97e vergadering, woensdag 18 juni 2025
Opening
Voorzitter: Tielen
Aanwezig zijn 140 leden der Kamer, te weten:
Aardema, Aartsen, Van Baarle, Bamenga, Baudet, Becker, Beckerman, Bevers, Bikker, Bikkers, Blaauw, Bontenbal, Boomsma, Boon, Van den Born, Boswijk, Boutkan, Bromet, Bruyning, Buijsse, Van der Burg, Bushoff, Van Campen, Ceder, Chakor, Claassen, Crijns, Dassen, Deen, Tony van Dijck, Dijk, Diederik van Dijk, Inge van Dijk, Olger van Dijk, Dobbe, Dral, Eerdmans, Van Eijk, Ergin, Erkens, Esser, Faddegon, Flach, GabriĆ«ls, Graus, Grinwis, Peter de Groot, Haage, Van Haasen, Heite, Heutink, Hirsch, Van der Hoeff, Holman, De Hoop, Van Houwelingen, Idsinga, DaniĆ«lle Jansen, Jetten, Joseph, Kahraman, Kathmann, Van Kent, Kisteman, Klaver, Koops, Kops, De Kort, De Korte, KostiÄ, Kouwenhoven, Krƶger, Krul, Lahlah, Van der Lee, Markuszower, Martens-America, Van Meijeren, Meulenkamp, Michon-Derkzen, Mohandis, Mooiman, Edgar Mulder, Mutluer, Nijhof-Leeuw, Van Nispen, Nordkamp, Oostenbrink, Paternotte, Patijn, Paulusma, Pierik, Pijpelink, Piri, Van der Plas, Podt, Pool, Postma, Rajkowski, Ram, Rep, Richardson, Rikkers-Oosterkamp, Rooderkerk, De Roon, Saris, Six Dijkstra, Slagt-Tichelman, Smitskam, Sneller, Soepboer, Stoffer, Stultiens, Thiadens, Thijssen, Tielen, Timmermans, Tseggai, Uppelschoten, Valize, Vedder, Van der Velde, Veltman, Verkuijlen, Vermeer, Vijlbrief, Vlottes, Vondeling, De Vree, Aukje de Vries, Van Vroonhoven, Van Waveren, Van der Werf, Westerveld, White, Wijen-Nass, Wilders, Wingelaar, YeÅilgƶz-Zegerius en Van Zanten.
en de heer Heinen, minister van Financiƫn, minister van Economische Zaken, de heer Van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, viceminister-president, de heer Van Oostenbruggen, staatssecretaris Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane, en de heer Schoof, minister-president, minister van Algemene Zaken.
De voorzitter:
Goedemorgen allemaal. Het is woensdag 18 juni en ik open de vergadering van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Mededelingen
Mededelingen
Mededelingen
Termijn inbreng
De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Informele Raad voor Toerisme. Ik heet de minister van Financiƫn, de heer Heinen, van harte welkom. Hij voert als waarnemend minister van Economische Zaken dit debat met ons. En "ons", dat zijn in dit geval de heer Thijssen namens de fractie van GroenLinks-PvdA en mevrouw Martens-America namens de fractie van de VVD. De heer Thijssen heeft dit debat aangevraagd en ik geef hem als eerste het woord in dit tweeminutendebat.
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Ik wilde de waarnemend minister van EZ dit tweeminutendebat niet ontzeggen, dus toen moesten we het maar door laten gaan.
Voorzitter. Serieuzer: klimaatverandering. In alle sectoren daalt de CO2-vervuiling maar bij het toerisme stijgt die. Dat gaat een keer fout, met gevolgen voor honderdduizenden banen en miljarden euro's omzet. Er liggen plannen, maar die werken dus niet. Het dilemma is natuurlijk, zoals altijd, dat als Nederland te snel gaat, dat dan een concurrentienadeel oplevert tegenover de andere lidstaten.
Het is daarom goed dat de minister naar de Raad gaat. Is de minister het met GroenLinks-PvdA eens dat de lidstaten elkaar op deze manier gevangen houden? En is de minister het met mij eens dat, als de klimaatcrisis op deze manier inderdaad groter wordt, minstens even belangrijk, de sector met al deze banen niet toekomstbestendig is? Het is goed dat het kabinet de bevindingen uit het onderzoek Envision 2030, dat concludeert dat het toerisme prima kan groeien, mits het aantal gevlogen kilometers afneemt, gaat inbrengen bij de Raad en de Raad dus wil aansporen op effectieve gezamenlijke actie. Immers, de Glasgowverklaring stelt dat in 2030 ā dat is al over vijf jaar ā de uitstoot gehalveerd moet zijn.
Welke concrete additionele actie wil de minister dat de Raad gaat ondernemen? De huidige plannen zijn immers onvoldoende en de antwoorden van de minister zijn van stuitende vrijblijvendheid, met niet eens een inspanningsverplichting. In de beantwoording zegt de minister niets over de uitstoot van cruisereizen. Hoe gaat hij die sector toekomstbestendig maken? Tot slot zegt de minister in zijn antwoord op mijn vraag over een verbod op fossiele reclames dat daarvan nog de juridische haken en ogen moeten worden uitgezocht. Maar ondertussen weten we dat de gemeente Den Haag zo'n verbod heeft en dat dit ook stand heeft gehouden bij de rechter. Waarom kan de minister dit dan niet gewoon doen? Ik hoop dat daar een toezegging op kan komen, maar voor de zekerheid dien ik toch ook maar een motie hierover in.
De voorzitter:
Voordat u dat doet, is er een interruptie van mevrouw Martens-America.
Mevrouw Martens-America (VVD):
We willen de minister deze leuke interruptiedebatten natuurlijk niet onthouden. Toch even een vraag. De heer Thijssen en ik hebben veel werkbezoeken gedaan, ook de afgelopen tijd, en volgens mij maakt de heer Thijssen zich net als de VVD zorgen over de rol van ons eigen continent tussen China en de macht van de VS in. Als wij nu in Europa zeggen dat het vliegverkeer minder moet en dat die hubs minder moeten, hoe ziet de heer Thijssen dan de rol van Europa tussen China en de VS in?
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Zoals de heer Draghi zegt ā en ik ben dat wel met hem eens, ook op basis van de werkbezoeken die wij hebben gedaan ā strijdt de Europese economie een langzame doodstrijd en hebben we echt werk te verrichten om die economie toekomstbestendig te maken. Een van de belangrijkste aanbevelingen die Draghi heeft gedaan, is dat wij moeten overschakelen op schone technologie en schone energie, want dan daalt de energieprijs. In de schone technologie kunnen wij de concurrentie met China en de VS aan. Hij zegt niets over vliegreizen. Hij zegt niet "als we maar het continent rond kunnen blijven vliegen, dan kunnen we de concurrentiestrijd winnen van China en Amerika".
Ik vraag de minister overigens niet om vliegen te verbieden. Ik vraag hem om fossiele reclames te verbieden. Dat is ook gedaan door de gemeente Den Haag, zodat die sector mensen niet gek kan maken door te suggereren dat ze moeten gaan vliegen om gelukkig te worden, om meer geld naar vliegreizen te laten gaan. We moeten nadenken over hoe je op een fijne manier vakantie kunt hebben zonder dat er eindeloos wordt gevlogen.
Mevrouw Martens-America (VVD):
Als liberaal geloof ik dat de mens zelf mag bepalen waar hij of zij gelukkig van wordt, dus daar is volgens mij de overheid niet voor nodig. Maar de vraag blijft natuurlijk staan. Ja, de heer Draghi schrijft natuurlijk niets over vliegen, maar het verschil tussen GroenLinks-PvdA en de VVD is dat wij inzien dat deze sector een overgangsfase nodig heeft, dat je niet nu kan zeggen: we stoppen met vliegen, we laten de hubfunctie die Amsterdam heeft, en die voor enorm veel banen zorgt in de regio, verdwijnen, omdat wij nu vinden dat er geen fossiele reclames meer mogen worden gemaakt. Is de heer Thijssen het dan niet toch eens met de VVD dat je niet het kind met het badwater moet weggooien en dat we eerst moeten zorgen dat die duurzame economie van de grond komt, voordat we gaan zeggen: wij willen die hubfunctie niet meer? Want dat is natuurlijk wel wat er gaat gebeuren.
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Ik wil toch nog heel even reageren op de liberale waarden van mevrouw Martens. Ik zeg niet dat mensen niet meer mogen kiezen. Ik zeg dat bedrijven er niet miljarden tegenaan moeten gooien om het gedrag van heel veel mensen te gaan bepalen. Dat is waar ik een verbod op vraag. Ik vraag een verbod op fossiele reclames, zodat mensen zelf kunnen bepalen hoe ze op een zo'n fijn mogelijke manier hun vakantie willen vieren, zonder dat dat aangejaagd wordt door een industrie die het klimaat vervuilt en daarmee probeert winst te maken.
Dan de vraag over de hubfunctie van het vliegen. Vliegen heeft uiteraard een functie in onze economie. Daarom stel ik ook niet voor dat die functie moet verdwijnen. Ik zeg wel dat we met z'n allen een heel erg groot klimaatprobleem hebben. Als we dat niet beteugeld krijgen, dan hebben we pas een heel groot economisch probleem. Daar moet de luchtvaartsector gewoon in mee. Alle sectoren hebben dat door en daardoor daalt de CO2-emissie. Die daalt niet genoeg; daar kunnen we het ook over hebben. Maar bij de luchtvaartsector stijgt die emissie, dus vraag ik van deze minister het volgende. Zes jaar geleden zijn er al afspraken gemaakt. Ondertussen zie ik nog steeds niet dat die CO2-vervuiling daalt. Er moet nu eens actie ondernomen worden, zodat die CO2-vervuiling op langere termijn echt naar beneden gaat.
De voorzitter:
We gaan verder. U heeft elf seconden voor uw motie.
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
OkƩ.
Ik hoorde dat u zei "gemeente Amsterdam", maar in uw betoog had u het over Den Haag. Misschien moet u dus nog even naar de motie kijken. Goed, we gaan verder naar de volgende spreker. Dat is mevrouw Martens-America. O, zij had zich voor nul minuten ingeschreven en we hebben al wel naar haar kunnen luisteren, dus dat is mooi. Ik kijk even naar de minister. We schorsen twee minuutjes. Daarna is de termijn van de minister. Tot zo.
De voorzitter:
Ik hervat het tweeminutendebat over de Informele Raad voor Toerisme. Ik geef het woord aan minister Heinen.
Termijn antwoord
Minister Heinen:
Dank aan de heer Thijssen dat dit tweeminutendebat is aangevraagd. Daardoor kan ik deze snuffelstage plenair afronden. Ik heb erg genoten van deze tijdelijke functie. Ik zeg er gelijk bij dat alles wat ik hier toezeg natuurlijk voor mijn opvolger is.
Dan ga ik naar de vragen van de heer Thijssen. Hij had een aantal vragen, die ik ook begrijp, maar laat me daar het volgende over zeggen. In de eerste plaats was er een vraag of ik het met de heer Thijssen eens ben dat we, zoals hij eigenlijk in een meer retorische zin zegt, elkaar gevangenhouden en de klimaatcrisis daarmee vergroten. Daar ben ik het niet mee eens. Het klopt dat het terugdringen van emissies natuurlijk belangrijk is. Dat is een doel dat hier niet ter discussie staat. Terugdringen van emissies kan door gebruik te maken van bijvoorbeeld andere vervoersmiddelen. Daar wordt natuurlijk al op ingezet. Ik zie ook vaak intrinsieke motivaties van mensen die andere vervoersmiddelen kiezen, al is het natuurlijk lastig om met de trein naar een eiland ver weg te gaan. Terugdringen van emissies kan ook door verduurzaming van de schepen en de luchtvaart. Bedrijven doen al veel op dit gebied. Bedrijven bieden duurzame opties aan. Het is dus niet zo dat de sector niet toekomstbestendig is. De sector is ermee bezig. Meer generiek werken we natuurlijk aan klimaatbeleid om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Daar is mijn collega, minister Hermans, druk mee bezig.
In het verlengde daarvan had de heer Thijssen ook een vraag over de bevindingen van Envision 2030. Hij zei dat het goed is dat het wordt onderzocht, maar vroeg of het kabinet dat ook kan inbrengen bij de Raad. Dat zal ik of mijn opvolger ook doen. De groei van de CO2-uitstoot is natuurlijk een probleem. Ook de Europese Commissie erkent dat. Er is zeker ruimte om duurzame mobiliteit te agenderen, dus ik zal dat doorgeleiden naar mijn opvolger, zodat die dat ook in de Raad kan bespreken.
Voorzitter. De heer Thijssen had de vraag, ook weer in het verlengde hiervan, hoe de minister het cruisetoerisme toekomstbestendig wil maken. Er zijn al wat initiatieven. Meer specifiek: vanuit het Klimaatfonds zijn middelen beschikbaar gesteld voor bijvoorbeeld walstroom, om de uitstoot als het schip aangemeerd is terug te dringen. Tegelijkertijd, wanneer het gaat over het terugdringen van broeikasgassen, moeten we echt kijken naar generiek beleid. Ook als econoom pleit ik er zeer voor dat je bijvoorbeeld de scheepvaart onder het ETS, het Emissions Trading System, brengt. Het ETS is wereldwijd een enorm succes. Dat leidt ertoe dat broeikasgassen gereduceerd worden. Maar daar sturen we generiek op, en niet specifiek op sectoren.
Dan kom ik bij de motie. Maar er zat eigenlijk nog een vraag voor, want de heer Thijssen vroeg of het kabinet alvast werk kan maken van een verbod op fossiele reclame. Hij wees naar een voorbeeld op lokaal niveau ā dat was inderdaad in Den Haag ā waarin een verbod standhield. Ik moet er wel bij zeggen dat deze uitspraak een kort geding betrof. Het ging ook over een lokaal verbod, dus we kunnen hieruit nog geen conclusies trekken over wat het betekent voor nationaal beleid. Maar los daarvan moet ik er wel bij zeggen dat ik geen voorstander ben van het verbieden van reclames voor specifieke sectoren. Ik denk dat je dan het verkeerde beleid voert, want het volgende is dat je vleesreclames gaat verbieden en dan krijg je verbod na verbod na verbod, terwijl het doel het reduceren van broeikasgassen is. Daar maak je dus generiek beleid voor. We zien ook dat het lukt om die broeikasgassen te verminderen en dat is volgens mij ook iets om trots op te zijn, maar ik denk niet dat reclame verbieden werkt. Daarmee heb ik ook gelijk de toelichting gegeven waarom ik de motie van de heer Thijssen ontraad.
De voorzitter:
Dat roept een vraag op bij de heer Thijssen.
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Ja, één vraag. Jammer dat de motie wordt ontraden. Het is wel goed dat deze VVD-minister zegt dat CO2 echt een probleem is en dat die doelen blijven bestaan; dat is denk ik heel belangrijk. Het is ook goed dat hij die studie, de Envision 2030, in gaat brengen bij de Raad en gaat zeggen dat toerisme echt wel kan groeien, maar dat als de vliegkilometers afnemen ook de CO2 misschien naar beneden kan. Ik hoor alleen geen enkele concrete maatregel. Op mijn voorstel voor een verbod op fossiele reclame zegt de minister: nee. Al het beleid dat er nu is ⦠Er wordt veel gedaan, maar emissies stijgen. Mijn vraag was dan ook: wat gaat de minister nou aan concrete additionele actie vragen of voorstellen in de Raad?
Minister Heinen:
Laat ik eerst met het positieve beginnen: ik ben verheugd om te horen dat de heer Thijssen zegt dat hij wil dat we kijken naar hoe specifieke economische sectoren kunnen groeien en tegelijkertijd kunnen kijken hoe we de uitstoot van broeikasgassen kunnen verminderen. Ik denk dat als we op die manier naar de problematiek kijken met elkaar in dit parlement, we echt ergens gaan komen. In het verleden is ook weleens gepleit om te krimpen als economische groei. Ik denk juist dat als wij streven ā niet de heer Thijssen, maar meer in algemene zin ā naar economische groei en tegelijkertijd kijken of wij de broeikasgassen kunnen verminderen, wij dan echt het pad voorwaarts hebben gevonden met elkaar.
Dan vraagt de heer Thijssen specifiek om met concrete maatregelen te komen. Ik wijs erop dat mijn snuffelstage morgen ten einde komt, dus als de heer Thijssen het goedvindt zal ik dit doorgeleiden naar mijn opvolger. Ik zal hem vragen om, als dit nodig is, u nog vóór de Raad te informeren over de acties die hij dan inbrengt in de Raad om precies dit doel te bereiken, namelijk een duurzame sector die wel kan groeien en tegelijkertijd de uitstoot van broeikasgassen kan verminderen.
De voorzitter:
Dank u wel.
De motie op stuk nr. 674 is ontraden.
De voorzitter:
Over de motie zal vanmiddag nog worden gestemd ⦠Is dat zo? Ik ben even in verwarring. Daarover wordt morgenmiddag gestemd. Dat was mijn verwarring, excuses daarvoor. Over de ingediende motie zal morgen worden gestemd.
Dank aan de leden. Ik schors even kort, want dan gaan we door met een ander debat.
Termijn inbreng
De voorzitter:
Ik hervat de plenaire vergadering van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van woensdag 18 juni 2025. Aan de orde is het debat over de Voorjaarsnota. Dat betekent dat wij het debat doen in begrotingsvolgorde, zoals dat heet, dus eerst de grootste ... O nee, we doen het op volgorde van grootte van een fractie; ik kijk niet goed. Dat betekent dat we zo beginnen met de bijdrage van de PVV en dat we vervolgens het hele pad aflopen. Nee, we doen het toch in begrotingsvolgorde; jongens, jongens. Eerst de grootste oppositiepartij. Ik weet dat de PVV zich die positie graag toedicht, maar dat is niet zo, meneer Van Dijck. Ik geef zo het woord aan de grootste oppositiepartij en daarna aan de grootste coalitiepartij en zo werken we de lijst af. Ik had het volgende bedacht. Let u alstublieft even op, leden. Ik moet beide bewindspersonen ook nog welkom weten. Ik had het volgende bedacht: zes interrupties in de eerste termijn van de Kamer en zes in de eerste termijn van het kabinet. We gaan proberen of u dat zelf kunt verdelen. Als u liever tien interrupties op Kamerleden heeft dan zes op het kabinet, dan kan dat. Maar in totaal krijgt u dus twaalf interrupties in de eerste termijn. U kent mij een beetje: ik ben streng op de lengte. Als het te lang duurt, dan tel ik ze gewoon dubbel.
Zo gaan we het doen. Ik zie geen bezwaren; da's mooi. Een hartelijk welkom aan de minister van Financiƫn, minister Heinen, en aan de staatssecretaris Fiscaliteit, meneer Van Oostenbruggen. We gaan beginnen met de bijdrage van de GroenLinks-PvdA-fractie, de grootste oppositiepartij, bij monde van de heer Van der Lee.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Mag ik de voorzitter nog ƩƩn vraag stellen? Wat is te lang?
De voorzitter:
De echte Voorzitter, die zich liet verontschuldigen, zegt dat dat 45 seconden is. Ik ga niet tot op de milliseconde kijken, maar u weet het best, meneer Van der Lee. Doe uw best.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. In een zeer wanordelijk proces voorafgaand aan de Voorjaarsnota kwam de al heel wankele rechtse coalitie tot een tijdelijk politiek overlevingspakket. Bewindslieden werden gereduceerd tot stempelmachines. Het oplossen van grote maatschappelijke vraagstukken rond woningtekort, stikstof, klimaat en veiligheid werd driftig vooruitgeschoven, en met wat strooigoed betaald uit eigen zak probeerde men de grote onvrede onder de burgers van dit land af te kopen. Het nettoresultaat is nog meer stilstand, want er wordt geen enkele betekenisvolle vooruitgang geboekt.
De hele voorjaarsonderhandeling bleek niet meer dan een farce te zijn, waarbij het vooral ieder voor zich was en vandaag ver boven morgen werd gesteld. De verzwakte coalitiepartijen maken weliswaar goede sier met extra geld voor Defensie, geld dat Defensie eigenlijk al had, maar weet nog niet hoe de hoge NAVO-norm van 3,5% gefinancierd moet worden. Daar is een nieuw kabinet voor nodig. Dat nieuwe kabinet is ook nodig voor de noodzakelijke doorbraken op dossiers zoals stikstof, klimaat en de beschikbaarheid Ʃn betaalbaarheid van woningen. Dat laatste vraagstuk knelt des te meer nu in reactie op de vlucht van Wilders het minderheidskabinet vrijwel direct de huurbevriezing en boodschappenbonus heeft geschrapt.
De rekening van de overige plannen gaat naar de middenklasse, het onderwijs en de zorg. Mensen met een gewoon inkomen gaan meer belasting betalen. Per saldo betekent de Voorjaarsnota een lastenverzwaring voor burgers van netto 400 miljoen euro in de komende vier jaar, terwijl de belastingverlaging voor bedrijven over diezelfde periode 1,6 miljard is. Wederom wordt de burger dus bedonderd. Snapt dit kabinet niet dat het gat tussen de winst en de arbeidsinkomensquote al te groot is? Of wil de minister dit gat bewust nog verder vergroten?
Ook superpijnlijk is dat er vanwege tegenvallers op de SZW-begroting gekort wordt op de aanpak van problematische schulden van mensen die totaal in de knel zitten. Zeer kwalijk is ook de ingreep in het budget voor de meest kwetsbare leerlingen. Hoezo gelijke kansen? Hoezo heeft de jeugd onder dit beleid de toekomst? Kwetsbare jongeren die jeugdzorg nodig hebben ā als ze die überhaupt al krijgen ā worden vervolgens ook nog geconfronteerd met een rekening, met een forse eigen bijdrage. Wil het kabinet een streep zetten door deze asociale voornemens?
Het is zonneklaar: PVV, VVD, NSC en BBB waren en zijn niet in staat om echte oplossingen te bieden voor de grote problemen in dit land. GroenLinks-PvdA heeft die oplossingen wel. Onze oplossingen vereisen echter wel dat een nieuw kabinet wordt geformeerd, want wij willen en zullen heel veel andere keuzes maken.
In dit debat wil ik de nadruk leggen op twee speerpunten: de betaalbaarheid van wonen en huren en het schrappen van de bezuiniging op het onderwijs. Over zorg kunnen we na Prinsjesdag nog flink met elkaar in debat gaan. De minister zegt in zijn brief dat hij de motie van de SP, die met onze steun is aangenomen, niet uitvoert. Nou, dat zullen we zien. Maar die motie is aangenomen, en daar komen we na Prinsjesdag op terug.
Ik ga in op wonen en de woonkosten. Door de val van dit kabinet en de direct daarop volgende inperking van de huurbevriezing staan huurders in de kou. Zij worden immers geconfronteerd met recordhuurstijgingen en krijgen geen compensatie. Daarom willen wij dat huurders die alsnog krijgen. Het motto is "belofte maakt schuld", en daarom willen wij dat er wƩl extra compensatie komt via een hogere huurtoeslag. Dat kan helaas pas per 1 juli 2026. Tegelijkertijd geldt dat de dekking die wij daarvoor willen inzetten, ook pas mogelijk is per 1 juli 2026. Ik heb ook gezien dat de ingreep om de bevriezing ongedaan te maken, heeft geleid tot een gat op de begroting van deze minister van een half miljard. Beide zouden gefinancierd kunnen worden door het inperken van de landbouwvrijstelling, een totaal ondoelmatige regeling. In tweede termijn zal ik dit in een motie voorstellen.
Ook de anti-onderwijscoalitie is gevallen. De christelijke partijen voelden zich, denk ik, genaaid ā misschien is het onparlementair om het zo te zeggen ā want zij hebben eerst een deal gesloten en worden vervolgens alsnog geconfronteerd met een extra half miljard aan bezuinigingen in de Voorjaarsnota. Lekker onderhandelen met deze ex-coalitie. Ik denk dat ze daar spijt van hebben. Maar goed, dat hoor ik straks.
Wij waren, zijn en blijven tegen de totale bezuiniging op onderwijs, want die brengt schade toe, juist aan de meest kwetsbare leerlingen. Vandaag wordt voor de deur nog deze actie gevoerd: u kunt zien wat op de flyer staat. We hebben op dit vlak een amendement ingediend. Het is goed gedekt en kent een aantal lastenverzwaringen op ondoelmatige regelingen. Ik hoop dat de minister het oordeel daarover aan de Kamer laat, want hij vertegenwoordigt een kabinet in demissionaire status, en wij vinden het cruciaal dat het onderwijs versterkt wordt in plaats van verarmd, zoals met dit beleid wordt beoogd.
En ik heb nog drie andere punten. De koppeling van het budget voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking ...
De voorzitter:
Voor u aan die drie punten begint, geef ik het woord aan mevrouw Aukje de Vries voor een interruptie.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ja, want ik heb natuurlijk het amendement gelezen. Ik moet eerlijk zeggen: zo kennen we de GroenLinks-PvdA-fractie weer. De partij die staat te juichen ...
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
U vindt ons consistent. Fijn!
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
De partij die staat te juichen als bedrijven uit het land vertrekken. En dit is denk ik ook wat Nederland te wachten staat als GroenLinks-PvdA de grootste partij wordt. Maar de vraag is wel: de dekking komt bij het bedrijfsleven vandaan. U heeft dat kunstje al eerder geflikt bij de vorige kabinetsval. De bedrijven werden in onzekerheid gedompeld. Nu gaat u nog een keertje verder. De vraag is wel: al die mensen voor het onderwijs, waar u nu voor pleit, waar moeten die straks een baan hebben? Waar moeten die straks werken? Want al die bedrijven zijn onzeker, gaan Nederland verlaten, en die banen gaan op de tocht staan.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Ja, dit is weer de bekende VVD-riedel waarin ze de lobby van het bedrijfsleven klakkeloos napraten, terwijl de feiten gewoon anders zijn. Ik noemde al de winstquote; die is alleen maar gestegen, ten koste van wat mensen verdienen door noeste arbeid. Bovendien, een van deze maatregelen komt letterlijk uit het VVD-verkiezingsprogramma, het doorgerekende VVD-verkiezingsprogramma. Dit zijn hele fatsoenlijke dekkingen. Er wordt goed verdiend in het Nederlandse bedrijfsleven. Alleen zien we ā dat doet deze Voorjaarsnota ook weer ā dat de lasten verzwaard worden voor gewone burgers en verlicht worden voor het bedrijfsleven. Nou, dat vinden wij een verkeerde keus. En wij zijn heel consistent. Wij hebben deze dekking ook al het afgelopen jaar aangegeven, toen we bij Prinsjesdag over deze bezuiniging spraken en de noodzaak om die van tafel te halen; dus wij herhalen die voorstellen. En uit de doorrekening van ons vorige programma kwam er, ondanks die lastenverzwaringen, een prima beeld.
De voorzitter:
Mevrouw De Vries, in tweede instantie.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Mijn vraag wordt niet beantwoord waar die mensen dan straks allemaal moeten gaan werken. Maar zo kennen we GroenLinks-PvdA ook. Kijk, gisteren is het debat geweest over defensie. Volgens mij was de enige oplossing die GroenLinks-PvdA daar had om ook daarvoor de rekening bij het bedrijfsleven neer te leggen, door een of andere "solidariteitsheffing voor de veiligheid" of iets dergelijks. Komt dit daar nog bovenop? Of zegt u: nee, we gaan daar weer andere keuzes voor maken?
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Het is niet juist dat dat de enige dekking is. Bovendien is er ook nog een verschil met de bijdrage die we vragen van het Nederlandse bedrijfsleven, dat het toch ook belangrijk zal vinden om in een veilige omgeving actief te zijn. Overigens, bij ons, in ons doorgerekende verkiezingsprogramma, steeg de werkgelegenheid ā zeg ik er maar even bij. Maar de solidariteitsheffing is breder; die gaat ook naar mensen, gewone burgers die rijk zijn en zich een zich een extra bijdrage kunnen veroorloven. Daarnaast ā en dat is een twistpunt met de VVD ā vinden wij dat er op dit moment wel degelijk meer geld geleend kan worden. Daar is ook een Europese afspraak over gemaakt. En daar komt nog bij ā die discussie moet ik er misschien niet bij slepen, maar dat doe ik lekker toch ā dat het cruciaal is dat alle lidstaten in een vergelijkbaar tempo die defensie-uitgaven verhogen. Er zijn lidstaten die nu al niet die 2% halen en al een schuld hebben van boven de 100%, dus dan heb je ook eurobonds nodig, ook in de vorm van gezamenlijk lenen voor giften. Wij kijken gewoon anders dan de VVD tegen de financiering van deze grote opgaven aan. Maar de karikatuur dat het "alleen maar weer ten koste van het bedrijfsleven gaat", slaat dus nergens op.
De voorzitter:
Mevrouw De Vries, in laatste instantie op dit punt.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Nou, dat weet ik nog niet, voorzitter. Zo kennen we echt de GroenLinks-PvdA wel: lasten bij het bedrijfsleven verhogen en dan ook nog eens een keer de rekening gaan doorschuiven. Maar de vraag is wel: heeft u wat geleerd van het vorige amendement? Er is toen een heel grote reactie geweest in het bedrijfsleven. Bedrijven zeiden: wij kunnen het hier niet meer volhouden. U kunt wel nee lopen schudden, maar dat is gewoon wel het geval. U heeft die reactie gezien: de onzekerheid; de gevolgen voor ons investeringsklimaat; de gevolgen voor ons vestigingsklimaat. Wat heeft u geleerd van de vorige keer?
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Nou, wat ik geleerd heb ā dat is een les die ik al vele jaren in de politiek meedraag; volgens mij al 27 jaar ā is dat ik dat dreigement van bedrijven al 27 jaar hoor bij iedere maatregel die hun onwelgevallig is. Ik kijk gewoon naar de cijfers en zie gewoon dat er goed verdiend wordt in Nederland en dat de winsten gestegen zijn, ook in verhouding tot wat mensen verdienen uit arbeid. En de werkloosheid is ook laag in Nederland. Dus het zijn allemaal dreigementen. Ik koop niks voor dreigementen. Ondertussen betalen gewone mensen de rekening en worden ze voortdurend door de VVD bedonderd, die roept dat ze opkomt voor de middenklasse. De feiten zijn anders. Ook deze Voorjaarsnota weer: de lasten worden verzwaard voor de middenklasse en verlicht voor de bedrijven. Dat is niet de keuze waar GroenLinks-PvdA voor staat. Daar zal deze campagne over gaan. We zullen zien, na 29 oktober, wie het gelijk aan zijn zijde zal hebben.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Tot slot, voorzitter. U zegt dat het een dreigement is. Er zijn hoofdkantoren vertrokken. Je weet dat je, als de beslissingen hier niet meer worden genomen, gewoon op achterstand raakt. De GroenLinks-PvdA-fractie kiest hier weer voor lastenverzwaring, maakt het de bedrijven moeilijk, zorgt dat de banen op de tocht komen te staan en schuift de rekening ook nog eens door naar de toekomst door maar te zeggen: we laten het tekort wel oplopen. Zo kennen wij GroenLinks-PvdA, en dat is wat we krijgen als u de grootste partij zou worden. Wij zullen er alles aan doen om ervoor te zorgen dat dat niet gebeurt.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Wat betreft het frame dat bedrijven zouden vertrekken: die hoofdkantoren zijn vertrokken. Bij Shell en Unilever gebeurde dit vanwege de dubbele-aandelenstructuur en vanwege het feit dat het management al jarenlang liever in Londen zat dan in Nederland. Dat is gewoon onomstreden. Je kunt het ook nalezen in boeken. Lees het boek van Jeroen Smit over Unilever, Het grote gevecht. DSM is vertrokken, maar waarom? Omdat het een Zwitsers bedrijf heeft overgenomen en in de onderhandelingen akkoord is gegaan met het verplaatsen van het hoofdkantoor. Dat had niets te maken met het fiscale klimaat in Nederland. Het idee dat het vestigingsklimaat in Nederland louter en alleen bepaald wordt door fiscaliteit is ook onzin. Men wil hier zitten, omdat we de gateway to Europe zijn, een uitstekende infrastructuur hebben, een van de meest interconnected digitale landen ter wereld zijn, een hoogopgeleide bevolking hebben en een prettige samenleving hebben, omdat we daar collectief in investeren. Dat zijn redenen waarom men in Nederland wil investeren.
De heer Flach (SGP):
De heer Van der Lee lijkt namens GroenLinks-PvdA tegen het bedrijfsleven te zeggen: gaat u vooral rustig slapen; u dreigt al 27 jaar, maar u heeft het hier beter dan waar ook ter wereld. En toch zien we bedrijven vertrekken uit de Rotterdamse haven. Dat zijn gewoon de feiten. Daar hebben we de laatste tijd behoorlijk wat berichten over gezien. Dat heeft te maken met een combinatie van een aantal factoren, die volgens mij echt heel gevaarlijk is voor de stand van onze economie. Dat heeft te maken met een gebrek aan voldoende goed opgeleide vakkrachten, hoge duurzaamheidseisen en zeer onvoorspelbare, wispelturige belastingen. GroenLinks-PvdA kan toch niet de ogen blijven sluiten voor dat gevaar en zeggen: de lasten kunnen nog wel verder verhoogd worden voor het bedrijfsleven en we zien wel wat er dan gebeurt? Dat is toch een gevaar dat we met elkaar onder ogen moeten zien? De banen komen dan echt op de tocht te staan.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Uw analyse klopt gewoon niet. Kapitalisme is creatieve destructie. Je ziet in iedere markt dat nieuwe spelers opstaan, dat overproductie kan plaatsvinden in bepaalde markten. Je ziet bijvoorbeeld dat er wereldwijd een overproductie van hoogovens is. Dat gaat ergens betekenen dat hoogovens moeten sluiten. Het is echt niet zo dat louter het overheidsbeleid maakt en bepaalt of bedrijven in een land wel of niet investeren. Dat is gewoon marktwerking. Dat hoor ik helemaal niet in uw analyse. Ik vind dat heel vreemd, juist van de SGP, die het kapitalisme altijd in brede zin omarmt. Marktwerking leidt soms tot de keuze van bedrijven om te stoppen met een activiteit of die te plaatsen op een plek waar ze vanuit hun kostenstructuur denken dat er meer toekomst in zit. Soms profiteren wij daarvan. Zo zijn na de brexit bedrijven overgekomen uit Groot-Brittanniƫ. Er zijn ook bedrijven uit andere delen van Europa, zelfs andere delen van de wereld, die in de gateway to Europe, Nederland, actief willen zijn. Dat is gewoon economie.
De heer Flach (SGP):
Dit is toch wel bijzonder. Kennelijk is de boodschap die de heer Van der Lee namens GroenLinks-PvdA geeft aan al die duizenden mensen die werken bij Tata Steel, de oude Hoogovens, of andere bedrijven: uw baan zal er op termijn aangaan, maar dat is nu eenmaal economie; dat is nu eenmaal zo. Maar ik sprak de heer Van der Lee niet aan op marktwerking ā¦
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
U luistert niet. U luistert gewoon niet.
De voorzitter:
Meneer Flach is aan het woord.
De heer Flach (SGP):
Ik sprak de heer Van der Lee niet aan op marktwerking, ik sprak hem aan op overheidskeuzes die we maken. Die zijn onvoorspelbaar. Die bepalen op dit moment of bedrijven blijven of weggaan. Marktwerking is van alle tijden, maar wij maken hier als overheid keuzes die ervoor zorgen dat bedrijven massaal de grens over willen.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Ja, maar dat zijn keuzes op terreinen als verduurzaming en de transitie, waarop een jojobeleid wordt gevoerd, ook onder invloed van rechtse partijen, die niet consistent Nederland en Europa op een duurzame koers willen zetten. Dat zijn echt langetermijntrajecten. Daar moet je consistent in zijn. In het fiscale beleid is het normaal en logisch dat je soms aanpassingen doet in tarieven of in ondoelmatige regelingen. Dat lijkt mij fatsoenlijke politiek.
De heer Flach (SGP):
Dit zijn algemeenheden. Daar kunnen we niks mee. Het gaat om realistisch duurzaamheidsbeleid. Dat zie ik juist niet terug bij GroenLinks-PvdA. Als er duurzaamheidseisen worden opgelegd op het gebied van waterstof, terwijl die waterstof er helemaal niet is, jaag je bedrijven de grens over. Ik denk dat het hoog tijd is voor een ondernemersakkoord, waarbij we over politieke lijnen heen voor de komende tien jaar gewoon zekerheid gaan geven aan bedrijven, en niet voortdurend maar aan die makkelijke knop van belastingverhoging draaien. Het gaat erom dat we afspreken wat we daar als overheid dan voor terug gaan doen. Gaan we de netcongestie dan oplossen? Gaan we dan vakkrachten opleiden enzovoorts? Het wordt tijd voor een eerlijke, betrouwbare overheid voor de ondernemers, in plaats van dat ze gebruikt worden als melkkoe, net zolang tot ze uitgemergeld de grens over gaan.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Op ƩƩn punt naderen we elkaar. U noemt het geloof ik een werkgeversakkoord en wij noemen het een loonakkoord, een Wassenaar 2.0. Wij zijn ook bereid om als overheid bepaalde afspraken te maken en bepaalde investeringen te doen, in ruil voor een aantal stappen die het bedrijfsleven moet zetten. Maar wat ik zie gebeuren de afgelopen jaren, is dat de lasten voor het bedrijfsleven alleen maar verlaagd worden en die voor de burgers verhoogd worden, elke keer met dezelfde riedel. Ik denk dat dat niet de route is waarmee we verder komen met Nederland.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Het is duidelijk weer campagnetijd. GroenLinks-PvdA sorteert voor op afschrikwekkende lastenverhogingen op het gebied van vermogen en op het gebied van bedrijven. Meneer Van der Lee wimpelt dit richting collega Flach af en weg, maar feit is dat al bij de vorige doorrekening ā toen lag er nog niet een enorme opgave voor Defensie ā het CPB bij de enorme verhoging van de vermogensbelasting door GroenLinks-PvdA, bij die enorme percentages die GroenLinks-PvdA opschreef, fijntjes opmerkte: door grondslagversmalling zal de opbrengst minder zijn dan ex-ante, dus initieel, door GroenLinks-PvdA werd ingecalculeerd. Een ander voorbeeld is de CO2-boekhouding. Die was bij GroenLinks-PvdA zogenaamd fantastisch op orde; nationaal haalde GroenLinks-PvdA fantastische resultaten. Maar keek je onderaan de streep, netto, naar wat het voor de wereld opleverde, dan moest je constateren dat GroenLinks-PvdA een emissie-imperialist was die heel veel uitstoot buiten de grenzen organiseerde. Dat zijn de gevolgen als je te veel lastenverzwaringen doet op het gebied van de vpb en het vermogen, maar ook als het gaat om het aanscherpen van milieuregels en klimaatbeleid, omdat we hier nou eenmaal niet op een eiland zitten. Erkent GroenLinks-PvdA dat en leren ze van de fouten van de vorige doorrekening en van het vorige programma?
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Ik denk dat je dit soort dingen in proportie moet zien en ook weer op basis van de feiten. De zin van het CPB die u noemt, is een kwalitatieve zin. Die schreven ze op, terwijl ze geen doorrekening hadden geleverd over een langere periode. Dat kwam mede door de val van het kabinet, maar net als u zaten wij vast aan een doorrekening met een beperkte looptijd. Dan kun je zo'n kwalitatieve zin opschrijven, maar als je geen inzicht hebt in de effecten, kun je daar niets mee doen.
Als ik dan verder kijk naar wat er per saldo aan lastenverzwaringen werd voorgesteld, dan is dat nog geen half procent van onze economie. U moet dus niet doen alsof de wereld eindigt door een aantal van deze terechte lastenverzwaringen. Kijk alleen al naar de ondoelmatige fiscale regelingen. De Rekenkamer gaf het ook weer aan: we geven 30 miljard euro uit aan dingen die eigenlijk helemaal niet doen waarvoor ze bedoeld zijn. Dat is nog veel meer dan de nettolastenverzwaringen in onze doorrekening. Maak daar dus geen karikatuur van.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Het is meneer Van der Lee die hier in de overdrive gaat, niet ik. Wij als ChristenUniefractie hebben er helemaal geen moeite mee om sommige lastenverzwaringen op te schrijven, maar dan wel reƫel, zonder dat je daarmee je grondslag uitholt en zonder dat je weglekeffecten organiseert naar het buitenland. Want van klimaatdoelen halen door de-industrialisatie knapt de wereld niet op en daarvan zijn onze eigen werknemers, bedrijven en ondernemers de pisang.
Dan die grondslagversmalling. Nee, dat was niet een kwalitatieve zin; dat betekende dat het opbrengstbedrag minder was dan initieel op basis van sec de maatregel verwacht had kunnen worden. Het is dus niet alleen een kwalitatieve zin; het heeft gelijk doorwerking in de opbrengst die GroenLinks-PvdA daarmee ophaalt. Ik geef dus alleen maar mee: alsjeblieft, hou maat bij de noodzaak om geld te gaan schrapen voor onder andere de enorme Defensie-uitgaven ā dat is nieuw ten opzichte van de vorige doorrekening ā want anders schildert GroenLinks-PvdA zich toch een beetje naast de reĆ«le werkelijkheid. Is de heer Van der Lee dat met me eens?
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Nee, want u claimt hier zowat een monopolie op wat de reƫle werkelijkheid is. Ik bedoel: waarom hebben we dit parlement en waarom hebben dit debat met elkaar? Omdat we verschillend kijken naar de toekomst en omdat we verschillend kijken naar welke belangen nu prioriteit moeten krijgen. Dat betekent dat je bepaalde keuzes moet maken. Het klopt natuurlijk dat we niet alles tegelijkertijd kunnen doen. Er wordt veel te veel gratis bier beloofd, door veel partijen. De helft van dit parlement heeft het niet eens doorgerekend of misschien nog wel meer dan de helft.
Ik zag bij deze coalitie bij de onderhandelingen rond de Voorjaarsnota ook idiote dingen gebeuren. Neem wat er rond de huurbevriezing gebeurde. Dat was een krankzinnige ingreep met enorme repercussies voor de woningbouw, als die was doorgegaan. Wij zijn verantwoord bezig. Wij komen altijd met doorrekeningen. Die doorrekeningen lopen rond en daar zitten scherpe politieke keuzes in. Maar het komt wel daar neer waar de sterkste schouders zitten; die gaan bij ons de lasten dragen. Wij roepen niet "we ontzien de middenklasse" of "we komen voor jullie op", terwijl ondertussen elke keer de middenklasse wordt gepakt. Want dat is wat deze coalitie voortdurend doet en ook in deze Voorjaarsnota. Daar kunt u toch niet voor weglopen?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Sterker nog, ik denk dat het GroenLinks-PvdA zelf is geweest die de lont in het kruitvat heeft gestoken qua huurbevriezing met een initiatiefwetsvoorstel, maar dat terzijde.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Maar wel met compensatie, hĆØ.
De voorzitter:
Meneer Grinwis.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik ga met alle plezier de degens kruisen met de heer Van der Lee tijdens de verkiezingscampagne, op basis van doorgerekende plannen. Ik ben het namelijk helemaal met hem eens dat elke partij die weigert met haar verkiezingsprogramma naar de CPB-dokter te gaan, in die zin geen knip voor de neus waard is. Dat ben ik dus helemaal met de heer Van der Lee eens ā¦
De voorzitter:
Nee, meneer Van der Lee. Meneer Grinwis is nog aan het woord.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Maar ik geef aan GroenLinks-PvdA mee: kies alsjeblieft voor realistische maatvoering. Anders maakt u zich ook wel een heel makkelijk mikpunt, niet alleen voor de VVD, maar zelfs voor mijn partij.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Daar ben ik totaal niet bang voor. Als een van de partijen hier in het parlement een mikpunt is, dan is dat mijn partij. Daar zijn we trots op, daar zijn we fier op. Dat betekent namelijk dat we duidelijke keuzes maken, een herkenbare positie innemen en heel duidelijk aan Nederland laten zien voor welke belangen wij opkomen. Dat zijn niet de belangen van de bedrijfslobby, die altijd dreigt: als je dĆt doet, vertrekken we. Ja, jongens, daar komen we niet verder mee met elkaar.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik zou een hele boom op kunnen zetten over verantwoord financieel beleid, waar GroenLinks-PvdA twee moties heeft ondersteund die 5 miljard hebben gekost zonder enige dekking. Ik ga het op een andere manier proberen. Geconstateerd is dat GroenLinks-PvdA het niet erg vindt dat de hoofdkantoren van Shell en Unilever vertrekken, dat bedrijven uit de Rotterdamse haven vertrekken en niet investeren. Dat hebben we nu geconstateerd. Maar u heeft wel altijd een groot geloof in het rapport van Draghi. Dat gaat over de concurrentiepositie van Europa, van Nederland. Wat denkt u dat de voorstellen die u doet, betekenen voor het concurrentievermogen in deze hele onrustige wereld, waar heel veel gebeurt en waar we eigenlijk gewoon zekerheid aan bedrijven zouden moeten geven?
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Wij hebben dat rapport ook goed gelezen. Een van de dingen die Draghi zegt, gaat over het comparatieve voordeel, in economentermen. Oftewel: waar is Europa goed in en waar is een groeimarkt? Dat is in de verduurzaming. Daar moeten we veel meer tempo op maken. Dat geeft mondiaal mogelijkheden voor ons en onze bedrijven. Daar moeten we dan wel op doorpakken en niet op vertragen, zoals rechtse partijen bepleiten. Draghi heeft het ook over een investeringsgat van rond de 800 miljard, niet alleen in termen van verduurzaming, maar ook in het slaan van een digitale slag met elkaar. Dat geld moet ergens vandaan komen. Dat kan privaat, maar dan moeten we stappen maken in de kapitaalmarktunie. Maar het vraagt ook om publieke investeringen. Dan moet je ook die investeringspiek voor je rekening willen nemen. Maar dat wil men ook niet, want alles moet zuinig. En o wee als we iets lenen aan een andere lidstaat, want dan gaat het wel helemaal mis in Europa. Dan lees je Draghi niet op een goede manier. Dat doen wij wel, dus wij zijn pro-Europa. Ik was trouwens aangenaam verrast ā ik was op het VVD-congres ā dat mevrouw Zegerius op dit punt een stap lijkt te maken. "YeÅilgƶz-Zegerius" moet ik inderdaad zeggen, de volledige naam, Dilan. Ik zag bij de VVD zelfs een verschuiving. Ik hoop dat dit er ook toe leidt dat we dit gezamenlijk oppakken in Europa en niet elke keer maar roepen: die zuidelijke landen moeten eerst hun begroting op orde krijgen voordat we gezamenlijk in Europa in de grote projecten investeren, zoals een Europese grid of een Europese chipindustrie. Dat is hoe we de toekomstige economie kunnen versterken en de concurrentie met China en de Verenigde Staten aan kunnen gaan.
De heer Vermeer (BBB):
De heer Van der Lee had echt niet naar het congres hoeven te gaan om te zien dat de VVD af en toe wat naar links opschuift, maar dat terzijde. In uw amendement geeft u heel duidelijk weer dat u ook de woningbouwcorporaties aan wil pakken. Uw voorstel van dekking voor de vennootschapsbelasting en het percentage voor de renteaftrek gaat gevolgen hebben voor de woningbouw en voor de corporaties. Waarom neemt u dat niet mee in uw afweging?
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Ik heb aangegeven dat willen we de echte uitdagingen oppakken, er een nieuw kabinet, een nieuwe formatie, nodig is. Een van onze plannen is om de corporaties uit de vpb te halen.
De heer Vermeer (BBB):
Dus u wilt ze nu eerst beperken in hun mogelijkheden en dan straks erop gokken dat u een meerderheid kunt vinden om ze vervolgens weer uit die vpb te halen en daarmee een gigantisch gat te creƫren? Hoe gaat u dat gat, als u de vpb voor corporaties af wil schaffen, dan dekken? Dat moet eigenlijk in de overweging van het amendement meegenomen worden.
De voorzitter:
Hoe gaat meneer Van der Lee ...
De heer Vermeer (BBB):
Sorry, voorzitter.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Meneer Van der Lee heeft daarover nagedacht. Deze belastingmaatregelen kunnen niet lopende het jaar worden ingevoerd. Dat kan op z'n vroegst per 1 januari 2026 en voor sommige kan dat misschien nog een jaar later. Dan zul je met een kasschuif moeten werken, maar dan hebben we al verkiezingen gehad, dan is er ruimte om in het Belastingplan al wijzigingen aan te brengen en dan is er mogelijk een nieuw formatieakkoord om de andere stappen die wij ook graag willen, te realiseren.
De heer Vermeer (BBB):
Nogmaals, ik krijg geen antwoord op de vraag hoe meneer Van der Lee dat nieuwe gat gaat dekken. Hoe rijmt hij dat met de woorden van de heer Timmermans, die hier gisteren zei dat het voor onze veiligheid en een ronkende economie nodig is dat de verduurzaming doorgaat, dat het bedrijfsleven geholpen moet worden en dat de defensie-industrie gestimuleerd moet worden? Ik heb terecht, in meerdere debatten, al opgemerkt: wanneer gaat GroenLinks-PvdA nou eens in elk debat hetzelfde verhaal vertellen, in plaats van in debat A te pleiten voor veiligheid en in debat B het hele bedrijfsleven af te breken?
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Dit is wederom een idiote karikatuur, en dat van een partij die nooit een programma heeft laten doorrekenen. Als u kijkt naar hoe wij onze plannen financieren, dan ziet u dat wij altijd komen met een compleet plaatje dat rondloopt. Dat zal ook bij de komende verkiezingen weer zo zijn. Ik zou zeggen: maakt u zich geen zorgen; wij zorgen ervoor dat zaken gefinancierd worden. Maar wij kiezen niet alleen maar voor de route van bezuinigen. Dat wordt altijd geroepen door partijen aan de rechterkant, maar dat wordt nooit helemaal ingevuld. Het loopt nooit rond in de zin dat alles wat men wil, alleen maar via bezuinigingen kan worden gefinancierd, maar dat terzijde; die strijd gaan we in de campagne voeren met elkaar.
Er zijn twee manieren om een gat te dekken. Dat is ten eerste door te bezuinigen op andere dingen en dat is ten tweede door de lasten te verzwaren voor hen die het kunnen dragen. En er is nog een derde manier; die gaat over schuld. Je kunt tijdelijk meer lenen. Zeker als het gaat om defensie zal dat ook Europabreed gebeuren; er zijn zeventien lidstaten die dat al gaan doen. Dat gaan wij ook doen.
De heer Vermeer (BBB):
Ik constateer alleen dat de heer Van der Lee wel ingaat op mijn vraag, maar er geen antwoord op geeft. Hij werpt allerlei rookgordijnen op. Als ƩƩnzetelpartij hadden wij niet de capaciteit om ons programma te laten doorrekenen in de zeer korte verkiezingsperiode van vorige keer. Gelukkig staan we er nu anders voor en zullen we dat wel laten doen. Dat is dan nieuws voor u, namelijk dat zelfs rechtse partijen, zoals u dat noemt, een doorrekening laten maken. Maar doorrekening of niet, het gaat mij om het punt dat in debat A gezegd wordt dat de industrie gestimuleerd moet worden, maar dat in debat B door dezelfde partij wordt gezegd dat die moet worden afgebroken. Gaat de heer Van der Lee daar nu eens werk van maken? Gaat u gewoon eens in de fractie met elkaar praten en het beleid op elkaar afstemmen?
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Dat is helemaal niet nodig, want bij ons hebben we dat gewoon doordacht. Er zijn andere manieren om de industrie in Nederland te versterken dan alleen maar fiscaal dingen weg te geven. Dat is meestal ondoelmatig. Dat blijkt ook uit evaluaties, maar dan draaien we dat niet terug, want dat vinden we te eng, om de een of andere reden. Er is voor 30 miljard aan ondoelmatige fiscale regelingen, terwijl je veel gerichter bepaalde vormen van activiteit, die hoogwaardig zijn in Nederland, kunt stimuleren. Wij hebben niet bezuinigd en wilden ook niet bezuinigen op het Groeifonds of op innovatie. Dit zijn allemaal keuzes die dit kabinet maakt. Daar is terecht kritiek op, van de Raad van State, van DNB, van het CPB, van het IMF: er wordt te weinig geĆÆnvesteerd. Investeren kun je ook voorfinancieren, maar dan moet je wel iets meer willen lenen. Maar ja, die keuze wordt dan ook niet gemaakt. Dan maak je het jezelf wel moeilijk. Dat is het politieke meningsverschil dat al langer bestaat en in deze campagne zal worden uitgevochten.
De voorzitter:
Ik nodig u uit om verder te gaan met uw betoog.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel. Ik wil nog drie punten maken. De koppeling van het budget van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is niet volledig hersteld, terwijl een motie uit de Eerste Kamer daar wel toe opriep. Wij vinden het echt schadelijk en onterecht dat een norm die we vele decennia hebben gevolgd en waar we ons altijd aan hebben gecommitteerd, niet wordt nageleefd. Wat ons betreft doen we daar iets aan, maar dat zal verder worden uitgediscussieerd bij de behandeling van de suppletoire begroting. Ik wijs trouwens op een dekking die wat mij betreft ook voor dit jaar zou kunnen worden ingezet: het verkopen van aandelen Air France-KLM. Daar kopen we helemaal geen zeggenschap voor. Nederland wilde de bonussen tegenhouden, maar 80% van de aandeelhouders stemde dat weg. Waarom hebben we die aandelen? Nou, goed, dat heb ik al eerder bepleit.
Dan wil ik toch ook nog iets zeggen over de begrotingsregels. Heel vaak krijgen wij als oppositie het verwijt dat we de begrotingsregels schenden. Ik wou er toch wel op wijzen dat het kabinet dat ook in forse mate doet. Alle drie de regels die bestaan over kasschuiven worden geschonden. Alle drie! Dat wordt door de Raad van State ook uitvoerig toegelicht. Er is ook een krankzinnige hoeveelheid aan kasschuiven omdat er toch behoorlijk sprake is van saldosturing. Daar kun je voor kiezen, maar wees er dan eerlijk over en erken ook dat je op die punten je eigen begrotingsregels niet volgt. Neem niet alleen de oppositie de maat als die iets voorstelt wat botst met begrotingsregels.
Tot slot wil ik nog wel een opmerking maken. Die wet over de 2% is gisteren aangenomen. Ik blijf toch wel zitten met de vraag hoe we daar nou in de toekomst mee omgaan, dus als we de 3,5% van de echte NAVO-norm moeten invullen en er geen nationale norm is vastgelegd in een 2%-wet. Hoe kijkt de minister daarnaar? Hoe gaan we ervoor zorgen dat er internationaal geen verwarring over ontstaat als wij op basis van onze eigen norm minder presteren op de NAVO-norm, waar we op afgerekend worden? Dat is toch superongelukkig? Ik ben wel benieuwd hoe de minister van Financiƫn daarnaar kijkt. Alleen al over het afgelopen jaar scheelde dat 6 miljard. Dat is het verschil tussen de berekeningswijzen. Daar kunnen we toch niet de toekomst mee in?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van der Lee. Dan geef ik het woord aan de heer Tony van Dijck. Hij spreekt namens de fractie van de PVV.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Voorzitter, dank je wel. De handschoenen zijn uit, dus het wordt vandaag een leuk debat.
Voorzitter, de Voorjaarsnota. Zoals jullie allemaal hebben kunnen zien, hebben we vorige maand keihard onderhandeld over deze nota. De PVV heeft zich ingezet om de Nederlander weer op ƩƩn te zetten. Wij wilden dat de mensen meer geld te besteden hebben om de rekeningen en de dure boodschappen te kunnen betalen. Dat was onze inzet. Daarom hebben we zo hard onderhandeld. We hebben de hele nacht doorgehaald. Pas tegen het einde van de ochtend waren we eruit. Er lag een akkoord. De VVD kreeg meer geld voor Defensie, de BBB kreeg extra geld voor boeren en de Nedersaksenlijn, NSC kreeg extra geld voor sociale zekerheid en de WIA, en de PVV kreeg extra lastenverlichting door het bevriezen van de sociale huren en een boodschappenbonus. Iedereen blij, zou je denken. Zelfs de btw-verhoging op cultuur en kunst ging van tafel. Nou, applaus van de heer Grinwis is op z'n plaats; dank je wel.
Onze inzet was veel meer, maar dat zat er helaas niet in. Wij wilden bijvoorbeeld, samen met NSC en BBB, de meevallersformule inzetten, aangezien het overheidstekort in de afgelopen jaren tientallen miljarden lager uitkwam dan eerder werd begroot, de zogenaamde "onderuitputting". We hebben het allemaal gezien. Al die tijd kwam het tekort boven de -1% uit. Dat was de reden om de meevallersformule te gebruiken. Maar deze demissionair minister van Financiƫn dacht daar helaas anders over. Misschien kan hij hier nog een keer uitleggen hoe die meevallersformule precies werkt. Er was dus discussie over de vraag of we terug in de tijd of vooruit in de tijd kijken. Het lijkt me moeilijk om tekorten te voorspellen als je vooruitkijkt in de tijd. Maar goed, ik laat het aan de minister van Financiƫn.
Nederland heeft ook nog eens de laagste schuld in 30 jaar: 45% van het bbp. Het tekort blijft al jaren ruim onder de 3%. Ook in toekomstige jaren blijft het tekort ruim onder de 3%. Je zou denken dat dat dus extra ruimte biedt voor extra uitgaven of extra lastenverlichting. Maar het adagium van deze minister is: er worden geen begrotingsregels geschonden en de schulden worden niet doorgeschoven. Ook daar liepen we dus tegen de lamp. Wat bleef er nog over? We moesten in deze Voorjaarsnota alle tegenvallers zelf oplossen binnen de smalle marges van de begrotingsregels. Kortom, alles moest keurig worden gedekt. Dat is gelukt. Er kwam extra geld voor OekraĆÆne ā 5 miljard ā Defensie, gemeenten, asielopvang, Brussel, ontwikkelingshulp, stikstof en kinderopvang. En om de blunders van de rijksoverheid weg te poetsen kwam er extra geld voor de WIA, box 3 en Groningen. Cumulatief werden de overheidsuitgaven met meer dan 30 miljard opgeplust tot en met 2030. Dat is cumulatief; ik tel even de mutaties voor de komende vijf jaar op.
Als PVV hebben we geknokt voor juist de gezinnen, want die hebben grote moeite om rond te komen. Die zitten niet in die 30 miljard. Na de grootste huurstijging in 30 jaar, vorig jaar, kregen we het dus voor elkaar om de huren voor twee jaar te bevriezen ā dat was toch wel het minste ā en een extra bonus te regelen voor toeslagenontvangers, als tegemoetkoming voor de dure boodschappen. Een gezin zou er dan zo'n ā¬100 per maand op vooruit kunnen gaan, maar de woningcorporaties zelf werden ook nog eens gecompenseerd met meer dan een miljard. Me dunkt.
Nou, ik heb het gezien: de wereld was te klein, met mevrouw Spies voorop. We moesten geloven dat de hele bouw zou stilvallen. Er zou geen huis meer worden geĆÆsoleerd of worden gebouwd als die huren zouden worden bevroren. Dat klonk haar vriendin, minister Mona Keijzer, als muziek in de oren, want zij zag dat plan helemaal niet zitten. Maar twee jaar geleden zijn de huren ook bevroren ā niet met een wet, maar gewoon met een ministeriĆ«le regeling ā en toen hoorde je niemand. Dat gebeurde zowel vier jaar geleden als twee jaar geleden. Als wij het doen, is de wereld te klein.
Voorzitter. Deze spin is natuurlijk pure bangmakerij. Het lijkt wel ingestoken. Volgens het Economisch Instituut voor de Bouw is deze reactie zwaar overdreven. Er kan gewoon doorgebouwd worden. Deze huurbevriezing kan makkelijk worden opgevangen en hoeft de bouwambities niet te raken. Lees de notitie Vele wegen naar Rome: reageren op huurbevriezing. Geld is niet het probleem waardoor de bouw stilvalt, maar eerder de stikstof. De investeringscapaciteit is weliswaar van 110 miljard naar 80 miljard gedaald, maar is nog steeds ruim voldoende om volop te kunnen bouwen tot 2030. Dus: in plaats van zich druk te maken over deze huurbevriezing, konden ze zich beter druk maken over de bouw en over de stikstof.
Maar toch, voorzitter. Met zo veel tegenwerking, zo veel tegenkracht, ging ons hele plan van tafel. De huren knallen over twee weken gewoon weer omhoog met 4,5%. En passant wordt ook nog even onze boodschappenbonus geofferd. Het is deze 1,5 miljoen gezinnen die het moeilijk hebben, niet gegund. Het is schandalig wat de PVV betreft: wel miljarden voor OekraĆÆne, Brussel, Afrika, Defensie, klimaat en stikstof, maar geen cent voor Henk en Ingrid. Ze worden doorverwezen naar de voedselbank. Tot zover de bestaanszekerheid.
De voorzitter:
Meneer Idsinga heeft een interruptie voor u.
De heer Idsinga (NSC):
De heer Van Dijck sprak net over de huurbevriezing en hij sprak over de boodschappenbonus. Hij sprak ook over tegenwerking. Nou zijn wij er weleens van beticht dat wij altijd tegenwerken. Door de PVV worden wij daar vaak van beticht. Is de heer Van Dijck het met mij eens dat wij hierbij niet hebben tegengewerkt?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Over het algemeen is NSC wel de grootste tegenwerker die op ons pad is gekomen, maar misschien zou het in dit geval kunnen dat NSC ons niet heeft tegengewerkt; chapeau. Maar toen de Raad van State kwam met dat negatieve advies, kwam de rechtsstatelijkheid weer om de hoek kijken voor NSC. Ik weet niet wat dan uw reactie was geweest. Maar in principe kunnen we zeggen: deze keer niet.
De heer Idsinga (NSC):
Deze keer niet. Ik heb een persoonlijke vraag aan de heer Tony van Dijck. Ik hoor zijn betoog over het verlagen van de btw op de boodschappen naar nul.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Daar heb ik het nog niet over gehad.
De heer Idsinga (NSC):
Dan komt u daar straks op. Dit is allemaal briljant, zou ik bijna zeggen. Waarom hebben we dat zelf niet bedacht?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Dank je wel.
De heer Idsinga (NSC):
Daar wil ik eens een keer met de heer Tony van Dijck nader over praten. Daar wil ik gewoon nader over praten. Ik zou hem willen uitnodigen om vanavond met mij naar een cafƩ hier in de buurt te gaan. Dat is een heel mooi cafƩ. Daar hebben ze namelijk gratis bier. Gaat de heer Tony van Dijck op mijn uitnodiging in?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ja, ik wil graag weten waar dat cafƩ is.
De voorzitter:
We doen niet aan terugvragen. U moet gewoon antwoord geven.
De heer Idsinga (NSC):
Ik lees het als een ja, maar ik wil wel een waarschuwing geven aan de heer Tony van Dijck. In dat cafĆ© met gratis bier is de bediening heel erg slecht. Er staat een mevrouw achter de bar. Ze stapelt glazen op, die laat ze vervolgens uit haar handen vallen en dan geeft ze iemand anders de schuld. Dan komt de eigenaar aangesneld. Dan zou je denken "dan krijgt ze op haar donder", maar nee, de eigenaar steunt haar vervolgens ook nog. Dus het is best wel een merkwaardig cafĆ©. De laatste keer dat ik er was, dacht ik: "Gratis bier? Fantastisch!" Toen ik mijn jas aan had en wilde weggaan, kreeg ik een rekening onder mijn neus geschoven van ā¬150. Toen zei ik tegen de eigenaar: "Hoe kan dat nou? Want er stond 'gratis bier'"? Toen zei hij: "Ja, het bier is gratis, maar u heeft ook zes bitterballen gehad en u bent ook naar de wc geweest, dus wilt u even afrekenen? Want de kachel moet wel ergens van branden." Ik voelde me belazerd. Kan de heer Van Dijck zich dat voorstellen?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Nou, dat ligt eraan. Als die ondernemer van tevoren goed heeft geventileerd richting zijn klanten dat het bier gratis is, maar dat de bitterballen ā¬200 kosten, had u het kunnen weten. Dan is het gewoon een slimme ondernemer.
De voorzitter:
Dat verleidt meneer Idsinga toch tot een vierde interruptie.
De heer Idsinga (NSC):
Een slimme ondernemer, maar ik voelde me wel belazerd.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Dat kan, maar dat ligt dan meer aan u dan aan de ondernemer.
De voorzitter:
Meneer Ergin heeft ook een vraag voor u.
De heer Ergin (DENK):
Eigenlijk is de vraag die ik wil stellen of er ook halal bitterballen zijn, maar volgens mij krijg ik daar geen antwoord op.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Die lust ik niet.
De heer Ergin (DENK):
Vorig jaar stond ik ook hier. Vorig jaar hadden wij ook een Voorjaarsnota, die heel warrig, heel chaotisch was. Toen stelde ik de vraag aan de PVV: waarom peilt u voor de verkiezingen al die kiezers en waarom mijdt u na de verkiezingen al die kiezers? Ik sta hier een jaar verder opnieuw. De PVV zit niet meer in het kabinet. De heer Van Dijck kan grote woorden spreken: wij gaan het regelen, wij zitten nu in het kabinet, de zon gaat weer schijnen, Nederland is gered. Mijn vraag aan de PVV is: wat heeft u in die elf maanden tijd voor de Nederlander betekend? Wat heeft u voor die mensen gedaan die moeite hebben om de boodschappen te betalen? Wat heeft u gedaan?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Dat is een terechte vraag. Wij hebben inderdaad elf maanden lang gestreden om iets te doen aan de koopkracht van de burgers. We zien allemaal dat heel Nederland het gewoon heel zwaar en heel moeilijk heeft. Alles is veel te duur geworden en mensen trekken het gewoon niet meer. Dat ziet iedereen. Wij hebben inderdaad zo veel als we konden aan dat paard getrokken, maar wij kregen er ook niet veel beweging in. Dat is een van de redenen ... Wij hadden maar twee wensen. Dat is de asielinstroom stoppen en de koopkracht van de burgers verbeteren. Met deze Voorjaarsnota hadden we het voor elkaar: toch ā¬100 extra per maand voor gezinnen die het moeilijk hebben. Dat is toch een kleine boodschappenkar. Dat ligt eraan, want als je naar Duitsland gaat, is het een grote boodschappenkar. Maar zelfs dat wordt nu van tafel geveegd, onder het motto van: nee, dat gunnen we de gezinnen niet. Maar ze komen niet aan de 5 miljard voor OekraĆÆne en de 3,7 miljard voor Defensie. Dat rijtje dat optelt tot 30 miljard, blijft allemaal in stand. Dat half miljardje dat wij er voor de burgers hebben weten uit te slepen, was ons en de burgers niet gegund. Kunt u zich voorstellen dat wij dan zeggen: genoeg is genoeg; wij zijn weg?
De heer Ergin (DENK):
Er is iemand geweest die het land veel meer een dienst heeft bewezen dan de PVV. Die heeft bijgehouden hoeveel verkiezingsbeloftes de PVV heeft verbroken. Dat zijn er 300. Dat zijn 300 beloftes. Ik heb hier een heel document. Pagina 1: de huren zouden omlaaggaan. Pagina 2: er zou geen eigen risico in de zorg meer zijn. Pagina 3: de brandstofprijzen in Nederland zouden lager worden. Nederland is het duurste land ter wereld. Pagina 4: boodschappen zouden goedkoper worden. Die zijn duurder dan ooit. Zo kan ik paginalang doorgaan. Waar zijn al die beloftes van de PVV, die de PVV tijdens de verkiezingen doet, tijdens verkiezingsdebatten, bij al die talkshows en bij alle bijeenkomsten die ze organiseren? Waar zijn al die beloftes, zou ik aan de PVV willen vragen.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik weet niet hoelang u hier rondloopt, maar zolang wij geen 76 zetels halen, is het heel moeilijk om al die beloftes in te vullen. Maar het is een goeie oproep: stem 29 oktober allemaal op de PVV en zorg dat we meer dan 75 zetels halen. Dan worden al die 300 beloftes ingelost; maakt u zich geen zorgen. Uw stem heb ik volgens mij, zo te zien.
De heer Ergin (DENK):
Ik kom tot een conclusie, want de heer Van Dijck maakt hier natuurlijk allemaal grapjes. Dat mag hij allemaal doen. Dat laat zien in hoeverre de PVV de kiezer serieus neemt. De PVV bedondert de kiezer, de PVV belazert de kiezer en de PVV liegt de kiezer voor. De PVV heeft niets, helemaal niets gedaan in de afgelopen periode. De PVV heeft al die verkiezingsbeloftes verbroken. De PVV is dus niks anders dan een partij voor volksverraad. U verraadt het volk. U doet helemaal niks voor ze. Het enige wat u doet ... De banken daar zijn weer helemaal leeg; uw Kamerleden komen niet eens opdagen bij belangrijke debatten. U doet helemaal niets. De PVV is niets anders dan de partij voor volksverraad.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Goed zo, dat was mooi ingestudeerd allemaal. De vertegenwoordiger van DENK weet toch ook dat je je verkiezingsprogramma schrijft in de veronderstelling dat je een meerderheid in dit huis hebt? Dat is je inzet. Vervolgens ga je in coalitieonderhandelingen maximaal realiseren wat je in dat verkiezingsprogramma hebt neergezet. Ik neem aan dat DENK ook bezig is met een verkiezingsprogramma en daarin niet schrijft wat ze denken te realiseren na coalitieonderhandelingen, maar wat ze denken te realiseren als DENK een meerderheid hier in dit huis zou hebben. Zo werkt het. Maar misschien kunnen we dat een keer bilateraal bespreken als u met uw verkiezingsprogramma begint.
De heer Flach (SGP):
Ik probeer iets meer rust terug te brengen in het debat. Iedereen die opkomt voor de belangen van gezinnen kan op steun van de SGP rekenen. Ik hoorde de heer Tony van Dijck zeggen: de PVV heeft geknokt voor de gewone gezinnen. Toch heeft de PVV tijdens de onderhandelingen in die nacht een bezuiniging op het kindgebonden budget geaccepteerd. Is dat dan een soort foutje door de slapeloosheid? Hoe is dat te verklaren?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Dat zijn dus de keuzes. Er moest extra geld bij voor de kinderopvang. Er moest geld bij vanwege de veronderstelde tegenvallers bij de WIA. Dus dan zoeken we waar er nog iets te halen is. De WW was ook zo'n maatregel; die had voor ons ook niet gehoeven. Maar we hebben toch een gat dat gedicht moet worden en dan zoeken we het dƔƔr, waar het het minst pijn doet. Het kindgebonden budget is de vorige keer flink verhoogd en nu een klein beetje verlaagd. Dat zijn de keuzes die je maakt in zo'n nacht. Het is niet voor iedereen rozengeur en maneschijn. Nu wordt dat kleine beetje rozengeur en maneschijn, namelijk het bevriezen van de huren en de boodschappenbonus, er ook uit gesloopt. Dat is mijn grootste teleurstelling. Dan vragen we ons bijna af: wat hebben we die hele nacht zitten doen?
De heer Flach (SGP):
Dat vraag ik me in dit verband ook af, want ik vind het dan toch wel wat cynisch dat juist de gezinnen met middeninkomens kennelijk de rekening moesten betalen. Het knippunt is ergens bij de ā¬60.000 terechtgekomen. Dat zijn de gezinnen die het juist heel erg lastig hebben, omdat ze buiten allerlei regelingen vallen. Misschien zijn dat wel de "werkende armen". Ik zie het dan maar als een bedrijfsongeval, maar ik hoop erop dat de PVV ook wil meewerken aan het herstel daarvan, om te kijken of we het knippunt niet hoger kunnen leggen. Mensen die een ton of meer verdienen, kunnen het beter missen dan juist de middenklasse, die overal buiten valt. Ik kom er graag op terug.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Zeker, als u een amendement maakt, kijken we daar serieus naar.
De heer Dijk (SP):
Ik begrijp het verhaal van de PVV niet. Het is ook best een slecht verhaal. De halvering van het eigen risico treft met name mensen met een chronische ziekte, die arbeidsongeschikt zijn. Die worden heel erg gekort. Maar er stond een halvering van het eigen risico. De huren werden voor twee jaar bevroren, maar woningbouwcorporaties werden onvoldoende gecompenseerd om echt aan nieuwbouw te kunnen gaan doen. Voor de boodschappenprijzen werden voorstellen met meerderheden in de Kamer aangenomen, om te controleren, reguleren en, waar nodig, te blokkeren. Niemand werkte u tegen. Voor alle drie genoemde voorstellen waren er volle meerderheden, waarmee u had kunnen samenwerken om druk uit te oefenen. Sterker nog, deze drie voorstellen zijn allemaal van de SP. Daar waren meerderheden voor. U heeft de stekker eruit getrokken. U heeft ervoor gezorgd dat de huren niet worden bevroren, dat het eigen risico niet wordt gehalveerd en dat ook nog eens de boodschappenprijzen niet naar beneden gaan. Waarom heeft u dat toegestaan?
De voorzitter:
Waarom heeft de PVV dat toegestaan. Meneer Van Dijck.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Gisteren kwam, geloof ik, nog naar voren bij de Raad van State dat het eigen risico ook geen goed idee was. De huren bevriezen; ik weet niet onder welke steen u gezeten heeft, maar je kon geen krant openslaan of de huurbevriezing was "het slechtste idee dat in decennia voorbij was gekomen". En dat terwijl vier jaar geleden ā maar ook twee jaar geleden ā de huren ook werden bevroren. U zei het net zelf al. Toen hoorde je daar niemand over. Er ging stilzwijgend een ministeriĆ«le regeling door de Kamer en toen waren de huren bevroren. En nu zou de wereld vergaan, het licht uitgaan en de bouw zou helemaal stilvallen. Met andere woorden, als u dat geen tegenwerking noemt, als u niet ziet dat alles uit de kast is gehaald: van mevrouw Spies tot en met mevrouw Keijzer tot en met de Raad van State tot en met Aedes ⦠Echt iedereen werd voor de camera getrokken om te zeggen dat het een slecht idee was. Dat noem ik tegenwerking. Dat hebben de huurders niet verdiend. Nu krijgen ze weer 4,5% voor hun kiezen. Zelfs de PvdA, die initiatieven heeft genomen om de huren te bevriezen, was opeens tegen ons voorstel. Lag het dan aan het voorstel of lag het aan het feit dat de PVV het had ingediend? Ik weet het niet, maar ik vind het wel meer dan verdacht.
De heer Dijk (SP):
Dit is zo'n slachtofferrol. U bent de grootste partij. Ik zeg het net: er waren volle meerderheden. Toen de huren werden bevroren in 2021 was het op initiatief van de SP met volle compensatie voor de woningbouwcorporaties door de verhuurdersheffing te korten. Dat is een totaal ander verhaal. U had kunnen blijven zitten. U had dat voorstel kunnen verbeteren. U had het voorstel voor de halvering van het eigen risico kunnen verbeteren. Dat heeft u niet gedaan. U had het voorstel om de prijzen voor de boodschappen te verlagen, kunnen verbeteren. Dat heeft u niet gedaan. U loopt gewoon weg. U loopt gewoon weg als een dief in de nacht. Jullie zĆjn hier nooit en als het erop aankomt ⦠Potdorie! Dan worden jullie de grootste partij van al die mensen die jullie nodig hebben en dan loopt u weg, als een dief in de nacht. U merkt het aan mijn toon, daar word ik boos van, omdat u ze verraadt. En dan gaat u hier een zielig verhaal houden. Bent u een stoere kerel of bent u een beetje een mietje?
De heer Tony van Dijck (PVV):
OkƩ.
De voorzitter:
Meneer Tony van Dijck.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik weet niet of ik hierop antwoord. Ga maar verder met de heer Vermeer, want ik laat me hier niet voor mietje uitmaken. Zeker niet door deze puntje, puntje, puntje.
De heer Dijk (SP):
Voorzitter, het niet-beantwoorden van deze vraag geeft eigenlijk al een antwoord.
De voorzitter:
Meneer Dijk, we doen het debat via de voorzitter, dus het is fijn als u ook via de voorzitter spreekt.
De heer Dijk (SP):
Voorzitter, het niet-beantwoorden van deze vraag is precies het antwoord. U loopt er steeds voor weg. U houdt hier een mooi verhaal. U loopt op X de hele tijd te zeggen dat u wordt tegengewerkt door van alles en iedereen. Het zijn allemaal grove leugens. Het is verraad naar de werkende klasse, naar mensen die u nodig hebben en hun vertrouwen in u hebben gesteld. Jullie lopen er allemaal bij weg. Of het nou mevrouw Agema, mevrouw Faber, u of meneer Wilders is, jullie lopen er allemaal bij weg. Ga er eens staan als een stoere kerel. Zorg er eens voor dat je iets voor elkaar krijgt. Roeptoeters!
De voorzitter:
Ik hoorde geen vraag.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Goed zo. Ik hoorde ook geen vraag. Gelukkig.
De voorzitter:
Meneer Vermeer dan.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Hij had mijn verhaal ook niet begrepen, dus ā¦
De voorzitter:
Meneer Van Dijck, ik heb net het woord aan meneer Vermeer gegeven.
