet het nou uit kernenergie komen of niet? Het wordt echt onduidelijk voor me.
De voorzitter:
Die interruptie kunt u dadelijk doen als de heer Bontenbal aan de beurt is. De heer Erkens vervolgt zijn betoog. U heeft nog twee minuten.
De heer Erkens (VVD):
Voorzitter, een aantal vragen aan de minister over SMR's, ten eerste. Op dit moment is de overheid nog bezig met onderzoek en simulatie, terwijl de markt nu eigenlijk al veel sneller lijkt te gaan. Hoe kan de minister concrete initiatieven, zoals de Nederlandse start-up Thorizon, financieel faciliteren vanuit bestaande beschikbare middelen? Hoe kijkt de minister ernaar om de helft van het beschikbare SMR-geld vrij te maken voor SMR-investeringen in echte trajecten die ook concreet aan het worden zijn in Nederland, bijvoorbeeld in een SMR-fonds? Daarnaast zien we ook graag nog een visie op welk onderdeel van de waardeketens van die SMR-industrie we in Nederland van de grond willen opbouwen.
Voorzitter. Er moet ook meer onderzoek gedaan worden naar nucleaire innovaties. In 2022 heeft de Kamer in ruime meerderheid besloten om mijn motie om kernenergie toegang te geven tot de topsector Energie aan te nemen. Tot op heden is die nog niet uitgevoerd. Wij horen, net als de heer Vermeer, vanuit elke nucleaire speler dat dit te maken heeft met onwil vanuit de topsector Energie. Het lijkt me toch niet de bedoeling dat daar het beleid gemaakt wordt in plaats van dat het kabinet en de politiek daarover gaan. Dus graag ook een reactie van de minister daarop. Ik hoor daarnaast graag hoe ze kijkt naar het stuk in De Telegraaf over dat het Nationaal Klimaat Platform kernenergie ook blijft uitsluiten. Daar ben ik ook wel klaar mee. Want als er door dit platform plannen voor na 2030 worden gemaakt, lijkt me dat kernenergie daar gewoon een onderdeel van is.
Voorzitter. Mijn laatste punt. We zien dat Nederland en Europa volledig achterraken op het gebied van artificial intelligence. Deze week was er gelukkig wat hoopvol nieuws uit Frankrijk. Maar China en Amerika racen vooruit op dit vlak. AI en SMR's gaan uitstekend samen, zo laten ook de techreuzen uit de VS zien. Die hebben ook al concrete SMR-investeringen aangekondigd voor hun AI-infrastructuur. Graag hoor ik van de minister of ze bereid is om samen met de minister van EZ die AI- en SMR-strategie de komende maanden wat dichter bij elkaar te brengen, zodat we ook in Nederland die koppelkans pakken en kunnen blijven meeconcurreren in de race die nu gaande is.
Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Dat leidt tot een vraag van mevrouw Kröger.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Toch nog even over die vijf miljard. Wat ons betreft geven we dat geld nu uit aan de dingen die goed zijn voor het klimaat en die direct effect hebben op de energierekening van mensen, dus inderdaad aan isoleren, zonnepanelen et cetera. Maar goed, vanuit het perspectief van de heer Erkens begrijp ik best dat hij denkt dat dit ten koste gaat van kernenergie. Maar hoe kijkt hij dan naar het voorstel van de heer Vermeer om de 5 miljard aan meevallers die er waarschijnlijk dit jaar komt, bij de Voorjaarsnota toe te voegen aan het Klimaatfonds? Acht hij dat dan een reëel voorstel?
De heer Erkens (VVD):
Alle partijen kunnen eigen claims indienen voor de Voorjaarsnota. Zo werken die processen simpelweg. Maar volgens mij kun je in Nederland volgens de begrotingsregels sowieso nog steeds geen meevallers inzetten die er nog niet zijn. Dat is een beetje alsof ik er thuis van uitga dat ik de Staatsloterij zou winnen, een vakantie boek en online een auto bestel, die ik later ga betalen. Dat is niet onze voorkeursroute.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Dus voor de duidelijkheid: er is een voorstel, ook met steun van de BBB, dat er 5 miljard naar landbouw moet, naar de klimaatopgave voor landbouw, naar boeren en dat dit gewoon uit het Klimaatfonds moet komen.
De heer Erkens (VVD):
Als het nu uit het Klimaatfonds komt, dan gaat het ten koste van kernenergie. Ik heb meermaals herhaald dat we daar gewoon afspraken over gemaakt hebben en dat de VVD de investeringen in kernenergie wil blijven doen.
De voorzitter:
Mevrouw Beckerman, uw laatste interruptie.
Mevrouw Beckerman (SP):
Hoe enthousiast mensen ook mogen zijn over kernenergie, we zijn nog niet eens begonnen en tegenvaller op tegenvaller stapelt zich op. Er is al veel gerefereerd aan de brieven die recent zijn gekomen, maar een hele pijnlijke vond ik wel dat Groningen ook weer in beeld is voor een kerncentrale. We hebben net een parlementaire enquête gehad. Daarin is geconcludeerd dat we een ereschuld aan Groningen hebben. Er is een motie van mij aangenomen om Groningen te schrappen. En omdat dat niet op tijd is gedaan, zegt het kabinet nu: Groningen is weer in beeld. Vindt de VVD met de SP dat de Tweede Kamer opnieuw klip-en-klaar moet uitspreken dat Groningen niet in beeld is, niet in beeld zal komen en dat we dat ook koste wat kost gaan voorkomen?
De heer Erkens (VVD):
Ik las de beantwoording van mijn Kamervragen als volgt: om de juridische procedure zorgvuldig te laten doorlopen en later te laten standhouden bij een rechter, moet de Eemshaven nu in de procedure mee. Ik heb al eerder en vaker gezegd dat de voorkeurslocatie van mijn fractie Borssele is. Dat is niet de Eemshaven en dat wordt het hiermee ook niet. Daar kunnen we dus heel duidelijk over zijn. Het enige wat ik hierin wel snap, is dat als je nu een procedure doet die ervoor zorgt dat het daarna bij de rechter aangevochten kan worden omdat je de Eemshaven niet in het proces laat afvallen — volgens mij moet namelijk de uitkomst zijn dat de locatie afvalt in het proces — dat proces dan mogelijk jarenlang wordt aangevochten bij de rechter door ngo's die deze centrales niet willen en we dan inderdaad jaren vertraging gaan krijgen in de bouw van kerncentrales. Dat is onwenselijk. Maar voor ons blijft de voorkeurslocatie gewoon Borssele, zoals dat eerder gecommuniceerd is.
De voorzitter:
Dank u wel. Er zijn verder geen interrupties. Dus dan is het woord aan mevrouw Beckerman van de SP voor haar inbreng.
Mevrouw Beckerman (SP):
Ik zocht even mijn stopwatch.
Voorzitter. Kernenergie is een heerlijke theoretische werkelijkheid voor sommigen. Al zes of zeven decennia is het de belofte, dé manier om goedkoop en veilig energie op te wekken. Het enige probleem dat daaraan nog in de weg staat, is de realiteit. Ik zei het net al: we zijn nog niet eens begonnen, maar de tegenvallers stapelen zich al op. Partijen moeten zelfs hun eigen kernprincipes loslaten om toch maar weer tot een plan te komen voor kernenergie.
Voorzitter. Om te beginnen: kernenergie is veel te duur. Voorstanders van kernenergie beweren dat het een goedkope en betaalbare energiebron is, maar uit zowel nationale als internationale analyses blijkt dat kernenergie een van de duurste manieren is om elektriciteit op te wekken. Ik verwijs naar één studie, de Levelized Cost of Energy+, een analyse van Lazard. Daaruit blijkt dat kernenergie in 2021 maar liefst 167 dollar per megawattuur kostte, vergeleken met 38 dollar per megawattuur voor windenergie en 36 dollar per megawattuur voor zonne-energie. Hoewel de ruwe productiekosten van een kilowattuur kernenergie laag kúnnen zijn, namelijk €0,02 of €0,03 per kilowattuur, zijn de totale kosten, inclusief bouw, onderhoud en afvalopslag, veel hoger. Wanneer alle investeringskosten worden meegerekend, stijgen de kosten naar ruim €0,08 per kilowattuur. En dan moeten ze ook nog eens 85% van de tijd draaien om financieel rendabel te zijn. We zien nu al die financiële tegenvallers, ook in Nederland.
Het tweede probleem met kernenergie: het duurt te lang voor die er is. In de brieven van de minister lezen we dat 2035 al uit beeld is, maar er wordt niet bij verteld welk jaar dan wel in beeld is. Wat is het nou? Voorstanders van kernenergie stellen dat we met grootschalige kerncentrales onze energievoorziening veiligstellen, maar waar ter wereld is een kerncentrale ooit op tijd en binnen budget gebouwd? De voorbeelden zijn al genoemd: in Frankrijk was de vertraging twaalf jaar en in het Verenigd Koninkrijk was de vertraging veertien jaar. Ons lukt het niet eens om binnen de tijd ons eigen gebouw te renoveren, dus hoe moet dit dan gaan?
Dan nog iets waarvan ik me afvroeg: is het nou superhypocriet of is het juist goed nieuws? Dat betreft de draai van onder andere de VVD, die altijd pleitte voor marktwerking, maar nu zegt dat kernenergie helemaal in overheidshanden moet zijn. Want ja, hoe graag voorstanders het ook willen en hoe graag ze ook denken dat dit wel gaat lukken, de realiteit is dat geen enkel bedrijf bereid is om de financiële risico's te dragen. De Staat moet alle kosten en risico's op zich nemen, want kerncentrales zijn structureel duurder dan vooraf gedacht. Ik hoop dat ik het toch een klein beetje als goed nieuws kan beschouwen en dat die draai van de VVD niet alleen de kernenergie betreft, maar de energievoorziening in brede zin. Dan kunnen er mooie dingen gebeuren.
Dit was uitlokking, expres.
De voorzitter:
Nou, meneer Erkens, we zullen eens kijken of dat nog kan. Ja, het kan nog, dus gaat uw gang.
De heer Erkens (VVD):
Ik heb geteld, voorzitter. Het is een beetje uitlokking, natuurlijk, maar het voordeel is ... Mevrouw Beckerman geeft aan dat het een draai is, maar twee jaar geleden hebben we samen met de heer Bontenbal al voorgesteld om een staatsdeelneming op te richten — dat heeft toentertijd in De Telegraaf gestaan — omdat de wereldwijde politieke onzekerheid ervoor zorgt dat geen private partij eraan wil. Ik vind het signaal dat die miljarden misschien niet zeker zijn juist een teken aan de wand voor de gedachte dat de overheid deze investering op zich moet nemen. De politiek kan op dit dossier namelijk best wisselvallig zijn. Mijn vraag zou de volgende zijn. De SP wil geen kernenergie en wil ook heel veel fossiele winning niet meer. De SP is ook tegen gaswinning op de Noordzee, volgens mij. Hoe gaan we het dan wel voor elkaar krijgen? Welke energie gaan we in Nederland dan wel winnen? Dat zou mijn vraag zijn.
Mevrouw Beckerman (SP):
Dat zijn, zoals ik dat zelf ook altijd probeer te doen, heel veel vragen in één vraag. Laat ik beginnen bij de politieke wisselvalligheid en vooral bij de mooie uitspraak van de VVD dat je energie ook in publieke handen kunt houden. Laten we met die twee realiteiten in het achterhoofd eens wat breder gaan kijken naar onze energievoorziening nu, want dat is wel een heel actueel punt. We zien dat de gasprijzen aan het stijgen zijn. We zien dat heel veel huishoudens zich grote, grote zorgen maken. We zien dat het koud is. We zien ook dat bedrijven een prikkel hebben om gas te verkopen wanneer het duur is en daar geld aan te verdienen. Daarom zeggen heel veel landen: de opslag maken we helemaal publiek; we zorgen dat we gasvoorraden hebben voor als het koud wordt; we zorgen dat onze inwoners goed en betaalbaar warm kunnen zijn. Als we die mooie lijn van de VVD doortrekken — de heer Erkens zegt: de politiek is wel erg wisselvallig en we moeten publiek gaan — zou dit een belangrijk punt kunnen zijn, zodat je beter kunt prioriteren. Want wat doen we nu? We jagen de inwoners de markt op en heffen vervolgens een enorme belasting, waardoor heel veel mensen nu in de kou zitten.
Het tweede deel van de vraag was: wat dan wel? Kijk bijvoorbeeld naar hoe snel het is gegaan met zonne-energie en hoe populair die panelen zijn als ze op het dak liggen. We zouden dat heel goed kunnen combineren met bijvoorbeeld collectieve batterijen. Ik zeg expres: collectief. Wij zijn niet zo'n groot voorstander van individueel. Maar wat is daar gebeurd? Dan kijk ik toch weer naar de VVD, die net het punt van politieke wisselvalligheid maakte. Ja, daar is nou echt sprake van politieke wisselvalligheid, want de goede regelingen die er waren, zijn teruggedraaid. Daardoor zie je dat de populariteit bij bijvoorbeeld huurders heel erg afneemt, terwijl diezelfde huurders vaak hun energierekening niet kunnen betalen. Waar zou mijn partij dus als eerste in investeren? Wij zouden ervoor zorgen dat we op geschikte daken collectieve zonnepanelen leggen, waar mensen van kunnen profiteren, want nu kost het heel veel mensen, zeker huurders, heel veel geld. Wij zouden dan ook zorgen voor opslag. Dat zijn echt stappen vooruit, waar je meteen mee kunt beginnen en die er meteen voor zorgen dat de energierekening omlaaggaat. Je hebt er ook meteen veel opwek mee. De batterijkosten gaan nu ook omlaag; Nederland loopt daarin achter. Dit lijken mij nou echt gewenste investeringen waardoor je én veel groener bent én de energierekening voor mensen kunt verlagen.
Voorzitter, mag ik nog meer opwekmethoden noemen? Ik vind het wel leuk.
De voorzitter:
Nou, nee, dit is wel genoeg, lijkt me. Ik snap dat u het leuk vindt, maar we moeten ook nog met de minister het debat aan. U vervolgt uw betoog. Daarvoor heeft u nog anderhalve minuut.
Mevrouw Beckerman (SP):
Anderhalve minuut.
Voorzitter. Dan ga ik toch eerst even mijn punt maken over Groningen. Groningen, Drenthe en Friesland zijn in beeld voor de eindopslag van radioactief afval, maar nu ook weer voor een kerncentrale. De Tweede Kamer was heel helder en stemde voor mijn motie om Groningen weg te strepen als mogelijke locatie. Daarna kwamen de harde conclusies van de parlementaire enquête. Die twee dingen zouden een teken aan de wand moeten zijn voor dit kabinet. Nu zien we dat Groningen toch weer meegenomen wordt en dat er toch weer een analyse komt. En dat is niet omdat het moet, maar omdat het kabinet niet op tijd is geweest met het wegstrepen van deze plek als zoeklocatie. Wij zijn, Groningen is geen afvalputje. De feiten spreken voor zich. Wat de SP betreft neemt de minister dan ook de nuloptie mee in plaats van Groningen.
Dan heel kort nog iets over kernafval, als het mag. Naast de hoge kosten en de trage realisatie is er nog een fundamenteel probleem met kernenergie: het kernafval. Dat afval blijft honderdduizenden jaren radioactief en een veilige, definitieve oplossing ontbreekt nog steeds. In een eerder debat hebben wij de zoutkoepels genoemd en hebben wij gevraagd of die in beeld zijn. "Nee, die zijn niet in beeld", werd daarover gezegd, maar via een omweg blijken ze toch in beeld te zijn. Wanneer wordt die optie ook weggestreept?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank, mevrouw Beckerman. Dan gaan we naar de heer Kops van de PVV voor zijn inbreng. Ga uw gang.
De heer Kops (PVV):
Dank u wel, voorzitter. In plaats van te rommelen met veel te lage afstandsnormen voor windturbines en dergelijke, om die dingen toch dicht bij omwonenden te kunnen doordrukken, zou de minister veel beter haast kunnen maken met de bouw van die nieuwe kerncentrales. Een groter aandeel kernenergie: de meerderheid van de Kamer wil dat, het vorige kabinet wilde dat en ook dit kabinet wil dat. Niet twee nieuwe kerncentrales erbij, maar zelfs vier. Ik zou zeggen: hartstikke goed, vooral doen. Maar dan moet de minister daar natuurlijk wel voor gaan zorgen.