De heer Vermeer (BBB):
Ik wil de heer Tony van Dijck graag meegeven dat niet alle kritiek op een regeling meteen als tegenwerking gezien moet worden, want dan zouden we hier ook niet meer hoeven debatteren. Maar even over de huurbevriezing. Wat vindt de heer Tony van Dijck ervan dat die huurbevriezing niet mogelijk was voor mensen die van een particuliere verhuurder een woning huren, omdat daar niet eens register van is, en dat er ook nog een alternatieve methode is voorgesteld om alles gewoon in de huurtoeslag te verwerken, zodat netto al die mensen die een woning huren op die manier gecompenseerd zouden worden en we ook geen grote structurele kosten zouden hebben? De PVV stelde die huurbevriezing namelijk vooral voor als tijdelijke maatregel, als incidentele maatregel. Kan de heer Van Dijck aangeven waarom dat voor de PVV niet bespreekbaar was, terwijl dat sowieso voor honderdduizenden extra mensen een oplossing had geboden?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Zoals ik al zei, werd de huur twee jaar geleden en vier jaar geleden ook bevroren, via een ministeriĆ«le regeling. Die bevriezing gold voor alle sociale huurders. Dat kan dus gewoon in deze Kamer geregeld worden via een AMvB en dan waren de huren gewoon stilzwijgend bevroren. Mevrouw Keijzer was het vanaf dag ƩƩn niet eens met deze huurbevriezing. Ik snap dat wel, want zij had bij de Woontop natuurlijk de afspraak gemaakt dat die huurstijging door zou gaan. Daar werd dus al een beetje op gerekend. Ik begrijp dat dus wel. Maar in plaats van dat mevrouw Keijzer vanaf dag ƩƩn zei "dat ga ik niet uitvoeren, ga terug naar de onderhandelingstafel", heeft ze de schijn opgehouden dat ze het wel ging doen. Ze heeft wetgeving gemaakt, die niet nodig blijkt, want twee jaar geleden is het via een ministeriĆ«le regeling gedaan. Ook heeft ze erin gefietst dat er een vorm van differentiatie was tussen particuliere huurders en corporatiehuurders, wat voor ons ook niet de bedoeling was. We hebben daar tijdens die onderhandelingen ā u zat daar zelf bij ā helemaal niet over gesproken. Voor ons ging het over alle sociale huurders, maar de corporaties zouden worden gecompenseerd met 1,1 miljard. De particuliere sociale verhuurders zouden wij niet compenseren. Waarom zouden we die compenseren? Die hoeven niet te bouwen. Wij compenseren de corporaties omdat die een bouwopgave hebben. Dat is de reden voor de compensatie. Mevrouw Keijzer heeft dus a een wet erin gefietst en b een gedifferentieerde behandeling tussen particuliere huurders en corporatiehuurders. Daardoor loop je tegen de Raad van State en Aedes op. Ze heeft haar vriendin, mevrouw Spies, gebeld om te zeggen: maak een hoop herrie. Dat zijn allemaal redenen ⦠U hoeft dat geen tegenwerking te noemen, maar die huurbevriezing was er nooit gekomen, en als we hier in deze Kamer met de coalitie misschien een meerderheid hadden gehad, dan was die wel in de Eerste Kamer gesneuveld. Het was dus gewoon trekken aan een dood paard. Op een gegeven moment ben je doodmoe van het trekken aan een dood paard. Wij waren er klaar mee.
De heer Vermeer (BBB):
Ik denk dat dat het meest eerlijke antwoord was: dat de PVV er klaar mee was. Maar wat de heer Van Dijck hier even tussen neus en lippen zegt, dat particuliere verhuurders niet hoeven te bouwen, is natuurlijk ook echt volstrekte nonsens, want we hebben niet alleen corporaties nodig voor de extra woningbouw. We hebben alles en iedereen die wil investeren in woningbouw nodig. Maar nogmaals, ik krijg geen antwoord op mijn vraag: waarom was voor de PVV niet gewoon een compensatie van de huurverhoging via de huurtoeslag, een-op-een, bespreekbaar? Want het gaat toch om de portemonnee van de burger en niet om welke constructie een PVV'er bedenkt?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Die vraag heb ik dus beantwoord door te zeggen: mevrouw Keijzer heeft de schijn opgehouden dat ze dit ging uitvoeren. Dus waarom zouden wij met alternatieven komen als zij bezig is met wetgeving om de huren te bevriezen? Wij hebben afgesproken om de huren voor twee jaar te bevriezen. Wij hebben de boodschappenbonus afgesproken. We hebben afgesproken dat we de corporaties gaan compenseren. Zij zou dat allemaal in een pakket via wetgeving naar de Kamer brengen. Voor ons hoefde die wetgeving niet, maar zij wilde dat kennelijk graag. Ze heeft erbij verzonnen dat de particuliere huurders anders behandeld moesten worden dan corporatiehuurders. U zegt: natuurlijk wil ik dat particuliere verhuurders ook bouwen. Maar die hebben niet de bouwopgave zoals afgesproken tijdens die bouwtop. Met andere woorden, die compensatie geldt alleen maar voor de corporaties, zodat zij de bouwopgave kunnen vervolmaken. Dat is heel logisch. Ja, natuurlijk, de huurtoeslag had ook gekund. Dat was een heel andere maatregel. Maar dat was niet afgesproken. We hebben toch afgesproken om de huren te bevriezen? Daar zat u toch zelf bij? Waarom hebt u bij die onderhandelingen niet voorgesteld: laten we niet de huren bevriezen, maar de huurtoeslag verhogen? Dat heb ik u ook niet horen zeggen. Dit was de afspraak. Dit wordt uitgewerkt en nu sneuvelt het op de valreep vanwege alle tegenwerkingen, alle negatieve publiciteit.
De voorzitter:
Meneer Dassen heeft ook een interruptie voor u.
De heer Dassen (Volt):
18-jarigen verdienen op dit moment de helft van wat een 21-jarige verdient voor hetzelfde werk dat ze doen. Dat lijkt mij zeer oneerlijk. Nu zien we dat er in de Voorjaarsnota een klein stapje wordt gemaakt om te zorgen dat 18-jarigen iets meer gaan verdienen en dat het wat meer gelijk wordt getrokken, maar nog steeds veel te weinig. Voor elke ā¬10 die een 21-jarige verdient, krijgt een 18-jarige er ā¬6. Wat vindt de heer Van Dijck daarvan? Moeten we dat niet aanpakken om te zorgen dat dat meer rechtgetrokken wordt?
De heer Tony van Dijck (PVV):
U zegt het terecht: we hebben een eerste stap gezet. We hadden het liever ook helemaal rechtgetrokken, maar dat was gewoon drie stappen te ver. We moeten goed kijken welke consequenties dat heeft. Toevallig was ik gisteren bij de Albert Heijn. Wat een 21-plusser daar per uur verdient, is bijna ā¬19. Dat is niet het minimumloon, maar wat de Albert Heijn ze betaalt. Dan lees je "kom hier werken" en zie je de prijzen die Albert Heijn betaalt. Dat zijn voor een 21-plusser of een 22-plusser best wel hoge bedragen. Dan snap ik ook wel die differentiatie tussen 18 en 22. Ik heb het dus niet over het minimumloon.
Ik heb het gewoon over wat bedrijven, zoals de McDonald's en de Albert Heijns van deze wereld waar veel jeugd werkt, betalen aan de jeugd.
De heer Dassen (Volt):
Een 21-jarige verdient dus inderdaad meer dan een 18-jarige die hetzelfde werk doet. Dat is precies mijn punt. Dat is volgens mij heel oneerlijk. De heer Van Dijck zegt ook terecht dat dat raar is. Het is ook een verdienmodel van supermarkten om dat op die manier te doen. Tegelijkertijd zien we dat ƩƩn op de tien jongeren financieel gezond is. Dat betekent dat negen van die tien jongeren niet rond kunnen komen en dus ook moeite hebben om een kamer te vinden, de huur te betalen, de boodschappen zelf te kunnen betalen en dat ze levenskeuzes uitstellen. De werkdruk wordt hoger. Is de heer Van Dijck het niet met mij eens dat we nu ook een snellere stap met elkaar kunnen maken? Daar willen wij een voorstel voor doen. Ik hoor dat de PVV daar sympathiek tegenover staat, dat de heer Van Dijck daar sympathiek tegenover staat. Moeten we deze kans nu niet aangrijpen en zeggen: we kunnen sneller die stap maken om te zorgen dat 18-jarigen ook een eerlijk loon krijgen voor hetzelfde werk dat ze doen als al die anderen?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Zeker. Wij vinden dat ook. Wij vinden ook dat die differentiatie tussen 18, 19, 20 en 21 eigenlijk nergens op gebaseerd is. We hebben een eerste stap gezet, maar ik zeg wel: kijk goed naar de consequenties. Als daardoor die Bic Mac opeens een euro duurder wordt, dan heeft dat ook weer consequenties. Het is dus niet zomaar gezegd, zo van: losse flodder, dat doen we even. Je moet wel even goed doorrekenen en doordenken wat voor consequenties dit heeft voor Nederland, voor het bedrijfsleven, voor noem maar op. Maar ik ben het helemaal met u eens: dat onderscheid zou weg moeten.
De heer Dassen (Volt):
En die doorrekeningen zijn allemaal gemaakt, ook bij de vorige verhogingen. Toen waren deze zorgen er namelijk ook. Daaruit is gebleken dat de kosten voor de consument bijna niet omhoog zijn gegaan. Voor de supermarkten scheelt het namelijk niet zo veel in de totale omzet die zij maken. De hamburger waar u het over heeft, wordt voor de eindconsument dus geen euro duurder hierdoor. Daarmee weten we wel al die jongeren die nu financieel in zwaar weer zitten, uit de problemen te halen door ze een eerlijk loon te geven. Ik kom met een voorstel. Ik ben blij dat de heer Van Dijck daar serieus naar wil kijken, zodat we daadwerkelijk wat voor die jongeren kunnen doen.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Geen probleem.
De voorzitter:
Ik zie meneer Dijk naar de interruptiemicrofoon lopen.
De heer Dijk (SP):
Ik ga het toch nog een keer proberen, omdat ik het belangrijk vind. U merkte net mijn irritatie wel en ook een beetje mijn boosheid. Waarom heeft de heer Van Dijck geen gebruik gemaakt van een meerderheid in deze Tweede Kamer die ook huurbevriezing wilde, met een fatsoenlijke compensatie voor woningbouwcorporaties, die lagere boodschappenprijzen wilde door prijzen te reguleren en te blokkeren indien nodig, en die het voorstel voor een halvering van het eigen risico wilde verbeteren, zodat chronisch zieken, gehandicapten en arbeidsongeschikten niet de dupe werden? Waarom heeft de PVV dat niet gedaan maar is ze weggelopen?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Omdat het ons gewoon allemaal te mager was. Kijk, we hebben geknokt ā ik zei het al in het begin ā voor dat beetje extra koopkracht voor de burgers. Net bij de interruptie op de heer Van der Lee bleek ook dat de burgers geen lastenverlaging maar een lastenverhoging hebben gekregen. Wij wilden een asielstop. Wat hebben we gekregen in Nederland? Een asielrecord. Niet minder asielzoekers, maar meer asielzoekers. Wij zijn in dit kabinet met 37 zetels ... 2,5 miljoen mensen hebben op ons gestemd. Wat wilden die 2,5 miljoen mensen? Die wilden lagere lasten, dus meer koopkracht en minder asiel. Dat was onze insteek. Als wij na elf maanden erachter komen dat we meer asiel krijgen en hogere lasten voor de burgers, dan is het snel klaar. Wij hebben gevochten en wij hebben het eigen risico meer dan gehalveerd. Wij hebben de huren bevroren. Dat wordt allemaal teruggedraaid. Dat was allemaal niet welkom. Het wordt allemaal weer ⦠Dat moet u niet mij verwijten. Ik wilde het eigen risico naar nul. Daar heb ik voor geknokt. DƔƔr zitten mijn getuigen. Ik heb tot de laatste minuut gezegd: het eigen risico willen wij op nul, anders praten we niet verder. We kwamen tot meer dan de helft; we kamen uit op ā¬165. En ja, dan tel je je zegeningen. Dat heb ik u de vorige keer ook gezegd: ben blij dat het in ieder geval ā¬165 wordt. We hadden liever nul, maar het is ā¬165 geworden in plaats van ā¬385. En dat is nu nog maar de vraag, want ik hoorde mevrouw YeÅilgƶz gisteren zeggen: "Dat eigen risico, dat slopen we. Dat gaat naar Defensie." Met andere woorden: zelfs de vermindering van het eigen risico wordt de burgers in dit land niet gegund. Dat ligt niet aan de PVV. Dat ligt aan al die andere partijen. En dat ligt ook niet aan de SP, eerlijk is eerlijk. Maar het ligt wel aan al die andere partijen. U moet dus niet bij mij zijn met uw kritiek, behalve dan als u zegt dat de beloftes niet zijn waargemaakt. Maar dat is coalitieland, dat is water bij de wijn doen en dat is het niet hebben van 76 zetels.
De voorzitter:
Ook antwoorden mogen kort en compact.
De heer Dijk (SP):
Die 76 zetels waren er in de Kamer. U, meneer Van Dijck, heeft daar alleen nooit gebruik van gemaakt, niet voor het eigen risico, niet voor de boodschappenprijzen, niet voor het bevriezen van de huren. Want u bent weggelopen. Mijn vraag is: waarom heeft u daar nooit gebruik van gemaakt? Waarom ben u nooit naar de Kamer teruggekomen en heeft u hier niet gezegd "moet je horen, op een paar punten ā¦"? De halvering van het eigen risico is veel te weinig. Dat weet u. De belofte was: naar nul. Maar goed, nu noemt u de halvering. Ook dat heeft u niet geprobeerd aan te passen via de meerderheid die er in deze Kamer voor dit soort voorstellen gewoon is. Er is een overgrote meerderheid op het vlak van het eigen risico, de huren en de boodschappen. U heeft dat niet gedaan. U bent weggelopen. U heeft niet eens de moeite genomen om de plannen hier via die meerderheid beter te maken.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Nou ja, ik zie al die moties van de SP voorbijkomen, maar die meerderheden zie ik niet. U dient elke week een motie in voor het verlagen van de huren en voor het eigen risico naar nul, maar u krijgt nooit een meerderheid. Dus ik weet niet waar u die meerderheden ziet. En als die meerderheid al een keer, incidenteel, in deze Kamer zou voorkomen, dan sneuvelt die wel in de Eerste Kamer. Dat hebben we gezien bij de Onderwijsbegroting. Wij hadden een paar puntjes wat betreft de Onderwijsbegroting, zoals de btw op kunst en de maatschappelijke dienstplicht. Nou, dat werd allemaal door de christelijke partijen teruggedraaid, omdat we anders in de Eerste Kamer tegen de muur waren aangelopen. Met andere woorden: u noemt het geen tegenwerking en u denkt "je had de meerderheden", maar zo makkelijk ligt het niet. We hadden geen meerderheden. De btw op kunst en cultuur: man, man, man, de wereld was te klein! En nu worden de belastingen verhoogd om die btw en de kunstliefhebbers uit de wind te houden. Nou, ik heb liever lagere belastingen voor iedereen dan een btw-verlaging voor de kunst- en cultuurliefhebbers.
De voorzitter:
Gaat u verder met uw betoog, meneer Van Dijck.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Voorzitter. Dat de huurbevriezing is ingetrokken is niet alleen slecht nieuws voor anderhalf miljoen gezinnen, maar is ook slecht nieuws voor de schatkist. Deze minister van Financiƫn komt vanaf 2029 structureel 492 miljoen tekort. Minister Keijzer zoekt nog naar een dekking. Hoe staat het daarmee? Want dat hoefden wij niet te flikken. Als wij iets hadden ingediend en 500 miljoen tekortkwamen, dan had deze minister wel gezegd: ga je huiswerk doen. Maar en passant pakt hij dan wel eventjes onze boodschappenbonus, die daar niets mee te maken heeft, de eenmalige bonus die makkelijk kan worden betaald uit de compensatie van de woningcorporaties, van de mensen af. Ik stel dus voor om vanaf volgend jaar te zoeken naar die die 492 miljoen van mevrouw Keijzer en niet vanaf 2029 en die mensen de boodschappenbonus terug te geven. En als u een dekking zoekt: die vind je bij de eenmalige compensatie van de woningcorporaties, want die is overbodig geworden.
Ik heb meer dan eens het gevoel dat wij de enige partij zijn die zich echt bekommert om het welzijn en de portemonnee van de gewone Nederlander. Dat in Nederland ƩƩn derde van de huishoudens niet of nauwelijks rond kan komen, interesseert hier kennelijk niemand. Wij trekken aan een dood paard. Zelfs de halvering van het eigen risico staat nu ter discussie. Als ik de Raad van State moet geloven, dan staat die ter discussie. Als ik de VVD gisteren goed hoorde ā die wilde daar vanaf het begin al niet aan ā dan staat die ter discussie. Maar ondertussen wordt Nederland steeds duurder en kan een grote groep mensen de rekeningen niet meer betalen.
Voorzitter, ik zie dat het al tijd is. Ik weet niet hoe dat kan, maar ...
De voorzitter:
Tja ...
De heer Tony van Dijck (PVV):
Tellen die interrupties mee of zo?
De voorzitter:
Acht minuten had u, en die zijn nu op.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik heb net twee blaadjes uitgesproken. Dat is echt geen acht minuten. Ik heb geoefend voor de spiegel.
De voorzitter:
Ik ga u vragen om af te ronden. Maar voordat u dat doet, geef ik de heer Eerdmans de gelegenheid voor een interruptie.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik vind het zo stil vanuit de VVD en BBB op dit moment. Ik dacht dat ze dit niet over zich heen zouden laten gaan. Toch? Dus dat het de schuld is van ...
De heer Tony van Dijck (PVV):
Dat zou je denken.
De heer Eerdmans (JA21):
Dat de heer Van Dijck hier als enige staat om de koopkracht te bewaken. Ik dacht dat daar wel wat meer over te zeggen is. De partij van Van Dijck is weggelopen. We hadden een prachtig pakket volgens mij, en daar is niks meer van over. Dus ik hoopte dat daar ook een paar woorden aan zouden worden gewijd, aan wat ontzettend jammer het is voor Nederland dat dit kabinet is gevallen en dat we nu met de brokken zitten, met een deur die opengaat naar links in plaats van naar rechts; ga daar maar van uit. En daar geef ik ook de heer Van Dijck de schuld van. "Ja, potverdorie," zegt u dan. Of niet?
De voorzitter:
Ik zeg: gaat u door. Uw interruptietijd ...
De heer Eerdmans (JA21):
Maar nou even over dat eigen risico dan. Want ja, ik geloof ook niet dat de coalitiepartijen er heel erg rouwig over zijn dat die halvering verdwenen is. En waarom? Ik sta er wel achter dat die moet verdwijnen, omdat dat namelijk leidt tot een veel hogere premie. En dat gaat de gewone Nederlander juist geld kosten, omdat er daardoor veel meer vraag komt naar zorg. Die is er dan niet en dan komen er wachtlijsten bij. Kortom, alle deskundigen zeggen: doe dat nou niet, heel erg kortetermijndenken, PVV. Net als met die huurbevriezing, allemaal veel te korte termijn. Gelukkig gaat dat allemaal van tafel.
De voorzitter:
En uw vraag aan de heer Van Dijck?
De heer Eerdmans (JA21):
Mijn vraag is: waar denkt de heer Van Dijck de "hoop, lef en trots" vandaan te halen ā laat ik het dan maar zo formuleren ā dat er nog eens een regering komt die wĆ©l aan de portemonnee denkt van de gewone, normale Nederlander, die hard werkt maar ook eens wat in de portemonnee wil overhouden en niet met allerlei taksen wil worden geconfronteerd? En ik zal het maar vertellen: die zaten er al een weekje bij, met een vliegtaks, in het pakket van de PVV en Schoof I. Maar straks komt die vleugel dƔƔr aan de macht, kijk maar, en dan vliegen de belastingen ons weer om de oren. Dus: is de heer Van Dijck daar niet, met JA21, een beetje bezorgd over?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Nou, nee. Wij zijn er redelijk van overtuigd dat de Nederlanders straks in oktober de goeie keuze maken. Maar ik maak me wel bezorgd over uw opmerking, over de opmerking van JA21, als het gaat om het eigen risico en de huren bevriezen. Want u zegt enerzijds dat u iets wil doen voor de burgers, maar anderzijds dat dat van het eigen risico een slecht idee was en dat de huren bevriezen een slecht idee was. Met andere woorden, u krijgt twee goede ideeƫn die veel doen voor de portemonnee van de burgers en u laat zich leiden door wat de instituties zeggen en wat de spin is dat het zogenaamd een slecht idee is. U weet zelf ook dat wij het eigen risico halveren, meer dan halveren, maar dat dat 5 miljard kost. En als dat de premies zou verhogen, dan had het geen 5 miljard gekost. Met andere woorden, wij verlagen de lasten voor burgers en compenseren die verhoging van die premies volledig, zowel via de loonbelasting als via de toeslagen. Met andere woorden, niemand voelt straks dat die premie omhooggaat. Maar u laat zich weer leiden door het spinnen van de mensen die het niet willen, en dan krijg je dit soort interrupties.
De heer Eerdmans (JA21):
Als je zuinig bent op je eigen risico, dan ga je weer meer betalen, tuurlijk: we gaan 200 euro premie bijbetalen. Dus dit is een fabel. Dit zijn dus domme plannen zonder daarover na te denken. Daarom vinden deskundigen en instituten dat ook "domme plannen" ā ja, dat wordt er dan inderdaad bij gezegd. Als je dat eigen risico niet terugdraait, heb je 5 miljard over en kan je die vervelende accijnsverhoging aan de pomp zo meteen achterwege laten. Want vanaf januari gaan we weer een kwartje bijbetalen; de "Barrybonus", zeg maar. Of dat zeiden we altijd vroeger; de "minister van Verkeer", zeg ik er maar bij. Dat kun je dan doen, ja. Dan kun je accijnzen verlagen, de btw verlagen. Dat zijn structurele maatregelen om ons wat meer geld te geven. Dat simpele snijden in het eigen risico gaat voor een deel van de mensen dan inderdaad wat opleveren, voor mensen die heel vaak naar het ziekenhuis gaan, maar de gezonde mensen gaan daar zĆ©ker voor betalen. Daar denkt de PVV gewoon niet over na. En die huurbevriezing is allang afgeschoten door allerlei mensen eigenlijk, die zeiden: jongens, dat leidt tot een totale verstopping, of meer, van die hele woonsector; daardoor gaan we dus gewoon geen huizen meer bouwen. Dat zeggen de corporaties ook. Daarvoor kun je allemaal je kop in het zand steken, maar het is wel de waarheid. Dus, kortom: ja, we staan denk ik aan dezelfde kant waar het gaat over meer geld in de portemonnee, minder accijnzen, minder btw en minder belastingen, maar dan niet door kortetermijnmaatregelen, die even heel leuk lijken voor de huiskamer. Zoals die vraag van die mevrouw in dat programma, en met Wilders toen: ja, dat gaan we nu regelen, nĆŗ regelen. Nu regelen is heel dom, want de mensen gaan daar uiteindelijk meer voor betalen.
De voorzitter:
Meneer Van Dijck.
De heer Eerdmans (JA21):
Meneer van Dijck, wat vindt u daarvan?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Dat moet u dan tegen die mevrouw zeggen, dat ze heel dom is en dat ze het eigen risico lekker moet betalen. U kunt het makkelijk betalen, maar wij zijn ervan overtuigd dat het eigen risico naar nul moet. Wij vinden het eigen risico een schandalig iets. Een schandalige maatregel, een boete op ziek zijn. Mensen die ziek zijn en het toch al krap hebben, laat je gewoon ā¬385 betalen, terwijl ze het niet kunnen betalen. Als u dat een mooie maatregel vindt, is dat uw probleem. Wij blijven ervoor knokken om het eigen risico van tafel te krijgen, zolang we hier zitten.
De voorzitter:
Heel kort, meneer Eerdmans, in derde instantie.
De heer Eerdmans (JA21):
Hoezo kort?
De voorzitter:
Ik heb aan het begin van het debat gezegd dat de interrupties kort horen te zijn, maar ik geloof dat u iets later binnenkwam. Ik heb er al eentje van u dubbel geteld. Gewoon kort, zodat er ook een beetje vaart in het debat blijft.
De heer Eerdmans (JA21):
Dat is de nieuwe lijn. Die is gisteravond ingegaan. Als je iets te lang praat, geldt dat als dubbele interruptie. O, geldt het al langer? Oké. Mijn punt is: die mevrouw heeft dus helemaal niets gekregen. Wilders zei tegen Timmermans: het moet nú geregeld worden. Maar die mevrouw staat nu ook te kijken van: we gaan weer naar de stembus.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Een halvering.
De heer Eerdmans (JA21):
Nee, dat is dus allemaal mislukt, omdat jullie weggelopen zijn en er niet uitgekomen zijn met elkaar. Dat is gewoon ontzettend jammer, in dat opzicht. Maar nou even het volgende. De verkiezingen komen eraan. De PVV wordt uitgesloten door de VVD, D66, de Partij van de Arbeid, door heel links. Kortom: met wie moet de PVV straks nog regeren?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik ga daar niet op vooruitlopen. De vorige keer werden we ook uitgesloten. We haalden 37 zetels en gingen regeren. Als wij nu 50, 60, 70, 80 zetels halen ⦠Met 80 zetels hebben we zelfs niemand nodig. Met 50, 60 zetels zijn er altijd mensen die met ons willen praten en noem maar op. Je kunt niet 2,5 miljoen, 3, 4, 5 miljoen mensen in dit land in de steek laten en zeggen: jullie doen er niet toe. Dat kan niet. Dus dan neem ik aan dat de democratie gewoon haar werk doet. Iedereen die nu zegt "we willen niet meer met die en we willen niet meer die" ⦠Ze hebben een grote mond over de democratie, maar als ĆĆ©ts ondemocratisch is, is het wel iemand van tevoren uitsluiten.
De heer Eerdmans (JA21):
Daar ben ik het van harte mee eens. Laten we ervan uitgaan dat jullie geen 76 zetels halen. Er zal dus altijd iets bij moeten. Dan denk ik dat het steeds lastiger wordt. Hier vertrouw ik de VVD dan wel in, dat ze liever met links gaan praten dan met jullie. Dat vind ik als rechtse kiezer en vertegenwoordiger een probleem. Dus ik sluit me er niet bij aan. Ik vind dat je met alle partijen moet praten en afhankelijk van de uitslag gewoon het gesprek moet voeren. Maar ik vrees wel dat het heel erg lastig wordt. Ja, ik hoop ook dat het niet nog lastiger gaat worden. Maar goed, JA21 zal zijn uiterste best doen om zo veel zetels binnen te slepen dat we mogelijk toch nog wat zonlicht gaan zien na oktober, voor de rest van Nederland.
De voorzitter:
Ik hoorde geen vraag. Ik weet niet of meneer Van Dijck erop wil reageren.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Laten we het hopen. Maar ik heb nog ƩƩn puntje.
De voorzitter:
U heeft geen tijd meer.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Maar het is wel een heel belangrijk puntje.
De voorzitter:
Dan had u daarmee moeten beginnen, misschien.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Als u mij toestaat, zal ik het heel kort ā¦
De voorzitter:
Ik geef u nog een paar seconden.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Het gaat erom dat we toch iets kunnen doen voor de boodschappen. Het probleem zit 'm in de etikettering. Dat kost niks. Ik zie de minister van Financiƫn opfleuren, want het kost niks. Kunnen we niet iets verzinnen met etikettering? In Nederland hebben we een nationale kop gezet op de EU-verordening dat een etiket in begrijpelijke taal moet worden opgesteld. Nederland heeft gezegd dat dat in het Nederlands moet, terwijl we allemaal weten dat heel Nederland ook Engels, Duits en Frans kan. Als ze het niet kunnen, heb je er heel handige tools voor. Dus laten we die nationale kop schrappen, zodat we in ieder geval de Duitse en Engelse producten, met een etiket in een andere taal, ook kunnen verkopen in de Nederlandse supermarkt, want dat scheelt namelijk heel veel geld. Ik zal geen namen noemen, maar er is nu al een supermarkt die alles gaat omverpakken om er een Nederlands etiket op te plakken.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Dijck.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Dat scheelt euro's per product.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Dijck. Dank u wel.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Dus ik hoop op een ā¦
De voorzitter:
Neenee, ik ga daar geen interrupties op toestaan. We zijn echt toe aan de bijdrage van meneer Vijlbrief.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Ik wil echt nog een interruptie plaatsen. Het is mijn eerste interruptie in het debat, en graag aan de heer Van Dijck.
De voorzitter:
Nou, meneer Van Dijck, loopt u nog even terug naar de katheder, alstublieft? Want meneer Van der Lee heeft heel lang gewacht om een interruptie te plegen, maar ik gun het hem.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Ik dacht: ik luister tot de laatste letter. Ik heb echt nog nooit zo'n huiliehuilieverhaal gehoord van de PVV.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Over die etiketten?
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Het ligt allemaal aan anderen. "Wij hebben keihard onderhandeld." Ze hebben ingestemd met begrotingsregels die ze niet kenden, met een meevallerregel die zo vaag is dat er niks staat. En nu achteraf klagen. U heeft helemaal niet keihard onderhandeld. U heeft echt heel dom onderhandeld. Dat zien we op allerlei terreinen terug. Neem daar eens verantwoordelijkheid voor. Ik ben benieuwd waar de PVV nu staat. Voordat u ging regeren, zei u: we hebben geen financieel anker voor het tekort. Heeft de PVV dat nu weer niet meer? Gaat de PVV doorrekenen? Gaat de PVV aan Nederland laten zien dat ze wat ze allemaal roepen, blaten, ook waar kunnen maken? Of gaat u gewoon door op de oude voet en komt er weer helemaal niets van terecht?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Tja, ik weet niet goed wat precies de vraag is. De PVV heeft allerlei plannen. We hebben onderhandeld, keihard onderhandeld. De onderhandelaars kunnen dat beamen. Maar ik zei het al: nu de huurbevriezing van tafel is ... We liepen gewoon een doodlopende weg op, in de zin van: wij wilden minder migratie en we kregen meer migratie, en we wilden minder lasten en we kregen meer lasten. Met andere woorden, wat is er dan nog het nut van om in dit kabinet te blijven zitten? De heer Van der Lee trekt een hele grote broek aan, maar hij heeft het zelf ook meegemaakt toen hij een keer met de VVD in een kabinet ging zitten. Toen ging hij volgens mij van 38 zetels naar 9 zetels, omdat hij toen het VVD-programma heeft uitgevoerd. Met andere woorden, wij willen dat voor zijn. Wij gaan niet vierenhalfjaar lang het VVD-programma uitvoeren. Wij zeggen: genoeg is genoeg, dus laat de kiezer maar weer spreken. Dat had de PvdA toen ook moeten doen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Dijck. We gaan luisteren naar de bijdrage van de heer Vijlbrief. Hij spreekt namens de fractie van D66.
De heer Vijlbrief (D66):
Voorzitter, dank u wel. Het voorjaar is mijn favoriete seizoen: de dagen worden dan langer en na de val van dit kabinet is de zon echt gaan schijnen. Dat hebben we allemaal kunnen zien. Het voelt alsof alles beter wordt.
Vooruitgang was de drijfveer achter mijn wens om de politiek in te gaan. Acht maanden geleden hield ik op deze plek mijn maidenspeech. Ik zei toen: ik wil opkomen voor mensen met een zachte stem, voor mensen die geen grote mond hebben en worden verdrukt door een almachtige overheid, maar ook voor mensen die het volgens anderen zogenaamd wel niet begrepen zullen hebben en voor mensen in de toekomst die nog helemaal geen stem hebben. En je zou het misschien niet denken, maar het debat van vandaag gaat over deze mensen: mensen die hun leven op pauze zetten omdat ze geen woning kunnen vinden, mensen die moeite hebben met lezen en schrijven, mensen die zich iedere maand weer afvragen hoe ze de energierekening moeten betalen, ondernemers die verdwaald raken in regels en bureaucratie en steeds minder goed kunnen concurreren. Dat zijn de mensen waarvoor ik hier sta. Die mensen kijken naar de politiek voor oplossingen.
Dan ligt er nu een Voorjaarsnota waar zij eerlijk gezegd helemaal niks mee opschieten. Ik ga het toch zeggen: er is broddelwerk afgeleverd. Dat bleek net ook al uit het debat. Ik citeer hoogleraar Jacobs: "Het kabinet heeft meer maatregelen genomen die de economie schaden dan maatregelen die de economie vooruithelpen." Hij doelt daarbij ongetwijfeld op die opnieuw hele grote bezuiniging op het onderwijs, op leerlingen in het basisonderwijs, het mbo en het hoger onderwijs, op jonge kinderen op het vmbo, op kinderen die dit het hardste nodig hebben, op mbo- en hbo-studenten. Dat is onverstandig, niet alleen omdat ieder kind het beste onderwijs verdient, maar ook omdat het getuigt van economische roekeloosheid. Dat heb ik al eerder gezegd. In een tijd van krapte op de arbeidsmarkt, technologische veranderingen en onzekerheid op de financiƫle markten zet het kabinet opnieuw het mes in de kenniseconomie. We hebben het hier eerder over gehad, maar ik wil toch nog een keer aan de minister vragen hoe hij als VVD-minister ons zo terug in de tijd kan werpen op dit punt. Zou hij daar wat over willen zeggen?
Voorzitter. Alles begint bij dat onderwijs. Daarom doet D66 vandaag met een aantal andere partijen voorstellen om die fikse onderwijsbezuiniging in de Voorjaarsnota terug te draaien. Dat doen we niet alleen, maar met een samenwerking die eerder heeft gefunctioneerd: D66, CDA, ChristenUnie, SGP en JA21. We hebben een keurig gedekt voorstel ingediend dat deze bezuiniging terugdraait. Ik roep partijen in deze Kamer op om daaraan mee te werken, partijen die de economie hoog in het vaandel hebben staan en de kenniseconomie belangrijk vinden. Gisteren in het NAVO-debat kwam het een aantal keren terug: het is ook belangrijk dat je economisch op je eigen benen staat. Ik roep de Kamer dus op: laten we dit met z'n allen terugdraaien. Ik wijs er ook nog een keer op ā zo werkt dat in een democratie ā dat er ook nog een Eerste Kamer is waarin allerlei andere partijen zitten die dit ook weer tegen zullen houden als dit nu niet van tafel gaat.
Zoals u weet, zal D66 geen enkele bezuiniging op het onderwijs accepteren. Er ligt dus ook een voorstel om, naast de half miljard die het kabinet extra bezuinigd heeft, de hele bezuiniging op onderwijs terug te draaien. Want onderwijs, leerlingen en studenten zijn geen kostenpost, maar vragen om investeringen.
Ik zie een interruptie, voorzitter.
De voorzitter:
Inderdaad, die zie ik ook. Mevrouw Aukje de Vries.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik stel het altijd op prijs als er wel een poging gedaan is om dekking te zoeken voor voorstellen die men graag anders zou willen zien. Maar ik was toch een beetje teleurgesteld in de dekking in het amendement. Wij hebben natuurlijk eerder over de begroting van OCW gesproken. Toen heeft de flexibilisering van de AOW ook op tafel gelegen. Ook het andere voorstel, de kartelboetes, heeft op tafel gelegen. Daar is toen van gezegd: dat kan niet. Waarom denkt D66 nu dat het wel kan? Dat komt op mij dan ook wel over als broddelwerk. Als u dat wilt plakken op de Voorjaarsnota, dan vind ik dit amendement eigenlijk ook wel broddelwerk.
De heer Vijlbrief (D66):
Toch nog een keer over waarom we dit doen, voordat ik inga op de dekking. Het gaat om een bezuiniging, 150 miljoen op de onderwijskansenregeling, die het onderwijs voor de kinderen in het vmbo die de meeste moeite hebben, ondergraaft. Dan even naar de dekking. Van die kartelboetes is volgens mij nooit gezegd dat het niet kan. Sterker nog, het staat in alle verkiezingsprogramma's, dus ik vermoed ook in dat van de VVD, voor dit bedrag. Het zal straks ook weer voor datzelfde bedrag in de boeken staan. Wanneer het gaat om de flexibilisering van de AOW: op lange termijn een nul, maar de lange termijn is dan 2050. Ik durf dit broddelwerk wel te vergelijken met wat dit kabinet tot nu toe heeft opgeleverd. In 2035 levert het namelijk gewoon het bedrag op dat daar staat. Ik zie het broddelwerk hier dus niet.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
U mag natuurlijk altijd iedereen de maat nemen, ook over de Voorjaarsnota. Daar staan we hier ook voor. Maar dan wel even serieus. De flexibilisering van de AOW levert inderdaad structureel niks op, maar u wilt er wel 200 miljoen mee dekken. Dat klopt dan volgens mij niet. Wat betreft de boetes van de ACM geloof ik dat er de afgelopen jaren nog minder dan ā¬100.000 aan boetes geĆÆnd is. Men moet zich daar gewoon aan de regels houden. Het is een onafhankelijke toezichthouder. Er zijn ook Europese richtlijnen voor hoe je dat moet doen. Ook daarvan wordt gezegd, nog even afgezien van wanneer je het allemaal zou kunnen uitvoeren, dat het niet klopt. Dus als u zegt dat u inderdaad als doel wilt om de bezuiniging op die regeling te schrappen, dan zou ik willen voorstellen om opnieuw naar de dekking te kijken, want dit kan echt niet.
De heer Vijlbrief (D66):
Ik ben het hier gewoon niet mee eens. Mevrouw De Vries en ik zijn het hier niet over eens. Kartelboetes staan voor 200 miljoen in de doorrekening van het CPB bij de verkiezingsprogramma's van bijna alle partijen. De flexibilisering van de AOW levert inderdaad in 2050 nul op, maar in 2035 dit bedrag, dus ik begrijp uw punt niet.
De heer Vermeer (BBB):
Ik zou graag willen dat de heer Vijlbrief even uitlegt waar dat geld dan vandaan gehaald wordt. Als iets op termijn niets oplevert, dus gewoon op nul staat, maar voor de korte termijn dekking oplevert, dan gaat er iemand geld betalen. Kan de heer Vijlbrief uitleggen wie dat gaan betalen en wanneer?
De heer Vijlbrief (D66):
Ja, dat is heel eenvoudig. Bij de flexibilisering van de AOW werkt het zo dat mensen langer doorwerken en dus langer premie afdragen. Daarom is het saldo op de hele lange termijn nul, maar tot 2035 kan het dit makkelijk dekken.
De heer Vermeer (BBB):
Ik heb het dus goed begrepen dat de mensen die langer doorwerken dit betalen?
De heer Vijlbrief (D66):
Jazeker. Zij betalen namelijk langer premie en krijgen later ook een hogere AOW-uitkering, en daarom valt dat tegen elkaar weg in 2050. In 2035 levert dit dus geld op, ja.
De voorzitter:
Meneer Van der Lee heeft ook een vraag voor u.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Vooropgesteld dat we het eens zijn over het doel: die maatregel moet van tafel. Daarom loopt die ook mee in ons bredere amendement, gedekt uit een aantal specifieke lastenverzwaringen. Ik heb ook wel een probleem met wat er gezegd wordt over de flexibilisering van de AOW. Ik heb namelijk nog eens goed gekeken naar de doorrekening en daar staat structureel een tegenvaller van 100 miljoen. Dat loopt niet rond, omdat de AOW-rechten die men opbouwt groter zijn en per saldo niet volledig worden gedekt uit de premies die worden betaald. Feitelijk gaat het op termijn geld kosten. Ik wou dat toch gezegd hebben, omdat ik denk dat ons amendement veel beter is, omdat daarmee de hele bezuiniging van tafel gaat, inclusief de maatregel die D66 ook graag van tafel wil. Laten we elkaar daar dan op vinden.
De heer Vijlbrief (D66):
Nog ƩƩn keer. Ik denk dat de heer Van der Lee en ik aan dezelfde kant van het touw trekken wanneer het gaat om wat we hier proberen te doen. Deze flexibilisering van de AOW levert tot 2035 ā 2035 vind ik structureel genoeg, als ik zie wat dit kabinet allemaal in elkaar geflanst heeft ā dit geld op. Maar als die dekking het grote probleem wordt, dan kan de heer Van der Lee altijd met mij praten over een andere dekking, alleen niet over wat hij voorstelt. Dit is een prachtige gelegenheid om dat even te zeggen. Ik ben het met de dekking die GroenLinks-PvdA in haar amendementen aanbrengt, totaal oneens. Ik vind het onverstandig om de verdiencapaciteit van Nederland aan te tasten. Ik vind dat geen verstandige dekking, maar er zijn voldoende andere bronnen. In de hele btw-discussie hadden we er wel twintig. Ik heb ook het eigen risico altijd genoemd. Dat gebruiken we voor het grote amendement, maar dat kan ook hiervoor ingezet worden. Wat dat betreft: geld vinden we hier wel voor, maar het gaat mij erom dat de bezuiniging op de onderwijskansenregeling van tafel gaat.
De voorzitter:
Gaat u verder.
De heer Vijlbrief (D66):
Voorzitter. Een echte doorbraak is ook nodig voor een bloeiende nieuwe economie. Als het kabinet serieus zou hebben ingegrepen en zou hebben geĆÆnvesteerd in het net, hadden mensen straks misschien de energierekening weer kunnen betalen. Dat net piept en kraakt namelijk. Het vergt een investering van ā hou je vast! ā 200 miljard om dat op orde te krijgen. Dat is een van onze grootste investeringen sinds de Deltawerken. Wij zijn daartoe bereid. D66 vindt ā daarover hebben wij eerder dit debat gehad ā dat wij hier als rijksoverheid direct in moeten investeren. Zo verlagen we de maatschappelijke kosten en versnellen we de transitie. Zo worden de kosten van deze investering eerlijk verdeeld over de huidige generatie en de komende generatie. Mijn vraag aan de minister blijft ā we hebben het hier eerder over gehad ā waarom hier niet naar wordt gekeken in de Voorjaarsnota.
Ten slotte defensie. Heel kort daarover, want daar is gisteren een groot debat over geweest. Daarin is een grote investering nodig en ik geloof dat de Kamer het daarover behoorlijk met elkaar eens is. Ik vind het heel goed dat het kabinet naar 3,5% wil, maar er staat geen begin van een dekking in het voorstel van het kabinet. Daarom zou ik toch aan de minister willen vragen: wat is deze belofte eigenlijk waard en hoe ziet hij dat voor zich in de toekomst?
Ik begon mijn bijdrage met te zeggen dat ik hier sta voor mensen. Dat vraagt om een andere politiek, voor vooruitgang en voor doorbraken. Dat vraagt niet om stilstand en kortzichtige bezuinigingen, maar om investeringen in onderwijs, woningbouw, veiligheid en klimaat, zodat mensen het beter krijgen. Daarvoor zit ik in de politiek. Ik hoop dat ik dat mag blijven doen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Vijlbrief. Dan zijn we toe aan de inbreng van de VVD-fractie, bij monde van mevrouw Aukje de Vries.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Dank u wel, voorzitter. De Voorjaarsnota van een demissionair kabinet behandelen is natuurlijk uitdagend. De VVD vindt het belangrijk dat we ook in deze demissionaire periode onze verantwoordelijkheid nemen, zodat het kabinet kan doorwerken en kan doen wat nodig is voor de mensen en bedrijven in ons land. De VVD vindt dat we als Tweede Kamer de rust moeten bewaren en geen onverantwoordelijke dingen moeten doen. De VVD neemt verantwoordelijkheid om ook in een demissionair kabinet door te werken. Daar hoort wat de VVD betreft bij dat we er geen financiĆ«le gatenkaas van maken, dat er geen ongedekte cheques worden uitgedeeld en dat gratis bier ā daar hebben we het net al over gehad ā niet aan de orde kan zijn. De VVD wil niet nu geld uitgeven zonder na te denken over hoe we dat in de toekomst zouden moeten gaan betalen. Wij willen de rekening niet doorschuiven. Ook willen wij niet allerlei voorstellen doen en aannemen die goed voelen, maar die vooral aangeven dat er geen lef is om moeilijke beslissingen te nemen. We moeten de rust ook behouden voor onze ondernemers. Zij hebben behoefte aan zekerheid.
Voorzitter. Bij de vorige kabinetsval is flink verbouwd aan de begroting, het Belastingplan. In een handomdraai werden financiƫle maatregelen genomen met grote gevolgen, maatregelen die onze bedrijven keihard raken en die ons vestigings- en investeringsklimaat schade berokkenden. De VVD heeft dit bij de onderhandelingen over het hoofdlijnenakkoord terug kunnen draaien. Vorige week gebeurde er iets vergelijkbaars met een motie om enkele voorstellen in de zorg te schrappen. SP, GroenLinks-PvdA, PVV, JA21, Volt, Partij voor de Dieren en DENK steunden een voorstel met een ongedekte cheque van 3,1 miljard. Afgelopen dinsdag kwam er nog weer eentje bij, voor 2 miljard. Allemaal gratisbiermoties van partijen op de flanken. We zien het ook weer aan de amendementen die nu voorliggen bij de Kamer. Is dit hoe we het de komende tijd gaan doen? De VVD vindt dat onverantwoord. Terughoudendheid is gepast.
Voorzitter. Terug naar de Voorjaarsnota. De VVD staat voor een solide financieel beleid dat werkt voor de mensen in ons land. De prioriteiten voor de VVD bij deze Voorjaarsnota zijn allereerst veiligheid en weerbaarheid.
De voorzitter:
Voor u verdergaat, is er een interruptie voor u van meneer Dijk.
De heer Dijk (SP):
De partijen die voor dat goede voorstel stemden om die bezuiniging op de zorg te schrappen, hebben er allemaal hun commitment aan geven om er de komende tijd voor te zorgen dat die bezuiniging geschrapt wordt. Wil de VVD ook dat commitment geven?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Wij hebben tegen die motie gestemd. Ik vind ook niet dat je dit soort commitment kunt geven zonder te kijken naar waar het uit betaald wordt. Ik vind dat onverantwoord; mijn partij vindt dat ook onverantwoord. Wij zullen dat soort voorstellen, die niet goed onderbouwd zijn en die niet passen binnen de prioriteiten die wij hebben ā dan kijk ik naar de dekkingen bij een aantal amendementen die nu door andere partijen wĆ©l voorgesteld worden ā dus niet steunen.
De heer Dijk (SP):
Ik zal vandaag met een voorstel komen om daar een dekking bij te leveren. Ik vind inderdaad dat dat goed is en dat dat zo hoort. Maar er is hier gisteren een debat gevoerd, iets meer dan 12 uur geleden, waarin ook uw partij een commitment gaf van twee keer 16 tot 19 miljard euro. Dat is geen flesje gratis bier. Dat is geen krat gratis bier. Dat is geen fust gratis bier. Dat is een hele gratis bierfabriek! Dus effe een beetje dimmen als het gaat om gratis bier, zou ik tegen de VVD willen zeggen. U heeft echt een boel boter op uw hoofd. Een commitment van 16 tot 19 miljard ā twee keer! ā dat is pas echt gratis bier. Ga hier nou niet de draak lopen steken met andere mensen. U maakt andere keuzes; dat kan. Maar wij kiezen voor de zorg en u niet.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Wij hebben met deze Voorjaarsnota natuurlijk al een stapje gezet. Wij denken ook dat we dit ook stapsgewijs moeten doen. Het is niet zo dat we volgend jaar al dat hele percentage en al dat geld moeten overmaken. Dat is nog niet het geval. We hebben gisteren volgens mij ook een aantal richtingen aangegeven waarin wij dat willen zoeken. Dat zijn waarschijnlijk niet de richtingen die de heer Dijk aantrekkelijk vindt. Het gaat dan bijvoorbeeld om het terugdraaien van het eigen risico. Je zou ook nog een aantal besparingen kunnen doen, bijvoorbeeld op niet-effectieve zorg. Je zou nog kunnen prioriteren met ontwikkelingshulp. Dat gebeurt ook in het VK met de zogenaamde Starmernorm. Wij staan voor een kleine overheid. Dat vinden wij belangrijk. Wij vinden dus ook dat we daar heel kritisch naar moeten kijken en dat we die moeten verkleinen.
De heer Dijk (SP):
Dat kan de VVD allemaal doen. Dat kan de VVD allemaal zeggen. Maar ik heb geen voorstel gezien, dus het is allemaal gratis bier. Het is allemaal luchtfietserij. Ik kom vandaag met een voorstel om de 350 miljoen euro die nu wordt bezuinigd op de ouderenzorg, gehandicaptenzorg en ggz te gaan schrappen, mƩt een dekking. Ik kom met iets heel concreets. We kunnen stapsgewijs de bezuinigingen in de zorg in 2026 afschaffen, maar de VVD kiest gewoon voor iets heel anders. Stop dus even met het valse frame neerzetten dat partijen hier met moties zonder dekking komen. Dat is namelijk echt ongelofelijk flauw.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Volgens mij had u een motie met 3 miljard aan bezuinigingen op zorg terugdraaien. Volgens mij is er gisteren ook nog een motie aangenomen van uw partij met zo'n 2 miljard, als ik het allemaal bij elkaar optel, voor de gemeenten. Het gaat dan om 5 miljard. Ik hoor nu een voorstel voor dekking om dingen stapsgewijs te doen. Ik kijk naar het amendement, maar ik denk niet dat wij dat zullen steunen, want ik denk dat ik wel ongeveer weet waar de dekking gezocht gaat worden. Ik moet eerlijk zeggen dat ik het ook wel heel bijzonder vind dat de amendementen ons op dit moment om de oren vliegen. Waar praten wij nu over? We praten over de Voorjaarsnota en over de begrotingswijzigingen die zien op dĆt jaar. Ik zie allemaal voorstellen om in 2027 wat terug te draaien of in 2026; daar gaan de begrotingswijzigingen die nu voorliggen niet over. Die gaan over het lopende jaar. U weet zelf dat we al moeite genoeg hebben om in het lopende jaar de budgetten die nu in de begroting zitten uit te geven. Ik vind het dus ook wel een bijzondere discussie worden met elkaar.
De heer Van Houwelingen (FVD):
De VVD merkt altijd op dat het belangrijk is om dekking te vinden en dat we geen gratis bier moeten uitdelen. Ik wil hier toch wel op doorgaan. Er is die steun aan OekraĆÆne; die valt buiten het uitgavenkader. Daar is dus eigenlijk geen dekking voor. De VVD wil nu ook die NAVO-norm verhogen. Dat gaat om tientallen miljarden. Ik zou dus weleens een betoog van de VVD willen horen over hoe die partij dat denkt te gaan financieren.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Volgens mij heb ik dat net opgenoemd. Ik kan het nog een keertje herhalen, maar dat lijkt me een beetje tijdsverspilling.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Dat telt dus niet op tot het benodigde bedrag van tientallen miljarden euro's. Dat is waarschijnlijk een van de redenen dat de staatsschuld gaat oplopen. Bij de stukken zit het advies van de Raad van State. Daar zou ik graag een reactie van de VVD op willen hebben. Die zegt: de staatsschuld gaat stijgen de komende tien jaar, van ongeveer 43% van het bbp nu naar de helft, naar 50%. Hoe kijkt de VVD daar nou tegen aan?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Volgens mij heb ik zonet een aantal voorstellen opgenoemd. Je kunt kijken naar het terugdraaien van de verlaging van het eigen risico. Dat gaat om 4,3 miljard. Een minder harde stijging van de bijstandsuitkeringen gaat om 800 miljoen. Het prioriteren van ontwikkelingshulp met de Starmernorm gaat om 1,6 miljard. Ik noem een overheid die focust op kerntaken met taakstellingen wat betreft ambtenaren en subsidies. Daar kun je ook wel een bedrag achter zetten. Ik denk dat dat wel in de richting van 1 miljard komt. Natuurlijk vraagt dit om moeilijke keuzes, maar ik denk echt dat we van een koude kermis thuiskomen als we nu niet bereid zijn om die moeilijke keuze te maken om te investeren in onze defensie en onze veiligheid. We zien wat er in de wereld gebeurt. We zien wat er aan de grenzen van Europa gebeurt in OekraĆÆne. We zien wat er in het Midden-Oosten gebeurt. De onzekerheid en onveiligheid zijn gigantisch. Het vraagt dan om moeilijke keuzes. Wij zijn bereid om die keuzes te maken. We laten dat dan niet maar ergens in een saldo lopen. We laten dan niet de staatsschuld maar gigantisch oplopen. Wij willen dat op een verantwoorde manier doen. U mag ervan uitgaan dat we dat ook stapsgewijs, in de begroting, richting het eindmoment waarop wordt afgesproken dat we op die 3,5% moeten zitten, doen. We gaan dat met elkaar op een nette manier doen.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Dat is niet waar. Het telt niet op tot 20 miljard euro. Dat zou ook helemaal niet kunnen. De Raad van State, een adviescollege dat de VVD altijd hoog heeft zitten, zegt zelf ā reageer daar nou eens op, vraag ik via de voorzitter aan de VVD ā dat de staatsschuld langs dit pad oploopt naar 50%. Dus het loopt toch op? De VVD doet toch alles op de pof? Dat is toch de waarheid? Dan kan mevrouw De Vries toch niet zeggen dat het niet waar is? De VVD doet dit juist en maakt geen keuzes.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Nou, ik denk dat wij een heleboel keuzes maken. Ik denk dat dat in het verkiezingsprogramma ook duidelijk zal zijn. Inderdaad, de staatsschuld loopt op. We blijven nog wel degelijk binnen de 60%, waar u waarschijnlijk helemaal niks mee heeft, dus binnen de begrotingsregels voor staatsschuld die wij met elkaar hebben afgesproken in Europa. Dat vinden wij belangrijke ijkpunten. Dat moet verantwoord zijn. Het begrotingstekort moet ook verantwoord zijn. Daarvoor heb je keuzes nodig. Nee, dit telt inderdaad nog niet op ā dat ben ik met u eens ā maar ik denk dat we ook nog wel even de tijd hebben om dit met elkaar op een goede en verantwoorde manier te doen, zodat er wel een fatsoenlijke dekking is voor die voorstellen. Dat gaat pijn doen. Dat betekent keuzes maken. Wij zijn bereid om die keuzes te maken, omdat wij gewoon in een veilig land willen wonen. Dat is de basis van alles. Wij moeten bereid zijn om daarin te investeren. Daarvoor moet je keuzes maken.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Heel fijn dat de VVD in ieder geval erkent dat de staatsschuld gaat oplopen. Nog ƩƩn vraag over de omvang van de overheid. We lezen ook in het advies van de Raad van State dat die nu ongeveer hetzelfde blijft: 43% of 44% van het bruto nationaal inkomen. Dat gaat stijgen naar 50% van het bruto binnenlands product in 2030 of 2033, zeker als je die extra defensie-uitgaven, die 2% die dit gaat kosten, erbij optelt, wat we natuurlijk moeten doen. Dat is hoger dan het was onder Den Uyl. De Staat gaat dus enorm groeien in omvang. Nou is mijn vraag natuurlijk via de voorzitter aan mevrouw De Vries: hoe denkt de VVD er dan over als liberale partij dat de Staat en de overheid zo veel groter gaan worden?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik heb volgens mij aangegeven dat wij voor een kleinere, maar wel krachtige overheid zijn, die doet wat ze moet doen, maar niet de oplossing is voor elk probleem in het land. Ik heb volgens mij ook een aantal voorstellen opgenoemd die vooral over de uitgaven gaan en die de uitgaven ook beperken. Dat zou wat ons betreft ook de juiste weg zijn. Laten we niet allemaal lasten verhogen of dat soort zaken, maar echt heel kritisch kijken naar wat de overheid allemaal doet binnen verschillende onderdelen en taken. Wij willen daarin echt keuzes gaan maken.
De voorzitter:
Meneer Van Houwelingen in vijfde instantie op dit onderwerp. Zesde, zelfs.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Ja, ik rond af. Dat is dus het probleem: mevrouw De Vries zegt, zeg ik via de voorzitter, voor een kleine overheid te zijn, maar dat gebeurt dus niet. De overheid wordt onder de VVD steeds groter en groeit langs dit groeipad dus naar de helft van het bruto nationaal inkomen toe. Dat is groter dan de overheid was onder Den Uyl. De VVD ā dat is mijn punt, voorzitter ā zegt dus steeds het een, maar doet het ander.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik kijk uit naar het doorgerekende verkiezingsprogramma van Forum voor Democratie.
De heer Vijlbrief (D66):
Er zijn zo veel dingen waar je wat over kunt vragen, maar laat ik met het volgende beginnen. Mevrouw De Vries zegt net: ik ben voor een niet zo grote, maar wel krachtige overheid. Toch even terug naar de schade die nu wordt aangericht in het onderwijs. Die extra bezuiniging wordt natuurlijk door de partijen die eerder gesproken hebben met deze coalitie beschouwd als verraad, denk ik, want daar waren afspraken over gemaakt. Maar goed, laat dat maar even. Waarom heeft de VVD nou, als ze zo voor een krachtige overheid is, ingestemd met een bezuiniging op kinderen in het vmbo die moeilijk kunnen meekomen? Als er nou ergens een overheidsrol is, is het wel daar. Ik ben ook een liberaal, maar ik zie daar een overheidsrol in. Ik vraag me af: waarom heeft de VVD hier nou mee ingestemd? Ik heb het niet begrepen.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Omdat wij ook keuzes moeten maken. Wij hebben ook wel gekeken waar wij denken dat het op een redelijk verantwoorde manier kan. We hebben ook gezien dat de begroting van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de afgelopen jaren fors gestegen is, van 39 miljard euro in 2019 naar 60 miljard nu, meen ik. Dat is een fors bedrag. Wij kunnen daar niet echt uit afleiden dat de leerresultaten er zo veel beter van zijn geworden. Er blijven op het gebied van kansongelijkheid echt nog wel een aantal regelingen intact om leerlingen te kunnen ondersteunen. In het grotere plaatje moet je inderdaad keuzes maken. Daarbij hebben wij er als VVD bij de onderhandelingen over de Voorjaarsnota voor geknokt om een eerste stap te zetten naar meer geld voor Defensie. Dat is nog niet genoeg, maar wel degelijk 1,2 miljard euro. Daar moeten wij keuzes voor maken, omdat wij het ook financieel verantwoord vinden. Dat betekent dus dat je ergens moet gaan schrappen.
De heer Vijlbrief (D66):
Dat begrijp ik. Ik doe ook wat langer Financiƫn, dus ik begrijp dat. Maar u bent nu van de PVV af, met allemaal eisen die niet gedekt zijn en allemaal gedoe. U kunt nu gewoon weer VVD-beleid voeren. U kunt nu gewoon zeggen wat u wilt. Waarom bezuinigt u nou op deze groep? Ik begrijp dat er keuzes moeten worden gemaakt. Ik begrijp dat de OCW-begroting groot is. Maar de VWS-begroting is ook groot en de SZW-begoting is ook groot. Maar waarom nou bezuinigen op deze groep? Mevrouw De Vries is niet tevreden met de dekking die nu in het amendement zit. Dan ga ik naar de dekking kijken. Kan ik mevrouw De Vries uitnodigen om mee te doen met het amendement om deze bezuiniging terug te draaien? Jacco Vonhof, voorzitter van MKB-Nederland, zegt: doe dit niet. Het zijn precies de mensen waar mevrouw De Vries normaal gesproken op wijst. Luister naar die mensen; het gaat over ons vestigingsklimaat. Zij zeggen: doe dit niet. Waarom deze regeling? Ik begrijp er echt niks van.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Omdat je wel keuzes moet maken als je wilt investeren in bijvoorbeeld een defensie, in die weerbaarheid van de samenleving. Ik denk dat de heer Jacco Vonhof ook niet blij zou zijn als wij zeggen "we gaan het nou wel in de fiscaliteit zoeken", dus als we de lasten gaan verhogen. Er moeten uiteindelijk keuzes gemaakt worden, wil je een aantal investeringen doen in onze veiligheid. Wij denken dat dit cruciaal is. Dan zul je andere keuzes moeten maken. Gaat dat pijn doen? Ja, dat gaat op sommige punten pijn doen, maar ik denk dat dit verantwoord zou kunnen zijn. Als er nog een keer een nieuw voorstel voor een dekking komt van de kant van D66 of andere partijen, zijn wij natuurlijk altijd bereid om daarnaar te kijken, maar dan moeten het wel dekkingen zijn die ook realistisch zijn. Ik vind deze niet realistisch. Ze moeten ook passen bij waar onze prioriteiten liggen. Ik daag D66 wat dat betreft dus uit.
De heer Vijlbrief (D66):
Die handschoen pak ik graag gelijk op: de halvering van het eigen risico. Daar is de VVD altijd tegen geweest. U heeft daarvan heel weinig geld nodig. Er is 5 miljard. U kunt met een heel klein beetje voor het eigen risico dit probleem oplossen. U had het over een kleine, krachtige overheid. Dat kunt u hier doen.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ja, maar we hebben wel afspraken met elkaar gemaakt in het hoofdlijnenakkoord. Daarvan zijn er nog drie partijen over. We hebben afgesproken dat wij er wel voor staan zolang ƩƩn partij nog steeds hecht aan het doorvoeren van een voorstel. Ik kan u zeggen dat dit voorstel niet terug te vinden zal zijn in ons verkiezingsprogramma, maar wij zijn goed voor onze handtekening onder de afspraken die wij nog hebben staan met NSC en BBB.
De voorzitter:
Meneer Vijlbrief, nog een keer?
De heer Vijlbrief (D66):
Dat nodigt toch uit tot nog een interruptie. Ik wilde het volgende al aan mevrouw De Vries vragen. Ik wilde dat ik apart doen, maar dit is zo'n prachtige aanleiding. Was dit het nou eigenlijk allemaal waard, in dat jaar waarin er helemaal niks is opgeschoten? De stikstofproblematiek: geen voortgang. De woningbouw: geen voortgang. De koopkracht: geen echte voortgang. Het bedrijfsleven: geen voortgang; bedrijven rennen weg. Dan gaat u nu "we zijn goed voor onze handtekening" zeggen, terwijl u bezuinigt op een regeling die bedoeld is ā ik zeg het nog ƩƩn keer, zodat iedereen die dit debat volgt, het begrijpt ā voor vmbo-leerlingen die moeilijk kunnen meekomen, terwijl de VVD altijd de mond vol heeft van het belang van de vakkrachten. Was deze coalitie het waard, met al die fijne afspraken, die nu verbroken is doordat er iemand wegloopt? Was dat het dan waard? Ik begrijp de afweging niet.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Er was natuurlijk een heel duidelijke verkiezingsuitslag. De reden waarom de VVD in dit kabinet is gestapt, was de mogelijkheid om een aantal dingen in gang te zetten op asiel en migratie, die we met uw partij nooit hadden kunnen realiseren. Dat heeft helaas niet zo mogen zijn, omdat de PVV uiteindelijk weggelopen is. Maar ik vind het heel belangrijk om daarop te blijven inzetten. Dat zult u in ons verkiezingsprogramma natuurlijk terugzien. Wij blijven nu, in dit kabinet, ook knokken om daar echt nog stappen op te zetten.
Ik werp echt verre van mij dat er helemaal niks gebeurd is. Ik denk dat we op het gebied van Defensie een aantal goede dingen hebben kunnen doen, met extra investeringen. Zo zijn er nog een aantal punten op te noemen waarop we echt stappen hebben gezet. Is dat genoeg geweest? Nee, dat is na een jaar nog niet genoeg geweest. Daaraan zullen we verder moeten werken. Ik hoop ook dat het kabinet die handschoen oppakt, want er zijn nog grote problemen. Daarom vind ik het ook belangrijk dat wij nu de verantwoordelijkheid nemen om dat op een goede manier te doen en dat wij nu bij deze begrotingswijzigingen voor het jaar 2025 geen al te zotte dingen gaan doen, en allemaal gaten in begrotingen gaan schieten, die in de toekomst vervolgens opgelost moeten worden of die niet gedekt zijn.
De heer Vijlbrief (D66):
Je moet wel heel dapper zijn om een voorstel van ons, waarmee u het niet helemaal eens bent wat betreft de dekking, "een zot ding" te noemen terwijl het kabinet een voorjaarsnota heeft opgeleverd waar die huurbevriezingen in zaten. Sorry, dit kabinet heeft helemaal niks geleverd, ook niet op asiel en migratie. Er is helemaal niks en er is anderhalf jaar verspild.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik begrijp dat de heer Vijlbrief dat op zichzelf betrekt. Dat zegt misschien ietsje meer over hem dan ik bedoeld heb. Ik heb het in generieke zin bedoeld. Ik heb richting de heer Vijlbrief ook aangegeven dat ik waardeer dat er voorstellen worden gedaan waarbij er gezocht is naar dekking. Deze dekking vind ik persoonlijk broddelwerk. Maar goed, ik ben benieuwd wat het kabinet daar straks over zegt. Eerder hebben wij hierover namelijk al met elkaar gesproken. Toen hebben wij geconcludeerd: het kan niet. Dan daag ik de heer Vijlbrief uit om wel met een degelijke dekking te komen.
De voorzitter:
Uw zesde interruptie, meneer Vijlbrief.
De heer Vijlbrief (D66):
Ik constateer gewoon dat het voor de VVD belangrijker is om hier te zeggen dat deze dekking "broddelwerk" is. Dat is blijkbaar leuk om te zeggen. Ik heb al gezegd dat ik best naar een andere dekking wil zoeken. Wat betreft de kinderen die in die onderwijskansenregeling zitten, zegt mevrouw De Vries: ach, het zit in een begroting van vele miljarden, dus het is helemaal niet zo erg. Dat is blijkbaar de VVD.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik ben zelf niet over broddelwerk begonnen; de heer Vijlbrief begon zelf over broddelwerk bij de Voorjaarsnota. Dan is het niet zo raar dat ik, als ik vind dat de dekking niet deugt ... Nou ja, dat stelt mij teleur; laat ik het dan zo zeggen.
De voorzitter:
Ook meneer Ergin heeft een vraag.
De heer Ergin (DENK):
Ik heb even een vraag over een ander onderwerp. Als wij kijken naar onze socials, naar de beelden die uit Palestina binnenkomen, zien we dat er vandaag weer kinderen zijn vermoord.
De voorzitter:
Meneer Ergin, even, hoor. Dit debat gaat over de Voorjaarsnota.
De heer Ergin (DENK):
Ja, voorzitter. Het gaat over de Voorjaarsnota.
De voorzitter:
Kunt u dan ook een vraag stellen over de Voorjaarsnota?
De heer Ergin (DENK):
Het gaat over de Voorjaarsnota met een mutatie over de situatie in Palestina. Dus volgens mij mag ik er dan een vraag over stellen, omdat het in de Voorjaarsnota staat. Dat mag toch gewoon?
De voorzitter:
Gaat u even door, maar ik wil er geen Midden-Oostendebat van maken, want dat was er vorige week al.
De heer Ergin (DENK):
Voorzitter, u kunt het teruglezen. In de Voorjaarsnota is er een mutatie over noodhulp. Daar wil een vraag over stellen, als dat mag.
De voorzitter:
Dat is heel goed. Als u die vraag dan even wil stellen.
De heer Ergin (DENK):
Ik was bezig met mijn inleiding.
De voorzitter:
Ja, maar die inleidingen zijn zo lang. Maar dat geldt niet alleen voor u.
De heer Ergin (DENK):
Ik was bezig met mijn eerste zin, voorzitter.
De voorzitter:
Gaat u verder, meneer Ergin.
De heer Ergin (DENK):
De situatie is ongekend wreed. Als mensen en kinderen al niet doodgaan door de bommen die vallen, gaan ze wel dood van de honger. Wat ik dan niet begrijp, is hoe de VVD kan instemmen met een Voorjaarsnota waarin een bezuiniging staat ingeboekt op noodhulp. Een bezuiniging op medicijnen, een bezuiniging op brood, een bezuiniging op tenten; hoe kan de VVD daar nou mee instemmen, zou ik aan mevrouw De Vries willen vragen.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
We hebben afspraken met elkaar gemaakt in het hoofdlijnenakkoord. U heeft overigens ook ons verkiezingsprogramma kunnen lezen, waarin we zeggen dat we minder willen uitgeven aan ontwikkelingshulp. Dat wil niet zeggen dat we noodhulp niet belangrijk vinden. We vinden dat wel degelijk nog belangrijk, maar er zijn keuzes gemaakt in de beleidsbrief die daarover gestuurd is. U koppelt dat nu direct weer aan Gaza. We hebben ook gezegd dat we humanitaire hulp voor Gaza belangrijk. We vinden het ook belangrijk dat erkend wordt, wat de aanleiding is geweest en dat Israƫl de mogelijkheid heeft om zichzelf te verdedigen. Ik denk dat DENK daar wat anders in staat.
De voorzitter:
Meneer Ergin, in tweede instantie op dit onderwerp.
De heer Ergin (DENK):
Mevrouw De Vries van de VVD zegt: wij vinden noodhulp belangrijk voor de mensen die dat nodig hebben. Tegelijkertijd steunt ze een Voorjaarsnota waarin er 2 miljoen wordt bezuinigd. Het gaat niet om een gigantisch bedrag. Het gaat niet om honderden miljoenen. Het gaat niet om miljarden, waar het net over ging. Het gaat om 2 miljoen: een druppel op een gloeiende plaat. De broodjes en de koffie op het ministerie kosten zelfs meer. Al die onderzoeken, al die consultants die we hier in Den Haag inschakelen, kosten al meer dan die 2 miljoen euro. Ik wil antwoord op een simpele vraag; niet over wat er in het hoofdlijnenakkoord is afgesproken. Zijn de beelden van de mensonterende situatie in Gaza, in Palestina, niet voldoende voor de VVD om te zeggen: weet je wat, die bezuiniging van 2 miljoen laten we even voor wat het is; we gaan daar niet op bezuinigen, we gaan die mensen juist extra helpen?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik denk dat het belangrijk is dat er noodhulp geleverd kan worden op dit moment, als de Israƫli's dat toestaan. Daar wordt ook druk op uitgeoefend. We hebben inderdaad keuzes moeten maken, ook keuzes om aan het aantal wensen van de Kamer tegemoet te komen. Dat betekent dat er ook een aantal maatregelen is genomen, die bij alle onderwerpen neerslaan. Ik kan dat uitleggen, omdat er ook nog voldoende budgetten beschikbaar blijven voor noodhulp.
De heer Ergin (DENK):
Dan kom ik tot de conclusie dat we te maken hebben met een regering die wegkijkt; die wegkijkt van de genocide. Het enige dat ik hier aan de VVD vraag is: maak die noodhulp mogelijk. Zorg er nou voor dat mensen brood kunnen krijgen, zorg ervoor dat mensen voldoende water krijgen. Zorg ervoor dat al die vaders die moeten vechten voor een noodpakket, voor een voedselpakket, dat gewoon kunnen krijgen. Bezuinig daar niet op. Als je ondanks alle beelden, ondanks alle instituties, ondanks al het nieuws dat ons bereikt nog steeds gierig doet over 2 miljoen euro voor noodhulp, dan kijk je niet alleen weg, maar dan ben je gewoon harteloos. Harteloos! Ik heb daar geen ander woord meer voor.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik denk dat het belangrijk is om aan te geven dat er een heleboel andere factoren zijn, waardoor de noodhulp moeilijk naar Gaza komt op dit moment. De heer Ergin zegt dat wij wegkijken bij dingen. Dat is zeker niet het geval. U heeft een heleboel ondersteuning van ons gekregen voor humanitaire hulp. Dat vinden wij ook belangrijk. Maar dan vind ik het ook belangrijk dat DENK niet wegkijkt bij de reden, namelijk dat er ook een veroordeling is van wat Hamas doet en wat Hamas heeft gedaan, en daar hoor ik DENK dan weer nooit over.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Dat mevrouw De Vries geen spat wil veranderen aan de Voorjaarsnota verbaast mij niet. Totaal geen verrassing. Daar ga ik ook geen energie in stoppen. Maar wat mevrouw De Vries zegt over de wijze waarop de VVD de NAVO-norm wil gaan invullen, vind ik echt schaamteloos. Dat gaat ten koste van mensen die weinig geld hebben, ongezond zijn en dan toch een hoog eigen risico voor de kiezen gaan krijgen. Het gaat ten koste van mensen die aangewezen zijn op de meest basale basisvoorziening in Nederland, de bijstand. Om daarop te gaan korten! Om te korten, nadat er miljarden zijn bezuinigd op ontwikkelingssamenwerking, daar nu nog een keer de kaasschaaf over te gaan halen! Dat is geen solidariteit, dat is de allerzwaksten laten opdraaien voor de noodzakelijke investeringen in defensie. Hoe kan de VVD dit nou in godsnaam verantwoorden?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik vind dit altijd weer zo'n verhaal waarvan ik denk: wat moet ik hier nu mee? Dat komt vooral omdat ik allemaal voorstellen voorbij zie komen van GroenLinks-PvdA, of het nu om defensie gaat of om allerlei andere gebieden, nu over onderwijs, waarbij de lasten worden neergelegd bij bedrijven. Waar wordt uiteindelijk de verzorgingsstaat, die ons beiden dierbaar is, van betaald? Dat begint wel bij bedrijven. Die hebben mensen in dienst en die betalen weer inkomensbelasting. Daar begint het wel. Dan vind ik het wel wrang om te horen dat GroenLinks-PvdA juist daar de bijl aanzet, want ik denk dat we groei nodig hebben. Ik kom daar straks in mijn verhaal ook nog op terug. Ik denk ook dat we goede bedrijven nodig hebben, die kunnen zorgen dat ons verdienvermogen groter wordt, zodat we die verzorgingsstaat uiteindelijk ook in de benen kunnen houden. Ik denk dat dƔt het fundamentele verschil is tussen GroenLinks-PvdA en de VVD.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Dat zie ik toch net een slag anders. Het fundamentele verschil is dat wij de lasten willen leggen op de sterkste schouders. De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten. Dat is niet alleen het bedrijfsleven, dat zijn ook de mensen die het meest verdienen. Kennelijk haalt de VVD uit dat soort voorstellen de legitimatie om te zeggen: nee, wij gaan helemaal aan de andere kant zitten; wij gaan het betalen door de allerzwaksten te benadelen; op het eigen risico, op de bijstand, op ontwikkelingssamenwerking. Dat is onze toekomst. Dan is het helder en gaan wij in deze campagne strijden om de vraag of je een asociaal Nederland wilt of een sociaal Nederland. Dat is dan kennelijk de keuze die voorligt, maar dat lijkt mij echt een totaal verkeerde route als het gaat om het draagvlak voor de benodigde defensie-uitgaven.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik denk dat het belangrijk is dat mensen ook een baan hebben, werk hebben. Het gaat niet alleen om hun salaris, om hun inkomen, maar ook om een heleboel andere dingen die ze daaraan kunnen ontlenen. Ik denk dat dat belangrijk is. Als je kijkt naar de kritiek die er nu ligt op bijvoorbeeld het voorstel van het verlagen van het eigen risico, dan is het wel degelijk zo dat dan ook de premies omhooggaan. Wij waren daar in ons vorige verkiezingsprogramma geen voorstander van en ik denk dat we dat in ons toekomstige verkiezingsprogramma evenmin zullen zijn. Maar het getuigt van een rare werkelijkheid om te zeggen dat dan alleen maar de allerarmsten daaronder te lijden hebben. Ik denk dat wij netjes omgaan met zaken zoals de zorgtoeslag voor mensen. Die gaat vaak omhoog als de premie ook omhooggaat. Ik vind de weergave van de heer Van der Lee dan ook een hele rare weergave van de werkelijkheid.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
We worden het daarover niet eens en dat komt ook doordat de financiering van de verlaging van het eigen risico in die premie is gezocht. Dat hoeft helemaal niet. Wij hebben daarin een heel andere keuze gemaakt in onze doorrekening. Maar dat doet niets af aan het feit dat de VVD ervoor kiest om de cruciale investering die nodig is om ons land veilig te houden, te laten dragen door de mensen die het het minst kunnen opbrengen. Dat is toch ten diepste asociaal? Dat is toch een volstrekt gebrek aan solidariteit, terwijl Nederland nu de handen ineen moet slaan om samen deze opgave aan te gaan? Ik snap niet dat de VVD zo veel riskeert als het gaat om onze eigen veiligheid maar ook het op orde houden van onze beschaving en het in stand houden van onze weerbaarheid.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik denk dat hier echt een ander wereldbeeld achter zit. Wij denken dat wij de koek groter moeten maken. Ik denk dat de heer Van der Lee zegt: joh, we gaan het nog wat meer nivelleren. Daar zijn wij geen voorstander van. Wij zijn er wel voorstander van dat wij ons concurrentievermogen op orde hebben, dat wij kunnen concurreren met andere landen en dat we bedrijven die wij heel belangrijk vinden, Nederland niet uitjagen en de Europese Unie niet uitjagen. Ik hoor mensen bij andere debatten de hele tijd zeggen: wij moeten onze autonomie weer terugkrijgen; we moeten strategische sectoren hier in Nederland Ʃn in Europa hebben. Dan moet je daarin ook wel keuzes maken, zodat ze hier gewoon blijven. Je moet ook zorgen voor banen en zorgen dat de koek uiteindelijk groter wordt. Ik denk dat dat de belangrijke keuze is die we voor de toekomst moeten maken, zodat wij de verzorgingsstaat en alle voorzieningen die we hier in Nederland hebben opgebouwd, op een goede manier in stand kunnen houden, ook met een vergrijzende bevolking in de toekomst.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
De campagne is begonnen. De ideeënstrijd gaat hier alweer door de zaal. Dat is ook goed, want verkiezingen gaan natuurlijk om ideeën. Wie heeft de beste ideeën en waar wil ik achter gaan staan? Maar het gaat ook over het nakomen van afspraken. Oftewel: is dit nou de partij waar ik mijn portemonnee aan toevertrouw en gaat die de afspraken nakomen die we met elkaar gemaakt hebben? Ik snap dat er kritiek is op de dekking van het amendement over onderwijs dat we hebben ingediend. Daar willen we heel graag over doorpraten. Maar er staan ook een paar onderdelen in waar ook de handtekening van de VVD onder stond om daar niet op te bezuinigen. Dat waren namelijk het praktijkleren en de kolom doorstroom. Ik hoorde mevrouw De Vries net zeggen: ik sta voor de handtekeningen die ik met de coalitiepartners heb gezet. Dat vind ik goed. Maar wij hadden ook een afspraak met elkaar, breed. Dan zou ik het wel chic vinden als we die afspraak óók netjes met elkaar nakomen, zodat de buitenwereld ziet dat een afspraak in Den Haag ook echt een afspraak is.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik denk dat het belangrijk is om te weten dat wij in het totale pakket natuurlijk ook hebben moeten kijken hoe we bijvoorbeeld een verhoging van de btw op sport, cultuur en media ā dat was ook wens van een aantal partijen in deze Kamer ā hebben kunnen terugdraaien. Daar hebben we een aantal keuzes in gemaakt. Dat zijn de wat meer technische keuzes, zeg maar. Die landen dan ook wel bij aantal andere onderwerpen. Is dat ideaal? Nee, dat is wat mij betreft niet ideaal. Ik heb richting de heer Vijlbrief ook al aangegeven dat wij altijd kunnen kijken naar voorstellen met een deugdelijke dekking, als wij daar ook inhoudelijk achter kunnen staan, maar ook de dekking daarvan kunnen dragen. Ik vind de voorgestelde dekking, die ook door het CDA nu is ingediend, niet fatsoenlijk, omdat die volgens mij niet oplevert wat er staat. Maar goed, daar horen we straks ook de minister nog wel over. Ik zou de uitdaging dan bij mevrouw Inge van Dijk neer willen leggen.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Die uitdaging pak ik graag op, want wij willen ook een fatsoenlijke dekking. Het is fijn dat het woord "fatsoen" nu ook door de VVD in de mond genomen wordt. Maar het is natuurlijk niet zo dat je de ene afspraak voor de andere afspraak kunt inruilen. We zijn echt blij dat het gelukt is met de btw. We hebben in het debat zorgen uitgesproken. We hebben in het debat zorgen uitgesproken, maar we hebben een afspraak met elkaar gemaakt en we vertrouwen erop dat die nagekomen wordt. Maar dat geldt dus ook voor die andere afspraken. Als we om wat voor reden dan ook vinden dat we die niet meer moeten nakomen, ga dan van tevoren met elkaar in overleg en probeer dat gewoon netjes met elkaar te fiksen. Dat is vooral het punt dat ik wil maken. Daarom hoop ik dus ook dat de VVD constructief zal nadenken over dit amendement.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Volgens mij heb ik gezegd dat ik de indienende partijen wil uitdagen om daarnaar te kijken. Het is overigens niet zo dat we met elkaar uitgesproken hebben dat er nooit, never, te nimmer en niet meer op onderwijs bezuinigd zou kunnen worden. We hebben echt moeilijke keuzes moeten maken. Wij hebben er bijvoorbeeld heel nadrukkelijk voor gekozen dat wij bij deze Voorjaarsnota nu een stap wilden zetten als het ging om extra investeringen in defensie. Dan kom je soms ook op keuzes uit die inderdaad niet makkelijk zijn. Laat dat ook helder zijn. Maar wij vinden dat je dat als verantwoordelijke partij wel moet doen en dan ook moet uitleggen waarom je die keuzes zo gemaakt hebt.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
"Nooit ofte nimmer" bestaat in de politiek gewoon niet, want de wereld verandert. Wij snappen heel goed dat je daarop moet meebewegen. Maar "nooit of te nimmer" of "binnen een paar maanden" vind ik al echt een andere discussie.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ja, maar dan vraag ik ook aan het CDA om een onfatsoenlijke dekking wel te regelen met een fatsoenlijke dekking.
De voorzitter:
Gaat u verder.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik ga even opzoeken waar ik was gebleven. O ja. De prioriteiten voor de VVD bij de Voorjaarsnota waren allereerst veiligheid en weerbaarheid, gelet op alles wat er gebeurt in de wereld, aan de grens van Europa in OekraĆÆne en in het Midden-Oosten, maar ook de onzekerheid over de importheffingen voor de handel, de economie en de banen in Nederland. De VVD is daarom blij dat er een eerste stap is gezet om extra geld voor defensie vrij te maken: 1,2 miljard extra voor veiligheid en weerbaarheid. Ook de zorg van mensen in het land over hun portemonnee was en is een speerpunt van de VVD. Er is onzekerheid bij mensen of ze het wel redden tot het einde van de maand. Daarom wilde de VVD de bezuiniging op de kinderopvangtoeslag van 300 miljoen euro terugdraaien en een lagere energiebelasting. Is dat allemaal al voldoende? Nee, maar wel weer een stap in de goede richting.
Voorzitter. Met het uitstel van de bijna gratis kinderopvang is de VVD natuurlijk niet blij, maar de planning van de invoering was helaas niet meer realistisch vanwege arbeidsmarkttekorten. Gelukkig wordt een fors deel van het geld nog wel ingezet voor lagere kinderopvangkosten. De VVD wil dat het gericht wordt ingezet voor de middengroepen. Dat staat ook zo en dat is ook zo afgesproken in de onderhandelingen. Hoe gaat het demissionaire kabinet dit doen? Voor de Miljoenennota 2026 wil de VVD sowieso inzetten op de middengroepen en op het feit dat werkenden er meer op vooruitgaan dan mensen met een uitkering, conform onze voorstellen en onze agenda voor werkend Nederland die we hebben gepresenteerd.
Voorzitter. De VVD kiest radicaal voor groei. Groei is wat ons betreft geen vies woord, zoals sommige partijen wel impliceren, maar is nodig voor een veilig en welvarend Nederland, zodat generaties na ons het beter krijgen dan wij het hebben. Ja ⦠Ik wil ook wel doorgaan, maar ā¦
De voorzitter:
Ik vind het altijd fijn als de zin afgemaakt wordt. Maakt u die rustig af, dan geven we daarna de gelegenheid aan meneer Flach.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik had net een punt gezet, dus ik wou aan een nieuw blokje beginnen.
De heer Flach (SGP):
Ik denk dat het mijn laatste interruptie is, dus ik hoop op een heel goed antwoord, waardoor ik weer kan gaan zitten.
De voorzitter:
U heeft er twaalf in totaal, maar dit is inderdaad uw zesde. Dan mag u zelf kiezen hoe u verdergaat.
De heer Flach (SGP):
Dat is waar. Dat is een vrijheid waar ik nog even aan moet wennen. Ik heb een vraag aan mevrouw De Vries. Ze zei net: de VVD staat voor de middengroepen. Ik heb dan toch een vraag bij de bezuiniging op het kindgebonden budget, die ik ook net aan de heer Van Dijck heb gesteld. Er wordt een extra knikpunt ingevoerd in het kindgebonden budget dat juist de middengroepen treft. Het is een besparing van 300 miljoen. Ik heb net geconstateerd dat dat eigenlijk niet iets is wat de PVV wilde. Is het iets wat ook de VVD eigenlijk niet wilde? Hoe is het dan in de Voorjaarsnota terechtgekomen?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Het is niet iets waarbij wij staan te springen. Laat dat helder zijn. Ik denk ook dat het heel goed is dat wij natuurlijk nog naar alle koopkrachtplaatjes gaan kijken. Dat is gebruikelijk bij de augustusbesluitvorming. Wij vonden het nu wel heel belangrijk ā ik denk dat onze partijen daar een beetje in verschillen ā dat wij de bezuiniging op de kinderopvangtoeslag zouden terugdraaien, omdat we denken dat dat voor werkende ouders heel veel zal schelen. Daarbij kijken we vooral ook naar de middeninkomens. Dat is een keuze die we hebben gemaakt. Ik denk dat we daarin iets verschillen van de SGP.
De voorzitter:
De heer Grinwis heeft ook nog een vraag.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Die bezuiniging op de kinderopvangtoeslag was eerst natuurlijk doorgevoerd door dit kabinet, deze coalitie. Dus ze herstelden een fout. Daarmee hoef je nog niet 300 miljoen van het kindgebonden budget bij de middeninkomens weg te halen door een extra knikpunt te introduceren. Daarom heb ik een vraag. Ik vraag niet om deze maatregel van tafel te halen. Ik vraag wel of mevrouw De Vries en de VVD-fractie zouden kunnen steunen dat de inzet bij het Belastingplan 2026 moet zijn dat de extra belastingdruk, de marginale belastingdruk, voor deze middengroepen per saldo niet hoger wordt.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Op deze manier ga ik dat niet zeggen, want dan gaan we wel weer heel erg als micromanagers aan de knoppen draaien. Ons belangrijkste uitgangspunt richting het Belastingplan ā dat zal de heer Grinwis ook niet verbazen ā is dat werkenden er meer op vooruit moeten gaan dan mensen met een uitkering. Wij willen natuurlijk uiteindelijk een evenwichtig koopkrachtbeeld hebben. Ik denk dat dat de belangrijke inzet is. Ik ga nu niet specifiek voor deze groep iets zeggen. Wij hebben ervoor gekozen de kinderopvangtoeslagbezuiniging terug te draaien, omdat wij ook zagen dat het niet realistisch was om de invoering van het nieuwe systeem in het tijdpad te doen dat wij voor ogen hadden. Wij vonden het dan wel slecht uitlegbaar dat je daar ook nog een bezuiniging overheen gooit.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Het principe van de VVD is zo algemeen. Dan ga je misschien wel harde maatregelen treffen, zoals een bezuiniging op de bijstand, wat niet onze keus zou zijn, gelet ook op het advies van de Commissie sociaal minimum. Maar dat terzijde. Het punt is dat het principe van de VVD zo algemeen is dat middeninkomens vanaf ā¬60.000 ā als je met z'n tweeĆ«n werkt, heb je dat al snel ā gewoon niet veilig zijn bij de VVD. De marginale druk gaat gewoon omhoog en dus wordt het minder aantrekkelijk om meer te werken. Dat is de afstraffing die in deze Voorjaarsnota zit met die maatregel die de heer Flach ook al ter discussie stelde. Mijn enige vraag is: zullen we ervoor zorgen dat werken, en meer werken, voor deze gezinnen niet minder aantrekkelijk wordt? Dat doe je door de marginale druk niet te laten toenemen.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik denk dat we voor het probleem van de marginale druk een grotere oplossing zouden moeten vinden in het hele belasting- en toeslagenstelsel, want wij zien wel degelijk ook die problemen. U vindt ons altijd aan de zijde van het principe dat werken meer moet lonen. Maar ik ga het nu niet specifiek op deze groep pinpointen, want ik denk dat er nog heel veel andere groepen zijn. Ik wil eerst gewoon de totaalplaatjes zien van hoe mensen eruit komen met de maatregelen, want ook het terugdraaien van de bezuiniging op de kinderopvangtoeslag van 300 miljoen heeft wel degelijk effect voor deze groep. Ik heb ook specifiek gevraagd naar het inregelen van het bedrag dat wel nog geĆÆnvesteerd wordt in de kinderopvangtoeslag, vooruitlopend op het systeem. Daar willen we vooral de middengroepen van laten profiteren. Daar zullen wij het kabinet ook zeer kritisch op volgen.
De voorzitter:
Gaat u verder.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik eindigde met: zodat generaties na ons het ook beter krijgen dan wij het hebben. Daarom zijn meer investeringen nodig in de toekomst, ons verdienvermogen en onze infrastructuur. De staatsschuld staat op een historisch laag niveau, maar met het begrotingstekort wordt wel strak aan de wind gezeild. Vorige week noemde ik dat in het Verantwoordingsdebat "bijna kafkaƫsk" en een "catch-22-situatie". Het kabinet heeft eerder toegezegd bij de Miljoenennota 2026 te komen met een economische structuuranalyse. De VVD vraagt het kabinet of hierin ook concreet gekeken wordt naar welke investeringen nodig zijn voor ons verdienvermogen en de structuurversterking, zoals investeringen in Invest-NL en Invest International, het energienetwerk en onze infrastructuur, inclusief het achterstallig onderhoud, want onze infrastructuur brokkelt aan alle kanten af. Kan het kabinet toezeggen dat aan de economischestructuuranalyse ook voorstellen en potentiƫle oplossingen voor dit probleem worden toegevoegd?
Voorzitter. Er is ook een heroriƫntatie op de rol van de overheid nodig. Het aantal ambtenaren lijkt wel zelfrijzend bakmeel. Op dit moment lijkt meer overheid de panacee voor alles te zijn, maar op termijn is dat niet houdbaar. Wat gaat het kabinet nog doen om de doelen "minder ambtenaren" en "minder regels" te realiseren?
Voorzitter. De VVD staat voor een solide financieel beleid. Het geld voor onze veiligheid, voor de portemonnee van mensen in het land en investeringen in de toekomst van ons land moet ergens vandaan komen. We kunnen niet blijven werken met kasschuiven en kaasschaven. Er zullen keuzes gemaakt moeten worden. We moeten in begrotingen ook geen onrealistische ambities meer opnemen, maar een kleine en krachtige overheid realiseren.
Lastenverzwaringen voor mensen en bedrijven wil de VVD niet. De VVD vindt dat we de stijging van de uitgaven van de overheid moeten beteugelen. De zorguitgaven groeien jaar op jaar zeer fors. In 2024 groeiden die met maar liefst 8,4%, terwijl de economie in dat jaar groeide met 1%. Dat is onhoudbaar. De uitgaven voor de sociale zekerheid nemen tussen 2025 en 2030 toe met circa 10 miljard. De begroting van OCW steeg van 39 miljard in 2019 naar 60 miljard in 2025, terwijl de onderwijsresultaten er niet echt beter op werden. Elk voorstel op het gebied van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Sociale Zaken en van Onderwijs zorgt voor een ontzettende commotie. Dat hebben we hier zonet weer gezien. De VVD zou er een voorstander van zijn om weer een traject van brede heroverwegingen te volgen. Kan de minister dat toezeggen?
We staan voor de enorme uitdaging om meer te investeren in onze veiligheid en defensie ā daar hebben we het zonet ook al over gehad ā in ons verdienvermogen en in structuurversterking, zodat we kunnen blijven groeien en de overheidsuitgaven ook in de toekomst kunnen blijven betalen. Dat zal om keuzes vragen van de politiek en om lef, want er is geen gratis geld.
Voorzitter. Tot slot wil ik graag nog melden dat ik de motie in stemming wil brengen die ik heb ingediend tijdens het Verantwoordingsdebat, waarin werd gevraagd om, in navolging van de annual technology summary in het Verenigd Koninkrijk, een verantwoording in de vorm van een jaarlijks bericht aan de belastingbetaler vorm te geven en in te voeren. De staatssecretaris is hier aanwezig. Dus ik hoop dat hij die nu van een appreciatie kan voorzien, zodat wij daar volgende week dinsdag over kunnen stemmen.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Voordat u het spreekgestoelte verlaat, geef ik het woord aan de heer Dassen voor een interruptie.
De heer Dassen (Volt):
Er worden natuurlijk veel mooie woorden gesproken over toekomstig verdienvermogen, over investeren in innovatie en over keuzes maken, maar ik denk dat de VVD in het afgelopen kabinet wel de bijl aan de wortel van ons toekomstige verdienvermogen en onze innovatie heeft gelegd: grote bezuinigingen, onder andere op onderzoek en wetenschap, op de sectorplannen en op kwantumcomputers, die we juist nodig hebben om dat toekomstige verdienvermogen te realiseren. Is de VVD van mening dat we dat moeten terugdraaien en dat we dat, zeker als we dat op dit moment kunnen, moeten voorkomen, juist om ervoor te zorgen dat we dat toekomstige verdienvermogen kunnen waarborgen?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik werp verre van mij dat het allemaal helemaal kapot is gegaan doordat een aantal bezuinigingen en verminderingen in de uitgaven hebben plaatsgevonden. Kijk, het demissionaire kabinet investeerde de afgelopen tijd nog iets van 1 miljard in Invest-NL en in Invest International. We hebben 9,5 miljard gereserveerd voor kernenergie. De Kamer heeft de Wbso, voor innovatie bij kleine bedrijven, verruimd. We hebben het SecFund, een innovatiefonds voor Defensie, opgericht. Het is dus echt niet dat een aantal zaken niet meer gebeurt. En er worden ook keuzes gemaakt. Ik denk dat we daar voor de toekomst nog meer aan moeten doen. Ik heb ook gevraagd naar de economischestructuuranalyse, die het kabinet al heeft aangekondigd. Maar dat zal ook wel weer om keuzes vragen, want ook dat moet wel weer fatsoenlijk en netjes worden gedekt vanuit het solide financiƫle beleid waar wij voor staan.
De heer Dassen (Volt):
Als ik het goed begrijp, hoor ik mevrouw De Vries dus inderdaad zeggen dat zij daar een voorstander van is, maar dat het goed gedekt moet worden.
In haar spreektekst heeft zij het ook over toekomstige generaties. We moeten ook voor hen investeren, zodat zij ook profiteren van hetgeen wij nu met elkaar investeren. Zou het een idee zijn om de bezuinigingen op de sectorplannen terug te draaien, en dat te dekken met het rekenforfait op de schenk- en erfbelasting? Dat is al 50 jaar niet geactualiseerd en voldoet niet meer. Het is gebaseerd op de leeftijdsverwachting, die inmiddels flink omhoog is gegaan. Daarbij geldt een rekenrente van 6%, terwijl je die op dit moment nergens krijgt. Daarmee zouden we de bezuinigingen op onderzoek en wetenschap kunnen terugdraaien. Is de VVD van mening dat we dat inderdaad zouden moeten doen? Daarmee zorgen we voor solidariteit tussen generaties en daarmee investeren we in de toekomst.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Nee, daar zou ik geen voorstander voor zijn. Dat gaat ervan uit dat alle investeringen in innovatie eigenlijk bij de overheid vandaan zouden moeten komen. En daar ben ik het gewoon niet mee eens. Ik denk dat het grootste deel van de investeringen in innovatie bij het bedrijfsleven vandaan moet komen. Twee derde daarvan wordt ook gedaan door het bedrijfsleven, en niet door de overheid. Dat is ook de reden waarom wij zeggen: "Jongens, laten we nu ook het bedrijfsleven die zekerheid geven en niet allemaal lastenverzwaringen daar neerleggen. Laat het bedrijfsleven doen waar het goed in is; dat is innoveren. En laten we daarbij de ondernemers vooral ook de ruimte geven." Dat zie ik eigenlijk bij Volt vaak weer niet.
De voorzitter:
U heeft in totaal in uw hele eerste termijn twaalf interrupties. U heeft er nu vijf gedaan. U mag kiezen of u die zeven nu op mevrouw De Vries af gaat vuren, of dat u ze nog een beetje bewaart voor straks.
De heer Dassen (Volt):
Nou, voorzitter, misschien zou dat wel mooi zijn. Maar ik vind het jammer dat er op het einde een jij-bak moest komen, terwijl er geen antwoord op de vraag komt. Kijk, dit zie je namelijk in Nederland. Mevrouw De Vries zegt dat dit niet alleen uit de overheid moet komen. Nee, tuurlijk niet. Daarvoor hebben wij ook verschillende voorstellen gedaan om te zorgen dat juist die private investeringen flink verhoogd worden. Maar we hebben daar ook afspraken over gemaakt. Je ziet nu met die Lissabondoelen dat Nederland daar niet aan voldoet. En zeker als je kijkt naar wat de Nederlandse overheid investeert, zie je dat dat juist naar beneden gaat. Dat lijkt me toch ook niet helemaal wenselijk. De overheid kan daar namelijk ook een aanjagende functie bij hebben, zeker bij nieuwe technologieƫn, bij innovaties waar de markt nog niet helemaal klaar voor is, om te zorgen dat we daar vooruitstrevend in zijn en we straks niet die innovaties uit China of de Verenigde Staten moeten halen, maar daar zelf toe in staat zijn. Dus is mevrouw De Vries het ook niet met mij eens dat die sectorplannen, die jaren geleden door deze overheid zijn afgesproken met de universiteiten en die de overheid vervolgens heeft teruggetrokken waarmee ze ook onbetrouwbaar is gebleken, juist een kans zijn om te zorgen dat we voorop blijven lopen in nieuwe technologieƫn zoals quantum computing? Dat zou de VVD toch ook moeten willen, juist die innovaties van de toekomst? En dan ben ik ook nog even benieuwd naar waarom deze dekking volgens mevrouw De Vries geen goede dekking zou zijn, aangezien die nu al 50 jaar niet geactualiseerd is.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Volgens mij heb ik daar nog helemaal niks over gezegd. Maar ik ben het met het voorstel niet eens, omdat dat er echt van uitgaat ... Ik heb volgens mij uw vraag beantwoord, want u vroeg naar uw voorstel en ik zei dat ik het daar niet mee eens was. Dan kunt u nog heel lang zeggen dat ik die vraag niet heb beantwoord, maar ... Kijk, ik vind het belangrijk dat het bedrijfsleven kan innoveren. Ik denk ook dat de belangrijkste innovaties vaak bij het bedrijfsleven plaatsvinden. Het is belangrijk dat het daar de ruimte voor krijgt. Wij denken meer ā en dat is ook een voorstel van de VVD geweest dat nu in deze Voorjaarsnota zit ā aan werknemersparticipaties bij start-ups en scale-ups, kleine, innovatieve bedrijven die door willen groeien, om daarvoor de ruimte te bieden. Dat zijn dan meer de keuzes die wij als eerste zouden maken.
De voorzitter:
We gaan luisteren naar de bijdrage van mevrouw Van Dijk namens het Christen Democratisch AppĆØl.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Dank je wel, voorzitter. Je zult maar minister van Financiƫn zijn in dit kabinet. Je zult maar de ambitie hebben om een nette begroting neer te leggen, maar de begrotingsdiscipline moeten opofferen voor kiezersgunst voor de partijen namens welke je in het kabinet zit. Dat moet knap ingewikkeld zijn. Deze Voorjaarsnota is een 100%-afspiegeling van hoe dit kabinet werkt. Want allereerst: een voorjaarsnota is bedoeld voor een lange doorkijk en is een integraal besluitvormingsmoment om rust, reinheid en regelmaat te borgen. Maar in plaats daarvan zien we een potje armpjedrukken van politieke partijen, inclusief dreigementen tot opstappen, met als doel om op korte termijn iets leuks te kunnen laten zien aan de achterban. We zien dat dit kabinet op een paar budgettaire punten knopen heeft doorgehakt. Dat vinden we goed, maar over de thema's waarover het echt zou moeten gaan, defensie, veiligheid, stikstof, economische groei, blijft het stil, terwijl iedereen ziet dat op de middellange termijn de groei vertraagt tot minder dan 1%, waardoor de staatsschuld harder stijgt dan de economie kan bijbenen. Iedereen, behalve deze coalitie, verblind door het hier en nu. CPB, OESO, IMF, DNB, Raad van State, ze doen allemaal min of meer dezelfde oproep: hervorm en investeer voor een op lange termijn houdbare schuld. Ik heb een paar vragen daarover.
De Raad van State is kritisch op de kabinetsplannen en adviseert het kabinet om in de toegezegde economischestructuuranalyse bij de Miljoenennota aandacht te besteden aan de verdere stijging van de consumptieve en overheidsuitgaven tegenover de zeer beperkte groei van de overheidsinkomsten. Mijn vraag is: kan de minister al een vooruitblik geven op wat de maatregelen in de Voorjaarsnota gaan betekenen voor groei, inflatie, werkgelegenheid en overheidsfinanciĆ«n? De Raad van State adviseert vervolgens ook om in de komende Miljoenennota de urgente thema's van langjarige investeringen ā defensie, veiligheid, weerbaarheid en economie ā van een beschouwing te voorzien, in samenhang met de beloofde visie op de economie. Is de minister van plan dit te gaan doen?
Voorzitter. Als je dan kiest voor de korte termijn, boek het dan in ieder geval netjes in. Kan de minister, die het altijd heeft over prudent begroten en het volgen van de regels, uitleggen waarom hij zelf zo veel uitglijders maakt? Uitgaven lopen weer verder op, de energiebelastingverlaging wordt gedekt uit het Klimaatfonds en het uitgavenkader wordt aangepast tijdens de wedstrijd, om over de kasschuiven nog maar niet te spreken. Waarom schuift hij de rekening en moeilijke opgaven door naar de toekomst?
Voorzitter. Ik wil ook nog inzoomen op een paar specifieke thema's. Ik wil beginnen bij het UWV. Het is onvermijdelijk dat geld vrijgemaakt moet worden voor de enorme puinhoop bij de WIA, waar heel veel mensen de dupe van zijn. De put van ellende lijkt iedere week dieper te worden: steeds nieuwe fouten en alsmaar langer wachten op een keuring. De 200 miljoen die het kabinet nu vrijmaakt, is veel geld, maar ik mis het plan erachter. De maatregelen lijken vooral gericht op het wegwerken van achterstanden bij het UWV, want voor een stelselwijziging is het veel te weinig. En inderdaad, we kunnen ook op korte termijn zaken bij het UWV verbeteren. Hoe kan het bijvoorbeeld dat extern ingehuurde keuringsartsen dubbel zo productief zijn als artsen in dienst bij het UWV? Waarom weigert het kabinet pertinent meer regie te nemen bij het oplossen van de puinhoop bij het UWV? Het CDA blijft hierop aandringen, want ze zijn niet in control en iedere keer geld storten in een onbestuurbaar vehikel is onzorgvuldig omgaan met ons gemeenschapsgeld.
Nog zo'n onbegrijpelijke keuze is de extra onderwijsbezuiniging. Het schrappen van de onderwijskansenregeling gaat zorgen voor minder begeleiding van scholieren en meer schoolverlaters. Het zet kinderen dus verder op achterstand en is daarmee typisch zo'n bezuiniging die de maatschappij veel meer gaat kosten dan het op korte termijn oplevert. Daarom hebben wij het amendement met meerdere partijen samen ingediend. We gaan met elkaar nadenken over een betere dekking.
Dan ons verdienvermogen. In de commissie EZK is Q3 inmiddels hƩt moment geworden dat allerlei strategieƫn uitgewerkt naar de Kamer komen, zoals productiviteitsagenda's en de uitwerking van de Nationale Technologiestrategie. Maar een uitgewerkte strategie zonder investeringen is gewoon niet meer uit te leggen. Dat bepleitten wij ook al in onze initiatiefnota over ruimte voor investeren in de toekomst van Nederland. Ik snap dat de Miljoenennota beleidsarm zal worden, maar toch zal ik de minister in de tweede termijn oproepen om wel geld te gaan reserveren om te investeren in ons verdienvermogen. Ik hoop dat de motie hier in de Kamer breed gedragen gaat worden en dat de minister zich daardoor ook gesteund gaat voelen.
Voorzitter. Nu de coalitie zich in een motie heeft uitgesproken voor het afschaffen van een Europese kop op nationaal beleid, wil het CDA het kabinet verzoeken door te pakken met het afschaffen van de CO2-heffing voor de industrie. Een belangrijke voorwaarde voor het afschaffen van de CO2-heffing was dat de industrie de mogelijkheid moest hebben om de uitstoot te vermijden, zoals door voldoende CO2-opslagmogelijkheden. Als we een gezonde industrie willen behouden voor Nederland, dan moeten we het oneerlijke speelveld iets minder oneerlijk maken en dus de CO2-heffing afschaffen. Ik zal er in de tweede termijn een motie voor indienen.
Voorzitter. Dan onze veiligheid. Over noodzakelijke defensie-investeringen sprak de Kamer gisteravond al uitgebreid. Ik hoor coalitiepartijen terecht roepen dat de veiligheid van onze inwoners een topprioriteit is. Hoe kan het dan dat het kabinet voorstelt om nog eens 50 miljoen te bezuinigen bij de politie, die al grote tekorten heeft? Vindt de minister dat verantwoord?
Tot slot. We moeten weer gaan bouwen aan veiligheid, verdienvermogen en gemeenschappen, zodat de samenleving weer ruimte krijgt. We moeten laten zien dat we met samenwerking wƩl moeilijke keuzes kunnen maken. Niet alles kan, maar sommige dingen moeten. Iets afbreken is niet zo moeilijk. Iets opbouwen vraagt commitment, niet weglopen als het moeilijk wordt en rust, reinheid en regelmaat.
Dank je wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw De Vries heeft een vraag voor u.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik wil toch nog even terug naar het amendement dat namens het CDA is ingediend. Wij hebben vorig jaar natuurlijk al een discussie met elkaar gehad over de begroting van Onderwijs. Daar hebben we ook deze dekkingen wel degelijk aan de orde gehad. Op zich zijn wij als VVD inhoudelijk niet tegen een flexibilisering van de AOW, maar het moet wel uitvoerbaar zijn. Het moet wel het geld opbrengen dat er staat. Eigenlijk is geconcludeerd dat dat niet zo is. Vindt u het dan netjes dat dat nu weer in het amendement staat, terwijl we eerder al hebben geconcludeerd dat het geen goede dekking is?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Ik vind het netjes als wij gewoon constateren dat we een betere dekking gaan zoeken met elkaar, omdat we een probleem hebben dat we volgens mij samen willen oplossen. Wij nemen die handschoen graag op. Wij zullen daar met andere voorstellen voor gaan komen.
De voorzitter:
Uw negende interruptie.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ja. De vraag is dan wel of mevrouw Inge van Dijk kan erkennen dat dit de vorige keer ook al op tafel heeft gelegen en dit eigenlijk destijds geen deugdelijke dekking was. Dat was de conclusie die we volgens mij gezamenlijk, met een heel grote groep partijen, hebben getrokken. Dan vind ik het wel een beetje van cynische politiek getuigen als dit dan nu weer als een dekkingsmogelijkheid neergezet wordt.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Ik ben absoluut niet van de cynische politiek. Ik heb inmiddels al meerdere keren aangegeven dat wij gewoon naar een betere dekking gaan zoeken. Ik vind dat de VVD een punt heeft. Wij hebben inderdaad vaker over een dekking gesproken. Het is inderdaad moeilijk om een dekking te zoeken. We gaan die handschoen gewoon met elkaar oppakken. Ik wil niet jij-bakken, want daar houd ik niet van, maar de reden dat we dit doen, is ook omdat er afspraken in staan die terugonderhandeld zijn. Dat is ook geen nette politiek.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van Dijk. Ik stel voor dat we het woord nog geven aan de heer Idsinga namens Nieuw Sociaal Contract en dat we daarna de lunchschorsing doen. Meneer Idsinga, het woord is aan u.
De heer Idsinga (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Vandaag spreken wij over de Voorjaarsnota, een update van de begroting van 2025 en de daarop volgende jaren. We zijn er als Nieuw Sociaal Contract blij mee dat we een aantal van onze ingebrachte politieke wensen, met name op het gebied van bestaanszekerheid, in deze nota terugzien. Aan de ene kant zien we resultaten, maar aan de andere kant zit er ook een haar in de soep.
Want ja, we zijn blij dat we een oplossing hebben gevonden voor de btw op cultuur, boeken en sport. Ja, voor de hervorming van het arbeidsongeschiktheidsstelsel wordt structureel geld uitgetrokken. Ja, er wordt geld vrijgemaakt voor herstel en de problemen bij het UWV. Ja, er komt extra geld voor sociale advocatuur en groepen in de knel. Ja, het minimumjeugdloon gaat omhoog, een belangrijke stap voor meer bestaanszekerheid voor jongeren. Ja, er gaat geld naar gemeentes. Ja, een bezuiniging op de kinderopvangtoeslag wordt teruggedraaid. En ja, er komt een verlichting van de energielasten. Enzovoorts.
Maar dan de haar in de soep. Een tweetal grote beloften aan Nederlanders is niet nagekomen. Ik doel dan op de boodschappenbonus, in feite een verhoging van de huurtoeslag, en de huurbevriezing. En dat waren niet eens zozeer punten die door ons zijn ingebracht en waar we ook best kritisch op zijn geweest, maar die wel, ook door ons en de andere twee overgebleven coalitiepartners, als onderdeel van een totaalpakket werden gesteund en ondertekend, en die positief zouden uitpakken voor met name groepen mensen die dat goed hadden kunnen gebruiken. En als er dan tegen die beloftes in niet wordt geleverd, is dat zuur.
Alhoewel deze twee punten door de PVV waren ingebracht, steunden wij die op zich wel vanuit de gedachte van bestaanszekerheid, maar we waren kritisch. We hebben met name altijd bedongen dat de huurbevriezing niet ten koste mocht gaan van de investeringscapaciteit van woningbouwcorporaties. Dat was achteraf terecht, want na de beruchte nacht van de onderhandelingen is er veel commotie ontstaan rondom de haalbaarheid van deze huurbevriezing. Na de val van het kabinet op 3 juni is de huurbevriezing geschrapt. Dat snap ik nog. Dit betekent dat er automatisch meer huurtoeslag betaald zal worden. Uiteindelijk is er een gat van structureel 492 miljoen euro ontstaan. Dat is nu nog ongedekt. Dit is doorgeschoven naar de augustusbesluitvorming. Waar denkt de minister aan, vraag ik hem alvast.
Maar dan die boodschappenbonus, die 1 miljard extra huurtoeslag ...
De voorzitter:
Meneer Idsinga, ik probeer telkens een momentje te vinden waarop u een punt zet, maar het is telkens een komma. Er zijn namelijk twee mensen die interrupties willen doen, allereerst de heer Flach.
De heer Flach (SGP):
Het gaat weer over bestaanszekerheid. Ik wil het graag hebben over de stellen waarbij de een bij de politie werkt en de ander voor de klas staat of ambtenaar is bij een ministerie. Kortom, mensen die samen rond de ā¬60.000 verdienen. Ik heb in dit debat wat onderzoek gedaan naar waar die rare maatregel rondom het kindgebonden budget nou vandaan komt, dat extra knikpunt. Ik heb geconstateerd dat die niet bij de PVV vandaan komt en niet bij de VVD vandaan komt, en van BBB weet ik dat ze dit ook geen goed voorstel vinden. Dus waarom heeft NSC maatregel 31 voorgesteld in die onderhandelingen, om dat extra knikpunt voor het kindgebonden budget in te zetten als dekking voor de bezuinigingen? En op welke manier draagt dat bij aan bestaanszekerheid? Dit is toch gewoon een rechtstreekse aantasting van die bestaanszekerheid van middengroepen?
De heer Idsinga (NSC):
Een terecht punt van de heer Flach, wil ik zeggen. Tegelijkertijd wil ik ook tegen de heer Flach zeggen dat wij keuzes hebben moeten maken. Er moest ook binnen de begroting van SZW nog een behoorlijk bedrag bezuinigd worden. Ik meen dat het ging om iets van 800 miljoen, zeg ik uit m'n hoofd. Er is toen gekeken: wat zijn daarvoor de dekkingsopties en welke dekkingsopties raken de echte onderkant het minst, de mensen met de allerkleinste portemonnee? Tegelijkertijd zijn er later in de onderhandelingen over de Voorjaarsnota ook weer een aantal maatregelen getroffen die weer voor verruiming zorgden. Helaas is politiek soms keuzes maken in schaarste. Dit was een van de pijnlijke keuzes ā dat geef ik toe ā die we hebben moeten maken.
De voorzitter:
Uw achtste interruptie, meneer Flach.
De heer Flach (SGP):
Die zet ik hier graag voor in, voorzitter. De heer Idsinga weet namelijk heel goed hoe het werkt, maar hij heeft hier toch mee ingestemd of er wellicht zelfs willens en wetens voor gekozen om dat knikpunt bij die ā¬60.000 te leggen. Het is goed dat we kijken naar de mensen aan de onderkant van het inkomensgebouw, maar juist deze middengroep, die veel buiten allerlei regelingen valt, heeft het zwaar in Nederland. Waarom heeft u er niet voor gekozen om het knikpunt veel hoger te leggen, zodat het bij mensen terechtkomt die het prima kunnen missen? Als dat een foutje is geweest, kunnen we dat alsnog doen.
De heer Idsinga (NSC):
Mijn antwoord heb ik net gegeven. We hebben een keuze moeten maken. We hebben al moeten kiezen in een situatie onder druk, waarin hele grote bedragen nog gedekt moesten worden. Tegelijkertijd zijn er op bestaanszekerheidsgebied een aantal andere keuzes gemaakt. Die hebben wel een positieve bijdrage geleverd. Ik ben het met de heer Flach eens dat dit geen fraaie maatregel is. Maar nogmaals, politiek is helaas kiezen in schaarste. Dit was de uitkomst van dat proces.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Mijn klomp breekt wel. Juist oud-collega Omtzigt en ikzelf hebben ons met een motie ingespannen om de marginale druk voor middeninkomens te verminderen. Hiermee wordt de marginale druk juist enorm verhoogd. We moeten de precieze maatvoering nog teruglezen, maar het gaat om 300 miljoen, dus het zal geen gering afbouwpad worden. Misschien kan de staatssecretaris daar nog inzicht in geven.
Het punt waarop ik nu een interruptie wil plaatsen, is de huurbevriezing. Daar breekt mijn klopt helemaal. Ik heb samen met collega Welzijn uit de NSC-fractie, een zeer gewaardeerde collega, altijd gestreden voor betaalbare woningbouw. Collega Welzijn verwoordde het zeer terecht in haar reactie op LinkedIn: huurbevriezing is bouwbevriezing. De compensatie die door de NSC-fractie is uitonderhandeld, met 1,1 miljard, was bij lange na niet voldoende om ook maar enigszins tegemoet te komen aan het gat van 35 tot 49 miljard dat werd geslagen. Hier gaan zeggen dat de huurbevriezing eigenlijk wel een goede maatregel was, verhoudt zich niet met de inzet van collega Welzijn, de collega van meneer Idsinga, in de VRO-commissie. Ik begrijp werkelijk niet wat de heer Idsinga hier staat te vertellen. Dat is alsof hij het erg vindt dat de huurbevriezing van tafel is, terwijl hij juist de vlag zou moeten uitsteken en de huurders op een andere manier zou moeten helpen, namelijk met een structurele verhoging van de huurtoeslag. Dat is een veel betere methode.
De heer Idsinga (NSC):
De heer Grinwis doet het voorkomen als een enorme tegenstelling, maar volgens mij zijn wij het wel eens. Ik was ook nog niet aan het einde van mijn verhaal, want ik ga zo meteen iets zeggen over de huurtoeslag.
Even voor de goede orde: wij hebben in die onderhandelingen weliswaar ingestemd met een huurbevriezing, maar er stond wel een sterretje bij. Achter dat sterretje stond: wij stemmen alleen in met deze huurbevriezing als wij op het moment dat mocht blijken dat er onvoldoende geld is voor de woningbouwcorporaties om te investeren in nieuwbouw en verduurzaming de minister van Financiƫn vragen op zoek te gaan naar extra geld om de woningbouwcorporaties te compenseren. Dat is precies de lijn die mevrouw Welzijn heeft uitgedragen, ook in dit parlement. Dat weet de heer Grinwis ook.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dit is toch werkelijk bizarre politiek. Ik zal geen beledigend woord gebruiken, maar dit is wel de meest naïeve onderhandelingsstrategie die ik ooit heb gehoord. Deze minister van Financiën let alleen op wat er in de tabellen staat en niet op wat er in eventuele al dan niet opgeschreven bijsluiters bij een onderhandelingsproces staat. Omdat 1,1 miljard te weinig is en je eigenlijk 49 miljard nodig hebt, hoop je dat er in toekomst iets aan middelen wordt gevonden om de woningbouwcorporaties alsnog te compenseren. Zo werkt het niet in politiek Den Haag, meneer Idsinga. Je moet de knaken keihard in de tabel hebben staan, anders is het er niet. De NSC-fractie is op onverantwoorde wijze in het diepe gesprongen door de huurbevriezing alvast te accepteren, maar de compensatie niet te regelen. Van inspanningen en mooie woorden kunnen we niet leven.
Ik ben heel blij dat het nu is teruggedraaid. Gisteren hebben we, gelukkig ook met de steun van de NSC-fractie, een motie aangenomen omdat de structurele bezuiniging van 492 miljoen niet mag terugslaan naar de huurtoeslag en de VRO-begroting, woningbouw en woningzoekenden. Daar ben ik u ook erkentelijk voor. Maar met deze manier van onderhandelen heeft u wel buitengewoon veel risico genomen en het komt maar ternauwernood op z'n pootjes terecht. Is de heer Idsinga dat met mij eens?
De heer Idsinga (NSC):
De heer Grinwis claimt nu een monopolie te hebben op hoe het hier werkt in Den Haag. Hoe het hier werkt of zou moeten werken in Den Haag, is dat een afspraak een afspraak is. Als wij tijdens de onderhandelingen met de minister van Financiƫn, met de partijen, een afspraak maken over het sterretje dat ik net noemde, vind ik dat we uit moeten kunnen gaan van het adagium "een man een man, een woord een woord", tenzij ik in een andere werkelijkheid leef, namelijk misschien iets meer de werkelijkheid van buiten Den Haag, want daar kom ik vandaan; dat weet de heer Grinwis. We staan nu een hele leuke, theoretische discussie met elkaar te voeren over vertrouwen en "afspraak is afspraak", maar door externe omstandigheden is het resultaat nu uiteindelijk dat de huurbevriezing is ingetrokken. Zoals ik al zei, begrijp ik dat.
De voorzitter:
Meneer Grinwis nog? Dat is dan uw achtste interruptie.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik luister hier met stijgende verbazing naar. Het gaat hier niet om "afspraak is afspraak" of over woorden; het gaat hier om hele grote bedragen. Er is slechts 1,1 miljard opzijgezet. Dit bedrag waren we al kwijt, omdat de huurverlaging bij de particuliere verhuur al niet doorging. Het ging potentieel om 49 miljard aan investerend vermogen, aan investeringskapitaal, dat was verdampt door dit ene besluit van twee jaar huurbevriezing. Ik kan er met mijn hoofd niet bij dat je probeert om dat te regelen met zo'n apostrofje in de zin van "als, dan". Laten we het daar dan maar bij houden: de NSC-fractie en de ChristenUniefractie kijken op een andere manier aan tegen dit soort onderhandelingen, tegen de Voorjaarsnota en tegen bedragen in een tabel.
Feit is dat de huurders nu in de kou staan. Er is hun een huurbevriezing in het vooruitzicht gesteld. Die komt er gelukkig niet. De eenmalige huurtoeslagverhoging is ook van tafel. Hoe ga je nou structureel huurders daadwerkelijk helpen? Want zij hebben dat wel nodig. Daar is de ChristenUniefractie het mee eens. Wij hebben eerder een slimme huurbevriezing voorgesteld, in de zin van: doe die huurtoeslag dan iets omhoog. Gaat de NSC-fractie zo'n voorstel doen?
De heer Idsinga (NSC):
De heer Grinwis bevraagt mij op een punt waar ik eigenlijk net aan wilde beginnen in mijn bijdrage. Hij verwijt ons naĆÆviteit en daar wil ik toch nog wel even op reageren. Een keiharde afspraak is gewoon een keiharde afspraak. Ik neem dit dus niet voor mijn kap. Dat wil ik toch nog even gezegd hebben. Het is allemaal mosterd na de maaltijd, want we zijn inmiddels ingehaald door de realiteit. Laten we ons dus focussen op die realiteit, en dat is inderdaad die extra huurtoeslag, de boodschappenbonus.
De voorzitter:
Gaat u verder.
De heer Idsinga (NSC):
De boodschappenbonus staat kennelijk ook ter discussie. Die gaat wat de minister van Financiƫn betreft niet door, omdat ze aan elkaar gekoppeld zouden zijn. De boodschappenbonus zou gekoppeld zijn aan de huurbevriezing. Het resultaat is dan dat twee beloften van de Voorjaarsnota om mensen met een kleine portemonnee tegemoet te treden, niet worden nagekomen, als het aan het kabinet ligt. Ik wil graag van de minister horen op basis waarvan hij deze een-op-eenkoppeling maakt, aangezien die naar mijn stellige overtuiging nooit zo is afgesproken tussen partijen. Daarover staat ook niets in de toelichting op de Voorjaarsnota zelf.
Nu worden de huurders dubbel gefopt, want ze krijgen een huurverhoging en ze krijgen niet de beloofde extra huurtoeslag. Voor veel mensen gaat dat toch om veel geld. Wat doet dit met het vertrouwen van de burger in de politiek? Natuurlijk moet er dekking voor zijn. Dat is het gebruikte argument: dat er geen dekking voor zou zijn. Ook NSC staat voor financiĆ«le degelijkheid en geen gratis bier. Welke opties heeft het kabinet daartoe onderzocht? Waarom is er geen oplossing gevonden? Is er tot het uiterste gezocht, en zo ja, waar? Wat was in dit kader de dynamiek tussen de ministeries van FinanciĆ«n en het ministerie van Wonen? De ambtelijke nota van 12 juni onthult immers dat er nog geen overeenstemming is bereikt met VRO over het verzenden van een nota van wijziging waarin de gevolgen van het niet doorgaan van de huurbevriezing zijn verwerkt, inclusief de investering in sociale huur en de boodschappenbonus. Wat is ā¦
De voorzitter:
Sorry, meneer Idsinga. Meneer Van Dijck heeft een vraag voor u.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Helemaal mee eens. Het sluit aan bij mijn betoog dat mensen dubbel gepakt worden. Dat is redelijk asociaal. De boodschappenbonus wordt nu geofferd vanwege het feit dat die huurbevriezing niet doorgaat. Ik heb toevallig een amendement gemaakt waarin die boodschappenbonus weer nieuw leven wordt ingeblazen, met als dekking de compensatie voor de woningcorporaties. Die hoeven nu niet meer gecompenseerd te worden, omdat die huurbevriezing niet doorgaat. Dat is allebei 1 miljard, dus ik neem aan dat er steun is van NSC. Misschien kan ik hem zelfs wel laten meetekenen?
De heer Idsinga (NSC):
Dank u wel, zeg ik tegen de heer Van Dijck. Interessant, interessant. Wij realiseren ons natuurlijk heel goed dat we als overgebleven weeskindjes van deze coalitie meerderheden zullen moeten zoeken. Dat zeg ik ook alvast tegen de heer Vijlbrief, die mij zo meteen ongetwijfeld ook iets gaat vragen over onderwijs. Ik doe er nu nog geen uitspraken over of ik dat wel of niet kan en wil gaan steunen. Dat kan ik nu nog niet zeggen. Ik wil alle amendementen rustig een keer naast elkaar gaan leggen. Ook vandaag, terwijl we hier leuk met elkaar aan het debatteren zijn, komen die allemaal binnen. Ik wil daar rustig een gewogen afweging in kunnen maken, want het spel verandert nu continu. Ik zeg tegen de heer Van Dijck: u weet dat wij niet van het gratis bier zijn. Ik zeg ook niet dat de heer Van Dijck dat nu voorstelt, maar ik wil het op een gewogen manier kunnen bekijken. Ik vraag ook aan de minister, via de voorzitter, om te reflecteren op dit amendement. Dat gaat hij denk ik sowieso doen. Hoe zit het met die dekking?
De voorzitter:
Meneer Van Dijck, in tweede instantie.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Nou ja, prima. Ik hoop dat we dan nog iets kunnen repareren van alles wat wordt teruggedraaid.
Ik wilde nog een andere vraag stellen. Er wordt constant gezegd dat de huur bevriezen 50 miljard kost en noem maar op. Ik neem aan dat de heer Idsinga ook weet dat dat pure bangmakerij is, want woningcorporaties lopen geen 50 miljard mis als de huren bevroren worden. Dat is nog geen half miljard. Ze hebben het steeds over de bouwcapaciteit, over wat ze ermee kunnen lenen. Daar wordt dus een ontzettende bangmakerij mee bedreven. Van het halve miljard dat ze mislopen compenseren wij twee jaar. Daarna moeten ze het weer zelf opvangen. Dat het bevriezen van de huur zo'n slecht idee zou zijn, is pure framing.
De heer Idsinga (NSC):
Ik hoorde geen vraag. Ik kan het antwoord ook niet geven, omdat ik geen deskundige ben op dit gebied. Ik wil alleen meegeven aan de heer Tony van Dijck dat wij niet aan bangmakerij doen.
De voorzitter:
Gaat u verder.
De heer Idsinga (NSC):
Mijn laatste vragen aan de minister. Wat is het verwachte koopkracht- en armoedebeeld voor groepen zonder deze bonus? Kan hij daar al iets over zeggen? Wanneer krijgt de Kamer de laatste cijfers daaromtrent? Welke rol speelt het niet doorgaan van deze maatregelen bij de aanstaande augustusbesluitvorming? Er wordt ook een andere rekening doorgeschoven, namelijk die van 500 miljoen structureel. Hoe zit het dan met deze rekening? Welke maatregelen gaat het kabinet verder mogelijk treffen om te verzekeren dat de armoede niet toeneemt of zich verdiept? In mijn tweede termijn heb ik nog een motie. Die zal ik straks toelichten.
Dank u wel.
De voorzitter:
Daar is de tweede termijn ook voor. Dank u wel. Meneer Vijlbrief heeft nog een vraag voor u.
De heer Vijlbrief (D66):
Ik ga binnenkort samen met de heer Idsinga wedden, want hij heeft voorspellende gaven. Ik wil hem wat vragen over het amendement dat wij hebben ingediend over de extra onderwijsbezuinigingen, samen met een brede groep christelijke partijen en JA21. Het gaat om het terugdraaien van die bezuiniging van 500, 400 miljoen. Daar zit ook die rare en nare onderwijsbezuiniging op de onderwijskansenregeling in. Vanuit het NSC-gedachtegoed over bestaanszekerheid et cetera zou ik eigenlijk verwachten dat hij ons gaat helpen bij dat amendement. Klopt dat?
De heer Idsinga (NSC):
Ik denk dat wij hier als volwassen mensen met elkaar tot de conclusie moeten komen dat de coalitie, or what's left of it, in goed Nederlands, geen meerderheid heeft in dit huis. Wij zullen moeten kijken op welke punten we eventueel een constructieve samenwerking met de oppositie kunnen aangaan. Dan is dat amendement ā ik heb het even niet over de dekking, maar over de beleidsvoorstellen die de heer Vijlbrief verdedigt ā er toevallig eentje waarvan ik denk: daar zal mijn collega die over onderwijs gaat, Aant Jelle Soepboer, heel blij mee zijn. Dat kan ik u alvast meegeven. Maar ik vind het te vroeg om nu al toe te zeggen bij welke amendementen we wel en geen zaken kunnen doen, met dien verstande dat ik dit politiek gezien, sprekend vanuit onze fractie, een sympathiek amendement vind.
De voorzitter:
De heer Dijk, uw negende interruptie. Er blijft weinig over voor straks.
De heer Dijk (SP):
Ja, ik probeer toch dingen voor elkaar te krijgen. Daarom probeer ik het bij de Kamer in plaats van bij het kabinet.
Ik stond drie weken geleden met 2.500 mensen die werken naar vermogen op het Malieveld. Die zijn allemaal slachtoffer van een nieuwe belastingmaatregel, de afbouw van de heffingskorting. Het gaat over mensen uit sociale werkplaatsen, werkontwikkelbedrijven, die er nu ā¬45 per maand op achteruitgaan. We kunnen vandaag regelen dat zij gecompenseerd worden, zodat zij er niet ā¬45 op achteruitgaan. Dat is slechts een bedrag van 40 miljoen euro. Als we 1% op de externe inhuur zouden korten, kunnen we dat daarmee in ieder geval voor dit jaar regelen voor die mensen. Ik wil de heer Idsinga van Nieuw Sociaal Contract vragen of hij bereid is dat amendement met ons in te dienen, zodat deze mensen bestaanszekerheid hebben in plaats van ā¬45 per maand minder.
De heer Idsinga (NSC):
Dank u wel voor de moedige poging, zou ik tegen de heer Dijk willen zeggen. Het is een sympathiek verhaal, wil ik ook tegen hem zeggen. Nogmaals, we zullen hier met elkaar, met de coalitie, zonder kleerscheuren, uit moeten komen in het belang van dit land. Dat gaat niet zonder kleerscheuren. Ook hier zullen wij heel constructief naar gaan kijken. Alleen, ik ga onze steun nu nog niet toezeggen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Idsinga.
De voorzitter:
Ik had al aangekondigd: als meneer Idsinga geweest is, dan ga ik schorsen voor de lunch. Ik schors tot 14.05 uur. Dan vangen we eerst aan met het tweeminutendebat Zorgverzekeringsstelsel, dat definitief doorgaat.
Ik ga ook nog een heel klein woordje spreken ten behoeve van mijn persoonlijk medewerker. Dit is namelijk mijn laatste dag in de Kamer, als alles goed gaat. Die spendeer ik heel graag op dit rostrum, maar voor de Handelingen is het wel heel fijn als ik mijn persoonlijk medewerker Ineke Uitterhoeve heel erg bedank. Ze had zich er eigenlijk op verheugd om vandaag de dag met mij door te brengen, maar ik zit hier. Dus: Ineke, dank je wel. Je staat in de Handelingen.
Iedereen een fijne lunch. Om 14.05 uur gaan we verder. Dag.
Mededelingen
Mededelingen
Mededelingen
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering.
Regeling van werkzaamheden
Regeling van werkzaamheden
Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Aan de orde is een korte regeling van werkzaamheden.
Ik stel voor dinsdag 24 juni aanstaande ook te stemmen over de ingediende moties bij de notaoverleggen over veteranenbeleid en over de initiatiefnota van het lid De Korte over een kritische reflectie op euthanasie bij psychisch lijden van jonge mensen.
Ingekomen is een beschikking van de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal inzake aanwijzing van het Eerste Kamerlid Van Gasteren tot lid in plaats van het lid Heijnen en van het Eerste Kamerlid Griffioen tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Gasteren in de OVSE Parlementaire Assemblee.
Op verzoek van het lid Ceder stel ik voor zijn motie op stuk nr. 438 (30950) opnieuw aan te houden.
Ik deel aan de Kamer mee dat voor de volgende debatten de termijn voor toekenning is verlengd:
- het dertigledendebat over een huisbezoek van de politie aan een demonstrant;
- het dertigledendebat over het Nationaal onderzoek moslimdiscriminatie.
Termijn inbreng
De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Zorgverzekeringsstelsel. Ik heet welkom in vak K de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Ik geef het woord aan de heer Dijk.
De heer Dijk (SP):
Dank u wel, voorzitter. Ik kon helaas niet bij het commissiedebat van deze ochtend zijn, omdat er ook een debat over de Voorjaarsnota was. Ik kan nu wel hierbij aanwezig zijn, dus ik vraag toestemming om deel te nemen aan deze vergadering.
De voorzitter:
Ik kijk even rond om te zien of daar bezwaar tegen is. Ik zie geen bezwaar, dus dat betekent dat ik u op de lijst zet als spreker.
Dan geef ik graag het woord aan de heer Krul voor zijn inbreng namens het CDA.
De heer Krul (CDA):
Voorzitter.
De heer Krul (CDA):
Voorzitter. Ik ben benieuwd of de minister mijn vraag kan beantwoorden. Hij heeft vanochtend aangegeven dat het kabinet voornemens is door te gaan met het wetsvoorstel. Ik kan daarvoor eigenlijk drie redenen destilleren. EĆ©n is dat het kabinet een koppeling ziet met de gelden die nodig zijn voor het zorgakkoord, het AZWA. Twee is, zoals ook de VVD-fractie zei en zoals de minister herhaalde: afspraak is nou eenmaal afspraak en we willen ook een mate van consistentie laten zien. Dat zijn eigenlijk allebei oneigenlijke argumenten. Ik ben benieuwd of de minister kan uitleggen of er ook een derde argument is, namelijk: is het een goed voorstel? Het kabinet had twee doelstellingen voor ogen bij dit wetsvoorstel, namelijk het verbeteren van de toegang tot zorg voor mensen met een kleine beurs en voor chronisch zieken. Eigenlijk kunnen we nu al constateren ā dat konden we ook al voor het Raad van Stateadvies ā dat met dit voorstel allebei die doelstellingen niet gehaald worden. En dan zou ik toch willen zeggen: beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan wil ik graag de heer Thiadens vragen om namens de PVV een inbreng te leveren.
De heer Thiadens (PVV):
Dank, voorzitter. Ik heb ƩƩn motie.
Hartelijk dank. Dan wil ik graag de heer Bushoff vragen, namens GroenLinks-PvdA.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Dan de tweede motie, voorzitter.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Tot zover.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Paulusma namens D66.
Mevrouw Paulusma (D66):
Voorzitter, dank u wel. We hadden vanochtend een heel goed debat met deze minister-van-ƩƩn-dag van VWS. Ik heb nog drie moties. Twee ervan zijn om de minister aan te moedigen. De eerste luidt als volgt.
Mevrouw Paulusma (D66):
Dan heb ik nog ƩƩn motie, omdat we ook een heel interessant debat hadden over het halveren van het eigen risico. Ik hoorde de minister daarover een aantal uitspraken doen, namelijk dat we kritisch naar het plan en de uitvoering moeten kijken; ook naar het advies van de Raad van State. Ik hoorde dat we misschien ook wel moeten kijken naar "maatwerkgericht voor doelgroepen". Daarvoor heb ik de volgende helpende motie.
Dank u wel. Mevrouw De Korte namens Nieuw Sociaal Contract.
Mevrouw De Korte (NSC):
Dank u wel, voorzitter. We hadden vanmorgen een goed commissiedebat. We hebben een paar goede toezeggingen gekregen, onder andere over de kraamzorg. De minister, of in ieder geval zijn opvolger, zal in gesprek gaan, ook ten aanzien van het waarborgen van fysiotherapie. We hebben nog ƩƩn motie.
Mevrouw De Korte (NSC):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. U heeft een interruptie van de heer Krul.
De heer Krul (CDA):
Over de laatste zin heb ik een vraag. We hebben de minister vandaag gehoord. Hij zegt: wat de Kamer ook beslist, ik zou in overweging willen geven ervoor te zorgen dat het geld, dat gewoon nodig is voor het AZWA, veiliggesteld wordt. Begrijp ik nou goed dat de NSC-fractie hiermee eigenlijk zegt: ga hoe dan ook door met het verlagen van het eigen risico en feitelijk omarmen we de koppeling tussen die twee aspecten zoals die er nu is? Of zegt NSC: het gaat er gewoon om dat het geld beschikbaar is, ook als dat niet per se via het eigen risico gaat, als het maar beschikbaar is?
Mevrouw De Korte (NSC):
Dank u wel voor deze vraag. Wij willen in ieder geval dat het AZWA doorgaat en dat het geld beschikbaar blijft. Dat hebben we in deze motie willen aangeven. De minister heeft er inderdaad het een en ander over gezegd. Er is een soort afhankelijkheid van het een of ander. Maar we willen dit onderdeel, dat al geregeld was, behouden.
De voorzitter:
Een kort vervolg.
De heer Krul (CDA):
Tot slot. Ik had in het commissiedebat al even gerefereerd aan het interruptiedebat van gisterenavond tussen de heer Dijk en mevrouw YeČilgƶz. Het is helemaal niet zeker dat de halvering van het eigen risico ook in de volgende periode nog staat. We willen wel dat geld voor het AZWA. Ik zou dus nog ƩƩn keer willen vragen: is de uitspraak "het geld er moet zijn" of is de uitspraak "we moeten hoe dan ook door het met verlagen van het eigen risico"?
Mevrouw De Korte (NSC):
Wij hebben inderdaad het debat gehad over het eigen risico. We houden ons aan het hoofdlijnenakkoord, maar we zien ook wel dat er het een en ander gebeurt, dus daarom willen we in ieder geval het gereserveerde geld voor het AZWA veiligstellen.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Ik denk dat iedereen wil dat het aanvullend zorg- en welzijnsakkoord snel gesloten wordt. Daar bestaat volgens mij geen enkele twijfel over. Mijn vraag is dan ook niet of de motie voor dat deel eigenlijk niet totaal overbodig is, ook gelet op de beantwoording van de minister. Het tweede deel van de motie verzoekt het geld dat daarvoor is gereserveerd veilig te stellen. Dan zou mijn vraag zijn: is er enige aanleiding om nu te denken dat dat geld is verdwenen?
Mevrouw De Korte (NSC):
We hebben de discussie gehoord. Het geld is niet meteen verdwenen. We willen het gewoon veiligstellen. Dat is hetgeen we voorstaan.
De voorzitter:
Tot slot.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Ja, tot slot. Maar als we de komende tijd allemaal moties gaan indienen met "als, dan", "stel dat we dit gaan doen", is daar toch geen beginnen aan? Dit is toch een totaal onzinnige motie in die zin dat iedereen wil dat het zorgakkoord gesloten wordt en dat er geen enkele aanleiding is om te zeggen dat het geld dat beschikbaar is voor dat zorgakkoord verdwenen is? Deze motie slaat dus nergens op. Het is gewoon een "als, als, als, dan"-motie. Daar kunnen we er nog wel tienduizend van indienen de komende tijd.
De voorzitter:
U mag daar nog op reageren, mevrouw De Korte.
Mevrouw De Korte (NSC):
Wij zien het gewoon als een steuntje in de rug voor onze minister dat dit in ieder geval doorgaat. We gaan echt niet allerlei "als, als"-moties indienen; die heeft u ook nooit zo van ons gezien. Maar gezien het grote belang van dit akkoord willen we dat het op deze manier ook doorgaat.
De voorzitter:
Dank u wel. O, u heeft nog een interruptie. Excuses, mevrouw De Korte.
Mevrouw Paulusma (D66):
De beantwoording op de vraag van de heer Krul verwonderde mij toch wel een beetje. We hebben namelijk vanochtend het debat gehad over het eigen risico. De minister heeft aangegeven: ik kom met een reactie, ook op de Raad van State; er komen misschien wel andere scenario's; misschien moet het helemaal niet. Gehoord hebbende wat de minister vanochtend gezegd heeft, wil ik graag de vraag van de heer Krul herhalen. Vindt NSC dan dat het AZWA door moet gaan, ook als de halvering van het eigen risico niet doorgaat?
Mevrouw De Korte (NSC):
Ik heb net aangegeven dat we nog steeds uitgaan van het hoofdlijnenakkoord. We weten niet wat er de komende weken gebeurt. Daarom willen we toch ā dat heb ik net ook al gezegd ā het bedrag veiligstellen dat nu al gereserveerd is voor het AZWA.
Mevrouw Paulusma (D66):
Maar dit is typisch des NSC's. Ik stel een vraag. Het is eigenlijk kiezen: a of b, een of twee, zwart of wit. Kiest u voor de middelen van het AZWA of kiest u voor het doorgaan van het eigen risico? Het is een van die twee.
Mevrouw De Korte (NSC):
Er wordt nu meteen of-of gezegd, maar het is voorlopig nog en-en.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan wil ik nu graag vragen of de heer Dijk namens de SP naar voren kan snellen om zijn inbreng te leveren.
De heer Dijk (SP):
Dank u wel, voorzitter. Een paar moties.
De heer Dijk (SP):
Voorzitter. Ik heb nog 30 seconden. Ik moet toch iets kwijt over het eigen risico. Ik heb de discussie van vanochtend teruggehoord, teruggeluisterd. Het grote probleem is dat er een halfbakken voorstel was, dat dit inderdaad mensen met een chronische ziekte of een arbeidsongeschiktheid hard kon treffen. Ik heb het voorstel van de heer Bushoff net gezien. Ik heb eigenlijk een vergelijkbaar voorstel klaarliggen voor het debat over de Voorjaarsnota. Volgens mij is dFat de manier om in ieder geval voor de korte termijn te regelen dat het goed is. Verder ben ik van mening dat het eigen risico helemaal afgeschaft kan worden met een inkomensafhankelijke premie. Dan gaat 80% van de mensen erop vooruit en de 20% rijkste mensen iets meer betalen. Dat is solidariteit, en doorberekend door het CPB op verzoek van de SP.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer El Abassi heeft ook aangegeven nog gebruik te willen maken van de twee minuten die hij heeft. Dus hij komt namens DENK zijn moties indienen.
De heer El Abassi (DENK):
Ik ga meteen aan de slag, voorzitter.
De heer El Abassi (DENK):
Dan de volgende motie.
De heer El Abassi (DENK):
De volgende motie.
De heer El Abassi (DENK):
Dan mijn laatste motie.
De heer El Abassi (DENK):
Voorzitter, dank u wel.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Dan wil ik tien minuten schorsen, zodat de moties kunnen worden rondgedeeld en de minister terug kan komen met zijn beantwoording. Dan gaan we verder om 14.35 uur.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de appreciatie van de moties van het tweeminutendebat Zorgverzekeringsstelsel. Er zijn ook nog enkele vragen gesteld. Het woord is aan de minister.
Termijn antwoord
Minister Van Hijum:
Dank u wel, voorzitter. Het is een genoegen om die ene dag als minister van VWS ook nog plenair te mogen afsluiten; het is toch goed om dat mee te maken. Het was een plezierige en goede discussie, moet ik ook van mijn kant zeggen. Dank daarvoor. Er zijn een aantal moties naar aanleiding van het debat van vanmorgen.
De heer Krul stelde mij om te beginnen een vraag en diende een motie in om de regering te verzoeken het wetvoorstel Halvering eigen risico te staken. Die motie moet ik ontraden. Ik heb in het debat aangegeven waarom. Hij stelde me ook de vraag om welke reden dat nou eigenlijk is. Eigenlijk zijn alle drie de redenen die hij noemde goed. Het is namelijk inderdaad: een afspraak in het hoofdlijnenakkoord is een afspraak. Er is een relatie met het aanvullende zorg- en welzijnsakkoord dat het kabinet nog hoopt af te sluiten met de zorgpartijen. Daar kom ik zo dadelijk nog even op terug. Maar hij vroeg ook of het een goed voorstel is. Ik kan me voorstellen dat je een discussie kunt voeren over hoe je de toegankelijkheid tot de zorg verbetert voor mensen met een laag inkomen of mensen met een chronische ziekte die nu mede door het eigen risico een drempel ervaren om toegang te krijgen tot de zorg. Dat hebben we vanmorgen ook gewisseld. Het kabinet is van mening dat het wetsvoorstel Halvering eigen risico bijdraagt aan de toegankelijkheid, maar ziet ook de kritische opmerkingen van de Raad van State. Die opmerkingen gaan we zorgvuldig van een reactie voorzien. We zullen daar in het nader rapport ā dat is de reactie van het kabinet op het advies van de Raad van State ā op terugkomen in de richting van de Kamer op het moment dat het wetsvoorstel naar de Kamer wordt gestuurd.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1298 van de heer Krul is ontraden.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1299 van de heer Thiadens moet ik ook ontraden. Ik denk dat we daar in de commissie uitgebreid over hebben gesproken.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1299 is ontraden.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1300 van de heer Bushoff zou ik "ontijdig" willen noemen, omdat wij in dat nader rapport bij de kritiek van de Raad van State op het wetsvoorstel ook uitgebreid nader zullen onderbouwen wat de consequenties precies zijn voor lage-inkomensgroepen en chronisch zieken. Dan kunt u wegen of u vindt of dat wel of niet evenwichtig is.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1300 van de heer Bushoff is ontijdig. Ik kijk even naar de heer Bushoff of hij deze motie wenst aan te houden. Hij gaat erover nadenken.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1301 moet ik ontraden. Ik heb aangegeven dat ik naar aanleiding van het verzoek van de heer Bushoff bereid ben om het verzoek nogmaals bij het RIVM neer te leggen en er met het RIVM over te spreken. Maar de motie gaat er eigenlijk al van uit dat er met het oog op de volksgezondheid noodzaak is tot behandeling. Dat is nou juist het basispunt waar wij nog niet van overtuigd zijn. Ik zou hem willen vragen om dat gesprek af te wachten en dan te bekijken of deze aanvullende zaken ook in kaart moeten worden gebracht.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1301 van de heer Bushoff is ontraden.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1302 van mevrouw Paulusma en de heer Bushoff moet ik ook "ontijdig" verklaren. Ik begrijp heel goed wat zij wil. Ze verwijst naar het AZWA, maar zegt ook: als het AZWA er niet komt, regel het dan alsnog. In dat laatste geval heb ik die middelen op dit moment niet. Voor het eerste geval moeten we even wachten of dat akkoord gesloten kan worden. Dus ik zou zeggen: ontijdig. Op het moment dat het niet via de weg van het AZWA, het aanvullend zorg- en welzijnsakkoord, geregeld kan worden, dan hebben we weer een discussie met elkaar.
Dat geldt ook voor de motie op stuk nr. 1303, want die heeft dezelfde opzet en redenering.
De voorzitter:
Even samenvattend: de motie op stuk nr. 1303 geeft u ook het advies ontijdig.
Dan geef ik het woord aan mevrouw Paulusma.
Mevrouw Paulusma (D66):
Ik heb er net als de minister alle vertrouwen in dat dat AZWA gesloten wordt. Ik neem aan dat de Kamer daar ook heel spoedig over geĆÆnformeerd wordt en dat dan in de eerste alinea staat: en de financiering voor het gordelroosvaccin en de MRI is bij dezen ook geregeld.
Minister Van Hijum:
Ik weet niet in welke regel dat precies staat, maar als dat akkoord gesloten wordt, dan is dat daar een onderdeel van en dan denk ik inderdaad dat deze moties geen gevolg hoeven te hebben.
De voorzitter:
Dan kijk ik nog even naar mevrouw Paulusma om te zien of zij de moties op stukken nrs. 1302 en 1303 wenst aan te houden. Ik zie haar knikken.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1304 is ook van mevrouw Paulusma. Die zegt eigenlijk: ik heb een alternatief voor dat halveren van het eigen risico, namelijk door het gerichter te maken. Maar ze doet nog iets. Ze zegt: de besparingen die je daar vervolgens mee binnenhaalt wil ik graag investeren in defensie. Dat is een politieke afweging die mevrouw Paulusma mag maken, maar ik wil wel aangeven dat dit precies de reden is waarom ik vanochtend ben begonnen over die koppeling tussen het AZWA en het voorstel voor het eigen risico. Het zou mooi zijn als hier dan ook nog een derde streepje bij zou staan, namelijk de middelen voor het AZWA. Dit is exact de discussie. Op het moment dat wij, de politiek, de Kamer, het kabinet, de hele discussie loslaten over het eigen risico ā nogmaals, ik zou er niet op vooruit willen lopen, maar het mag ā dan is het verstandig om duidelijkheid en zekerheid te bieden aan de ondertekenaars van het zorgakkoord, dat onze handtekening hier in Den Haag iets waard is en dat de dekking die erbij hoort ook geleverd wordt.
De voorzitter:
Ik heb nog geen appreciatie gehoord, dus voordat ik mevrouw Paulusma het woord geef ā¦
Minister Van Hijum:
Die moet ik dus om die reden ontraden.
De voorzitter:
Dank u wel. De motie op stuk nr. 1304 van mevrouw Paulusma is ontraden.
Mevrouw Paulusma (D66):
Ik heb even goed geluisterd naar de minister. Als ik er dus een derde punt aan toevoeg, de garantie voor de middelen van het IZA ⦠AZWA ⦠ā de minister had het zelf ook al over die afkortingen ā gaat de minister deze motie dan positief appreciĆ«ren?
Minister Van Hijum:
Nee, want dan ben ik het nog steeds niet eens met de afweging die hier staat. Dan is de motie voor mij nog steeds ontijdig, omdat je dan ook nog de hele discussie over het wel of niet doorgaan van het eigen risico hebt. Dan is mevrouw Paulusma, dan is de Kamer wel consistent. Dan zeggen we: wat er ook gebeurt, het AZWA wordt getekend en het geld wordt geleverd. Als wij aan dat eigen risico komen, dan zorgen we er ook voor dat we een potje reserveren om de afspraken uit het AZWA na te komen. Dat is wat ik voorstel. Dan neemt zij daarmee het wantrouwen weg bij zorgpartijen dat het ⦠Nou, toch maar even ⦠Nee, laat ik het anders zeggen. Zij schept daarmee een politieke basis om het akkoord te kunnen tekenen.
De voorzitter:
Tot slot.
Mevrouw Paulusma (D66):
Dit is wel een hele grappige bocht die de minister nu maakt. Ik geloof niet dat de Kamer het wantrouwen voedt als het gaat om het AZWA. Dat verwijt ik deze minister ook niet. Dat was de voorganger van deze minister, want die koos voor aanrommelen en zorgde ervoor dat er geen akkoord werd gesloten. Ik ben wel bereid om de motie aan te houden, want ik snap de druk die op het AZWA ligt. Maar dan hoop ik eigenlijk wel dat de minister kan toezeggen dat hij dit alternatieve scenario uitwerkt. Er gaat een brief komen met een beoordeling van het advies van de Raad van State. De minister heeft vanochtend ook gezegd: we gaan kijken naar allerlei scenario's. Dan wil ik aan de minister vragen of dit ook een van de uit te werken scenario's kan zijn.
Minister Van Hijum:
Nee, dat kan ik op dit moment niet doen. Ik heb al aangegeven dat het in de praktijk heel lastig zal zijn om die groep af te bakenen en dit uitvoerbaar te maken. Dat weet ik ook vanuit de sociale zekerheid. Nogmaals, wij gaan graag de discussie aan over wat de uitwerking van de halvering van het eigen risico moet zijn en of er alternatieven zijn. Die open discussie gaat gevoerd worden. Mij gaat het even heel specifiek om het punt dat als u aan dat voorstel komt ... Nogmaals, ik zeg niet dat dat niet mag. In de politiek mag dat. U kunt daar redenen voor hebben. U kunt het een slecht voorstel vinden. U kunt vinden dat het geld ergens anders naartoe moet. Maar dat AZWA is nu eenmaal gekoppeld aan de afspraken rond dat eigen risico. Dus als we dat doen, zorg er dan voor dat je dat potje apart zet, zodat we die afspraken kunnen nakomen.
De voorzitter:
Een hele korte vraag over de appreciatie van deze motie.
Mevrouw Paulusma (D66):
Ik kom in die zin de minister tegemoet, want ik zeg dat ik 'm aanhoud om ervoor te zorgen dat er vertrouwen is in de afronding van dat ASMA ... het AZWA. Die afkortingen, echt! Maar dan vraag ik de minister om een beetje beweging. Hij geeft aan dat hij een discussie wil over scenario's en alternatieven. Dit zou een hele goede kunnen zijn. Ik weet dat het ingewikkeld is, maar ook wij hebben het uitgezocht, want ik doe niet zomaar een voorstel. Het kan. Dan zou ik wel wat beweging van de minister willen, zo van: "OkƩ, mevrouw Paulusma houdt 'm aan en zorgt voor rust en ook vertrouwen. Dan ga ik ervoor zorgen dat in de brief een van de scenario's de uitwerking van dit voorstel is." En dan alleen op doelgroepen. Dat NAVO-verhaal kunt u dan parkeren, zeg ik via de voorzitter.
Minister Van Hijum:
Ik heb aangegeven wat mijn kaders zijn om vanuit het kabinet een beweging te maken. In antwoord op de vragen van de heer Krul heb ik gezegd dat voor ons het hoofdlijnenakkoord telt. Is afspraak ook afspraak? We hebben daar in het kabinet nog niet eens naar kunnen kijken. Dus dat is echt even het vertrekpunt. Moties zoals deze ā nogmaals, ik betwist niet dat de Kamer die mag indienen; integendeel, je mag de discussie voeren ā waren voor de zorgpartijen de aanleiding om na de val van het kabinet een stap terug te doen. Men vreest immers dat op het moment dat er discussie ontstaat over dat eigen risico, ook de dekking voor dat AZWA afvalt. Al zet u er alleen maar in zet "als we dat ooit ter discussie stellen, houden we er rekening mee dat we dat geld voor dat AZWA wel afzonderen", zou dat al helpen. Daarom doe ik dat verzoek.
De voorzitter:
Dit is al de vierde reactie op ƩƩn motie. Ik wil er eigenlijk maar ƩƩn toestaan per motie. Ik heb u zojuist al een kleine extra interruptie gegund. Ik hoorde u zeggen dat u de motie op stuk nr. 1304 eigenlijk ook wil aanhouden. Dat wil ik even verifiƫren: klopt dat? Dus alleen ja of nee.
Mevrouw Paulusma (D66):
Ja, alleen heb ik een verzoek gedaan dat bij mijn reactie hoorde.
Minister Van Hijum:
Ja. Ik ga nog ƩƩn poging doen. Laat ik dan toezeggen dat wij in het nader rapport ook zullen uitwerken waarom het wel of niet een optie is om een gerichte regeling voor chronisch zieken en mensen met een beperking te treffen. Dan zijn we er, zie ik.
De voorzitter:
Ik zie de heer El Abassi staan, maar we praten nu over moties van mevrouw Paulusma. Hartstikke goed, dan zie ik u straks terug bij de interruptiemicrofoon.
Dan kunnen we verder met de motie op stuk nr. 1305.
Minister Van Hijum:
Dank u wel. Dat is de motie van mevrouw De Korte. Die zegt eigenlijk: als je het akkoord afsluit, zorg er dan in elk geval voor dat je de middelen veiligstelt. Ik lees dat als: linksom of rechtsom. Ik denk ook dat dat helpt in de richting van de partijen die straks hun handtekening moeten zetten. Wat mij betreft krijgt de motie op stuk nr. 1305 dus oordeel Kamer.
Wat de motie op stuk nr. 1306 betreft zou ik zeggen: ontijdig. Dat is het verzoek van de heer Dijk over een noodplan fysiotherapie. We hebben daar vanochtend wel een goede discussie over gehad. Ik heb ook aangegeven dat er na de zomer een brief komt, maar nu al een noodplan toezeggen vind ik ontijdig, omdat er ook een aantal stappen worden gezet. Daarna kunnen we uiteraard kijken hoe het verder moet.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1305 krijgt oordeel Kamer. De motie op stuk nr. 1306 van de heer Dijk is ontijdig.
Minister Van Hijum:
Ja, de motie op stuk nr. 1307 moet ik ā¦
De voorzitter:
Ik moet even kijken. De heer Dijk gaat nadenken of hij de motie wel of niet aanhoudt. Dat betekent dat de motie op stuk nr. 1306 vooralsnog gewoon in stemming wordt gebracht.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1307 moet ik, hoe spijtig dat ook is, ontraden, omdat we daar op dit moment geen dekking voor hebben. Dat heb ik ook in het debat gezegd.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1307 van de heer Dijk is ontraden.
Minister Van Hijum:
Voor de motie op stuk nr. 1308 geldt hetzelfde. Ook daarover hebben we gezegd: toegang tot die brillen is belangrijk. We zijn op dit moment bezig om de benodigde data, informatie, in kaart te brengen en te verkennen wat er kan. Maar ook hiervoor is op dit moment nog geen tijdelijke dekking. Er is wel een tijdelijke subsidieregeling.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1308 van de heer Dijk: ontraden.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1308 gaat over de kraamzorg.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1309.
Minister Van Hijum:
Excuus, de motie op stuk nr. 1309. Die is ook ontijdig wat mij betreft. Ik heb vanochtend toegezegd dat ik mijn opvolger, mijn collega, straks kan vragen om een gesprek te voeren met de kraamzorg. De Kamer heeft mij verzocht ervoor te zorgen dat dat een breed gesprek is over het toekomstperspectief voor die sector en haar te informeren over wat er uit die gesprekken is gekomen. Dat ga ik doen. Daarmee is deze motie wat mij betreft ontijdig.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1309 van de heer Dijk is ontijdig. Ik kijk even naar de heer Dijk.