Want praten over kernenergie doen we al jaren. Onderzoeken zus, procedures zo, een debatje hier, een debatje daar, en ondertussen duurt het allemaal veel en veel te lang. Ook in de laatste brief van de minister gaat het mis. Ik citeer: "Het lijkt niet meer realistisch om de eerste centrale in 2035 operationeel te hebben." Ten eerste: hoezo niet? Dat is nog tien jaar. Dat moet toch wel gaan lukken, met een beetje goede wil. Ten tweede: het lijkt erop dat de minister zich er al bij heeft neergelegd. Dat kan natuurlijk niet. Kan zij hier toezeggen dat zij zich er keihard voor zal inzetten dat 2035, of liever nog eerder, wel gehaald gaat worden? Ten derde: waar komt die vertraging eigenlijk door? "Er moeten nog heel veel stappen worden gezet", zo lezen we, "zowel in de ruimtelijke procedure als in de aanbesteding als in de uiteindelijke bouw. Een detailplanning van al deze stappen is nog niet te geven." Sorry, hoor, maar dat klinkt een beetje alsof er de afgelopen jaren heel weinig, bijna niets, is gebeurd. Wat is hier eigenlijk misgegaan? Wat heeft de minister sinds haar aantreden concreet gedaan om die centrales echt gebouwd te krijgen? Graag een reactie.
Voorzitter. Eind 2022, dus al meer dan twee jaar geleden, hebben we in dit huis een technische briefing gehad. Toen heb ik aan de aanwezige deskundigen, de onderzoekers, gevraagd: wat is er nou nodig vanuit de overheid, vanuit de politiek, vanuit ons dus, om de bouw van die kerncentrales echt te versnellen? Het antwoord was simpel, maar ook heel helder: meer mankracht, vooral bij de toezichthouder, de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming. Vervolgens heeft de PVV een motie ingediend met het verzoek om de capaciteit daar uit te breiden. Die motie is aangenomen. Wat is daar dan de afgelopen twee jaar van terechtgekomen? Graag een reactie.
Voorzitter. In haar brief heeft de minister het over een juridisch versnellingspakket, verschillende wet- en regelgevingstrajecten, structurele en procedurele versnelling, procedurele stappen in de verkenningsfase van de projectprocedure in relatie tot participatie en het moment van onafhankelijk advies enzovoorts. Ik heb echt geen idee wat hier staat. Kan de minister dit concreet maken? Hoe is het eigenlijk mogelijk dat we het jaren later nog steeds over versnellen hebben? Waarom is dat versnellen niet allang gebeurd? Hoe kan het dat een heel eenvoudige motie over het uitbreiden van capaciteit niet allang resultaten heeft opgeleverd? Ik heb die resultaten in ieder geval nog niet gezien, dus graag een reactie van de minister.
Voorzitter. We lezen in de brief van de minister dat de locatiekeuze is vertraagd en dat de locatie Eemshaven toch als voorkeursalternatief onderzocht zal worden. Dat noemt de minister zelf "een dilemma". Dat snap ik niet helemaal, terwijl ik de brief en het advies van de landsadvocaat toch goed heb gelezen. Zoals door de landsadvocaat uiteengezet is, moeten in de planMER redelijke alternatieven, waaronder dus ook de locatie Eemshaven, weliswaar worden beschreven en onderzocht, maar "dat betekent geenszins dat ook voor deze locatie gekozen moet worden". Concluderend: klopt het dan dat deze locatie wel onderzocht, maar uiteindelijk niet gekozen zal worden? Zo ja, wat is dan eigenlijk het dilemma? En klopt het dan dus dat het feitelijk, in de praktijk, ondanks dat het juridisch moet, eigenlijk alleen maar onnodig werk, papierwerk, is en dus vertraging oplevert?
En daarna? Wat gebeurt er na de locatiekeuze? Ik citeer: "Er is op dit moment nog geen inzicht in concrete maatregelen die mogelijk zijn om na de locatiekeuze de bijbehorende processen en besluitvorming te versnellen". Aldus de minister. Geen idee. Hoe kan het dat dat inzicht er dan nog altijd niet is? Wat is hier eigenlijk misgegaan de afgelopen jaren? Ik heb heel concreet de vraag aan de minister: wat gaat ze nu wél doen om dat echt te versnellen, zodat 2035 wél gehaald zal worden?
Dank u wel.
De voorzitter:
Tot op de seconde, meneer Kops. Complimenten. Mevrouw Rooderkerk heeft een interruptie.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Ik ben toch wel benieuwd naar de reactie van meneer Kops op … Sorry?
De heer Kops (PVV):
Zei u nou "minister"?
Mevrouw Rooderkerk (D66):
"Meneer" zei ik, toch? Ik zou u graag als minister aanspreken, maar dat is nog niet helemaal de bedoeling. Ik ben benieuwd naar de reactie van meneer Kops op het voorstel van BBB om het Klimaatfonds met 5 miljard op te plussen. Ik zag de heer Twitter … Pardon, ik bedoel de heer Wilders; "meneer Twitter" is misschien best een goede naam voor de heer Wilders, by the way. Ik zag de heer Wilders op Twitter weer iets roepen, namelijk dat we dat geld natuurlijk ook moeten gebruiken om de gasrekening van de mensen te verlagen, als een soort nieuwe fossiele subsidie. Kortom, we moeten voorkomen dat het Klimaatfonds een soort graaifonds wordt, waar nu voor allerlei andere doelen geld uit wordt gehaald. We moeten ervoor zorgen dat we de klimaataanpak versterken. Is de heer Kops het ermee eens dat er dan geld bij moet in het Klimaatfonds?
De heer Kops (PVV):
Dank voor deze vraag. Het is een gesloten vraag, dus dan kan mevrouw Rooderkerk het mij ook niet kwalijk nemen dat ik een gesloten antwoord geef: nee, natuurlijk niet.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Postma.
Mevrouw Postma (NSC):
De heer Kops hield een warm pleidooi voor kernenergie, zoals we dat van hem gewend zijn en dat ook in het verkiezingsprogramma van de PVV staat. Ik ben inderdaad wat in verwarring gebracht door de tweet van de heer Wilders, die het erover heeft dat we de kosten dan inderdaad maar moeten gaan dekken uit het Klimaatfonds. De uitdaging ligt er nu juist in dat het geld in het Klimaatfonds dat nog vrij ligt, bestemd is voor kernenergie — en juist daar houden de heer Kops en de PVV zo'n warm pleidooi voor. Hoe moet ik die tweet zien in verhouding tot de inbreng die u net leverde?
De heer Kops (PVV):
Bij mijn weten zijn er gisteren twee voorstellen gedaan. Het ene betreft een motie in de Eerste Kamer, en er ligt ook nog een initiatiefwetsvoorstel. Daarbij gaat het om 5 miljard. Ik moet eerlijk zeggen dat ik nog niet helemaal helder heb waar precies dat geld vandaan moet komen. Dan wordt er gezegd: uit het Klimaatfonds. Maar waar binnen het Klimaatfonds het dan vandaan moet komen, is mij eerlijk gezegd nog helemaal niet duidelijk. Ik heb het nog eens even opgezocht. Er wordt hier telkens een tegenstelling opgeworpen in de zin van "wil je het nou uitgeven aan de boeren" — waar wij sympathiek tegenover staan – "of wil je het uitgeven aan kerncentrales?" Volgens mij gaat dat helemaal niet op, want bij mijn weten zit er in dat Klimaatfonds dan nog 26 miljard en gaat er 14,1 miljard naar kerncentrales. Dus het zou allebei kunnen.
De voorzitter:
Nog een interruptie, mevrouw Postma?
Mevrouw Postma (NSC):
Dat is niet precies de vraag. De tweet van uw roerganger gaat over wat de PVV wil: een lagere gasrekening, lagere huren, btw. Dus er wordt niet gerept over de motie van gisteren of het voorstel van de ChristenUnie of het CDA — dat weet ik niet meer scherp — maar er wordt gezegd: haal het geld dan maar weg bij het klimaat. Dit terwijl de grootste besteding aan klimaat, die op dit moment in het Klimaatfonds zit, die kerncentrales betreft, die we volgens mij alle vier heel graag willen.
De heer Kops (PVV):
Volgens mij heb ik net aan de hand van enkele cijfers duidelijk gemaakt dat het elkaar helemaal niet hoeft te bijten. Dus het zou allemaal kunnen. Natuurlijk staat het iedereen vrij, elke partij vrij, om voorstellen te doen. Dat kan altijd. In aanloop naar de Voorjaarsnota — inderdaad, het is al getwitterd, dat klopt — zouden wij inderdaad graag zien dat er dan ook klimaatmiljarden naar een lagere gasrekening zouden gaan. Jazeker. We denken dat dat ook heel erg nodig is. Vandaag in de krant lazen we nog dat de energierekening ontzettend is gestegen, vooral bij huurders. Vanaf 2017 gaat het dan over een stijging van gemiddeld 24%. Dus dat er wat moet gebeuren om die mensen niet letterlijk in de kou te laten zitten, absoluut. Nogmaals, iedereen kan voorstellen doen, en bij de Voorjaarsnota gaan we het er dan met z'n allen over hebben. Zo werkt het.
De voorzitter:
De heer Erkens met een vraag.
De heer Erkens (VVD):
Ik wil hier wel op doorgaan, want de uitspraak was inderdaad dat er miljarden uit het Klimaatfonds ingezet zouden kunnen worden. De heer Kops antwoordde net heel duidelijk op de gesloten vraag van mevrouw Rooderkerk: nee, daar gaan niet miljarden bij komen. Nu kunt u gewoon in het Klimaatfonds, in de begrotingsstaatjes, kijken hoeveel geld er beschikbaar is. Er is nog 14,6 miljard onverdeeld; die is nog niet toegekend en nog niet verwerkt in begrotingen, begrotingen die vaak al aangenomen zijn waardoor je die uitgaven ook niet meer kan veranderen. Dat is 14,6 miljard, waarvan 14,1 miljard voor kernenergie. Dus dan zijn er twee opties: óf u bent hier een voorstel aan het doen, willens en wetens, waar de heer Timmermans waarschijnlijk blij mee is, om kernenergie uit te hollen. Dus dat is optie één. U bent goed in gesloten vragen, dus ik geef twee opties. Of het is optie twee: het is gebakken lucht; er zijn geen miljarden beschikbaar als u het geld voor kernenergie niet wilt aanraken. Dus welke van de twee is het? Optie een of twee?
De heer Kops (PVV):
Zoals ik al zei: Wij willen allebei. Inderdaad, wij vinden kerncentrales heel belangrijk. Wij willen graag dat er vier gebouwd worden. Een lagere energiebelasting vinden wij uiteraard ook heel belangrijk. Je kunt het dan uit het Klimaatfonds halen; dat is een voorstel, daar kunnen we het dan over hebben. Je zou het ook gedeeltelijk uit Ontwikkelingshulp kunnen halen. Dat kan. Dat treft dan, want dat sluit weer prima aan op het voorstel dat de VVD onlangs heeft gedaan. De VVD heeft onlangs een plan gepresenteerd voor "werkend Nederland" — zo heet het, als ik het goed heb. Daar worden ook voorstellen in gedaan om, simpel gezegd, mensen te helpen. Dan lezen we in de financiële paragraaf dat de VVD dat deels juist wil financieren uit Ontwikkelingshulp. Daar hebben we geen kritiek op, want dat lijkt ons prima, maar ik herhaal dat het iedereen vrijstaat om voorstellen te doen. Of je het nou uit het Klimaatfonds haalt of uit Ontwikkelingshulp: dat zijn voorstellen en daar gaan we het dan over hebben.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Bontenbal, het is de beurt aan u voor de inbreng van het CDA.
De heer Bontenbal (CDA):
Dank, voorzitter, ik wilde natuurlijk beginnen met iets te zeggen over het Klimaatfonds en de agrarische sector, maar daar is al zo veel over gezegd dat ik dat schrap.
Ik heb samen met collega Erkens, toen het nog goed ging tussen ons, allerlei voorstellen gedaan — dat doen we eigenlijk al tweeënhalf jaar — om kernenergie te promoten, met name om de uitrol van SMR's in Nederland te versnellen. De brief en die actieagenda vond ik teleurstellend. Ik mis de urgentie en wil meer een proactieve houding zien. Er zijn allerlei inzichten opgedaan in gesprekken, ook met partijen die interesse tonen in het bouwen van SMR's, en ik zou willen weten welke obstakels er nu concreet worden weggenomen. Welke initiatieven gaat de minister nu mogelijk maken? Ik zou haar willen vragen om daar wat dieper op in te gaan: met welke partijen wordt er gesproken en welke opties liggen er voor? Het is al door collega Eerdmans gezegd, die ook al jarenlang ten strijde trekt voor SMR's: wat wordt nou het doel? Er is een Europese alliance rondom SMR's, die heel duidelijk zegt dat ze in de vroege jaren dertig SMR's in Europa wil neerzetten. We hebben ons daarbij aangesloten, dus mag ik toch hopen dat we ook zo'n ambitie voor Nederland hebben. Ik snap dat het allemaal ingewikkeld is, maar waarom zetten we niet gewoon de ambitie neer dat ook wij begin jaren dertig een SMR of meerder SMR's draaiende willen hebben, zeker ook omdat er in dit land initiatieven zijn en er mensen aan de deur kloppen? Ik weet dat het nog geen bewezen technologie is en dat je ze nog niet van de plank kunt kopen, maar het is een veelbelovende ontwikkeling.
Ik denk dat we de boot gaan missen. Ik denk dat die SMR's weleens sneller kunnen komen dan we denken. Als we zo doorgaan, denk ik dat heel veel landen straks in de koplopersgroep zitten en dat Nederland achter in de rij mag aansluiten en te laat is met de hele supplychain — en dan komen wij in 2045 ook een keer aan de beurt. Ik vraag dus om daar meer actie op te ondernemen.
Dan de staatsdeelneming. De minister heeft aangekondigd dat een staatsdeelneming de beste optie is om een nieuwe kerncentrale te bouwen. Ik vind dat niet gek. Dat is ook niks nieuws, want we hebben het hier al heel vaak over gehad. In de eerste financieringsopties die naar de Kamer zijn gestuurd, ook door de vorige minister, was dat al duidelijk. Collega Erkens en ik hebben inderdaad gepleit voor die staatsdeelneming, dus ik vind dat niet gek. Maar ik zou wel willen weten hoe dat er dan uitziet. Welk aandeel? Is dat 100%, is dat 50%? En gaan SMR's daar bijvoorbeeld ook onder vallen? Of is het alleen voor die twee of die vier kerncentrales?
Sowieso dat hele onderscheid tussen die grote kerncentrales en die SMR's: is Borssele een SMR, ja of nee? Ik zeg altijd: we hebben allang een SMR in Nederland staan — die staat gewoon in Borssele. Maar dat is wel een wat groot uitgevallen SMR. Maar stel nou dat grote kerncentrales 3 en 4 niet lukken, zouden we dan niet beter kunnen inzetten op twee grote kerncentrales, waarbij het onze voorkeur heeft om die in Borssele neer te zetten, en ondertussen kunnen doorgaan met die SMR's? Dat is ook iets wat het CDA steeds heeft gezegd.
De vertraging vinden wij natuurlijk balen en vervelend. Ik snap ook wat u aan het doen bent. Als het verder in het proces rechtgebreid moet worden, dan gaat dat ook extra tijd kosten, maar ik baal er natuurlijk wel enorm van dat het in de tijd naar achteren gaat. De gesprekken met Zeeland vind ik ook belangrijk. Er liggen natuurlijk pakketten. Zeeland moet hiermee gewoon geholpen worden. Als die provincie de bereidheid toont om die centrales te huisvesten, met alle overlast van dien, dan moet er een heel goed pakket liggen waaruit blijkt dat er heel goed geluisterd is naar de wensen van deze provincie. Daar hoort volgens mij ook bij dat we snel een besluit nemen over EPZ en het aandeel van kerncentrale Borssele. Ik lees dat er nog allerlei onderzoeken plaatsvinden, maar ik zie geen duidelijke keuze. Ik zou tegen de minister willen zeggen: maak ook hier nu snel een keuze in. Daarbij zou ik zeggen: inderdaad, neem die aandelen over, maar wees ook wat creatiever in de communicatie in die provincie. Er zijn natuurlijk allerlei inspraakavonden, maar daar zal een bepaald type mensen op af komen. Waarom doen we dat niet wat creatiever, met podcasts en gastcolleges en allerlei andere dingen? Volgens mij is het belangrijk dat er ook in de provincie Zeeland draagvlak is voor kernenergie. Er is een nucleaire minor aan de Hogeschool Zeeland. Moet daar ook niet extra geld heen, aangezien u zegt dat u duizenden mensen nodig heeft? Ik zou zeggen: versterk die nucleaire minor in Zeeland.
Voorzitter, hoeveel tijd heb ik nog?
De voorzitter:
Nog dertien seconden.
De heer Bontenbal (CDA):
Oh … De Omgevingswet maakt het dus verplicht om al die locaties uit te zoeken. Dan zou mijn vraag zijn: gaan er meer energieprojecten vertraging oplopen of sneuvelen doordat al die locatiekeuzes onderzocht moeten worden? Gaat de lng-terminal in Zeeland ook opschuiven in de tijd?
Tot slot, voorzitter …
De voorzitter:
Dat waren twee keer dertien seconden. Dat was het, meneer Bontenbal.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik heb nog één zin.
De voorzitter:
Nou, één zin dan.
De heer Bontenbal (CDA):
De maritieme sector kijkt ook naar nucleaire aandrijving in het project NuclearDrive. Ik zie dat ook als een kansrijk initiatief. Wilt u daar alstublieft ook uw geld en uw tijd aan gaan besteden?
Dat was het, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we naar de heer Grinwis van de ChristenUnie, voor zijn bijdrage.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Dit kabinet wil dolgraag nieuwe kerncentrales bouwen. Maar hoe vaker de coalitiefracties het erover hebben, hoe verder de bouw uit het zicht raakt. Dit kabinet bouwt eerder honderd luchtkastelen dan één kerncentrale. Ondertussen kunnen we naar een kerncentrale in de toekomst fluiten, terwijl er nog wel 14,1 miljard euro voor gereserveerd staat.
Hoe voorkomt het kabinet dat kernenergie het koekoeksjong wordt dat andere elementen uit de energiemix vakkundig het nest uit drukt? Is het niet een beter idee om erop in te zetten — dat was in de vorige coalitie eigenlijk ook de bedoeling — om twee kerncentrales 50%, of 50 plus 1, publiek te financieren en 50% privaat te financieren? Dan blijft er zo'n 5 miljard over. Daarmee kunnen we bijvoorbeeld ook de landbouw toegang geven tot het Klimaatfonds; ik noem maar een dwarsstraat. In het najaar zag de minister dat niet zitten, maar nu vast wel.
U kunt ook denken aan het valmeerproject van Delta21. Het kabinet voert een MKBA uit. Het is toegezegd dat die wordt uitgevoerd; dank daarvoor. Een valmeer heeft qua capex-opexverhoudingen vergelijkbare karakteristieken, zou robuuster zijn dan een kerncentrale, bespaart op windenergie, dus op ruimte op de Noordzee, en heeft potentieel voordelen voor onder andere veiligheid, zoet water en natuur. Het kan daarnaast worden aangelegd door louter Nederlandse bedrijven, met Nederlandse technologie. Wellicht zouden we een deel van de niet uitgegeven miljarden daar beter voor kunnen reserveren. Graag een reactie van de minister op dit idee, met daarbij de vraag om dit in ieder geval mee te nemen.
Voorzitter. Dan toch over de kerncentrales. Net voor het zomerreces waren we met een grote delegatie Kamerleden in Borssele, waar we uitvoerig hebben gesproken met betrokken bewoners. Ik was onder de indruk van hoe gedegen zij te werk zijn gegaan om hun voorwaarden op tafel te leggen voor de bouw van een eventuele kerncentrale. Dat werd al door mijn collega's genoemd. De beslissing die de Kamer en het kabinet nemen heeft immers, zeker in de eerste jaren, tijdens de bouw, grote gevolgen voor de omgeving waarin zij wonen, werken en leven. De impact voor bewoners, positief en negatief, werd recent bevestigd in het impactrapport van HZ en Lysias. Is de minister bereid om een reactie hierop naar de Kamer te sturen?
De bewoners zitten nu al tijden in onzekerheid. Het zou best kunnen dat er pas in 2027 duidelijkheid komt over überhaupt de locatiekeuze, mede doordat bijvoorbeeld de Eemshaven als locatie wordt onderzocht, terwijl niemand die locatie wil. Dat werd vandaag ook al onderstreept door collega's. In de tussentijd doen zich allerlei verhalen de ronde die voor onrust zorgen, en wordt verdere besluitvorming over energieprojecten gegijzeld. Wat dat betreft sluit ik mij aan bij de ideeën van collega Bontenbal over podcasts et cetera. Wanneer vindt de voorlopige en definitieve locatiekeuze voor de kerncentrales nou plaats? Kan de minister garanderen dat ze de gemeenten en bewoners meeneemt in het proces? Kan ze toezeggen om de gemeenten op korte termijn mee te nemen in de technische-haalbaarheidsstudies van de drie bouwers?
In de tussentijd zijn dialoog en communicatie van groot belang. Op welke manier houdt de minister hier regie op? En hoe borgt de minister dat er oog is voor de optelsom en samenhang van alle energieprojecten? Borssele en de provincie Zeeland snakken ernaar om de ruimtelijke puzzel, die ingewikkeld is, met de minister te leggen. Wanneer komt de minister met duidelijkheid, in plaats van zich te verbergen achter procedures en procedurele antwoorden? We lazen afgelopen weekend in de NRC over de voortgang van de reactor in Petten. Welke lessen trekt de minister uit het proces voorafgaand aan de bouw van de reactor in Petten voor de bouw van de nieuwe kerncentrales?
De minister is voornemens om een staatsdeelneming op te richten omdat marktpartijen te veel risico's zien. In de Kamer spreken we best vaak over het borgen van publieke belangen in de energietransitie. Als het bijvoorbeeld gaat over een groot opslagproject, zoals Delta21, zou ik ook wel een staatsdeelneming voor me zien, en zo zijn er meer voorbeelden. Kan de minister onderbouwen dat de oprichting van deze nv echt een maatregel is om het energiesysteem tegen zo laag mogelijke kosten duurzaam en robuust te krijgen? Hoe ziet in zo'n staatsdeelneming de verhouding tussen publiek en privaat eruit, op het gebied van samenwerking en financiering? Is de minister bijvoorbeeld bereid om breder te verkennen wat de mogelijke en wenselijke staatsdeelnemingen zijn binnen de energietransitie, door bijvoorbeeld ook voor Delta21 het afwegingskader af te lopen?
Voorzitter. Ten slotte. De minister stelt het inmiddels ook zelf: het is niet meer realistisch dat in 2035 de eerste nieuwe kerncentrale gaat draaien. Wanneer dan wel? Wat betekent dat voor de ambitie van de in Nederland opererende energiebedrijven die in 2035 100% CO2-neutraal willen zijn? En wat betekent dat voor de ambitie van de minister, namelijk dat zij in 2035 100% CO2-neutrale elektriciteit wil opwekken en leveren in dit land?
Tot zover.
De voorzitter:
Dank aan de heer Grinwis. Dan zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn van de zijde van de Kamer. De bewindslieden hebben aangegeven een halfuur nodig te hebben, dus we komen hier om 15.30 uur weer terug. Ik zal hier dan niet terugkomen, want ik heb verplichtingen in de plenaire zaal, maar ik wens jullie allemaal een heel goed debat. De heer Erkens zal het voorzitterschap overnemen, waarvoor dank aan de heer Erkens. Dit debat is geschorst.
De voorzitter:
Bij dezen heropen ik de vergadering. Als de mensen op de publieke tribune ook stiller zijn, kunnen we beginnen. Dank u, allen. We beginnen aan de eerste termijn van de regering. Gezien de tijd — we hebben nog minder dan anderhalf uur — stel ik voor dat we in ieder geval de eerste termijn proberen af te ronden. Dat betekent dat interrupties worden gepleegd aan het einde van elk blokje. We wachten de beantwoording per blokje af. We beginnen met drie interrupties, maar als ze kort zijn, dan kunnen we er vier van maken.
Ik begreep dat de staatssecretaris begint met de beantwoording. Dan kan hij daarna ook vertrekken. Vervolgens neemt minister Hermans het over. Ik geef het woord aan de staatssecretaris.
Staatssecretaris Jansen:
Dank u wel, voorzitter. Dank ook aan de Kamer voor alle gestelde vragen in de eerste termijn en voor alle interessante discussies onderling. De minister en ik hebben die discussies beiden met bijzonder veel interesse gevolgd.
Voorzitter. Ik heb drie vragen. Ik zal beginnen met de vraag van mevrouw Postma van NSC: kan een nucleaire vergunning minder omvangrijk zijn? De vergunning zelf voor een nucleaire installatie is niet zo lang. Voor de Pallas-vergunning praten we bijvoorbeeld over ongeveer 100 pagina's. Voordat een vergunning verleend kan worden, dient de veiligheid echter wel met een robuust, en daardoor wat omvangrijker, dossier onderbouwd te worden. Dat is echt essentieel. Daarom wordt de veiligheid ook beoordeeld door de ANVS, de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Straling. De diepgang en breedte van dit dossier wijken niet af van hoe dit in andere landen wordt gevraagd. Het is nu eenmaal een gegeven dat de veiligheid van een kerncentrale natuurlijk van belang is, waardoor het zowel voor de reactorontwerpers als voor de ANVS normaal is dat dit geleverd wordt. Nogmaals, dat is de indicatie. Wat u zelf aangaf, die tweeënhalfduizend pagina's, daar herken ik mij echt niet in. Dat is een ander gedeelte. Voor een Pallascentrale gaat het om rond de 100 pagina's.
De tweede vraag is van mevrouw Beckerman van de SP: wanneer streept de staatssecretaris de locatie "zoutkoepel" af voor de opslag van radioactief afval? Het kabinet heeft op dit moment geen enkele locatie concreet in beeld voor de eindberging van radioactief afval. Dat hebben we ook zo kenbaar gemaakt toen we hebben gesproken over het naar voren halen van de locatie en de beslissing over een eindberging. Ik heb u in september aangekondigd met een plan van aanpak te komen voor de besluitvorming over de eindberging. Dat gaan we participatief doen. De overheid gaat zich op dit moment dus eerst heel luisterend opstellen. We willen er door gesprekken achter komen waar we tegenaan lopen en waar wel of geen interesse is in dit soort locaties. De overheid gaat dus geen vooringenomen standpunt innemen, en we gaan ook geen piketpaaltjes slaan. Gisteren is het concept Nationaal Programma Radioactief Afval ter inzage gelegd. Daarin vertellen we meer over de route naar de eindberging toe. De locatiekeuze is echt het eindpunt van het besluitvormingsproces, en zo moeten we het ook zien in het totale traject. Om dit proces serieus te nemen, bepalen we dus niet aan het begin al waar we uit zouden moeten komen. Dat is dan ook de reden waarom we op dit moment alles openhouden en geen enkel piketpaaltje slaan.
Voorzitter. De laatste vraag is van de heer Kops van de PVV: is de capaciteit van de ANVS op orde voor de bouw van de nieuwe reactoren? De capaciteit van de ANVS is op orde voor haar huidige werk. De ANVS heeft bij de bouw van de nieuwe reactoren natuurlijk een belangrijke rol als vergunningverlener. Onder het vorige kabinet is daarom een uitbreiding in gang gezet, die is gefinancierd uit het Klimaatfonds. Daarmee komt de ANVS op sterkte voor de komende jaren, in het licht van de ambitie die er toentertijd was, dus voor de bouw van twee nieuwe kerncentrales. Ik heb overleg gehad met de ANVS over welke extra capaciteit zij nodig denkt te hebben in het licht van de ambities van het huidige kabinet. Die claim maakt onderdeel uit van de besluitvorming bij de Voorjaarsnota over het Klimaatfonds.
Voorzitter. Dan zijn de drie vragen en de antwoorden die ik hierop heb.
De voorzitter:
Dank. Ik zag dat u een interruptie had van mevrouw Kröger. Voor de Kamerleden die later binnen kwamen: we doen interrupties aan het einde van de blokjes. Het zijn in principe drie interrupties, maar als u kort bent, wordt u beloond met een vierde interruptie. Voor sommigen van u is dat makkelijker dan voor anderen. Mevrouw Kröger.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Ik had mijn interruptie al aangemeld voordat ik wist dat het er maar drie zouden zijn, maar ik pleeg 'm toch. Ik schrik namelijk van het antwoord van de staatssecretaris dat er geen piketpaaltjes worden geslagen en dat alles open is voor de eindberging van radioactief afval. Betekent dit dat ook de provincie Groningen echt een potentiële plaats is waar we de eindberging van radioactief afval kunnen gaan toestaan?
Staatssecretaris Jansen:
Dank aan mevrouw Kröger voor deze vraag. Zoals ik net aangaf willen we geen enkele vooringenomenheid hebben bij de locatiekeuze. Wij zijn op dit moment dus echt aan het luisteren naar alle regio's om te horen welke mogelijkheden er zijn en hoe men er tegenover staat. Op voorhand een piketpaaltje slaan — in dit geval: een locatie uitsluiten — doet daar denk ik geen recht aan. Daarmee vergroot je namelijk misschien ook weer de onzekerheid bij andere regio's die dan wel in beeld blijven. Wij willen dus op voorhand niets uitsluiten. Dit is echt allemaal onderdeel van het participatietraject dat we met z'n allen hebben afgesproken. De definitieve keuze voor de eindberging is daarin echt de laatste stap.
De voorzitter:
Meneer Kops, u had ook een interruptie? Nee. Dan bedanken we de staatssecretaris, die ons nu verlaat na de beantwoording van zijn vragen, en dan geef ik het woord aan de minister.
Minister Hermans:
Voorzitter, dank u wel. En dank aan de Kamerleden voor alle gestelde vragen. Ik ga die beantwoorden in vier blokjes. Ik begin met nieuwbouw en alles wat daarbij gevraagd is over de planning, de financiering en de locatie. Dan kom ik bij alle vragen rondom de SMR's, dan de kennisinfrastructuur en tot slot het blokje overig.
Voorzitter. De ambitie om kernenergie in Nederland te realiseren stamt al uit het vorige kabinet, en dit kabinet gaat daarmee verder. Het is belangrijk dat kernenergie onderdeel gaat uitmaken van onze energiemix omdat het een stabiele en regelbare vorm van energie is die je nodig hebt voor tijden dat de zon niet of minder schijnt en of dat het minder hard of niet waait. Het is dus niet alleen kernenergie; het is ook niet alleen wind op zee of wind op land, zoals ergens een keer in een interruptiedebat werd gesuggereerd. Nee, kernenergie is onderdeel van de energiemix die we zo hard nodig hebben om onafhankelijk te worden in onze energievoorziening, om onze economie ook sterk te houden en te kunnen laten draaien op energie en natuurlijk om de klimaatafspraken die we hebben gemaakt, na te komen.
Voorzitter. Toen ik begon als minister, ben ik ook met dit dossier voortvarend aan de slag gegaan, juist omdat ik het belang van kernenergie in die mix zie. Laat ik heel eerlijk zijn bij de vragen die gesteld zijn over de planning en over het realisme dat ik in die planning heb moeten aanbrengen. De heer Bontenbal gebruikte volgens mij de uitdrukking ook: ik baal daarvan. Ik baal ervan dat ik dat heb aangetroffen en zo heb moeten communiceren, maar ik vind wel dat dat ook hoort bij mijn werk. Als je tot een conclusie komt, moet je daar eerlijk en open over communiceren. Ik zei het al: ik begon en trof een situatie aan met een onderliggend tijdpad. Van daaruit ben ik gaan werken. Hier zit geen enkel verwijt in, ook niet naar al het werk dat op het ministerie was gedaan. Want toen in de vorige periode werd begonnen met het werken aan die kerncentrales en die kernenergieambitie, was de kennisbasis op het ministerie natuurlijk beperkt doordat er jarenlang geen steun en geen meerderheid was voor kernenergie. Die kennisbasis moet je dus weer opbouwen. De hele structuur om die ambitie te kunnen gaan realiseren, moet teruggebracht worden. Daar werd en wordt met man en macht aan gewerkt. Dat geldt ook voor mijzelf.