De heer Dijk (SP):
Als de motie op stuk nr. 1309 ontijdig is, ga ik er even over nadenken. Ik laat het weten.
Mijn vraag gaat even over de motie op stuk nr. 1308 over de kinderbrillen. Dit is een steeds terugkerende discussie. Vorige keer heb ik volgens mij met de heer Bushoff ā dat weet ik eigenlijk niet eens zeker ā voor een dekking gezorgd, in ieder geval voor afgelopen jaar, door dat via fondsen als het Jeugdeducatiefonds te regelen. We hadden nu eigenlijk een beetje gehoopt dat het kabinet zelf ook ergens mee zou komen. Nou snap ik dat de minister na een dag nog niet per se met een kant-en-klaar voorstel hier binnen komt lopen. Maar dat is wel de achtergrond van waarom deze motie nu door mij wordt ingediend.
Minister Van Hijum:
Dat begrijp ik. Ik geloof dat die dekking twee keer een ton was. Ik vind het te gevaarlijk om daar nu heel veel concreter over te worden. Ik weet dat het de aandacht heeft. We hebben een afspraak gemaakt ā de datum staat hier even niet bij ā om de Kamer over het vervolg te informeren, zodat we de vervolgdiscussie op tijd kunnen voeren.
De voorzitter:
Meneer Bushoff, ik laat de interruptie even bij de heer Dijk. Het was zijn motie. Ik weet dat u eronder stond, maar ik wil graag even door met de volgende moties.
De motie op stuk nr. 1310.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1310 moet ik ontraden. Die gaat over het geheel afschaffen van het eigen risico.
Dat geldt ook voor de motie op stuk nr. 1311 over het niet verhogen van de zorgpremie. Het kabinet gaat ook niet over de premies, zeg ik ook even. Die worden door zorgverzekeraars vastgesteld.
De voorzitter:
Excuses, wij zijn even aan het kijken wat de appreciatie van de motie op stuk nr. 1310 is.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1310 is ontraden.
De voorzitter:
Ontraden. Excuses. De motie op stuk nr. 1310 van de heer El Abassi is ontraden. Dan de motie op stuk nr. 1311. De heer El Abassi heeft een vraag over de motie op stuk nr. 1310.
De heer El Abassi (DENK):
De motie om het eigen risico volledig af te schaffen wordt ontraden. Ik zou de minister willen vragen of hij in ieder geval kan garanderen dat die halvering plaatsvindt en dat het geld daarvoor, zeker gezien de motie die door mevrouw Paulusma is ingediend, niet naar defensie gaat. Dit wou ik even inbrengen. Ik wou er bijna een punt van orde van maken. Een uur geleden is er een artikel in de krant gekomen over ex-minister Agema waarin staat dat ze bang was dat geld dat weggehaald werd bij het eigen risico besteed zou worden aan defensie. Toevallig kom ik dat een uur later hier tegen. Ze maakte wel een gekke wandeling in het park. Ik dacht: ze heeft dat nodig. En nu komt het toch hier aan de orde. Ik zou de minister dus toch willen vragen om dit te voorkomen. Ik hoor dat vanuit de zaal "complot" wordt geroepen, maar het gaat mij er even niet om of dit vooraf is afgesproken. Daar gaat het mij totaal niet om. Het gaat mij erom dat het nu toevallig naar boven komt en het nu lijkt alsof de minister openstaat voor een verschuiving van het geld voor het eigen risico richting defensie. Ik zou de minister willen vragen om te bevestigen dat het niet de bedoeling is dat dat gaat gebeuren. Ik vraag hem of hij dat kan garanderen.
Minister Van Hijum:
Ik sta hier vanuit deze rol als minister echt even om een ordentelijk proces te bewaken. Ik vind van alles van het eigen risico. Ik vind van alles van defensie. Dat doet er even niet toe. We hebben een aantal afspraken gemaakt over hoe we met het eigen risico omgaan. Daarover heb ik gezegd: er zijn goede redenen om daar vooralsnog aan vast te houden. Als je die maatregel ter discussie stelt ā dat mag, om allerlei redenen ā dan valt er geld vrij. Het is een heel ingewikkeld verhaal. Daar kun je om allerlei redenen je oog op laten vallen. Ik vind het belangrijk om te constateren dat als dat gebeurt, er in elk geval ƩƩn consequentie is: als wij een zorgakkoord sluiten, dan ontvalt ook een deel van de middelen daarvan. Stel dat dus alsjeblieft veilig. Wat je met de rest doet, is dan weer aan de politiek. Daar kunnen we nu eindeloos over discussiĆ«ren, maar als dit voorstel wordt gedaan, zullen daar de komende tijd nog veel debatten over gaan. Het kabinet houdt vooralsnog gewoon vast aan het halveren van het eigen risico.
De voorzitter:
Dan zijn we nog steeds bij de motie op stuk nr. 1311.
Minister Van Hijum:
Ja. Deze motie over het niet verhogen van de zorgpremies ontraad ik.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1311 van de heer El Abassi is ontraden.
Minister Van Hijum:
De motie op stuk nr. 1312 verzoekt de regering om te komen met gerichte maatregelen die mensen met lage inkomens daadwerkelijk helpen. Dat is een heel ruim geformuleerde motie. Op zichzelf genomen wil ik die wel oordeel Kamer geven. Ik zeg dan toe dat ik die betrek bij de reactie op het advies van de Raad van State. Ik wijs er even op dat wij vanochtend ook discussies hebben gevoerd over bijvoorbeeld gemeentepolissen, over wat gemeenten doen om mensen bijvoorbeeld toegang tot mondzorg te geven. Ik doel dan op de 640.000 mensen die de mondzorg te duur vinden en geen tandarts kunnen betalen. Daar hebben gemeenten soms regelingen voor. Je kunt ook nog bedenken hoe je samen met die gemeenten het niet-gebruik van die regelingen kunt terugdringen. Daar zijn allerlei mogelijkheden voor. Als u met die uitleg kunt instemmen, dan geef ik deze motie graag oordeel Kamer.
De voorzitter:
Ik kijk even naar de heer El Abassi. Ik zie dat hij akkoord gaat met de uitleg. Dan krijgt deze motie dus oordeel Kamer.
De motie-El Abassi op stuk nr. 1313.
Minister Van Hijum:
Dat is de laatste motie. Deze motie verzoekt de regering om alles op alles te zetten om de zorgverzekering voor iedereen betaalbaar te houden. Nou, dat klinkt buitengewoon sympathiek, en dat is het ook. Alleen, in de discussie over zorg gaat het nooit alleen over betaalbaarheid. Daarin gaat het ook over toegankelijkheid. Het gaat over kwaliteit en over een goed basispakket. Het gaat ook over de vraag wat je dan precies wil verzekeren. Betaalbaarheid is dus niet het enige criterium, hoe belangrijk dat op zichzelf ook is. Om die reden ontraad ik de motie.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1313 van de heer El Abassi is ontraden. Ik kijk even of er nog vragen zijn die beantwoord moeten worden. Inmiddels zijn we hier al een uur mee bezig, en we hebben nog een hele plenaire vergadering te gaan. We hebben al een debat gehad. U mag nog ƩƩn vraag stellen. Daarna wil ik afronden. De heer Krul.
De heer Krul (CDA):
EƩn vraag en een mededeling, voorzitter. Ik denk dat ik mijn motie ga aanhouden, maar daarover heb ik nog een vraag. In de huidige systematiek vindt de indexatie plaats op basis van zorgkosten. De Raad van State zegt dat de zorgkosten door het verlagen van het eigen risico gaan stijgen. Dat betekent dus dat het vanaf 2030 extra duur wordt. Zou de minister dat in zijn reactie op het advies van de Raad van State willen meenemen? Als de minister zegt dat hij dat expliciet gaat meenemen in de reactie op het advies van de Raad van State, dan kan ik mijn motie namelijk aanhouden.
Minister Van Hijum:
Het lijkt mij geen probleem om dat toe te zeggen. Het lijkt mij dat de toelichting op het wetsvoorstel, ook naar aanleiding van kritiek van de Raad van State, ook op het terrein van "wat doet dat met de zorgvraag en de kosten?", gewoon moet kloppen, ook op de lange termijn. Dus die toezegging kan ik doen.
De voorzitter:
Dank u wel.
De voorzitter:
Tot slot geef ik het woord aan de heer Thiadens, die nog een vraag heeft over zijn motie.
De heer Thiadens (PVV):
Het gaat inderdaad over de motie op stuk nr. 1299. De appreciatie van de minister heeft mij in verwarring gebracht. Vanmorgen is het daar in het debat over gegaan. Als ik het goed heb gehoord ā en volgens mij heb ik het goed gehoord ā heeft de minister daarin toegezegd dat duurzaamheid nooit belangrijker kan zijn dan de effectiviteit van een behandeling. Dat is precies wat in deze motie staat. Daarom verbaast het mij dat de minister deze motie apprecieert met "ontraden". Misschien kan hij daar iets meer toelichting op geven.
Minister Van Hijum:
De motie vraagt de regering aan het Zorginstituut Nederland de opdracht te geven om alle pilots die hierover gaan en die beogen invulling te geven aan de criteria, te stoppen. Bij die pilots gaat het ook over de vraag of het iets doet met arbeidsinzet, arbeidsbesparing, of duurzaamheid, CO2, of circulaire economie, materiaalgebruik, en om dat inzichtelijk en praktisch hanteerbaar te maken. Dat is bedoeld om kennis te verwerven daarover, om dat ook praktisch hanteerbaar te maken. Die vervullen daar een belangrijke rol in. Ik heb ook gezegd dat ik niet van plan ben om deze criteria los te laten. Het is alleen zo dat het nooit zo mag zijn ā en dat was het punt van de heer Thiadens ā dat als er een effectieve behandeling is, die om die reden van de lijst valt, dus om andere redenen dan effectiviteit, namelijk duurzaamheid en arbeidseffecten.
De voorzitter:
Een hele, hele korte vervolgvraag.
De heer Thiadens (PVV):
Ten slotte. Dan begrijp ik dat de minister de mogelijkheid openhoudt om nieuwe behandelingen en behandelmethoden eventueel af te wijzen, dus niet te adopteren, omdat ze niet duurzaam zouden zijn, hoewel ze toch effectief en bewezen zijn.
Minister Van Hijum:
Bij gelijke geschiktheid ā dat heb ik aangegeven ā kan dat het geval zijn. Maar de effectiviteit van de behandeling is uiteindelijk doorslaggevend.
De voorzitter:
Helder, dank u wel. Dan is hierbij deze termijn ten einde. Hierbij sluit ik dit tweeminutendebat.
De voorzitter:
Over de moties zal op dinsdag 24 juni worden gestemd.
Ik wil zo direct door naar het volgende tweeminutendebat.
Termijn inbreng
De voorzitter:
Hierbij heropen ik de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat EU-Gezondheidsraad van 20 juni. Er hebben zich twee sprekers gemeld van de zijde van de Kamer. Ik heet de minister van Volksgezondheid, de heer Eddy van Hijum, van harte welkom. Ik zou de heer Blaauw willen vragen of hij namens de PVV zijn inbreng wil leveren.
De heer Blaauw (PVV):
Dank u, voorzitter. Naar aanleiding van het schriftelijk overleg over de aankomende EU-Gezondheidsraad heb ik ƩƩn motie meegebracht.
Hartelijk dank. Dan wil ik vragen of mevrouw De Korte het woord wil voeren namens Nieuw Sociaal Contract.
Mevrouw De Korte (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Hierbij ƩƩn motie.
Mevrouw De Korte (NSC):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Er zijn in totaal twee moties ingediend en er waren geen vragen. Ik schors heel kort, voor enkele minuten, en dan zie ik de minister zo snel mogelijk weer terug. Ondertussen worden de moties rondgedeeld.
De voorzitter:
Aan de orde zijn de appreciaties van de twee moties die ingediend zijn bij het tweeminutendebat EU-Gezondheidsraad van 20 juni. Het woord is aan de minister.
Termijn antwoord
Minister Van Hijum:
Dank u wel, voorzitter. Twee moties, inderdaad. Om te beginnen de motie op stuk nr. 791 van de heer Blaauw, over een impactassessment voor de herziening van de farmawetgeving. Die moet ik ontraden. Hoewel ik op zichzelf het verzoek kan begrijpen dat je goed wilt weten wat de impact is voor het land, zijn we al zo ver in die Europese wetgevingsprocedure dat de trilogen overal al zijn gestart op Europees niveau. Dat betekent dus dat de Raad al een positie heeft ingenomen, dat het Europees Parlement al een positie heeft ingenomen en dat ze nu samen de afweging maken hoe die wetgeving eruit gaat zien. Daar kan een nationaal impactassessment geen invloed meer op hebben. Bovendien zijn er Europese impactassessments uitgevoerd. Die geven ook zicht op wat de consequenties voor Nederland zijn.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik sta ƩƩn interruptie toe van de indiener van de motie. De heer Blaauw.
De heer Blaauw (PVV):
Dan zullen we het daar maar mee doen vandaag. Ik had het antwoord van de minister enigszins verwacht. Kan hij dan wel garanderen dat, mocht dat impactassessment er niet komen, dit dan geen negatieve gevolgen zal hebben voor de Nederlandse farmaceutische industrie? Kan hij dat hier dan garanderen?
Minister Van Hijum:
Wat de precieze consequenties zijn voor de totale industrie op individueel niveau kan ik niet helemaal overzien. Ik kan wel overzien ā dat is ook de reden waarom we tot nu toe een positieve houding hebben aangenomen ten opzichte van de wetgeving ā dat we er als land ook veel aan hebben om hier samen met andere landen in op te trekken. Dat zal uiteindelijk ook onze industrie helpen.
De voorzitter:
Dank u wel. Dat betekent dat de motie op stuk nr. 791 van de heer Blaauw is ontraden.
Minister Van Hijum:
Voorzitter. De motie op stuk nr. 792 van mevrouw De Korte kan ik oordeel Kamer geven. Zij verzoekt de Commissie te vragen wanneer de Commissie komt met een volwaardig EU cardiovascular health plan, om in mooi Nederlands te spreken, gemoduleerd naar het Europees kankerbestrijdingsplan. Ik ben graag bereid om de Commissie daarnaar te vragen tijdens de Gezondheidsraad op 20 juni. Ik zeg daar wel bij dat het huidige Meerjarig Financieel Kader afloopt. Dat betekent ook dat binnenkort de onderhandelingen over het nieuwe kader starten. Dat gaat in 2028 in. Daar kunnen we niet op vooruitlopen. Dat betekent ook dat we de Commissie langs die weg niet meteen aanzetten tot nieuw beleid, maar de vraag van mevrouw De Korte kan ik zeker bespreken op Europees niveau op 20 juni.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan heeft de motie op stuk nr. 792 hierbij oordeel Kamer gekregen. Dat betekent dat alle moties zijn voorzien van een appreciatie.
De voorzitter:
Morgenmiddag al, op donderdag, zal er over deze moties gestemd worden.
Termijn inbreng
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de eerste termijn van het debat over de Voorjaarsnota. Ik heet van harte welkom de minister van Financiƫn, de heer Heinen, en de staatssecretaris van Financiƫn, de heer Van Oostenbruggen. Ik heb begrepen dat mijn voorganger heeft afgesproken om twaalf interrupties toe te staan. Ik kan u vertellen dat een aantal van jullie al flink op weg is met de interrupties. De heer Van Dijck moet lachen, want hij is daar een van. Maar weet, ik heb het briefje gekregen van mevrouw Tielen, dus ik weet precies hoeveel interrupties jullie nog hebben staan.
Dat gezegd hebbende wil ik graag verder met de eerste termijn van de Kamer. Ik geef het woord aan de heer Dijk, die zijn inbreng zal leveren namens de SP.
De heer Dijk (SP):
Dank u wel, voorzitter. In aanloop naar de Voorjaarsnota zijn heel grote en hoge verwachtingen gewekt. De nacht van de Voorjaarsnota, zoals ik 'm heb genoemd, verliep rommelig en chaotisch. We kunnen heel lang terugkijken, maar volgens mij is het beter om vooruit te kijken. Daarom kom ik met zes voorstellen om het beter en socialer te maken.
Maar laat ik toch kort op een paar punten terugkijken. Huurders worden nu drie keer gepakt. Er komt geen huurbevriezing, die wel beloofd was. Er komt geen boodschappenbonus, wat een gekke naam was voor meer huurtoeslag. Die was ook beloofd. Er kwam wel een versoepeling van de Wet betaalbare huur, waardoor de huren nog verder verhoogd werden. Huurders worden door rommelende en ruziƫnde partijen op rechts drie keer gepakt. Nu ligt er ook nog eens een tekort van 500 miljoen. Huurders is huurbevriezing beloofd.
De afgelopen weken is de SP in meer dan 100 buurten en dorpen in gesprek gegaan met huurders. De reacties zijn niet mals. Mensen kregen eerst een brief van de woningbouwcorporatie dat hun huur zou stijgen. Vervolgens kregen ze een brief waarin stond dat er een huurbevriezing zou komen, want ja, dat was beloofd. Afgelopen weken hebben veel huurders weer een brief op de mat gehad, waarin staat dat er toch een huurverhoging komt. Ze vóélen zich niet alleen bedonderd, dat zĆjn ze ook. Huurders betalen nu voor de wooncrisis die is veroorzaakt door politici, niet door hen.
Voorzitter. Gelukkig komen er verkiezingen. Het moet beter en socialer. De huren kunnen bevroren worden. Door het schrappen van de winstbelasting op de woningbouwcorporaties en de zogenaamde ATAD kun je geld vrijmaken, zodat de huurbevriezing door kan gaan en woningbouwcorporaties wel extra geld krijgen voor nieuwbouw. Dat is ook een onderdeel van het SP-woonplan Wonen zonder winst. Dat is veel socialer voor huurders en voor woningzoekenden, die nu drie keer gepakt worden. Het mag dan ook niet verbazen dat er nu al 50.000 steunbetuigers zijn die al deze eisen steunen.
Voorzitter. Dan waren er nog bezuinigingen op de zorg: 350 miljoen op de ouderenzorg, de gehandicaptenzorg en de ggz. We hebben de afgelopen weken gesproken met mensen in de gehandicaptenzorg: dat lukt niet. Volgend jaar staat er nog eens een bezuiniging ingeboekt van 500 miljoen op de ouderenzorg, 150 miljoen op de gehandicaptenzorg en de ggz, en 450 miljoen op de jeugdzorg. Gelukkig is er vorige week een voorstel aangenomen in de Tweede Kamer om deze bezuinigingen te schrappen.
Voorzitter. Er komen verkiezingen aan. Het kan beter en socialer. De minister heeft aangegeven dat hij het aangenomen voorstel om deze bezuinigingen te schrappen, niet wil en niet gaat uitvoeren. Dan komen wij, de SP, dus met een eigen voorstel, met een dekking, om ervoor te zorgen dat deze bezuinigingen op de zorg definitief geschrapt worden. We dekken het met de honderden miljoenen die overblijven op de zorgbegroting, de meevallers, voor 2025, dus voor dit lopende jaar nog. Verder zien we voor het volgende jaar een bankenbelasting en we maximeren de fiscale pensioenvoordelen voor de topinkomens. Ik neem aan dat alle partijen die onze motie hebben gesteund voor het schrappen van de bezuinigingen op de zorg, dit ook kunnen doen. Als dat het geval is, hebben we 76 zetels. Dat zou mooi zijn.
Dan de halvering van het eigen risico. Het was al een half voorstel, dat slecht uitpakte voor chronisch zieken en gehandicapten. In het debat hiervóór heb ik samen met de Partij van de Arbeid een voorstel ingediend om dat probleem op te lossen, met name voor chronisch zieken en gehandicapten en voor mensen met een arbeidsbeperking.
Voorzitter. Er komen verkiezingen aan. Dat halve voorstel voor het halveren van het eigen risico moet veranderen in het volledig afschaffen van het eigen risico. De SP heeft door het CPB laten doorrekenen dat je, wanneer je een inkomensafhankelijke zorgpremie invoert, het eigen risico kan afschaffen en dat dan 80% van alle inkomens, oftewel de lagere en de middeninkomens, erop vooruitgaat, en dat de 20% hoogste inkomens dan iets meer gaan betalen. Dat noem je solidariteit.
Er zijn verschillende voorstellen ingediend om de bezuinigingen op het onderwijs te schrappen. Die steunen wij. Het voorstel van de Partij van de Arbeid is een voorstel waar onze naam onder staat. Daar ga ik dus even snel aan voorbij.
Voorzitter. Er komen verkiezingen aan. De boodschappenprijzen blijven stijgen en de inflatie ook. Er was weer een hogere inflatie in mei, met name als het ging om de prijzen van boodschappen. Eerder werd een voorstel van de SP aangenomen om die prijzen te gaan controleren, reguleren en, indien nodig, blokkeren. Wij zullen komen met een anti-inflatievoorstel naar Frans voorbeeld, met prijsplafonds voor duizenden producten, druk op grote voedselproducenten om de prijzen te verlagen en afspraken met supermarkten om een anti-inflatiemandje met goedkopere basisproducten te maken.
Voorzitter, tot slot. Een van de allereerste acties die ik ooit heb ondernomen met de SP, was bij de poorten van de sociale werkplaatsen. Ik kan het me nog goed herinneren. Die werden gesloten, de toegang werd beperkt en mensen gingen thuiszitten in plaats van dat zij naar vermogen mochten werken. Nu zien we dat deze mensen, die werken naar vermogen, er door een belastingmaatregel die heel negatief voor hen uitpakt, ā¬45 per maand op achteruitgaan. Dat is een grove schande voor een kabinet dat heeft gesteld dat het bestaanszekerheid hoog in het vaandel heeft. Ook daar hebben wij een voorstel voor gemaakt, om dat belastingnadeel voor juist deze groep te voorkomen, zodat zij, als ze werken naar vermogen, een fatsoenlijk inkomen krijgen.
Voorzitter, tot zover. Zes voorstellen van de SP die de vooruitgang dienen, in plaats van rechtse, ruziƫnde partijen.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan wil ik graag het woord geven aan de heer Vermeer, die namens BBB zal spreken.
De heer Vermeer (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Ik sta hier vandaag wel met een raar gevoel, want begin april hebben we vol goede moed onderhandeld over de Voorjaarsnota, tot zonsopkomst en daarna. Ik had niet gedacht dat ik me nu, medio juni, zou richten tot een demissionair kabinet. Dat doet pijn, maar tegelijkertijd is er ook nog ontzettend veel om voor te vechten. Dit soort begrotingsdebatten zijn toch momenten waarop we misschien meters kunnen maken voor onze voedselzekerheid, ons verdienvermogen en onze weerbaarheid.
Voorzitter. De onderhandelingen over de Voorjaarsnota waren niet eenvoudig ā laat ik daar helder over zijn ā want alle vier de partijen hadden een uitgebreide lijst met wensen. Ook de beschikbare bestedingsruimte was voer voor discussie. Op zich hoor ik ook vaak: jullie hebben zo veel gedoe in het kabinet en tussen de coalitiepartijen. Maar dat komt gewoon omdat we alle vier steeds strijden voor ons eigen verkiezingsprogramma en voor onze achterban. Het zou dus eigenlijk heel raar zijn als we daarmee niet aan de slag zouden gaan. Tijdens de onderhandelingen heeft BBB geknokt voor de Nederlandse burger, voor de regio en voor bedrijven. BBB heeft geknokt voor lastenverlichting voor burgers, voor infrastructurele projecten en voor de toekomst van boeren. Ook hebben we geleverd op het gebied van het Gemeentefonds. In de Voorjaarsnota is er 3 miljard bij gekomen voor gemeenten om de gevolgen van het ravijnjaar zo goed mogelijk te beperken. Wij laten lokale overheden in Nederland niet kapotbezuinigen.
De voorzitter:
U heeft een interruptie van de heer Eerdmans.
De heer Eerdmans (JA21):
Ja, die ontlokte de heer Vermeer mij toen hij zei: we waren het met z'n vieren best wel over dingen eens, maar het lukte niet; we gingen voor eigenlijk voor ons eigen doel in de coalitie. Dat is op zich heel prima; ik vind het goed dat je kleur bekent omtrent je eigen stokpaardjes en paradepaardjes. Maar ik heb nooit begrepen van de afgelopen coalitie, van het afgelopen kabinet, dat jullie zo vaak elkaars ballonnen aan het leegprikken waren. Dat is iets wat ik altijd geleerd heb: in een coalitie ...
De voorzitter:
Via de voorzitter.
De heer Eerdmans (JA21):
Ja, voorzitter. Ook meedoen? Een coalitie beschermt elkaar juist voor elkaar. Je wordt natuurlijk alleen maar zwakker als je elkaar de hele tijd gaat zitten bestoken en elkaar vliegen afvangt. Ik zou daar dus wel een reactie op willen hebben. Vinden jullie nou niet achteraf dat jullie als vier partijen jezelf in de etalage hebben gezet, maar ook heel veel je best hebben gedaan om elkaars ruiten in te gooien?
De heer Vermeer (BBB):
Daar ben ik het niet mee eens. Als de heer Eerdmans een concrete luchtballon heeft waarvan hij vindt dat we die van elkaar doorgeprikt hebben, hoor ik dat graag. Sowieso zou de term "luchtballon" betekenen dat er lucht in zit en verder niks. Volgens mij hebben wij steeds wel hele concrete, inhoudelijke voorstellen gedaan.
De heer Eerdmans (JA21):
Het gaat ook vaak meer om de toon, om de muziek. Jullie waren gratis bier, het constitutioneel hof was onzin, de asielwetten van Faber waren weer helemaal niks, dat mocht niet: jullie waren dus constant elkaar aan het bestrijden. We zeiden heel vaak in de oppositie: je hebt ons helemaal niet nodig om jezelf kapot te maken, want dat gaat hartstikke goed. Jullie gunden het elkaar niet, terwijl je volgens mij beter kan zeggen als coalitie: wij weten dat dit heel belangrijk is voor NSC, dit is voor ons belangrijk en de PVV heeft dat asielbeleid beloofd; daar gaan we voor, want we zijn sterker met z'n vieren als we elkaar die ruimte geven. Maar jullie vingen elkaar de hele tijd maar die vliegen af, of op X of via de televisie. Daar word je volgens mij alleen maar zwakker van.
Ik richt dit dus niet als verwijt aan alleen de heer Vermeer, maar ik richt het wel als verwijt aan de coalitie. Het is ook een les voor een nieuwe coalitie, denk ik, dat je elkaar daar veel meer in gaat steunen. Het was hier vaak eenzaam. Er stond een minister. Die werd door de rest eigenlijk gewoon alleen gelaten. Kijk naar mevrouw Wiersma, van jullie eigen partij: die stond helemaal alleen. Ik geloof dat de SGP op een gegeven moment als enige nog ter plaatse hulp bood. De rest liet haar gewoon stikken, liet haar letterlijk stikken in de stikstof. Het was gewoon triest om te zien. Dan denk ik: dan moet je toch even bedenken ā en elkaar daar eerlijk op aanspreken ā dat het zo niet meer moet.
De heer Vermeer (BBB):
Ik vind het een prima referaat van de heer Eerdmans, maar ik heb geen enkel voorbeeld gehoord dat over ons gaat. Want het gaat niet over ons. Wij hebben aan dat spel niet meegedaan. Wij zijn steeds uitgegaan van eigen kracht. Wij hebben voorstellen ingebracht en ons trouw aan het hoofdlijnenakkoord gehouden en dat gesteund. Als u het toch heeft over samenwerking en goede ideeƫn steunen, dan had ik heel graag gehad dat u de 10 miljoen Nederlandse pensioendeelnemers en gepensioneerden gesteund had in ons voorstel om de pensioenwet een nieuwe richting te geven. Misschien heeft u het over uzelf, maar wij hebben gewoon tijdens deze periode volledig gewerkt aan het uitvoeren van het hoofdlijnenakkoord en daar waar ruimte zat geprobeerd om ons eigen verkiezingsprogramma waar te maken. Dat is volgens mij wat je als volksvertegenwoordiger hoort te doen.
De voorzitter:
Meneer Eerdmans, wilt u nog een interruptie? Dan graag wat korter.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik hoef mezelf niet te herhalen. Ik zat niet in de coalitie. Het gaat mij erom hoe je beweegt in een coalitie. Misschien heeft de heer Vermeer best gelijk dat je als BBB nog redelijk de verbinder was tussen de vier, maar het is denk ik wel een belangrijke les dat je dus niet alleen jezelf in de etalage kunt zetten zonder de anderen ook te steunen in hun paradepaardjes. Anders wordt het gewoon niks. Het bleek dat het daardoor ook uit handen is geglipt, van alle vier, omdat er gewoon geen cement tussen zat.
De heer Vermeer (BBB):
Ik ben blij dat de heer Eerdmans ook volledig vanuit onze principes hier aan het spreken is en dat ondersteunt, dus wellicht betekent dat voor de toekomst een mooie samenwerking. Wij hebben in ieder geval de verantwoordelijkheid genomen om in een coalitie deel te nemen en ook moeilijke besluiten te nemen.
Er is extra geld bij gekomen voor stikstofmaatregelen. We hebben de realisatie weten af te dwingen van de Nedersaksenlijn en de Lelylijn op de lijst van nog openstaande projecten weten te houden, in plaats van die voorgoed in de Zuiderzee te laten verdwijnen. Een vraag aan de minister: hoe garanderen we dat ook in de toekomst de regio's structureel op het netvlies blijven staan bij grote infrastructurele beslissingen? Regio's aangehaakt houden is immers cruciaal voor het verdienvermogen van Nederland.
Ook de Raad van State onderstreept dat de eerdergenoemde gemeentefinanciƫn een belangrijk thema zijn. Volgens de raad is er onvoldoende overzicht wat betreft door het Rijk aan gemeentes gedelegeerde taken en uitgaven die gemeentes voor deze taken doen. Hoe voorkomt het kabinet dat gemeenten en provincies opnieuw taken moeten uitvoeren zonder voldoende middelen? Zij zeggen steeds: geen taken, geen knaken. Dan zou het prima wezen, maar tot nog toe is het vaak: wel taken, maar geen knaken. Dit vergroot de kloof tussen Den Haag en de regio alleen maar. Wat kan de minister daarover toezeggen?
Een ander punt uit de onderhandelingen waarvoor BBB zich sterk heeft gemaakt, is de backpay voor Indische weduwen. BBB is, overigens naast de SP, die daar ook al jarenlang voor strijdt, een pleitbezorger geweest om de weduwen in Nederland eindelijk te compenseren voor het werk dat hun echtgenoten hebben verricht voor de Kroon ten tijde van de Japanse bezetting van Nederlands-Indiƫ. Het is ons altijd een doorn in het oog geweest dat achtereenvolgende kabinetten-Rutte dit naar onze mening niet afdoende hebben willen regelen. Na die lange nacht onderhandelen in april maakt de regering daar eindelijk 50 miljoen euro voor vrij. Mijn fractie is in gesprek met het ministerie van Volksgezondheid over hoe we deze regeling zo goed mogelijk kunnen uitvoeren, zodat zo veel mogelijk nog levende, hoogbejaarde betrokkenen die zo broodnodige erkenning eindelijk kunnen krijgen.
Voorzitter. In de antwoorden van de minister op de feitelijke vragen lezen we dat de boodschappenbonus wordt opgeschort. Door de huurbevriezing niet door te voeren, zo schrijft de minister, zijn de ingeboekte opbrengsten niet te realiseren. Volgens de minister kunnen deze opbrengsten daarom niet worden ingezet voor het verhogen van de huurtoeslag, de zogenaamde boodschappenbonus. Mijn vraag is waarom uitgerekend deze inkomensondersteuning zonder overleg moet sneuvelen. Ik ben heel goed wakker geweest, tot in de laatste uurtjes, maar ik kan me niet herinneren dat de onderhandelende partijen de inverdieneffecten van de huurtoeslag ooit expliciet aan de boodschappenbonus hebben gekoppeld. De minister had net zo willekeurig met het terugdraaien van extra defensie-investeringen kunnen komen. Ik ben daar trouwens ook geen voorstander van. Ik wil heel graag een reflectie van de minister op dat proces. Hij was er tenslotte af en toe bij en wij zijn er de hele tijd bij geweest. Is de minister alsnog bereid in overleg te treden en met dekkingsopties te komen?
De voorzitter:
Voordat u verdergaat, zie ik dat de heer Van Dijck naar de interruptiemicrofoon loopt. Aan u het woord, meneer Van Dijck.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik ben blij dat de heer Vermeer toen wakker was. De collega van NSC en ikzelf waren ook wakker. Wij hebben die koppeling ook niet gezien. Die tovert de minister nu uit de hoge hoed door te zeggen: als de huurbevriezing niet doorgaat, dan verlies je ook de boodschappenbonus. Is de heer Vermeer bereid om te kijken naar ons amendement waarbij we het geld ter compensatie aan de woningcorporaties gebruiken om alsnog de boodschappenbonus te heractiveren?
De heer Vermeer (BBB):
Nu is de heer Tony van Dijck van de PVV iets soortgelijks aan het doen: hij koppelt dingen aan elkaar die totaal niet aan elkaar gekoppeld zijn. Het lijkt mij een zeer onverstandig actie om er op deze manier voor te zorgen dat er minder woningen gebouwd worden, zodat je wel extra geld hebt voor boodschappen maar geen woning. Wij kijken overigens naar alle amendementen met interesse. Wij zullen in overleg treden met de indieners als wij het met de dekking niet eens zijn, om te kijken of we daarvoor een oplossing kunnen verzinnen.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Volgens mij ben ik niet goed begrepen. Het gaat erom dat je de woningcorporaties niet hoeft te compenseren voor gederfde huurinkomsten als de huren niet bevroren worden. De huren worden namelijk niet bevroren. Dat geld schiet dus over. Dat overgeschoten geld zou je als dekking kunnen gebruiken. Ik wil het niet koppelen, maar dat geld valt vrij doordat de huurbevriezing niet doorgaat. Dat geld kun je gebruiken voor elk doel, maar ik wil dat graag gebruiken om de boodschappenbonus te heractiveren.
De heer Vermeer (BBB):
We hebben in de Voorjaarsnota een zorgvuldig bouwwerk gemaakt. Ik ben er niet voor om daar weer stenen tussenuit te gaan trekken. Daarom stel ik deze vragen. We hebben het bij de start van het overleg over de Voorjaarsnota van tevoren zo afgesproken: er is nooit een tussentijds akkoord, er is altijd pas een akkoord als het totaal is afgetikt met z'n vieren, over Ɣlle onderdelen. EƩn steen ertussenuit halen, is gewoon het bouwwerk omvertrekken. Dat is feitelijk ook niet conform de afspraken die we met vier partijen hebben gemaakt.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik ben daar ook niet voor, want die stenen hebben we heel bewust, steen voor steen, gestapeld. Maar ik ben niet degene die de stenen eronderuit trekt. Het niet doorgaan van de huurbevriezing is een steen die eruit wordt getrokken door het kabinet, door mevrouw Keijzer. Het feit dat ze die eruit trekt, brengt het hele bouwwerk aan het wankelen. Daardoor verliezen we de boodschappenbonus en schiet geld ter compensatie aan de woningcorporaties over. Met andere woorden, ik probeer van het bouwwerk nog te redden wat er te redden valt. Daarom leg ik wel de koppeling tussen die twee. Maar ik ben het helemaal met u eens: de huurbevriezing zou eigenlijk gewoon moeten doorgaan.
De heer Vermeer (BBB):
Maar we hebben al tijdens de onderhandelingen duidelijk gemaakt dat er in de maatregel die door de PVV werd voorgesteld, een groot risico zit richting de woningmarkt en woningbouwpotentie. Vervolgens is dat geparkeerd onder het mom "dat gaan we nog oplossen". De heer Grinwis noemde het naĆÆef om dat zo te doen. Ik kan hem vertellen: het alternatief was dat het kabinet direct zou vallen. Dat vonden wij onacceptabel. We hebben daar een paar weken mee gewonnen, zo blijkt achteraf. Maar ik had liever gehad dat ik dat niet op deze manier zou hoeven te vertellen.
De voorzitter:
Dank u wel. Gaat u verder met uw betoog.
De heer Vermeer (BBB):
Er is nog iets dat wij ook graag in de Voorjaarsnota hadden willen regelen, maar waar wij helaas mee moeten wachten tot na de verkiezingen. Dat wil zeggen: als de kiezer het ook wil, want dan moeten ze ons in grote getalen gaan steunen. We wilden de tarieven van de volstrekt onrechtvaardige belasting op een extra woning veel redelijker maken. Het gaat dan om het zogenaamde box 3-probleem. Daarvoor is inmiddels helaas een wet aangenomen.
Wij wilden ook aan de slag met de CO2-heffing. Die reduceert wel CO2 in Nederland. Maar door het sluiten van bedrijven die de heffing niet kunnen of willen betalen, stijgt de CO2-footprint van de Nederlandse consument alleen maar. Per saldo hebben we dan alleen ons eigen straatje schoongeveegd.
Natuurlijk hadden we ook nog wat meer willen doen aan het Gemeentefonds. Denk aan de hardwerkende Nederlander die liever geen hogere ozb heeft en wel lagere parkeerlasten, zoals sommige partijen hier ook wensen. Wij hadden steun gewild voor ons voorstel om extra geld in het Gemeentefonds te doen, zodat die belofte van ons, en van andere partijen, waargemaakt had kunnen worden. Helaas hadden we daar geen steun voor.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Ergin van DENK.
De heer Ergin (DENK):
Voorzitter, dank u wel. Wat heeft de PVV de Nederlanders verraden. Wat heeft de PVV de Nederlanders voorgelogen. Wat heeft de PVV de Nederlanders belazerd.
Voorzitter. De laatste Voorjaarsnota van het meest racistische kabinet ooit, is een bewijs van de leugenachtige PVV-politiek. Want iedereen werd tijdens de campagne door Wilders lekker gemaakt met prachtige beloftes. De boodschappen zouden goedkoper worden. Het eigen risico zou verdwijnen. De huren zouden omlaag gaan. De benzine zou goedkoper worden. De zorgpremie zou omlaag gaan. Wilders heeft al die beloftes van de PVV bij het grofvuil geplaatst of hij heeft het verprutst. Want de boodschappen zijn duurder geworden, de benzineprijs stijgt, de huren stijgen en de zorgpremie gaat omhoog.
Voorzitter. De erfenis van het PVV-kabinet is: gouden bergen beloven en uiteindelijk niets leveren. Ik ben zo ontzettend blij dat Nederland op 29 oktober kan afrekenen met de xenofobe en populistische bedrogpolitiek van de PVV en kan afrekenen met de PVV. Tekenend voor het faalbeleid van dit kabinet is de brief die ik gisteren kreeg. Die brief kreeg ik van een vrouw uit Rotterdam. Ze woont in een sociale huurwoning en is altijd bezig voor haar wijk, voor haar buurt, voor de jongeren en de kinderen in haar buurt. Zij woont overigens in een sociale huurwoning met een gaskachel en vol met schimmel. Zij kreeg eerst het nieuws dat de huren bevroren zouden worden. Ze danste van vreugde, want ze heeft niet heel veel te makken. Een paar weken later kreeg ze weer een brief. Die brief heb ik bij me. Daarin staat: sorry, de huren gaan toch omhoog, want minister Keijzer heeft het wetsvoorstel ingetrokken.
Voorzitter. Toen realiseerde deze mevrouw dat ze keihard is belazerd, in de steek is gelaten, besodemieterd door de PVV. Nu de racistische en extreem-rechtste PVV het kabinet uit is en de coalitie is gevallen, kunnen we afscheid nemen van hun afbraakbeleid en hun faalbeleid. We kunnen die pijnlijke bezuinigingen op het onderwijs van tafel vegen. We kunnen stoppen met het afknijpen van investeringen in ons talent. Dat kunnen we allemaal stoppen. Die vreselijke bezuiniging op ontwikkelingshulp, het pakken van de meest kwetsbare mensen in de wereld: dat kunnen we allemaal stoppen. De asociale bezuiniging op de jeugdzorg, de verschrikkelijke korting op de gemeentefinanciƫn, de bezuinigingen op diversiteitsbeleid: we kunnen dat allemaal stoppen en wat DENK betreft moeten we dat vandaag nog doen.
Voorzitter. Dan een punt over de brandstofprijzen, want wie in Nederland tankt, voelt zich bestolen bij daglicht. Het is niet meer normaal hoe duur het is om te tanken in Nederland. Belasting op belasting op belasting zorgt ervoor dat zelfs Zwitserland goedkoper is als het gaat om brandstof. Gekker moet het niet worden. Ik spraak laatst iemand uit Rotterdam die zei: ik werk vijf dagen per week en moet nu kiezen tussen tanken of mijn kind naar zwemles brengen. De PVV liet al deze mensen in de steek en het kabinet blijft dat doen, want de Nederlanders worden gewoon verwaarloosd. Ik vraag aan de regering wanneer ze er eindelijk mee gaat stoppen om de automobilist te zien als melkkoe. Wanneer gaan we zien dat bijvoorbeeld de accijnsverlaging die dit jaar nog geldt, ook volgend jaar verlengd wordt?
Voorzitter. Mijn laatste punt is de bezuiniging op noodhulp. Afgelopen week gingen 150.000 mensen de straat op in Den Haag. Zij vroegen aan de regering: trek een rode lijn. Zij vroegen aan de regering: voorkom genocide. Maar wat zien we in de stukken die de regering naar ons heeft toegestuurd? Een bezuiniging van 2 miljoen op noodhulp! Het gaat niet eens om tientallen of honderden miljoenen, het gaat om een paar miljoen. Zelfs de koffie, de broodjes en de noten op de ministeries kosten meer dan deze bezuiniging. Al die consultants, al die onderzoeken die wij hier keer op keer vragen en waarmee de coalitiepartijen de regering dekken om tijd te winnen, kosten veel meer geld dan dat. Het is schandalig ā schandalig! ā dat wij aan de ene kant zien dat kinderen meel van de grond moeten rapen en aan de andere kant hier een ordinaire bezuiniging doorvoeren.
Voorzitter. Daarom heb ik een amendement ingediend om ervoor te zorgen dat we niet meer gaan bezuinigen op noodhulp aan de Palestijnen. Als we dat namelijk wel gaan doen, heb ik geen ander woord meer dan dat het beleid hier harteloos is.
Voorzitter, dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan wil ik graag het woord geven aan het lid KostiÄ, die namens de Partij voor de Dieren het woord zal voeren.
Kamerlid KostiÄ (PvdD):
Ik wacht even tot de mannen zijn uitgepraat.
Voorzitter. Dit kabinet is een ramp geweest, voor de dieren, het klimaat, de natuur en dus voor onze veiligheid: niets voor elkaar gekregen, wel heel veel kapotgemaakt. De onderhandelingen over de Voorjaarsnota waren tekenend. Alles in ƩƩn nacht, ministers buitenspel, regio's boos en grote beloftes aan kwetsbare mensen, die dan toch niet worden nagekomen. De Voorjaarsnota werd trots gepresenteerd als een pakket dat de schuld niet naar volgende generaties doorschuift. Maar alle kortzichtige en ondoordachte besluiten zorgen er juist voor dat jongeren, dieren, kwetsbaren en toekomstige generaties de rekening moeten betalen, terwijl grote bedrijven en vervuilers met miljardenwinsten worden ontzien. Zo wordt het onderwijs uitgekleed, met de bizarre hulp van christelijke partijen zoals het CDA overigens. Het ov wordt duurder en betaalbaar groen wonen blijft een illusie. Door het totale gebrek aan natuur- en klimaatmaatregelen lopen de echte kosten voor jongere generaties in sneltreinvaart op. Ondertussen pampert dit kabinet de vee-industrie, die de burger jaarlijks 7 miljard euro kost. Deze minister van Financiƫn gaat dus juist roekeloos om met belastinggeld.
Voorzitter. Volgende week is de NAVO-top. Maar terwijl we discussiƫren over de Trumpnorm, vergeten we waar onze veiligheid echt begint: bij een leefbare aarde en toegang tot basisvoorzieningen. De klimaat- en natuurcrisis zijn de grootste bedreigingen voor onze veiligheid van deze eeuw. Ja, bepaalde investeringen in de Europese defensie zijn nodig, maar niet investeren in onze ecosystemen is echt het stomste wat je kan doen. Dan zet je onze veiligheid alsnog op het spel. Terecht wil een meerderheid van de burgers actie voor klimaat en natuur. Maar dit kabinet schuift alles door en overtreedt zelfs zijn eigen wetten, die de natuur moeten beschermen.
Voorzitter. De staatssecretaris herijkt het belastingstelsel. Vergroening moet daarin worden meegenomen, anders heb je bij voorbaat geen toekomstbestendig systeem. En hoe dan? Nou, de vervuiler laten betalen. Dit levert ook heel veel geld op. Dat laten de maatregelen uit de Groene Belastinggids van Oxfam en Milieudefensie zien, waarmee 85 miljard kan worden opgehaald. Kan de staatssecretaris toezeggen om dit rapport mee te nemen in de hervorming van het belastingstelsel en het Belastingplan 2026?
Voorzitter. De Partij voor de Dieren heeft een aantal amendementen ingediend om dit kabinetsbeleid minder slecht te maken. Als we echt kiezen voor een gezonde toekomst, dan begint dat bij compassie. De manier waarop we met dieren omgaan, is daar de graadmeter voor. Daarom als eerste amendement: afbouw van belastinggeld voor proeven op apen. De Kamer wil al sinds 2016 dat het aantal proeven met apen zo snel mogelijk naar nul gaat. Vandaag gaan we dat eindelijk regelen en richten we ons op innovatieve alternatieven.
Dan geld voor opvangcentra voor wilde dieren. Zij vervullen een belangrijke maatschappelijke rol, maar door geldgebrek zijn er de afgelopen jaren al twaalf omgevallen. De overheid moet nu haar eerlijke deel aan financiering leveren. Dat is precies wat ons amendement regelt, in lijn met het advies van de Raad voor Dierenaangelegenheden en de wens van deze Kamer, van PVV en VVD tot en met DENK.
Voorzitter. Terwijl bommen in Gaza vallen en kinderen worden uitgehongerd, wil Nederland de steun voor UNRWA bijna volledig afbouwen, de enige levenslijn voor miljoenen Palestijnse vluchtelingen. Dit gaat niet over politiek, maar over medemenselijkheid. Kinderen zitten straks zonder voedsel, medicijnen en onderwijs. Als we UNRWA laten vallen, kiezen we voor medeplichtigheid. Zo mogen we niet de geschiedenisboeken ingaan. Daarom stellen we een herstel van de financiering van UNRWA voor en dus een herstel van compassie.
Voor een effectieve aanpak van de klimaatcrisis en voor een gezond Nederland is het beschermen van onze natuur ook van levensbelang. Daarom hebben we samen met onder andere Volt een voorstel ingediend om de vernietigende bezuinigingen op onze nationale parken en natuureducatie terug te draaien.
Ten slotte dienen we samen met onder andere GroenLinks-PvdA een voorstel in om de bezuinigingen op onderwijs terug te draaien. Wie rammelt aan onderwijs, rammelt aan de fundamenten van onze gezonde samenleving.
Voorzitter. Maar dit is allemaal natuurlijk verre van genoeg. Wat nodig is, is een fundamentele herinrichting van onze economie. Ecocentraal aan de slag in plaats van egocentraal. Het kabinet mag dan gevallen zijn, maar de planeet kan niet wachten. Mensen snakken naar duidelijkheid, naar eerlijk beleid, naar een overheid die de ecologische realiteit en de grenzen van de natuur onder ogen durft te zien.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Van Houwelingen namens Forum voor Democratie.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Dank u, voorzitter. Er staat weinig in de Voorjaarsnota waar wij vrolijk van worden. Zo lezen we dat er 2,5 miljard extra wordt uitgegeven aan steun voor OekraĆÆne. 2,5 miljard euro, extra. In totaal geeft het kabinet alleen al dit begrotingsjaar voor 6 miljard euro steun, zowel militair als niet-militair, aan OekraĆÆne. Een kolossaal bedrag, bijna net zo veel als we jaarlijks in totaal aan de bijstand uitgeven in Nederland. Terwijl veel Nederlanders met moeite de eindjes aan elkaar kunnen knopen, terwijl meer dan een half miljoen van onze landgenoten onder de armoedegrens moeten leven, terwijl jongeren zich geen woning meer kunnen veroorloven kiest dit kabinet ervoor dit jaar vele miljarden te stoppen in een oorlog die helemaal niet onze oorlog zou moeten zijn en waarvan het grote slachtoffer OekraĆÆne zelf is. 6 miljard euro, net zoveel geld dus als dit jaar naar alle Nederlanders gaat die van een bijstandsuitkering moeten rondkomen.
Voorzitter. We lezen verder in deze Voorjaarsnota dat Nederland meer dan verwacht moet betalen en afdragen aan allerlei internationale en supranationale organisaties, waaronder de Europese Unie, de NAVO, de OESO en de Verenigde Naties. Dit wordt onder andere veroorzaakt doordat zowel de VS als Rusland, heel verstandig, ervoor kiezen om zich uit dit soort internationale gremia terug te trekken en daarmee een financieel gat achterlaten in de begroting, dat onder andere door Nederland moet worden opgevuld.
Ondertussen ā dit is voor ons een groot punt van zorg ā blijft de overheid, blijft de Staat maar groeien, ook of misschien wel juist onder dit zogenaamd rechtse kabinet. De collectieve uitgaven, dat wil zeggen het percentage van ons nationaal inkomen dat wordt uitgegeven door de Staat, gaat naar verwachting stijgen van 43,5% in 2024 naar 46,3% in 2033. Maar daar zijn de extra uitgaven die dit kabinet wil gaan spenderen aan Defensie nog niet in verrekend. Als we dat wel doen, is de verwachting dat in 2033 bijna de helft, de helft van ons bruto binnenlands product zal worden uitgegeven door de overheid, door de Staat. Zelfs in het tijdperk-Den Uyl bleven de collectieve uitgaven als percentage van ons nationaal inkomen onder de 50%. In het kielzog van deze sterke stijging van de overheidsuitgaven die dit decennium verwacht wordt, zal ook onze staatsschuld gaan stijgen van 43% van het bruto binnenlands product nu naar 50% tegen het eind van dit decennium. Deze regering begroot dus op de pof en schuift de rekening door naar toekomstige generaties, generaties die ook steeds meer kwijt zullen zijn aan rentelasten, aangezien niet alleen de staatsschuld, maar ook de rente op de staatsschuld naar verwachting op zal lopen.
En dit alles, nogmaals, onder leiding van een zogenaamd rechts kabinet. Mijn vraag aan de minister van Financiƫn is dan ook wat hij hiervan vindt. Is deze minister, die zegt een liberaal te zijn, er blij mee dat onder zijn leiding de omvang van de Staat zo sterk stijgt? Is hij er trots op dat onder zijn verantwoording de Staat straks groter is dan in het tijdperk-Den Uyl? Vindt hij het wenselijk dat de staatsschuld stijgt naar 50% van ons nationaal inkomen? Maakt hij zich geen zorgen over het feit dat we een steeds groter deel van ons inkomen kwijt zijn aan het betalen van de rente over onze staatsschuld?
Tot slot, en in het verlengde hiervan, zou ik de minister graag nog willen vragen hoe het staat met het voornemen van dit kabinet om het ambtenarenapparaat af te slanken. Dit kabinet wil structureel 1 miljard euro bezuinigen op het ambtenarenapparaat. Met hoeveel fte is het aantal rijksambtenaren ā dit is een concrete vraag aan de minister ā inmiddels gedaald sinds het aantreden van dit kabinet? En waarom lukt het alsmaar niet om aan de Roemernorm van maximaal 10% externe en dus dure inhuur te voldoen? De externe inhuur bedraagt als percentage van de totale loonkosten voor het ministerie van FinanciĆ«n ā dat is dus het ministerie van deze minister ā maar liefst 20%, het dubbele dus van wat is toegestaan. Hoe kan dit, zou ik de minister van FinanciĆ«n tot slot willen vragen, en wat gaat hij hieraan doen.
We kijken uit naar de antwoorden van de minister.
De voorzitter:
De heer Dijk heeft nog drie resterende interrupties en hij wil er graag ƩƩn aan u wijden. Het woord is aan u, meneer Dijk.
De heer Dijk (SP):
Ik heb eerder met de heer Van Houwelingen contact gehad over die huurbevriezing. Ik weet dat Forum voor Democratie niet per definitie een voorstander is van prijsregulering en huurbevriezing, maar ik wil het toch even anders insteken. Er zijn verschillende partijen die ook aangegeven hebben dat dit wel aan mensen is beloofd. Is Forum voor Democratie vatbaar voor dat argument? Ik heb zitten tellen en daarom heb ik ook gebeld. U kunt wel de doorslaggevende stem zijn als het gaat over het toch regelen van een huurbevriezing met compensatie voor woningbouwcorporaties. Ik wil u dus vragen: bent u vatbaar voor het argument dat heel veel huurders de belofte hebben gekregen dat er een huurbevriezing is? Forum voor Democratie kan die belofte nog waarmaken ook.
De heer Van Houwelingen (FVD):
We hebben hier inderdaad contact over gehad. Bedankt voor de vraag. Ik vind het ook een heel sympathiek initiatief. Ik zei net al: heel veel mensen hebben moeite om rond te komen. Het probleem is alleen ā dat heb ik u ook laten weten ā dat wij niet geloven in nog meer Staat. We zijn heel kritisch tegenover huurbevriezingen en prijsbevriezingen in het algemeen, want die leiden vaak tot nog meer staatsingrepen. U kent het boek van Hayek vast wel, The Road to Serfdom. De ene interventie van de overheid lokt de andere uit. Daarom zijn we heel huiverig voor prijsbevriezingen. Dat neemt niet weg dat mensen met een laag inkomen het heel moeilijk hebben; dat heb ik ook betoogd. Het geld ā dat zijn we denk ik met elkaar eens ā wordt aan allerlei dingen verspild in dit land waar het niet aan zou moeten worden verspild, bijvoorbeeld die enorme grote uitgaven die dit kabinet wil gaan doen aan defensie; daar zijn we het volgens mij ook over eens.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het de beurt aan de heer Flach namens de SGP.
De heer Flach (SGP):
Voorzitter. Het kabinet is gevallen en dat is teleurstellend. Nederland wacht namelijk op oplossingen voor tal van problemen. Het kabinet heeft op veel dossiers helaas niet geleverd. De SGP blijft, zoals altijd, constructief, hoewel onze steun ook de komende tijd niet gratis is. Vandaar dat de SGP de handschoen heeft opgepakt en vandaag een groot aantal voorstellen doet. Natuurlijk zitten er in de Voorjaarsnota ook mooie investeringen. Ik noem bijvoorbeeld de investeringen in defensie en veiligheid, in de jeugdzorg en in de infrastructuur. Maar de SGP mist ook een heel aantal zaken. Als eerste noem ik dan het gezin. Het kindgebonden budget voor middeninkomens wordt fors ingeperkt. Waarom kiest het kabinet er niet voor om, als er dan zo nodig bezuinigd moet worden, de rekening bij de allerrijksten te leggen? In sommige gevallen krijgen gezinnen die meer dan een ton verdienen, nog steeds toeslag. Of leg het bijvoorbeeld bij gezinnen met een hoog vermogen. Dan richt je het kindgebonden budget toch beter op de groep die het echt nodig heeft?
Ook de belastingkloof tussen een- en tweeverdieners is de SGP al jaren een doorn in het oog. Vorig jaar is er door een amendement van de SGP 100 miljoen vrijgemaakt voor deze groep. In het najaar komen we erop terug, maar alvast de volgende vragen aan het kabinet. Is het kabinet bereid extra maatregelen te nemen om de belastingkloof te verkleinen? Wil het daarbij specifiek kijken naar een uitbreiding van de overdraagbare heffingskorting?
Voorzitter. Vanaf de start van het kabinet had de SGP weinig hoop dat er iets goeds zou gebeuren op het terrein van de medische ethiek. Helaas is dat ook waarheid geworden, ondanks de extreme stijging van het aantal abortussen. Samen met Diederik van Dijk heb ik daarom een amendement ingediend om een moeder-en-kindfonds op te richten. Daarmee kan ondersteuning worden geboden aan vrouwen die onverwacht zwanger zijn geraakt en zich in een sociaal kwetsbare situatie bevinden. We reserveren 20 miljoen euro, waarmee duizenden moeders en kinderen geholpen kunnen worden. Het eigen risico verlagen we met ƩƩn euro minder dan in de plannen staat. U hoort het goed: ƩƩn euro. Graag hoor ik een reactie op dit amendement.
We hadden ook meer actie verwacht op de landbouw. Soms gaat het om kleine bedragen die veel betekenen voor de sector. Ik heb drie amendementen ingediend om geld vrij te maken, bijvoorbeeld voor gewasbescherming. Belangrijke subsidieregelingen hiervoor lopen dit jaar af. Onze voedselzekerheid wordt bedreigd door ziekten en plagen. Ik roep de collega's op om serieus naar onze voorstellen te kijken.
Voorzitter. Vorig jaar heeft de SGP een duidelijke winstwaarschuwing afgegeven: de koppeling tussen onze economische groei en het budget voor ontwikkelingshulp moest worden hersteld. Het kabinet heeft maar deels naar ons geluisterd. Er komt nog niet genoeg geld bij. Natuurlijk, onze eerste taak ligt in Nederland, maar als we meer welvaart krijgen, zouden ook de naasten ver weg dat moeten merken. Ik heb een amendement ingediend om nog dit jaar extra geld te reserveren. Volgend jaar kan de koppeling dan weer volledig hersteld worden. Anders wordt het voor de SGP heel lastig om voor de begroting van 2026 te stemmen.
Voorzitter. Het kabinet is voornemens om de verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken aan te scherpen, zodat een maas in de wet wordt aangepakt. Heel goed. Die 36 miljoen wordt nu echter ingezet om de stelpost fiscale regelingen in te vullen. Waarom wordt dat geld niet ingezet om een heffing op toegevoegde suikers een stap dichterbij te brengen?
In de Voorjaarsnota worden ook enkele bezuinigingen op de Onderwijsbegroting voorgesteld, waaronder de onderwijskansenregeling. Vorig jaar hebben we met een aantal partijen een groot deel van de bezuinigingen weten te voorkomen. Waarom kiest het kabinet nu toch weer voor bezuinigingen? Het kabinet ziet toch dat daar geen politieke meerderheid voor is?
Voorzitter, tot slot. De gevangenissen puilen uit. In de Voorjaarsnota is daar niets voor geregeld. Vandaar dat wij samen met JA21 de handschoen opgepakt hebben met diverse amendementen. We hebben een voorstel gedaan om 25 miljoen euro vrij te maken om sluiting van nog eens 4.100 detentieplekken te voorkomen.
Tot slot, voorzitter. Het kabinet is demissionair, de Kamer niet. De SGP doet vandaag tal van voorstellen om problemen aan te pakken. Ik hoop op een kabinet dat met open vizier naar de voorstellen kijkt en op een Kamer die de noodzaak van deze amendementen ook inziet.
Dank u wel.
De voorzitter:
Hartelijk dank voor uw bijdrage. Dan wil ik de heer Grinwis uitnodigen om naar voren te komen. Hij zal spreken namens de ChristenUnie.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Bij het aantreden van het kabinet zei Geert Wilders dat de zon weer zou gaan schijnen in Nederland. Toen voelde mijn fractie al nattigheid en recent waren we allemaal getuige van een politieke wolkbreuk van jewelste. Nu staan we hier dus alweer met een demissionaire minister en een demissionaire staatssecretaris van Financiƫn over hun eerste Voorjaarsnota te debatteren.
Politiek is kiezen in schaarste. Deze minister weet dat als geen ander, maar had daar toch wel een eenzijdige taakopvatting bij, namelijk die van een bijkans nihilistische bewaker van het begrotingskader. Vooropgesteld: oprecht complimenten voor het gegeven dat de begrotingskaders zijn bewaakt door deze minister en dat de druk van de toenmalige coalitiepartners is weerstaan om op basis van ramingssprookjes ongedekt meer geld uit te geven. Maar uiteindelijk is het bewaken van de kaders niet een doel, maar een middel. Het is niet: houdbare overheidsfinanciƫn, punt. Het gaat om het laten floreren van ons mooie land. Dat vraagt om goede keuzes en het goede doen met het geld dat je verschuift. Dat laatste perspectief was te weinig in tel. De begrotingshavik in deze minister prijs ik. De begrotingsnihilist bekritiseer ik.
Er waren allerlei instantoplossingen die even een warm gevoel gaven, maar op lange termijn ijskoud uitpakken. Ons land zit na dit kabinet nog meer op slot dan toen het kabinet aantrad. Vooral op het gebied van stikstof is de ramp compleet. Dat is deels echt onnodig, maar daar gaan we het later vanmiddag over hebben met de minister van LVVN.
Een pijnlijke illustratie hiervan is de Lelylijn, waar de coalitie de koektrommel heeft geplunderd en er slechts een schraal mariakaakje in heeft achtergelaten, in plaats van dit project van nationaal belang weer een stapje verder te brengen.
De klap op de vuurpijl was natuurlijk de huurbevriezing, waarbij de rekening op het bordje van woningcorporaties en woningzoekenden werd gelegd. Dat was niet alleen een domme, kortzichtige maatregel, maar ook eentje die opnieuw getuigt van het nihilisme dat ik bekritiseer. Het leverde namelijk een fijn inverdieneffect op in de begroting. Die structurele 492 miljoen euro kon deze minister mooi richting Defensie verschuiven. Gelukkig is het voorstel teruggedraaid. Gisteren hebben we als Kamer met mijn motie helder uitgesproken dat de nu niet gerealiseerde besparing niet op het bordje van VRO, oftewel bij onze volkshuisvesting, mag worden neergelegd. Ik neem aan dat de minister ā netjes, volgens deze minister ā het nog openstaande probleem voor 2030 en verder oplost en dat ik mijn amendement dat er nog ligt, met een gerust hart kan intrekken. Graag een reactie.
Voorzitter. De begrotingsregels zijn iedere keer grotendeels gevolgd. De financiële kaders staan fier overeind. De minister van Financiën heeft als handhaver van die kaders getriomfeerd, maar is dit nu het goede financiële bestuur geweest waar ons land van opbloeit? Hoe kijkt de minister daar nu zelf op terug? Eerst het zoet en daarna niet toegekomen aan het zuur; te veel consumptieve uitgaven en te weinig geïnvesteerd. Neem IenW, ooit de trots van de VVD, nu stiefmoederlijk behandeld, terwijl we allemaal weten dat we daar over tien à twintig jaar spijt van krijgen als haren op ons hoofd.
Voorzitter. Dat brengt me als vanzelf bij de bezuiniging van dit kabinet op het ov, in totaal 335 miljoen per jaar. Voor de ChristenUnie is dit een onacceptabele aanslag op ons ov. Bovendien staat dit in schril contrast met de Bikkergelden. Ik heb het al eerder aangekondigd: als dit niet wordt opgelost in de begroting van IenW voor 2026, stemmen wij tegen die begroting. Voor nu heb ik samen met collega De Hoop alvast een amendement ingediend om de dit jaar te ontvangen eerder te veel uitgekeerde beschikbaarheidsvergoeding van 65 miljoen euro aan te wenden om de bezuiniging op het ov van dit jaar en de gevolgen daarvan voor het schrappen van buslijnen en het extra verhogen van de ticketprijzen te dempen.
Voorzitter. Wat me als lid van een constructieve fractie minstens net zo dwarszit, is hoe na de moeizame deal over de Onderwijsbegroting van afgelopen najaar nu weer hard op de OCW-begroting wordt bezuinigd, ruim 400 miljoen structureel, dwars tegen afspraken van toen in, bijvoorbeeld op het mbo en het praktijkleren. Het treurige dieptepunt is de 177 miljoen op de onderwijskansenregeling. Wat een botte bezuinigingsbijl, toegepast op het onderwijs aan kansarme kinderen. Hoe dan ook, het monsterverbond strikes again om de bezuinigingen op OCW terug te draaien. Hoe wil de minister zo meteen eigenlijk een meerderheid voor deze begroting krijgen?
Voorzitter. Eenzelfde kritische opmerking zou ik kunnen maken over de bezuinigingen op onze nationale parken, maar soit, ik wil niet zuur worden vandaag. Daarom een andere vraag. De kabinetsval levert onzekerheid op. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met de middelen die gereserveerd staan op de aanvullende post? Kan de minister daar uitsluitsel over geven per post? Een voorbeeld daarvan zijn de middelen voor agrarisch natuurbeheer voor 2026 en verder. Agrarische collectieven hebben geïnvesteerd in professionalisering en hebben zich voorbereid op uitbreiding, maar nu is onbekend of het geld op tijd bij de provincies is en of de provincies op tijd zekerheid geven aan deze boeren en natuurcollectieven en de deelnemende agrariërs. Wil de minister samen met zijn collega's nog voor de zomer helderheid bieden over de doorgang en voortgang van beleid dat gekoppeld is aan de middelen op de aanvullende post?
Het stuk over het Noodfonds Energie kort ik even in. Daar heb ik een mooi amendement op ingediend met wat collega's. Gaarne aanbevolen.
Mijn oproep aan de minister is ten slotte: maak van de halve koppeling bij ontwikkelingshulp gewoon een hele koppeling en let op de marginale druk bij het kindgebonden budget. Dan verwijs ik naar de interruptiedebatten die we hebben gevoerd.
Ik kijk uit naar de antwoorden in eerste termijn, ook al zal ik die niet allemaal live kunnen bijwonen, want er wacht ook een debat over stikstof.
Tot zover.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw inbreng. U heeft nog een interruptie. Blijft u nog even staan? Dan wil ik graag het woord geven aan de heer Van Dijck.
De heer Tony van Dijck (PVV):
De heer Grinwis doet mee aan die hele framing van: "Woningcorporaties lopen 50 miljard aan investeringscapaciteit mis. Er kan geen huis meer gebouwd worden. Er kan geen huis meer geĆÆsoleerd worden." De heer Grinwis vond het bevriezen van de huren de domste maatregel ooit. De heer Grinwis heeft alle kennis en wetenschap in pacht. Maar het EIB, het Economisch Instituut voor de Bouw, zegt: "Niks aan het handje. Woningcorporaties kunnen gewoon doorgaan met investeren. Er ligt een investeringscapaciteit op de plank van 100 miljard. Tot 2030 hebben ze geld zat om te bouwen." Dit zijn allemaal excuses om deze maatregel van tafel te krijgen. Waarom gaat de heer Grinwis hierin mee? Een andere vraag is: hoeveel lopen woningcorporaties eigenlijk mis als we de huren zouden bevriezen dit jaar?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Halve waarheden zijn hele leugens. Wat de heer Tony van Dijck hier staat te beweren, klopt gewoon van geen kant. Ik wil een paar punten even demonteren. Ten eerste is het verhaal van de EIB over de investeringscapaciteit gedebunkt door professor Johan Conijn. Hij heeft zwart-op-wit op papier uitgerekend wat de gevolgen zijn van de tweejarige huurbevriezing. Andere instituten hebben dat ook gedaan. Daaruit blijkt ten eerste dat de investeringscapaciteit van woningcorporaties door die tweejarige huurbevriezing met 49 miljard achteruit zou kachelen. 49 miljard. Er was een klein overschot op de investeringsopgave van de woningcorporaties. Het investeringstekort op de opgave van de woningcorporaties zoals afgesproken in de prestatieafspraken zou met 35 miljard achteruit kachelen. Ja, dan zou er nog 75 miljard aan investeringscapaciteit resteren. Dat klopt. Maar de corporaties opereren niet in een soort leeg universum. Zij hebben zich te houden aan de regels die zwart-op-wit in de regelgeving staan van de autoriteit die toezicht houdt op de woningcorporaties. Ongeveer 60%, dacht ik, van de corporaties zou subiet in de problemen komen qua investeringstempo en -capaciteit, en zou dus hun investeringstempo omlaag moeten schroeven.
Dus nee, het zou niet pas na 2030 impact hebben gehad op de investeringen. Het zou per direct impact hebben gehad op de investeringen, de investeringen in nieuwbouw en de investeringen in isolatie en het verbeteren van woningen. Dus ja, de gevolgen van dit besluit van het kabinet, van de coalitie met name, van de PVV met name, zouden desastreus zijn geweest voor onze woningzoekenden, ook al omdat er slechts een schamele compensatie van 1,1 miljard was afgesproken, die bovendien nog eens op zou gaan aan de huurders in de particuliere sector, die niet zouden profiteren van de huurbevriezing. Kortom, de heer Van Dijck vertelt hier een half verhaal. De consequenties zouden echt verschrikkelijk zijn geweest. De huurbevriezing was de domste maatregel van dit kabinet en van deze eeuw.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Aardig gebrainwasht, zou ik zeggen. Maar hoeveel ā dat was eigenlijk de belangrijkste vraag ā inkomsten lopen de woningcorporaties mis als ik dit jaar de huren bevries? U hebt het over getallen van 49 miljard en 75 miljard. Het licht zou uitgaan. De bouw zou stilvallen. Maar hoeveel lopen ze feitelijk mis als ik ƩƩn jaar de huren bevries?
De voorzitter:
Meneer Grinwis, een kort antwoord graag.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
De huurbevriezing zou voor twee jaar gelden en zou in totaal ongeveer een kleine 10% hebben gescheeld op de inkomsten van de woningcorporaties; dat heeft de heer Mooiman, een collega van de heer Van Dijck, vaak gezegd. Dus als je twee jaar de huren bevriest, dan is dat niet alleen een huurbevriezing van twee jaar, maar dan telt dat ook structureel door. Het heeft daadwerkelijk direct dit jaar al honderden miljoenen minder inkomsten tot gevolg voor de woningcorporaties, maar dat telt structureel door. Dat is ƩƩn. Twee: voor iedere euro die je aan inkomsten binnenkrijgt als woningcorporatie kun je op de kapitaalmarkt bij de bank ā¬32 lenen om te investeren. Dat betekent dus niet dat er met huurinkomsten gebouwd wordt voor woningzoekenden. Nee, de huurpenningen die ze binnenkrijgen zijn al te weinig om het onderhoud van de woningen en de woningverbeteringen voor de bestaande woningen bij te houden. Dus het is niet zo dat de huurpenningen werden gebruikt voor nieuwbouw. Maar die huurpenningen kun je dus wel gebruiken om op de kapitaalmarkt ā¬32 per euro te lenen, om te kunnen investeren in bijvoorbeeld nieuwbouw. Dus dat zou echt desastreus zijn. De compensatie was ook gewoon ten enenmale onvoldoende. Bovendien heb je het schrappen van de vennootschapsbelasting voor woningcorporaties al nodig om in de toekomst de krachtigere instrumenten en organisaties te behouden die kunnen blijven investeren in woningbouw. Want woningbouw hebben we niet alleen nodig tot 2030, maar ook tot 2040 en 2050.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik weet niet of ik hierdoorheen kom ...
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik denk het niet.
De heer Tony van Dijck (PVV):
... want de heer Grinwis is zo gebrainwasht door al die lobbyisten en die invloedrijke Aedessen en mevrouwen Spies van deze wereld. Maar waar het om gaat, is dit. Er ligt 75 miljard op de plank. Tot 2030 kunnen ze bouwen. Het is echt niet zo dat de bouw stilvalt als je een jaartje de huren bevriest waardoor je nog geen half miljard aan inkomsten misloopt. Dat heeft u zich laten wijsmaken. Dat is wat ik bedoelde te zeggen. De huurbevriezing betekent een half miljard minder inkomsten en daardoor zou ineens "de bouw stil komen te vallen". Dat is grote BS ā om het maar netjes te zeggen. Ik vind dat u zich veel te veel heeft laten leiden door de gedachtes en de ideeĆ«n en het niet willen uitvoeren van die huurbevriezing. Vier jaar geleden hebben we de huren bevroren en toen stonden ze hier niet met dat hele verhaal. Toen ging dat gewoon door met een algemene maatregel van bestuur, dus niet eens met wetgeving, niet eens langs de Raad van State. Iedereen happy. En nu is de wereld te klein. U heeft zich voor het karretje laten spannen van mevrouw Spies cum suis, en dat had u niet moeten doen.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter ...
De voorzitter:
Kort, kort.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik mag de heer Van Dijck, oprecht, graag. En nog complimenten voor het feit dat hij de btw-maatregelen op die manier van tafel heeft gehaald. Bij dezen nog applaus. Dat had hij gevraagd; nou, bij dezen. Maar verder is dit gewoon een sprookje. Ik kan er niks van maken. Ik zeg niet dat de woningbouw stilvalt. Ik zeg dat het een enorme impact heeft op de investeringscapaciteit en dat je dat wel direct bij heel veel woningcorporaties zou gaan merken in de investeringen in onderhoud en nieuwe woningbouw. Ik ga geen grote woorden gebruiken over "stilvallen" of wat dan ook. Maar door twee jaar huurbevriezing verdampen er gewoon structureel inkomsten bij woningcorporaties, en die hadden jullie onvoldoende gecompenseerd in de begroting. En ik voorspel je: op lange termijn heb je de compensatie die je als compensatie had bedacht, bijvoorbeeld het schrappen van de vennootschapsbelasting voor woningcorporaties, sowieso nodig omdat er op lange termijn gewoon een enorme investeringsopgave blijft liggen voor die woningcorporaties en de inkomsten uit huur te weinig zijn om het te organiseren. Dus er is gewoon op langere termijn collectief meer geld nodig voor volkshuisvesting in plaats van minder. Wat deze coalitie deed, is geld uit de volkshuisvesting trekken, terwijl wonen en woningbouw en woningnood probleem nummer ƩƩn zijn in onze samenleving volgens de kiezers, en ook volgens mij.
De voorzitter:
Hartelijk dank. De heer Dassen staat al een tijdje klaar en te wachten tot hij het woord mag voeren. De heer Dassen namens Volt.
De heer Dassen (Volt):
Voorzitter. Ik heb eerst nog even genoten van het college van Pieter Grinwis. Je ziet dat hij dit vol passie uitdraagt, dus dank daarvoor.
Wat doen we voor de toekomst? De Voorjaarsnota hoort een serieuze tussenbalans te zijn, een moment waarop we kijken of de begroting op koers ligt richting die toekomst. Maar wat we hier voor ons hebben, is niet een plan voor volgende generaties. Nee, het is meer een verzameling van kortetermijnmaatregelen voor de eigen achterban. De grote vraagstukken van klimaat, wonen en bestaanszekerheid vragen om structurele keuzes. Maar in plaats daarvan zien we symboliek, incidentele gebaren, maatregelen die alweer achterhaald zijn voordat ze zijn ingevoerd. En ondertussen zien we een sluipend koopkrachtverlies, want de tabelcorrectiefactor wordt in 2026 slechts deels toegepast. In gewone taal: werkenden gaan meer belasting betalen dankzij dit kabinet. De arbeidskorting en de algemene heffingskorting worden niet volledig verhoogd. Deze sluipbelasting kost een gezin al snel meer dan ā¬100 per jaar. Een klap in het gezicht van iedereen die gelooft dat werken meer zou moeten lonen. En dat terwijl het kabinet in het hoofdlijnenakkoord beloofde om transparanter te worden en juist minder via kortingen en meer via belastingschijven te werken. Kan de staatssecretaris reflecteren op het voornemen om niet te indexeren in relatie tot die zin uit het hoofdlijnenakkoord? "Werken moet lonen", hoorden we vaak vanuit het kabinet, maar waarom is er dan nu een lastenverzwaring? Zijn dan de 30 miljard aan ondoelmatige fiscale regelingen niet een veel logischere dekking? Ik zie de minister al knikken, dus dat is mooi.
Voorzitter. Nu het kabinet gevallen is, moet de Kamer kiezen voor de lange termijn. Volt presenteert daarom een reparatiekit in vijf punten, gericht op de toekomst.
Repareer de bezuinigingen op nationale parken. Een week voor deze Voorjaarsnota ondertekende de minister nog een manifest over het belang van nationale parken en een paar dagen later werd erop bezuinigd. Deze gebieden zijn echter cruciaal voor educatie, recreatie, biodiversiteit en de regionale economieƫn. Dus wat levert deze bezuiniging volgens de minister eigenlijk op en wat doet het voor de betrouwbaarheid van bestuur als de ene week iets ondertekend wordt en het de week daarna wegbezuinigd wordt? Erkent de minister dat dit op termijn juist tot hogere kosten gaat leiden? Wij zullen een voorstel doen om deze bezuiniging van tafel te krijgen. Dat is gelukkig al door een groot gedeelte van deze Kamer ondertekend.
Repareer de bezuinigingen op onderzoek en wetenschap. Nederland investeert te weinig in onderzoek en innovatie en het kabinet bezuinigt op onderzoek en wetenschap. We stellen voor deze bezuiniging terug te draaien en ervoor te zorgen dat elk kind toegang heeft tot digitale leermiddelen, voor de digitale weerbaarheid later. We willen dit dekken via het rekenforfait in de erf- en schenkbelasting, dat al 50 jaar niet meer is aangepast. De minister en staatssecretaris moeten het met me eens zijn dat dit wel de meest rechtvaardige belasting is die je kan verhogen voor toekomstige generaties. Graag een reactie. Kan de staatssecretaris ook uitleggen waarom dit al 50 jaar niet geactualiseerd is?
Repareer de ongelijkheid voor jongeren: verhoog het minimumjeugdloon. Jongeren worden geconfronteerd met hoge woonlasten, dure boodschappen en studieschulden en krijgen daarbovenop ook nog een lager loon voor hetzelfde werk. Het is goed dat het kabinet een eerste stap zet in de richting van het verhogen van het minimumloon, maar het is niet genoeg. Volt stelt: verhoog het loon in 2026 meer en schaf het vervolgens af. Zoals mevrouw Van Vroonhoven na de presentatie al zei: bestaanszekerheid kan niet wachten. Daar zijn wij het hartgrondig mee eens. Ik ben blij dat de heer Van Dijck vandaag ook aangaf dat dat moet gebeuren. Waarom zou een hoger loon voor jongeren moeten wachten, vraag ik aan de minister.