Dan vroeg de heer Kops: Wat is er gebeurd en wat heeft u gedaan in de afgelopen periode? Die vraag wil ik beantwoorden door iets te zeggen over wat we hebben gedaan op het gebied van de locatie, de techniek, het geld, de mensen en de kennis. Laat mij dan ook iets zeggen over de verlenging van de bedrijfsduur van de kerncentrale in Borssele. Ik denk dat dat allemaal een goed beeld schetst van wat er gebeurd is. Ik begin met de locatie. Om te komen tot een locatiekeuze moet een projectprocedure worden doorlopen. Die is vorig jaar februari gestart en daar is een aantal vervolgstappen in gezet. Op basis van een actualisatiestudie zijn er eerst in september twee gebieden toegevoegd waarvan ook bekeken wordt of dat potentiële locaties zijn. Er is een gevoeligheidsanalyse gedaan, mede naar aanleiding van de ophoging van de ambitie van dit kabinet om niet twee maar vier kerncentrales te bouwen. We kijken of we nu alles goed in beeld hebben. Tot slot is er het besluit dat ik afgelopen week, afgelopen maandag — excuus, het was dinsdagochtend — aan de Kamer heb gestuurd, namelijk dat wij in de projectprocedure ook moeten kijken of er in Eemshaven een geschikte locatie voor een kerncentrale is.
Daarmee kan de volgende stap in de projectprocedure gezet worden, en dat is de publicatie van de conceptnotitie Reikwijdte en Detailniveau. Die stap hoop ik in het voorjaar te kunnen zetten. Dit op het gebied van het locatiebesluit.
Dan de techniek. In het afgelopen jaar hebben er technische-haalbaarheidsstudies plaatsgevonden bij drie partijen, bij drie mogelijke vendors, om dat woord één keer te gebruiken. Het is een bewuste keuze geweest om dat al vroeg in het proces te doen, juist om snelheid te kunnen maken. Zonder dat je al definitief een locatie weet, maar wel na het aanwijzen van een voorkeurslocatie — ik kom daar straks nog op terug, want daar zijn ook vragen over gesteld — gaf dat de mogelijkheid om die drie partijen te vragen om een technische-haalbaarheidsstudie uit te voeren voor de locatie in Borssele. Dit geeft ons veel inzichten in risico's, maar ook over vervolgstappen die er gezet moeten worden.
Voorzitter. Dan de technische-haalbaarheidsstudie. Ik geef nu gelijk antwoord op een vraag van in elk geval de heren Bontenbal en Flach en volgens mij ook van de heer Grinwis. De provincie Zeeland en de gemeente willen graag inzicht in die technische-haalbaarheidsstudie krijgen. Dat begrijp ik en dat vind ik ook heel erg terecht. Dat hebben we zo afgesproken en dat gaat dus ook op korte termijn gebeuren, als de third-party review klaar is. Dat is de onafhankelijke review die op die studie wordt gedaan. Die review laten we bewust doen, zodat wij dat niet zelf hoeven te doen, maar een derde partij het onafhankelijk voor ons bestudeert. We zullen die inzichten en die uitkomsten dan natuurlijk ook met de provincie Zeeland en de gemeente Borssele in het bijzonder bespreken. Die technische-haalbaarheidsstudies zijn zo belangrijk omdat die een stap vormen in het komen tot de selectie van de aanbieder of de bouwer van de kerncentrales. Met de inzichten uit de technische-haalbaarheidsstudie kunnen we dat selectieproces nu verder gaan inrichten.
Dan op het gebied van geld. Er heeft een marktconsultatie plaatsgevonden. Die inzichten zijn al eerder met de Kamer gedeeld. Daarover gaat ook de brief met de mededeling dat het kabinet op dit moment deelneming als de meest logische optie ziet. Die optie "deelneming" werkt het kabinet verder uit, want voordat je die daadwerkelijk hebt, moet er natuurlijk nog besluitvorming in het kabinet over plaatsvinden. Daar is een heel aantal stappen in te zetten en die vervolgstappen kunnen we nu naar aanleiding van die marktconsultatie gaan zetten. Daarnaast wordt er een projectorganisatie opgezet die het mogelijk maakt om al voor die deelneming er is, op afstand van het ministerie de noodzakelijke stappen te zetten.
Voorzitter. Dan over mensen en kennis. Dit is terecht door veel Kamerleden benoemd. Uiteindelijk hebben we de kennis nodig om tot goede besluiten te komen, maar ook om mensen op te leiden die straks niet alleen de kerncentrales gaan bouwen maar daar ook gaan werken. Daarvoor is er het Meerjarig Missiegedreven Innovatieprogramma Kernenergie. Daar worden leerstoelen uit gefinancierd en er is een Nuclear Academy uit gefinancierd. Op dit moment loopt er op het hbo in Zeeland en ook op het mbo Scalda het een en ander. Op het hbo loopt een minor en op het mbo Scalda is er een leerweg, als ik het zo mag noemen, op het gebied van nucleaire kennis. Die beide modules zijn overtekend. De minor had geloof ik plek voor twintig studenten en die wordt nu dus ook door twintig studenten bijgewoond. Dat is volgens mij dus een mooi teken dat er interesse voor is en dat de medewerkers en bouwers van de toekomst ook worden opgeleid.
Verder zijn we op het gebied van mensen en kennis in kaart aan het brengen wat nou de potentie is voor het Nederlandse bedrijfsleven om straks mee te kunnen doen in dit hele project. Volgens mij vroeg de heer Erkens daarnaar. Ik zal er straks nog uitgebreider op ingaan, maar dat proces loopt samen met VNO-NCW en FME, dus de organisaties die zicht hebben op wat de bedrijven in de maakindustrie zijn die ons hierbij kunnen helpen.
Voorzitter. Tot slot de verlenging van de bedrijfsduur in Borssele. Daarvoor moet de wet worden aangepast. Dat wetsvoorstel is bijna klaar om in de ministerraad behandeld te worden en naar de Raad van State te gaan. Dat hoop ik in het tweede kwartaal van dit jaar te laten gebeuren. In dat kader vinden de verkennende gesprekken plaats met EPZ. Daar is ook een aantal vragen over gesteld en daar zal ik nog inhoudelijk verder op ingaan, maar dit even in het kader van de vraag wat er allemaal gebeurt en welke stappen er gezet zijn.
Voorzitter. Dan vroeg onder anderen mevrouw Kröger, maar ook de heer Kops, wat dan een haalbare datum is. Ik schreef in de brief van afgelopen maandag dat 2035 niet meer realistisch lijkt. Dat is het tijdpad van waaruit ik ben gaan werken toen ik begon. Daarvan zie ik nu dat het echt onder druk komt te staan. Daar baal ik natuurlijk ook van. Om er versnelling in te krijgen laten we zoveel mogelijk werkzaamheden en sporen parallel lopen. Eén voorbeeld daarvan is die technische-haalbaarheidsstudie doen op basis van de voorkeurslocatie zoals die, uit mijn hoofd, vorig jaar februari is aangewezen. We zijn de projectprocedure voor de locatie gestart. Er zijn ook al gesprekken in Borssele gestart over het Rijk-Regiopakket, en we zijn dus met de financieringsstructuur bezig. Dat loopt dus allemaal naast elkaar.
De heer Kops vroeg ook: waar kan je nou nog versnellen en kan je nog meer doen om te versnellen? Laat ik het zo zeggen: elke mogelijkheid die er is, zal ik natuurlijk aangrijpen, die laat ik die onbenut. Ik wil hierbij realistisch zijn, want als je vertraagt of versnelt in het ene spoor betekent dat niet automatisch een vertraging of versnelling voor het geheel, juist omdat we dus een aantal dingen parallel doen. We zijn al gestart met die technologieselectie, of dat proces eromheen, zonder dat de definitieve locatie bekend is. Als we verder gaan versnellen, zal dat altijd een afweging zijn en kan dat in potentie altijd een prijs hebben. Dat kan letterlijk zijn in geld, in draagvlak omdat je minder tijd hebt om een participatieproces in te richten of in risico's omdat je onzorgvuldige beslissingen moet nemen. Zonder gedegen onderzoek zullen in dat soort grote en complexe projecten als kernenergie risico's zich vaak in latere fases manifesteren. Als je kan versnellen, zal het dus altijd een weging tussen deze drie elementen zijn die dan bepaalt of die versnelling het ook waard is, of die te verantwoorden is en of je die versnelling ook op die manier kan inzetten.
Dit zijn we nu aan het doen. Daarvoor gebruiken we ook die third-party review en de technische-haalbaarheidsstudies. Op basis daarvan zal ik in het volgende kwartaal — ik denk dat dat april of begin mei wordt — een uitgebreidere voortgangsbrief laten komen. Volgens mij verwees ik daar ook naar bij de Kamervragen. In die brief gaan we meer in op de planning. Dan zal ik dus ook die afruil tussen die risico's van snelheid en zorgvuldigheid, en het mogelijke effect op kosten en draagvlak in beeld brengen. Ik zal ook laten zien wat dat betekent voor realisatie in de tijd en wat voor jaartal daar dan al dan niet bij zou kunnen horen. Ik ga nu dus niet een jaartal noemen, zeg ik tegen mevrouw Kröger. Dat vind ik geen recht doen aan wat we nu zo zorgvuldig mogelijk proberen te doen. In een proces waarin zoveel onzekerheden zitten zal het mogelijk versnellen in potentie ook risico's met zich meebrengen. Die zal ik dus inzichtelijk maken in de voortgangsbrief die ik in april/mei stuur.
Voorzitter. Dan de opmerking dat we de boot niet mogen missen. De heer Flach vroeg mij wat het zou betekenen als je 5 miljard van de kernenergiemiddelen naar de verduurzaming van de landbouw zou overhevelen. Ook in dit debat word ik weer door velen van u aangespoord om tempo te maken en om waar het kan te versnellen met de bouw en de ontwikkeling van de kerncentrales. Op het moment dat er geld bij kernenergie wordt weggehaald, kan ik dat niet waarmaken. Kernenergie hebben we op de lange termijn nodig als bron van duurzame energie. Dat zei ik al. Het kost tijd, veel tijd, misschien ook wel meer tijd dan we zouden willen, maar aan die tijd zit ook een langetermijninvestering vast. Die 14 miljard is nodig voor de ambitie op het gebied van kernenergie. De huidige inzichten laten zelfs al zien dat 14 miljard krap bemeten is. We hebben de afspraak voor vier kerncentrales gemaakt. Daar houd ik me aan. Die werk ik uit. Dat is een opdracht die ik heb uit het hoofdlijnenakkoord. Nu geld weghalen zorgt ervoor dat het tekort alleen maar groter wordt, omdat die 14 miljard al krap is.
Het tweede is — dat werd onder anderen door de heer Erkens genoemd — dat het in mijn ogen een zeer onwenselijk signaal afgeeft aan de sector. Het doet iets met de betrouwbaarheid van de door ons uitgesproken ambitie, met potentiële effecten op de technologieleveranciers die nu nog interesse hebben om in Nederland te gaan bouwen en op andere belangrijke partners die we nodig hebben in dit hele proces.
Voorzitter. Dat wilde ik zeggen over mijn inschatting als je dat geld weghaalt bij kernenergie.
De voorzitter:
Misschien heel kort, minister. Hoeveel vragen heeft u nog in dit blokje? Want ik zie de handen van de Kamerleden steeds verder omhooggaan.
Minister Hermans:
Nog best veel, voorzitter. Er zijn veel vragen gesteld over nieuwbouw, maar ik zou nu even kunnen stoppen.
De voorzitter:
Als de Kamerleden geen geduld meer hebben, doen we nu een rondje interrupties. Ik zag mevrouw Rooderkerk als eerste haar hand opsteken.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Veel wijzer over wanneer de kerncentrales er komen en wat ze dan moeten kosten, zijn we nog niet. Alles wordt weer naar april verwezen en dan zitten we al met spanning te wachten op het voorjaarspakket. Nu zegt meneer Hermans ...
De voorzitter:
Mevrouw Hermans.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Ja, mevrouw Hermans. Dit is een soort running gag van dit debat aan het worden. Eigenlijk is het zelfs "minister Hermans".
Nu zegt minister Hermans dat ook hierover meer duidelijkheid komt bij het voorjaarspakket. Maar ondertussen zie ik hier een compleet verdeelde coalitie ontstaan. BBB zegt: plus het Klimaatfonds bij. NSC vraagt: waar moet dat geld dan vandaan komen? PVV zegt: er kan nog wel meer uit het Klimaatfonds worden gehaald. VVD zegt: behoud vooral de kerncentrales. Kortom, het wordt er niet makkelijker op voor de minister. Kan zij daar iets over zeggen? Wat verwacht zij nu te gaan doen bij de Voorjaarsnota, met alle wensen die er liggen?
De voorzitter:
De interrupties graag wat bondiger. Ik ga gewoon per Kamerlid beslissen of ze bondig genoeg waren als er een vierde komt. Dat is het handigst.
Minister Hermans:
Ik heb in het debat gisteren in de Eerste Kamer en ook in de media allerlei ideeën en plannen voorbij zien komen. Ik heb nog geen eensluidend voorstel gehoord waarvoor ik zich nu zo een-twee-drie een meerderheid zie aftekenen. Ik werk vanuit de opdracht die ik heb uit het hoofdlijnenakkoord en de afspraken die daarin gemaakt zijn over klimaat en energie, met de middelen die beschikbaar zijn om de kernenergieambities te realiseren. Vandaaruit werk ik en daar ben ik op dit moment mee bezig.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Maar daar is wel één probleem mee, of eigenlijk twee. Eén: die afspraken zijn niet genoeg om de klimaatdoelen te halen. Daar zijn ze nu niet genoeg voor. Twee: er staat wel heel veel geld op de rekening voor kerncentrales, die nog lang niet gebouwd gaan worden. Welke oplossing stelt mevrouw Hermans dan voor?
Minister Hermans:
Dit zijn inderdaad twee vragen, maar wat mij betreft ook twee aparte sporen. Eén: ja, de Klimaat- en Energieverkenning laat zien dat er een stap extra gezet moet worden. Daar ben ik mee aan de slag en daarover ben ik in gesprek met mijn collega's in het kabinet, onder anderen met de staatssecretaris van IenW, die hier net ook nog zat. Daar ben ik dus mee bezig. Dat is één.
Het tweede is het verder werk maken van het realiseren van de ambities en de afspraken die we hebben gemaakt op het gebied van kernenergie. Daar heb ik de middelen die in het Klimaatfonds zitten heel hard voor nodig. Kernenergie en de centrales waar we aan werken zijn één project. Het is niet zo dat je nu even een beetje uit dat fonds haalt of dat je het nu even half of voor een stukje doet; nee, je bent in één keer met die ambitie bezig en daar hoort een serieuze reservering van het geld dat we nodig hebben bij. Ik noemde al wat het risico is als we daar nu geld vanaf halen. Dat heeft namelijk effect op de technologieleveranciers en op andere partners. In heel Europa zijn landen bezig met het ontwikkelen van kerncentrales. Technologieleveranciers zetten hun middelen en beste teams in op de meest realistisch geachte projecten. Als zij zich terugtrekken, ontstaat er een voldongen feit ten aanzien van de haalbaarheid van de nieuwbouwambitie. Daar moet ik allemaal rekening mee houden, maar dat laat onverlet dat ik ook werk aan een pakket naar aanleiding van de uitkomsten van de KEV.
De voorzitter:
Meneer Kops, ik zag uw hand ook.