Repareer OekraĆÆne en het veiligheidsbeleid in plaats van aan symboolpolitiek te doen aan de grens. Het kabinet reserveert tot 2030 624 miljoen voor intensivering van grensbewaking, terwijl Schengen juist onze kracht is en deze maatregel de economie 75 miljoen euro per maand kost. Ondertussen zijn er 1.600 vacatures bij de marechaussee en is structurele steun nodig voor OekraĆÆne. Wat draagt dit werkelijk bij aan de veiligheid van Nederland en Europa, vraag ik aan de minister. Ik weet dat de minister OekraĆÆne hoog in het vaandel heeft staan en het belang onderstreept van de steun daaraan, dus waarom niet beter dat geld in echte veiligheid steken in plaats van in deze schijnveiligheidsmaatregel?
Voorzitter, als laatste. Repareer de kansen voor start-ups om talent aan te trekken. Grote werkgevers kunnen via de werkkostenregeling studieschulden van personeel aflossen. Kleine werkgevers hebben daar geen ruimte voor. Volt pleit voor een gerichte vrijstelling, zodat ook start-ups en het mkb jong talent een eerlijke kans kunnen geven. Kan het aflossen van de studieschuld een gerichte vrijstelling zijn voor start-ups en mkb, vraag ik aan de staatssecretaris. Is de staatssecretaris bereid te onderzoeken of kleine werkgevers fiscaal mogen bijdragen aan de aflossing van studieleningen via de werkkostenregeling, en hierover voor de Miljoenennota met een voorstel te komen?
Voorzitter. Laten we inzetten op de toekomst en daarin met elkaar investeren. Juist nu, nu het kabinet gevallen is, hebben we de mogelijkheid om het een en ander te repareren. We hebben vijf voorstellen gedaan. Ik hoop dat we die met deze Kamer verder kunnen brengen. Dank u wel.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Dan wil ik de heer Eerdmans vragen, namens JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter. Het meest van alles heb ik mij de afgelopen anderhalf jaar verbaasd over het klimaatbeleid van het meest rechtse kabinet ooit. Ik heb zitten zoeken, maar het beleid van de PVV was in feite een-op-een gelijk aan het beleid van Jetten. Het enige echte verschil dat ik heb kunnen vinden, was de niet meer verplichte warmtepomp. Maar de rest, de miljarden, de uitgaven, de ambitie van aardgasvrij, de vliegtaks, milieuzones, windturbines in je achtertuin, bleef ook met de PVV overeind. Het doel is dan klimaatverandering, maar ik heb altijd gezegd dat we ons juist moeten aanpassen aan het klimaat, in plaats van dat we in Nederland proberen om het wereldklimaat aan te passen. We weten namelijk wat we ervoor terugkrijgen, 0,0000 ⦠Al die nullen en dan een 7. Dat is het antwoord. En nee, wij zijn geen klimaatwappies, zeg ik maar. Wij zien de opwarming van de aarde. Maar als je de doelen van Parijs voor 2030 wilt halen, moet je óf geen zakelijk verkeer meer toestaan op de weg, óf de accijnzen op fossiel verder omhoog doen, óf Tata Steel sluiten, óf de veestapel halveren. Maar waarschijnlijk moet je zelfs een combinatie van die dingen doen. Dat kan dus gewoon niet, simpelweg. Hoe kijkt het kabinet hiernaar?
Voorzitter. Een aantal beleidsvoorstellen kan met de val van het kabinet wat ons betreft de prullenbak in. Dat is dan het goede nieuws. Elk nadeel heb zijn voordeel. Denk aan de verlaging van het eigen risico en de huurbevriezing. Maar ƩƩn ding blijft overeind, zelfs demissionair, namelijk dat de autorijder gewoon de sjaak is. De minister heeft gezegd: ik wil niet automobilistje pesten. Maar een kabinet dat de hoogste accijns op benzine in Europa heeft, voert natuurlijk niet een autovriendelijk beleid. De minister hield een bord omhoog met "we mogen weer 130". Ja, op een paar opritten in Groningen, geloof ik. De gemiddelde benzineaccijns in Europa is ā¬0,53. In Nederland is die ā¬0,79.
Op de Afsluitdijk mag je ook 130, hoor ik de heer Dijk zeggen. Nou, gefeliciteerd!
Voorzitter. Als wij niet ingrijpen ā meneer Dijk, luister mee ā gaat de benzineaccijns per 1 januari ā¬0,25 omhoog. Omhoog, er nog eens bij! Weet waar we aan toe zijn. Dat is het kwartje van Barry, ā¬0,25 erbij. Dat is "pijn als ik rij" in plaats van "blij dat ik rij". Die accijnzen gaan namelijk altijd omhoog; ze gaan nooit omlaag. Het begon met het kwartje van Kok. Ik zeg altijd: het is een sluipmoordenaar. 75% van de mensen die in een auto rijden, rijdt op brandstof. Het aantal benzineauto's blijft stijgen. Mijn vraag is dus: gaat het kabinet nou wel of niet die accijnsverhoging per 1 januari tegenhouden? Gaat de VVD daarvoor liggen in dit kabinet? Namens 8 miljoen autobezitters krijg ik graag een helder antwoord.
Voorzitter. Er kwamen vorig jaar netto 130.000 migranten naar Nederland. Dat zijn er natuurlijk te veel. We hebben gelukkig nog de twee strenge wetten van Faber, waarvan we er volgende week eentje gaan behandelen. Maar als wij strenger willen zijn ā en dat willen we ā hebben we meer capaciteit nodig bij de IND. Heel simpel. Want je wilt het kaf van het koren scheiden. De gemiddelde wachttijd voor een asielaanvraag is nu zeventien maanden. Je kunt niet Ć©n voor een streng asielbeleid zijn, Ć©n er geen geld voor uittrekken. Dat kan niet. Als je voor een streng asielbeleid bent, versterk je dus de IND en de rechtspraak. Daarvoor liggen twee amendementen van ons voor.
Voorzitter. Dan snel naar de koopkracht. De hardwerkende Nederlander ā u weet het ā is een kwart van zijn inkomen kwijt aan woonlasten. Dat is ver boven het Europees gemiddelde. We betalen hier meer voor gas dan in de meeste andere landen. Over de supermarkt zullen we het maar even niet hebben. De vaste lasten voor een gemiddeld gezin in Nederland zijn met ā¬500 gestegen in het afgelopen jaar. Het kleine plusje op de loonstrook is dus alweer weg. Het is code zwart voor het koopkrachtplaatje, net als voor het gevangeniswezen. We weten het: 4.000 criminelen lopen vrij rond in Nederland en er zijn bonussen voor gevangenen die nog wel vastzitten. Er is dus ook geld nodig bij het gevangeniswezen. Hiervoor liggen vier amendementen voor van JA21, ingediend met de SGP. Het gevangeniswezen is geen politieke keuze, mensen. Het is een principe: je voert straffen die criminelen zijn opgelegd uit. Punt.
Voorzitter, tot slot. Het plaatje is voor JA21 vrij eenvoudig, zoals u hoort. JA21 wil meer geld voor lastenverlichting, een lagere accijns op benzine en meer geld naar gevangenissen en defensie. Gisteren hebben we een uitgebreid debat over de NAVO-norm gehad. En ja, dat betalen wij ook door het een en ander.
De heer Vermeer (BBB):
De heer Eerdmans begon net in een interruptie al over het verlagen van het eigen risico. Hij zei dat het een heel slecht idee is om het eigen risico te verlagen, terwijl hij het heeft over de portemonnee van de burger. Er zijn gewoon mensen die zorg mijden omdat ze bang zijn voor de rekening van het eigen risico. In zijn interruptie zei hij: dat leidt tot premieverhoging en tot extra wachtlijsten, want er is geen personeel. Maar het kan niet beide waar zijn. Of er zijn wachtlijsten en dan leidt dat niet tot premieverhoging, omdat het niet tot extra zorg leidt, of het leidt tot premieverhoging voor de korte termijn, omdat er meer mensen geholpen worden op de korte termijn, maar dan leidt het op de lange termijn tot premieverlaging, omdat die mensen gezonder zijn. Hoe zit dat volgens de heer Eerdmans?
De heer Eerdmans (JA21):
Als we iedereen gezond maken, dan zal de premie omlaag kunnen, maar dit moet ergens van betaald worden, toch? Je kunt niet het geld weggeven en het eigen risico met de helft verlagen en dan denken dat het zich wel oplost. Daar gaat de premie dus door omhoog. Dat geldt voor iedereen: iedereen die premie betaalt, zal meer gaan betalen. Zoals ik zei, zal het tot meer vraag naar zorg leiden, dus er zullen langere wachtlijsten komen, want die mensen zijn er niet. Het personeelstekort is er al, maar als je de zorgvraag dan ook nog aanwakkert, wat natuurlijk gebeurt als mensen meer zorg vergoed krijgen, dan gaan er meer mensen naar het ziekenhuis en dan gaan ze meer zorg vragen. Dat leidt dus absoluut tot meer kosten. Dat is al door heel veel deskundigen aangegeven. Dat leidt dus ook tot een hogere premie. Het zal gunstig zijn voor een x-aantal mensen ā dat geef ik onmiddellijk toe ā maar voor de grote gemene deler onder de premiebetalers zal het een verslechtering zijn.
De heer Vermeer (BBB):
Heeft de heer Eerdmans zich hier weleens echt in verdiept? Dan zou hij namelijk weten dat tien fysiotherapiebehandelingen goedkoper zijn dan een nieuwe knie. Als je mensen op tijd kunt helpen, bespaart dat kosten voor de lange termijn. Juist als de heer Eerdmans bang is dat er te weinig personeel is, moet hij nu dus actie ondernemen, zodat mensen hun zorg niet uitstellen, zodat we straks minder personeel nodig hebben. Ik zou de heer Eerdmans dus echt willen vragen om hierover niet de algemene modelletjes te volgen, maar gewoon eens met gezond verstand na te denken over wat het effect van zorgmijding is, wat dat veroorzaakt en hoe we dat kunnen voorkomen.
De heer Eerdmans (JA21):
Dat is echt een goede vraag. Alleen het omgekeerde is ook waar. Als je het eigen risico verlaagt, weet je zeker dat veel meer mensen zorg gaan vragen; die bal kan ik gewoon terugleggen bij de heer Vermeer. Natuurlijk is het waar dat mensen, als ze meer preventieve fysiotherapie krijgen, geen knieoperatie nodig zullen hebben, maar het zal ook weer niet voor alle gevallen waar zijn. Ik ga uit van wat de meeste gezondheidseconomen zeggen: het halveren van het eigen risico leidt tot die gevolgen, waaronder een premiestijging en meer zorgvraag. Ik denk dus dat je een heel beperkte groep helpt, die dus echt heel veel zorg nodig heeft, maar dat je de grote groep mensen die minder zorg nodig hebben, opzadelt met een hogere premie. Die mensen stellen geen zorg uit omdat ze het niet kunnen betalen, maar hebben die gewoon niet nodig.
De voorzitter:
U heeft ook nog een interruptie van de heer Dijk.
De heer Dijk (SP):
Ik stoor mij een beetje aan de discussie over het eigen risico die al lange tijd steeds gevoerd wordt. Dat heeft ermee te maken dat ook het CPB dit soort modellen hanteert. Dat is ook vaak de reden waarom de SP haar plannen niet laat doorrekenen door het CPB. Er zit namelijk een heel wantrouwend, negatief mensbeeld in dat heel veel problemen heeft veroorzaakt, bijvoorbeeld het toeslagenschandaal. Dat is het wantrouwende beeld ā het is trouwens een neoliberaal mensbeeld ā dat mensen zelfzuchtige wezens zijn en zichzelf zo veel mogelijk willen toe-eigenen. U zegt het nu zelf ook: dan gaan mensen extra zorg consumeren. Het is echt kolderiek; alsof mensen voor hun lol naar het ziekenhuis gaan, voor hun lol ziek worden. Het is echt flauwekul.
De keerzijde is waar. Een op de acht mensen mijdt zorg. 84% daarvan komt terug met zwaarder leed en hogere kosten. Dat stond vandaag uitgebreid in de krant. Het wordt dus een keer tijd dat liberale partijen in deze Kamer dit rare beeld over het eigen risico en dit vreemde mensbeeld dat tot schade leidt, gaan loslaten. Ik wil de heer Eerdmans vragen of hij zich weleens heeft verdiept in het eigen risico. Is hij weleens met zorgverleners, met huisartsen en met mensen die in ziekenhuizen werken in gesprek gegaan? Lees boeken van zorgverleners. Ze zeggen allemaal: stop hier nu mee.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik zou willen vragen: waarmee? Want ik lees juist precies het omgekeerde. De meeste, eigenlijk alle, gezondheidseconomen zeggen: daar moet je dus niet aan beginnen. Het beeld van de SP is: wij gaan eens lekker naar het ziekenhuis. Niemand gaat voor zijn lol naar het ziekenhuis; natuurlijk niet. Daar gaat het ook niet om. Het gaat erom dat mensen uiteindelijk meer zorg gaan gebruiken. Dat is wel zeker zo. Je kunt wel blijven zeggen dat het maar zorgeconomen zijn, maar daarmee tast je dus gewoon de expertise aan van mensen die daar verstand van hebben.
De voorzitter:
Even wachten. De interruptiemicrofoon staat niet aan, meneer Dijk. U heeft nog ƩƩn interruptie over. Dus: of u kiest ervoor die interruptie in te zetten of u laat de heer Eerdmans uitspreken.
De heer Eerdmans (JA21):
De analyse van zorgeconomen is nou net: ja zeker, dat leidt tot meer zorgvraag. De vraag is natuurlijk: in welk opzicht zal het uiteindelijk voor de mensen die onder de huidige omstandigheden geen zorg gebruiken, tot hogere kosten leiden als zij hun bezoek hebben uitgesteld? Andersom is het heel gerechtvaardigd dat je denkt dat mensen, als ze extra zorg kunnen inkopen omdat ze er niet voor hoeven te betalen, dat ook zullen doen. Dat is uiteindelijk dan toch gewoon een extra behandeling; die kost geld. De SP kan daar wel iets van zeggen, maar die moet wel betaald worden. Het gaat om structureel 5 miljard per jaar. Ik heb daar meer wensen voor dan alleen het helpen van een beperkte groep mensen die extra zorg gaat inkopen.
Kan ik verder, voorzitter?
De voorzitter:
Zeker.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik was bij het totaalplaatje aangekomen. Dat is voor mij dus eenvoudig: JA21 wil meer geld naar lastenverlichting, lagere accijns op benzine, en meer geld voor gevangenissen en defensie ā we hebben het gisteren over de NAVO gehad ā en wil dat betalen door de halvering van het eigen risico te schrappen, door te snijden in de klimaatmiljarden en ontwikkelingssamenwerking weer terug te brengen naar de OESO-norm, naar het OESO-gemiddelde. Als het nodig is, zullen we misschien ook iets moeten doen om onze sociale zekerheid te moderniseren. Maar zoals u ons, JA21, kent en zoals we de vorige keer ook hebben laten zien, zullen wij ons verkiezingsprogramma wederom laten doorrekenen door het CPB, zodat u ook kunt zien of onze wensen betaalbaar zijn.
Voorzitter. Realistisch en uitvoerbaar beleid is wat we nodig hebben. Dat is het juiste antwoord op de val van het kabinet.
Dank je wel.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Wij zijn aan het einde gekomen van de eerste termijn van de Kamer. Ik wil graag de vergadering tien minuten schorsen. Om 16.40 uur komen wij hier weer samen; dan gaan we stipt van start. Dan gaan we verder met de eerste termijn van de zijde van de regering.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de eerste termijn van de kant van de regering. Ik zou als eerste het woord willen geven aan onze minister van Financiƫn, de heer Heinen.
Termijn antwoord
Minister Heinen:
Voorzitter, dank u wel. Gezien de klok zal ik proberen om het tempo erin te houden. Als de leden van uw parlement zeggen dat het te snel gaat, hoor ik dat vanzelf wel van u.
Allereerst dank voor alle vragen. Laat mij een paar inleidende woorden spreken en dan zal ik daarna doorgaan naar de onderwerpen waar allemaal vragen over zijn gesteld.
Laat ik beginnen met het volgende. In heel Den Haag werd naar deze Voorjaarsnota uitgekeken als een van de moeilijkste opgaves sinds tijden. De wensen waren immers eindeloos en elk twitterbericht voegde zo'n beetje een miljard toe aan het wensenlijstje. De druk om de kaders los te laten was zeer groot en het uitdelen van gratis geld leek voor sommigen toch wel een aantrekkelijk perspectief, terwijl we juist aan het werk waren om die geest weer wat terug in de fles te krijgen. De verwachtingen waren vooral hooggespannen omdat velen ervan overtuigd waren dat het kabinet over deze Voorjaarsnota zou vallen. Na lang vergaderen en een lange nacht is het toch gelukt om een Voorjaarsnota op te stellen. Dat vind ik belangrijk, want de problemen waar we voor staan, zijn groot, dus we moesten gewoon door. Je regeert voor vier jaar en niet voor een paar maanden. Het was ook gelukt om belangrijke wensen van partijen in te passen en rekeningen netjes te betalen, zodat het kabinet kon doorregeren.
Toch sta ik de Voorjaarsnota hier nu te presenteren als demissionair minister, namens een demissionair kabinet, omdat het kabinet alsnog is gevallen. Dat is echt spijtig, want de Voorjaarsnota verschijnt wel tegen de achtergrond van toenemende onzekerheid ā dat lijkt men nog weleens te vergeten ā want onze veiligheid verslechtert in rap tempo en onze welvaart staat echt onder druk; ook dit lijken we maar niet te beseffen. De risico's wat betreft de overheidsfinanciĆ«n nemen als gevolg daarvan toe. Daarom is het goed dat we nu, in goede tijden, vasthouden aan het trendmatig begrotingsbeleid, met sluitende uitgaven- en inkomstenkaders. Het is goed om te zien dat ook de Raad van State hierop wijst en erkent dat het is gelukt, maar de Raad van State heeft natuurlijk ook gelijk wanneer hij wijst op stijgende uitgaven op de middellange termijn, waardoor de overheidsfinanciĆ«n weer lijken te verslechteren, en op het belang om die met het oog op de toekomst te matigen. Daar kom ik zo verder over te spreken.
Het is gelukt om de staatsschuld en het begrotingstekort in de jaren zelf te doen dalen, maar dan in verticaal opzicht. In de stand van de Voorjaarsnota ten opzichte van de Miljoennota komen het tekort en de schuld dus beide lager uit in elk jaar. Dat is best een prestatie, al zeg ik het zelf, gezien alle wensen. Horizontaal bezien zien we het tekort echter wel oplopen op de middellange termijn. Ik wees er al op dat dat zorgelijk is. Dat noopt dus tot behoedzaamheid, zodat we de rekeningen niet doorschuiven en vooral voorkomen dat de belastingen in de toekomst weer omhoog moeten.
De vragen over de keuzes die hierbinnen zijn gemaakt, zal ik beantwoorden langs de volgende drie onderwerpen. Ik zal beginnen met de overheidsfinanciƫn. Dan zal ik kort stilstaan bij de economie en de inkomsten; daar zijn ook wat vragen over gesteld. De meeste vragen zijn gesteld over de beleidskeuzes die het kabinet en de coalitie hebben gemaakt. Daar zal ik dan bij stilstaan. Met uw toestemming ga ik daarnaar door.
Ik begin bij de heer Grinwis. Ik dacht: ik begin bij hem, omdat hij aangaf weg te moeten naar een ander debat. De heer Grinwis vroeg of goed financieel bestuur gehandhaafd is door het volgen van de begrotingsregels. Ik heb daar in mijn inleiding al wat over gezegd. De maatregelen zijn conform de gemaakte afspraken van het kabinet en passen binnen het trendmatig begrotingsbeleid. Nogmaals, dat was best een opgave, gezien de druk die hierop stond. We hebben geen rekeningen doorgeschoven naar volgende generaties. De Voorjaarsnota zet een stap om de overheidsfinanciƫn te beheersen, het tekort te beperken en de budgettaire kaders te behouden.
Nogmaals, we zouden dit jaar op zo'n 2,8% afstevenen. Dat wordt weleens vergeten. Dat buigen we nu ietsje bij, naar 2,6%. Volgend jaar zou het begrotingstekort ver door de 3% schieten, naar 3,7%. Dat hebben we weten om te buigen naar 3%, gewoon binnen de Europese normen. Als je kijkt naar de periode die dan de kabinetsperiode zou zijn, zie je dat het tekort na 2029, op basis van de standen die wij in onze begroting hebben, zelfs naar 1,9% gaan. Dan zouden we het tekort gewoon reduceren tot onder de 2%. De staatsschuld zou daarmee niet boven de 50% komen, maar loopt wel iets op. In Europees perspectief zijn dat gezonde overheidsfinanciƫn: een staatsschuld onder de 50% en een tekort onder de 2%. Ook economen zouden erkennen dat met gezonde economische groei en een tekort van 2% de overheidsfinanciƫn op zichzelf wel houdbaar zijn. Gegeven de opgave waarvoor we staan is het, denk ik, nog steeds wat aan de hoge kant, maar is er wel een voldoende buffer naar de -3%. Ik denk dat dat ons een goede uitgangspositie geeft voor de toekomst, maar ik wees er al op dat de risico's zich wel opstapelen. We kunnen niet achteroverleunen. We zullen echt aanvullende maatregelen moeten nemen, maar dat is dan voor een volgende coalitie, na de verkiezingen. Eerst is natuurlijk de kiezer aan zet.
Dan had mevrouw Van Dijk een aantal vragen over kasschuiven. Ik was het niet helemaal eens met de kwalificatie die mevrouw Van Dijk daaraan gaf, want zij zei: daarmee zijn de begrotingsregels geschonden. Dat is allerminst waar, want wij hebben naar aanleiding van de expertgroep ramingen gezegd: we gaan de uitgaven in een realistischer kasritme zetten. Ik heb met mijn collega's het gesprek gevoerd welke uitgaven later in het jaar kunnen plaatsvinden. Dat zijn die kasschuiven. Na de kasschuif van zo'n 7 miljard hebben we vervolgens de kadercorrectie toegepast om te voorkomen dat de lucht die ontstaat door de kasschuif, niet uitgegeven wordt. We hebben dus eerst gezegd: we gaan het in een realistischer kasritme zetten, dan doen we een kadercorrectie en vervolgens houden we die uitgavenkaders om te voorkomen, nogmaals, dat er allemaal meevallers worden ingezet.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Ik heb hier ook iets over gezegd. Ik zal het even voorlezen: "De som van de kasschuiven komt niet op nul uit. Kasschuiven vinden ook plaats buiten de reguliere meerjarenperiode van t+5. Kasschuiven zijn dit keer niet volledig ingepast in het uitgavenkader." Alle drie de regels zijn dus niet gevolgd. Ik heb dit trouwens op basis van analyses van anderen ā¦
Minister Heinen:
Nee, daarom.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
⦠namelijk van de staf van de commissie. Het is helemaal niet erg om dat te erkennen, want de Raad van State gaf dat ook toe. Die zei dat het grotendeels trendmatig is. Er is natuurlijk sprake geweest van enige saldosturing. Hier en daar zijn de regels niet helemaal gevolgd. Het is toch mooi om dat gewoon even te erkennen? Daar is toch niks mis mee?
Minister Heinen:
Dan moet het wel kloppen. Het klopt dat uitgaven naar latere jaren zijn geschoven. Het kan dan zo zijn dat die buiten de regeerperiode vallen. Maar de uitgavenkaders op zichzelf zijn behouden. De Raad van State, als begrotingsautoriteit, wijst daar ook gewoon op. Ik weet dus niet waar de heer Van der Lee op wijst. Ik wil het echt niet bagatelliseren. Tegelijkertijd houd ik me aan de officiƫle begrotingsautoriteit, de Raad van State, die zegt: het trendmatig begrotingsbeleid is gevolgd; zowel de uitgaven- als de inkomstenkaders zijn behouden.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Maar dit is toch vervelend? We hebben het gewoon ⦠In het stuk van de Raad van State staat letterlijk "grotendeels gevolgd". Er staat dus niet "volledig". Er zijn namelijk een paar afwijkingen. Het zijn er niet veel, maar die komen wel voor. Ik vind het vervelend dat de minister dan doet alsof dat niet zo is. Nadat het advies was uitgekomen, heb ik dat ook nog mondeling besproken met de Raad van State. We zien het gewoon in de stukken die onafhankelijk zijn opgesteld, ook vanuit de staf van de commissie. Erken dat nou gewoon en doe daar niet moeilijk over.
Minister Heinen:
Ik vind het een beetje flauw. Ik hoorde de heer Van der Lee ook over saldosturing. Dat klopt, want zodra je door de 3% gaat, houd je niet meer vast aan het trendmatig begrotingsbeleid, maar moet je gaan saldosturen. Het trendmatig begrotingsbeleid wordt dus begrensd door de Europese afspraken die we met elkaar hebben gemaakt: tussen de 3% en de 60%. Als je daarvan afblijft, kun je trendmatig begroten. Zodra je door de 3% gaat, ben je genoodzaakt op saldo te gaan sturen. Dat wil je dus niet. Dat is ook de reden waarom je een gezonde buffer tot -3% wil houden.
Dan had de heer Van Dijck een vraag over de meevallerformule. Daar is natuurlijk veel discussie over geweest. In het verleden is de meevallerformule als volgt toegepast. Je hebt een plan voor de toekomst. Je kijkt of je meer kunt uitgeven of meer aan lastenverlichting kunt doen. Je wilt dan ook weten hoe het saldo zich naar de toekomst toe ontwikkelt. Daarvoor is nu in dit hoofdlijnenakkoord een meevallerformule afgesproken van 1,5 procentpunt. Er is afgesproken dat je de extra ruimte kunt uitgeven die ontstaat als het structureel daaronder zakt.
Er is door een aantal partijen aangegeven dat ze vooral terugkijken. Ik snap dat, omdat het saldo achteraf meeviel. Dat was natuurlijk in het voordeel van de partijen die daarvoor pleitten. Tegelijkertijd vond ik het zeer onverstandig om de formule op die manier te interpreteren. Ik heb weleens de volgende vergelijking gemaakt. Als je extra wilt uitgeven, zet je eigenlijk extra je voet op het gaspedaal. Als je op de snelweg rijdt en je trapt het gaspedaal in, dan kijk je toch echt door de voorruit en niet door de achterruit. Je zegt dan niet: nou, de weg achter mij zag er lekker rustig uit, dus ik kan planken. Je wilt dan toch ook weten wat voor obstakels er in de toekomst op je afkomen? Dat is volgens mij, om het wat minder technisch uit te leggen, hoe de meevallerformule ook in het verleden is toegepast. Nogmaals, je kijkt vooruit.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Tony van Dijck wil aan de slag met die anekdote.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Inderdaad, je kijkt vooruit. De discussie was inderdaad of je voor- of achteruit kijkt. Maar achteraf weet je pas wat het saldo feitelijk is geweest. Vooruitkijken is alleen maar een predictie van wat het eventueel zou kunnen worden. Aangezien wij al jaren achter elkaar veel te royaal begroten, waardoor het saldo altijd veel lager uitvalt dan verwacht, is vooruitkijken eigenlijk geen optie. We zijn dan eigenlijk een meevallerformule aan het definiƫren die nooit tot uiting kan komen, want met vooruitkijken weet je niet zeker wat het wordt.
Minister Heinen:
Als ik door de voorruit kijk, weet ik in ieder geval hoe de weg eruitziet. Ik vind het een risicovolle strategie om achteruit te kijken en te denken: in mijn achterruit zie ik een snelweg, dus ik denk dat ik 130 kan rijden. Ik erken dat het saldo is meegevallen in de afgelopen jaren. Het is dus heel verleidelijk om te zeggen: nou, dan verwacht ik dat het zich in de toekomst ook zo zal voordoen. Tegelijkertijd is het heel verstandig om, als je beleid maakt, een onafhankelijk ramingsinstituut te laten ramen en je daarop te baseren. Dat is precies wat je doet om te voorkomen wat er dreigde te gebeuren in die nacht van de Voorjaarsnota. We waren toen namelijk op zoek naar extra ruimte. Hoe verleidelijk is het dan om te denken dat het in de toekomst ook wel zal meevallen? Je moet dan kijken naar wat er in je begroting staat. Ik ga er dan van uit dat dat ook wordt uitgegeven. Je ziet dat het tekort en de uitgaven dan stijgen. Het is dan dus zeer onverstandig om te zeggen: ik gooi er nog wat bovenop en ga ervan uit dat het niet wordt uitgegeven.
Ik heb daarbij ook aangegeven ā de heer Van Dijck zat er ook bij ā dat ik best kan begrijpen dat je naar het verleden kijkt en zegt: "Hoe realistisch is het dat ook in de toekomst alle uitgaven worden gedaan? Kan je in kaart brengen waar er eventueel lucht in de begrotingen zit?" Dat heeft geleid tot de kasschuiven die ook in de Voorjaarsnota staan. Dat betreft die 7 miljard. Daarvan hebben we gezegd: laten we het nou realistischer ramen en beter plannen in de tijd. Dat is om te voorkomen dat je op het punt komt waar, denk ik, de heer Van Dijck naar verwijst en waarop het toch weer meevalt. Dat leidt tot wantrouwen in de cijfers. Dat hebben we geprobeerd op te lossen door die expertgroep op te zetten en realistischer te begroten. U heeft de hele expertgroep kunnen horen over alle acties die zij hebben geĆÆnventariseerd en die wij kunnen doorvoeren om dit nog beter te doen.
De heer Vermeer (BBB):
We hebben in gesprekken natuurlijk al veel discussie gehad over de meevallerformule. Voor mij is het volgende in ieder geval duidelijk. Daarover doe ik een oproep aan iedereen hier in de Kamer die ooit coalitieonderhandelingen moet doen. De heer Van Dijck zegt: trap er niet in. Maar hij was er zelf bij, dus dat mag je een ander nooit verwijten. Je moet alleen naar jezelf kijken. Zorg dat er een goede omschrijving komt van de meevallerformule, want een meevaller is per definitie iets onverwachts. Die kun je dus niet vooraf voorspellen. Dat kun je altijd alleen maar achteraf vaststellen. De heer Heinen gaat naar Luxemburg voor een vergadering. Als hij met zijn dienstauto gaat en in Luxemburg tankt, dan zal de Staat straks een meevallertje hebben ten opzichte van het geval waarin hij in Nederland getankt had. Dat kun je alleen maar achteraf constateren. Daar kun je niet op voorsorteren, want je weet niet of je dat tankstation zult halen. De heer Van Oostenbruggen begint er al op te anticiperen. De kern van de meevallerformule is dat er blijkt dat er al jarenlang geld overgebleven is en dat je dat geld dat incidenteel beschikbaar komt dan ook incidenteel in gaat zetten. Tijdens de Voorjaarsnota hebben we met bijna de helft van de mensen aan tafel goed moeten bepraten wat incidenteel is en wat structureel is. Dat is weer een hele andere discussie. Zoals die meevallerformule hier nu uitgelegd wordt, dan gaat hij alleen toegepast worden wanneer Pasen en Pinksteren op ƩƩn dag vallen. Dat is nooit. Ik wil hier toch even markeren dat de meevallerformule in de huidige staat een stukje tekst op een papiertje is en nooit tot uitdrukking zal komen in geld om te investeren in Nederland.
De voorzitter:
Ik hoorde eerder een opmerking dan een vraag. Als u wilt, mag u daarop reageren, maar kort.
Minister Heinen:
Ik zal het kort houden, voorzitter. Of er een meevallerformule wordt afgesproken, is aan formerende partijen. Er is geen wet die het voorschrijft. Als econoom zou ik zeggen: de echte meevallerformule is het trendmatig begrotingsbeleid waarin meevallers naar de staatsschuld gaan in goede tijden, zodat je een buffer opbouwt voor slechte tijden. Dan ademt de inkomstenkant mee met de economie. Daarmee heeft het trendmatig begrotingsbeleid een macro-economische stabilisatiefunctie. Een meevallerformule laat zich dus lastig verhouden tot het trendmatige begrotingsbeleid. De reden waarom ik wel in kan stemmen met een meevallerformule is vanuit behoedzaamheid, om te voorkomen dat meevallers, als ze er zijn, 100% worden uitgegeven. Je moet afspraken maken dat die meevallers teruggaan naar de staatskas, dat kan 50% zijn of 75%. Dat hangt natuurlijk af van de politieke afspraken die je met elkaar maakt. In die zin zou je de meevallerformule nog als een meer disciplinerend instrument kunnen zien. Ik constateer dat hij in deze coalitie vooral gezien is als een formule om op het moment dat er een meevaller is extra uit te geven. Ik denk dat het in de tijd waarin wij leven een zeer onverstandige keuze is om hem op die manier te interpreteren, omdat het tekort al hoog is. We hebben veel krapte, de inflatie is hoog, dus als je meevallers hebt en je extra gaat uitgeven, denk ik dat je al deze elementen versterkt in plaats van oplost. Dat pleit ervoor om hem niet op deze manier te interpreteren, maar nogmaals: elke politieke partij gaat er uiteindelijk zelf over. Het trendmatig begrotingsbeleid staat in de Wet Hof, maar meevallerformules niet. Dat zijn dus interpretatiekwesties, maar als econoom zou ik een andere oproep doen.
Dan over de staatsschuld. De heer Van Houwelingen vraagt naar de toename van de staatsschuld en de rentelasten. Hij vraagt eigenlijk wat ik ervan vind. Het antwoord zal zich wel laten raden, denk ik. Ik ben daar geen voorstander van. In slechte tijden kan de Staat natuurlijk wel een deel van de klap opvangen, mensen helpen aan de keukentafel of ondernemers helpen om een deel te compenseren. Dan zal je zien dat de staatsschuld wat oploopt, maar dan is het wel heel belangrijk dat je, als de economie weer goed gaat, die buffers weer opbouwt. Ik constateer wel het volgende. Ik denk dat de heer Van Houwelingen dezelfde analyse maakt. In slechte tijden wordt vooral de oproep gedaan om meer uit te geven en in goede tijden is de oproep: nu is er geld, dus nu moeten we meer uitgeven. De krachten gaan dus altijd naar "meer uitgeven". Daarom is het ook zo belangrijk dat er politieke partijen zijn, voor een daarvan ben ik actief, die tegen die automatische kracht probeert te drukken en zegt: jongens, we kunnen niet altijd meer uitgeven, we moeten ook minder uitgeven, die staatsschuld omlaag brengen. Ik zeg dat ook vanuit het belang van een kleinere overheid. Ik ben geen fundamentalist die zegt: de kleinste overheid is de beste overheid. Ik denk wel dat je tegendruk moet geven aan die krachten, want als je dat niet doet, heb je uitdijende molochs en ik denk niet dat dit goed is voor de samenleving als geheel en de economie in het bijzonder.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Dank voor de beantwoording. Ik blijf toch met een vraag zitten. Als we op de Raad van State afgaan ā en ik denk dat dit voor deze minister een gezaghebbend instituut is ā stijgt de staatsschuld richting het eind van het decennium langzaam maar zeker richting die 50%, zeker als we de extra NAVO-uitgaven, die er toch komen, meerekenen. Dat geldt ook voor de collectieve uitgaven. De overheid wordt veel groter en de staatsschuld wordt veel groter. En dat gebeurt onder deze liberale minister in wat toch wordt gezien als een heel rechts kabinet. Hoe kan dat? Het blijft toch vreemd dat dit gebeurt in dit kabinet met deze minister.
Minister Heinen:
De defensie-uitgaven zijn nog niet op mijn begroting gezet. Er zijn nog helemaal geen uitgaven. Er is een politiek commitment afgegeven. Vervolgens gaat de discussie over de vraag waar de dekking vandaan moet worden gehaald. Als je de dekking niet vindt, kan je het ook niet uitgeven. Er is geen geld opgeplust op de Defensiebegroting. De heer Van Houwelingen heeft gelijk: als je de defensie-uitgaven er bovenop zet en je zou die niet dekken, maar de staatsschuld laten oplopen, of je zou die door lasten dekken, dan heb je een grotere collectieve sector. Ik denk dat het verstandig is dat als je deze uitgave in de begroting gaat inpassen en je meer uitgaven gaat doen, je dan ook de keuze moet maken wat betreft waar minder moet worden uitgegeven. Dat gaat samen op wat mij betreft.
Daar gaat een groot politiek debat aan vooraf, want partijen maken andere keuzen. Ik hoor partijen zeggen "laat de staatsschuld maar oplopen", terwijl andere partijen zullen kiezen voor de lasten. Ik denk dat het verstandig is om eerst naar de uitgaven te kijken. Maar nogmaals, we staan nog aan het begin van die discussie, dus je kunt hier nog geen conclusies aan verbinden over waar het heengaat. Ik constateer wel dat het tekort nu nog steeds aan de hoge kant is; als gevolg daarvan loopt de staatsschuld op. Dat is de trend die je nu ziet. Als we nu op onze handen blijven zitten, zal de staatsschuld stijgen naar 49,5% in 2029 en zal die uiteindelijk door die 50% heen schieten. Tenzij we hier politiek besluiten om minder te gaan uitgeven; dan kunnen we die trend weer keren.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Fijn dat de minister zo eerlijk is. Inderdaad loopt de staatsschuld behoorlijk op. De Staat zelf wordt ook groter. Er komt een grotere overheid. Ik wil het toch nog een keer proberen, want het is nog niet helemaal helder. Wat vindt deze minister van Financiƫn er nou zelf van dat dit de prognoses zijn?
Minister Heinen:
Ik denk dat je op meer manieren kunt kijken. Nogmaals, zeker in de economische situatie waarin wij nu zitten ā er is economische groei, er is lage werkloosheid en de inflatie is aan de hoge kant ā zou ik niet pleiten voor een expensievere begroting. Ik zou eerder pleiten voor behoedzaamheid en minder uitgeven. Het demissionaire kabinet zet hier extra stappen voor. Dat zie je ook terug als je de begroting verticaal leest, want dan zie je het tekort verder teruglopen. In goede tijden moet je zeker voorkomen dat het tekort te hoog is. Dat delen we met elkaar. Meer principieel zal de economie, als je naar een langere termijn kijkt, omhoog en naar beneden gaan. Met die conjunctuur beweegt een begroting mee. Dat is het trendmatige begrotingsbeleid. In slechte tijden zal je het tekort en de staatsschuld wat zien oplopen en in goede tijden, mits wij hier behoedzaam opereren, zul je die naar beneden zien gaan. Dat heeft een dempende functie, ook in de economie. Dat is macro-economische stabiliteit en dat is zeer verstandig. Je kan niet zeggen dat ten principale de staatsschuld nooit mag stijgen, want als er een economische klap komt, kan de overheid die deels opvangen. Nogmaals, dat moet altijd tijdelijk zijn en in goede tijden moet je dan wel die buffer opbouwen.
Voorzitter. Als laatste bij het onderwerp overheidsfinanciƫn was er nog ƩƩn vraag van mevrouw De Vries. Zij vroeg of het kabinet kan toezeggen om voor de structuuranalyse in de Miljoenennota ook te kijken naar investeringsvoorstellen. Dat zal ik doen.
Dan wilde ik naar het onderwerp economie en inkomsten gaan. De heer Dassen vraagt waarom de lasten worden verzwaard als werken moet lonen. Hij verwees naar de tabelcorrectiefactor. De staatssecretaris zal daar straks nader op ingaan. In meer algemene zin hebben wij deze discussie precies gevoerd toen ik hier bij de Algemene Financiƫle Beschouwingen stond, en later bij de bespreking van het Belastingplan, die ik moest waarnemen. Toen ging het over de btw-verhoging. We hebben elke keer gezegd dat die btw-verhoging het niet-leuke onderdeel is van een pakket. Maar de opbrengsten daarvan worden teruggesluisd naar latere lasten op arbeid. Dat is onderdeel van een bredere wens in deze Kamer om te schuiven van directe naar indirecte belastingen om de lasten op arbeid te verlagen. We hebben toen ook aangegeven dat als de Kamer bij meerderheid besluit om de btw-verhoging niet te steunen, dat gevolgen zal hebben voor de lasten op arbeid. Dat zie je nu ook terug in de Voorjaarsnota. Ik had natuurlijk liever de lasten nog lager gemaakt. Ik wijs er wel op dat de lastenverlichting die wij aan het begin van de kabinetsperiode hebben doorgevoerd, in de sommen zit. Dat zie je terug in het positieve koopkrachtbeeld.
Mevrouw Van Dijk vroeg naar de vooruitblik op de economische effecten van de Voorjaarsnota. Op basis van de motie-Grinwis heeft het kabinet de effecten op inflatie al besproken in de Voorjaarsnota. Die staan omschreven. Het gaat om een heel klein effect. Een neerwaarts effect is waarschijnlijk dominanter dan een opwaarts effect. Het beleid in de Voorjaarsnota is verspreid over de jaren en budgetneutraal, dus een exact effect van individuele beleidsmaatregelen. De economische groei en werkgelegenheid is niet vast te stellen. Maar het Centraal Planbureau komt nog met de cMEV, de concept Macro Economische Verkenning. Dan komt het met een nieuw economisch beeld waarin ook het beleid van de Voorjaarsnota meegenomen is, net als eventuele wijzigingen die hier nog plaatsvinden. Dan zal mevrouw Van Dijk ook zien wat de gevolgen zijn voor bijvoorbeeld koopkracht, tekort en schuld.
Maar ik denk dat mevrouw Van Dijk deze vraag stelt tegen de achtergrond van een verslechterende economische situatie en dat zij die risico's ook ziet. Die zullen we ook in de cMEV terugzien. Het CPB houdt ook rekening met de internationale verslechtering. Dat zal denk ik een afboeking op de groeiprojecties betekenen. Ik denk dat we ons klaar moeten maken voor iets minder goede tijden. Dat wil niet zeggen dat we gelijk naar een recessie schieten; dat vind ik te somber. Maar we zullen zeker zien dat we op een iets lager economisch groeipad komen als gevolg van de handelstarieven, alle discussies daaromheen en voornamelijk door de onzekerheid, die impact heeft op de groeiramingen. Dat heeft natuurlijk ook weer gevolgen voor het saldo.
Mevrouw Van Dijk vroeg ook of ik van plan ben om een visie op de economie op te nemen in de komende Miljoenennota. Daar ben ik graag toe bereid. Ik probeer dat met wat terughoudendheid te doen. Als ik helemaal vanuit mijn klassiekere economische kijk de pen laat vloeien, komt er misschien een visie uit die mevrouw Van Dijk niet helemaal deelt. Ik denk wel dat dat heel verstandig is voor de hele economie. Ik zal proberen er een visie op te geven, maar gezien onze demissionaire status zal ik proberen er zo neutraal mogelijk vorm aan te geven.
De heer Van der Lee had nog een vraag over de arbeidsinkomensquote. Dat is zo'n standaardplaatje dat langskomt op elk fuifje dat we samen hebben. Ik snap dat de heer Van der Lee ernaar vraagt. Tegelijkertijd is de arbeidsinkomensquote slechts een deel van de totale som in de economie. De heer Van der Lee vraagt ernaar omdat hij ziet dat de arbeidsinkomensquote terugloopt. Daarmee kan hij het politieke punt maken dat arbeid aan het kortste eind trekt in vergelijking tot kapitaal. Maar ik moet er wel op wijzen dat die daling uiteraard het gevolg is van de hoge inflatie van de afgelopen jaren. Je ziet met de inhaalgroei op lonen dat de loonontwikkeling nu hoger ligt dan de prijsontwikkeling en dat er een correctie op de arbeidsinkomensquote plaatsvindt. Maar het is waar ā we hebben dit debat best wel vaak gevoerd ā dat de algemene trend een neerwaartse is. Waar dat precies vandaan komt, is lastig te zeggen. Je ziet dat in de hele westerse wereld. Het is een vraagstuk waar veel economen zich over buigen. Het kan te maken hebben met de structuur van de economie, die zich meer verplaatst naar een winsteconomie. Ik heb in het verleden al aangegeven dat ik hier in de Miljoenennota nader op inga, zodat we dit debat kunnen vervolgen met alle feiten die we dan hebben. Ik zal de economische literatuur daarin meenemen.
De voorzitter:
Het debat met de heer Van der Lee over dit onderwerp gaat verder.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Ja, niet in de volle breedte. Ik erken zonder meer dat er allerlei factoren een rol spelen. Mijn punt was gekoppeld aan het directe effect van de Voorjaarsnota. Per saldo stijgen de lasten voor burgers in de periode die in de Voorjaarsnota wordt beschreven met 400 miljoen, terwijl ze voor bedrijven met 1,6 miljard dalen. Daardoor neemt het gat tussen de winstquote en de arbeidsinkomensquote weer verder toe. Daar spreek ik de minister op aan. Dat is het gevolg van zijn beleid. Erkent hij dat en is dat niet precies de verkeerde kant op bewegen?
Minister Heinen:
Ja. Tegelijkertijd werken natuurlijk ontzettend veel krachten in op deze quote. Daarom heb ik gezegd: laat me er in de Miljoenennota op terugkomen. Dan kan ik in kaart brengen wat alle effecten zijn op die arbeidsinkomensquote: loonontwikkeling, prijsontwikkeling et cetera. Dan kunnen we dat debat meer geĆÆnformeerd voeren met elkaar. Dan zal ik, ook naar aanleiding van het verzoek van mevrouw Van Dijk om een visie op economie in de Miljoenennota te zetten, in het licht van de aiq schetsen dat we een heel debat kunnen hebben over de verdeling van de koek, maar dat we uiteindelijk ook moeten werken aan het vergroten van de koek. Dat is een wat klassieker debat tussen liberalen en socialisten. Maar zeker in het licht van waar wij nu staan, is het zeer belangrijk dat wij werken aan economische groei en het vergroten van de welvaart. Er zit natuurlijk altijd een politieke discussie onder over de vraag hoe je die welvaart verdeelt, maar ik denk wel dat je hem in die volgorde moet voeren: eerst hoe we de welvaart groter maken, en vervolgens hoe we die verdelen. Als we beginnen met verdelen, vergeten we soms dat we ook moeten groeien.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Ik begin helemaal niet met verdelen. Ik constateer gewoon dat het effect van beleid is dat een gat dat al groot was, door dit kabinetsbeleid wordt vergroot. We gaan het in de campagne natuurlijk veel met elkaar uitwisselen, maar je moet ook investeren om te kunnen groeien en die koek groter te maken. Wat constateren de Raad van State, het CPB, De Nederlandsche Bank en het IMF? Dat dit kabinet desinvesteert. Je ziet het ook in de doorrekening van ons verkiezingsprogramma. Daar waar wij die investeringen deden, groeide bij ons de economie harder dan bij de VVD. Er zijn andere keuzes mogelijk en dat weet deze minister ook. Hij kiest voor een bekend verhaal, maar je moet wel durven investeren en daarvoor het juiste moment kiezen. Ik geef zonder meer toe dat er een groot verschil zit tussen echte investeringen en consumptieve uitgaven. Maar dat doet niets af aan het feit dat met dit beleid het gat tussen de winstquote en de arbeidsinkomensquote wordt vergroot; dat is echt de verkeerde kant op.
Minister Heinen:
Ik deel natuurlijk dat je ook moet investeren in een economie. Tegelijkertijd: als er hier in de politiek wordt gesproken over investeren, dan leidt dat vaak tot consumeren. Dat loopt nog weleens door elkaar heen. Ik zie vooral de wensen voor hogere consumptieve uitgaven. Als je macro-economisch kijkt, zie je dat natuurlijk op korte termijn terug in een hoger bbp, omdat je de consumptie ziet toenemen. U kent ook de macro-economische formule: als je investeert, verhoog je op de lange termijn de vraag. Dat heeft ook te maken met ā zonder hier nu als twee economen het hele debat te gaan voeren ā het verschil of je redeneert vanuit de vraagzijde of de aanbodzijde van de economie. We weten dat als je vanuit de aanbodzijde economie bedrijft, je op de lange termijn de welvaart verhoogt. Ik wijs dan op wat het CPB heeft aangegeven. Het CPB gaf aan dat zij bij de doorrekening van de verkiezingsprogramma's ā ik noem dat omdat de heer Van der Lee daarnaar vraagt ā nu ook de langetermijneffecten zal meenemen. Bij de vorige verkiezingsprogramma's keek het CPB alleen naar de korte termijn, waardoor er winst te behalen viel door de uitgaven op de korte termijn te verhogen, zonder dat je op de lange termijn de kosten zag, zoals een hoger tekort, een hogere schuld en oplopende werkloosheid. Het CPB zal dat nu in volledige integraliteit gaan presenteren. Ik denk dat we daardoor ook een meer geĆÆnformeerd debat met elkaar kunnen voeren.
Voorzitter. Ik ga naar het derde en laatste onderwerp. Daar waren de meeste vragen over. Het gaat dan om de keuzes die het kabinet heeft gemaakt en hoe de Kamer zich daartoe verhoudt.
Ik begin bij de huurbevriezing en de boodschappenbonus. Daarover zijn veel vragen gesteld. Ik heb uw Kamer afgelopen vrijdag een brief gestuurd, waarin ik in een tabel heb weergegeven wat precies de mutaties zijn. Het is goed om allereerst te beseffen dat de mutaties allemaal zien op dezelfde regeling, namelijk de huurtoeslag. Het blijft dus binnen dat domein. In de Voorjaarsnota is niet vanuit de zijde van het kabinet, maar vanuit de zijde van de coalitie de wens geuit om de huren te bevriezen. Dat heeft een inverdieneffect op de huurtoeslag. Omdat ervoor is gekozen om de huren voor twee jaar te bevriezen, is besloten het inverdieneffect in het eerste jaar terug te sluizen voor een compensatie voor de sociale woningbouw. Het inverdieneffect van het tweede jaar wordt teruggesluisd in een hogere huurtoeslag. Dat is in de volksmond de "boodschappenbonus" gaan heten. Dat zijn dus allemaal verschuivingen binnen de huurtoeslag. Het vergt overigens ook twee aparte wetsvoorstellen. Dat wordt nog weleens vergeten. Het vergt een wetsvoorstel voor de huurbevriezing en een wetsvoorstel om de huurtoeslag aan te passen. De huurtoeslag is nu namelijk gebaseerd op inkomen, huren, prijsontwikkelingen et cetera. Dat is dus een rekenregel en een resultante, geen politieke, sturing.
Mijn collega in het kabinet, mevrouw Keijzer, de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, heeft naar aanleiding van het advies van de Raad van State geconcludeerd dat zij, mede ingegeven door een coalitiepartner die zei: "de mazzel", het wetsvoorstel voor de huurbevriezing niet doorzet in het kader van de woningbouwopgave. Vervolgens vinden de inverdieneffecten ook niet plaats in de huurtoeslag, dus kunnen wij die ook niet terugsluizen. De compensatie van de woningcorporaties hoeft sowieso niet plaats te vinden, omdat de huurbevriezing niet doorgaat.
Maar ook de tweede terugsluis, binnen de huurtoeslag, kan niet plaatsvinden, simpelweg omdat de bevriezing niet plaatsvindt. Het kabinet zal dus ook niet met een wetsvoorstel komen om de huurtoeslag verder te verhogen, want dat vergt een dekking van 1 miljard euro en dat geld hebben wij niet. De Kamer kan alsnog de huurtoeslag verhogen, want het budgetrecht ligt bij de Kamer. Ik ben dan wel benieuwd waar de dekking vandaan komt. Het kost 1 miljard euro. Toen ik politiek actief werd, praatten wij in miljoenen. Dan was er een hele fractievergadering als je 10 miljoen wilde uitgeven. Je kreeg de financieel woordvoerder op je dak als je bedragen als 100 miljoen in de mond durfde te nemen. En nu spreken we over miljarden. Iedereen die weleens een verkiezingsprogramma heeft moeten doorrekenen, beseft hoe ongelooflijk veel geld dit is en hoe moeilijk het is om dat geld te vinden.
Ik snap, zeker in een politieke context, heel goed dat je voor de mensen thuis graag wat wilt betekenen en dat je de huurtoeslag wilt verhogen. In het vak dat wij hebben, gaat het echter ook altijd om de dekkingsvraag, want het gaat om belastinggeld. Geld is niet gratis. Dat is het moeilijke deel van ons vak, namelijk waar je het geld vandaan haalt, dat je keuzes maakt en dat je voor die keuze gaat staan. Ik constateer dat men op dit moment wel een hogere huurtoeslag wil, maar ik zie niet de keerzijde van deze discussie, namelijk de vraag waarvan we dat gaan betalen. Dat is meer een punt dat ik terugleg bij het parlement. Als er geen dekking is, zal het kabinet het niet voorstellen. Wij kunnen namelijk geen gat in de begroting slaan.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Ik wist dat de minister dit ging zeggen. Hij had het trouwens al aangegeven in de brief die ik had gevraagd. Nogmaals bedankt voor de brief. Daarom heb ik in mijn inbreng gezegd: kijk naar de landbouwvrijstelling. Daar zit 2 miljard euro in en het is ondoelmatig. Daar ligt echt een financieringsbron voor partijen die iets willen doen voor mensen die met een heel grote huurstijging worden geconfronteerd. Ik ga het ook in een motie gieten, maar misschien kan de minister toch even reageren, omdat dit echt een potentiƫle dekking is voor dit probleem.
Minister Heinen:
In omvang van bedragen matcht het. In die zin zou het een dekking zijn, ware het niet dat ik u dan bij de appreciatie ā ik geef alvast een primeurtje weg ā zal wijzen op de scheiding van inkomsten en uitgaven. De landbouwvrijstelling zit in het lastenkader, terwijl de huurtoeslag in het uitgavenkader zit. Als dit de dekking is, zou ik het moeten ontraden vanuit de regels over begrotingsdiscipline die we in het hoofdlijnenakkoord met elkaar hebben afgesproken.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Het hele pakket van de Voorjaarsnota was inclusief het bevriezen van de sociale huren voor twee jaar. Nu wordt er een steen uitgetrokken. De maatregel wordt om zeep geholpen. En nu moeten wij een dekking gaan zoeken voor hetgeen wat gebeurd is, doordat die steen uit het pakket getrokken is? Met andere woorden, als de minister 500 miljoen nodig heeft voor het niet willen bevriezen van de huurtoeslag, dan vraag ik me af wat de dekking is voor het niet-bevriezen van de huurtoeslag.
Minister Heinen:
Misschien een kleine correctie: u moet natuurlijk niks. De Kamer is het hoogste orgaan. U gaat zelf over de acties die u onderneemt, uiteraard binnen de begroting. Ik wijs erop dat door het niet doorgaan van de huurbevriezing, wat een besluit was van mijn collega, een dekking binnen de huurtoeslag vervalt. Ik kan ook niet binnen de huurtoeslag een schuif doen voor de boodschappenbonus, waarvoor het smaldeel van de PVV in het kabinet, toen ze daar nog deel van uitmaakte, heeft gepleit. Als de Kamer nog steeds hecht aan de wens om de huurtoeslag te verhogen, wijs ik erop dat er dekking gevonden moet worden voor 1 miljard euro. Het kabinet heeft gezegd dat het die dekking niet ziet en daarom geen wetsvoorstel kan maken. Als de Kamer wel een dekkingsmogelijkheid ziet, dan is dat uiteraard aan de Kamer. Ik hoor de heer Van der Lee de landbouwvrijstelling noemen. Ik wijs erop dat dit op gespannen voet staat met de scheiding van inkomsten en uitgaven. Dat oordeel is ook aan de Kamer.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Wij hadden een dekking, namelijk het bevriezen van de huren. Iemand wil die huren niet bevriezen. Dan moet die persoon de dekking zoeken en niet wij. Onze dekking was het bevriezen van de sociale huren, zoals het opgenomen is in het hele pakket. Mijn vraag is nogmaals: wat is de dekking van de minister van Financiƫn nu hij de sociale huren niet wil gaan bevriezen? Wat is uw dekking? Niet onze dekking, maar uw dekking. Want u wilt die sociale huren kennelijk niet meer bevriezen en wij willen dat wel.
Minister Heinen:
Als u het had gewild, had u in het kabinet moeten blijven. U kunt niet weglopen uit een kabinet en vervolgens zeggen: ik verwacht wel dat iedereen mijn cadeautjes nog uitpakt. Zo werkt het niet. Als de hele Kamer zegt: wij willen graag een huurbevriezing, dan wijs ik erop dat je een inverdieneffect hebt waar je wat mee kunt doen. Als je zegt: dat willen we niet, dan is er ook geen dekking voor het verhogen van de boodschappenbonus.
De heer Van Dijck heeft gezegd dat alles wat ik nu zeg gaat om incidentele middelen. Je hebt ook nog een structureel effect. Daar zit inderdaad nog een gat tussen van 500 miljoen. Dat zal gedekt moeten worden. Dat zal ik bij de Miljoenennota netjes dekken. Dat ziet namelijk niet op het lopende jaar. De Voorjaarsnota en de suppletoire begroting die we nu bespreken, zien op het lopende jaar. Ze gaan over 2026. Dit zal in de Miljoenennota gewoon gedekt moeten worden. Anders laat ik aan mijn opvolgers een gat van een half miljard na. Dat zou mijn eer te na zijn.
De voorzitter:
Meneer Van Dijck, dit is uw laatste interruptie.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Het is een principekwestie. Als ik iets wil, is het eerste wat deze minister van Financiƫn zegt: wat is je dekking? Nu wil deze minister van Financiƫn, in de persoon van Mona Keijzer, de huren niet bevriezen. Zij slaat daarmee een gat van 492 miljoen in de begroting. Ik vraag dan nu als simpel Kamerlid: wat is uw dekking? En wat geeft deze minister als antwoord? "Daar kom ik straks in de Miljoenennota nog mee." Dat kunnen wij ook niet doen. Als je iets wil, moet je met een dekking komen. Jullie hebben geen dekking, dus bevriezen we de sociale huren. Want dat was de dekking.
Minister Heinen:
Ik ben het ermee eens dat het niet doorgaan van de huurbevriezing een gat slaat. Dat zadelt mij met een probleem op en dat zal gedekt moeten worden. Dat ben ik met de heer Van Dijck eens. En inderdaad: als de huurbevriezing wel doorgaat, heb je die dekking. Aangezien die dekking wegvalt, kan ik de boodschappenbonus en de compensatie voor de woningcorporaties niet geven. Dat laatste probleem lost zichzelf op, want compensatie heb je niet nodig als je niet bevriest. Maar nogmaals, met een verhoging van de huurtoeslag is ook de dekking vervallen. Vanuit prudent begrotingsbeleid kan dan dus ook die verhoging niet doorgaan. Daarmee is het op de korte termijn gedekt, maar structureel niet. Daar wijst de heer Van Dijck terecht op. Dat zal in de Miljoenennota dus gedekt moeten worden.
De voorzitter:
Meneer Vermeer, dit is ook uw laatste interruptie.
De heer Vermeer (BBB):
Ja, voorzitter, maar wel een heel belangrijke. Er zijn hier een aantal partijen die heel graag de landbouw willen pesten. Gaat de minister in zijn beantwoording alleen begrotingsregels meenemen, of ook het feit dat wanneer je iets met de landbouwvrijstelling zou doen, dit de vrijwillige bedrijfsbeƫindigingsregels, die diezelfde partijen zo graag willen, in de wielen rijdt? Ook is er het feit dat er bij bedrijfsoverdrachten binnen familieverband faciliteiten gelden waardoor dat bedrag van 2 miljard wellicht een luchtkasteel blijkt te zijn. Gaat de minister ook dat soort argumenten nog meenemen in zijn beantwoording?
Minister Heinen:
In deze interruptie hoor ik een kleine aansporing. Ik dacht de heer Vermeer te helpen door hem ook een formele grond aan te reiken, namelijk de scheiding van inkomsten en uitgaven en de regels over begrotingsdiscipline. Die kan de heer Vermeer richting de collega's in het parlement gebruiken om erop te wijzen dat dit strijdig is met het hoofdlijnenakkoord. Ze helpen hem in het afwijzen van deze motie. Ik zal er in de appreciatie op wijzen dat dit ook in politieke zin spannend is. Een belangrijk smaldeel dat onderdeel is van de coalitie en in het kabinet zit zal dit, denk ik, niet steunen. Ik zal dat benoemen. In formele zin zal ik u ook argumentatie aanreiken die u verder helpt.
De heer Dassen (Volt):
Een korte vraag. Ik hoorde de minister net tegen de heer Van der Lee zeggen dat de landbouwvrijstelling een goede dekking is, maar dat die in dit geval niet doorgaat door de scheiding tussen inkomsten en uitgaven. Nou gaf ik net aan dat we de landbouwvrijstelling volgens mij kunnen gebruiken voor de heffingskorting en de arbeidskorting. Als ik de minister goed begrijp, kunnen we dat op die manier regelen en steunt hij dat volledig. We zullen daar straks een motie over indienen. Ik verwacht dan dat die oordeel Kamer krijgt.
De voorzitter:
We zijn benieuwd. De minister.
Minister Heinen:
De appreciatie van een motie die nog niet is ingediend doe ik in de tweede termijn, zodra die is ingediend. Ik heb hier niet gezegd dat dit een goede dekking is. Ik heb gezegd dat de optelsom in numerieke zin klopt. Een miljard in de min en een miljard in de plus is per saldo nul. In numerieke zin klopt die som dus. Tegelijkertijd heb ik aangeven dat er in de regels over begrotingsdiscipline een scheiding is tussen inkomsten en uitgaven en dat dit in die zin geen goede dekking is. Daarmee help ik natuurlijk de heer Vermeer, die ook wel ziet dat dit een voorstel is dat hem een beetje pest. De landbouwvrijstelling is namelijk een gevoelig punt voor een coalitiepartner.
De heer Dassen (Volt):
Mijn vraag was als volgt. Als we die landbouwvrijstelling gebruiken om de arbeidskorting en de heffingskorting te indexeren, dan is het inkomsten-inkomsten. Dan zou het dus wel een goede dekking zijn volgens de minister.
Minister Heinen:
Dat vind ik een hele mooie. Dan klopt de motie niet alleen in numerieke zin, maar ook volgens de regels over begrotingsdiscipline. Maar dan zal ik 'm toch ook nog moeten toetsen aan het hoofdlijnenakkoord en daarvoor moet ik echt even de tekst van de motie hebben. Naast het financiƫle oordeel is er natuurlijk ook altijd een politiek oordeel over hoe moties zich verhouden tot afspraken die in een coalitie zijn gemaakt. Die moet ik hier natuurlijk verdedigen. Maar ik vind het een mooie vondst, dus ik daag u uit om met een scherpe tekst te komen om het mij nog moeilijker te maken. Dan ga ik kijken of ik me daar in politieke zin staande bij kan houden.
De voorzitter:
Heel mooi. Gaat u verder.
Minister Heinen:
Hiermee heb ik alles gezegd over de huurbevriezing en de opgaves die daarbij horen.
In het verlengde hiervan had de heer Idsinga ook een vraag. Hij vroeg naar het koopkrachtbeeld voor augustus. Ik denk dat hij dat spannend vindt. Hij wil graag weten wat het beeld is en of ik daar al iets over kan zeggen. Maar ik moet echt aangeven dat ik daarvoor moet wachten op de cMEV, de concept Macro Economische Verkenning, van het Centraal Planbureau. Op 10 juli wordt de MEV gepubliceerd. Daarin zal dus ook een koopkrachtbeeld worden gepubliceerd. Nogmaals, dan hebben we ook een vollediger beeld van de prijsontwikkeling en de loonontwikkeling. Die werken natuurlijk in op de koopkracht en daarom kan ik daar nu dus nog geen beeld van geven.
Voorzitter. De heer Vijlbrief vraagt naar de verantwoording voor de ombuigingen op het onderwijs. Ik snap dat hij daarnaar vraagt, want de heer Vijlbrief vraagt vaak aandacht voor het onderwijs. Elke ombuiging daarop verhoudt zich natuurlijk lastig tot de politieke overtuiging van de heer Vijlbrief. Tegelijkertijd denk ik dat een aantal ombuigingen prima hadden gekund, bijvoorbeeld de langstudeermaatregel. Maar die kon niet op politiek draagvlak rekenen, dus die is ook geschrapt in de deal rond de Onderwijsbegroting, waar de heer Vijlbrief uiteindelijk geen onderdeel van was, geloof ik. Dat vuiltje is opgeruimd door andere partijen in dit parlement.
Het enige antwoord dat ik hier kan geven, is dat de specifieke maatregel in de Voorjaarsnota over de onderwijskansenregeling geen voorstel van het kabinet was. Die kwam voort uit de onderhandelingen tussen de coalitiepartijen. Er waren dure wensen en daar zit natuurlijk ook een dekkingsopgave bij. In die dekkingszoektocht is gekeken naar alle begrotingen. Er is gekeken naar de begroting van VWS, SZW en OCW. Dat is ook logisch, want als je die allemaal samenneemt, heb je zo'n beetje twee derde van de rijksbegroting. Als je een dekking zoekt en meer wil uitgeven, dan moet je volgens de regels over begrotingsdiscipline elders minder uitgeven en dan kom je dus al heel snel bij deze begrotingscategorie. Dat is de reden waarom de Voorjaarsnota deze vorm heeft gekregen.
De heer Vijlbrief (D66):
Ik kan de minister volgen. Ik begrijp wat hij zegt als minister van Financiƫn, maar ik spreek hem ook even aan als econoom. Ik las net een stuk over de ontwikkeling van de concurrentiekracht van Nederland, dat we van plaats 5 naar plaats 9 naar plaats 10 zijn gegaan. Ik weet dat de minister zich daar ook zorgen over maakt. Als je dan naar deze ombuiging kijkt, dan begrijp ik de keuze van de minister eigenlijk niet. Hij zegt: ja, de fractieleiders hebben dat gedaan. Maar hij is toch geen speelbal? Hij vindt zelf toch ook dingen? Ik ben erg benieuwd hoe hij daar zelf naar kijkt.
Minister Heinen:
Dat klopt. Ik kijk hier natuurlijk naar met een budgettaire bril en ik verhoud me ook tot een politieke werkelijkheid. Dan constateer ik dat deze ombuiging in die periode op tafel is gekomen. Maar ik zal er nooit voor weglopen en sta deze hier ook te verdedigen. Ik ben als laatste in Den Haag de Voorjaarsnota nog aan het verdedigen; dat moet ik er ook bij zeggen. Het zoet wil iedereen graag verdedigen, maar voor het zuur sta ik hier toch wel alleen. Maar ik doe dat wel, omdat ik ook niet weg wil lopen voor de keuzes die zijn gemaakt.
GeĆÆsoleerd bezien snap ik wat de heer Vijlbrief zegt, maar tegelijkertijd doet hij daarmee de werkelijkheid en mijn collega's in het kabinet die werken om het onderwijs verder te versterken, tekort. Dan wijs ik bijvoorbeeld op het Masterplan basisvaardigheden, het programma School en Omgeving, de brugfunctionaris en de investering in schoolmaaltijden om kwetsbare kinderen te helpen. Er gebeurt dus meer dan nu naar voren wordt gebracht. Dat is wat ik erover kan zeggen.
De heer Vijlbrief (D66):
Dat wordt ook gewaardeerd. Maar erkent de minister dat die onderwijskansenregeling ⦠Ik had daar net een interruptiedebat met mevrouw De Vries over. Zij zei: ik ben een liberaal en ik wil een krachtige overheid. En dit is nou typisch zo'n maatregel die in bijna alle boekjes van liberalen hoort bij de overheidstaken. Het gaat namelijk over kinderen op het vmbo, kinderen met achterstanden die het soms thuis niet zo goed hebben getroffen. En op dat pakket van ruim 400 miljoen wordt nu 115 miljoen bezuinigd. Daar zit ons grote bezwaar en daarom strijden we daar ook voor.
Minister Heinen:
Ik begrijp dat. Tegelijkertijd wijs ik erop dat er in het kabinet natuurlijk wel wordt gewerkt aan het breder versterken, ook voor kwetsbare kinderen, van de onderwijskwaliteit en de basisvaardigheden. Ik wijs er daarom nogmaals op dat er echt hard wordt gewerkt om de onderwijskwaliteit te verbeteren. Maar als je er geïsoleerd een bezuiniging uit neemt, dan is dat natuurlijk nooit leuk. Dat geef ik ook direct toe. Ik vind alleen wel dat je naar het onderwijs in zijn totaliteit moet kijken en niet geïsoleerd naar één maatregel. Ik constateer dat de heer Vijlbrief deze maatregel niet steunt. Volgens mij komt de heer Vijlbrief ook nog met voorstellen. Ik zal daar bij de appreciatie van de amendementen nader op ingaan.
De voorzitter:
Dank u wel. Gaat u verder.
Minister Heinen:
Ik pak mijn aantekeningen er even bij, want ik schakel nu door naar de defensie-uitgaven. Daar zijn ook een aantal vragen over gesteld. Ik begin met een vraag van de heer Van der Lee.
De heer Van der Lee vroeg naar de defensie-uitgaven en dan specifiek naar de norm. Vorige week hebben we daar bij het Verantwoordingsdebat natuurlijk al uitgebreid over gedebatteerd. Er gaan verschillende normen rond en daar is ook een verklaring voor. We gebruiken gewoon de Nederlandse norm en de basis van de Nederlandse ramingen, dus die van het CPB van de ontwikkeling van de economie, en de uitgaven op onze begroting. Dan weten we wat het percentage is van de uitgaven aan defensie. Daar zetten we ook bij: inclusief en exclusief OekraĆÆne. Dan kunnen wij aan het parlement aangeven of we aan die 2% voldoen en waar we staan met die defensie-uitgaven.
Tegelijkertijd zoekt de NAVO naar een onderlinge vergelijkbaarheid tussen landen en daarbij kijkt ze terug. De NAVO gebruikt daarvoor de OESO-cijfers. De OESO maakt geen ramingen, maar kijkt terug en constateert wat het bbp is. Daarbij gebruiken ze andere deflatoren en daardoor komt de OESO tot andere uitkomsten bij die norm. Wij hebben geprobeerd om alle drie aan te geven, dus zowel de NAVO-norm als de Nederlandse norm, in- en exclusief OekraĆÆne.
Vorige week hebben wij hier al een interruptiedebatje over gehad. Daarin constateerden we dat dit tot verwarring leidt en dat dat nooit de bedoeling kan zijn. Ik heb daarover contact gehad in het kabinet. Wij constateerden daarbij dat onze ambitie om hierover transparant te zijn, leidde tot aanvullende vragen. De minister van Defensie zal daarom met de NAVO in gesprek gaan om te verkennen of die verschillende berekeningswijzen naar elkaar toe gebracht kunnen worden om te voorkomen dat we hier elke keer weer deze discussie hebben.
Ik wijs er wel op dat verschillende basisstatistieken ten grondslag liggen aan die normen. De raming van de OESO is bijvoorbeeld een andere dan die van een centraal planbureau en daardoor is de vergelijkbaarheid altijd lastig. De NAVO gebruikt niet alle ramingsinstituten van alle verschillende landen om die vergelijking te maken. De NAVO moet ƩƩn ramingsinstituut als basis nemen en dat is dan de OESO.
De voorzitter:
Ik ga jullie beiden nu aansporen om heel kort en krachtig te vragen en te antwoorden, want we lopen uit de tijd. We beginnen in het gedrang te komen met de dinerpauze!
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Het is goed om te horen dat die stappen worden gezet. Maar tegelijkertijd is het wel zo dat wij, zeker de partijen die verantwoordelijk willen zijn, weer aan de vooravond van een doorrekening staan. En dan maakt het nogal uit welke norm we gaan hanteren om te bepalen hoe we eraan kunnen voldoen. De NAVO-norm is 3,5% en daarbij wordt een berekening gehanteerd die de minister net heeft uitgelegd. Maar die berekening wijkt af van de eigen nationale berekening. Vorig jaar scheelde dat 6 miljard euro. 6 miljard, hĆØ! Daarmee kun je ruimschoots naar een minimumloon van ā¬16, als je die keuze zou willen maken. Het gaat echt over groot geld. Hoelang gaat zo'n traject duren en vindt het kabinet niet ook dat het beter is die verwarring te voorkomen door voorlopig alleen te sturen op het voldoen aan de NAVO-norm in plaats van aan andere normen?
Minister Heinen:
Voorzitter, ik zal het kort doen. Ik denk dat dat onmogelijk is, omdat de NAVO geen meerjarencijfers publiceert. Daarmee is het gewoon niet bruikbaar, want je wilt natuurlijk laten zien in hoeverre je in de toekomst aan de norm voldoet. De NAVO publiceert die simpelweg niet en, nogmaals, daarom moet je echt terugvallen op de nationale begrotingsinstituten, in ons geval het Centraal Planbureau. Als laatste: de NAVO kijkt dus terug en gebruikt een andere basisstatistiek. Daarmee kom je ook tot andere normen.
Voorzitter. De heer Vijlbrief heeft ook nog gevraagd naar de dekking van de verhoging van de defensie-uitgaven. Dat is een terechte discussie. Sterker nog, hier ligt een flink fundamenteel politiek debat aan ten grondslag. Ik wil erop wijzen dat er niet is besloten tot hogere uitgaven, want dan zou je die ook moeten dekken. Wel is er een politiek commitment uitgesproken om hiernaartoe te gaan werken. Dat is echt een groot verschil. Vanuit mijn rol en mijn verantwoordelijkheid zou ik natuurlijk nooit toestaan dat we 16 miljard tot 19 miljard op een begroting bijplussen zonder dekking. Dat kan natuurlijk niet. Dus nogmaals ā ook deze discussie hebben wij vaker met elkaar gevoerd ā het begint met een analyse van het dreigingsbeeld en het verslechteren van de veiligheidssituatie. Die analyse maakt de NAVO. De NAVO vertaalt die door naar het bondgenootschap en zegt waar we extra in moeten investeren om de veiligheid te borgen. Daar wordt een nationale vertaling van gemaakt. De heer Brekelmans, in zijn verantwoordelijkheid als minister van Defensie, maakt vervolgens die vertaling naar Nederland. Daarin wordt duidelijk wat het in euro's betekent; dat is die 16 tot 19 miljard.
Vervolgens zegt de NAVO ook, maar dat is meer een politiek commitment ⦠Althans, de NAVO vindt niks, maar het bondgenootschap besluit gezamenlijk, en de sg van de NAVO heeft daar een voorstel voor gedaan, dat we eigenlijk een minimum zouden moeten garanderen in onze uitgaven. Dan gaat het om die 3,5% en die 1,5%. Dat is een politiek commitment dat internationaal wordt afgegeven. Daar zitten nog geen euro's achter. Vervolgens begint de discussie hoe je dat in gaat passen. Alle lidstaten gaan die discussie voeren. Ik kan die nu niet voeren, want ik weet nog niet wat de uitkomst wordt van dat politieke commitment. Ik weet niet wat het tijdpad wordt waarin dat bedrag behaald moet worden en wat het precieze percentage is. Het lijkt er wel op uit te komen dat je uitkomt op die 3,5% en die 1,5%. Het tijdpad weet ik niet; ik denk dat dat enigszins flexibel is, maar eerder richting 2032 gaat, of misschien iets daarboven, dan dat het later wordt.
Daarnaast heb je natuurlijk ook nog het vraagstuk of je er lineair naar toegroeit of via een ander groeipad. Als u mij had gevraagd hoe ik dat in de huidige kabinetsperiode zou hebben ingepast, zou ik het volgende hebben gezegd. In een lopend kabinet had ik het nu stap voor stap ingevoerd. Dan had ik elk jaar bij voorjaarsnota de stap voor het volgende jaar in de boeken gezet, zoals we dat nu hebben gedaan voor 2026. We hebben namelijk in deze Voorjaarsnota gezegd dat in 2026 de stap moet worden gezet van 2% naar 2,2%. Dat is gewoon netjes gedekt. In het voorjaar van 2026 zou je dan de stap voor 2027 moeten zetten. Zo kan je in een kabinetsperiode stap voor stap die norm verhogen. Omdat er nu verkiezingen tussendoor komen en uiteindelijk ook een nieuwe formatie, is het zinvoller om die discussie niet stap voor stap te doen, maar het meteen voor die vier jaar in te passen. Dat voorkomt moeilijke politieke discussies gedurende de kabinetsperiode.
"Gezondheid", zeg ik tegen de staatssecretaris, die ik hier bijna verlies aan een enorme hoestbui. Maar er liggen nog wat vragen voor hem. Blijf dus nog even leven tot het einde van het debat.
Ik denk dus dat je aan het begin van een formatie bekijkt hoe je het de komende vier jaar gaat doen, ook gegeven het groeipad naar die 3,5%. Omdat deze discussie in deze kabinetsperiode kwam, heb ik het stap voor stap ingevuld bij de Voorjaarsnota. Ik wijs erop dat we nu een eerste stap naar 2,2% hebben gezet. Je zou dus de volgende stap naar bijvoorbeeld 2,4% kunnen zetten. Dat zou je dan in 2026 in de Voorjaarsnota moeten vormgeven. Het is aan onszelf of ik hier dan nog sta, want dat hangt af van hoe snel de formatie gaat.
Mevrouw Van Dijk had vragen over de politiebegroting en de ombuigingen die zij daar zag staan. Ik moet erop wijzen dat dat geen ombuigingen zijn. Ik pel het even af. Het kabinet heeft de afgelopen periode juist geĆÆnvesteerd in politie. Bij de Miljoenennota 2025 is er 50 miljoen in 2025, oplopend tot 100 miljoen, structureel beschikbaar gesteld voor de politie. Ongeveer 200 miljoen voor de nationale veiligheid uit het regeerprogramma is aan JenV toegerekend, waarvan dus het grootste deel aan de politie. De 50 miljoen waar mevrouw Van Dijk op wijst, is een gevolg van de prijsbijstelling die ik deels heb moeten inhouden. Dat raakt natuurlijk de politie wel, maar per saldo gaat er wel nog steeds geld heen.
Het is terecht dat mevrouw Van Dijk erop wijst dat de departementen een prijsbijstelling natuurlijk wel voelen op hun begroting. In het verleden is die vaak naar voren gebracht door politieke partijen, als een dekkingsbron die wat minder pijn doet. Maar je ziet dat die uiteindelijk wel gaat knellen op de begroting. Dat moeten er we er ook bij zeggen. Maar dit verklaart die 50 miljoen.