De heer Kops (PVV):
De minister wil geen jaartal noemen dat dan in plaats van die 2035 zou moeten komen. Ik vind dat toch jammer, want dan weten we nog steeds niet waar we aan toe zijn en wanneer er wat gaat gebeuren. Ik had veel liever gehoord dat de minister duidelijk had gezegd: we gaan alsnog voor 2035; het kan misschien moeilijk worden, maar we gaan ervoor. Ik hoorde de minister ook zeggen: ja, we gaan wel versnellen, maar dat brengt ook risico's met zich mee, want als je ergens gaat versnellen kan het ergens anders vertragend werken, hoe dan ook. Ik heb gewoon nog steeds niet helder wat er de komende tijd dan precies gaat gebeuren. In de brief van de minister lezen we over "een juridisch versnellingspakket" en "verschillende wet- en regelgevingstrajecten". Ik vraag me echt af wat er de komende tijd concreet gaat gebeuren. Wij als Kamer moeten die wetgeving behandelen. Wat komt er dan allemaal op ons af?
Minister Hermans:
Ik werk aan een voortgangsbrief die in april, mei naar de Tweede Kamer komt. Op basis van de technische-haalbaarheidsstudies en de onafhankelijke review die daarop gedaan wordt, geven we daarin aan wat we het meest realistisch achten voor de verdere voortgang. Ik heb gezegd: als je gaat versnellen, kan dat ook een prijs hebben. Die prijs kan 'm letterlijk zitten in de prijs, maar die kan 'm ook zitten in het feit dat er vertraging komt of dat je meer risico gaat nemen. Waarom zei ik dat zo? Omdat ik vind dat ik de uitruil tussen die elementen inzichtelijk moet maken, want die bepaalt of je bereid bent om dat risico te lopen, om die prijs te betalen of om die vertraging op een later moment te incasseren. Dat wil ik inzichtelijk maken in die brief, zodat dat voor ons allemaal heel transparant is. Dan kunnen we het debat voeren over welke vraagstukken een complex project als het realiseren van kerncentrales met zich meebrengt en welke onzekerheden er in het proces zitten, ook in latere jaren. Daar wil je nu al zo goed als mogelijk rekening mee houden, maar die kun je helaas ook niet allemaal voorzien.
De heer Kops (PVV):
Dank voor dat antwoord. De minister komt dus met een voortgangsbrief en ze geeft opnieuw een soort analyse van de risico's, de onzekerheden en de afweging die gemaakt moet worden. Ja, heel goed natuurlijk. Prima dat je risico's gaat afwegen, maar de vraag ging meer over het juridische versnellingspakket. Dat klinkt nogal omvangrijk. Wat is dat dan? Dat was meer de vraag.
Minister Hermans:
Inderdaad, die vraag stelde de heer Kops mij ook. Wat doen we? In de ruimtelijke procedures die je moet doorlopen voor energieprojecten in het algemeen kijken we wat er mogelijk is om die procedure te versnellen. Een van de voorstellen daarvoor is afgelopen vrijdag naar de Raad van State gestuurd. Dat gaat over de mogelijkheid om sneller een terrein of bepaalde grond te kunnen betreden om te onderzoeken of dat een geschikte locatie zou zijn voor een hoogspanningsstation of een hoogspanningsnet. Dat is een van de stappen. We werken nu ook aan een voorstel om energieprojecten aan te kunnen merken als projecten van maatschappelijk belang, waardoor je ze kunt versnellen. Of dat voor de twee kerncentrales waar we het nu specifiek over hebben, nog effect zal hebben, betwijfel ik, want daarvoor is de projectprocedure natuurlijk al gestart, maar we zijn hierna niet klaar. Vandaar dat ik het belangrijk vind om naar mogelijkheden te blijven kijken, niet alleen voor deze energie-infrastructuurprojecten, maar ook voor andere projecten.
De voorzitter:
Ik zag de hand van de heer Bontenbal ook nog omhooggaan.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik snap natuurlijk het argument van de minister dat het onzekerheid creëert. Ik zou willen zeggen: een paar maanden geleden nog was het plan om twee kerncentrales te bouwen. Een nieuw coalitieakkoord zorgt in die zin ook voor onzekerheid. Daarnaast denk ik dat internationale investeerders zich op dit moment over heel veel dingen in Nederland zorgen maken, want er is heel veel onzekerheid, ook over de stabiliteit van het kabinet en zo. Ik denk zelf dus dat die 5 miljard uit het Klimaatfonds beschikbaar stellen voor de agrarische sector niet zal zorgen voor onzekerheid bij de nucleaire sector over de vraag of ze wel of niet gaan investeren. De minister heeft ook de taak om de klimaatdoelen te halen. Zij weet net als ik dat voor de uitstootvermindering van 4 à 5 megaton die de agrarische sector moet leveren, niets is afgesproken. Zij is daar ook verantwoordelijk voor. In de tijd zal het geld eerder nodig zijn voor de agrarische sector, om die te helpen verduurzamen, met baten voor de stikstofreductie, dan voor kernenergie. Dat is de redenering om anders met dat geld om te gaan. Daar moet dit kabinet toch gevoelig voor zijn? Het wil toch sneller de klimaatdoelen halen en de boeren uit de knel halen?
Minister Hermans:
Even een reactie op het begin van de redenering in de interruptie van de heer Bontenbal. Polen is een van de landen in Europa die kerncentrales bouwen. Dat land heeft 14 miljard gereserveerd en heeft dat bedrag klaarstaan om daaraan bij te dragen; laat ik het zo maar formuleren. Het vorige kabinet had de ambitie van twee kerncentrales en had daar 5 miljard voor uitgetrokken. Daar zit al een enorme discrepantie tussen, dus we moeten nu niet doen alsof die 14 miljard een heel raar bedrag is waarvan je makkelijk kunt zeggen: we halen er wat van af, we halveren het en dan heb je ook de halve ambitie. Dat is volgens mij een beetje de lijn die mevrouw Rooderkerk suggereerde, maar zo werkt het niet. Dat is niet de uitstraling die wij als kabinet belangrijk vinden. Dat is niet de mate van ambitie en serieusheid die we hebben om kernenergie in onze mix op te nemen.
Dan de verduurzaming van de landbouw. Ja, ook de landbouw heeft een klimaatopgave. Dat ben ik volledig eens met de heer Bontenbal. Ook die afspraken zullen moeten worden nagekomen. Gelukkig is het niet zo dat er nu op geen enkele manier toegang is voor boeren tot het Klimaatfonds, want voor energetische CO2-reductie, bijvoorbeeld door het verduurzamen van tractoren, is geld beschikbaar. Ook boeren kunnen gebruikmaken van een subsidieregeling als de SDE++-regeling. Het zit 'm sec op reductie van de CO2-uitstoot die hoort bij het houden van dieren. Ik vind het niet gek — dat heeft z'n oorsprong in het feit dat er onder het vorige kabinet een transitiefonds was — dat de primaire verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij de sector die daar primair verantwoordelijkheid voor is, namelijk de landbouw. Het ministerie van LVVN heeft daarvoor ook geld op zijn begroting staan.
De heer Bontenbal (CDA):
Dit is een te mooi verhaal. Er is natuurlijk gewoon heel veel geld uit het transitiefonds naar het Klimaatfonds gegaan. Het transitiefonds is gekild en er is 9 miljard naar het Klimaatfonds gegaan. Ik zie geen tegenstelling tussen het verduurzamen van de landbouw en kernenergie. Volgens mij moeten we die allebei willen, maar in de tijd zijn ze heel verschillend. In de tijd hebben we de komende jaren gewoon geld nodig voor de agrarische sector; voor kernenergie hebben we dat geld ook nodig, maar later. Dat regelen we tegen die tijd wel, zou ik zeggen. Het gaat er eerst om dat er goede keuzes worden gemaakt door dit kabinet. Voor de landbouw hebben we dat geld op de korte termijn gewoon nodig. Ik denk dat helder moet zijn wat er gebeurt als we het niet doen. Dan zal het namelijk via normeren en beprijzen gaan. Dat betekent dat dezelfde doelen alsnog behaald worden, maar dat boeren het uit eigen zak moeten betalen. Daar moeten we niet omheen draaien. Daarom snap ik de draai van de BBB heel goed: zij snappen dat als er geen geld is, het wel degelijk toch betaald moet worden, maar dan door de agrarische sector zelf. Wij vinden dat daar een onrechtvaardigheid in zit. Grote industrieën en allerlei partijen krijgen de kans om te verduurzamen …
De voorzitter:
Wilt u zo langzamerhand naar uw vraag gaan? Anders blijft het bij drie interrupties.
De heer Bontenbal (CDA):
Zij mogen verduurzamen met steun van de overheid. Er is één sector die het met normeren en beprijzen moet doen en dat vinden wij oneerlijk.
De voorzitter:
Wil de minister daar nog op reageren?
Minister Hermans:
Nou, nog kort iets over de middelen voor kernenergie. Er wordt nu natuurlijk al geld uitgegeven, maar de grote bedragen betreffen verplichtingen die we in de komende jaren zullen moeten aangaan voor het realiseren van de ambitie. Daar nu geld vanaf halen vind ik onverstandig en niet passen bij de ambitie die we hebben voor kernenergie. Kijk maar naar de bedragen die daar Europees voor gereserveerd worden. Het is één groot project dat je niet in delen kunt opknippen. Daar hoort een reservering bij en die heeft dit kabinet gemaakt.
De heer Bontenbal (CDA):
Als het betoog echt consistent zou zijn, dan zou u zeggen: ik ga én de agrarische sector tegemoetkomen, en als ik dan geld tekortkom voor kernenergie, gaan we dat later alsnog als kabinet regelen. Want u wilt toch alle sectoren verduurzamen? Dit kabinet wil niet alleen kerncentrales bouwen. Nee, dit kabinet wil ook de agrarische sector verduurzamen en ook alle andere sectoren. Ik hoor u nu dus maar over één sector praten, over één deel van de plannen van het kabinet, maar u heeft doelstellingen vanuit het hele Klimaatakkoord. Daarbij ligt er gewoon geen geloofwaardig verhaal. Maar daar zal ook gewoon geld voor op tafel moeten komen.
De voorzitter:
Ik vraag nog om een korte reactie van de minister, maar het voorstel is wel om het bredere klimaatdebat ... We hebben dinsdag een plenair debat over de Klimaat- en Energieverkenning staan. Het debat van vandaag gaat over kernenergie, dus dat daar raakvlakken mee zijn, lijkt me logisch. Maar we gaan het niet naar alle sectoren verbreden, zou ik willen voorstellen. De minister reageert nog.
Minister Hermans:
Voorzitter, heel kort. De heer Bontenbal heeft natuurlijk gelijk. Er ligt een klimaatopgave voor meerdere sectoren. Daar ben ik me heel erg van bewust. Daarom zei ik net ook tegen mevrouw Rooderkerk: de discussie die we nu hebben over kernenergie staat los van het feit dat de KEV heeft gerapporteerd dat er over alle sectoren heen te weinig gebeurt en er een stap extra gezet moet worden om dat doel weer binnen bereik te krijgen. Daar werk ik ook aan.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Toch ook op dit punt, want ik hoor de minister eigenlijk schetsen: ik kan geen tijdpad geven en ik weet niet hoeveel het gaat kosten, maar het moet gebeuren, want er ligt een politieke afspraak om vier kerncentrales te bouwen en daarom moet dat geld blijven staan. Maar er ligt ook gewoon een aangenomen motie in de Eerste Kamer die zegt: nee, we willen ook toegang tot dat Klimaatfonds voor de landbouw, want daar ligt een hele grote opgave en we willen de landbouw ook helpen. Ik vraag de minister dus toch het volgende. Ze schoof het net een beetje weg in de trant van: nou, dat zien we wel. Maar hoe gaat de minister om met die uitspraak van de Eerste Kamer? Dat is namelijk een heel duidelijk signaal van partijen die met elkaar zeggen: we moeten dit oplossen.
Minister Hermans:
Even voor de goede orde: over die motie moet nog gestemd worden. Ik vind het belangrijk om op basis van de feiten te blijven debatteren. Maar ik heb de handtekeningen eronder gezien. Die motie zegt verder ook niet precies hoe het dan moet gaan gebeuren. Ik hoorde net in het debat al dat de een zegt "hoog het Klimaatfonds maar op", de volgende zegt "en haal dat bij Ontwikkelingssamenwerking vandaan" en weer de volgende zegt "haal het bij kernenergie vandaan". Daarom zei ik: ik zie niet een voorstel ontstaan waar hier een meerderheid voor is. Ik werk dus door aan enerzijds een klimaatpakket aan aanvullende afspraken om dat doel binnen bereik te halen en anderzijds aan de ambities en de afspraken die we hebben op het gebied van kernenergie.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Dit is wel een hele aparte manier, vind ik, van een minister die gewoon een gigantische opgave heeft voor klimaat op al die verschillende terreinen, zoals de heer Bontenbal terecht schetste. Er ligt nog niks op landbouw. Die megatonnen worden nog niet gehaald. En dan zegt ze nu: ik vind de opdracht vanuit de Eerste Kamer niet duidelijk en jullie zijn het niet met elkaar eens, dus ik ga gewoon lekker door op de ingeslagen weg. Dat is me iets te arrogant richting een meerderheid in de Eerste Kamer. Er ligt een duidelijke wens, hoe je het ook wendt of keert: maak dat klimaatgeld ook toegankelijk voor de enige sector die op dit moment niet geholpen wordt. Hoe reageert de minister daarop?
Minister Hermans:
Ik reageer daarop door het volgende te zeggen. Ik vind het niet terecht dat de suggestie wordt gewerkt dat er vanuit het klimaat geen ruimte is om boeren te helpen bij hun verduurzaming, want dat is wel degelijk zo. Ik noemde al de verduurzaming van tractoren. Er zijn ook subsidies beschikbaar om bijvoorbeeld zonnepanelen op daken van stallen te leggen. Dus ook vanuit de klimaatkant worden boeren geholpen. En ja, er zijn keuzes gemaakt door dit kabinet, ook in financiële zin. Die zijn voor mij leidend. Ik heb het hele debat gisteren gehoord en ook vandaag in de Kamer, maar zoals ik al schetste, werk ik aan een klimaatpakket om te voldoen aan de afspraken die we in de Klimaatwet en bij het Klimaatakkoord van Parijs hebben gemaakt. En ik werk verder met de ambities die we hebben op kernenergie.
De voorzitter:
Mevrouw Kröger, uw laatste interruptie. U heeft er drie gehad, dus ik geef u er zelfs een vierde als bonus bij.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Goed dan, mijn laatste interruptie. Dan bewaren we het hele verhaal over de onbetaalbaarheid van kernenergie voor het debat waarbij de minister eindelijk met cijfers daarover komt.
Maar dit is natuurlijk een beetje flauw. Deze minister weet ook dat om de landbouw echt te verduurzamen ... Dat gaat niet over een elektrische tractor en ook niet over zonnepanelen op dat veld. Dat weet deze minister donders goed. Daar moet echt iets anders voor gebeuren. Daarvoor staat dit kabinet aan de lat. Er is een meerderheid in de Eerste Kamer die zegt: er moet iets. Ook partijen hier zeggen dat. Dan kan de minister niet zeggen: ik pot dat geld op voor iets dat geen CO2-reductie behaalt voor 2035 of 2040. Dan doet deze minister haar werk namelijk gewoon niet. Dat vind ik voor een coördinerend minister op het gebied van klimaat kwalijk. Ik vraag nogmaals of ze zich serieus wil verhouden tot een wens vanuit de Eerste Kamer.
Minister Hermans:
Ik verhoud me tot alle wensen, verzoeken en vragen die er zijn. Maar ik schets ook hoe ik ernaar kijk. Maar wat hier gebeurt ... Ik zit hier in een debat en mij wordt van alle kanten opgeroepen om snelheid te maken met kernenergie. Maar nog geen 24 uur geleden is er een motie ingediend om 5 miljard bij kernenergie weg te halen. Die twee dingen kunnen niet samengaan. Ik werk vanuit een hoofdlijnenakkoord waarin er afspraken zijn gemaakt. Ja, we moeten de doelen halen. Ja, daar hebben vijf sectoren een bijdrage aan te leveren, ook de landbouw. De landbouw kan deels, voor sommige projecten, voor sommige acties en voor sommige maatregelen, ook rekenen op steun vanuit de Klimaatbegroting, het Klimaatfonds of de SDE++-subsidieregeling. En er is 5 miljard op de begroting van het ministerie van LVVN waarvoor ook nog concrete voorstellen en maatregelen kunnen volgen om te voldoen aan de doelen en de ambities die daar liggen. Daarnaast werk ik dus aan die kernenergieambitie, omdat we met z'n allen hebben gezegd: in de energiemix van de toekomst, in 2050, maakt kernenergie een belangrijk onderdeel uit van onze mix. In het Nationaal Plan Energiesysteem staat dit ook duidelijk opgenomen.
De heer Vermeer (BBB):
BBB was ook mede-indiener van die motie, dus ik hecht er toch aan om te vertellen dat wij dit gedaan hebben onder de nadrukkelijke voorwaarde dat het niet ten koste van kernenergie zou gaan. Daarop is de tekst ook aangepast. Nogmaals, daar staat in: zodanige maatregelen te nemen dat het beschikbaar is. Dat kan dus nog alle kanten opgaan. Dat is heel bewust op deze manier omschreven. Dus als mensen zich er zorgen over maken dat dit ten koste zou gaan van kernenergie .... De handtekening van BBB onder die motie zorgt er in ieder geval voor dat dat uitgesloten is als optie.
De voorzitter:
De minister. En daarna gaat de minister door met de beantwoording, want ik zie geen handen meer.
Minister Hermans:
Voorzitter, het was geen vraag aan mij. Althans, ik heb geen vraag gehoord.
De voorzitter:
U mag erop reflecteren of u gaat door met de beantwoording. Wat u wilt. Ik zie geen handjes meer.
Minister Hermans:
Ik heb hier genoeg over gezegd, dus wat mij betreft ga ik door met de beantwoording. Een aantal zijn net al voorbij gekomen in de interrupties.
Mevrouw Beckerman vroeg: waar ter wereld is er een kerncentrale op tijd en binnen budget gebouwd? In Barakah — ik hoop dat ik het goed uitspreek — in de Verenigde Arabische Emiraten zijn in totaal vier reactoren gebouwd van 1.400 megawatt per stuk. Daarbij was er een beetje vertraging en enige budgetoverschrijding, maar dat was beperkt. En het is toch goed om op te merken, ondanks dat het al zo lang geleden is, dat Borssele ook binnen de tijd is gebouwd.
Ik vind het volgende ook belangrijk om te zeggen, omdat hier ook veel mensen uit Zeeland op de tribune zitten en mogelijk ook meeluisteren. Mevrouw Beckerman had het namelijk over een papieren werkelijkheid als het over kernenergie gaat, maar in Borssele staat een kerncentrale die al 50 jaar actief is. Daar werken mensen, al 50 jaar lang. Ze gaan daar dag in, dag uit naartoe en aan het werk. Daarover praten alsof het een papieren werkelijkheid is, vind ik daar geen recht aan doen.
Voorzitter. Dan de deelneming. Ook daar zijn vragen over gesteld. De heer Flach is niet meer aanwezig, maar hij vroeg: wat is precies het perspectief nu er wordt gekozen voor een deelneming? Het is misschien goed om te zeggen dat de oprichting van een deelneming nog moet gebeuren. Ik heb nu namens het kabinet geschetst dat het ons de meest logische optie lijkt, maar we zijn nog niet zover dat er morgen een deelneming is; daarvoor moet echt nog veel gebeuren. De oprichting van zo'n deelneming zegt als zodanig nog niets over het uiteindelijke overheidssteunpakket of de overheidsinvestering. Mevrouw Kröger vroeg daar net naar. We zetten deze stap om dit verder uit te zoeken, omdat de onderzoeken van Ernst & Young vorig jaar en BNP Paribas laten zien dat marktpartijen investeringen in kernenergie riskant vinden en een grote rol van de overheid verwachten in de vorm van een deelneming. Een privaat meerderheidsaandeel — daar vroeg de heer Flach naar — is dus niet realistisch in de beginfase. Dat heeft te maken met een lange terugverdientijd, hoge investeringen op voorhand en een lange bouwtijd. In de beginfase moeten vergunningsrisico's en politieke risico's natuurlijk gemitigeerd worden. De verwachting is dat de belangstelling om in te stappen echt toeneemt voor partijen als die risico's gemitigeerd zijn en de investering van de overheid duidelijk is; dat zien we internationaal ook. In de tussentijd blijft het kabinet natuurlijk in gesprek met de sector.
Mevrouw Kröger vroeg mij: kan de Algemene Rekenkamer meekijken? Het antwoord daarop is: ja. Dat hoort sowieso ook in de formele stappen die je moet doorlopen om uiteindelijk daadwerkelijk tot oprichting van een deelneming over te gaan. Daar hoort ook een advies van de Algemene Rekenkamer bij.
Mevrouw Kröger vroeg mij ook om het Franse rekenkamerrapport erbij te betrekken. Dat vind ik minder logisch, omdat dit onlangs verschenen rapport, als dat is waar mevrouw Kröger naar verwijst, echt heel specifiek ziet op de Engelse situatie. Dat vind ik niet vergelijkbaar. Maar onze eigen Rekenkamer kijkt zeker mee.
Voorzitter. Dan de locatie. De voorkeurslocatie is Borssele en nu is toch Eemshaven in beeld. Het is misschien goed als ik het even wat uitgebreider schets, ook omdat mevrouw Beckerman een paar keer naar haar motie verwees. Zij vroeg: het zou toch geschrapt worden uit het waarborgingsbeleid? Dat is zo; dat gaat ook gebeuren. De AMvB om Eemshaven uit het waarborgingsbeleid te schrappen, is in voorbereiding en wordt dit voorjaar voorgehangen. Maar het waarborgingsbeleid is wat anders dan de vraag waar wij ons aan moeten houden als je een projectprocedure start. Het waarborgingsbeleid legt vast dat op een locatie die eronder valt, niet iets gebouwd mag worden wat het bouwen van een kerncentrale in de weg zou kunnen staan. Nogmaals, daaruit wordt Eemshaven geschrapt.
Waar ik nu mee te maken heb, is dat we vorig jaar februari de projectprocedure gestart zijn. Ook toen Borssele werd aangewezen als voorkeurslocatie heeft het toenmalige kabinet duidelijk gemaakt dat het aanwijzen van een voorkeurslocatie niks zegt over de keuze voor de definitieve locatie en de te onderzoeken locaties. Dat is waar we nu voor staan. Na een actualisatiestudie hebben we in september Terneuzen en Maasvlakte 2 moeten toevoegen als potentiële locaties. Nu blijkt dat Eemshaven uitsluiten dermate grote risico's met zich meebrengt dat je op een veel later moment in het traject tot nog veel grotere vertraging kunt komen. Dat is — dat zeg ik ook in de richting van de heer Kops — een keuze waar je voor staat. Daarbij moet je afwegen hoeveel vertraging er nu is — nu is er natuurlijk ook een beetje vertraging — en wat het straks kan betekenen. Dat is de achtergrond van hoe het kabinet tot dit besluit is gekomen. Die projectprocedure zegt namelijk dat we alle redelijk gelijkwaardige alternatieven moeten onderzoeken.
Voorzitter. De heer Flach vroeg mij nog: wordt de procedurelast niet heel hoog als je naar vier kerncentrales gaat, wat voor vertraging gaat zorgen? Juist vanwege het risico dat de heer Flach schetst, is er na het uitkomen van het hoofdlijnenakkoord een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd, om te kijken of de ingezette projectprocedure voldoende robuust was. Ook dat betekende een extra stap in het proces. Dat heeft wat extra tijd gekost, maar daarmee is wel het risico dat de heer Flach noemt, geminimaliseerd.
Voorzitter. De heer Flach vroeg ook naar het advies van de heer Kops. Ik bedoel de heer Knops, de gebiedsverbinder. Excuus! De gebiedsverbinder, de heer Knops, bekijkt namens het Rijk, de gemeente en de provincies hoe je een Rijk-Regiopakket kunt maken, mocht de definitieve keuze voor de bouw van de kerncentrales op Borssele vallen. Een van de aanbevelingen is om een stuurgroep in te richten. De heer Flach vond dat ik daar in mijn reactie afhoudend op had gereageerd. Het is niet zo dat ik geen stuurgroep wil, maar ik vind het ook zonde om een nieuw overleg in te richten als er al iets bestaat wat we kunnen gebruiken in het kader van efficiënt en doelmatig vergaderen. Maar als de bestaande overlegstructuren niet voldoen, zal er een extra stuurgroep of een apart overleg voor worden ingericht; dat heb ik ook zo afgesproken met mijn collega-bestuurders in Zeeland.
Voorzitter. De heer Eerdmans vroeg mij naar de ambitie van gemeenten en provincies, die volgens hem groter lijkt dan die van het Rijk. Dat herken ik niet op die manier. We trekken juist heel erg gezamenlijk op, ook op het gebied van SMR's, in de verschillende provincies die de heer Eerdmans noemde, en in het bijzonder de gemeente Borssele en de provincie Zeeland. Daar zijn we direct aan de slag gegaan op basis van de voorwaarden die geformuleerd zijn. Daarbij hebben we gekeken of we tot een Rijk-Regiopakket kunnen komen. Er is dus een gedeelde ambitie om daar samen op een goede manier uit te komen.
De heer Vermeer vroeg mij nog: kijken we nou zo ruimhartig mogelijk naar de voorwaarden die in Zeeland zijn geformuleerd? De Borsselse en de Zeeuwse voorwaarden zijn het uitgangspunt voor het Rijk-Regiopakket. Daar wordt dus door de gebiedsverbinder, de heer Knops, aan gewerkt. Samen met de regio en de gebiedsverbinder kijken we naar een inhoudelijke appreciatie van elk van die voorwaarden. We bekijken of en hoe die allemaal een plek kunnen krijgen in het Rijk-Regiopakket.
De heer Vermeer (BBB):
In ieder geval bedankt voor dit antwoord en de toelichting. Kan de minister iets aangeven over een planning op dit gebied? Wanneer kunnen wij als Kamer wat informatie van de gebiedsverbinder verwachten?
Minister Hermans:
We hebben net een reactie gestuurd op het eerste advies van de gebiedsverbinder. We hebben daarover gesproken met de gebiedsverbinder, de provincie en de gemeente. We werken nu gewoon verder. Ik weet niet een exact moment te noemen waarop een volgende stap gezet wordt. Ik kan even nagaan of ik dat kan aangeven. Als er een advies komt, zullen we dat sowieso delen, maar ik kan even kijken of er al zicht is op wanneer dat zal zijn.
Voorzitter. De heer Grinwis, de heer Flach, mevrouw Kröger en de heer Eerdmans vroegen mij naar het impactrapport van de Hogeschool Zeeland en Lysias. De heer Grinwis vroeg specifiek of ik een reactie daarop naar de Kamer kan sturen. Mevrouw Kröger vroeg naar de zorgen over het ruimtegebrek in Borssele en de druk op omwonenden. Ik zei al: we trekken echt gezamenlijk op. Het impactrapport waarnaar verwezen wordt, is een van de bouwstenen voor het op te stellen Rijk-Regiopakket, net als de haalbaarheidsstudies en de integrale effectanalyse. Ik zie de heer Kops kijken: moeten al die onderzoeken, al die stappen? Ja, het zijn echt belangrijke stappen om uiteindelijk tot een besluit te komen, ook voor een goede invulling van zo'n Rijk-Regiopakket. Het is dus niet bedoeld om iets op te houden of ingewikkeld te maken, maar het zijn ook echt formele stappen die we moeten zetten in de procedure.
Tegen de heer Grinwis — hij is er niet meer — zeg ik: het rapport dat twee à drie weken geleden is opgeleverd, is een versie 1.0. Het is ook door de onderzoekers neergezet als een levend document dat steeds zal worden aangescherpt op basis van nieuwe inzichten en nieuwe onderzoeken, zoals die technische-haalbaarheidsstudie. Het is dus nu niet nodig om een inhoudelijke appreciatie te sturen, maar ik kan de heer Grinwis wel echt toezeggen dat we het betrekken bij de verdere vormgeving van dat Rijk-Regiopakket.
Voorzitter. Mevrouw Kröger vroeg ook naar het ruimtegebrek en de afstemming tussen alle energieprojecten in Zeeland, als ik het zo mag interpreteren. Of bedoelde ze echt specifiek Borssele? Nee, zie ik. Ze vroeg ook hoe serieus we kijken naar Terneuzen als locatie en of daar dan ook het hele participatietraject begint. Dat was de vraag die mevrouw Kröger stelde. Ja, in het laatste overleg dat ik had in Zeeland hebben we afgesproken dat we met de gemeenten Vlissingen en Terneuzen gaan kijken hoe we de participatie kunnen gaan vormgeven op een manier die daar past. Hoe het in Borssele gegaan is, is geen standaardvorm; iedereen mag het op z'n eigen manier invullen. Maar op alle locaties waar we gaan kijken omdat er potentieel een kerncentrale zou kunnen komen, geven we zo'n traject vorm. Dat doen we juist omdat er uiteindelijk, als de projectprocedure en de integrale analyse klaar zijn, op basis van verschillende aspecten, waaronder draagvlak, een integrale afweging wordt gemaakt. Daarom is dat participatieproces zo belangrijk.
Voorzitter. Dan de heer Vermeer: hoe gaat het kabinet voorkomen dat dorpen overbelast worden door de komst van werknemers? Er is nog geen concreet plan voor de precieze locaties om werknemers die gaan werken aan de bouw van de kerncentrales te huisvesten. Daarvoor is het echt noodzakelijk dat er eerst een locatie gekozen wordt. We zullen natuurlijk wel kijken naar een oplossing die ervoor zorgt dat mensen zo dicht mogelijk bij de locatie kunnen wonen. Dat heeft ook een effect op de kosten en de tijd. Het is natuurlijk ook prettig voor iedereen die erbij betrokken is. Dit wordt ook betrokken bij de technologieselectie. Hier worden in het Rijk-Regiopakket samen met de regio afspraken over gemaakt.
Dan een vraag van de heer Vermeer over de hoogspanningsverbindingen en hoe we voorkomen dat die het landschap en de leefomgeving verder verslechteren. Hij vroeg ook of we bereid zijn om de ondergrondse infrastructuur als norm te nemen. We hebben aan TenneT gevraagd om de impact op het systeem te onderzoeken: wat heb je nou nodig, niet alleen bij twee, maar ook bij vier grote kerncentrales? De uitkomsten daarvan verwacht ik medio 2025. Op basis daarvan kunnen we dan ook een weging maken. Daar speelt overigens ook de aanlanding wind op zee een rol in. Dan weten we wat er nodig is, bijvoorbeeld aan infrastructuur, en hoe je dat op een goede manier kan inpassen.
Dan vroeg mevrouw Postma mij of we kwaliteit laten prevaleren boven prijs, zodat de nieuwe kerncentrale lang mee zal gaan. Ik zei al dat de technische-haalbaarheidsstudie en de third-party review zijn bedoeld om de technologieselectie goed geïnformeerd en op basis van de goede informatie te kunnen starten, om juist op dit soort aspecten de goede keuze te kunnen maken. Het gaat dus over kwaliteit en prijs, maar ook over snelheid, kosten, risicoprofielen en lokale impact, zodat je al die elementen mee kunt nemen. Dat moet samen leiden tot een selectieprocedure waarin die verschillende aspecten een rol spelen. Als mevrouw Postma ook kwaliteit bedoelde in de zin van veiligheid, dan is het belangrijk om te benadrukken — daar wil ik geen enkel misverstand over laten bestaan — dat we daar natuurlijk geen afbreuk aan zullen doen en dat dat ook aan het oordeel is van de onafhankelijke toezichthouder, de ANVS.