Dan had mevrouw De Vries vragen over het terugdringen van het aantal ambtenaren en van regelgeving. Wij hebben vorige week bij het Verantwoordingsdebat ook dit debat gevoerd. Toen wezen leden van het parlement er terecht op dat het aantal ambtenaren is gegroeid. Dat zag toe op 2024. De ambitie van dit kabinet en deze coalitie om de overheid weer wat kleiner te maken en de groei te reduceren, zag toe op 2025 tot 2028. Dat beleid wordt nu dus uitgevoerd. Ik wijs erop dat dit kabinet er nog geen jaar heeft gezeten: elf maanden. We zijn voor de zomer geĆÆnstalleerd. Je bent de eerste maanden bezig met het opstellen van een regeerprogramma, het vaststellen van de budgettaire kaders en het opstellen van de begrotingen. Goed en wel is dit kabinet enkele maanden effectief geweest. De verwachtingen zijn dan groot, en dan verwachten we ook gelijk dat de heilige vrede is uitgebracht en dat iedereen gratis rijk is geworden. Dat gaat natuurlijk veel te snel. Daar is beleid voor nodig, en bloed, zweet en tranen. Het is dan belangrijk dat je de hele periode demissionair blijft, om al je doelstellingen ook te kunnen bereiken. Dat is dan mijn antwoord aan mevrouw De Vries: de ambitie blijft staan, maar tegelijkertijd zijn we pas net op weg.
Wij hebben nu de taakstelling vormgegeven als een budgettaire taakstelling. Ik denk wel dat op het moment dat we constateren dat die taakstelling in fte's te weinig terugloopt, we dan ook moeten gaan kijken of daar geen dubbel slot op moet. Maar ik denk dat het goed is om het eerst in budgettaire zin in te vullen, ook omdat in de uitwerking de taakstelling wel ruig was, als je kijkt naar kerndepartementen. De uitvoeringsdiensten zijn uitgezonderd, waardoor de taakstelling naar de kerndepartementen vrij groot werd, een kwart. Als je dan niet minder op het gebied van beleid doet, dan ga je echt naar een kaalslag. Het gaat dus wel samen op. Ik ben bereid om te kijken naar een dubbel slot als het onvoldoende terugloopt, maar dan ga ik de Kamer uitdagen om wat minder aan beleid te doen en te zorgen dat de taken worden verminderd. Dan wijs ik wel op de 5.000 moties die jaarlijks in dit parlement worden aangenomen, waarvan de helft zegt "zoek eens uit", "doe eens onderzoek" et cetera. Dat moet door diezelfde, ontzettend goede, ambtenaren uitgevoerd worden.
De voorzitter:
Dank. Een vraag van mevrouw De Vries.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
We zien dat in de praktijk natuurlijk niet alle uitvoeringsorganisaties zijn uitgezonderd. Dat baart mij op zich wel zorgen, want het idee was om echt te schrappen, ook in de kerndepartementen, maar daarbij ook te kijken naar de taken die uitgevoerd worden. Ik heb bij het Verantwoordingsdebat ook gezegd: laten we ook naar onszelf kijken. Daar kunnen we elkaar in vinden, maar ik hoop wel dat hier niet te lang mee gewacht wordt en dat dit niet weer een verloren jaar gaat zijn waarin we die stappen niet kunnen zetten.
Minister Heinen:
Dat is een terecht punt. Het is ook goed dat mevrouw De Vries de druk erop houdt, want het risico is natuurlijk dat we in deze ambitie verslappen en dat de overheid blijft uitdijen. Ik ben ook blij met de oproep van mevrouw De Vries om te kijken naar de taken die we minder doen. We hebben uiteindelijk wel de flexibiliteit geboden dat als in een kerndepartement de taakstelling te ruig zou zijn zonder het schrappen van taken, je ook kan kijken naar wat er wƩl bij uitvoeringsdiensten kan plaatsvinden. In mijn zoektocht zag ik dat er ook bij de uitvoeringsdiensten nog wel flinke beleidskernen zaten, waardoor het nog wel te rechtvaardigen was om daar een deel van de taakstelling te laten verlopen.
De voorzitter:
Dank. Dan heeft de heer Dijk zijn laatste interruptie.
De heer Dijk (SP):
Voorzitter, die is goed bewaard; ik heb nog ƩƩn vraag. Die gaat over externe inhuur. Daar wordt 3,7 miljard aan uitgegeven. Dat is 15% van het totale personeelsbudget, en 5% boven de Roemernorm. Denkt de minister van Financiƫn dat daar iets op de besparen valt en, zo ja, wat zou een realistisch beeld zijn om dat voor elkaar te krijgen? Het liefst wil natuurlijk iedereen dat het morgen gefikst is en dat we op die Roemernorm zitten. Maar wat is het beeld van de minister? Wat is reƫel om te verwachten?
Minister Heinen:
Dat is bijna een gewetensvraag. Ik vind dit een lastige. Laat ik de hand in eigen boezem steken en naar mijn eigen ministerie kijken. De heer Van Houwelingen had daar ook naar gevraagd. Je ziet dat in mijn geval de Roemernorm van 10% ook wordt overschreden. Sterker nog, in 2024 was de externe inhuur 19,5%. Die norm is dus zwaar overschreden. De belangrijkste oorzaak daarvan is ook weer de externe inhuur, die tijdelijk is, voor het toeslagenherstel. Daarom zeg ik dat ik het lastig vind. We moeten ook de nuance niet verliezen. We willen denk ik allemaal de externe inhuur reduceren. Tegelijkertijd wil ik ook de hersteloperatie nou eens met elkaar afronden, en ik denk dat de heer Dijk dat omarmt. Dat bedoel ik in zakelijke zin, maar ik wil ook voor de mensen thuis dat hun zaken worden behandeld en dat er rechtsherstel plaatsvindt. Dat lukt gewoon niet met het aantal ambtenaren dat we nu hebben; we hebben externe inhuur nodig. Ik wijs er wel op dat de ambitie is dat dat stopt ā daar is de staatssecretaris mee bezig ā zodat de externe inhuur weer naar beneden gaat. Dat is het eerlijke antwoord als het gaat om die Roemernorm. Het ligt soms genuanceerder dan we denken.
De heer Dijk vraagt terecht hoe het zit buiten Financiƫn. Met zijn goedkeuring geleid ik de vraag door naar mijn collega, de minister van Binnenlandse Zaken. U zou een wetgevingsoverleg hebben geloof ik, maar dat is niet doorgegaan. Ik zal haar vragen om een overzicht te geven van wat nu de stand van zaken is, zodat de Kamer het kan monitoren en daar kritisch over kan blijven, om zo wel de druk erop te houden. Want als je het aantal ambtenaren in vaste dienst reduceert, denk ik dat het risico is dat we die vervolgens gaan inhuren, en die zijn dan vaak ook duurder.
De voorzitter:
Dan de heer Van Houwelingen. Excuses, ik had de microfoon nog niet aangezet.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Dank u wel. Ook over dit onderwerp, voorzitter. Het punt is natuurlijk dat we de discussie over de Roemernorm al jaar na jaar na jaar hebben gehad. Er is altijd wel een reden te geven voor het feit dat die norm niet gehaald wordt. Dus wat ons betreft is dit een structureel probleem. Wij zijn ook heel erg voor die norm. Ik zou de minister dus willen vragen wat hij nou gaat doen, ook op zijn eigen ministerie ā het gaat niet goed zoals het nu gaat ā om die norm te halen. Elke keer is er weer een excuus, dus over tien jaar hebben we hetzelfde debat hier.
Minister Heinen:
Mijn ambitie zou zijn om dat te voorkomen. Tegelijkertijd is het risico er natuurlijk wel. Daar wijst de heer Van Houwelingen terecht op. Ik denk dat het belangrijkste is dat we het transparant maken, daarop monitoren en aangegeven aan de Kamer hoe we het terugbrengen. Ik zal dat opnemen met de minister van Binnenlandse Zaken. Tegelijkertijd vind ik dat we als het gaat over de inhuur van externen niet alleen de discussie moeten voeren over "er is externe inhuur en dat is fout", maar dat we ook onszelf een spiegel moeten voorhouden wat betreft de vraag waarom die worden ingehuurd. Vaak is dat wel omdat de expertise binnen de rijksoverheid ontbreekt of we simpelweg de mankracht niet hebben in de operaties die we moeten uitvoeren. Ik wees bij het ministerie van Financiën, als ik de hand in eigen boezem steek, op het rechtsherstel voor het toeslagenschandaal. Ik denk dat we daarin wel eerlijk moeten zijn. Ik denk dat we niet alleen moeten zeggen "ja, we willen naar die 10% en coûte que coûte moeten we dat halen", maar dat we altijd rekenschap moeten geven van waarom er wordt ingehuurd. Ik zal meegeven aan de minister van Binnenlandse Zaken dat daar ook wat meer inzicht in gegeven moet worden, zodat we ook dat debat meer geïnformeerd kunnen voeren met elkaar.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Ik ben er niet door gerustgesteld. Misschien mag ik zelf een suggestie doen. Die norm wordt continu overschreden. Zou het wellicht niet een idee zijn ā tenzij de Kamer een uitzondering wil maken, want de Kamer heeft die regel gesteld ā om het volgende te zeggen? Als een ministerie, bijvoorbeeld het ministerie van FinanciĆ«n, dat overschrijdt ā daar is een bedrag aan verbonden ā wordt het daar volgend jaar op gekort op het ministerie. Dat betekent dat je een bezuiniging op het kerndepartement moet uitvoeren, dat je als het ware wordt gestraft voor die overschrijding. Als dat de standaardregel wordt over alle ministeries, zou dat niet veel beter werken dan wat vrijblijvend te zeggen, zoals we nu ook weer horen, "ja, we gaan kijken"? Dat werkt blijkbaar niet, want de afgelopen tien jaar zijn we daar niks mee opgeschoten.
Minister Heinen:
Allereerst dank voor het meedenken over een oplossing, voor niet alleen de problemen adresseren, maar ook denken in oplossingen. Dat waardeer ik zeer. Tegelijkertijd raakt de heer Van Houwelingen mij wel een beetje kwijt in de oplossing die hij voorstelt. Als ik die dan projecteer op mijn eigen organisatie, zou ik dat wel een hard gelag vinden. Dat zou namelijk betekenen dat ik op de hersteloperatie moet gaan korten, omdat ik in de ambitie om het op te lossen het jaar erop wordt gekort en de hersteloperatie nog verder achter de horizon verdwijnt. Dus nogmaals alle waardering voor het meedenken over oplossingen. Ik weet alleen niet of de oplossing hier ligt, omdat dit voorbijgaat aan het vraagstuk waarom die externe inhuur er is. Als daar een goede reden voor is, zouden we elkaar ook moeten uitdagen om daar misschien een uitzondering op toe te staan. Dat moet natuurlijk altijd tijdelijk zijn. Daarom denk ik dat die monitoring zo ontzettend belangrijk is.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Tot slot. Zou het dan niet een idee zijn, als er dan een uitzondering nodig is ā dat heb je ook bij een suppletoire begroting ā dat de Kamer eerst op de hoogte wordt gesteld, dus dat een ministerie, bijvoorbeeld het ministerie van FinanciĆ«n, zegt: dit jaar gaan we die Roemernorm niet halen, kunnen we daar toestemming voor krijgen van de Kamer? Dat zou dan moeten gelden voor alle ministeries, waarbij er dan ook echt iets gebeurt, bijvoorbeeld dat er gekort wordt, of een andere suggestie. Dus dat er wat gaat gebeuren. Want de vrijblijvende wijze waarop het nu gaat, werkt heel duidelijk niet.
Minister Heinen:
In formele zin geeft de Kamer natuurlijk toestemming, omdat de begroting wordt goedgekeurd waarin dat ook allemaal is uitgesplitst. Dus als de Kamer de begroting aanneemt, is die toestemming ook verleend. Ik denk wel dat het goed is om dit beter te monitoren en vooral om met elkaar de discussie te voeren over wat er nou achter zit. Nogmaals, sturen op percentages vind ik altijd hartstikke transparant in de ambitie die we met elkaar hebben, maar we verliezen soms wel de nuance in wat daarachter zit.
De voorzitter:
Dank. Ik kijk even naar de klok. Hoeveel vragen heeft u nog?
Minister Heinen:
Een stuk of tien, voorzitter. Ik zal het gaspedaal indrukken.
De voorzitter:
Heel kort en krachtig.
Minister Heinen:
Ja, natuurlijk. Ik zal het kort doen, maar ik wil ook recht doen aan de vragenstellers. Mevrouw De Vries had een vraag over de inzet van middelen voor de lagere kinderopvangkosten voor middengroepen. De bijna gratis kinderopvang is deels op verzoek van de sector zelf uitgesteld. De sector zegt: "Dit gaat te snel; wij kunnen dit niet aan. Zo creĆ«er je alleen maar wachtlijsten. Doe het nou iets behoedzamer." Tegelijkertijd zijn we wel doorgegaan met het verhogen van de vergoedingspercentages, zodat middeninkomens hun kinderen tegen minder kosten op de opvang kunnen zetten. In 2025 krijgt ieder huishouden met een inkomen tot ā¬47.400 een vergoeding van 96%. In 2026 zal dit waarschijnlijk uitgebreid worden naar huishoudens met een inkomen tot circa ā¬55.000 en in 2027 naar alle huishoudens met een inkomen tot ā¬80.000. Er worden dus grote stappen gezet om de vergoedingspercentages naar die 96% te brengen. Ik denk dat dat de komende jaren goed nieuws is voor werkende middeninkomens.
Dan was er nog een vraag van mevrouw Van Dijk, die vroeg naar het UWV en de WIA. Het is natuurlijk belangrijk om daar ook aandacht voor te vragen, net als voor alles waar mijn collega Van Hijum mee bezig is. Het kabinet neemt de situatie zeer serieus; dat zeg ik ook namens minister Van Hijum van Sociale Zaken. Hij heeft 200 miljoen gereserveerd voor de WIA-herstelacties en voor maatregelen om de druk op het UWV te verlichten, voornamelijk met een vereenvoudiging van de beoordeling voor 60-plussers en het wettelijk verankeren van de kwijtschelding van WIA-voorschotten. Hierin zitten ook uitvoeringskosten die het UWV maakt om de hersteloperaties uit te voeren. De heer Van Hijum is hier dus voortvarend mee aan de slag, maar ik denk dat het goed is dat mevrouw Van Dijk ook aandacht vraagt voor dit dossier. Ik probeer in non-verbale zin te lezen of dit een interruptie uitlokt bij mevrouw Van Dijk. Dit is in ieder geval wat ik heb doorgekregen vanuit het ministerie van SZW, maar voert u dit debat vooral ook met de minister van SZW, die hier natuurlijk voor verantwoordelijk is, ook omdat mijn collega in het kabinet natuurlijk beter geĆÆnformeerd is dan ikzelf en om te voorkomen dat ik foutieve informatie verstrek.
De heer Vijlbrief had een vraag over de verdeling van de investeringskosten voor het energienet over generaties. Ik denk dat hij in wat nettere woorden vraagt naar de amortisatievariant. Mijn collega, de minister van KGG, bereidt een kabinetsreactie voor op het ibo over elektriciteitsinfrastructuur. Die zal daar nader op ingaan. Daar zitten natuurlijk ook vraagstukken. Is het saldo relevant? Hoe zit dit over generaties? Zo kunnen we samen kijken wat het juiste besluit is om samen te nemen.
De heer Van Dijck had een vraag over de etiketten op de boodschappen. Ook hier dank voor het meedenken in oplossingen. Ik begrijp de vraag daarom zeer goed. Eigenlijk pleit de heer Van Dijck voor verdere vervolmaking van de interne Europese markt. Daarom vind ik dat hij hier een mooi punt neerzet. Ik ben blij dat ook de heer Van Dijck daar nu aandacht voor vraagt, want ik denk dat daar de sleutel zit tot economische groei. De Europese regelgeving schrijft voor dat etiketten in begrijpelijke taal geschreven moeten zijn. Daar wijst de heer Van Dijck ook op. Dat is niet zozeer een nationale kop, maar meer een doorvertaling van Europese wetgeving. Ik heb het nog even opgezocht: deze doorvertaling zit in de Warenwet, die valt onder de verantwoordelijke staatssecretaris van VWS. Ik zal toezeggen dat de minister van EZ ā dat mag ik vandaag nog zijn ā en de staatssecretaris van VWS met een reactie komen over wat hier mogelijk is. Dat heb ik al kortgesloten. Maar ik denk wel dat dit een spoor is dat wij verder moeten verkennen.
De heer Vermeer vraagt aandacht voor de regio's, waarvan akte. Meer specifiek vraagt hij hoe wordt voorkomen dat medeoverheden taken moeten uitvoeren zonder voldoende middelen. Daar gaan we uiteindelijk natuurlijk zelf over als Kamer. Middelen en taken moeten altijd samen opgaan. Ik denk dat we in het verleden wel taken hebben belegd zonder dat er voldoende middelen waren. Dit kabinet heeft natuurlijk een extra stap gezet als het gaat om de extra middelen voor het Gemeentefonds. Dat even in algemene zin.
Dan had de heer Vermeer in het verlengde hiervan nog een vraag, namelijk hoe we regio's kunnen betrekken bij grote infrastructurele beslissingen. Bij overleggen over infrastructurele beslissingen wordt de regio al betrokken, zoals via het Bestuurlijk Overleg Leefomgeving in het voorjaar en het Bestuurlijk Overleg MIRT in het najaar.
Dan had de heer Grinwis, die nu helaas bij een ander debat moet zijn, een vraag over de middelen die gereserveerd staan op de aanvullende post, maar in de Miljoenennota krijgt u gewoon een net overzicht van wat nog staat gereserveerd op de aanvullende posten.
Mevrouw De Vries vroeg om een toezegging over brede heroverwegingen. Ik vind dat een goede oproep. Het gaat hier namelijk vaak over de vraag of we extra kunnen uitgeven, waarbij ik aangeef dat het ook betaald moet worden. Veel fundamenteler ligt daar natuurlijk de vraag onder hoe we moeten hervormen en óf we kunnen hervormen, zodat de economie ook weer groeit. Ik denk dat dat een goede oproep is. Tegelijkertijd is de hele heroverwegingsoperatie, de tijdshorizon die hiervoor staat, nog te kort om die hele operatie uit te voeren, omdat het kabinet vrij plotseling is gevallen en we ook snel verkiezingen hebben. Hoewel ik het verzoek zeer omarm ā ik zal het ook meenemen en er een reactie op sturen ā zal ik ook aangeven hoeveel tijd het in beslag neemt en hoe we dat het beste kunnen meenemen voor de verkiezingen, zodat het ook in de verkiezingsprogramma's opgenomen kan worden. Tegelijkertijd zijn hier in het verleden ook echt projecten van een jaar op gezet. Dat gaat wel voorbij aan de horizon. Ik ben dus even aan het zoeken. Als mevrouw De Vries dit nuttige informatie zou vinden voor verkiezingsprogramma's, denk ik dat de horizon te kort is. Maar meer fundamenteel gezien ā we zullen toch weer eens die heroverweging moeten starten ā vind ik dit eigenlijk wel een goede oproep.
De voorzitter:
Mevrouw De Vries, uw laatste interruptie.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
De wat meer fundamentele aanpak spreekt mij ook aan, maar het zou wel goed zijn om te kijken wat nou de mogelijkheden zijn om bijvoorbeeld met een quickscanachtig iets toch nog iets te presenteren, misschien voor de verkiezingsprogramma's, maar anders eventueel bij de start van een nieuwe formatieronde.
Minister Heinen:
Ja, dat is een goed punt. Ik neem deze mee terug en ik kijk wat er mogelijk is, want er liggen natuurlijk ook veel kansrijke studies vanuit het verleden. We zullen kijken of die te updaten vallen, maar we gaan proberen om hier zo goed mogelijk aan tegemoet te komen.
De heer Flach had vragen gesteld over het kindgebonden budget. De heer Flach vroeg eigenlijk naar de ombuiging op het kindgebonden budget en de effecten daarvan op de inkomensverdeling. Ik kan er in het algemeen over zeggen dat het kabinet natuurlijk groot belang hecht aan het ondersteunen van de positie van middeninkomens en meerdere maatregelen neemt om dat te bereiken, zoals het verhogen van de vergoedingspercentages in de kinderopvangtoeslag, waar ik net naar verwees, en het terugdraaien van het niet indexeren van de maximumuurprijs in de kinderopvang. Ook hier geldt weer dat een maatregel geĆÆsoleerd eruit nemen geen recht doet aan het totale beeld. Ik denk dat we deze discussie moeten voeren met de MEV in de hand, de Macro Economische Verkenning, want dan weten we ook hoe de koopkrachteffecten zich in de hele inkomensverdeling voordoen, zodat we deze discussie goed kunnen voeren. Hier zie je het nadeel van koopkrachtmaatregelen in het voorjaar nemen. Eigenlijk kan je die veel beter betrekken bij de augustusbesluitvorming, omdat je, ook in dit geval, beter geĆÆnformeerd de discussie met elkaar kan aangaan.
De heer Flach (SGP):
Dat laatste ben ik met de minister eens, maar wij moeten het er nu mee doen. Dat besluit is nu genomen door de coalitie en daarmee ligt het op tafel. We hebben onlangs een groot debat gehad over de middenklasse in Nederland. Dit raakt ook die groep. Zou de minister er inzicht in kunnen geven wat het in financiƫle zin zou betekenen als je dat knikpunt bij een hoger gezamenlijk inkomen zou leggen? Hoe zou dat budgetneutraal opgevangen kunnen worden?
Minister Heinen:
Ik kom er in de tweede termijn op terug hoe ik aan dit verzoek tegemoet kan komen, want ik vind het belangrijk dat we de totale koopkracht bezien. Ik denk dat de heer Flach ook kijkt welke aanpassingen hij kan doen, en dat hij daar hulp bij nodig heeft. Ik vermoed dat de heer Flach dan ook wil toewerken naar een amendement. Ik wil hem daar natuurlijk bij helpen vanuit mijn neutrale positie ten opzichte van het parlement. Tegelijkertijd is het heel lastig om nu voor elke individuele regeling alle dode knikpunten in kaart te brengen, want de koopkrachteffecten verschillen per euro waar je het knikpunt legt. Laat me er dus in tweede termijn even op terugkomen welk voorstel ik u kan doen, zeg ik via u, voorzitter, om de heer Flach te helpen in deze zoektocht.
De voorzitter:
We komen erop terug in tweede termijn.
De heer Flach (SGP):
Ik kom in de tweede termijn ook met een motie daaromtrent. Ik kijk wel of we dat later ook omzetten in een amendement. Dank in ieder geval voor dit antwoord.
Minister Heinen:
We kunnen ook kijken of het wellicht een oplossing is om in de sleuteltabellen, die wij natuurlijk ook naar het parlement sturen, wat aanvullende informatiepunten op te nemen. Dan krijgt u ook wat meer gevoel bij wat bepaalde afbouwpunten of afbouwpaden zijn. Dan hebben we het over de hellingshoek. Die hebben natuurlijk allemaal effect op de koopkrachteffecten. Maar ik vind het, nogmaals, heel lastig om dat hier in dit debat nu zo aan te geven. Ik kom er zo op terug.
Dan waren er nog twee vragen. De heer Flach heeft ook gevraagd naar de maatregelen voor het onderwijs, maar die vraag heb ik net ook beantwoord richting de heer Vijlbrief.
Dan lag er nog ƩƩn vraag van de heer Dassen. Die had een vraag over de verhoging van het minimumjeugdloon. Ik kan zeggen dat in de Voorjaarsnota het minimumjeugdloon is verhoogd. Het kabinet zet daarmee een stap in het verder verbeteren van de bestaanszekerheid van jongeren. Verdere verhoging achten wij niet verstandig vanwege de gevolgen voor scholingsdeelname en voor de kans van jongeren om een baan te vinden. Die balans moeten we natuurlijk altijd met elkaar vinden.
Daarmee ben ik aan het einde gekomen van de vragen die ik heb geĆÆnventariseerd naar aanleiding van de eerste termijn van de zijde van de Kamer.
De voorzitter:
Heel mooi. Dank u wel. De heer Vijlbrief heeft nog een vraag aan u.
De heer Vijlbrief (D66):
Ik weet dat deze minister een hoog tempo kan hanteren, maar dit was toch wel een record. Dat is knap. Ik ga helemaal hyperventileren van wat ik hoor, moet ik zeggen. Ik wil hem dus de kans geven om even een klein beetje afstand te nemen. Ik heb gewoon een vraag aan hem, een open vraag. De vraag is de volgende. Hij heeft deze Voorjaarsnota gemaakt toen de coalitie er nog zat. Hij is nu verlost van in ieder geval ƩƩn partij in die coalitie. Dat ervaart hij zelf niet als een verlossing, maar wij wel. Ik heb eigenlijk een simpele vraag aan hem. Als hij de Voorjaarsnota nou nog een keer moest maken, wat zou hij dan anders hebben gedaan? Hij zei wel "ik ben de laatste die hem verdedigt", maar er zitten ongetwijfeld dingen in waar hij zelf ook niet heel enthousiast over is. Daar was ik gewoon benieuwd naar.
De voorzitter:
Minister, ik ga u toch uitdagen om uw antwoord kort te houden, want dit is een korte vraag, maar die kan een lang antwoord opleveren.
Minister Heinen:
Als u mij ertoe uitdaagt om het kort te houden, dan zal ik deze vraag naast mij neerleggen, omdat ik dat flauw zou vinden. Ik sta hier namelijk als minister van Financiƫn, die een hoofdlijnenakkoord heeft medeondertekend en op basis daarvan budgettaire kaders heeft afgesproken. Ik sta dat tot het laatst gewoon te verdedigen. Het zou flauw zijn om te zeggen: voor dit onderdeel sta ik niet en dat onderdeel vind ik wel mooi. Ik sta voor de gehele Voorjaarsnota. Ik ben daar medeverantwoordelijk voor. Voor die verantwoordelijkheid loop ik niet weg.
De heer Vijlbrief (D66):
Ik ken de minister ook niet als iemand die voor zijn verantwoordelijkheid wegloopt, dus dat siert hem alleen maar. Ik constateer wel dat het vreemd is dat er een hoofdlijnenakkoord ligt waar toch ook de vingerafdruk van de PVV op zat. De PVV loopt weg en daarna zegt een van de partijen gewoon: nou ja, we blijven gewoon dat hoofdlijnenakkoord uitvoeren. Dat verbaast me. Je vraagt je sowieso af waarom ze wegliepen, maar dat terzijde. Maar dan vraag je je ook af: vindt de VVD dan inmiddels hetzelfde als de PVV? Ik begrijp gewoon niet waarom dat hoofdlijnenakkoord nog heilig is als het kabinet geploft is.
Minister Heinen:
Ik snap de vragen van de heer Vijlbrief. De heer Vijlbrief snapt dat ik die beantwoord op de manier waarop ik die beantwoord.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Heel kort. Ik had nog een vraag over de bezuinigingen op het ambtenarenapparaat. Misschien doet de staatssecretaris dat. Mag ik dan rappelleren aan die vraag?
De voorzitter:
U mag daaraan rappelleren. U heeft sowieso nog twee interrupties over, dus daar kunnen we er ook eentje vanaf halen.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Het was geen retorische vraag.
Minister Heinen:
Excuus. Ik wil niet dat het u een extra interruptie kost, maar zou u dan de vraag kunnen herhalen? We hebben namelijk zojuist over fte en de bezuiniging op het apparaat gesproken.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Ja, excuus. De vraag was als volgt. Er zijn tienduizenden, heel veel ambtenaren bij gekomen in de coronaperiode. Het kabinet wil daarop bezuinigen. Dan is de vraag: hoe staat het daarmee?
Minister Heinen:
Dat overzicht kan ik u beter geven bij de Miljoenennota, want we staan aan het begin van 2025. We hebben het overzicht gegeven van 2024. Daarover konden we goed rapporteren in het jaarverslag, want toen hadden we natuurlijk de volledige informatie over 2024. We zitten nu midden in het jaar, eigenlijk nog niet eens halverwege. Daardoor is het lastig om te zeggen wat de effecten zijn van 2025. Ik kan u wel een tussenstand geven. Dat doe ik dan bij de Miljoenennota, als u dat goedvindt. Dan heb ik ook de informatie om u daar goed over te informeren.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Ik heb toch nog ƩƩn vraag, omdat ik nog even heb nagedacht over wat de minister heeft gezegd over het inpassen van de defensie-uitgaven. Dank ook daarvoor. Hij heeft het nu met een stapje van twee tiende procent gedaan, maar hij zegt: bij een nieuwe periode van vier jaar zou je een planning kunnen maken. Nu ben ik een beetje bang dat in het tempo waarin we werken, er straks in een formatie gewoon weer een deal wordt gesloten met zoveel tiende procent per jaar. Eigenlijk zou je inzicht willen hebben in de absorptiecapaciteit, het type investeringen, de duur ervan en het moment waarop het geld beschikbaar moet zijn. Je wil niet dat Defensie wordt opgepompt en nog verder wordt opgepompt met onderbestedingen. Je wil dat er een traject ligt dat niet gebaseerd is op een stapje van elke keer twee tiende procent per jaar, maar dat past bij een investeringspad dat ook daadwerkelijk kan worden uitgevoerd. We hebben er namelijk allemaal belang bij dat er niet te veel onderuitputtingen plaatsvinden. Ik vraag me af of de minister daar ook zo over denkt en of Defensie daar ook aan werkt, zodat er materiaal ligt om een tijdpad op te kunnen baseren wanneer er een nieuwe formatie start.
De voorzitter:
De minister, voor een kort antwoord.
Minister Heinen:
Kort. Een terecht punt. Ik heb er zelf ook al toe opgeroepen dat je moet oppassen met geld uitgeven zonder voldoende absorptiecapaciteit. We hebben het vaak over de vraagzijde van dit dossier, maar niet over de aanbodzijde. Als je dat niet goed regelt, leidt dat enkel tot prijsopdrijving. Dat moet je natuurlijk voorkomen. Ik wijs erop dat ik deze discussie ook voer met mijn collega Brekelmans. Hij geeft aan dat de absorptiecapaciteit steeds beter wordt. Het is nog niet helemaal weg, maar volgens hem lukt het steeds beter om het geld weg te zetten en zijn fabrikanten hun productielijnen aan het opschalen.
Maar dit is wel een terechte discussie. Dat is ook de reden waarom de heer Brekelmans in de brief over de 3,5 procentpunt een opmerking heeft gemaakt over absorptiecapaciteit. Ik denk dat de discussie over het ingroeipad zich daar ook toe verhoudt. Je kunt namelijk een lineair ingroeipad met elkaar afspreken, maar je kunt ook zeggen: laten we het wat exponentiƫler vormgeven om ook recht te doen aan die absorptiecapaciteit. Het gaat te ver buiten mijn expertisegebied om daar nu een antwoord op te geven. Dit vraagstuk is wel bekend. Ik zal dit ook doorgeleiden naar de heer Brekelmans. Hij is hiermee bezig. Maar ik snap heel goed dat u als Kamer ook inzicht wil in wat de groeipaden zijn, niet alleen in wat dat in euro's betekent, maar ook in de vraag of je het krijgt weggezet. Ik vind dat een zeer terechte vraag.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Dan bent u hierbij volgens mij aan het einde gekomen. Dan wil ik de staatssecretaris uitnodigen voor de vragen die hij heeft gekregen. Het woord is aan de staatssecretaris.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Voorzitter, dank u wel. Toch nog een aantal vragen. We kwamen een beetje aan het eind. Dat is hartstikke mooi. Volgens mij zijn er ook heel weinig interrupties over, waarvoor bijzonder veel dank, zeg ik tegen de collega's. Ik ga gewoon lekker snel de inhoud in.
Allereerst een vraag van de heer Grinwis, die vroeg naar de aanpassing van het kindgebonden budget in de vorm van een extra steil afbouwtraject na ā¬60.000. Hij vroeg ook of ik het effect op de marginale druk wel voldoende heb meegewogen. Met deze maatregel wordt de inkomensondersteuning via het kindgebonden budget beter gericht op de mensen die de ondersteuning het meest nodig hebben. Dat zijn overigens de mensen onder het knikpunt van ā¬60.000. Zoals aangegeven in de Voorjaarsnota neemt de marginale druk met ongeveer 4% toe voor huishoudens met kinderen en een gezamenlijk inkomen van ā¬60.000 of meer. Doordat gekozen is voor een steilere afbouw vanaf ā¬60.000, zullen de pieken in de marginale druk juist niet toenemen, omdat die vooral vóór het punt van ā¬60.000 liggen.
Als kabinet willen we dat werken loont en dat de marginale druk daalt. De stijging van de marginale druk voor deze groep is echter de prijs van het gerichter maken, en daarmee betaalbaar houden, van het kindgebonden budget. Het is goed om te benoemen dat er vanaf ā¬91.000 eigenlijk geen effect meer is op de marginale druk.
De heer Flach vraagt of het kabinet extra stappen wil zetten om de kloof tussen een- en tweeverdieners te verkleinen en daarbij specifiek te kijken naar de overdraagbare heffingskorting. Het kabinet is geen voorstander van een verdere uitbreiding. Met de fiscale oplossing voor eenverdieners heeft het kabinet geprobeerd een zo gericht mogelijke oplossing te vinden voor een bepaalde groep huishoudens die door een samenloop van fiscaliteit, toeslagen en sociale zekerheid zonder aanvullende maatregelen verder onder het sociaal minimum uitkomen. Het uitbreiden van deze maatregel is niet in lijn met het streven van dit kabinet naar meer arbeidsparticipatie, vanuit de gedachte dat werken moet lonen en om de economische zelfstandigheid van beide partners te bevorderen.
Bij het indienen van het amendement vorig jaar is aangegeven dat het een complexe regeling is voor burgers die in de actualiteit de tegemoetkoming willen ontvangen, ook met de destijds voorgestelde uitbreiding. Ook voor de Belastingdienst is de regeling complex. Tot slot leidt uitbreiding ook tot een derving die gedekt moet worden.
De heer Flach (SGP):
Ik snap dat we daar qua inhoud misschien verschillend over denken. Overigens is dit niet per se een SGP-ding. Het is jaren geleden weleens becijferd in welke partijen die eenverdieners nou zitten. Die blijken vooral bij de VVD en de PVV te zitten. Maar dat terzijde. Je bereikt ergens een keer een ondergrens. Dan kom je uit bij mensen die wel zouden willen, maar niet kĆŗnnen werken. Die komen in toenemende mate in de knel te zitten. Het is al eerder aangetoond dat de fiscale maatregelen om werken te stimuleren allang de grens van doelmatigheid voorbij zijn. Sterker nog, die is ver overschreden. Met andere woorden: je bereikt de doelen hier niet meer mee en je raakt vooral mensen die wel zouden willen, maar niet kunnen.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
En uw vraag is?
De heer Flach (SGP):
Nou, geef daar maar een reactie op, was eigenlijk mijn vraag.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Mijn reactie is dat bepaalde zaken uiteindelijk niet doelmatig zijn in ons totale belasting-, kortingen- en toeslagenstelsel. Dat leidt tot allerlei effecten en ook ongewenste effecten. Dat is precies de reden dat dit kabinet in het hoofdlijnenakkoord heeft afgesproken om het totale stelsel rondom belasting op inkomen te herzien en tegen het licht te houden. Dat is ons onvoldoende gegeven. Ik zal binnenkort wel met een brief komen. Daar was ook net een motie voor ingediend. Tegelijkertijd zeg ik erbij dat het heel moeilijk is om in een algemeen stelsel voor 10 miljoen belastingplichtigen iedereen helemaal goed te behalenden. Daarom hebben we ook een ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dat specifiek toeziet op groepen die in de knel komen en daar ook beleid op maakt. Dat doen wij elk jaar in augustus.
De voorzitter:
Dank u wel. Uw laatste interruptie.
De heer Flach (SGP):
Die besteed ik hier graag aan. Ik snap best dat werken moet lonen. Voor mensen die willen werken en die kunnen werken, moet dat aantrekkelijk blijven. Dat zijn we wel met elkaar eens. Ik sluit dan maar af met deze oproep. Er is nu een ondoelmatige kloof die niet bijdraagt aan de arbeidsparticipatie en die mensen die het niet kunnen, verder in de problemen brengt. Daar kom ik vooral voor op. Ik roep op om daar echt blijvend aandacht voor te hebben in de aanpassing en modernisering van het belastingstelsel.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Daar kan ik op reageren. Dat zie ik. Dit kabinet geeft specifiek aan dat werken moet lonen, maar dan moet je natuurlijk wel kunnen werken. Daarom hebben we ook in de Voorjaarsnota specifiek geld gereserveerd voor mensen die arbeidsongeschikt geraakt zijn. We vinden het gewoon heel belangrijk dat daar geld naartoe gaat. Als ze het niet kunnen, kun je ook niet van mensen verwachten dat ze werken. Daar zijn we het echt mee eens. In het beleid daaromheen vind ik dat we specifieke groepen moeten ondersteunen. Daar kijkt mijn collega bij het ministerie van SZW naar.
Dan vroeg de heer Dassen waarom de algemene heffingskorting en de arbeidskorting niet volledig worden geïndexeerd en waarom niet is gekeken naar fiscale regelingen voor de dekking van het terugdraaien van de btw-verhoging op sport, media en cultuur. Allereerst hebben we hier, zoals ik ook in verschillende commissiedebatten heb gezegd, een probleem gecreëerd waarbij we het zuur en het zoet niet meer in twee wetten hadden. Het draagvlak onder de btw-verhoging was weg en daarom moest die teruggedraaid worden. We hebben hier verschillende debatten over gevoerd. Uiteindelijk zijn we tot de conclusie gekomen dat het de wens van de Kamer is om dat te zoeken buiten de btw. We hebben dat grotendeels gevonden in het aanpassen van de tabelcorrectiefactor, wat feitelijk een gedeeltelijk terugdraaien van de lastenverlichting is. Nu het kabinet demissionair is, past terughoudendheid om dit op een andere manier in te vullen. Bij de voorjaarsbesluitvorming is een integrale afweging gemaakt om de btw op deze wijze te dekken. Uiteraard kunnen we natuurlijk alles nog doen om te kijken naar heffingskorting en arbeidskorting. Dat is echt iets wat gewogen wordt bij de Miljoenennota en niet bij de Voorjaarsnota.
De voorzitter:
Ik zie de heer Dassen naar voren komen. Aan u het woord.
De heer Dassen (Volt):
Ik had het er net ook al even met de minister over. In het hoofdlijnenakkoord staat dat ondoelmatige fiscale regelingen versoberd of afgebouwd moeten worden. In het hoofdlijnenakkoord staat ook dat werken moet lonen. Wat het kabinet doet, is precies het omgekeerde. Dus kan de staatssecretaris zijn redenatie uitleggen aan de hand van die argumentatie?
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Dit zijn twee verschillende dingen. Dit gaat over fiscale regelingen. Laat ik daar zo meteen wat over zeggen. Maar dit gaat ā ik neem aan dat meneer Dassen daar bijzonder in geĆÆnteresseerd is ā ook over de vraag hoe wij belasten. Dit kabinet heeft er juist voor gekozen om de belasting op arbeid te verlagen en de belasting op consumptie te verhogen. Dat kon uiteindelijk de goedkeuring van de Kamer niet wegdragen. Wij hebben, ook in samenwerking met een aantal andere partijen die geen onderdeel waren van de coalitie, gekeken naar alternatieve invulling.
Uiteindelijk is dan toch het deels terugdraaien van de lastenverlichting de alternatieve invulling geworden waarmee de btw de dekkingsbron zou worden voor de lastenverlichtingen. Dat is wat we gedaan hebben. In de fiscale regeling kun je ook dingen zoeken, maar dat zijn lastige zaken, want fiscale regelingen ombouwen is iets wat tijd kost. En ten tweede hebben we daarvoor in het hoofdlijnenakkoord helemaal geen budgettaire dekking afgesproken. We hebben gezegd dat we kijken hoe we dat geld doelmatig kunnen besteden. Het is helemaal niet gezegd dat dit dekkingsbronnen zijn die voor geheel andere zaken kunnen worden ingezet. We hebben vooral gekeken hoe we doelmatiger geld kunnen besteden. Er wordt kritisch gekeken hoeveel Nederland stimuleert op het gebied van bijvoorbeeld innovatie en economie. Moet je eens voorstellen wat je met niet-doelmatige en niet-efficiƫnte fiscale regelingen zou kunnen doen in de sector waarin die regelingen ook zitten. Dat is een gesprek dat we met elkaar moeten voeren. Voor de zomer komt er nog een rapport naar de Kamer waarin u kunt lezen wat de laatste stand van denken is bij ons op het ministerie rondom die fiscale regelingen.
De voorzitter:
Dank. Gaat u verder.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Dan heb ik nog een vraag van de heer Dassen. Is een aanpassing van het rekeningforfait van de schenk- en erfbelasting de meest rechtvaardige belasting die je kunt verhogen voor toekomstige generaties? En ā dat is helemaal een interessante ā waarom is dit de afgelopen 45 jaar niet gebeurd? Hij dateert van 1979. Dat is een mooi jaar, moet ik zeggen, een prachtig jaar. Er zijn hele mooie dingen gebeurd in dat jaar. Wat zegt u?
De voorzitter:
De discussies graag in de microfoon en niet buiten de microfoon. Gaat u gewoon verder met uw beantwoording, staatssecretaris.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Zekers. Ik deel geheel met de heer Dassen de noodzaak tot aanpassing van de forfaits in de schenk- en erfbelasting, maar het antwoord op de vraag is het resultaat van allerlei omstandigheden over de afgelopen jaren. In 2009 is dit bijvoorbeeld nog geprobeerd, maar niet gelukt. Het is niet zo dat er 45 jaar niets is gebeurd. Het Onderzoek actualisatie rekenforfaits is 5 februari 2025 aan de Kamer gestuurd. Ik heb aangegeven dat de conclusie uit het onderzoek is dat het wenselijk is om de forfaits te actualiseren en dat ik voornemens ben de Kamer in een brief in het derde kwartaal van 2025 nader te informeren over de vervolgstappen tot actualisering, met inbegrip van een tijdpad voor aanpassing van relevante regelgeving. Het onderzoek biedt een goede basis voor actualisatie, maar heeft bijvoorbeeld geen rekening gehouden met gedragseffecten. In berekeningen van Deloitte is op lange termijn sprake van een opbrengst van 190 miljoen. Dat klinkt goed, maar in de eerste jaren na de actualisatie treedt een budgettaire derving op. Het bedrag dat Deloitte heeft genoemd, is nadrukkelijk een bovengrens. Nogmaals, de komende maanden ga ik daar verder naar kijken en zal ik met beleidsvoorstellen komen voor wat we hieraan zouden kunnen doen, want uiteraard komen we uit onszelf niet meer met heel veel beleidsvoorstellen.
Dan de brandstofaccijns. De heer Ergin vraagt wanneer het kabinet gaat stoppen met het zien van de automobilist als melkkoe en wanneer de tijdelijke accijnskorting wordt verlegd. Ik zou zeggen: on it. Dat is een onderwerp dat momenteel zeker op de agenda staat. Het kabinet komt nog voor de zomer met een contourenbrief over onze geliefde auto's. Dat schijnt in de volksmond "de autobrief" te zijn en ik weet dat hier hard aan wordt gewerkt. In deze brief staat het spanningsveld benoemd tussen de verschillende beleidsdoelen die we hierop hebben zoals betaalbaarheid, overheidsfinanciƫn en ook alles wat te maken heeft met klimaat.
Ik wil hier ook een beeld geven van de accijnsontwikkelingen over de tijd en de vergelijking met andere landen, met name de landen om ons heen. De ontwikkeling van de accijnstarieven weegt het kabinet in augustus als onderdeel van de integrale koopkrachtbesluitvorming. Daarbij wil ik alvast een paar details aan u meegeven. In 2022 was de benzineprijs heel hoog als gevolg van geopolitieke spanningen. Die is daarna flink teruggelopen. Ik zal u zeggen dat ik twee weken geleden zei "nou jongens, dat ziet er een stuk beter uit dan in 2022". Tegelijkertijd hebben we sinds een aantal dagen toch weer toenemende geopolitieke spanningen in een regio waar veel benzine vandaan komt. Hoe dit zich uiteindelijk in augustus zal vertalen tot wat wij aan beleidsopties hebben, zal ik u tijdig laten weten.
De voorzitter:
Ik zie dat u een interruptie heeft van de heer Ergin.
De heer Ergin (DENK):
Ik begrijp de staatssecretaris. Althans, ik begrijp hem niet, want de staatssecretaris verwijst naar een brief. Ik heb eigenlijk niks aan een loze verwijzing naar een brief. Ik heb het kabinet gevraagd om een reactie te geven. Wat vindt het kabinet van het feit dat bijvoorbeeld benzine, brandstof, in Zwitserland veel goedkoper is dan in Nederland? De staatssecretaris zegt dat hij wil kijken naar omringende landen, maar als je naar de top 50 kijkt, staat Nederland op nummer 3. Dat moet toch op z'n minst leiden tot zorgen bij het kabinet? Of is het antwoord alleen: er komt een brief aan en ik verwijs u naar de brief?
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Zoals ik u zei: het punt rondom de prijs van benzine heeft alles te maken met betaalbaarheid en met de overheidsfinanciƫn, maar ook met de manier waarop wij over klimaat denken. Daarin vergelijken wij ons met landen die in de Europese Unie zitten, en dan vooral de landen dichtbij. We zien ook veel grenseffecten, zoals mensen die over de grens gaan tanken. Ik ken trouwens weinig mensen die naar Zwitserland gaan om te tanken. Het is zeker niet het beleid van Nederland om het allergoedkoopste land ter wereld te zijn op het gebied van fossiele brandstoffen. U vraagt hoe ik dat vergelijk met Zwitserland. Ik kijk op dit moment vooral naar Belgiƫ en Duitsland. Dat zijn naast goede partners ook buurlanden, maar vooral landen waar de benzine op dit moment goedkoper is. En ja, ik zie dat er verschillen zitten in hoe je omgaat met accijns. Niet in de laatste plaats hebben wij in Nederland een systeem waarbij we de accijns ook nog eens elk jaar indexeren. Zelfs als wij vandaag zorgen voor een goed prijsniveau, zullen we volgend jaar weer indexeren, en Duitsland en Belgiƫ niet. Hier is veel over te zeggen. Dat is precies waarom ik een autobrief toezeg waarin ik dat allemaal netjes bespreek en onderbouw.
De heer Ergin (DENK):
Ik vind het fijn dat de staatssecretaris veel woorden gebruikt om zijn standpunt toe te lichten. Dat vind ik oprecht fijn. Dat is echt een compliment. Minister Heinen is karig met centjes, maar soms ook karig met woorden.
De voorzitter:
Dat vindt de voorzitter heel fijn, kan ik u vertellen.
De heer Ergin (DENK):
Sorry, voorzitter?
De voorzitter:
De voorzitter vindt het heel fijn dat er ook spaarzaam met tijd wordt omgegaan.
De heer Ergin (DENK):
OkƩ. Dan gaan we snel door. Betekent dit dat de optie voor de verlenging van een tijdelijke verlaging serieus op tafel ligt?
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Laat ik daar twee dingen over zeggen. Allereerst hebben wij allebei evenveel spreektijd. Hij heeft veel vragen en heeft daar weinig woorden voor nodig. Ik heb weinig vragen, maar heb daar veel woorden voor nodig.
De voorzitter:
Ik ga u als voorzitter ook vragen om spaarzaam met de tijd om te gaan.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Met betrekking tot uw vraag: alles ligt uiteraard op tafel. Goedbeschouwd moet de Miljoenennota gesteund worden door de Tweede Kamer. Uiteraard zal er ook nagedacht worden over hoe de Kamer dit weegt, met alle andere beleidsprioriteiten die genoemd worden. Daar hebben wij afspraken over gemaakt, de zogeheten begrotingsregels. Die beheert mijn collega. Als het specifiek gaat over accijns: ja, die voelen we, maar we voelen nog wel meer. Dit heeft onze aandacht. U vraagt of dat dan ook kan. Ja, alles kan.
De voorzitter:
De heer Ergin is tevreden.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik nog niet. Het is trouwens een zeldzame combinatie van succes tussen DENK en JA21, want wij zijn het hier een-op-een over eens. Wij hebben in Europa een accijns van ā¬0,53 op een liter benzine. In Nederland is dat ā¬0,79. Dat is bijna het dubbele. Het is echt killing voor de automobilist aan de pomp die nog op benzine rijdt. Ik vind dit toch wat hoop geven. Ik zou graag willen weten wanneer die autobrief komt. Minister Madlener zei: nou ja, sorry, dat gaan we gewoon niet meer redden. Hij was daar heel negatief over. Toen zag ik voor miljoenen automobilisten de hoop wegzakken, maar nu zie ik toch nog een kans dat wij met de autobrief in de hand zicht krijgen om de accijnsverhoging te keren. Wanneer krijgen we die brief? Dan kunnen we er op tijd mee aan de slag.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Voor de zomer.
De voorzitter:
Voor de zomer.
De heer Eerdmans (JA21):
De zomer? Maar die begint over drie dagen.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
De zomer in parlementaire termen begint volgens mij op 3 juli.
De heer Eerdmans (JA21):
De parlementaire zomer?
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Nee, in parlementaire termen.
De voorzitter:
Ik hoor dat de staatssecretaris aangeeft dat we voor het zomerreces ā dat is over twee weken ā een autobrief kunnen verwachten.
De heer Eerdmans (JA21):
Dat is goed. Dan houden we het tempo erin.
De voorzitter:
Ik zie veel interrupties. Hoeveel vragen heeft u nog, staatssecretaris?
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Ik heb er nog drie, denk ik.
De voorzitter:
Dan ga ik u even vragen om daar spoedig doorheen te gaan.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Dat zullen we doen.
De voorzitter:
Want we gaan hierna gelijk door naar de tweede termijn.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
De heer Dassen vraagt of de werkkostenregeling kan worden uitgebreid voor kleine ondernemers, zodat ook zij fiscaal vriendelijk de studieschuld van hun medewerkers zouden kunnen aflossen. De WKR heeft als doel te borgen dat er geen loonbelasting verschuldigd is wanneer een werkgever zakelijke kosten vergoedt aan diens werknemer. Om dat te bereiken, kent de WKR een aantal gerichte vrijstellingen, zoals voor reiskosten, studiekosten of de bekostiging van ICT-middelen. Er is daarnaast een algemene vrijstelling ā de zogenoemde vrije ruimte ā die extra groot is voor kleine werkgevers. Daarbinnen kunnen allerlei zaken onbelast vergoed worden. Ook een studieschuld zou eventueel uit deze vrije ruimte kunnen worden vergoed. Ik ben geen voorstander van het introduceren van een nieuwe, gerichte vrijstelling buiten de vrije ruimte. Bovendien is de WKR al een complexe regeling. Er wordt op dit moment onderzoek uitgevoerd om de WKR beter te richten. We kijken hoe we die regeling kunnen verbeteren, ook op het gebied van administratieve lasten en de doelen die we willen behalen. Ik zou graag die evaluatie afwachten voordat we besluiten nemen over een uitbreiding van de gerichte vrijstellingen.
De heer Flach vroeg waarom de opbrengst van de constructiebestrijding in de verbruiksbelasting van dranken ā het spreekwoordelijke vleugje zuivel ā niet wordt ingezet om de verbruiksbelasting om te zetten naar een suikerbelasting. Het kabinet heeft een stelpost afgesproken om constructies te beperken. De constructie "het vleugje zuivel" is ongeveer de meest zuivere vorm van een constructie. Sommige dranken worden alleen verkocht met een klein beetje zuivel, puur om de verbruiksbelasting te vermijden. Dit is niet geraamd, er is niet op geanticipeerd en we zijn dit nu aan het repareren. Als de omzetting naar een suikerbelasting plaatsvindt, zal dit budgetneutraal gebeuren. Het kabinet zal de Kamer hierover nog voor het zomerreces informeren, zoals eerder toegezegd. Overigens, als we deze constructiebestrijding al hadden ingezet bij de verbruiksbelasting, dan hadden we dat moeten dekken met de tabelcorrectiefactor. Dat zou hebben geleid tot minder lastenverlichting.
Dan de laatste vraag. Die was van het lid KostiÄ. Kan de staatssecretaris toezeggen dat het rapport van Oxfam Novib wordt meegenomen in de hervorming van het belasting- en toeslagenstelsel, de zogenoemde Groene Belastinggids? De focus van de hervorming ligt bij de inkomstenbelasting en de toeslagen, want daar is het probleem het grootst. We moeten echt toe naar een eenvoudiger stelsel. Zoals de Kamer met de motie-Kouwenhoven heeft gevraagd, stuurt het kabinet nog voor het zomerreces een brief hierover. Onderdeel van de belastinghervorming is de belastingmix. Daarover zal dit kabinet geen voorstel doen, want dat is aan een volgend kabinet. Daar kan ook gekeken worden naar het rapport van Oxfam Novib. Ook de verkiezingsprogrammaās kunnen daar gebruik van maken; wellicht zijn er partijen die daar grote voorstanders van zijn. Ik moet wel zeggen dat er ook een aantal voorstellen in het rapport staan, zoals een vermogensbelasting gebaseerd op COā-uitstoot, die dan 49 miljard zou moeten opbrengen. Dat is fors. Maar het is uitvoeringstechnisch heel ingewikkeld, omdat voor het te belasten vermogen moet worden vastgesteld hoeveel COā-uitstoot daarmee gepaard gaat. We hebben net een hele discussie gehad over box 3, die nu een opbrengst kent van ongeveer zes miljard. Als er draagvlak is in de Kamer om 49 miljard uit vermogen te halen, dan kunnen we daar natuurlijk altijd met elkaar over spreken.
De heer Dassen (Volt):
Ik had nog enkele vragen over nationale parken.
De voorzitter:
Nationale parken. De staatssecretaris kijkt wat twijfelachtig.
De heer Dassen (Volt):
Ik zal de vraag kort herhalen. Op 14 april heeft het ministerie van LVVN een manifest ondertekend met de nationale parken om te zorgen dat de beleidsagenda verder wordt uitgevoerd. Een week later besluit het kabinet om eigenlijk alle steun aan de nationale parken weg te bezuinigen. Het gaat om 5 miljoen per jaar. Die 5 miljoen heeft een hele grote impact op de manier waarop we kunnen recreƫren in Nederland en op de economische mogelijkheden. Het levert tenslotte tot 75 miljoen per jaar op. Dus ik vroeg mij af wat de achterliggende gedachte hiervan is. Is het niet een goed idee om deze bezuiniging terug te draaien? Wij hebben daar ook een amendement voor ingediend.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Dit heeft echt te maken met uitgaven. Dat is het taakgebied van mijn collega, die al aan het woord is geweest. Ik kan u geruststellen: wij gaan in ieder geval de nationale parken niet belasten.
De voorzitter:
Er is een amendement voor ingediend, begrijp ik. Ik kan me zo voorstellen dat hier in tweede termijn een reactie op komt. We moeten het even op die manier doen, want de minister is al aan het woord geweest.
De heer Dassen (Volt):
Het zou heel fijn zijn als daar dan een uitgebreide reactie op komt. Er wordt wel degelijk tot 2030 in totaal 25 miljoen euro aan subsidie weggehaald bij de parken.
De voorzitter:
Laten we hierop terugkomen in de tweede termijn.
Dan wil ik u hierbij hartelijk danken. We zijn aan het einde gekomen van de eerste termijn. We zijn al een flinke tijd met elkaar aan het debatteren. Er is ook uitvoerig met elkaar gesproken, zeker in de eerste termijn. Toen heb ik veel interrupties genoteerd. Dus mijn voorstel is het volgende. Ik verzoek de leden om zich in de tweede termijn te beperken tot de moties. Ik wil ook vragen of de interrupties uitsluitend over de moties kunnen gaan.
De heer Vijlbrief (D66):
Ik wil hier een punt van orde maken. De leden hebben zich allemaal keurig gedragen qua tijden. De reden dat we uitlopen is dat er een tweeminutendebat was dat echt veel langer dan twee minuten duurde. Ik vind het prima om mij te beperken. Ik zal me beperken in de tijd, maar dat het alleen maar over een motie mag gaan ⦠Ik heb namelijk geen motie, maar ik wil nog wel iets zeggen.
De voorzitter:
Het staat u vrij om wat te zeggen, maar ik zou u vriendelijk willen verzoeken ā¦
De heer Vijlbrief (D66):
Om dat kort te houden?
De voorzitter:
⦠om dat kort te houden. Zeer kort.
De heer Vijlbrief (D66):
Dat doen we sowieso.
De voorzitter:
En de leden die wel moties hebben, verzoek ik om zich te beperken tot de moties. De heer Van der Lee als eerste, namens GroenLinks-PvdA.
Termijn inbreng
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Ik zal me beperken. Laat ik maar beginnen met de motie.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Er is veel gesproken over onderwijs. Er ligt een amendement van ons om de hele bezuiniging op dat terrein van tafel te halen. Dat gaat specifiek om de onderwijskansenregeling. Die schrappen is echt een heel verkeerde maatregel. Ik heb ook andere voorstellen gezien. De dekking is nog niet goed rond, denk ik. Ik hoop wel dat we daar nog uitkomen. Misschien kan het kabinet een gebaar maken op dat terrein. Anders moeten we kijken wat we daar nog aan kunnen doen.
Tot slot nog iets over defensie. We gaan het er nog heel vaak over hebben. Maar ervoor kiezen om de zwakste schouders de zwaarste lasten op te leggen, via het niet verlagen van het eigen risico, via het ingrijpen in de bijstand en via het nog meer weghalen bij ontwikkelingssamenwerking: dat is echt een totaal asociale keuze. We hebben volop reden om flink campagne te gaan voeren met elkaar. Dan komen we na de zomer op Prinsjesdag bijeen en gaan we hopelijk een aantal zaken rechttrekken.
Dank u wel, voorzitter.
Nog ƩƩn opmerking, een puntje van orde. Ik moet om 19.00 uur naar een ander debat. Als ik dus eerder weg ben, heeft dat daarmee te maken.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan wil ik het woord geven aan de heer Van Dijck, namens de PVV.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Voorzitter, dank je wel. De PVV heeft ƩƩn amendement ingediend. Dat vraagt om de boodschappenbonus toch door te laten gaan en dat te dekken met het feit dat woningcorporaties niet hoeven te worden gecompenseerd voor een huurbevriezing die niet doorgaat. Dat is een amendement, want drie van de vier coalitiepartijen kunnen zich inderdaad helemaal niet herinneren dat er een verband was tussen huurbevriezing en de boodschappenbonus. Kennelijk verzint de minister dat verband er nu bij. Vandaar dat amendement. Daar komt bij dat het gaat om een tijdelijke dekking. Structureel is het nog steeds niet gedekt. Vandaar de volgende motie.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Zo heeft deze minister van Financiƫn 492 miljoen euro verdiend.
De tweede motie gaat over de etikettering. Bedankt voor de toezegging. Het zou goed zijn als we dat snel konden regelen, want feit is dat heel Nederland in Duitsland boodschappen doet. Dat zou de minister van Financiƫn toch een doorn in het oog moeten zijn. Alles lekt naar Duitsland, al onze belastingcenten. Het is gewoon te gek voor woorden dat we niet interveniƫren. Vandaar de volgende motie.
Dank u wel.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Nog ƩƩn motie.
De voorzitter:
Nog een motie? Dan moet u heel snel zijn.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ja, ik ben heel snel.
Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Vijlbrief.
De heer Vijlbrief (D66):
Voorzitter. Ik begon mijn bijdrage met het belang van luisteren naar mensen, omdat ze vooruit moeten kunnen in hun leven en met de zoektocht naar een woning, goede zorg, een betaalbare energierekening en het beste onderwijs. Ik heb vooral veel gesproken over onderwijs, omdat daar een bezuiniging ligt die voor ons een graat in de keel is. Ik merk in de Kamer dat dat breder het geval is. Sommige mensen verdedigen nog oude en slechte afspraken, maar je voelt dat er in de Kamer een heleboel partijen zijn die hier niet blij mee zijn, ook partijen die nu nog niet onder het amendement staan. Ik hoop dus dat we vanuit het midden, met NSC ā de heer Idsinga gaf een opening ā en anderen, want ik hoop ook op de VVD, kunnen samenwerken om deze bezuiniging die funest is voor het onderwijs, te voorkomen. Tegen de coalitie, of wat daar nog van over is, zou ik willen zeggen: een ezel stoot zich in het gemeen niet twee keer aan dezelfde steen. We hebben al een keer meegemaakt dat er op een blinde muur werd afgereden in de Kamer. In dit geval was dat de Eerste Kamer. Laten we deze oliedomme bezuiniging van tafel proberen te halen.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan mevrouw De Vries van de VVD.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Dank ook aan de bewindspersonen voor de antwoorden en de toezeggingen. Ik heb geen moties. Dat scheelt weer. Ik denk dat het belangrijk is dat we aangeven waar wij op inzetten. Dat heeft de VVD ook gedaan. We willen investeren in veiligheid en we willen zorgen voor de portemonnee van de Nederlanders. We hebben daarbij concreet aangegeven dat dat vooral om de middeninkomens moet gaan. Ook kiezen we radicaal voor groei. Dat is geen doel op zich, maar we willen gewoon de koek groter maken. We willen de verzorgingsstaat voor Nederland naar de toekomst toe groter maken en de bedrijven niet wegjagen. Ik denk dat dat heel belangrijk is, omdat we die nodig hebben.
Ik moet zeggen dat het debat af en toe wel wat hallucinant was. Laat ik het zo maar zeggen. Er worden allerlei moties en amendementen ingediend die óf niet gedekt zijn, óf waarvan de dekkingen wat discutabel zijn. Ik zou echt willen pleiten voor terughoudendheid en verantwoordelijkheid, ook in de voorstellen die we doen. Ik zet grote vraagtekens bij een groot aantal van deze voorstellen.
Ik zou ook nog de volgende vraag aan de minister willen stellen. We bespreken hier de Voorjaarsnota. We bespreken begrotingswijzigingen voor 2026. Ik zie heel veel voorstellen voorbijkomen voor veel verder liggende jaren. Ik ben benieuwd naar een reflectie van de minister daarop. Hoe gaat dat werken? We hebben het eigenlijk alleen over 2025. Ik zou aan degenen die niet deugdelijke dekkingen hebben meegegeven ā ik kijk dan met name naar het CDA en D66 ā willen vragen: kom met voorstellen voor een degelijke dekking. Dan kunnen we serieus naar voorstellen kijken.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan wil ik graag het woord geven aan mevrouw Van Dijk namens het CDA.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Dank je wel, voorzitter. Ik heb twee moties, met twee oplossingen voor de korte termijn.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Dan de volgende.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Dank je wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Van der Lee.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Ik heb hier toch even een vraag over. Ik hoorde de heer Bontenbal tijdens het debat over de val van het kabinet zeggen: we gaan geen rare dingen doen; we gaan niet zomaar ongedekte dingen voorstellen. Wat doet het CDA? Het komt met een voorstel dat een gat slaat in de begroting en het roept het kabinet op om dat te regelen. Wat is de dekking hiervoor?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Ik ben geen klimaatwoordvoerder, maar sommige interrupties verwacht je, dus die kun je voorbereiden. De opbrengst is nooit het doel geweest van de heffing. Deze was bedoeld als een stimulans voor verduurzaming. Opbrengsten vloeien terug naar de industrie via het Klimaatfonds. Als er geen opbrengst is, vloeit er dus niks terug, maar dan is er ten minste nog wel industrie die kan verduurzamen en kan bijdragen aan onze fiscale opbrengsten.
De voorzitter:
Tot slot, meneer Van der Lee.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Ik wil alleen maar aangeven dat er wel degelijk voorzien is dat er opbrengsten zijn. Waarom wil je anders die nationale kop eraf halen? Dat is namelijk het risico dat het CDA vreest. Dan moet je het ook dekken, en dat gebeurt nu niet. Dat constateer ik maar even.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Idsinga namens Nieuw Sociaal Contract.
De heer Idsinga (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Ook dank aan de bewindspersonen. We hebben het gehad over gratis bier. Wij doen daar niet aan. Waar wij vandaag wel aan doen, zijn consumptiebonnen, want ik heb hier een dekkingsvoorstel zonder wens. Dat betreft een motie die ik al een keer eerder heb ingediend. Die was toen ontraden, maar die is met een overgrote meerderheid in deze Kamer aangenomen. Ik heb deze motie destijds ingediend met mevrouw Maatoug en de heer Dijk. Die ziet op het eerlijk belasten van private-equitymanagers die gebruikmaken van de lucratiefbelangregeling. Deze motie ziet erop toe dat zij op dezelfde manier worden belast als andere hardwerkende Nederlanders.
Dan de motie.
Dank u wel. U heeft een interruptie van mevrouw De Vries.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Volgens mij is er recent nog een rapport verschenen. Daarin zijn een aantal zaken naar voren gekomen. Wij hebben gezegd dat deze regeling op zich goed werkt, maar afgezien daarvan loopt er volgens mij nog een consultatie naar variaties. Dus ik zou eigenlijk zeggen: dit is een ontijdig voorstel. Die consultatie is volgens mij namelijk nog niet afgelopen. Waarom houdt de heer Idsinga de motie niet aan? Want ik vind het zo toch een beetje een rare volgorde.
De voorzitter:
Houdt u de motie die net is ingediend aan?
De heer Idsinga (NSC):
Laten we even de appreciatie van onze staatssecretaris afwachten. Dan gaan we daarna beoordelen of we de motie wel of niet aanhouden.
De voorzitter:
We gaan door naar de volgende spreker. Dat is de heer Dijk namens de SP.
De heer Dijk (SP):
Voorzitter. Ik heb wat lange moties en daarom lees ik ze meteen maar voor.
De heer Dijk (SP):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik heb doorgekregen dat de heer Vermeer, de heer Ergin, het lid KostiÄ, de heer Van Houwelingen en de heer Grinwis afzien van hun tweede termijn. Nee, ik zie dat dat toch foutief is. Ik vond jullie al zo netjes klaarzitten!
Dan is nu het woord aan de heer Ergin namens DENK.
De heer Ergin (DENK):
Voorzitter, ik begon bijna aan mezelf te twijfelen. Ik heb vier moties en ƩƩn mededeling.
De eerste motie.
De heer Ergin (DENK):
Voorzitter. De volgende motie.
De heer Ergin (DENK):
Voorzitter. Ik had ook een amendement ingediend. Dat lijkt heel veel op een amendement dat door het lid Bamenga is ingediend. Twee identieke amendementen lijkt me onzinnig. Daarom trek ik mijn amendement bij dezen in.
De voorzitter:
Dank u wel. Dat is bij dezen genoteerd. U trekt uw amendement in. Dank u wel.
Dan is nu het woord aan het lid KostiÄ.
Kamerlid KostiÄ (PvdD):
Dank, voorzitter. Burgers willen actie voor klimaat en natuur, maar dit kabinet schuift de rekening door naar onze kinderen en weigert verantwoordelijkheid te nemen voor onze toekomst, ook in deze Voorjaarsnota. Dat is voor ons echt onacceptabel. Investeren in klimaat en natuur is niet alleen noodzakelijk voor onze veiligheid, maar is ook gewoon slim beleid. Het levert uiteindelijk gewoon geld op. Niet kiezen voor groen kost ons juist bakken vol met geld en onze veiligheid. Daarom hebben wij een motie.
Hierbij trek ik ook ons amendement over UNRWA in. Er liggen vergelijkbare amendementen; mijn collega van DENK had het er al over. We bundelen graag onze krachten op dit belangrijke onderwerp.
Dan de motie.
Kamerlid KostiÄ (PvdD):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik hierbij aan dat het lid KostiÄ haar amendement intrekt over de UNRWA.
Dan is het woord aan de heer Flach namens de SGP.
De heer Flach (SGP):
Dank, voorzitter. Dank ook aan de beide bewindslieden voor het debat, hoewel ik een deel van hun beantwoording later zal moeten terugkijken.
Het is denk ik wel gebleken dat voor de SGP investeren in het gezin belangrijk is. In het bijzonder geldt dat wat betreft eenverdieners, maar ook voor de mensen met de middeninkomens zetten we ons graag blijvend in. Daarom twee moties.
De heer Flach (SGP):
Voorzitter. De tweede motie is wat korter.
Dank u wel. Ik kijk even of de heer Grinwis nog deel wil nemen aan de tweede termijn. Ja, dat is het geval. De heer Grinwis van de ChristenUnie.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Ik dank de bewindslieden voor hun beantwoording, die ik helaas grotendeels zal moeten terugluisteren vanwege de stikstofverplichting elders in dit huis. Altijd gezellig, al was het deze keer wat minder gezellig. Ik dank ook collega Tony van Dijck, die er nu niet is, voor, opnieuw, de prettige gedachtewisseling.
Volgens mij zijn er nog niet-afgeronde antwoorden gegeven op een aantal van mijn vragen door de minister. Dat komt ook doordat de amendementen volgens mij nog moeten worden geapprecieerd in de tweede termijn. Ik heb gevraagd of zaken ten aanzien van de huurbevriezing nou zodanig zijn geregeld dat ik mijn amendement veilig en wel kan intrekken ā daar hoop ik zo uitsluitsel over te krijgen ā en of de motie die gisteren is aangenomen over de huurtoeslag en het niet optredende inverdieneffect netjes wordt uitgevoerd door deze minister, zodat dat niet ten koste gaat van VRO en de huurtoeslag.
Dan de aanvullende post. Ik weet niet of de minister daar in zijn eerste termijn op is ingegaan. Ik was wel benieuwd naar wat er gebeurt met de gelden die op de aanvullende post staan waar mensen in het land al op rekenen en op basis waarvan ze al plannen aan het maken zijn. Hoe zal daarmee omgegaan worden? Kan de minister daar misschien op korte termijn, het liefst voor de zomer en anders uiterlijk rond de augustusbesluitvorming, duidelijkheid over geven?
Dan de onderwijskansenregeling. Er is breed in de Kamer bezorgdheid over het idee dat daarop bezuinigd wordt, dat die wegbezuinigd wordt. Wil de minister daarin met ons meedenken? De hele 400 miljoen is natuurlijk de inzet van het amendement, maar de meeste pijn zit vooral bij de onderwijskansenregeling. Daarom mijn vraag of de minister daar misschien iets meer duiding op kan geven, omdat we toch over een paar weken moeten gaan stemmen over de diverse amendementen die hier voorliggen.
Voorzitter. Tot zover in deze tweede termijn.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Dan wil ik het woord geven aan de heer Dassen, namens Volt.
De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Dank aan de bewindspersonen. Ik heb twee moties. Op eentje heb ik, naar aanleiding van het interruptiedebatje met de minister, mijn best gedaan.
De heer Dassen (Volt):
Voorzitter. Dan nog een tweede motie, naar aanleiding van het antwoord van de staatssecretaris. Ik ben even benieuwd hoe de appreciatie hierop is, om te kijken of 'm ik inderdaad indien of dat ik 'm intrek.
Hartelijk dank.
De heer Dassen (Volt):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dan is de laatste spreker de heer Eerdmans, namens JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, dank je wel. Naast de amendementen van JA21 over het gevangeniswezen, de IND en de rechtspraak, heb ik twee moties.
De heer Eerdmans (JA21):
Dank u wel. En bedankt voor de antwoorden.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Dat betekent dat we aan het einde zijn gekomen van de tweede termijn van de Kamer. Ik schors het debat voor iets meer dan tien minuten. Dat betekent dat we om 19.05 uur de vergadering weer heropenen voor de tweede termijn van de zijde van de regering.
De voorzitter:
Hierbij heropen ik de vergadering. Aan de orde is het debat over de Voorjaarsnota. We zijn inmiddels beland bij de tweede termijn van de regering. De minister zal de appreciatie geven op bepaalde amendementen. Hij heeft aangegeven dat de amendementen die bij de vakministeries horen daarnaartoe doorgeleid worden en volgens mij per brief worden afgedaan. Hij zal beginnen met de moties.
Het is inmiddels 19.05 uur en het debat hierna had al moeten beginnen, dus ik wil de Kamerleden verzoeken om zich te beperken met de interrupties. Dat wil zeggen dat ik alleen interrupties van de indiener toesta om verduidelijking te krijgen over de appreciatie van de motie of het amendement. En dat ƩƩn keer. Het woord is aan de minister.
Termijn antwoord
Minister Heinen:
Als de leden vragen: zei u nu "ontraden" of niet? Die verduidelijking.
Voorzitter. Er lagen nog een paar vragen; die zal ik beantwoorden. Vervolgens zal ik naar de moties gaan; die zal ik appreciƫren. En dan ligt er nog een stapel amendementen. Een deel daarvan ziet op de wijzigingen binnen de begroting zelf; die geleid ik door naar de collega's in het kabinet. Dan kunt u dat daarbij betrekken. Er zijn een aantal amendementen die zien op het verschuiven over begrotingen; die zal ik appreciƫren. Gezien de tijd ga ik dat op tempo doen, maar ik zal u toezeggen dat wij nog met een verzamelbrief komen, waarin we alle amendementen onder elkaar zetten, met de appreciaties. Dat zullen we u voor de stemmingen doen toekomen, maar ik weet dat er nog veel amendementen bij kunnen komen of gewijzigd kunnen worden. Ik zal het nu dus op tempo doen, maar u hoeft niet per se mee te schrijven, want het zijn veel nummers en indieners. U krijgt nog een brief van mij. Dan kunnen we het tempo erin houden.
De voorzitter:
Dank u wel.
Minister Heinen:
Ik begin bij een aantal vragen die waren gesteld. De heer Flach had een vraag over het kindgebonden budget en wat nou precies de inkomenseffecten zijn als je knikpunten of afbouwpaden anders vormgeeft. Laat ik daarop zeggen dat het kabinet hier gedetailleerder op in zal gaan in de memorie van toelichting bij dit voorstel, met varianten. Dan is de Kamer ook volledig geĆÆnformeerd op dit punt.
Ik had nog een vraag van mevrouw De Vries liggen om een reflectie op de voorstellen voor na 2025. Dank voor deze vraag. Ik denk dat het goed is dat de Kamer beseft dat we vandaag de Voorjaarsnota bespreken. Over de Voorjaarsnota wordt op zichzelf niet gestemd, maar wel over de suppletoire begrotingen. Die zien toe op het lopende jaar. Er zijn veel amendementen ingediend met wijzigingen in het lopende jaar, maar ook veel met wijzigingen in het lopende jaar met een doorwerking naar het volgende jaar, en ook amendementen die zien op het jaar erna. Dat zijn eigenlijk amendementen die bij de begroting zouden moeten worden ingediend. Dat zeg ik even voor de juridische zuiverheid. Ik geloof dat een oppositiepartij het in het verleden nog weleens "juridisch vandalisme" noemde, maar deze manier van amendementen indienen is nu cultureel erfgoed geworden. Dat maakt het overzicht wel lastig, dus ik zal proberen het ook aan te geven in de overzichtsbrief. Dat is in antwoord op mevrouw De Vries. Er worden nu veel amendementen ingediend die eigenlijk beter bij een begroting zouden kunnen worden ingediend, maar de Kamer gaat daar uiteraard zelf over.
Dan was er nog een vraag van de heer Dassen over natuurgebieden en wel of geen ombuigingen op dat punt. De minister van LVVN heeft de Kamer een appreciatie gestuurd van het amendement over nationale parken. Daarin wordt de vraag ook beantwoord. Daar wil ik graag naar verwijzen, gezien de tijd.
Voorzitter. De heer Grinwis had nog de vraag of hij zijn amendementen kan intrekken. Uit zuiverheid geef ik natuurlijk aan dat hij daar zelf over gaat. Dit zag specifiek op de huurtoeslag. De heer Grinwis had geconstateerd, voordat ik de brief had gestuurd, dat de huurbevriezing een inverdieneffect heeft. Nogmaals, die inverdieneffecten gaan terug naar de compensatie van woningcorporaties voor sociale woningbouw en naar de boodschappenbonus. Aangezien de huurbevriezing niet doorgaat, vervalt ook het budget van de compensatie en de boodschappenbonus. De heer Grinwis had daar een amendement over ingediend om dat ook in die ere te herstellen; dat hadden wij ook als nota van wijziging kunnen doen, maar ik verwerk dit bij de Miljoenennota. In die zin kan de heer Grinwis zijn amendementen dan ook intrekken, omdat dat het logische gevolg is van de keuzes die in het kabinet zijn gemaakt. Dan wordt dat ook bij de Miljoenennota gezien. Mocht dat niet naar tevredenheid zijn, dan kan de heer Grinwis bij die begroting uiteraard een amendement indienen.
Als laatste verwees de heer Grinwis ook nog naar een aangenomen motie. Die zal ik uiteraard ook betrekken bij de Miljoenennota.
Voorzitter. Dan wil ik naar de moties gaan. Er zijn veel moties ingediend. Gelet op de klok zal ik ze op tempo appreciƫren. Ik begin bij de motie op stuk nr. 6 van de heer Van der Lee. Die zou ik willen ontraden vanwege de scheiding van inkomsten en uitgaven, waarmee dit op gespannen voet staat. Ik hou me aan de regels voor begrotingsdiscipline, zoals we die met elkaar in het hoofdlijnenakkoord hebben afgesproken.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 6 van de heer Van der Lee is ontraden.
Minister Heinen:
Ook de motie-Van Dijck op stuk nr. 7 wordt ontraden. De wet is ingetrokken.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 7 van het lid Van Dijck is ontraden.
Minister Heinen:
Dan de motie-Van Dijck op stuk nr. 8. Ik zou willen vragen om die aan te houden, want ik heb al toegezegd dat de minister van Economische Zaken en de staatssecretaris VWS met een reactie zullen komen. Vervolgens zegt de heer Van Dijck: ga het nu regelen. Als hij de motie zo indient, zou ik zeggen: ontraden. Maar ik zou de heer Van Dijck ook kunnen vragen om de motie aan te houden en dan eerst de reactie van het kabinet af te wachten voordat er gelijk een oordeel wordt geveld. Dat is altijd al de goede volgorde.
De voorzitter:
De heer Van Dijck gaat het verlossende antwoord geven aan de interruptiemicrofoon.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik wil de motie best aanhouden, maar ik wil niet dat dit op de lange baan wordt geschoven. Komt die reactie binnen een week of twee weken, nog voor het zomerreces? Ik wil wel meters maken, want zoals u weet, zijn de prijsverschillen gigantisch.