Dan nog de communicatie in Zeeland. Daar vroeg een aantal van u naar, onder anderen de heer Bontenbal. Zouden we daar ook creatieve vormen van communicatie, zoals een podcast, in kunnen toepassen? In het komende jaar, de komende periode zullen we in Zeeland samen met alle betrokkenen in Zeeland echt aandacht besteden aan nut en noodzaak van kernenergie. We zullen daarbij kijken en zoeken naar vormen die passend zijn, waarmee je ook mensen bereikt die niet — volgens mij was het de heer Bontenbal die dat zei — op de traditionele inspraakavond komen. We zullen daar online en fysiek dingen voor doen. Dat zal ook in overleg zijn met de gemeente en de provincie. Die hebben natuurlijk ook kennis over wat goed werkt en wat voor behoefte er is, wat voor type informatie en in welke vorm. Als er meer bekend is over de concrete activiteiten daarvoor, zal ik die uiteraard met de Kamer delen.
Voorzitter, dit over de nieuwbouw.
De voorzitter:
Ik kijk even of er nog interrupties zijn. Mevrouw Postma en dan vraag ik daarna mevrouw Kröger om het voorzitterschap tijdelijk over te nemen, want ik heb zelf ook nog een vraag. Mevrouw Postma.
Mevrouw Postma (NSC):
Dank, voorzitter. Het gaat over het informeren van bewoners. Ik hoor de minister iets zeggen over nut en noodzaak van een kerncentrale. Volgens mij gaat het daar in Borssele helemaal niet meer over, maar gaat het over de voorbeelden die ik gaf: hoe ziet het eruit, wat is de inpassing, is het net zo groot als Hinkley en als je dat dan op de kaart zet bij Borssele, past het wel en hoe zit het met de overlast? Het feit dat de minister aangeeft dat het over nut en noodzaak gaat, geeft mij de vrees dat het departement er niet vaak genoeg geweest is om dat gesprek aan te gaan over de zorgen nu leven. Dan zou mijn oproep zijn aan de minister, mijn vraag aan de minister: kunnen de minister of haar ambtenaren die kant op gaan om weer in gesprek te gaan over hoe het eruit gaat zien?
Minister Hermans:
Ik had moeten zeggen "onder andere nut en noodzaak". Want mevrouw Postma heeft natuurlijk gelijk. Het gaat over meer en je wil communiceren en informeren over meer dan alleen nut en noodzaak, maar dat is ook een belangrijk aspect. Als we de straks de technische-haalbaarheidsstudies, die inzichten, hebben ook de review daarop, heb je concreet informatie om precies op de aspecten die mevrouw Postma noemt het gesprek aan te gaan in welke vorm dan ook. Dat zullen we doen, ook in overleg natuurlijk met de provincie en gemeenten over op wat voor manier we dat het beste vorm kunnen geven.
De voorzitter:
Geen vervolgvraag? Kunt u dan tijdelijk het voorzitterschap overnemen, mevrouw Kröger?
De voorzitter:
Zeker. De heer Erkens.
De heer Erkens (VVD):
Dank, voorzitter. Eén vraag nog over de procedures en de tijdslijnen waarmee we werken. Ik snap dat de locatiekeuze niet versneld kan worden nu, omdat het anders juridisch kwetsbaar wordt. Maar na de locatiekeuze, komen uiteraard nog een aantal andere procedurele stappen, waaronder vergunningverlening, de aanbestedingsprocedure en hoe die opgezet worden. Is het mogelijk om in die brief, die voortgangsbrief die eraan komt over twee maanden, daar wat over te zeggen, of daar nog versnellingsopties op zitten? Ik kan me namelijk voorstellen dat als je dat wil versnellen, dat ook wetswijzigingen vergt en dat het als we daar pas bij die stap achter komen met elkaar ook te laat wordt. Kan de minister daarnaar kijken?
Minister Hermans:
Dat hoort wat mij betreft bij die afruil van opties die er zijn om potentieel te kunnen versnellen en de vraag wat voor risico's je daar dan mogelijk mee loopt. Dat wilde ik schetsen in de brief die ik al van plan was om te sturen, die ik al toegezegd had, in april/mei.
De voorzitter:
Dan geef ik het voorzitterschap weer terug.
De voorzitter:
Dank. Dan gaat de minister door met haar tweede blokje, SMR's.
Minister Hermans:
Voorzitter. Dan ga ik door met de SMR's. Daar is een heel aantal vragen over gesteld. Voordat ik op die vragen inga, heb ik een paar algemene opmerkingen. Ik wil oppassen dat er een tegenstelling ontstaat tussen grote kerncentrales en SMR's. Ze zijn verschillend en vragen om een verschillende benadering. Ik wil de kansen van zowel groot — de traditionele kerncentrale, als ik die zo mag noemen — als klein, namelijk de SMR's, benutten waar mogelijk. De grote kerncentrales hebben echt een publieke noodzaak in onze publieke, centrale energie-infrastructuur. Dat is een reden om daar als overheid een rol in te nemen. SMR's kunnen heel gericht in worden gezet tussen een aanbieder en een afnemer. Daar lijkt ook de private haalbaarheid groter, waardoor initiatieven snel ontplooid zouden kunnen worden. Daar hoort dan wel bij dat de overheid helpt bij het organiseren of bij elkaar brengen van vraag en aanbod. Daarom kiezen we ervoor om initiatiefnemer te zijn bij die grote kerncentrales, laten we ruimte aan private initiatieven voor de SMR's en bekijken we waar de behoefte aan ondersteuning precies zit bij de vergevorderde SMR-initiatieven. In mei van dit jaar volgt er een voortgangsrapportage en zal ik inzicht geven in hoe dat precies zit, hoe we daarin staan en welke verdere stappen we daarin kunnen zetten. Dat zeg ik even om geen tegenstelling tussen de traditionele kerncentrale en SMR's te laten ontstaan.
Daarmee heb ik deels antwoord gegeven op de vraag van de heer Bontenbal. Hij zei: moet je naast die eerste en die tweede nou niet vooral bezig zijn met die SMR's voordat je verdergaat met drie of vier? Het is voor mij geen keuze, zoals ik al zei. We zijn bezig met alles wat nodig is om die eerste twee van de grond te krijgen. Het SMR-programma moet echt inzicht geven in de potentie van SMR's in Nederland. Dat gaat gewoon door. Dat wacht niet op iets.
De voorzitter:
De heer Bontenbal. Ik wilde de vragen aan het eind van de blokjes doen, maar het is uw laatste interruptie, dus bij dezen.
De heer Bontenbal (CDA):
Het wordt dan een hele lange. Nee, hoor. Grapje.
Er is wel degelijk een verschil. Als het lukt met de SMR's zal bijvoorbeeld de beschikbaarheid van personeel anders zijn. Want je bouwt dan met modulaire centrales. Dat is echt anders dan wanneer je alles op een bouwplaats doet. Er is dus wel degelijk een verschil. We gaan nog best wel veel moeite krijgen om die grote centrales in Zeeland te bouwen, ook qua medewerkers, ruimtelijke impact, mobiliteit enzovoorts. Het is dus helemaal niet zo'n gek idee om wel degelijk na te denken over of je parallel aan de nummers een en twee met die SMR's aan de slag moet, met het oog op ruimtelijke inpassing, haalbaarheid, financiering, medewerkers enzovoorts. Ik wil meer ambitie van dit kabinet op het gebied van die SMR's, omdat ik denk dat wij anders de boot gaan missen. Dat zou ik zonde vinden.
Minister Hermans:
Volgens mij zit de crux — daar vinden de heer Bontenbal en ik elkaar helemaal — in het woord "parallel". We zetten alle stappen voor de kerncentrales een en twee, in de projectprocedure, in de technische-haalbaarheidsstudies. Daarnaast werken we verder aan het programma voor SMR's om de concrete initiatieven tot wasdom te laten komen en die hopelijk in Nederland een plek te kunnen geven.
Voorzitter. De heer Bontenbal vroeg mij naar de doelstelling van de Europese industriële alliantie om de eerste SMR's vroeg in de jaren dertig draaiende te hebben. Kan dat ook de ambitie van het kabinet zijn? Volgens mij vroeg de heer Bontenbal mij eerder ook al hoe de minister samenwerkt met andere landen op dit onderwerp. Dat doe ik. In Europa wordt intensief samengewerkt met landen en koplopers op dit gebied. Ik heb daar ik dacht volgende week ook weer een overleg over met Europese collega's. Bij de Energieraad in maart zal ik weer aanschuiven bij het nucleaire ontbijt, waar ook altijd over de SMR's gesproken wordt. Het kabinet neemt binnen die industrial alliantie deel aan de werkgroep public engagement en financiering. De inzet is ook echt gericht op de benodigde kennis om die SMR's in Europa en Nederland snel voor elkaar te krijgen. De simulaties die we daarvoor doen, zijn daar ook een belangrijk voorbeeld van.
Voorzitter. Mevrouw Kröger vroeg mij naar de deadline van de SMR's en zei dat 2030 toch geen reëel jaartal is. Met alle kennis die er is en de wetenschap die we hebben, denk ik dat er nog geen concreet project gerealiseerd is. Mevrouw Kröger heeft dus gelijk als ze zegt dat 2030 geen reëel jaartal is. Realisatie tegen 2040 lijkt op dit moment logischer. Maar ook hier geldt dat ik er niet tegen ben als de initiatieven dermate concreet zijn dat het eerder in de jaren dertig zou kunnen. Is 2030 dus realistisch? Daarover ben ik het eens met mevrouw Kröger: ik zie dat niet gebeuren.
Mevrouw Postma vroeg mij of er SMR's worden geplaatst bij industrieclusters of datacenters en of dat ten laste komt van de bedrijven zelf. We zijn in gesprek met concrete initiatieven. Ik zei al dat ik in mei van dit jaar zal laten weten hoe dat er precies voor staat en wat voor inzichten dat geeft over locaties. Ik schetste net de kansen die het kabinet ziet ten aanzien van die SMR's en had het over "groot" en "klein". Die SMR's zijn een optie om juist dicht bij de afnemer gerealiseerd te worden. Ik hoop dat ik hiermee die vraag beantwoord heb.
De heer Stoffer zei dat het SMR-programma nu vooral gericht is op … Sorry, ik bedoelde: de heer Eerdmans. Hij stelde mij een vraag, naar aanleiding van een amendement van de heer Eerdmans en de heer Stoffer. Er gaat wel echt van alles mis met namen, maar hier ergens klopte het! Hij zei: het lijkt alsof het programma nu vooral gericht is op draagvlak, terwijl de bedoeling van het amendement juist was om voortvarend aan de slag te gaan. Dat programma richt zich op het voorbereiden van Nederland op de komst van SMR's. Dat is meer dan draagvlak alleen. Dat is wat we nu aan het doen zijn en waarover ik, zoals ik tegen de heer Bontenbal zei, de gesprekken met mijn Europese collega's voer.
De heer Bontenbal vroeg of de staatsdeelneming ook een rol zal spelen bij het faciliteren van de SMR's. Kennis die we opdoen uit de deelneming wordt benut bij de ontwikkeling van SMR's. De inzet van een deelneming is een vergaand beleidsinstrument. Dat is op dit moment niet aan de orde voor SMR's. Ik hoop echt nog op de private ontwikkeling.
Voorzitter. De heer Flach van de SGP had het over een veilige ruimtelijke inpassing van SMR's. Met het programma wil ik duidelijkheid scheppen over die ruimtelijke inpassing. Vanuit verschillende stakeholders is er ook echt behoefte aan sturing op die ruimtelijke inpassing. Specifiek de veilige inpassing betreft het opstellen van ruimtelijke randvoorwaarden. Excuus voor dit enigszins procedurele antwoord, maar dat is onderdeel van de eerste twee programmalijnen van het SMR-programma. Die resultaten worden halverwege 2025 opgeleverd. Dan kan ik daar ook weer preciezer op ingaan.
Dan de vraag van de heer Erkens; ik zei er al iets over. Het ging over de waardeketen van SMR's in Nederland die we graag willen opbouwen en de vraag was welke industriële waardeketen zou kunnen in Nederland. We zijn op dit moment in gesprek, met VNO-NCW, FME, afzonderlijke bedrijven, SMR-ontwikkelaars, om in kaart te brengen welke Nederlandse bedrijven een rol kunnen spelen in de nucleaire toeleveringsketen. De vraag daarbij is ook hoe we dit kunnen afstemmen op de toekomstige behoefte van technologieleveranciers. De eerste indruk is dat er echt kansen zijn voor het Nederlandse bedrijfsleven, zeker daar waar je minder echt puur specialistisch-nucleaire kennis nodig hebt. Daarbij kunt u denken aan civiele werkzaamheden en de maakindustrie. De studies van technologieleveranciers zijn hier ook belangrijk voor. Er wordt op dit moment een aparte inventarisatiestudie gedaan waarin concreet ingezoomd wordt op waar de kansen liggen en wat we moeten doen om daarop in te kunnen spelen en daarop te kunnen voorsorteren. Tot slot: eind van dit jaar organiseert het kabinet samen met Nucleair Nederland een event waar suppliers en aanbieders samenkomen om goed inzicht te krijgen in hoe je al die inzichten daadwerkelijk in de praktijk kunt brengen.
Voorzitter. De heer Flach en de heer Erkens vroegen naar het Thorizontraject en of de helft van het beschikbare SMR-geld niet daarin gestopt zou kunnen worden. De overheid draagt al een aantal jaar financieel bij aan onderzoeken naar nieuwe vormen van CO2-vrije nucleaire energieopwekking. Daar horen ook generatievierreactoren bij. Thorizon heeft in 2022 aanspraak gemaakt, met succes, op een bijdrage van Invest-NL. In het kennis- en innovatieprogramma kernenergie wordt de financiële bijdrage aan onderzoeken verder voortgezet.
Voorzitter. De heer Erkens vroeg of ik samen met de minister van EZ tot een AI/SMR-strategie kan komen. In Amerika zetten grote techbedrijven inderdaad in op SMR's ter ondersteuning van de AI-infrastructuur. Dat heeft te maken met de grote energievraag naar vollast-energie. De conclusie dat SMR's de enige geschikte toepassing zijn voor AI-infrastructuur is nog onvoldoende onderbouwd. Het is dus niet zo dat daar een-op-een een link tussen is, maar ik zal met de minister van EZ de relevante kennis met betrekking tot de SMR-ontwikkeling en -toepassing delen en bezien of het opportuun is om hier in de toekomst nader in te duiken.
De heer Bontenbal vroeg welke inzichten de minister heeft opgedaan uit de gesprekken met clusterorganisaties en bedrijven over mogelijke interesse in het realiseren van SMR's. Mijn beeld tot nu toe is dat enkele SMR-ontwikkelaars een beter beeld hebben dan de industrieclusters van de kansen bij afnemers. De gesprekken met de clusters hebben ervoor gezorgd dat bedrijven en industriële partijen aansluiten bij de simulaties, waar ik net ook al naar verwees, juist omdat er behoefte is aan meer informatie over toepassingsmogelijkheden. Het kabinet blijft bedrijven en clusters helpen door op basis van de vraag van het cluster gezamenlijk detailstudies uit te voeren, om te bekijken hoe je dit energetisch kunt inpassen in het industriecluster. Dit laat wat mij betreft een meerwaarde van het private initiatief zien. Dat is namelijk effectief in het zoeken en het leggen van de verbinding tussen vraag en aanbod.
Dan de laatste vraag in dit blokje over SMR's, van de heer Bontenbal. Die gaat over een breed maritiem consortium. Dat heeft zich verdiept in de nucleaire energievoorziening voor de zeevaart. Kan ik iets doen om dat te versnellen of ondersteunen? Ik ben het met de heer Bontenbal eens dat de toepassing van SMR's voor nucleaire voortstuwing een interessante gedachte is. Ook voor de maritieme sector is het belangrijk om nucleaire kennis op te bouwen en inzicht te krijgen in de belangrijkste kennis. Deze onderwerpen zijn dus belangrijk en relevant in het SMR-programma. Mijn inzet is om met de maritieme sector en collega's van het ministerie van IenW en het ministerie van EZ in kaart te brengen wat we concreet moeten doen om het te versnellen. Ik ga daar vanuit KGG en het SMR-programma een constructieve bijdrage aan leveren.
De voorzitter:
Dan kijk ik even rond. We hebben niet veel tijd meer. Laten we de interrupties alstublieft kort houden. Ik begreep dat we tien minuten kunnen uitlopen; van de kant van de minister wordt dat nog gedubbelcheckt. We hebben de zaal in ieder geval tien minuten langer. Laten we dus heel kort de interrupties doen. Dan proberen we de eerste termijn af te ronden. Laten we zien hoever we komen. De heer Vermeer en daarna de heer Eerdmans. Kort, alstublieft.
De heer Vermeer (BBB):
De minister noemde al dat er half 2025 een bericht over het SMR-programma naar de Kamer komt. Kan daarbij naast private initiatiefnemers ook gekeken worden naar lagere overheden? Wij hebben bijvoorbeeld een brief van de gemeente Opmeer gekregen, die daar met haar raad mee aan de slag wil. Maar ook de Provinciale Staten van Gelderland hebben daar meerdere keren over gepraat en kijken volgens mij met een schuin oog naar locatie Dodewaard. Wordt dat meegenomen? Want misschien ontstaan er wel nieuwe provinciale of gemeentelijke energiebedrijven op deze manier.
Minister Hermans:
Een provincie waar interesse is, doet ook mee in de simulaties. Met de gemeente waar de heer Vermeer naar verwijst is deze week contact geweest. Er zijn dus contacten. Daar waar we iets voor elkaar kunnen betekenen, kunnen we dat doen. Ik moet wel terughoudend zijn: we kunnen natuurlijk niet elke motie zomaar ten uitvoer brengen. Gemeentelijke moties, zeg ik daar nog even expliciet bij.
De voorzitter:
De heer Eerdmans had ook nog een interruptie. Ook kort en krachtig.
De heer Eerdmans (JA21):
Heel kort, voorzitter. Ik begrijp dus dat private partijen hebben aangeklopt bij het ministerie voor de ontwikkeling van SMR. Klopt dat? Ja? Heel kort: wat was de kernbehoefte van die bedrijven? Waar zit het hem dat vooral in?
Minister Hermans:
Die concrete initiatieven zijn echt pas heel recent bij het ministerie binnengekomen. Daar is over gesproken. Het gesprek over de concrete behoefte vindt nu dus plaats. We verkennen in die gesprekken wat de ondersteunende rol zou kunnen zijn vanuit KGG, vanuit de overheid.
De voorzitter:
Dan heb ik zelf nog een korte vraag namens de VVD. Ik ga het voorzitterschap gezien de tijd even niet overdragen. Mijn vraag gaat over de koppeling met AI: kunt u in de brief met de visie over de SMR's terugkomen op waar die koppelkansen liggen? Dat lijkt me een logisch moment.
Minister Hermans:
Ja. Dat is de brief die medio dit jaar komt. Daarin kunnen we daarop ingaan.
De voorzitter:
Dan gaat de minister door met de beantwoording.
Minister Hermans:
Dan kom ik bij het blokje kennis. De heer Eerdmans vroeg naar het aantal mensen dat nodig is en of scholieren daar nou op worden voorbereid. Ik zei daar in de inleiding al wat over. Het kabinet zet zich er nadrukkelijk voor in om het aanbod van onderwijs en trainingen voor de kernenergiesector op mbo- hbo- en wo-niveau te vergroten en daarmee de nucleaire kennisbasis te versterken. Op wo-niveau zijn er leerstoelen en een aantal promovendi, ook aan de TU Delft. Op het hbo op Hogeschool Zeeland is samen met de Nuclear Academy een minor opgezet. Het mbo heeft een keuzedeel nucleaire technologie opgezet, dat afgelopen september is gestart.
Mevrouw Rooderkerk vroeg naar de relatie tussen kerncentrales, migratiebeleid en buitenlandse studenten en of ik daarover in het kabinet gesprekken voer. Met betrekking tot de relatie tot arbeidsmigratie — misschien moet ik het zo formuleren — ben ik in gesprek met mijn collega van SZW, die hiervoor verantwoordelijk is. De exacte vraag naar personeel en het type personeel blijft afhankelijk van factoren als de keuze voor de technologieleverancier, de locatie en het aantal kerncentrales dat tegelijkertijd gebouwd wordt et cetera. Ik ben daarover dus in gesprek met mijn collega van Sociale Zaken.
De heer Eerdmans vroeg naar de groeiende nucleaire ambities in het buitenland, hoe Nederland daarop aansluit en wat we doen in internationaal perspectief. We volgen de internationale ontwikkelingen natuurlijk op de voet. We zijn aangesloten bij verschillende overlegorganen. Ik noemde de nucleaire alliantie al en de industriële alliantie voor SMR's. Ik ben het niet met de heer Eerdmans eens als hij zegt dat wij achterlopen. Als ik naar andere landen kijk en met collega's spreek, constateer ik dat we tegen gelijksoortige uitdagingen en vraagstukken aanlopen. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we allemaal een andere nationale context en een ander energiesysteem hebben. De heer Eerdmans kan ervan op aan dat we in contact blijven staan met al die landen. Dat wat betreft kennis.
Voorzitter. Ik heb nog een aantal vragen in het blokje overig. Mevrouw Rooderkerk en mevrouw Kröger vroegen naar de noodzaak voor flexibel CO2-vrij vermogen na 2035 en of er niet een techniekneutrale tender moet komen. Een techniekneutrale aanpak werkt als de technieken onderling vergelijkbaar zijn. Dat is niet het geval in termen van projectomvang, financieringsbehoefte en de inzet in het energiesysteem. De bouw van een kerncentrale is een heel groot project op één locatie met een lange doorlooptijd en een grote omvang. Daarom werkt dat type tender niet.
Mevrouw Rooderkerk vroeg, als ik het mij goed herinner, ook nog naar de systematiek met SDE++. Ze vroeg of je er niet op eenzelfde manier naar kan kijken. Daar hoort dit antwoord bij, namelijk dat het er niet bij aansluit gezien de manier hoe een kerncentrale in elkaar zit, de financiering en de omvang van het project.
De heer Grinwis vroeg: hoe voorkomt het kabinet dat kernenergie het koekoeksjong wordt en andere elementen uit de energiemix uit het nest duwt? De energietransitie vraagt en-en: kernenergie, wind en zon. Ze zijn allemaal nodig om te komen tot een CO2-neutraal energiesysteem. Daarom is voor alle technieken ruimte nodig in de energiemix.
Voorzitter. Er zijn nog vragen gesteld over de gesprekken met EPZ over het overnemen van aandelen door de Staat, ook in het licht van de bedrijfsduurverlenging Borssele. Mevrouw Postma stelde mij die vraag, maar volgens mij ook de heer Bontenbal. Die gesprekken vinden op dit moment plaats en zitten in de verkennende fase. Die verkennende fase is belangrijk om voldoende informatie op tafel te krijgen om tot een waardering van de aandelen te kunnen komen en een niet-bindend bod voor te kunnen bereiden. We hebben hulp en expertise ingeschakeld om daarbij te ondersteunen. We zijn natuurlijk ook afhankelijk van de verkopende partijen als het gaat om het verkrijgen van al die informatie. Ik en mijn collega's hebben ook de taak om met de minister en het ministerie van Financiën te spreken over de financiële dekking van een eventuele overname.
Tot slot. RWE is als mede-aandeelhouder ook een relevante partij in de gesprekken over een mogelijke overname. Ik praat daarom ook met RWE.
Ik zag "tempo maken" staan, dus ik dacht dat het over de klok ging. Maar dat was ten aanzien van deze gesprekken; dat moest ik zeggen. We proberen natuurlijk tempo te maken, want ik snap de vraag en het verzoek uit Zeeland heel goed. Maar het gaat niet over niks. Ik vind dus wel dat je dit zorgvuldig moet doen.
Dan had mevrouw Postma een vraag over de Pallas-reactor en de kosten daarvan. Deze komen ten laste van een nog op te richten beleidsdeelneming voor Pallas. Die krijgt daarvoor financiering van VWS, en die komt dus ook ten laste van de begroting van VWS. De financiering kan op termijn onder andere worden terugbetaald met de verkoop van medische isotopen.
Dan waren er nog vragen van de heer Erkens en de heer Vermeer over de Topsector Energie en over het verwijt dat nucleaire energie daar geen toegang toe zou hebben. Ik ken dat verwijt. Laat ik het zo zeggen: ik heb daar in het nabije verleden over gehoord. Dit najaar zal dit naar mijn weten geregeld en opgelost zijn. Dan maakt het ook echt volledig en gelijkwaardig onderdeel uit van de Topsector Energie, na een besluit van het bestuur daarover. Dat betekent dus ook dat er concreet kan worden meegelift op activiteiten die georganiseerd worden door de sector, zoals publiek-private matchmaking en kennisdisseminatie via het ecosysteem van de topsector.
De voorzitter:
Nou, als dat geen begrijpelijke taal is!
Minister Hermans:
Dat dacht ik, voorzitter.
Ik zeg erbij dat ik dit in de gaten zal houden, want u stelt deze vraag waarschijnlijk niet voor niks. Ik zal dit in de gaten houden.
Dan is het blokje af, voorzitter.
De voorzitter:
Ik ga nog heel kort rond. We hebben nog zes minuten. Ik wil de laatste minuut gebruiken om de toezeggingen snel door te lopen. Heel kort dus. Ik snap dat er nog vragen zijn, maar de minister moet over vijf minuten vertrekken; dat is de afspraak die ik gemaakt heb. We lopen namelijk al uit. Het woord is aan mevrouw Postma, voor een korte interruptie.
Mevrouw Postma (NSC):
Ik zou graag nog antwoord willen op de vraag die ik heb gesteld over de aandelen en over de overlegstructuur die dan eventueel ontstaat tussen het Rijk en RWE. Op dit moment gaat alles via consensus; dat gaat vaak om 50%. Is dat de gewenste situatie? Is dat de situatie die de Staat graag zou willen zien? Die vraag was nog niet beantwoord.
Minister Hermans:
Hier kan ik echt niet op vooruitlopen. Zo ver zijn we gewoon nog niet in het proces. We praten wel met iedereen, met alle betrokkenen. Ik snap dat daar veel vragen over zijn, maar ik moet echt oppassen met wat ik hier in het openbaar over deel. Maar ik zeg hierop ook echt dat we nog niet zover in het proces zijn.
De voorzitter:
Meneer Vermeer, had u nog een afrondende vraag?
De heer Vermeer (BBB):
Ik had even een kort punt. Als de minister praat met de Topsector Energie, ook over het ecosysteem — het zijn moeilijke zinnen — kan de minister dan ook iets meegeven ... Het enige wat er op hun website te vinden is, is namelijk een zeer negatief verhaal over kernenergie. Misschien moet dat ook even gecheckt worden, voordat dat rond blijft zweven.
Minister Hermans:
Dat zullen we doen.
De voorzitter:
Mevrouw Rooderkerk, met uw afrondende vraag. We kijken zo nog even of iemand een tweeminutendebat gaat aanvragen. Deze commissie kennende, is dat meestal het geval. Dan zouden er dus ook nog vragen gesteld kunnen worden.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Ik had er nog eentje over, dus die zou ik toch graag gebruiken. Die ging over het laatste blokje van de minister. Daarin kwam ze met wat procesinformatie over SDE++. Ze gaf ook aan hoe dat werkt. Maar mijn vraag daarachter was natuurlijk waarom zij ervoor kiest om op deze manier zo veel geld vrij te maken voor die kerncentrales, en om daar zo voor te gaan staan, terwijl we ook zien dat er op allerlei gebieden CO2-besparing nodig is. Ik noem de boeren, waar we het al uitgebreid over hebben gehad. Daar gebeurt dan eigenlijk veel te weinig. Met die vraag blijf ik toch zitten na dit debat. Wij willen enorm veel geld apart gaan zetten voor deze centrales ...
De voorzitter:
En uw vraag? Want we krijgen nog een tweeminutendebat, en dinsdag een plenair debat. Ik hoor graag uw concrete vraag.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Zal ik dan nu een vraag stellen?
De voorzitter:
Heel graag. Dat vraag ik u.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Bedankt, daar was ik nu eigenlijk aangekomen. Mijn vraag is dus: waarom kiest zij ervoor om dit apart te behandelen, in plaats van het als geheel te bezien? Hoe zorgt ze ervoor dat ze het klimaatpakket gaat maken?
Minister Hermans:
Het is en-en-en. Dat geldt voor de energiemix: kernenergie, wind op zee, zon en waterstof; we hebben het allemaal nodig. Dat geldt ook voor het beleid: ik moet én met extra maatregelen komen om de doelen die we hebben afgesproken in de Klimaatwet te halen, én we hebben een afspraak gemaakt over kernenergie. Het is dus en-en.
De voorzitter:
Dan dank ik de leden voor het debat. Ik begreep van de heer Eerdmans dat hij een tweeminutendebat aanvraagt. Vervolgvragen zullen daarin dus vast en zeker een plekje krijgen, zonder dat we daarbij de tijdsdruk hebben die we nu ervaren. Ik dank de leden voor het debat. Ik dank de minister en haar ondersteuning voor hun aanwezigheid. Ik dank de mensen op de tribune.
Ik loop de toezeggingen nog langs. Het zijn er drie. Dat kan dus snel gaan, als u nog oplet.
- De minister stuurt eind april, of begin mei — laten we zeggen: medio kwartaal twee, uiterlijk begin mei — een voortgangsbrief kernenergie, waarin zij ingaat op de planning. Daarbij staat ze ook stil bij de afruil wat betreft aspecten als snelheid, zorgvuldigheid, draagvlak en kosten.
Die klopt, zie ik. Die toezegging is aan meerdere Kamerleden gedaan, zie ik hier ook staan.
- Medio 2025 informeert de minister de Kamer over de koppelmogelijkheden voor SMR's en AI.
Dat was een toezegging aan mijzelf.
Minister Hermans:
Dat doe ik in de al toegezegde brief over de SMR's.
De voorzitter:
Dat komt in de SMR-brief, ja.
- In dezelfde brief — dit is de toezegging aan de heer Vermeer — gaat zij ook in op de kansen voor de regio, ook wat betreft regionale trajecten en de lagere overheden.
Dat komt in de voortgangsbrief SMR te staan. Zo heb ik 'm hier staan. Die gaat dan over het SMR-programma en de kansen voor regionale en lokale overheden.
Ik hoor een aarzelende "ja", dus die staat. Uitstekend. Dank.
Mevrouw Kröger. Ontbreekt er één?
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Over de eerste toezegging: is dat nou gewoon de inschatting van hoeveel vier kerncentrales gaan kosten? Dat was mijn vraag. Toen zei de minister: dat komt in die planningsbrief te staan. Is dat die afruil wat betreft kosten, waar het over ging?
Minister Hermans:
Nee, dat zijn twee ... Ik werk ook door aan alles wat er nodig is rond de deelneming. Daar zitten ook weer opties in wat betreft hoe je dat kunt invullen. Dat staat nog even los van het bedrag; dat zijn gewoon opties over hoe je dit vorm kunt geven. Dat werken we verder uit. Dat komt later dan de voortgangsbrief die echt ziet op het hele traject en op de stappen die gezet worden op weg naar de bouw van een kerncentrale. Een brief over de financiering … Ik check dat even naast me. Ik probeer die voor de zomer nog aan de Kamer te sturen.
De voorzitter:
Heel kort. We zitten in de laatste minuut.
Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Algehele verwarring: uit de third-party review van die technische-haalbaarheidsstudie zou voortkomen wat die vier kerncentrales zouden kosten. Wanneer krijgen we die?
Minister Hermans:
Voorzitter, even om verwarring te voorkomen, want dat moeten we niet hebben: de technische-haalbaarheidsstudies en de review worden nu afgerond. Die vormen de basis voor de voortgangsbrief; die komt er uiterlijk in mei. Ik probeer daar eind april of begin mei mee te komen. In die technische-haalbaarheidsstudie zit waarschijnlijk een bandbreedte qua kosten. Die worden daarmee ook openbaar. De verdere vormgeving en de uitwerking van de deelneming zitten daar niet in; die komen in een aparte brief.
De voorzitter:
Die noteren we dan ook.
Dank u allen. Hiermee sluit ik de vergadering. U kunt allen vertrekken.