Minister Heinen:
Ja. Dan zal ik mijn collega's vragen om in ieder geval voor de zomer, voor de laatste stemming, met een brief te komen over wat de acties zijn. Dan kan de heer Van Dijck nog overwegen om de motie in te dienen. Ik denk wel dat zij langer nodig hebben, want de heer Van Dijck roept ook op om het te regelen. Daar is natuurlijk meer tijd voor nodig, maar ik snap dat hij wil weten of hij de motie alsnog in stemming wil brengen voordat het zomerreces ingaat. Dan zal er dus een klein procesbriefje zijn kant opkomen.
De voorzitter:
Helder. Dus de motie op stuk nr. 8 is ontraden.
Minister Heinen:
Nee, aangehouden.
De voorzitter:
Nee.
Minister Heinen:
O, excuus, voorzitter.
De voorzitter:
U ontraadt de motie en de heer Van Dijck geeft aan zijn motie aan te willen houden.
Minister Heinen:
Dank u wel, voorzitter. Ik ga ook helemaal niet over de orde; daar gaat u over.
Dan de motie op stuk nr. 9 over het in beeld brengen van de gevolgen van het economische beleid. Dat kan. Alleen zijn de beleidsvoorstellen waarvan naar de effecten wordt gevraagd, waar mevrouw Van Dijk en de heer Vijlbrief op wijzen, er pas in het derde kwartaal en de Miljoenennota komt eerder. Ik kan 'm oordeel Kamer geven, maar dan wil ik 'm wel zo kunnen uitleggen dat de minister van EZ dit zal doen als hij zijn plannen presenteert. Om dat in de Miljoenennota te doen, is gewoon te vroeg; dan hebben wij de beleidsplannen niet, dus dan kan ik de effecten ook niet in kaart brengen. Ik kijk even de indieners aan. Mag ik 'm zo lezen?
De heer Vijlbrief (D66):
Ik speel even mevrouw Van Dijk, die de opsteller is; ik heb mij daarbij aangesloten. Die plannen zouden allemaal bekend worden in het derde kwartaal. Blijft dat schema gewoon zo? Sorry, het is een lange dag geweest.
Minister Heinen:
Dat is het voor ons allemaal. Uiteraard kunnen wij in kaart brengen wat de gevolgen zijn van de financiƫle claims. Dat vraagt de motie. Alleen vroeg de motie ook om dat bij de Miljoenennota te doen, maar de Miljoenennota is er eerder dan die plannen, waardoor ik er in de Miljoenennota niet op in kan gaan. Het verzoek in de motie om wel in te gaan op de effecten kunnen we uiteraard uitvoeren, maar, nogmaals, dan wordt het wat later. Dan is dus even de vraag of u het in de Miljoenennota wil, want dan moet ik hem ontraden.
De heer Vijlbrief (D66):
Ik moet even overleggen. Laten we hem maar even aanhouden. Ik moet even overleggen met mevrouw Van Dijk.
De voorzitter:
Dat gaan we doen. Dan moet ik toch opschrijven dat hij dan ontraden is, omdat ik niet bij mevrouw Van Dijk kan controleren of zij akkoord gaat met deze interpretatie. De motie op stuk nr. 10 van mevrouw Van Dijk is daarmee ontraden. Dat nemen we mee.
Minister Heinen:
Ik zeg er gelijk bij: we kunnen dit gewoon in kaart brengen, maar dat komt wat later in de tijd.
De voorzitter:
Ik mis de motie op stuk nr. 9 van de heer Tony van Dijck. O, die is voor de staatssecretaris. U heeft helemaal gelijk. De motie op stuk nr. 11.
Minister Heinen:
Ik heb de motie wel in mijn set. Heb jij 'm ook in je set, geachte collega? Ja. Die parkeer ik dan even. Ik doe de moties niet allemaal, omdat een aantal op de fiscaliteit ziet. We proberen op het eind nog even te kijken of er iets op de zeef is blijven liggen.
Dan ga ik naar de motie op stuk nr. 13 van de heer Dijk. Die wil ik ontraden, wederom vanwege de scheiding van inkomsten en uitgaven, want de motie doet onrecht aan die regel uit de begrotingsdiscipline.
Dan de motie op stuk nr. 14 van Van Dijk. Die is ontraden, omdat ik de dekking niet degelijk acht. De uitgaven aan externe inhuur liggen vast, omdat daar natuurlijk ook beleid achter zit.
De voorzitter:
Hartstikke goed. De moties op de stukken nrs. 13 en 14, beiden van Dijk, zijn ontraden. Ja, dat is verwarrend.
Minister Heinen:
Dijk, sorry. Ik had Van Dijk opgeschreven, maar het is Dijk. We hebben twee Van Dijks: een chique variant van de PVV, met "ck", en een gewone variant met de "k", van het CDA. En we hebben Dijk, die de zaal heeft verlaten, van de SP.
De voorzitter:
We zouden zo kunnen polderen met z'n allen.
Minister Heinen:
Ik vond het mooi om te benadrukken dat de PVV de chique variant heeft.
Dan was er nog de motie van de SP, van Dijk, op stuk nr. 15. Die heeft ook geen dekking, dus die ontraad ik.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 15: ontraden.
Minister Heinen:
Dan de motie op stuk nr. 16, de motie van de heer Dijk. Die ontraad ik. Die verzoekt de regering in te grijpen in prijsmechanismes. Dat gaan we niet doen. Daarin wordt het Franse voorbeeld genoemd en ik zou Frankrijk niet als economisch voorbeeld willen nemen.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 16: ontraden.
Minister Heinen:
Dan de motie op stuk nr. 17. Die zou ik willen ontraden, want die is ook ongedekt.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 17 van de heer Ergin: ontraden.
Minister Heinen:
De motie op stuk nr. 18 zou ik ook ontraden, omdat het kabinet simpelweg andere keuzes maakt.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 18 van de heer Ergin: ontraden.
Minister Heinen:
De motie op stuk nr. 19 zou ik ook ontraden vanwege gebrek aan dekking.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 19 van de heer Ergin: ontraden.
Minister Heinen:
Ik heb het gevoel dat deze appreciaties niet als een verrassing komen. De motie op stuk nr. 20: ook ontraden. Hiervoor is wederom geen dekking.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 20 van de heer Ergin: ook ontraden.
Minister Heinen:
De motie op stuk nr. 23 van de heer Flach en de heer Van der Lee zou ik ook willen ontraden, want koopkracht doen we echt in augustus. Het zou onverstandig zijn om dat nu al te doen.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 23: ontraden.
Minister Heinen:
Dan de motie op stuk nr. 24 van de heer Dassen. Dank voor de uitdagende omschrijving. Ik zou hier wel willen zeggen dat het kabinet demissionair is, dus er past ook terughoudendheid bij het uitvoeren van beleid, zeker op zo'n precair onderwerp, dat natuurlijk ook in de coalitie wat gevoeliger ligt. Ik ontraad deze motie dus.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 24 van de heer Dassen is ontraden.
De heer Dassen (Volt):
Dat verbaast mij enigszins, want juist als het kabinet wat terughoudendheid past, zou ik zeggen: dan laten we het aan de Kamer. Dan kan de Kamer er een uitspraak over doen, dus dan hoeft de minister dat niet te doen.
Minister Heinen:
U vraagt mij een oordeel, en dan zou ik 'm ontraden. Uiteindelijk gaat u natuurlijk over de stemming.
Dan de motie op stuk nr. 26 van de heer Eerdmans. Die zou ik ook ontraden vanwege de scheiding van inkomsten en uitgaven. Ik hecht aan de begrotingsdiscipline.
De motie op stuk nr. 27 van de heer Eerdmans zou ik ook ontraden, want die is in strijd met de afspraken in het hoofdlijnenakkoord.
De voorzitter:
Dank u wel. De moties op stukken nrs. 26 en 27 van de heer Eerdmans zijn ontraden.
Minister Heinen:
De staatssecretaris gaat ook nog moties appreciƫren. Dan kijken we even of we alles hebben gedaan. Volgens mij gaat het goed.
De voorzitter:
Dat vind ik een goed voorstel.
Minister Heinen:
Dan wil ik naar de amendementen gaan. Deze ga ik op tempo doen, met veel nummers. Nogmaals, hier komt nog een brief over, zeg ik ook tegen de heer Grinwis. Dan kunt u het ook nog nalezen.
Ik begin bij het amendement van de heren Grinwis en Ceder. Dat zou ik ontraden vanwege ondeugdelijke dekking. Dat is het amendement op stuk nr. 11 (36725-XV).
De voorzitter:
We pakken het er even bij. We krijgen voor de stemmingen dus nog een overzicht waarin dit allemaal netjes staat opgeschreven. Dat gaat ons enorm helpen. Het amendement op stuk nr. 11 van de heer Grinwis is dus ontraden.
Minister Heinen:
Ja. Voorzitter, ik hoop dat dit goed gaat, want we gaan het op tempo doen. Maar nogmaals, ik kom ook nog met een brief.
Het amendement op stuk nr. 6 (36725-XV) van de heer Van Kent zou ik ontraden vanwege ondeugdelijke dekking.
De voorzitter:
Het amendement van de heer Van Kent met dat nummer is ontraden.
Minister Heinen:
Het amendement op stuk nr. 5 (36725-XXII) van de heer Grinwis is overbodig. Volgens mij is "overbodig" tegenwoordig ook een officiƫle appreciatie.
De voorzitter:
Dat klopt. Dat is een officiƫle appreciatie.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter, ik ga u helpen.
De voorzitter:
Dat is fijn.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ja, voorzitter, ik ga u helpen. Dit gaat namelijk over het amendement over de huurbevriezing. Het amendement op stuk nr. 5 (36725-XXII) trek ik hierbij in, omdat dit onzalige plan inmiddels is ingetrokken. De uitvoering van mijn motie volg ik met belangstelling, maar dat heb ik de minister net horen zeggen.
De voorzitter:
Dank u wel.
Minister Heinen:
Het is even puzzelen. Er ligt echt nog wel een stapel amendementen, voorzitter.
De amendementen op de stukken nrs. 3 en 5 (36725) van de heer Eerdmans wil ik ontraden. De minister-president heeft bij het debat over de regeringsverklaring al toegezegd dat er geen verandering zal plaatsvinden bij de 200 miljoen waar de heer Eerdmans zijn amendement op heeft ingediend.
De amendementen op de stukken nrs. 3 en 5 (36725) van de heer Eerdmans zou ik ook willen ontraden. Ik verwijs naar dezelfde toelichting. Dat is de schuif: de plus en de min.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
ā¦
Minister Heinen:
Wat zegt u? Ook nog het begrotingshoofdstuk? Ik zal het in de brief zetten. Ik probeer het ā¦
De voorzitter:
Ik herhaal bewust niet wat er buiten de microfoon wordt gezegd, omdat we op de brief wachten. Ik verwacht dat het daarin allemaal heel nauwkeurig staat.
Minister Heinen:
Ik kan het zorgvuldig doen, maar dan moeten we echt meer tijd nemen. Als u wilt dat ik dit in vijf minuten doe, moeten we echt even ā¦
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik wil daarom voorstellen om het gewoon schriftelijk te doen, want ze zijn niet compleet en het gaat te snel. We hebben ze niet allemaal voor onze neuzen. Beter schriftelijk, denk ik dan.
De voorzitter:
Ik kijk even naar de rest van de Kamerleden. Is iedereen ermee akkoord dat we dit verder schriftelijk afdoen? Ja? Ik zie overeenstemming.
Minister Heinen:
Ik heb ze hier voor me.
De voorzitter:
Ik vind het fantastisch dat ze allemaal voorbereid zijn en voorliggen, maar laten we het even schriftelijk afdoen.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
De vraag is dan wel wanneer wij die brief gaan krijgen. De stemmingen zijn volgens mij dinsdag over een week. Of zijn die nog later?
Minister Heinen:
Ik kan u sturen wat ik hier voor me heb liggen, maar de amendementen willen ook nog weleens wijzigen. Ik heb dus voorgesteld om sowieso voor de stemmingen een eindbrief te sturen. Het is natuurlijk aan u of u nog moties wijzigt. Maar wat ik nu voor me heb liggen, kan ik u ook schriftelijk doen toekomen. Er gaat een nietje doorheen en dan kunt u het nalezen.
De voorzitter:
Dan hebben we ze bij dezen afgehandeld.
Minister Heinen:
Ja? OkƩ. Ik denk dat dat wel tijd scheelt, voorzitter.
De voorzitter:
Hartstikke mooi. Hartelijk dank. Dan wil ik graag het woord geven aan de staatssecretaris.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Voorzitter, dank. We beginnen met de motie op stuk nr. 9. Die verzoekt de regering om de btw-verhoging op cultuur, media en sport alsnog door te laten gaan en de inkomstenbelasting niet te verhogen via het beperkt toepassen van de tabelcorrectiefactor. Die moet ik helaas ontraden. De reden is dat wij daar na uitvoerige debatten met uw Kamer andere keuzes in hebben gemaakt.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 9 van de heer Van Dijck is ontraden.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
De motie op stuk nr. 11 van mevrouw Van Dijk: ontraden. Die motie verzoekt de regering om de nationale CO2-heffing voor industrie af te schaffen. De nationale Klimaatwet met het klimaatdoel voor 2030 is met brede steun aangenomen, inclusief het CDA. Dit betekent ook een opgave voor de industrie. CO2-heffing is een belangrijk onderdeel van het klimaatbeleid. Het geeft bedrijven namelijk een prikkel om te verduurzamen. Dit is onderdeel van het totaalpakket, waarin het kabinet ook subsidies ter beschikking stelt. Het kabinet wil de industrie extra tijd geven om te verduurzamen en verplaatst daarom het heffingsdoel van CO2-heffing van 2030 naar 2032. Het kabinet staat open voor alternatieven die de reductie borgen naast de subsidies en gaat hierover in gesprek met de industrie. Het zomaar afschaffen van deze heffing brengt de klimaatdoelen verder uit beeld. Dat is onverstandig en dat raad ik af.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 11 van mevrouw Van Dijk is ontraden.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
De motie op stuk nr. 12 van de heer Idsinga heeft betrekking op het indienen van een wetsvoorstel inzake lucratief belang. Ik verzoek u vriendelijk om deze aan te houden. De internetconsultatie loopt nog of is net afgerond. We zijn bezig met een brief. Die sturen wij in de komende twee weken. Die kan betrokken worden bij het commissiedebat over nationale fiscaliteit.
De heer Idsinga (NSC):
Dank aan de staatssecretaris. Wanneer kan ik die brief verwachten?
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Voor het commissiedebat over nationale fiscaliteit. Dat is 3 juli aanstaande.
De heer Idsinga (NSC):
3 juli aanstaande. Dan breng ik 'm in de laatste week voor het reces in stemming. Dan zou ik in die brief graag ook een schriftelijke appreciatie op deze motie tegemoet willen zien. Kan de staatssecretaris mij dat toezeggen?
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Dat is een hele goede. Ik weet niet of we daar voldoende tijd voor hebben. Dan wordt het, denk ik, september, vanwege het feit dat wij hebben afgesproken dat alle kabinetsappreciaties via zowel de onderraden als de ministerraad gaan. Ik vraag me af of dat gaat lukken in een periode van twee weken.
De voorzitter:
We gaan hier niet de hele tijd over en weer onderhandelen over de motie. Volgens mij is de motie ontraden.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Correct. Nee, aanhouden is mijn advies.
De voorzitter:
Maar dat is geen advies dat u kan geven. U mag haar appreciƫren.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Ontijdig wordt het dan.
De voorzitter:
Dan vraag ik de heer Idsinga of hij de motie wil aanhouden.
De heer Idsinga (NSC):
Ik hou haar aan tot de laatste stemming voor het zomerreces.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 12 heeft het oordeel ontijdig gekregen.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Dan maken we een sprong naar de motie op stuk nr. 21, als ik mijn administratie op orde heb, van het lid KostiÄ. Daarin wordt de regering verzocht bij het vormgeven van belastinghervormingen gebruik te maken van de inzichten uit de Groene Belastinggids en het PBL te verzoeken om de zes fiscale maatregelen uit de Groene Belastinggids te betrekken bij de doorrekening in de Klimaat- en Energieverkenning 2025. Die moet ik ontraden. We zijn een demissionair kabinet. Ik denk dat dit echt iets is voor het volgend kabinet. Ik weet bijvoorbeeld dat het Planbureau voor de Leefomgeving geen nieuwe toevoeging meer kan doen aan de KEV. Om die reden ontraad ik de motie.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 21 van het lid KostiÄ is ontraden.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Dan zitten wij bij de motie op stuk nr. 22 van de heer Flach. Daarin wordt de regering verzocht in het Belastingplan voorstellen te doen om de kloof tussen een- en tweeverdieners te verkleinen. Daar hebben we net een heel debat over gehad. Dit kabinet is daar geen voorstander van, onder andere vanwege het feit dat wij graag zien dat iedereen die kan werken ook bijdraagt aan de maatschappij en werken lonen moet. Eventuele groepen in de knel hebben de aandacht van het ministerie SZW om daar met gericht beleid te zorgen voor andere oplossingen voor de mensen die niet kunnen. Om die reden moet ik de motie ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 22 is ontraden.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Dan de motie op stuk nr. 24. Die kreeg ik net nog even.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 24 is al ontraden. Ze is dubbel ontraden. Dat is toch wel een zware appreciatie. Meneer Flach, ik denk dat u een vraag heeft over uw motie.
De heer Flach (SGP):
Ja. Ik moest het even op mij laten inwerken. Ik weet niet of de heer Van Oostenbruggen zich realiseerde dat hij paarse retoriek aan het voorlezen was. Ik wilde toch even gemarkeerd hebben dat bijdragen aan de samenleving niet gelijk is aan betaald werk. Er zijn talloze andere daginvullingen die ook bijdragen aan de samenleving en die niet betaald worden. Dat wil ik wel gemarkeerd hebben.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Als dat zo overkomt, excuus aan de heer Flach, want dat is absoluut niet het punt dat ik hier heb willen maken. Ik ben het roerend met hem eens.
De motie op stuk nr. 24 is dus dubbel ontraden.
De motie op stuk nr. 25 heb ik hier. Dat is een motie van de heer Dassen om te komen tot een gerichte vrijstelling in de WKR voor de vergoeding van studieschuld voor werknemers bij start-ups. Deze wil ik ook op ontijdig zetten, vanwege het feit dat de evaluatie naar de werkkostenregeling nog niet is afgerond en ik ook toegezegd heb dat ik naar aanleiding van die evaluatie in zal gaan op eventuele beleidsopties en die dan ook graag met de Kamer bespreek. Ik zie de heer Dassen overigens niet.
De voorzitter:
Nee, ik zie de heer Dassen ook niet. Dan is de motie op stuk nr. 25 ontijdig en blijft ze gewoon in stemming.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
Helder. Dan heb ik nog een laatste motie. Dat is de motie op stuk nr. 11 (36740) uit het Verantwoordingsdebat. Die moest nog geapprecieerd worden. Dat is een motie van mevrouw De Vries. Daarin wordt de regering verzocht een verantwoording in de vorm van een jaarlijks bericht aan de belastingbetaler vorm te geven en in te voeren, gelijk aan hoe dat in het Verenigd Koninkrijk is gebeurd. Die kan ik oordeel Kamer geven. Ik snap het voorstel van mevrouw De Vries goed. Ik vind het ook sympathiek. Het is belangrijk om als overheid verantwoording af te leggen aan de belastingbetaler. Ik wil wel even goed kunnen onderzoeken hoe we dit makkelijk kunnen uitvoeren. Mocht de motie worden aangenomen, dan vraag ik wel enige lenigheid van denken in de uitvoering van deze motie. Maar als ik die lenigheid van denken krijg, dan kan ik deze oordeel Kamer geven.
De voorzitter:
U krijgt deze lenigheid van denken, zie ik door het knikje van mevrouw De Vries. Dat betekent dat de motie op stuk nr. 11 van mevrouw De Vries, die ingediend is bij het Verantwoordingsdebat, oordeel Kamer heeft gekregen. Wij zijn volgens mij aan het einde gekomen van dit debat.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen:
De checkvraag is of de administratie nu compleet is.
De voorzitter:
Ja, de administratie is compleet. Iedereen is volgens mij gelukkig en voldaan. Dat is weer te veel van het goede, hoor ik in de zaal. Dat betekent dat we aan het einde zijn gekomen van dit debat.
De voorzitter:
Over de moties die zijn ingediend, gaan we dinsdag stemmen. Over de amendementen wordt gestemd in de laatste week voor het zomerreces, nadat de behandeling in de vaste commissies is afgerond. Een aantal van deze commissies houdt namelijk nog een wetgevingsoverleg. Dan wil ik u hartelijk danken. Ik schors de vergadering tot 20.00 uur voor de dinerpauze. Dan gaan we verder met het debat over de Europese top.
Termijn inbreng
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het debat over de Europese top van 26 en 27 juni 2025. Ik heet de leden van de Kamer van harte welkom en minister-president Schoof in vak K. We zijn later begonnen dan we met elkaar wilden, dus ik stel vier interrupties van maximaal 45 seconden voor in deze eerste termijn. Ik probeer een goed inhoudelijk debat te voeren en geef de heer Ceder zo meteen het woord, maar ik probeer ook op een normaal tijdstip te eindigen zodat we elkaar een beetje heel houden.
De heer Ceder voor zijn eerste interruptie.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik heb een kort ordevoorstel. Ik wil inderdaad ook een inhoudelijk debat voeren. Er is een brief gekomen over het sanctioneren van twee ministers uit Israƫl. Het is goed om het daar met elkaar over te hebben, maar de inhoud van de brief is niet bekend. Ik doe een verzoek om de brief te krijgen zodat we het ook met elkaar over de inhoud kunnen hebben, want anders debatteren we over iets waarvan we de inhoud niet kennen.
De voorzitter:
Ik begrijp dat deze brief op de agenda staat, dus misschien moet u iets specifieker zijn.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Er is een brief van het kabinet gekomen waarin staat dat het kabinet zich gaat aansluiten bij de brief van Zweden. OkƩ, daar kunnen we het over hebben met elkaar, maar de brief van Zweden is nergens te bekennen, en de inhoud ook niet. Het lijkt me goed dat als we het inhoudelijke debat gaan voeren, we ook de inhoud van die brief kennen. Het verzoek is om die brief te sturen. Dan kunnen we volgens mij een goed debat met elkaar voeren.
De voorzitter:
Ik hoor dat het in het Zweeds kan. Stelt u voor dat we het debat beginnen en dat de brief wordt gestuurd? Dat zou ik een vriendelijk voorstel vinden.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Gezien het tijdstip, graag.
De voorzitter:
Ik denk dat dit goed gehoord is en dat aan de wens van de Kamer wordt voldaan.
Dan ga ik nu de heer Klaver uitnodigen voor zijn bijdrage in eerste termijn. Gaat uw gang.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Gisterochtend zijn opnieuw Palestijnen, die wanhopig op zoek waren naar eten, bij hulpposten beschoten door Israƫlische tanks. Duizenden van hen hadden zich verzameld bij een van de hulpposten. Een ooggetuige beschrijft hoe ze ineens verder werden geleid waarna tankgranaten op de menigte werden afgevuurd. 55 doden. We zien dagelijkse gruweldaden door hongersnood en de totale minachting voor het internationale recht en voor mensenlevens van Israƫl. De genocide moet stoppen. Het kabinet kan niet wegkijken en moet meer actie ondernemen dan dat het nu doet.
Dit weekend gebeurde er iets bijzonders. Nadat er eerder 100.000 mensen de straat op waren gegaan, gingen nu 150.000 mensen de straat op. Ze trokken de rode lijn. De minister-president reageerde online via een twitterberichtje: we horen jullie. Dat is fijn. Ik wil echt waardering uitspreken voor de poging die de minister-president doet om de verbinding te maken en aan mensen die zich zorgen maken over het leven van Palestijnen te laten zien dat ze gehoord worden. Maar al die 150.000 mensen die daar liepen, willen niet alleen gehoord worden, die willen actie. Zij willen van deze minister-president weten welke stappen hij in Europees verband gaat zetten om de druk op Israƫl te vergroten om ervoor te zorgen dat deze gruweldaden stoppen. Het kan niet bij "we horen je" alleen blijven. Het is tijd voor actie.
De EU is gebouwd op gezamenlijke waarden. Samen staan we sterker als we willen dat recht boven macht gaat. Minister Veldkamp heeft laten zien wat Nederland kan betekenen om de EU te laten bewegen. Hij heeft laten zien dat er wel meerderheden mogelijk zijn. Er is een kanteling gaande. Ook Macron kijkt naar manieren om de Palestijnse Staat te erkennen. Zelfs bondskanselier Merz is kritisch op de regering van Netanyahu. En Nederland zet stapjes ā dat zie ik ā maar het moet sneller. Het moet meer en het moet beter, zodat we het voortouw nemen in Europa en er niet achteraan lopen, en zodat er voldoende hulp naar Gaza gaat en de genocide stopt. Daarom vraag ik de minister-president of hij zich voor het volgende wil inzetten. Dat er meer en veilige humanitaire hulp komt. Dat het handelsdeel van het EU-associatieakkoord direct wordt opgezegd. Dat er meer Europese sancties komen tegen IsraĆ«lische ministers en militairen die verantwoordelijk zijn voor mensenrechtenschendingen. Dat we de internationale hoven ondersteunen in waarheidsvinding en documentatie. En dat we de handel met illegale nederzettingen verbieden. Graag hoor ik van de premier welke stappen hij gaat voorstellen tijdens de Europese Raad.
In een wereld waarin macht steeds vaker de boventoon voert, moet Europa opstaan voor recht en rechtvaardigheid. Waar de Amerikaanse vicepresident JD Vance op X een mogelijk militair ingrijpen in Iran vergoelijkt, snakt de wereld juist naar de-escalatie. De EU moet gezamenlijk oproepen tot de-escalatie tussen Israƫl en Iran. Verwacht het kabinet een gezamenlijk statement tijdens de Europese raad, zo vraag ik de premier. Roept het kabinet de Israƫlische regering op tot de-escalatie en bilaterale contacten?
Voorzitter. Ook als het gaat om de oorlog in Oekraïne verleggen de VS de aandacht. De luchtafweersystemen van Oekraïne raken verzadigd. De Amerikaanse minister van Defensie gaf deze week luchtafweer die voor Oekraïne bedoeld was aan Israël. De EU moet haar inspanningen opschroeven en waar mogelijk de gaten dichten. We moeten gezamenlijk optrekken in het op peil brengen van de productiecapaciteit, bijvoorbeeld bij het ondersteunen van de productie van de Duitse IRIS-T. Ziet de minister-president mogelijkheden om gezamenlijk met een kopgroep in Europa Amerikaanse wapens te kopen, zoals de F-16, en deze vervolgens aan Oekraïne te geven? Welke inspanningen lopen er op dit gebied en welke extra stappen wil de minister-president zetten? Er zijn voldoende wapens in de Verenigde Staten aanwezig. Deze moeten zo snel mogelijk in groten getale naar Oekraïne.
Ik kom tot een afronding, voorzitter. We zullen ook minder afhankelijk moeten worden van andere autoritaire regimes op de wereldmarkt. Europa moet leidend blijven in groen en duurzaam. We zien dat koplopers hierop nu geen duwtje in de rug krijgen, maar juist worden gestraft. In Europa wordt de kettingzaag gezet in wetten die zorgen voor de rechten van werknemers, bijvoorbeeld dat er geen kinderen mogen zijn en dat de duurzaamheidseisen moeten wijzigen. Aan welke kant staat deze premier? Hoe gaat hij een race to the bottom voorkomen en een level playing field naar een hoger niveau brengen?
De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Dat geeft aanleiding tot een interruptie. O, de heer Paternotte komt gewoon voor zijn bijdrage. Dit is van een tempo waar de voorzitter heel blij van wordt. Ik nodig graag de heer Paternotte van D66 uit voor zijn bijdrage.
De heer Paternotte (D66):
Dank u wel, voorzitter. De heer Klaver noemde net de demonstratie van afgelopen zondag: 150.000 mensen. Ik was een van de mensen die daar in het rood meeliep. Ik zag daar een jongetje staan met een bord met de simpele tekst "Kinderen horen te tekenen, niet te sterven". Kinderen horen te tekenen en niet te sterven; ik denk dat iedereen het daarmee eens is. Maar in Gaza betekent dat op dit moment helemaal niks. Want twee dagen later zagen we dat van de mensen die in de rij stonden bij een hulppunt om iets van voedsel te kunnen krijgen, er 59 zijn doodgeschoten door Israƫlische tanks. 200 gewonden, mensen die in de rij stonden voor voedsel.
Ik vond het een mooi bericht van de minister-president. Hij zei "we zien u en we horen u". De vraag is natuurlijk wat ermee gebeurt. Het antwoord kan niet altijd zijn dat we onderzoek doen en dat we na dat onderzoek misschien een keer een conclusie trekken. Dat is mijn zorg. Ik zie nu het bericht dat, als volgende week de Europese Commissie vaststelt dat Israƫl in overtreding is van het Associatieverdrag, dat het zich niet houdt aan de fundamentele mensenrechten die we samen hebben afgesproken, er desondanks geen consequenties zullen volgen. Dat kan toch niet waar zijn! Ik hoop dat de minister-president vanavond zegt: als Israƫl de mensenrechten blijft schenden, als dat blijkt uit het onderzoek, dan moet dat consequenties hebben. Ik denk dat we de uitslag van het onderzoek al weten.
Wat doet het kabinet in de tussentijd om ervoor te zorgen dat de Verenigde Naties weer voedselhulp kunnen uitdelen in Gaza? Want de hulppunten die nu door de Israƫlische regering bemand worden, waar mensen massaal in de rij moeten staan omdat het er zo weinig zijn, en waar vervolgens zo veel slachtoffers vallen, zijn onhoudbaar.
Voorzitter. Dan Iran. President Trump twittert elke dag iets anders, maar het zou heel goed kunnen, en het heeft er alle schijn van, dat Amerika zich erin gaat mengen, dat er een Amerikaanse aanval gaat komen. Ik denk dat we allemaal hier in deze zaal het allerliefste zo snel mogelijk een vrij en democratisch Iran zouden zien zonder kernwapens. Alleen weet ik niet waar de aanval die nu is ingezet, toe gaat leiden. Is de les van Irak, van Libiƫ, van Afghanistan dat je met zo'n aanval die vrije democratische staat krijgt? Ik weet het niet. Wat ik wƩl weet, is dat dit voor enorme destabilisatie in de regio kan zorgen. Ik zou van de minister-president antwoord willen hebben op drie vragen.
Allereerst, hoe beoordeelt het kabinet dit nu? Afgelopen vrijdag zagen we dat minister Brekelmans zei: wij willen de weg van diplomatie volgen. Ik hoorde ook de minister van Buitenlandse Zaken zeggen: ik betreur het dat IsraĆ«l dit nodig vond. Was dit, zoals Friedrich Merz zegt, nodig volgens de Nederlandse regering? Of was het nĆet nodig, zoals we uit Frankrijk horen? Waar de Amerikaanse inlichtingendiensten aangeven dat Iran nog niet op het punt stond om kernwapencapaciteiten te ontwikkelen, geven de IsraĆ«lische en Franse regeringen juist aan dat dit waarschijnlijk bijna het geval was. Wat is de Nederlandse inschatting? Daarnaast zien we heel veel berichten van Nederlanders in Iran en IsraĆ«l die het op dit moment heel moeilijk hebben. Nederlanders in Iran proberen het land uit te komen, maar worden soms zelfs geblinddoekt en tien uur lang vastgehouden in het donker, omdat ze ervan worden verdacht te spioneren voor IsraĆ«l. Wat doet Nederland op dit moment voor hen? Sommige landen sluiten hun ambassade al. China en India zijn bezig met het evacueren van hun burgers. Nederland zegt dat dit niet aan de orde is. Wat kunnen we voor deze mensen gaan doen?
Voorzitter. Over OekraĆÆne en de Russische terreur die daar nog steeds voortduurt, wil ik vragen: hoeveel geld heeft Nederland dit jaar ingezet om OekraĆÆne te steunen? Hoeveel contracten zijn er tot nu toe gesloten met de OekraĆÆense defensie-industrie? Moet er een tandje bij om ervoor te zorgen dat het gereserveerde geld ook daadwerkelijk dit jaar leidt tot investeringen in OekraĆÆne?
Voorzitter. De minister-president gaat deze zomer mogelijk naar China. Althans, daarover zijn berichten verschenen. Ursula von der Leyen zei gisteren bij de G7 dat China zich in de wereld kenmerkt door chantage en dominantie. Als de minister-president in China is, maakt hij dan ook gewag van het feit dat China een cyberaanval heeft uitgevoerd op het Nederlandse ministerie van Defensie, en nog steeds veel cyberaanvallen inzet? Weten we eigenlijk, nu we in Europa te maken hebben met Russische hybride aanvallen, wat China op dit moment doet? We weten dat er inmiddels honderd extra Chinese diplomaten zijn bijgekomen in Brussel, en ik geloof zo'n tweehonderd in Londen. Wordt de Chinese aanwezigheid in Nederland ook opgevoerd? Heeft de Britse regering eigenlijk contact met ons opgenomen over het feit dat er een Chinese mega-ambassade lijkt te komen tegenover de Tower of London. Dat is precies boven de plek waar de kabels lopen van de City of London, het AMS-IX-internetknooppunt in Diemen en de financiƫle sector op de Zuidas? Op deze vragen zou ik graag nog antwoord krijgen. Als we de vrijheid in Europa willen verdedigen, dan moeten we weten waar Rusland die bedreigt, waar Iran die bedreigt, en dat China altijd op de achtergrond aanwezig is.
De voorzitter:
Dank voor uw bijdrage. Dan nodig ik nu graag mevrouw Dobbe van de SP uit voor haar bijdrage in deze eerste termijn.
Mevrouw Dobbe (SP):
Dank u wel, voorzitter. Israƫl is een oorlog begonnen met Iran, terwijl er onderhandelingen liepen tussen de VS en Iran over een atoomakkoord. Die diplomatieke weg is letterlijk opgeblazen door Netanyahu. Gisteren zagen we berichten van Trump op X: "We now have complete and total control of the skies of Iran. Nobody does it better than the good old USA." Dat is wat hij daar heeft geschreven. De VS lijken inmiddels dus volop mee te doen aan deze illegale oorlog. Is de minister-president bereid om deze illegale oorlog te veroordelen en daar ook toe op te roepen tijdens de EU-top?
Iedere dag zien we de oorlogsmisdaden in Gaza: het inzetten van honger, genocide en het allerergste geweld. Meer dan 55.000 mensen zijn omgekomen, onder wie heel veel kinderen. Israƫl kondigt ondertussen de bouw van 22 nieuwe nederzettingen aan op de Westelijke Jordaanoever. We zien illegale aanvallen en bezettingen van Israƫl in Syriƫ en Libanon. Wij zijn als commissie voor Buitenlandse Zaken in Libanon geweest. We hebben het stadje Naqoura bezocht. We hebben gezien wat dat betekent: alles wordt met de grond gelijkgemaakt en de landbouwgrond eromheen wordt vergiftigd, zodat mensen niet kunnen terugkeren, zelfs als ze dat zouden willen. Daarom trokken 150.000 mensen afgelopen zondag terecht weer een rode lijn. Zij eisen actie van dit demissionaire kabinet om druk uit te oefenen op de Israƫlische regering om de oorlogsmisdaden en de genocide te stoppen. Recent hadden we in de Tweede Kamer een rondetafelgesprek met experts op het gebied van internationaal recht. Zij zeggen dat Nederland het Genocideverdrag niet naleeft. Dat verdrag verplicht Nederland namelijk om alles te doen wat redelijkerwijs mogelijk is om genocide te voorkomen. Het zegt dat je moet handelen zodra er een risico op genocide bestaat. Dat risico was al duidelijk in februari 2024, misschien nog wel eerder. Nederland kan nalatigheid en medeplichtigheid worden verweten binnen het Genocideverdrag. Erkent de minister-president dat? Zo niet, welke argumenten heeft de minister-president om het oneens te zijn met deze experts? Want een analyse over de mogelijke nalatigheid of medeplichtigheid van Nederland vind ik niet terug in de brief die we vandaag hebben ontvangen.
Het is goed dat er nu stappen lijken te worden gezet richting sancties tegen twee extremistische ministers. Het is goed dat om te zien dat 150.000 mensen in de Rode Lijndemonstratie worden gehoord. Maar is het genoeg? Doet Nederland alles wat redelijkerwijs kan om genocide te voorkomen, zoals het Genocideverdrag vraagt? Volgens mij is het antwoord nee. Nog steeds niet. Ik noem bijvoorbeeld een wapenembargo, het EU-associatieverdrag nĆŗ opschorten in plaats van onderzoeken, sancties tegen militairen die verantwoordelijk zijn voor mensenrechtenschending, het ondersteunen van het Internationaal Strafhof en het veroordelen van de sancties van de VS tegen het Strafhof: gaat de minister-president dat doen? Gaat de minister-president hiervoor pleiten in Europa?
Dan wil ik het nog hebben over iets anders. Ik wil het hebben over Sudan. Een week of twee geleden had Trouw een zwarte voorpagina. "Hier had een foto van Sudan moeten staan", stond er. 50 miljoen mensen in Sudan leven in een gruwelijke oorlog en in een ongekende humanitaire ramp. Er zijn geen journalisten meer om hun verhaal te vertellen. Dus die verhalen zien we of horen we nauwelijks meer. En dat deden we al nauwelijks. Een aangenomen motie vraagt de regering om een leidende rol te nemen in het organiseren van internationale humanitaire hulp. Nu komt deze EU-top eraan. Hoe gaat de minister-president hier invulling aan geven? Het staat namelijk niet op de agenda. Is de minister-president bereid om Sudan op de agenda te krijgen en ervoor te zorgen dat de situatie besproken wordt. Hij kan bijvoorbeeld pleiten voor een wapenembargo voor heel Sudan en meer geld voor humanitaire hulp, wat ook twee aangenomen moties van deze Kamer vragen.
Tot slot. Op 11 februari 2024, alweer een hele tijd geleden, is onze motie aangenomen om de mogelijkheden te onderzoeken om de bevroren tegoeden van Rusland in te zetten voor de wederopbouw van Oekraïne en het onder druk zetten van Rusland. Het staat, voor zover wij kunnen zien, niet op de agenda voor de Europese top. Oekraïne staat dat wel. Volgens mij kan het dan ook bij dit agendapunt worden besproken. Het schiet namelijk niet echt op wat er nog afgestemd moet worden over die Russische tegoeden als het niet besproken wordt op de EU-top. Is de minister-president bereid om het wél op de agenda te laten zetten en in de Europese Raad te bespreken?
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Ik nodig graag de heer Dassen van de fractie van Volt uit voor zijn bijdrage.
De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Afgelopen zondag was opnieuw de grootste demonstratie van deze eeuw. Een rode mensenmassa, 150.000 man en vrouw sterk, overspoelde de straten van Den Haag, met ƩƩn duidelijke boodschap: kabinet, trek die rode lijn. Terwijl Palestijnen werden vermoord toen ze in de rij voor hulp stonden, in de hoop dat ze water en voedsel voor hun kinderen konden bemachtigen, kwam die rode lijn er weer niet. De premier kwam alweer met woorden: "we zien jullie", "we horen jullie" en "ons doel is hetzelfde". Als de premier de mensen daar werkelijk had gezien, als hij ze echt had gehoord en als hij daadwerkelijk hetzelfde doel had als inmiddels de overgrote meerderheid van Nederland, dan had hij nu alles op alles gezet om de genocide, of de dreigende genocide, in Gaza te stoppen, zoals ons verplicht is volgens artikel 1 van het Genocideverdrag.
Ik wil dan ook duidelijk en een voor een antwoorden van de premier op de volgende vragen. EƩn. Erkent de premier dat er ten minste een reƫle dreiging is op genocide in Gaza, in lijn met de voorlopige uitspraak van het Internationaal Gerechtshof van 26 januari 2024? Twee. Hoe interpreteert de premier de verplichting die Nederland heeft door het Genocideverdrag om alles wat binnen zijn macht ligt te doen om genocide te voorkomen? Is de premier van mening dat we dat op dit moment doen? Drie. Waarom laat het kabinet zoveel instrumenten om Israƫl te stoppen onbenut? Nederland onderneemt minimale stappen tegen Israƫl. Vandaag kwam daar de aankondiging bij dat Nederland zich aansluit bij de oproep van Zweden om de extremistische ministers Smotrich en Ben Gvir te sanctioneren. Ook al is dat een stap, het is veel te weinig.
Kan de premier voor ieder van de volgende maatregelen afzonderlijk aangeven waarom deze niet zouden bijdragen aan het voorkomen van genocide? Ik noem: sancties tegen de hele regering-Netanyahu, een wapenembargo, opschorting van het associatieverdrag tussen Israƫl en de EU, een verbod op handel met Israƫlische nederzettingen, aansluiten bij de Zuid-Afrikaanse zaak tegen Israƫl? Wegen de nadelen van die maatregelen nu echt zwaarder dan de verplichting die Nederland heeft onder het Genocideverdrag om een genocide in Israƫl, of een mogelijke genocide in Israƫl zo u wilt, te voorkomen? Graag een reactie van de minister-president. Drie weken geleden heb ik hier Kamervragen over gesteld. Ik stel nu deze vragen omdat er tot op de dag van vandaag vanuit het kabinet niks gekomen is. Wel geven experts hier in de Kamer aan dat Nederland zich niet houdt aan het Genocideverdrag. Ik vind dat onacceptabel.
Voorzitter. Dan over Israƫl en Iran. Het kabinet gaf aan te betreuren dat Israƫl zich genoodzaakt heeft gevoeld om een aanval op Iran uit te voeren. Er zijn al decennia zorgen over de nucleaire ontwikkelingen onder het regime in Teheran, maar dat is onder het internationaal recht op geen enkele manier een rechtvaardiging om Iran aan te vallen. Deze escalatie zal er alleen maar voor zorgen dat het gevaarlijke Iraanse regime sneller nucleaire wapens vergaart. Is het kabinet dan ook bereid om in Europees verband deze misdaad van Israƫl nadrukkelijk te veroordelen? Is het duidelijk wat de gevolgen zijn voor Europa en voor Nederland van een grootschalige oorlog in het Midden-Oosten, zeker met een eventuele deelname van de VS? Graag een reactie.
Voorzitter. Over Oekraïne lazen we maandag dat de Amerikaanse steun zo goed als opgedroogd is. Ondertussen gaat Poetin door, met vandaag de dodelijkste aanval op Oekraïne in maanden. De Oekraïense luchtafweer heeft het loodzwaar. Tijd dus voor de Europese Unie om meer te doen. Is de premier dat met Volt eens? Is het niet tijd voor extra veiligheidsgaranties? Denk aan de motie die ik eerder met collega Jetten heb ingediend voor een geïntegreerd Europees luchtverdedigingsschild in het westen van Oekraïne, een sky shield. Daarmee zouden we Oekraïners significante militaire, economische, humanitaire en industriële verlichting kunnen bieden, iets waar Oekraïne al sinds 2022 om vraagt. Is de premier bereid hier serieus naar te kijken en hier in Europees verband voor te pleiten?
Tot slot, voorzitter. Door een voorstel van Volt en de VVD vaardigt het kabinet staatssecretaris Paul af naar de pride in Boedapest. Ik ben blij dat de staatssecretaris daar op 28 juni naartoe gaat. Ik zou de premier nogmaals willen vragen of hij bereid is om de staatssecretaris daarin te volgen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Die geeft aanleiding tot een korte, bondige vraag. Gaat uw gang.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Een korte, bondige vraag. Mij viel op dat de heer Dassen de aanval op Israƫl illegaal noemde en een misdadige aanval, als ik dat goed citeer.
De heer Dassen (Volt):
Op Iran bedoelt u, denk ik.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Excuus, inderdaad, van Israƫl op Iran. Eerdere woordvoerders lieten iets meer ruimte als het gaat om de vraag hoe dichtbij Iran zat bij het maken van een kernbom. We weten hoe Iran zich uitlaat over Israƫl. Het heeft als groot doel om Israƫl te vernietigen. Hoe weegt de heer Dassen dat punt en hoe kan hij zo heel snel al spreken over een misdadige dan wel illegale aanval van Israƫl?
De heer Dassen (Volt):
Omdat ik de afgelopen dagen goed heb geluisterd naar wat heel veel experts hierover zeggen. Zij geven allemaal aan dat deze aanval onder het internationaal recht niet had mogen plaatsvinden. Ook waren er geen duidelijke aanwijzingen dat Iran op dit moment zo dichtbij zou zijn dat dat deze aanval rechtvaardigt. In 1995 gaf Netanyahu al aan dat Iran heel dichtbij was, en vervolgens ook in 1998, 2002, 2012 en 2015. Aanstaande zondag zouden er gesprekken geweest zijn tussen Iran en de Verenigde Staten, precies hierover. Dan is volgens mij de aanval van Israƫl in ieder geval een paar dagen te vroeg, maar ook in strijd met het internationaal recht. Dat is de reden dat ik hier zo over spreek, zeg ik richting de heer Van Dijk.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Helder. Ik ga ervan uit dat de heer Dassen ook kennis heeft genomen van de toch wel heel ernstige bevindingen van het VN-atoomagentschap, dat heel duidelijk heeft aangegeven dat Iran heel hard werkte aan hoogverrijkt uranium en dat een kernbom in die zin wel degelijk dichterbij is gekomen. Niet voor niks, en ook dat werd eerder geciteerd, zegt iemand als bondskanselier Merz: Israƫl knapt voor ons de nare klusjes op, zogezegd. Heeft u voor die kant geen enkel begrip?
De heer Dassen (Volt):
Nu zijn er twee dingen. Het eerste is dat we volgens mij de diplomatieke gesprekken met de Verenigde Staten hadden moeten afwachten die, naar ik begrijp, vergevorderd waren. Een tweede is ā en dat vind ik fascinerend ā dat de heer Van Dijk hier eigenlijk zegt: is het niet okĆ© als je iemand de vuile klusjes voor ons op deze manier laat opknappen? En: laten we het internationaal recht dan maar aan de kant schuiven. We kunnen dan net zo goed de hele internationale rechtsorde aan de kant schuiven. Dan is het voortaan het recht van de sterkste. Dan is het macht boven recht. Ik weet niet of dat de wereld is waar de heer Van Dijk naartoe wil, maar ik niet. Dat is ook de reden dat we ons moeten uitspreken dat we dat niet accepteren. Ik ben het dus zeker niet met de bondskanselier eens.
De voorzitter:
Afrondend.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Afrondend, inderdaad. De wereld die de heer Dassen schetst, waar ik naartoe zou willen, is ook niet mijn wereld. Absoluut niet. Maar wat ik toch mis ā en dat had ik toch wel verwacht van de heer Dassen ā is het volgende. We kennen het regime van Iran, dat op bepaalde manieren zeer irrationeel en bijzonder fanatisch is. Het is toch niet totaal onbegrijpelijk dat, als je weet dat je land als eerste op het menu staat om een bom te krijgen, er dan een preventieve aanval plaatsvindt?
De heer Dassen (Volt):
Laat ik in ieder geval vooropstellen dat ik het eens ben met de heer Van Dijk dat ik het Iraanse regime ook een terreurregime vind. Wat zij doen met de bevolking is verschrikkelijk. Kijk ook naar alle protesten die daar zijn geweest. We hebben ook heel veel sancties richting Iran en dat is ook helemaal terecht. We hebben dat ook altijd gesteund; we zijn daar een groot voorstander van. Ik maak me ook zorgen over de ontwikkeling van een nucleair wapen in Iran, zeker met de dreiging dat ze uit het non-proliferatieverdrag willen stappen. Dat vind ik allemaal heel zorgwekkend. Maar ik kijk ook naar het internationaal recht. Ik kijk ook naar wat alle experts hebben gezegd, namelijk dat er voor Israƫl absoluut geen reden was om aan te vallen. We hadden een diplomatieke oplossing kunnen hebben: de gesprekken met de Verenigde Staten. Nu komen we in een escalatie terecht die enorme gevolgen gaat hebben voor het Midden-Oosten en ook voor Europa. Iran kan niet meer terug en Israƫl kan niet meer terug. Dat betekent dat ze alleen maar vooruit kunnen. Ik bedoel daarmee: vooruit in een oorlog. Volgens mij is dat niet de gewenste uitkomst, meneer Van Dijk. Dat zouden we niet moeten willen.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik nodig graag de heer Ceder van de fractie van de ChristenUnie uit voor zijn bijdrage in de eerste termijn.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ik constateer overigens dat ik nog geen mail heb ontvangen met de stukken. Mijn tekst is daar dan ook op gebaseerd.
De EU-top vindt plaats op een moment van grote internationale spanningen. Vorige week stelde het Internationaal Atoomenergieagentschap vast dat Iran zich niet langer aan de nucleaire afspraken houdt. Sterker nog, het Internationaal Atoomenergieagentschap stelde vast dat Iran de productie van hoogverrijkt uranium had opgeschroefd en dat daarvoor geen enkel ander doel bekend was, behalve mogelijk als grondstof voor een kernbom. Iran kondigde hierna aan dat het de productie juist dramatisch zal opvoeren. Mede in dit licht en de gefaalde gesprekken tussen de VS en Iran voerde Israƫl een preventieve aanval uit. Heeft Iran vijandige bedoelingen? Voor wie twijfelt, wil ik een tweet van ayatollah Khamenei voorlezen: "Israƫl is een kwaadaardig kankergezwel in de West-Aziatische regio dat verwijderd en uitgeroeid moet worden. Het is mogelijk en het zal gebeuren." Die tweet kunt u zo terugvinden.
Voorzitter. Dit alles overwegend, maakt de notie van het Internationaal Atoomagentschap dat we, in lijn met Macron, Merz en anderen, voorlopig moeten concluderen dat de preventieve aanval van Israƫl noodzakelijk was. Met Operatie Rising Lion is een belangrijke veiligheidsdreiging voor de regio, maar ook voor Europa, neergeslagen. Maar een scenario zoals Irak en de nooit gevonden weapons of mass destruction mag nooit en dan ook nooit meer gebeuren. Daarom is deze vraag voor ons wel cruciaal: was Iran dicht bij een kernbom? Welke inlichtingen heeft de premier en Nederland daarover? Dat is voor ons relevant.
De ChristenUnie is altijd kritisch geweest over het nucleaire programma van Iran en ook over de wat ons betreft naïeve opstelling van de EU om te blijven praten. De boodschap vorige week van het atoomagentschap bevestigde dat: het was naïef, Iran had andere plannen. Dat betreft juist de destabiliserende rol die het regime van Teheran speelt in de regio. Denk aan de Houthi's, Hezbollah, Hamas en proxy's in Syrië en Irak. Tegelijkertijd moeten we ook zoeken naar de-escalatie. Wat goed is voor de regio, is ook goed voor Europa. Daarom de vraag: welke gesprekken voert de EU hierover met regionale spelers? Wordt er inmiddels ook al rekening gehouden met een scenario zoals we dat recent in Syrië zagen? Er was escalatie, intern verzet en heel snel, sneller dan verwacht, een regime change. Daar sturen wij niet op aan, maar we weten niet hoe het de komende dagen gaat lopen en we willen op elk scenario voorbereid zijn. Daarom vraag ik of het kabinet ook op deze scenario's is voorbereid.
Voorzitter. Iran slaat ook terug in het krachtenveld. Er bevinden zich bijvoorbeeld ook nog Nederlandse burgers in Israƫl. We krijgen signalen van Nederlanders die vastzitten en nog niet terug kunnen. Door BZ wordt geadviseerd om naar Amman te gaan, maar voor Joden is het, zacht uitgedrukt, niet altijd veilig om naar Amman te gaan en vanuit daar te vliegen. Is het kabinet daarom bereid om in samenwerking met andere landen als Bulgarije, Kosovo en Roemeniƫ aan te haken bij bestaande initiatieven voor evacuatie? Ik overweeg een motie.
Voorzitter. Dan de situatie in Gaza. We mogen de humanitaire crisis daar niet vergeten. We hebben het de afgelopen dagen weer gezien: dagelijks vallen er veel burgerslachtoffers. Hoe kijkt het kabinet naar de situatie? Hoe kunnen wij bijdragen aan het ondersteunen van de meest kwetsbaren? Ik blijf het vragen. Vorige week is het voor de wereld zichtbaar geworden: Gaza heeft een grens met Egypte. Kan die open? Wat kunnen we daarvoor doen? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat er eten vanuit Egypte die kant op gaat en dat mensen, indien nodig, weg kunnen? Is er zicht op continuering van de vredesgesprekken?
Voorzitter. Het kabinet heeft aangegeven voornemens te zijn de brief van Zweden over mogelijke EU-sancties tegen twee Israƫlische ministers te ondertekenen. Laat ik helder zijn: de ChristenUnie vindt de uitspraken en de houding van de ministers verwerpelijk, polariserend en gewelddadig. Deze werken vrede ook tegen. Tegelijkertijd moeten EU-sancties ook doeltreffend, geopolitiek verstandig en juridisch houdbaar zijn. Ik wil in herinnering brengen dat er nog nooit EU-sancties tegen Aliyev zijn ingezet, ook niet na de etnische zuivering in oktober 2023 in Nagorno-Karabach. Er zijn ook nooit EU-sancties ingesteld tegen Erdogan.
De vraag is daarom welke weging hier wordt gemaakt en waarom dit verschilt van de eerdergenoemde voorbeelden, ook in het licht van precedentwerking. Houdt dit voornemen juridisch stand bij het Hof van Justitie en, zo ja, op welke rechtsgronden? En fundamenteler: hoe kunnen we als Kamer vandaag en morgen praten en beslissen over een brief waarvan we de inhoud niet hebben gezien, en misschien ook niet mogen kennen, en dus ook niet kunnen toetsen?
Tot slot, voorzitter. Terwijl de wereld naar het Midden-Oosten kijkt, wil ik specifiek aandacht vragen voor het onophoudelijk geweld tegen christenen in Nigeria. Deze week kwam er opnieuw een bericht: 200 christenen zijn daar afgeslacht met machetes. Deze brute slachtingen tonen de schrijnende realiteit van religieuze vervolgingen, ver weg van onze media-aandacht, maar niet minder urgent. Wat kan het kabinet nog meer doen binnen de EU om christelijke minderheden zoals deze in Nigeria beter te beschermen? Ik hoor het graag.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Ik nodig nu graag de heer Van Campen van de fractie van de VVD uit voor zijn bijdrage. Gaat uw gang.
De heer Van Campen (VVD):
Dank u, voorzitter. De ogen van de wereld zullen volgende week op ons land en deze stad gericht zijn wanneer regeringsleiders en staatshoofden van over de hele wereld hier bij elkaar komen voor de NAVO-top. De VVD is blij dat de Kamer zich gisteren heeft uitgesproken voor een forse verhoging van de defensie-uitgaven door de hogere NAVO-norm te steunen, niet omdat we oorlog willen, maar omdat we inzien dat onze vrijheid en veiligheid verdedigd moeten worden.
Het is goed dat het kabinet bij de komende Raad het belang zal benadrukken van open toeleveringsketens binnen de Europese defensie-industrie. Maar wat betekent dit precies voor de Nederlandse defensie-industrie, vraag ik de minister-president. Onze industrie is goed in de bouw van fregatten, drones, radars en tech, maar we lezen dat langetermijncontracten nog steeds een probleem vormen. Wat gaat het kabinet hieraan doen? Hoe kan de voorgenomen oproep om dit te verankeren in toekomstige EU-regelgeving hieraan bijdragen?
Ook wil het kabinet tijdens de Raad blijven waken voor voldoende mogelijkheden tot samenwerking met belangrijke partners buiten de EU. Denkt het kabinet hierbij ook aan de samenwerking met kandidaat-lidstaten zoals Albaniƫ en Kosovo, die in een recente trilaterale defensieovereenkomst met Kroatiƫ hebben gepleit voor re-industrialisatie van hun defensie-industrie? Graag een reactie.
Voorzitter. We hebben allemaal de angstaanjagende beelden gezien van mensen in Tel Aviv, Haifa en andere Israƫlische steden die schuilen in bunkers voor neerkomende Iraanse raketten. Israƫl vecht op dit moment als enige democratie in de regio voor zijn bestaansrecht tegen de Iraanse agressor, die in het hele Midden-Oosten dood, verderf en terreur zaait door Hezbollah te steunen in Libanon, Houthi-rebellen in Jemen en Hamas in Gaza.
Tegelijkertijd vindt de VVD dat de Europese inzet zich zal moeten blijven richten op dialoog en de-escalatie. Met welke inzet zal de minister-president volgende week aan tafel zitten wanneer er gesproken wordt over recente ontwikkelingen in de oorlog tussen Israƫl en Iran? De VVD sluit zich aan bij de uitspraak van bondskanselier Merz, die stelt dat Israƫl het vuile werk opknapt van ons allemaal, maar we onderschrijven ook de waarschuwing van president Macron dat een regimeval door militaire aanvallen tot chaos kan leiden. Hoe kijkt de minister-president naar deze beide uitspraken?
Tijdens het uitvoerige interruptiedebat vorige week heb ik erop gewezen dat de VVD staat voor de strijd van Israƫl voor zijn bestaansrecht, maar dat we de regering-Netanyahu moeten blijven wijzen op het naleven van het internationaal humanitair recht. Ons hart huilt voor de gijzelaars, van wie de families nog altijd wachten op hun thuiskomst, maar ook voor het lijden van onschuldige kinderen in Gaza. Niemand kan onbewogen blijven bij al dit leed. Het lijkt op dit moment volstrekt ondenkbaar, maar we zullen ons moeten blijven uitspreken voor een veilig Israƫl en een levensvatbare Palestijnse staat als onderdeel van een tweestatenoplossing.
Onlangs pleitte de voormalige premier van Israƫl Barak voor een door de VS gesteunde deal gericht op drie doelen: ten eerste de vrijlating van alle gijzelaars, ten tweede een staakt-het-vuren en ten derde een overgangsplan voor het bestuur in Gaza. Daarbij is er een belangrijke rol weggelegd voor de Arabische bondgenoten van Israƫl in de regio en voor de Verenigde Staten. Barak is kritisch op wat hij noemt "een oorlog van misleiding onder Netanyahu, die alleen maar leidt tot meer Israƫlische slachtoffers, meer internationale veroordelingen en het niet uitbannen van Hamas". Daarbovenop formuleert hij een langetermijnplan voor twee staten met veiligheidstaken, zoals ik al zei, onder Arabisch en Amerikaans toezicht. Wij horen graag hoe de minister-president kijkt naar dit pleidooi. Graag een reactie.
De voorzitter:
Was u aan het einde gekomen van uw bijdrage?
De heer Van Campen (VVD):
Ik wilde nog kort stilstaan bij zaken dichter bij huis, omdat dit een debat over een Europese Raad is waar ook een aantal kandidaat-lidstaten in het oosten van Europa op de agenda staan. Maar ik zie dat de heer Van Baarle over het vorige onderwerp een vraag wil stellen.
De voorzitter:
Ik vermoed dat het vragen zijn over het eerdere deel. Dus ik ga de heer Van Baarle het woord geven voor een bondige interruptie.
De heer Van Baarle (DENK):
Laat ik allereerst beginnen met een vraag over een enorme ergernis in de richting van de VVD. Op het afgelopen VVD-congres zag ik mensen blij, bijna met bier en bitterballen lallend, met een duimpje omhoog poseren met een Israƫlische vlag.
De voorzitter:
Meneer Van Baarle, u weet dat u geen afbeeldingen en dat soort zaken mee mag nemen. Dus ik verzoek u om dit te doen zonder fotomateriaal. Ik denk dat u dat lukt, dus gaat u verder.
De heer Van Baarle (DENK):
Dat lukt me, voorzitter, maar het is een enorme ergernis. Ik zag ook grote verontwaardiging hierover. Op dezelfde dag dat mensen op het VVD-congres lachend en blij met die vlag van die staat die een genocide pleegt, aan het poseren waren, zijn 25 mensen in Gaza vermoord, waaronder ƩƩn kind. Op dezelfde dag! Je kan toch niet met een duimpje omhoog met een Israƫlische vlag poseren op zo'n VVD-congres? Dat is toch totaal ongepast, zeg ik tegen de heer Van Campen.
De heer Van Campen (VVD):
Daarmee impliceert de heer Van Baarle iets wat ik walgelijk vind, namelijk dat deze leden, mensen die lid zijn van een democratische partij, die staan voor Israƫl en die dat diep doorvoelen en doorleven, ook zouden staan te juichen bij het leed waar de heer Van Baarle het over heeft. Daar is geen enkele sprake van. Ik wil dat de heer Van Baarle echt stopt met die insinuaties, met die tweedeling, met die polarisatie en met het wegzetten van de VVD als een partij die zich niet zou bekommeren om het leed van Palestijnse kinderen en Palestijnse burgers. Daar moet de heer Van Baarle mee stoppen. Daar moet hij mee ophouden, voorzitter.
De heer Van Baarle (DENK):
Dat doet de VVD zelf. Dat doet de heer Van Baarle niet. Want als je op de dag dat 25 mensen in Gaza door Israƫl zijn vermoord, waaronder een kind, op zo'n congres gaat staan, lachend, met een Israƫlische vlag, dan ben je inderdaad harteloos. De VVD heeft vandaag niks laten horen over wat de Nederlandse regering dan zou moeten doen. Vindt de VVD bijvoorbeeld dat Israƫl het internationaal humanitair recht schendt, dat op basis daarvan artikel 2 van het associatieverdrag geschonden wordt en dat dat verdrag dus ook moet worden opgezegd? Vindt de VVD dat?
De heer Van Campen (VVD):
De VVD steunt het onderzoek van de minister-president en het kabinet naar het nakomen van het associatieverdrag, maar ik heb me ook voorgenomen om me niet voortdurend te laten wegzetten door de heer Van Baarle in een hoek waar ik mij niet toe wil laten rekenen.
Ik heb onderzoeken en naslagwerken bekeken en gekeken waar wij de afgelopen jaren als VVD boter bij de vis hebben geleverd. Oktober 2023: verzoekt de regering bij voorkeur met gelijkgestemde landen bij Israƫl erop aan te dringen dat levering van primaire levensbehoeften richting Gaza doorgang moet vinden. Oktober '23: verzoekt de regering bij Israƫl te pleiten om voedsel, water, brandstof, medicijnen en medische hulpgoederen naar Gaza toe te laten. December '23: verzoekt de regering haar ondersteuning van gevestigde organisaties die zich inzetten voor verbetering van de mensenrechtensituatie in Israƫl en de Palestijnse gebieden voort te zetten. Maart 2024, mevrouw Dobbe: verzoekt de regering bij het verstrekken van alle vormen van steun of humanitaire hulp in conflictgebieden altijd bijzondere aandacht te hebben voor de positie en veiligheid van vrouwen, meisjes en dit te onderschrijven. April 2024: verzoekt de regering de druk op Israƫl op te voeren om ook een noordelijke grensovergang met de Gazastrook zo snel mogelijk open te stellen voor het doorlaten van humanitaire hulp. Oktober 2024: verzoekt de regering om in de Raad voor het belang te pleiten van een langetermijnplan voor een stabiele Libanese staat en hierover met Israƫl en relevante Libanese politieke actoren in dialoog te gaan.
Ik heb er nog een paar, voorzitter. Tot vorige week aan toe. Afgelopen maandag, motie-Dijk: verzoekt de regering alle mogelijke drukmiddelen tegen Israƫl te gebruiken om humanitaire hulp voor de bevolking van Gaza onvoorwaardelijk toe te laten.
Ik weet dat de fractie van DENK er belang bij heeft dat er verdeeldheid is in deze Kamer als het gaat om het Midden-Oostenconflict, maar ik laat dat niet gebeuren.
De voorzitter:
Afrondend, op dit punt.
De heer Van Baarle (DENK):
De VVD kan proberen met de karige moties die zij heeft ingediend of ondersteund ā het zijn alleen maar moties waarin het woord "bepleiten" staat ā te doen alsof de VVD alles heeft gedaan. Dat is gewoon niet zo. Iedere motie in de richting van de IsraĆ«lische regering die ging over effectieve sancties, over handelsvoordelen intrekken, over bepleiten dat IsraĆ«lische ministers gesanctioneerd worden, over het treffen van sancties tegen mensen die illegale nederzettingen bouwen en daarmee Palestijns land afpakken, dus alle moties die materieel iets doen, daar stemde de VVD gewoon tegen. Dus kom hier niet aan met dat lijstje moties op grond waarvan de VVD zichzelf probeert wit te wassen, terwijl de VVD twintig maanden lang iedere actie in de richting van IsraĆ«l heeft tegengehouden.
De heer Van Campen (VVD):
"Witwassen" noemt de heer Van Baarle het blijkbaar als je samen optrekt in het verdedigen van humanitaire rechten. Blijkbaar is zijn politieke gewin, waarvoor hij hier aan die interruptiemicrofoon gaat staan voor de filmpjes voor zijn achterban ā de heer Van Baarle voelt verkiezingen aankomen ā voor hem belangrijker dan dat we samen optrekken in voorstellen die ook de VVD heeft gesteund. Dat is een politieke keuze die de heer Van Baarle maakt. Ik wil op een andere manier politiek bedrijven, omdat ik geloof dat je in dit land en in dit vreselijke conflict regimes, regeringen en bevolkingen moet kunnen scheiden, dat je kritisch kunt zijn op de IsraĆ«lische regering, de regering-Netanyahu, en dat je tegelijkertijd wil dat Hamas wordt verwijderd uit Gaza en kunt pleiten voor de terugkeer van gijzelaars. Daar heb ik de heer Van Baarle hier nog nooit over gehoord: 53 mensen. 53 mensen wachten er nog steeds op om thuis te komen. Vorige week zei ik al: god weet alleen of ze nog in leven zijn. Daar heb ik de heer Van Baarle nog nooit over gehoord. Hij hoort mij niet alleen pleiten voor de zorg en voor het belang van die 53 gijzelaars, die er nog altijd op wachten om thuis te komen. Hij heeft mij ook horen zeggen dat ook mijn hart huilt voor het leed van de burgerbevolking van Gaza, die zo veel te lijden heeft onder deze walgelijke oorlog. Ik zou hopen dat hij die nuance in dit afschuwelijke conflict ook wat meer opzoekt, maar mijn hoop is ijdel, als ik eerlijk ben.
De voorzitter:
Meneer Van Baarle, ik had gezegd: afrondend op dit punt. Als u uw laatste interruptie wilt besteden aan een nieuw punt, dan bent u van harte welkom. Anders ga ik het woord geven aan uw collega, mevrouw Teunissen. Mevrouw Teunissen, gaat uw gang.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Er vindt een genocide plaats in Gaza. Mensen worden bewust uitgehongerd en verplaatst. Baby's worden gebombardeerd. Ik hoor in het verhaal van de VVD weer: we moeten erop blijven wijzen dat Israƫl zich moet houden aan het humanitair recht. Dat hoorde ik twee jaar geleden ook al. Meneer Van Campen gaat dan weer beginnen over dat lijstje dat hij net opsomde. Dat zijn allemaal dingen als pleiten voor het toelaten van humanitaire hulp en het inzetten van drukmiddelen daarvoor, terwijl ik oprecht nog geen enkel concreet, effectief middel heb gehoord van de VVD om de druk op Israƫl mee op te voeren om de genocide te stoppen. Mijn vraag aan de heer Van Campen is heel concreet: noem eens ƩƩn effectief middel dat de VVD heeft genoemd om in te zetten richting Israƫl om de genocide te stoppen?
De heer Van Campen (VVD):
Ik val in herhaling. De VVD heeft alle moties en alle voorstellen uit deze Kamer gesteund die erop gericht zijn om hulpgoederen Gaza binnen te laten. De VVD heeft alle moties en voorstellen gesteund die erop gericht waren om tot een staakt-het-vuren te komen. De VVD heeft alle voorstellen, ideeƫn en opdrachten van deze Kamer gesteund waarin de veroordeling werd uitgesproken van illegale en gewelddadige settlers, kolonisten. Daar vindt mevrouw Teunissen de VVD aan haar zijde. Wij hebben het initiatief van de Nederlandse regering gesteund om onderzoek te doen naar het naleven van artikel 2 van het associatieverdrag met Israƫl. Dat zijn voorstellen waarvan we weten dat ook onze Israƫlische bondgenoot er niet bepaald om staat te juichen.
Blijkbaar verkiest mevrouw Teunissen het pad van de stoere en stevige taal waarmee zij als zij vanavond thuiskomt met een goed gemoed in haar bed kan stappen, terwijl ik weet en zie dat de druk alleen via de diplomatieke weg kan worden opgevoerd en dat je zo effect sorteert. De regering heeft in de vandaag gestuurde brief het voorstel gedaan om te kijken naar het initiatief van Zweden om mogelijk twee Israƫlische ministers te sanctioneren na walgelijke uitspraken over het zuiveren en van de kaart vegen van Gaza. Ik begrijp dat de regering die stap zet. Wat mijn fractie betreft mag het zelfs een stapje verder; daar zal ik in de tweede termijn een voorstel voor doen.
Tegelijkertijd vind ik dat we zorgvuldig moeten zijn met deze maatregelen ā dat hebben we de minister van Buitenlandse Zaken vorige week ook horen zeggen ā omdat we weten wat er in het geval van het Verenigd Koninkrijk is gebeurd: toen het VK sancties oplegde aan deze twee ministers, werden bankrelaties bevroren, waardoor ook financiĆ«le humanitaire hulp niet meer richting Gaza kon gaan. De stoere woorden van mevrouw Teunissen voelen misschien heel lekker als we hier in de comfortabele plenaire zaal met airconditioning staan, maar de vraag is altijd: waar help je mensen nou echt mee? Dat is waar de VVD het antwoord op zal zoeken.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Dit was een heel lang verhaal, maar het was geen antwoord op mijn vraag. Ik vroeg de VVD om ƩƩn concrete maatregel die het heeft gesteund ā¦
De heer Van Campen (VVD):
U kreeg er drie, vier.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Mag ik mijn interruptie afmaken?
De voorzitter:
Pardon, meneer Van Campen. Mevrouw Teunissen heeft het woord.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
⦠om de genocide in Gaza te stoppen. EĆ©n concrete maatregel. Wat we tot nu toe hebben gezien, is kennelijk niet genoeg geweest, want het IsraĆ«lische leger dendert door met het plegen van genocide. Gisteren zijn er nog 51 mensen ā nu loopt het aantal zelfs op ā door het IsraĆ«lische leger gedood met granaten en tanks, maar er is geen enkele veroordeling vanuit het kabinet. De uithongering van mensen gaat gewoon door. Nederland heeft volgens het Genocideverdrag de verplichting om genocide te voorkomen. Dan kan de heer Van Campen hier toch niet staan te beweren dat sancties tegen de twee ministers om geen bankzaken te kunnen regelen ⦠Ja, het is een ministapje, maar het is toch totaal niet voldoende om de genocide te stoppen en om die druk op te voeren? Dan voldoen we toch niet aan het Genocideverdrag?
De heer Van Campen (VVD):
Ik zou dan willen weten waar mevrouw Teunissen zelf aan denkt. Ik heb het overigens over moties die eenvoudig worden weggezet en waar haar eigen naam onder staat. Ben dan ook consequent, zou ik zeggen, en kom dan ook echt met alternatieven waarvan u denkt dat u deze vreselijke oorlog daarmee stopt. Ik zou willen dat ik het antwoord op die vraag had. Ik denk dat mevrouw Teunissen dat antwoord ook niet heeft. Ik vind het te eenvoudig om elkaar hier de maat te nemen over wie zich het leed het meest aantrekt. Ik ga dat spelletje niet meer meespelen; ik ben daar een beetje klaar mee.
De voorzitter:
Afrondend op dit punt, mevrouw Teunissen.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ja, afrondend. Ik merk dat de heer Van Campen het er een beetje moeilijk mee heeft, want ik heb al tientallen moties ingediend met effectieve maatregelen, die allemaal niet door de VVD zijn gesteund, zoals het opschorten van het associatieakkoord met Israƫl en het stoppen van de wapenhandel met Israƫl. Wij exporteren nog vrolijk wapenonderdelen door waarmee onschuldige Palestijnse burgers worden aangevallen. Daar heb ik allemaal moties over ingediend die supereffectief zijn, ook over economische sancties. Dat de heer Van Campen ze niet eens heeft gezien, zegt voor mij alles.
De heer Van Campen (VVD):
Mevrouw Teunissen luistert dan ook niet naar de interrupties. Dat is toch een beetje zonde. Blijkbaar luistert ze liever naar haar eigen verhaal dan naar het antwoord als zij een interruptie pleegt. Ik weet ā en het is waar ā dat de diplomatieke weg uiteindelijk het meeste effect sorteert, maar blijkbaar vindt zij het belangrijk om met haar stoere woorden, haar grote taal, haar grootspraak en haar voorstellen vanavond veilig thuis te komen en met een goed gemoed het huis in te stappen in plaats van dat ze echt effecten sorteert voor mensen die dit leed ondergaan. We weten dat de diplomatieke weg altijd beter werkt om daar resultaat te boeken dan de deur dichtslaan.
Mevrouw Dobbe (SP):
Maar dan breekt toch wel mijn klomp, want de voorstellen die mevrouw Teunissen hier noemt, zijn toch allemaal diplomatiek, maar de VVD heeft die niet gesteund. Ik heb het lijstje met al die moties dat de heer Van Campen net opnoemde en dat hij netjes heeft uitgeprint, heel goed gehoord. Het is heel goed dat de VVD die moties heeft gesteund, maar het gaat natuurlijk om de moties die niet zijn gesteund en die niet zijn ingediend door de VVD, zoals over het wapenembargo, zoals sancties en zoals het nu opschorten van het EU-associatieakkoord, want dat zet wel druk. Het is dus te makkelijk om te zeggen "we hebben wel een aantal dingen gesteund en de diplomatieke weg is de weg". Dit is niet het eerste debat dat we hierover voeren. Dit debat hebben we hier al twintig keer gehad. We zien dat we hier al anderhalf jaar hetzelfde debat voeren met hetzelfde resultaat. De diplomatieke inspanningen van dit kabinet leiden dus effectief tot genocide in Gaza en er is geen enkele rem op het breken van het internationaal recht door Israƫl.
De voorzitter:
En wat is uw vraag?
Mevrouw Dobbe (SP):
Daar gaat de VVD nu aan voorbij. Ik wilde dit punt even maken, omdat het echt onterecht is om mensen weg te zetten alsof ze hier politieke spelletjes aan het spelen zijn, terwijl ze een heel terecht punt hebben.
De heer Van Campen (VVD):
Maar dat doet u; dat doet mevrouw Dobbe. Het probleem met radicaal-linkse partijen in deze discussie, en daar schaar ik DENK ook onder ā¦
Mevrouw Dobbe (SP):
Ja!
De heer Van Campen (VVD):
Jaja. Gun mij ook mijn antwoord in dit parlement. Het probleem is dat mevrouw Dobbe, mevrouw Teunissen en de heer Van Baarle eraan voorbijgaan dat Israƫl een strijd voert, moet voeren en zal moeten blijven voeren voor zijn bestaansrecht, omdat het land niet meer zal bestaan als het ook maar ƩƩn keer achteroverleunt. Die dimensie nemen de partijen die ik zojuist noemde nooit, nooit mee. Dat mag, maar dat is een eenzijdig beeld van hoe een oorlog helaas gaat. Langs de diplomatieke weg sorteer je het meeste effect. Israƫl is een land dat al sinds zijn stichting moet vechten voor zijn bestaansrecht. Het is zo onzijdig en zo inconsequent dat die kant van de medaille nooit wordt besproken in dit parlement.
Mevrouw Dobbe (SP):
Tja. Ik vind het jammer dat er nu op deze manier wordt gereageerd door de VVD, want we hebben hier vaker debatten over gehad met de VVD. Als het gaat over politieke spelletjes, vind ik dat oprecht jammer. Wij gaan dit debat hier niet nog een keer doen. Ik wil de heer Van Campen het volgende vragen. Er waren een tijdje geleden experts in de Tweede Kamer. Dat waren juristen en advocaten, dus echt de experts die veel weten van het internationaal recht. Zij hebben ons verteld hoe het Genocideverdrag in elkaar zit. Zij hebben ons verteld dat er voor ons, voor Nederland, als lid van het Genocideverdrag een verplichting is om in te grijpen en om alles te doen wat redelijkerwijs kan om genocide te voorkomen. Ze hebben ons ook verteld dat Nederland onvoldoende doet. Als de VVD mij vandaag niet wil geloven als blijkbaar radicaal-linkse partij, hoe kijkt de VVD dan aan tegen de mening van die experts?
De heer Van Campen (VVD):
Wij maken daar een andere taxatie van dan mevrouw Dobbe.
De voorzitter:
Afrondend op dit punt, mevrouw Dobbe.
Mevrouw Dobbe (SP):
Wat een zwak antwoord. Ik vroeg niet naar de taxatie van mevrouw Dobbe, maar ik vroeg naar de taxatie van de experts die hier zaten.
De heer Van Campen (VVD):
Wij maken een andere taxatie dan mevrouw Dobbe, die de uitlatingen van die experts voor waar aanneemt. Ik zal daar persoonlijk niks aan afdoen, alleen is het aan mijzelf om hier de weging te maken hoe wij met die adviezen en die oordelen omgaan. Dat doen we niet op dezelfde wijze als de Socialistische Partij.
De voorzitter:
Meneer Van Campen, ik had het sterke vermoeden dat mevrouw Dobbe nog niet klaar was met haar vraag, dus ik laat haar de vraag afmaken. Die telt dan zeker niet als een extra interruptie. Gaat uw gang.
Mevrouw Dobbe (SP):
Ik vind het heel kwalijk dat de heer Van Campen het internationaal recht hier nu afdoet als "ook maar een mening" die we hier in de Tweede Kamer verkondigen. Als het internationaal recht wordt overtreden, wat Israƫl nu doet, en er zijn geen realistische twijfels over, zullen we in de toekomst misschien wel te maken krijgen met aansprakelijkheid als het gaat over nalatigheid of medeplichtigheid in het oog van genocide waar we niet hebben opgetreden vanuit het Genocideverdrag. Maar als de VVD nu een lachertje maakt van het internationaal recht, alsof dat ook maar een mening is, is dat echt heel kwalijk. Dat heb ik in al die debatten van de afgelopen anderhalf jaar met de VVD nog niet gehoord, dus dit is echt een achteruitgang in de woordvoering van de VVD.
De heer Van Campen (VVD):
Dan heeft mevrouw Dobbe niet geluisterd naar mijn betoog. Daarin heb ik gezegd dat er een scheiding moet kunnen zijn tussen de beoordeling van regimes, namelijk Hamas en de regering-Netanyahu, en de erkenning van het leed van bevolkingen, namelijk de gijzelaars, 53 mensen die nog wachten om thuis te komen, als ze überhaupt nog in leven zijn, en de Palestijnse Gazaanse bevolking die op dit moment zucht onder onophoudelijke aanvallen en humanitair leed. De regering heeft de plicht om de bondgenoot IsraĆ«l daarop aan te spreken. Maar je kunt het nooit los zien ā je kunt het nooit los zien! ā van het feit dat IsraĆ«l ook een strijd vecht tegen een agressor in de regio, Iran, die het bestaansrecht van IsraĆ«l bedreigt.
Naar aanleiding van de rondetafel met deskundigen waar mevrouw Dobbe over spreekt, maak ik een andere taxatie in de richting van het kabinet dan mevrouw Dobbe maakt. Maar ik vind het vervelend dat zij mij in de mond legt dat ik daarmee een lachertje maak van het internationaal recht. Dat is namelijk wel een heel vrije interpretatie van dit interruptiedebat. Ik neem haar dat bijzonder kwalijk.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik moet eerlijk zeggen dat ik het de heer Van Campen misschien wel een beetje kwalijk neem dat hij mevrouw Dobbe en haar partij hier wegzet als radicaal. In alle eerlijkheid: dat gaat wat mij betreft eigenlijk ook over iedere schreef. Dus om nu hoog van de toren te blazen omdat mevrouw Dobbe te ver gaat ⦠Ik zou zeggen: lees nog eens goed het verslag terug, en misschien zou het u sieren om straks tegen mevrouw Dobbe te zeggen dat u dat niet zo meende.
De heer Van Campen zei zojuist dat de VVD de afgelopen jaren alle moties over humanitaire hulp heeft gesteund. Ik zie hem nu ook knikken. Maar dat is niet helemaal waar. Op 13 mei is er in dit huis een motie ingediend door collega Piri en collega Boswijk waar de VVD tegen heeft gestemd. In die motie stond dat de levering van humanitaire hulp onmiddellijk zou moeten worden hervat, desnoods zonder de expliciete toestemming van Israƫl. Gaat u na uw gloedvolle betoog nu wƩl voor deze motie stemmen?
De heer Van Campen (VVD):
In alle eerlijkheid weet ik niet waarom we op dat moment tegen die motie hebben gestemd. Als de heer Klaver het dictum zo opleest, klinkt het me niet vreemd in de oren en wil ik horen hoe de regering die motie apprecieert. Wellicht heeft de heer Klaver ook al klaar wat die appreciatie destijds was.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Waarom ik dit zeg, is als volgt. Ik ben het ermee eens dat we geen wedstrijd moeten maken van wie het leed van de Palestijnen het allerergst vindt. Maar met gratis medeleven ben ik ook wel een klein beetje klaar. Iedereen vindt het erg wat daar gebeurt; de vraag is wat er in ons vermogen hier ligt om aan actie te ondernemen. Dan denk ik dat deze regering, de Tweede Kamer en de VVD-fractie meer stappen zouden kunnen zetten. Er lag een motie van het CDA ⦠Of vindt u die partij inmiddels ook radicaal? Ik weet hoe snel het gaat bij de VVD.
De heer Van Campen (VVD):
De heer Boswijk wel!
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
⦠en van mijn fractie, waarin we zeggen: zorg er nou voor dat die hulp er komt, want die wordt tegengehouden door de Israëlische regering; je moet nu doorzetten, ook als ze dat tegenhouden. Ik krijg de indruk dat de fractie van de VVD dit niet steunt omdat ze de regering van Israël niet tegen het hoofd wil stoten en dat ze dit op geen enkele wijze wil doorzetten. Daarom ben ik blij met de opening die de heer Van Campen biedt, namelijk dat de VVD-fractie de volgende keer dat we zo'n motie indienen wel degelijk zal zeggen: wij gaan dit steunen.
De voorzitter:
Uw vraag?
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Klopt dat?
De heer Van Campen (VVD):
Die opening is er bij mij. Die is er altijd. Ik zal luisteren naar wat de minister-president zal zeggen over de motie. Maar ik vind dat goederen bij mensen moeten komen die daar op dit moment het meest behoefte aan hebben.
De voorzitter:
Afrondend op dit punt.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Afrondend. Het is een kleine stap, maar ik bemerk hierin ruimte. Ik hoop dat we deze kleine stap kunnen zetten om de Israƫlische regering nog meer onder druk te zetten om te zorgen dat die hulp daar ook echt komt, of ze nou meewerken of niet.
De heer Van Campen (VVD):
Ik zeg in alle eerlijkheid: het is een zoektocht naar balans. Dat is de reden waarom ⦠Misschien had ik mevrouw Dobbe en de collega's niet "radicaal" moeten noemen. Er zijn volgens mij socialisten die daar trots op zouden zijn, maar als zij daar aanstoot aan heeft genomen, dan was dat niet mijn bedoeling. Maar het raakt een gevoelige kwestie. Mijn partij is hierbij op zoek naar de juiste balans. Niet voor niets heb ik in een eerder interruptiedebat ook al aangegeven dat wij openstaan voor de suggestie van de Nederlandse regering om ook sancties op te leggen aan functionarissen die onaanvaardbare uitspraken doen in de richting van Gaza en dat mijn partij kritisch is ā mijn partijleider heeft dat afgelopen zaterdag op ons congres ook onomwonden gezegd ā op de regering-Netanyahu. Maar wij zien ook dat de diepe verbondenheid van ons land en onze inwoners met IsraĆ«l en het bestaansrecht van het land, dit een hele gevoelige kwestie maakt. Het is steeds weer zoeken naar de goede balans om de goede dingen te doen.
De voorzitter:
Dit is dan uw laatste interruptie, meneer Klaver.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Dat is goed. Daarvoor is het belangrijk genoeg. De balans is zoek. Dat is het hele punt. De balans is zoek. 150.000 mensen stonden op het Malieveld. Dat is een dwarsdoorsnede van de samenleving. De mening van de Nederlandse samenleving op dit onderwerp is, om in uw woorden te spreken, radicaal veranderd, omdat mensen zien dat de balans weg is. Er is geen sprake van balans. Als er 50.000 mensen om het leven zijn gekomen in Gaza en de Israƫlische regering geen enkele aanstalten maakt om te stoppen met de oorlogsmisdaden die ze daar plegen, dan is er geen balans. Het is vreemd om dan in het parlement te horen dat we moeten zoeken naar balans. Ik had daar echt begrip voor, net na wat er op 7 oktober gebeurde. Ik snap dat het toen zoek was. Er is geen balans. Na 50.000 doden is die balans weg. Dat vraagt, voor zover we dat kunnen, een steviger optreden van ons, vanuit Nederland en al die andere landen. Maar we moeten alles, alles in het werk zetten om de druk op Israƫl te vergroten. In alle eerlijkheid: als wij aan het einde van deze avond naar huis fietsen of rijden met de trein of met de auto, dan kunnen we niet zeggen: we hebben alles gedaan om Israƫl onder druk te zetten om hier een einde aan te maken. Daar zoek ik naar in dit debat wanneer u het heeft over een nieuwe balans. Dat zou het moeten zijn: hebben we alles gedaan wat in onze macht ligt om die regering zo onder druk te zetten dat ze stoppen met de oorlogsmisdaden? 50.000 doden! Het moet stoppen.
De voorzitter:
Uw vraag, meneer Klaver?
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik had geen vraag. Dit was mijn bijdrage.
De heer Dassen (Volt):
Ik wil de heer Van Campen een heel eenvoudig te beantwoorden vraag stellen die ik ook aan de minister-president heb gesteld, namelijk: erkent de VVD ten minste dat er een reƫle dreiging is van genocide in Gaza?
De heer Van Campen (VVD):
Ik ga daar geen positie op innemen, omdat ik dat niet kan beoordelen.
De heer Dassen (Volt):
Dit vind ik dus heel ingewikkeld. Op 26 januari 2024 heeft het Internationaal Gerechtshof namelijk gezegd dat het plausibel is dat er een genocide plaatsvindt. Dat was anderhalf jaar geleden. Hoe kan het dan zijn dat de VVD daar nog geen positie over heeft ingenomen, terwijl we ons toch aan het internationaal recht moeten houden, terwijl we toch de uitspraken van het Internationaal Gerechtshof moeten naleven? Hoe kan het dan zijn dat anderhalf jaar verder, na alles wat er daarna is gebeurd, de VVD nog steeds zegt daar geen positie over te hebben ingenomen?
De heer Van Campen (VVD):
Omdat ik het zelf complex vind om te beoordelen. "Genocide" is een groot woord. Het wordt hier eenvoudig in de mond genomen. Ik ben daar voorzichtig mee en terughoudend in. Ik vind het belangrijker dat we de juiste dingen doen om druk op de Israƫlische regering te zetten om het lijden te stoppen, om een staakt-het-vuren te bewerkstelligen, om hulpgoederen Gaza binnen te krijgen. De heer Dassen mag iedere keer het debat voeren over hoe we het moeten noemen, dat is zijn goed recht, maar ik wil van deze regering liever daden zien waar mensen in Gaza echt mee geholpen zijn.
De voorzitter:
Afrondend op dit punt, de heer Dassen.
De heer Dassen (Volt):
De heer Van Campen verdraait het verhaal nu een beetje, want het gaat mij er helemaal niet om hoe je het noemt. Ik noem het "genocide". Dat hoeft de heer Van Campen niet te doen. Dat is zijn eigen afweging. Het Internationaal Gerechtshof zegt dat er een reƫle kans is op genocide. Dat geeft ons de verplichting om in te grijpen. Het Internationaal Gerechtshof heeft ook verschillende maatregelen aan Israƫl opgelegd. Het moet namelijk voorkomen dat er handelingen plaatsvinden die mogelijk genocidaal zijn. We zien nu dat honger ingezet wordt als wapen. Opruiende uitspraken moeten worden tegengegaan en vervolgd. De heer Van Campen had het net over de walgelijke uitspraak van Smotrich, namelijk dat Gaza vernietigd moet worden. Dat is allemaal daarna gebeurd. We moeten ervoor zorgen dat er zo snel mogelijk humanitaire hulp Gaza binnenkomt. Dit was anderhalf jaar geleden, meneer Van Campen. U moet het niet verdraaien tot een spelletje "hoe noemen we dit?". Het Internationaal Gerechtshof, waar wij ook aan gehouden zijn, heeft gezegd dat er een mogelijk risico is op genocide. Onder het Genocideverdrag zou Nederland alles op alles moeten zetten om dat te voorkomen. Een wapenembargo zou dat mogelijk helpen voorkomen. Aansluiten bij de zaak van Zuid-Afrika tegen Israƫl zou dat mogelijk helpen voorkomen. Sancties tegen de Israƫlische regering zouden dat mogelijk helpen voorkomen. Economische sancties zouden dat mogelijk helpen voorkomen.
De voorzitter:
Wilt u tot een vraag komen, meneer Dassen?
De heer Dassen (Volt):
Afrondend, voorzitter. Mijn vraag is: hoe kan het zijn dat de heer Van Campen niet verder komt dan "ik heb hier nog geen positie over ingenomen", terwijl het Internationaal Gerechtshof anderhalf jaar geleden al heeft gezegd dat Nederland vanaf toen alles op alles had moeten zetten om dit te voorkomen? De heer Van Campen heeft geen enkele motie gesteund om dat waar te maken.
De heer Van Campen (VVD):
Dat was een hele lange aanloop om concreet te worden, een hele lange aanloop. De heer Dassen heeft het gehad over ervoor zorgen dat hulpgoederen Gaza binnenkomen. We hebben voorstellen gesteund die de regering daartoe opriepen. De heer Dassen heeft het over de veroordeling van uitspraken van twee Israƫlische ministers. Ik heb in het debat aangegeven dat ik zelf met een voorstel zal komen waarin het kabinet het mandaat zal krijgen om daar stappen op te zetten. De heer Dassen noemde als oplossing het opvoeren van de druk op om een staakt-het-vuren te bewerkstelligen. Ik heb moties opgesomd en opgelezen die wij hebben gesteund. Nogmaals, laten we elkaar hier niet de maat nemen. Wij hebben die voorstellen gedaan, omdat ook wij vinden dat Israƫl zou moeten worden gewezen op de schending van het internationaal recht en dat daar acties bij horen. De heer Dassen heeft mij heel kritisch horen spreken over het optreden en het acteren van de regering-Netanyahu, omdat ook wij zien dat het internationaal humanitair recht wordt geschonden in Gaza. Dat moet stoppen.
De voorzitter:
Uw laatste interruptie, mevrouw Dobbe.
Mevrouw Dobbe (SP):
Ik vond dat de heer Dassen een goed punt had. In februari vorig jaar heeft het Internationaal Gerechtshof een rapport afgeleverd met daarin ook aanwijzingen voor Nederland. Die heeft Nederland niet opgevolgd. Wat vindt de VVD daar dan van? Ik heb een minder lange aanloop nodig. Vindt de VVD dat wij, wanneer het Internationaal Gerechtshof een voorlopige uitspraak doet, ons daar aan moeten houden, of is dat maar een mening?
De heer Van Campen (VVD):
Nee, ik vind dat als het bindende uitspraken zijn, je van hele goede huize moet komen om die naast je neer te leggen.
De heer Paternotte (D66):
Ik heb in verschillende commissies debatten met de heer Van Campen mogen doen. Ik vind het altijd fijn dat hij iemand is die met humor en scherp op de inhoud debatteert en die zich zelden bedient van persoonlijke aanvallen. Ik herken hem niet zo in dit debat. Mevrouw Teunissen kwam met concrete voorstellen die ze graag door de VVD gesteund zou zien. Ik heb hem net tegen haar horen zeggen dat het stoere en stevige taal is die vooral is bedoeld om met een "goed gemoed het bed in te stappen". Hij beschuldigde haar van spelletjes. Hij beschuldigde mevrouw Dobbe ook van spelletjes toen ze hem om concrete steun vroeg. Ik snap het niet helemaal. Als je ziet wat daar in Gaza gebeurt, is het logisch dat mensen hier met concrete voorstellen komen. Het helpt niet om dan te reageren met "het zijn allemaal spelletjes". Dat soort persoonlijke aanvallen passen de heer Van Campen echt niet. Ik zag dat de heer Dijkhoff gisteren een denktank heeft opgericht voor de milde meerderheid in Nederland. Rekent de heer Van Campen zichzelf tot die milde meerderheid?
De heer Van Campen (VVD):
Een volmondig ja. Ik heb zo op de geachte collega's gereageerd omdat mij het verwijt werd maakt dat we niks doen, wegkijken en voor de bühne met moties onze ziel zouden vrijpleiten, in andere woorden. Dat zijn uitspraken die mij raken. Dat zijn ook uitspraken die op een reactie kunnen rekenen die net zo stevig is als hoe ik de uitspraken van deze collega's interpreteer. Ik hoef ook niet alles te accepteren en te tolereren wat mij vanaf de interruptiemicrofoon naar het hoofd wordt geslingerd.
De heer Paternotte (D66):
Ik vind het jammer. Ik kreeg net ook meerdere appjes met teksten als: het kan echt niet zoals hij tegen mevrouw Teunissen spreekt. Mevrouw Teunissen vraagt hem heel netjes op de inhoud om een mening over maatregelen. Ik vind het jammer dat hij zegt bij die milde meerderheid te horen, maar het prima te vinden om hier zo te staan meppen en ruzie te maken. Ik vind dat echt teleurstellend. De heer Van Campen verweet interrumpanten dat wat zij deden schreeuwen voor de bühne was. Laat ik het hem dan het volgende vragen. Als hij kijkt naar de hongersnood die er nog steeds is, de hulppunten waar mensen met 59 tegelijk door een tank worden doodgeschoten en de moties die de VVD heeft gesteund, wat is dan volgens hem het effect geweest van de maatregelen die de VVD heeft bepleit en die hier een meerderheid hebben gehaald?
De heer Van Campen (VVD):
Dat we nog altijd in gesprek zijn en de druk kunnen opvoeren om onze bondgenoot te wijzen op zijn verantwoordelijkheden. Ik zal ook eerlijk zijn: het idee en de illusie dat onze aangenomen Kamermotie het einde van dit afschuwelijke conflict dichterbij gaat brengen, moeten we ook uit de wereld helpen. Zo werkt het nou eenmaal niet. Ik geloof dat bij de belangrijke bondgenoot die Israƫl van Nederland is, in de traditie die we hebben van bondgenootschap, het niet anders kan zijn dan dat je het meeste effect sorteert op het moment dat je een bondgenoot aanspreekt op zijn verantwoordelijkheid. Dat mag ook stevig. De heer Paternotte heeft mij kritisch horen zijn over de regering-Netanyahu. Dat zal ik zijn, dat zal ik blijven en daar zal ik de regering toe volgen.
De stappen die worden aangekondigd en gezet op het gebied van het onderzoek naar artikel 2 van het associatieverdrag en de stappen die worden gezet als het gaat om het sanctioneren van deze twee betreffende ministers, vind ik goede stappen omdat ik weet dat ze impact hebben. Dat wordt gebagatelliseerd door enkele collega's, maar ze hebben impact. Dat is de weg van de diplomatie. Ik hoop en bid dat we daarmee het leed van de Gazaanse bevolking kunnen ledigen en tegelijkertijd de oplossing dichterbij kunnen brengen, zodat de gijzelaars kunnen terugkeren. Ik noem het toch nog maar eens, want dat resoneert niet in de interruptiedebatten die zojuist hebben plaatsgevonden. 53 mensen wachten nog steeds op thuiskomst in een land dat sinds zijn bestaansrecht iedere dag moet vechten voor zijn bestaansrecht. Die samenhang benoem ik en die zal ik blijven benoemen.
De voorzitter:
Afrondend op dit punt.
De heer Paternotte (D66):
Dit klinkt als iets wat in cirkeltjes gaat. Ik vraag wat nou het effect en de impact is geweest. De heer Van Campen zegt dan dat de impact is dat we hen nog steeds blijven aanspreken. Daarna zegt hij: ik steun vooral dingen van het kabinet die impact hebben. De conclusie die we met elkaar trekken, is dat de situatie alleen maar veel erger is geworden. Nog ƩƩn andere insteek. Hij zegt "je moet altijd die strijd tegen Hamas in het achterhoofd houden" en wijst op de gijzelaars die vrij moeten komen. Natuurlijk, dat is terecht. Hamas is een terreurorganisatie. De VN-commissie heeft onlangs vastgesteld dat Israƫl een systematische campagne heeft om kraamafdelingen in Gaza te vernietigen. Dat is gelukt: ze zijn allemaal vernietigd. De enige IVF-kliniek in Gaza, met 4.000 embryo's, is volledig vernietigd. Dat had niets met Hamas te maken. Er waren daar geen Hamas-locaties. Wat heeft het onmogelijk maken om een kind op de wereld te zetten en het veilig geboren te laten worden, te maken met de strijd tegen Hamas?
De heer Van Campen (VVD):
Helemaal niets. Dat is een flagrante schending van het internationaal recht. Dat behoeft verder geen enkele nuancering.
De voorzitter:
Uw laatste interruptie, meneer Dassen. Of wil meneer Paternotte nog een ander punt inbrengen en ook zijn laatste interruptie hieraan besteden?
De heer Paternotte (D66):
Ik probeerde het met een andere insteek dan sommige andere mensen. Fijn dat de heer Van Campen dan eerlijk zegt dat dat een flagrante schending van het internationaal recht is. Er zijn talloze rapporten die verschillende van dit soort dingen aantonen.
De heer Van Campen (VVD):
Precies.
De heer Paternotte (D66):
Ik denk dat de reden waarom 80% van Nederland zegt veel meer druk vanuit dit kabinet te willen, waarom al die mensen op de been zijn ⦠Mensen zien natuurlijk dat Israël aan alle kanten bedreigd wordt door terreurorganisaties, dat het heel logisch is dat Israëliërs zich onveilig voelen, maar dat heeft echt helemaal niks te maken met de moordpartij die nu gaande is. Eergisteren zijn 59 mensen die in de rij stonden voor voedsel, door een tank doodgeschoten. Dominique de Villepin, de Franse oud-premier, en ook de experts hier laatst, zeggen: het is eigenlijk best simpel wat Europa kan doen om druk te zetten. Er zijn eigenlijk maar twee dingen die echt effect kunnen hebben. Een: het opschorten van de handelsvoordelen voor Israël. Twee: een wapenembargo. Dat zijn twee dingen die effect zouden kunnen hebben volgens al die deskundigen. Dat zijn ook de twee dingen waar de VVD altijd tegen heeft gestemd. Als u nou een van de twee kunt noemen waarover de VVD bereid is om na te denken als het gaat om het stoppen van deze enorme mensenrechtenschendingen en van de etnische zuivering, welke van de twee zou dat dan zijn?
De heer Van Campen (VVD):
Het initiatief van het kabinet ā alles in de juiste volgorde, zou ik zeggen ā om het associatieverdrag en de naleving daarvan, artikel 2, te onderzoeken, steunen wij volmondig, omdat wij net als de heer Paternotte vinden dat de druk moet worden opgevoerd, zodat dit vreselijke leed eindelijk wordt beĆ«indigd.
De heer Dassen (Volt):
De heer Van Campen gaf net aan dat we van hele goeden huize moeten komen om ons niet te hoeven houden aan een bindende uitspraak. Volgens artikel 1 van het Genocideverdrag is Nederland verplicht om bij een dreigende genocide of een mogelijk risico op genocide alles op alles te zetten om dat te voorkomen. Er ligt dus een internationale gerechtelijke uitspraak van het Internationaal Gerechtshof van anderhalf jaar geleden daarover; dat was dus nog voor de verschrikkingen van de afgelopen maanden. Dan moet de heer Van Campen het toch met mij eens zijn dat wij op dit moment niet alles op alles zetten om een mogelijke genocide te voorkomen en dat Nederland die internationale uitspraak van het Gerechtshof niet naleeft, net als de verplichting vanuit het Genocideverdrag?
De heer Van Campen (VVD):
Het staat in schril contrast met het leed dat plaatsvindt in het Midden-Oosten, de gijzelaars, de bevolking in Gaza, maar het ontbieden van de IsraĆ«lische ambassadeur en het voortdurend, keer op keer, aanspreken van onze bondgenoot, het wijzen op de noodzaak om ervoor te zorgen dat hulpgoederen Gaza binnenkomen ⦠We blijven pleiten voor een staakt-het-vuren richting IsraĆ«l. Ik vind dat hele wezenlijke, belangrijke stappen, die hopelijk ā dat hoop ik met de heer Dassen ā de impact maken die nodig is, namelijk dat het geweld gaat liggen, dat agressor Iran, dat op dit moment raketten blijft afvuren op IsraĆ«lische steden, zich eindelijk terugtrekt, en dat de druk wordt weggenomen van Hamas, dat nog steeds 53 gijzelaars gevangenhoudt. Ik hoop dat Nederland, met de maatregelen en met de druk die het opvoert richting belangrijke bondgenoten, een kleine bijdrage kan leveren aan de oplossing voor dit vreselijke leed, dat we allemaal al veel te lang zien.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik hoop toch dat de uitkomst van dit debat is dat we de druk op Israël verder opvoeren om de genocide te stoppen, zoals die 150.000 mensen die zondag de straat op gingen dat zo graag zouden willen zien. Net als de Partij voor de Dieren en vele andere partijen hier dat willen zien. Het zijn gewone mensen. Dat zijn geen radicale mensen, zoals de heer Van Campen net zei. Het is een gewone dwarsdoorsnede van de samenleving. Daarom vind ik het heel teleurstellend dat ik tot nu toe nog geen enkele concrete extra maatregel van de VVD heb gehoord. Een van de dingen die de VVD wel steunt, zijn sancties richting Rusland. Dat was meteen vanaf dag één van de invasie in Oekraïne het geval. Ik heb de heer Van Campen in een vorig debat horen zeggen dat het verschil is dat Israël onze bondgenoot is. Maar juist als bondgenoot hebben wij de extra verplichting om te voorkomen dat die bondgenoot genocide gaat plegen. Zou de VVD dan in ieder geval sancties, zoals we die ook opleggen aan Rusland, richting Netanyahu willen steunen?
De heer Van Campen (VVD):
Het gaat mij net wat te snel om nu op de laatste vraag bevestigend te antwoorden. Laat ik in eerste instantie zeggen dat het een antwoord was op een interruptie van een van de collega's, die mij vroeg: wat is nu het verschil tussen Rusland en IsraĆ«l? Ik zei daarop: Rusland is een vijand, een agressor, die op het Europees continent onze eigen veiligheid bedreigt, die het land OekraĆÆne ā een land dat vecht voor haar soevereiniteit ā is binnengevallen en nog altijd bezet. Rusland zet landen aan de oostflank van Europa onder druk en voert een strijd tegen onze manier van leven en tegen onze liberale democratie. Daar is dus een verschil met IsraĆ«l: dat is een belangrijke historische bondgenoot van Nederland, terwijl Rusland op dit moment onze veiligheid en onze waarden bedreigt. Ik wilde graag wat context geven bij het gevoerde debat en waar deze opmerking vandaan kwam. Mevrouw Teunissen kan mij vinden in het standpunt dat de uitspraken die zijn gedaan door de twee betreffende IsraĆ«lische ministers op elke vorm van afkeuring moeten rekenen. Mijn fractie steunt dat er internationale sancties tegen deze twee ministers worden ingesteld. Ik zeg er wel bij dat we ook zorgvuldig moeten luisteren naar wat de potentiĆ«le effecten van zulke stoere maatregelen kunnen zijn.
Mevrouw Teunissen weet hoe ze moet debatteren. Dat gebeurt met stevigheid. Blijkbaar nam de heer Paternotte daar wat aanstoot aan, maar zij krijgt een stevig antwoord terug. Stoere moties kunnen goed voelen als je thuiskomt ā dan heb je je klus geklaard ā maar de vraag is of je het beoogde effect dichterbij hebt gebracht. Mijn fractie steunt sancties tegen deze twee IsraĆ«lische ministers. Maar ik wil wel voorkomen dat we onszelf en de Gazaanse bevolking ermee in de voet schieten. Mevrouw Teunissen kan in tweede termijn een voorstel van mij verwachten.
De voorzitter:
Ik ga u allen voorstellen om de interrupties kort en bondig te houden, net als de antwoorden. Ik wil u ook vragen het niet persoonlijk te maken. Ik denk dat er veel te bespreken is op de inhoud. Ik heb het een keer laten gaan ā daar zijn ook reacties op gekomen van alle kanten ā maar volgens mij voeren we dit debat op de inhoud, niet op de persoon. Ik doe dan ook een dringend verzoek aan alle leden om zich daaraan te houden.
Meneer Van Baarle heeft een interruptie.
De heer Van Baarle (DENK):
Ik wilde mevrouw Teunissen verdedigen, maar u doet een oproep, dus ik ga een vraag aan de heer Van Campen stellen. De heer Van Campen gaf net in een reactie op de heer Paternotte aan dat het bombarderen van die kliniek door Israƫl een flagrante schending is van het internationaal recht. Ik hoop dat de heer Van Campen ook vindt dat de humanitaire blokkade die Israƫl doorvoert op Gaza een schending is van het internationaal recht. Ik hoop dat hij vindt dat de illegale nederzettingen en het illegaal annexeren van Palestijns land ook een schending zijn van het internationaal recht. Het is schending op schending op schending op schending.
De heer Van Campen (VVD):
Ja.
De heer Van Baarle (DENK):
Als Israƫl schending op schending op schending op schending pleegt, dan kan de VVD toch niet volhouden dat het niet duidelijk is dat Israƫl artikel 2 van het associatieakkoord met de Europese Unie schendt? De VVD moet toch gewoon helder aangeven dat dat artikel geschonden wordt en dat er daarom reden is om de voordelen die daaruit voortkomen, op te schorten? In de bepaling staat immers ook dat die ons allen bindt.
De heer Van Campen (VVD):
Als ik daar op een achternamiddag op een terras met de heer Van Baarle een oordeel over zou moeten vormen, dan kan ik me voorstellen dat ik het met hem eens ben. Als we hier in het parlement staan, vind ik echter dat we ons ook bewust moeten zijn van onze rol en van wat onze verantwoordelijkheid is. Dan vind ik in eerste instantie dat er onderzoek gedaan moet worden naar de vraag of er sprake is van een schending van artikel 2 van het associatieverdrag. Alles op zijn tijd. Ik zeg daar dus bij dat ik mij heel goed kan voorstellen wat de uitkomst daarvan zou kunnen zijn. Die zou dichter in de buurt van de woorden van de heer Van Baarle kunnen liggen dan hij misschien kan bevroeden. Maar: ieder met de juiste verantwoordelijkheid, op het juiste moment en met zijn eigen rol. Anders gaan dingen te snel door elkaar lopen. We hebben het over iets heel kwetsbaars, over het oordelen over menselijk leed binnen de internationale rechtsorde. Dat moeten we koesteren en dat moeten we zorgvuldig doen.
De voorzitter:
Dan dank ik u voor uw bijdrage, meneer Van Campen. Ik zie dat de heer Boswijk van de fractie van het CDA al is gaan staan en gaan lopen. Dat waardeert de voorzitter zeer.
De heer Boswijk (CDA):
Voorzitter. Jacques Delors vergeleek de Europese integratie ooit treffend met het bouwen van een kathedraal. Je begint met het fundament en stapje na stapje begin je te bouwen, generatie na generatie. Die metafoor past eigenlijk precies bij de huidige tijd, in Europa en in Nederland. Terwijl de noodzaak om Europa op te bouwen groter is dan ooit, zagen we helaas het afgelopen jaar een coalitie die vooral bezig was met het afbreken. Het CDA kiest een duidelijke positie. Wij staan aan de kant van de partijen die willen bouwen aan de Europese Unie. Stap voor stap. We beseffen dat het werk nooit af is.
Nu de regering demissionair is en bevrijd is van de gijzeling van de PVV ā die is er overigens niet, zie ik nu ā en nu het hoofdlijnenakkoord en het regeerprogramma niet langer leidend zijn, is het tijd voor een nieuwe houding van Nederland in de Europese Unie. Die houding is positief, constructief, zonder opt-outs maar met samenwerking en solidariteit. Dat begint bij het versterken van onze defensie en veiligheid. De Europese Raad komt bijeen op de dag na de NAVO-top en zal dus ook grotendeels in het teken staan van die NAVO-top. Het kabinet heeft recent ingestemd met het SAFE-voorstel van 150 miljard aan gezamenlijke leningen voor defensie. Dat is goed, wat het CDA betreft. Maar wat ons verbaast, is dat het kabinet vervolgens een positief oordeel geeft over een motie van collega Eerdmans, die vraagt om een gemeenschappelijke schulduitgifte nadrukkelijk uit te sluiten. Waarom eerst instemmen en vervolgens opnieuw de deur dichtgooien? Wat is nu het standpunt van het kabinet? Isoleren we Nederland hiermee niet nog verder? Graag een reactie van de minister-president.
Voorzitter. Collega Dobbe begon ook al over de bevroren Russische tegoeden. Er liggen al stapels moties die de regering oproepen om die bevroren Russische tegoeden te gaan gebruiken. We zien dat we nu al jaren verder zijn en dat we elke keer met heel veel moeite moeten zoeken naar geld. Waar wachten we nog op? Gaat de premier volgende week ervoor pleiten om die bevroren Russische tegoeden over te hevelen naar OekraĆÆne, zodat OekraĆÆne kan beginnen met de herbouw en met de herbewapening?
Voorzitter. Collega Van Campen had het over de noodzaak van het opschalen van de investeringen in de defensie-industrie. Dat is ƩƩn grote ergernis. Morgen hebben we daar ook een debat over met de minister van Defensie. Wellicht kan de premier erop reflecteren waarom het zo ontzettend lang duurt. Ik heb het voorbeeld al honderd keer aangehaald: het lukte de Britten in 1915 om binnen een jaar hun defensie-industrie op te schalen. Wij zijn na drie jaar nog steeds vooral papier aan het produceren. Graag een reflectie van de premier daarop.
We zien ook dat Rusland druk bezig is met het uitwissen van de cultuur van de Tartaren. Graag ook een reflectie van de premier daarop. Een aantal landen, vooral de Scandinavische en de Baltische staten, hebben daar al een uitspraak over gedaan. Graag een reactie van de premier; hoe kijkt hij daarnaar?
Voorzitter. Nog even terug naar SAFE. Zestien lidstaten hebben inmiddels aangegeven gebruik te willen maken van de ontsnappingsclausule. Het is opvallend dat de landen die het minste uitgeven aan defensie hierbij ontbreken. Denk aan Spanje, Italiƫ en Frankrijk. Denemarken heeft zich opvallend genoeg wel aangemeld. Ze doen dit om een signaal aan de buitenwereld af te geven en te laten zien dat de EU-landen verenigd zijn in de herbewapeningsinspanning. Welk signaal gaat Nederland afgeven?
Voorzitter. Recent heeft de EU ook een nieuwe havenstrategie aangenomen. Dat is erg belangrijk, zeker omdat havens telkens belangrijker worden. Dat zien vooral ook de Chinezen, zeg ik er meteen bij. Ik was anderhalve week geleden op bezoek in Odessa, de grootste havenstad aan de Zwarte Zee. Het verbaasde mij eerlijk gezegd dat er nog geen enkel contact of strategisch partnerschap is met de grootste haven van Europa, namelijk onze eigen haven. Navraag bij zowel de haven van Odessa als de haven van Rotterdam leert dat daar wel behoefte aan is en dat ze ook wel nauwer willen samenwerken op het gebied van economische veiligheid, weerbaarheid en economische versterking. Is de premier bereid om te onderzoeken hoe we dat kunnen initiƫren?
Voorzitter, afsluitend. We kijken met grote zorg naar de escalatie tussen Israƫl en Iran. Kan de premier aangeven hoe het kabinet in Europees verband bijdraagt aan de-escalatie? Kan de premier ook aangeven wat de laatste stand van zaken is als het gaat om Nederlandse burgers en diplomaten? Een aantal collega's heeft het daar al over gehad. Worden er al voorbereidingen getroffen voor ambassadepersoneel in Teheran en Tel Aviv, voor mocht het nog verder escaleren?
Voorzitter. Tot slot de spanningen tussen Armeniƫ en Azerbeidzjan. Er ligt al heel lang een vredesverdrag te versloffen, meer dan drie maanden inmiddels. Navraag leert dat Azerbeidzjan dit eigenlijk continu afhoudt, terwijl het in belang is van vrede en de-escalatie, ook in die regio, dat die vredesdeal snel wordt ondertekend. Is de premier bereid om er in EU-verband voor te pleiten om meer druk uit te oefenen op Azerbeidzjan, zodat die vredesdeal kan worden getekend?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Dan nodig ik nu graag de heer Kahraman van de fractie van Nieuw Sociaal Contract uit voor zijn bijdrage in de eerste termijn. Gaat uw gang.
De heer Kahraman (NSC):
Dank u wel, voorzitter. "Het is te betreuren dat Israƫl zich genoodzaakt heeft gevoeld tot actie over te gaan", zei minister Veldkamp vorige week. Nieuw Sociaal Contract deelt dit oordeel. Oorlog brengt altijd menselijk leed met zich mee en treft in het bijzonder onschuldige burgers. Tegelijkertijd begrijpen wij net als de minister dat een Israƫlische preventieve aanval op het ayatollahregime van Iran onvermijdelijk werd.
EƩn dag voor deze aanval nam het Internationaal Atoomenergieagentschap een resolutie aan waarin Iran formeel werd veroordeeld vanwege het aan zijn laars lappen van internationale regels. Iran reageerde hierop met de aankondiging dat het een nieuwe kernreactor zal bouwen en uranium nog verder zal verrijken. Dat gaf Israƫl een reden om in te grijpen. Het Iraanse regime heeft Israƫl herhaaldelijk met vernietiging bedreigd. Er is zelfs een hele Wikipediapagina gewijd aan al deze dreigingen. Het regime noemde Israƫl "een tumor die verdelgd moet worden" en voerde in april vorig jaar nog een aanval uit met meer dan 300 projectielen, gericht op Israƫlische burgerdoelen. Daarnaast financiert en bewapent Iran al jarenlang terroristische proxy's, zoals Hamas, Hezbollah en de Houthi's, met als resultaat een stroom van geweld tegen Israƫl, Arabische landen en het Westen, en ongekend veel onschuldig bloedvergieten.
Sinds de revolutie van 1979 zijn de radicale ayatollahs uitgegroeid tot 's werelds grootste staatssponsoren van terrorisme en een structurele destabiliserende kracht in het Midden-Oosten, van Gaza tot Jemen, van Libanon tot Irak. Tegelijkertijd onderdrukt het regime zijn eigen bevolking. De moord op Mahsa Amini vanwege het incorrect dragen van haar hoofddoek leidde tot de wereldwijde beweging Woman, Life, Freedom. Het regime sloeg de protesten meedogenloos neer. Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel Iraniƫrs in het land en ook in de diaspora steun uitspreken voor Israƫlische aanvallen op sleutelfiguren van het regime. In dat licht zou de aanval van het ayatollahregime niet alleen een zege zijn voor het Iraanse volk, maar ook voor de hele regio en de wereld. Tegelijkertijd hopen wij vurig dat het conflict niet verder escaleert. Diplomatieke gesprekken over een betrouwbaar, afdwingbaar atoomakkoord blijven essentieel.
Ook Europa loopt risico's. Denk aan de stijgende energieprijzen en mogelijk nieuwe migratiestromen. Heeft het kabinet in kaart gebracht welke gevolgen een langdurig conflict heeft voor de bestaanszekerheid van onze inwoners? Hoe zit het met de aanleg van strategische voorraden uit het hoofdlijnenakkoord?
Voorzitter. Nieuw Sociaal Contract ziet ook het voortdurende en schrijnende humanitaire leed in Gaza, mede veroorzaakt doordat te weinig voedsel en water de bevolking bereiken. Wij steunen daarom de stappen die minister Veldkamp heeft gezet met betrekking tot het EU-Israƫl-associatieakkoord. Bovendien heeft Nederland in EU-verband gepleit voor een onderzoek naar de naleving van artikel 2 van het akkoord, de mensenrechtenclausule. Vorige week vernamen we dat het kabinet hoopt de uitkomsten van dit onderzoek nog voor de Raad Buitenlandse Zaken te ontvangen. Kan de minister-president dat vandaag bevestigen?
Voorzitter. Dan Oekraïne. We zouden het bijna vergeten, maar deze oorlog op ons eigen continent duurt al bijna drieënhalf jaar. We zien dat de VS en Europa bijna een voorstel klaar hebben voor een bestand tussen Rusland en Oekraïne. Oekraïne zegt hiermee akkoord te willen gaan. Hoe schat de minister-president de kansen in dat dit bestand een succes wordt? Is al duidelijk wat de specifieke gevolgen voor Rusland zullen zijn als ze opnieuw niet bereid zijn om dit akkoord te tekenen?
Tot slot, voorzitter. NSC betreurt de onnodige handelsoorlog die de Verenigde Staten, onder leiding van president Trump, hebben gestart met Europa. De recente verdubbeling van importheffingen op staal en aluminium, van 25% naar 50%, onderstreept de noodzaak om deze handelsrelaties te diversificeren. NSC pleit daar al langer voor. Als Europese Unie hebben we nieuwe partnerschappen nodig om onze strategische autonomie en de bestaanszekerheid van de burgers te waarborgen, zowel met de Mercosur-landen in Zuid-Amerika als met India, waar momenteel een vrijhandelsverdrag in voorbereiding is. Kan de minister-president toezeggen dat Nederland een voortrekkersrol zal vervullen bij de totstandkoming van dit vrijhandelsverdrag met India?
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Dat geeft aanleiding tot een vraag.
De heer Boswijk (CDA):
Ik heb geen vraag over een punt dat de heer Kahraman maakte, maar wel een belangrijk punt. Pas geleden had ik een debat met collega Olger van Dijk, de woordvoerder van NSC op defensiegebied. Collega Van Dijk citeerde Pompeius. Ik moet heel eerlijk zeggen ā ik houd van oudheid ā dat ik 'm zelf nog nooit had gehoord: "Citeer geen wetten tegen mannen met zwaarden." Kortom, wees pragmatisch. Dat sprak mij heel erg aan. Maar als het bijvoorbeeld gaat over de gemeenschappelijke leningen die moeten worden aangegaan om Europa te herbewapenen, is het standpunt van NSC, maar ook van het kabinet en de VVD, wat mij betreft vrij diffuus. Op 26 maart hebben collega Paternotte en ik een motie ingediend die oproept om leningen aan lidstaten, zoals voorgesteld voor ReArm Europe, niet uit te sluiten. Gemeenschappelijke schulden zijn dus prima. Daar stemt NSC voor. Het kabinet komt met SAFE en daarmee gaat NSC met veel mitsen en maren ook akkoord. Maar gisteren stemde NSC voor een motie van collega Eerdmans waarin een gezamenlijke schulduitgifte nadrukkelijk wordt uitgesloten. Is NSC nu voor of tegen het uitsluiten van gemeenschappelijke schulden?
De heer Kahraman (NSC):
De heer Boswijk zet hier een mooi frame neer. We hebben een debat gevoerd over SAFE. Wij hebben aangegeven hoe wij daarin zitten. De motie-Eerdmans roept op tot geen gezamenlijke schuldenuitgifte in de Europese Unie. Wij hebben dat standpunt altijd uitgedragen. Wij willen als Nederland geen schuldenunie zijn. Dat is echt iets van de Staat. Wij willen geen gezamenlijke schulden uitgeven, want onze kinderen en kleinkinderen zullen dat moeten terugbetalen.
De heer Boswijk (CDA):
Als NSC echt niet voor gemeenschappelijke schulden is, dan zou je nu meteen uit de Europese Unie moeten stappen. Wij gaan namelijk al gemeenschappelijke schulden aan. Het is ook geen frame, maar ik citeer hier twee moties. De een is van 26 maart 2025, waarin gemeenschappelijke schulden niet worden uitgesloten. NSC stemt voor. Dat is geen frame, maar een feit. Het andere feit is de motie van collega Eerdmans van 12 juni 2025 die zegt: nadrukkelijk uitsluiten. Dan is toch een hele logische vraag: bent u voor of tegen? Plus het feit dat we nu al, en overigens al voor de oorlog in OekraĆÆne, gemeenschappelijke schulden hebben.
De heer Kahraman (NSC):
Ik vind het echt mooi dat het CDA pleit voor gemeenschappelijke schulden in de Europese Unie. Dat mag ook en daar mag de heer Boswijk hier in het debat ook vurig voor pleiten. Wij als NSC hebben altijd gezegd dat wij geen gezamenlijke schulden willen aangaan in de Europese Unie. Wij willen geen schuldenunie zijn. Wij zien de resultaten daarvan. Onze kinderen en kleinkinderen moeten daar straks de rekening voor betalen. Wij willen gewoon geen gezamenlijke schulden aangaan. We zien vaak dat het merendeel van de schulden die aangegaan worden, zoals bij het coronaherstelfonds, in de vorm van giften aan zuidelijke landen wordt gegeven. Wij willen als Nederland geen schulden maken om dat geld vervolgens aan andere landen te geven. We zijn geen schuldenunie.
De voorzitter:
Afrondend op dit punt, meneer Boswijk.
De heer Boswijk (CDA):
Ja, sorry. Ik ga proberen het netjes te houden.
De voorzitter:
Graag.
De heer Boswijk (CDA):
Ik citeer gewoon uit twee moties. Dat zijn feiten; dat is geen frame. In reactie daarop zegt de heer Kahraman: u bent een groot pleitbezorger voor schulden; het is prima dat u dat bent. Dat is een frame! Ons doel is niet om een grote schuldenberg op te bouwen. Ons doel is om Europa veilig te houden. Ons doel is ook om richting onze achterban eerlijk te zijn over het feit dat we pijnlijke beslissingen moeten nemen. Wij hebben een draai gemaakt, maar NSC moet nu geen rookgordijnen gaan optrekken. Wat is het nu? Ik heb nog steeds geen idee of u er nu voor of tegen bent. U zegt wel dat u ertegen bent, maar u stemt elke keer anders. Plus, de huidige status is dat we al gemeenschappelijke schulden hebben. Ik ben ook heel benieuwd hoe de premier hierop reflecteert. Het lijkt me namelijk buitengewoon ingewikkeld om elke keer met zo'n twijfelende partner naar Brussel te moeten.
De heer Kahraman (NSC):
Laat ik heel duidelijk zijn. Ik zie dat de heer Boswijk er echt voor pleit om een schuldenunie aan te gaan in de Europese Unie. Dat is het goed recht van het CDA. Wij hebben altijd gezegd: wij willen geen schuldenunie; wij willen Europees geen schulden aangaan. Over het feit dat we in het verleden via het coronaherstelfonds schulden zijn aangegaan, die ook nog als giften aan landen zijn uitgegeven, kan ik niet praten, want dat was voor mijn tijd en voordat NSC hier in de Kamer vertegenwoordigd was. Dat is prima. Dat is geweest. Wij hebben vanaf dag ƩƩn gezegd dat wij als NSC geen gezamenlijke schulden aan willen gaan in de Europese Unie.
Wat betreft de veiligheid: we hebben gisteren volmondig gezegd dat we voor de 5% willen gaan om onze veiligheid en die van onze partners in Europa, maar ook in de NAVO te kunnen waarborgen. Daar staan wij voor. Wij staan voor onze handtekening. Dat willen we voor onze veiligheid. Maar wij willen daar geen schulden voor aangaan. Er zijn ook een aantal landen die die schulden graag willen aangaan en zelfs zeggen: ja, we zouden ze heel graag als giften willen krijgen. Daar passen wij als NSC hier in de Kamer voor.
De voorzitter:
Meneer Boswijk, dit is uw laatste interruptie.
De heer Boswijk (CDA):
Meer om de geschiedenis recht te zetten: ik zet hier geen frame. Ik constateer alleen dat NSC niet consequent en niet eerlijk is; NSC is niet consequent en niet eerlijk. Ik weet nog steeds niet of u nou voor of tegen gemeenschappelijke schulden bent, want ik heb net aangetoond dat u verschillend stemt. Het is te makkelijk om te zeggen: ja, er zijn allemaal beslissingen genomen voordat wij bestonden en daar hebben we mee te dealen. Er zijn nu al gemeenschappelijke schulden. Als NSC echt zegt voor goed bestuur te zijn, dan moeten ze ook eerlijk zijn richting de achterban. De beste reactie kan niet zijn: het is mooi dat het CDA voor gemeenschappelijke schulden is. Dat is echt te goedkoop. Probeer alstublieft beter.
De heer Kahraman (NSC):
De heer Boswijk zegt: wij hebben de draai gemaakt en we zijn nu wel voor die schulden in de Europese Unie. Dat is prima. Dat is het CDA en dat wil graag Europese schulden aangaan. Wij hebben vanaf dag ƩƩn gezegd: wij zijn tegen de Europese schulden en wij gaan die ook niet aan. Die zijn in het verleden aangegaan; dat kan. Maar wij hebben vanaf dag ƩƩn altijd gezegd: wij zijn tegen gezamenlijke Europese schulden. Daar zullen we ook altijd voor staan.
De voorzitter:
Ik ga deze discussie nu afronden. Ik dank u voor uw bijdrage. Ik nodig nu de heer Van Baarle uit voor zijn bijdrage in deze eerste termijn. Gaat uw gang.
De heer Van Baarle (DENK):
Hendrikus Wilhelmus Maria Dick Schoof. 150.000 mensen zeiden afgelopen zondag, tijdens de grootste Nederlandse demonstratie uit de 21ste eeuw, tegen deze minister-president: trek een rode lijn. 150.000 mensen eisten dat deze minister-president de genocide in Gaza niet langer negeert. Zij willen dat de regering, deze minister-president, niet meer wegkijkt. Actie kan niet meer uitblijven. Anders is hij, deze minister-president, medeplichtig. Het Genocideverdrag verplicht staten alles te doen om een genocide te voorkomen. Bewindspersonen zijn daarvoor aansprakelijk. Beseft de minister-president dat?
Kan de premier eindelijk toegeven dat Israƫl bloedrode lijnen heeft overschreden, dat Israƫl de meest verschrikkelijke oorlogsmisdaden pleegt? Ook vandaag weer zijn tientallen Palestijnen door Israƫl vermoord, die op zoek waren naar voedsel. Is dat geen rode lijn? Gisteren schoot een Israƫlische tank minstens 51 Palestijnen dood, die in de rij stonden voor voedsel. Is dat geen rode lijn? Iedere dag worden onschuldige kinderen doelbewust uitgehongerd door Israƫl. Is dat een rode lijn of niet, vraag ik de minister-president. Wanneer is er eindelijk een rode lijn?
Er moet nu actie komen. Er is geen tijd voor uitstel. De mensen in Gaza kunnen niet wachten. Die hongeren letterlijk uit. Daarom zeg ik tegen de premier: ga naar die Europese top en eis actie. Trek dat associatieverdrag met Israƫl door de shredder. Is de minister bereid dat te bepleiten? Eis een handelsembargo. Eis een volledig wapenembargo. Eis sancties tegen alle kolonisten, tegen alle leden van de Israƫlisch regering. En eis in het bijzonder sancties tegen de misdadiger Netanyahu, die een gevaar voor de hele wereld is. Is de minister-president daartoe bereid?
Sanctioneer iedereen die op welke manier dan ook bijdraagt aan illegale nederzettingen. Is de minister-president bereid om dat te doen? Trek het militaire verdrag met Israƫl in. Is de minister-president bereid dat te doen? Stop alle handelsactiviteiten op de Nederlandse ambassade in Israƫl. Is de minister-president bereid dat te doen? Is hij bereid maatregelen te nemen om de genocide in Gaza te stoppen en eindelijk iets concreets te doen? 50.000 doden. Uithongering. Oorlogsmisdaad op oorlogsmisdaad. En de Nederlandse regering komt al die maanden al niet verder dan niks doen.
Voorzitter. Netanyahu is altijd al een oorlogshitser geweest. In 2003 moedigde hij de criminele oorlog tegen Irak aan en we weten wat dat voor gevolgen heeft gehad. Twintig jaar later doet Netanyahu hetzelfde in zijn oorlog tegen Iran. Teheran zal branden en de inwoners zullen spoedig de prijs betalen, kondigde zijn regering aan. Ik vraag de minister-president waarom hij slechts betreurt dat Israƫl genoodzaakt was om Iran aan te vallen. Kan de premier gewoon klip-en-klaar veroordelen dat Israƫl zich hiermee schuldig heeft gemaakt aan een agressieoorlog? Kan hij beloven dat Nederland Israƫl van geen enkele steun zal voorzien?
Of blijft Israƫlische straffeloosheid een speerpunt van het Nederlandse buitenlandbeleid? Want waarom horen we de minister-president niet over de doden die de aanvallen van Israƫl hebben veroorzaakt? Waarom horen we hem niet over hoe Israƫl woonwijken in Teheran heeft gebombardeerd en schoolkinderen heeft vermoord? Waarom heeft de premier het niet veroordeeld dat Israƫl de diplomatieke oplossing letterlijk heeft opgeblazen toen de Iraanse hoofdonderhandelaar werd geliquideerd? Waarom horen wij hem niet over de aanval op de tv-studio tijdens een live-uitzending? Een bombardement!
Waarom veroordeelt hij dat allemaal niet? Waarom erkent hij niet dat het een daad van agressie is en dat het een schending is van het internationaal recht? Kan hij iets van dat alles doen of verzandt hij ook op dit onderwerp in het bieden van straffeloosheid aan Israƫl en het wegkijken van hoe Netanyahu ellende, ellende, en oorlogsmisdaad op oorlogsmisdaad veroorzaakt?
De voorzitter:
Bent u aan het einde van uw betoog gekomen?
De heer Van Baarle (DENK):
Ik ben aan het einde van mijn betoog en ik zie dat de heer Ceder mij ā¦
De voorzitter:
U bent ook aan het einde van de tijd. Dat hebt u dus heel goed gedaan. De heer Ceder heeft een vraag. Gaat uw gang, meneer Ceder.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Twee vragen. Ik hoor de heer Van Baarle stellig zeggen dat de preventieve aanval van Israƫl op Iran niet gelegitimeerd is. Ik heb daarover ook wat gezegd en ik denk dus dat het dat gezien de feiten wel is. Maar ik heb wel een voorbehoud gemaakt, omdat ik informatie mis om die stelligheid waar te kunnen maken.
Die stelligheid proef ik wel bij de heer Van Baarle. "Het had niet mogen gebeuren." Maar hij laat wel feiten weg, zoals de conclusie van het Internationaal Atoomenergieagentschap dat er meer uranium is dan alleen voor energie gebruikt kan worden. Iran zegt daarna dat het juist meer gaat verrijken, zich niet meer aan de afspraken gaat houden en dat de gesprekken tussen de Verenigde Staten en Iran geklapt waren. Ik zeg niet dat u een andere weging moet hebben, maar ik hoor daar niets van terug en u bent wel stellig.
De voorzitter:
De heer Van Baarle.
De heer Ceder (ChristenUnie):
De heer Van Baarle, voorzitter. Mijn vraag is of die feiten nog iets van voorzichtigheid bij de heer Van Baarle neerleggen. Of bent u er al over uit: dit had nooit mogen gebeuren?
De heer Van Baarle (DENK):
Letterlijk de dag voordat er weer besprekingen zouden plaatsvinden over een diplomatieke oplossing, heeft Israël de onderhandelaar van Iran opgeblazen. Dat is een daad van agressie die iedere vorm van diplomatie onmogelijk maakt en daarmee stort Netanyahu het Midden-Oosten in een oorlog. Niks legitimeert de honderden burgerdoden die zijn gevallen. Ik heb de foto's gezien van de bombardementen van Teheran. De commandanten die Israël zegt gedood te hebben: de appartementen daarboven, daaronder, daarnaast zijn vernietigd. Daar woonden gewoon mensen hè, meneer Ceder. Daar woonden gewoon mensen en die zijn vermoord. Die waren aan het slapen en die zijn vermoord. Al de dingen die de heer Ceder naar voren brengt, zijn nog niet eens een begin van het onomstotelijke bewijs dat wat hij zegt waar is. En als dat bewijs er niet is, dan is er niks wat deze aanval kan legitimeren. Dan is het een schending van het internationaal recht. Dan is dit een oorlogsmisdaad en dan moet alles gedaan worden om Israël te veroordelen en om dat te stoppen.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik heb een poging gedaan om u toch iets meer terughoudendheid te laten betrachten, zoals ik dat ook gedaan heb. Ik heb gezegd: ik denk dat het wel gelegitimeerd is, maar er zijn een aantal vragen die voor mij wel belangrijk zijn om hierin een definitieve weging te kunnen maken. Ik had gehoopt dat u dat ook zou doen, ook omdat ik er feiten naast leg bijvoorbeeld rond het Internationaal Atoomenergieagentschap ā dat is volgens mij niet een IsraĆ«lische organisatie ā dat duidelijk heeft aangegeven dat Iran zich niet meer houdt aan de afspraken die met Iran zijn gemaakt.
Maar goed, voorzitter. Ik heb nog ƩƩn vraag, omdat ik ook het denkkader van de heer Van Baarle probeer te begrijpen. Het ICJ heeft de uitspraak gedaan dat landen een inspanning zouden moeten verrichten om in ieder geval genocide te voorkomen. Daar heeft u net de heer Schoof direct op aangesproken. Bij de regeling van werkzaamheden heeft u volgens mij geprobeerd om een debat aan te vragen over de situatie van mensen die vanuit Egypte naar de grens bij Rafah zijn gegaan en de behandeling daarvan. Ik vraag me af of u ook vindt dat bijvoorbeeld Egypte en de Egyptische regering de maatregelen ten aanzien van het voorkomen van genocide niet in acht hebben genomen. Of richt uw pleidooi zich alleen tegen de Nederlandse regering? Ik ben even benieuwd of u vindt dat alle landen, even afgezien van Nederland, ook landen die er dichtbij liggen of er grenzen mee hebben, die medeplichtigheid hebben.
De heer Van Baarle (DENK):
De heer Ceder reageerde in het begin van zijn interruptie op het antwoord dat ik hem gaf of zijn eerste interruptie. Dus met uw welnemen ga ik daar kort ook een zin aan wijden. Wederom, de dingen die de heer Ceder naar voren brengt, zijn geen onomstotelijk bewijs dat er sprake is van een dreiging en dat er sprake is van een legitimering. En dan kan je niet, zoals Israƫl doet, die grootschalige aanval inzetten. Dat kan gewoon niet. Dat is een schending van het internationaal recht.
Dan een antwoord op de vraag van de heer Ceder. Ik vind dat alle landen die een verantwoordelijkheid kunnen nemen in het voorkomen ⦠Ik vind dat het een genocide is, maar het verplicht ons in ieder geval tot het voorkomen van een genocide. Ik vind dat alle landen die die verantwoordelijkheid kunnen nemen, die dienen te nemen. Dat geldt ook voor alle landen die in de buurt van Gaza liggen. Ik heb schriftelijke vragen gesteld over de March to Gaza en ik heb de Nederlandse regering gevraagd om de Egyptische autoriteiten te vragen om die mensen toegang te verlenen, tot de grens. Dus ik ben daarin heel consistent. Tegelijkertijd ben ik Nederlands volksvertegenwoordiger. Ik richt mij tot de Nederlandse regering en ik spreek de Nederlandse regering aan op het Nederlandse beleid.
De voorzitter:
De heer Ceder, kort en afrondend graag.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dat is ook wat u hoort te doen. Daarom stelde ik ook de vraag. U stelt vast dat er een genocide is. U vindt dat landen die niet helpen om die te lenigen medeplichtig zijn. Dus u vindt dat Egypte medeplichtig is aan de genocide in Gaza? Dat is dus wat u stelt?
De heer Van Baarle (DENK):
U verbindt hoe Egypte om is gegaan ā daar stelde u uw vraag over ā met mensen die de mars door Gaza hebben georganiseerd ⦠Jawel, want daar ging uw vraag over.
De voorzitter:
Zullen we antwoord geven op de interruptie en niet een nieuwe interruptie beginnen zonder dat u het woord gekregen heeft? Ik spreek de heer Ceder aan. Gaat u verder met uw antwoord.
De heer Van Baarle (DENK):
De heer Ceder had het erover dat ik de Egyptische autoriteiten erop aan zou moeten spreken dat de mensen die de mars door Gaza organiseren geen toegang is verleend. Op grond daarvan vraagt hij mij dat. Ja, dezelfde kritiek die ik lever op de Nederlandse regering lever ik ook in de richting van andere landen die onvoldoende doen. Ik heb enorm veel moeite met het feit dat er bijvoorbeeld organisaties in Egypte zijn die op basis van een financiƫle bijdrage proberen te verdienen aan de toegang van humanitaire hulp tot Gaza. Ik leg dat langs dezelfde meetlat als waarlangs ik de Nederlandse regering leg.
De voorzitter:
Dank voor uw bijdrage. Ik zag de heer Eerdmans al staan en in beweging komen. Ik nodig u van harte uit voor uw bijdrage in deze eerste termijn namens de fractie van JA21. Gaat uw gang.
De heer Eerdmans (JA21):
Jazeker, voorzitter. Dank u zeer. Iran. De EU had als medearchitect van de Irandeal natuurlijk een heel belangrijke rol, maar sinds het terugtrekken van de VS is de realiteit keihard. De deal ligt in puin, er is militaire escalatie en de Europese rol lijkt gereduceerd tot die van toeschouwer. En dan zien we verdeeldheid. De Duitse bondskanselier Merz bedankt Israƫl voor de aanvallen op het regime in Teheran en ziet hierin een kans voor een regime change. Maar de Franse president Macron waarschuwt juist tegen militaire interventie. De heer Van Campen zei dat ook al. Waar staat Nederland in dit debat? Wat wordt onze inzet op de top?
Er zitten Nederlanders vast. Ik dacht dat de heer Paternotte dat al zei. Wat kunnen we voor hen doen? Hoe kunnen we in contact komen met ze? Er is geen internet meer. Onze mensen kunnen de ambassade uiteraard ook niet meer bereiken; die is dicht. Wat kan Nederland doen voor zijn onderdanen?
Voorzitter. Dan kom ik bij het Europese defensie- en veiligheidsbeleid. Op papier houdt het kabinet dus vast aan de lijn tegen eurobonds; dat was een interessant debatje tussen de heer Boswijk en de heer Kahraman. Dat vindt JA21 goed. Maar tegelijkertijd juicht het kabinet de snelle aanname van het zogenaamde SAFE-instrument van 150 miljard euro toe. Hoe valt dat nou te rijmen met de motie van onszelf en de SGP die gisteren nog is aangenomen en waarin een soortgelijke financiering in het toekomstige Meerjarig Financieel Kader expliciet is uitgesloten? Waar ligt de grens voor het kabinet?
Voorzitter. Dan wil ik even naar het klimaat. In Brussel begint het besef te dagen dat de net-zeroklimaatdoelen van Parijs ons economische vermogen behoorlijk hebben uitgehold, maar er volgen alweer nieuwe doelen voor 2040. Die zijn op tafel gelegd, omdat het gaat om 90% minder uitstoot. De impactanalyse liegt er niet om: 1.550 miljard euro per jaar aan extra investeringen is tussen '31 en '40 nodig om dit te bereiken. Huishoudens zullen te maken krijgen met grote, grote investeringen, schrijft Brussel zelf. Daarom: kan de premier hier garanderen dat Nederland zich niet zal verbinden aan deze onhaalbare en onbetaalbare doelen? Regeltjes schrappen is leuk, maar zolang we vasthouden aan irreƫle doelstellingen, blijft het toch dweilen met de kraan open.
Voorzitter. Tot slot ga ik naar migratie. Er klinken eindelijk wat zinnige verhalen uit Brussel: meer terugkeer, snellere procedures, minder naïviteit. JA21 steunt dat, maar de echte doorbraak moet natuurlijk komen door middel van het outsourcen van onze procedures naar buiten Europa; dat is de gouden truc, de gouden wissel. Italië zette die stap met opvangcentra in Albanië, maar werd uiteraard weer teruggefloten door rechters op basis van het Europees recht. Daar zit de kern van het probleem, want Nederland zal zich hard moeten gaan maken voor juridische ruimte, zodat er echt allianties kunnen worden gesmeed met gelijkgestemde landen om die procedures uiteindelijk te verplaatsen naar veilige oorden buiten de Unie. Ik wens de premier heel veel succes bij het aankaarten hiervan. U weet dat u op dit front de steun van een meerderheid in de Kamer onder leiding van JA21 heeft. Het is superrelevant om dat momentum te benutten.
Ik wens de premier dus veel succes op de top en de komende week eerst bij de NAVO; daar wens ik hem ook alle sterkte bij. Laat ze maar zien dat demissionair zijn niet betekent "op de rug, met de pootjes omhoog". Laat gewoon zien dat wij als Nederland nog iets willen en zeker ook durven te bereiken in Europa.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik nu graag de heer Diederik van Dijk van de fractie van de SGP uit voor zijn bijdrage. Gaat uw gang.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Dank u wel, voorzitter. Ik begin met een citaat uit een analyse van de bekende schrijver en denker Douglas Murray over een nucleair Iran. Deze analyse komt uit 2011. Murray uitte zijn gedachten tijdens een debat in Cambridge. Ik citeer hem, dus uit 2011; ik heb het trouwens voor u vertaald: "Als Israƫl geen andere keus meer heeft nadat diplomatie heeft gefaald en Iran dicht op het punt staat kernwapens te maken, zal Israƫl ingrijpen. Iedereen en elk land, ook in het Midden-Oosten, zal Israƫl openlijk veroordelen, maar thuis zullen ze stilletjes denken en danken: gelukkig dat Israƫl het deed, want niemand anders deed het." Tot zover Murray.
Je mag dit gerust "een vlijmscherpe voorspelling met een grote kern van waarheid" noemen. Israƫl kon het zich niet permitteren om te blijven hopen op diplomatie. Die route bleek bepaald niet betrouwbaar. Zie de verontrustende bevindingen van het VN-Atoomagentschap. Israƫl greep dus gericht en doeltreffend in tegen het nucleaire programma en tegen de Revolutionaire Garde. Wie kan het ze kwalijk nemen? Diplomatie werkt alleen als de andere kant te vertrouwen is. Een radicaal islamitisch regime dat terreur steunt en openlijk Israƫl wil vernietigen, is dat simpelweg niet. Iran had al grote hoeveelheden uranium verrijkt. De weg naar kernwapens is voor Teheran geen verre toekomst meer; het is een kwestie van tijd. Dat is zorgwekkend, niet alleen voor Israƫl, maar voor de hele regio en ook voor onze veiligheid.
Hoe reageren wij? Onze minister van Defensie begon met het betreuren van het feit dat Israƫl tot actie overging en sprak zijn zorgen uit over mogelijke escalatie. De vrees voor escalatie mag echter geen excuus zijn voor gevaarlijke passiviteit. Bondskanselier Merz zei het treffend: Israƫl knapt voor ons allen de vuile klusjes op. Herkent de premier zich in die woorden van zijn Duitse ambtgenoot? We zouden dat duidelijker mogen uitspreken en er dankbaar voor mogen zijn. Israƫl handelt doelgericht tegen een dreiging die ook ons raakt. In zo'n situatie vanuit onze comfortabele positie en van veilige afstand de scheidsrechter spelen is niet gepast.
Voorzitter. Na deze acties krijgt Israƫl veel klappen te verduren. De ballistische raketten uit Teheran vallen opnieuw op steden en Israƫliƫrs moeten weer in en rondom schuilkelders blijven. Ik herinner de minister-president graag aan twee aangenomen moties die oproepen tot steun voor Israƫls verdediging waar mogelijk, namelijk de motie-Tuinman/Stoffer over luchtverdediging en de motie-Stoffer, die kort na 7 oktober is aangenomen. Die steun kan nadrukkelijk bedoeld zijn om Israƫlische steden te beschermen of om het Iraanse kernwapenprogramma harder te treffen. Mijn vragen zijn de volgende. Welke uitvraag voor een Israƫlische behoefte aan steun is er gedaan na het aannemen van deze moties? Welke mogelijkheden ziet de regering om Israƫl te steunen tegenover Iran? Welke mogelijkheden ziet de premier voor de internationale gemeenschap om de druk op het Iraanse regime verder te vergroten, zodat de Iraanse bevolking ooit bevrijd kan worden van deze fanaten?
Daarnaast wil ik opnieuw de gijzelaars noemen. Er is altijd wel een nieuwe ontwikkeling, maar juist hen mogen we niet vergeten. Enkele overleden gijzelaars zijn recent teruggebracht, maar 53 gijzelaars zitten inmiddels al 621 dagen vast in Gaza. Collega Van Campen vroeg daar zojuist op een hele correcte wijze aandacht voor. Ik citeer het forum van hun gezinnen: "Kijk ze in de ogen. Help ons om ze terug te brengen." Welke recente pogingen heeft de regering hiertoe ondernomen?
Voorzitter. Graag bespreek ik nog het thema asiel. De SGP staat open voor het opvangen van vluchtelingen die werkelijk gevaar lopen, maar om daar juist ruimte en draagvlak voor te houden, moet er streng worden opgetreden tegen andere groepen. Uitgeprocedeerden moeten terugkeren. Kansloze aanvragen moeten snel worden afgehandeld. Het nieuwe Asiel- en Migratiepact moet daarom zo snel mogelijk in werking treden. Tot nu toe is het kabinet het daar volledig mee eens, zoals ook blijkt uit de agenda. Maar wat schetst mijn verbazing? Nederland blijft achter bij het op orde brengen van de eigen voorwaarden voor het Asiel- en Migratiepact. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een recent artikel in Trouw. Kan de premier reageren op het artikel in Trouw en op het kritische rapport van de Europese Commissie? Kan de premier toezeggen alles te versnellen voor de werking van het migratiepact?
Tot zover. Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Dan nodig ik nu graag mevrouw Teunissen van de fractie van de Partij voor de Dieren uit voor haar bijdrage in de eerste termijn. Gaat uw gang.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Dank u wel, voorzitter. 150.000 mensen gingen zondag de straat op. Dat waren gewone mensen: gezinnen, kinderen en jongeren. Daar gingen veel kleinere demonstraties aan vooraf, met mensen die de moed hadden om op te staan. Dat waren mensen die het leed in Gaza wilden stoppen en die vanuit hun diepste medemenselijkheid eisten: "Trek een rode lijn. Stop de genocide in Gaza. Stop het uithongeren van mensen. Stop het gedwongen verplaatsen van mensen. Stop het doden van baby's en van kinderen." Maar Israƫl dendert ongehinderd door. Gisteren werden weer minstens 50 onschuldige Palestijnen door het Israƫlische leger vermoord; ze waren aan het wachten op voedselhulp en werden door het Israƫlische leger aangevallen met granaten en kogels. Maar er komt geen enkele veroordeling door premier Schoof. Ik zag wel een bericht, terecht, van minister Veldkamp over Russische raketten op Kiev. Nogmaals, terecht, want dat is verschrikkelijk. Maar waarom zien we daar wel een bericht over, maar niet over 50 doden in Palestina?
Voorzitter. Het Israƫlische leger schiet bijna elke dag hulpzoekende Palestijnen dood bij voedseldistributiepunten en voedselkonvooien. Israƫl laat zo weinig hulpgoederen de Gazastrook binnen dat de honger en wanhoop onder 2 miljoen inwoners alleen maar toenemen. En premier Schoof doet vrijwel niks. Ja, wel aansluiten bij sancties tegen de twee meest extreme ministers, die oproepen tot etnische zuivering. Maar die doen dat heel 2024 al. Ik vraag de premier dus: waarom nu? Het is een beetje too little, too late. Er vindt een genocide plaats. Daar is een heel ander niveau aan maatregelen voor nodig.
Vanwege de banden tussen Israƫl en Nederland heeft Nederland juist extra verplichtingen om genocide te voorkomen. Dat volgt uit het Genocideverdrag en uit de uitspraken van het Internationaal Gerechtshof in de zaak-Bosniƫ en de zaak-Zuid-Afrika. Ook internationale rechtsgeleerden zeggen dit. Uit de verklaringen van genocide-experts blijkt: hoe nauwer de banden tussen landen, hoe zwaarder de plicht om te handelen.
Ik roep het kabinet dus voor de zoveelste keer op om te stoppen met de import van wapens uit Israƫl. Nederland spekt de oorlogskas van Netanyahu. In vijf jaar tijd werd voor bijna 2 miljard euro aan wapens uit Israƫl gekocht. Nederland is een van de grootste klanten van Israƫl. Er zijn wapens gekocht bij industrieƫn die hun wapens testen op Palestijnen. Stop met F-35-onderdelen naar Israƫl te exporteren. Stop met de export van Nederlandse honden die Israƫl inzet als wapens tegen Palestijnse burgers. Verbied de handel van Nederlandse bedrijven in illegale nederzettingen. Herstel de noodhulp aan UNRWA volledig. Schort het associatieakkoord op. En erken Palestina als staat. Nederland moet zich aansluiten bij de genocidezaak van Zuid-Afrika tegen Israƫl bij het Internationaal Gerechtshof.
Voorzitter. De VVD kan dit stoere maatregelen noemen, maar gelukkig zijn er heel veel stoere VVD'ers die vinden dat de VVD zich veel kritischer moet opstellen. Ik hoop dat de heer Van Campen dus ook naar hen luistert.
Voorzitter. Het kabinet moet de acties van Netanyahu richting Iran veroordelen, en niet om Iran te verdedigen, integendeel, want wij willen geen kernwapens, niet in Iran en niet in Israƫl, dat die al in bezit heeft. We willen geen extreem regime dat mensen onderdrukt en executeert. Maar dat rechtvaardigt een illegale aanval niet. Een aanval op Iran maakt de regio instabieler, wakkert het geweld aan, ontneemt het laatste beetje ruimte voor diplomatie en ondermijnt de VN. Graag een reactie van de minister-president.
Iran mag geen bliksemafleider zijn voor wat er gebeurt in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever. Het is een grote schandvlek voor Nederland dat er anderhalf jaar na het begin van de genocide nog geen enkel effectief drukmiddel is ingezet. Stop met meten met twee maten. Het is niet uit te leggen dat er wel maximaal wordt gehandeld voor OekraĆÆne, wat volledig terecht is, maar niet voor Gaza. Dat is niet "staan voor mensenrechten". Dat is alleen maar bewuste willekeur, die de geloofwaardigheid van Nederland en Europa aantast. Zonder gelijke rechten voor Palestijnen en een handhavende internationale rechtsorde is er geen geloofwaardig Europees vredesverhaal en geen veilige toekomst. De Partij voor de Dieren eist, net als meer dan 100.000 Nederlanders, daden.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Dan nodig ik nu graag de heer Oostenbrink van de fractie van BBB uit voor zijn bijdrage. Gaat uw gang.
De heer Oostenbrink (BBB):
Dank, voorzitter. Europa moet op haar eigen benen kunnen staan, zeker wat betreft defensie. Daarbij moet Europa minder afhankelijk zijn van de import van militair materieel van buiten de EU. Daarvoor moet Europa wel eerst zelf kunnen leveren wat het zelf nodig heeft. Dat is helaas nog niet het geval. Daarom zullen Nederland en andere EU-landen voorlopig nog elders moeten inkopen om snel te kunnen opschalen.
Europa moet nu massief investeren in een krachtige, innovatieve defensie-industrie van eigen bodem. We moeten onze afhankelijkheid van derden afbouwen en onze autonomie versterken. Europa moet haar eigen materieel namelijk zelf kunnen produceren en leveren. Dat maakt ons niet alleen minder afhankelijk van wat anderen aanbieden, maar voorkomt ook inmenging of invloed door andere landen. We moeten niet alleen met geld stimuleren, maar ook met deregulering en andere stimulerende maatregelen, zoals innovatie. De aanbevelingen van Draghi gaan ons daarbij niet ver genoeg. Er mag meer ambitie naar voren komen.
Voorzitter. Europa moet samenwerken, niet concurreren. Door de vraag te bundelen en te zorgen voor meer interoperabiliteit halen we het maximale uit onze investeringen. Pas als Europa haar eigen defensie-industrie op orde heeft, kunnen de hogere uitgaven aan defensie ook daadwerkelijk tot meer gezamenlijke aanschaf leiden. Op dit moment leidt de run op militair materieel namelijk tot een ieder-voor-zich-beweging, waarbij schaalvoordelen niet worden benut.
Naast dit alles is het voor BBB van groot belang dat de VS binnenboord worden gehouden, binnen de NAVO als trouwe samenwerkingspartner, maar ook op economisch vlak, met aan weerszijden van de Atlantische Oceaan weer gunstige handelstarieven. In deze geopolitiek uitdagende wereld hebben we elkaar immers meer dan ooit nodig, wie er ook in het Witte Huis zit.
Maar laten we ook niet naïef zijn. Europa moet zijn vleugels uitslaan en nieuwe strategische partnerschappen aangaan. De verhoging van de NAVO-norm brengt forse financiële uitdagingen met zich mee, ook voor Nederland. Het is dan ook onbestaanbaar dat landen als Nederland nog meer zouden moeten bijdragen om de gaten te dichten voor landen die jarenlang hun eigen defensie hebben verwaarloosd, zoals Spanje en Italië. De ervaringen, ook die van de Rekenkamer, met het coronaherstelfonds zijn een harde les. Ons belastinggeld moet niet in de bodemloze putten verdwijnen. We vragen de minister-president wat hij van plan is te doen om onze onvrede hierover sterk naar voren te brengen.
Het is goed dat Nederland steeds heeft aangegeven tegen giften te zijn. Dat moet ook zo blijven. BBB vraagt de minister in de Raad te verzoeken om een gedetailleerd uitgewerkt terugbetalingsplan van leningen en te vragen wat er gebeurt wanneer landen niet aan deze verplichtingen voldoen. Het kan niet zo zijn dat steeds dezelfde landen die hun boekhouding wel op orde hebben, wat vaak ook met pijn en moeite tot stand komt, daarvoor moeten opdraaien. Voor de BBB is er ook maar ƩƩn NAVO-norm, namelijk die van de NAVO. Als alle landen die gewoon hanteren, dan hoeven we ook niet appels met peren te vergelijken.
Tot slot. BBB is tevreden over het feit dat de Europese Commissie het EU-Migratiepact eindelijk gaat aanscherpen. BBB maakt zich er wel zorgen om dat dit soort maatschappelijke grote problemen keer op keer zo laat door de Europese Commissie gesignaleerd worden en vervolgens zo laat worden opgepakt. Kan de minister-president aangeven dat dit een grote zorg is en daarom benadrukken dat een nog kordatere en doortastende aanpak op dit dossier wat ons betreft noodzakelijk is?
Tot zover.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Dan nodig ik als laatste spreker de heer Van Meijeren van de fractie van Forum voor Democratie uit voor zijn bijdrage.
De heer Van Meijeren (FVD):
Dank u wel, voorzitter. Oorlogen, ongecontroleerde massa-immigratie, economische malaise: het is slechts een kleine greep uit de agenda voor de aankomende EU-top. Het zijn ernstige problemen, die volgens de eurofielen onder ons alleen in EU-verband opgelost zouden kunnen worden. In werkelijkheid biedt de EU geen oplossing, maar is de EU juist zelf vaak onderdeel of de kern van het probleem. Voor zover crisissituaties niet door de EU zelf zijn gecreƫerd of veroorzaakt, zijn ze door haar verergerd of maakt ze in ieder geval pijnlijk duidelijk dat de EU helemaal niets bijdraagt aan een oplossing.
De grootste problemen waar de EU mee te kampen heeft, zijn niet het gevolg van noodlottige externe omstandigheden waar we nu eenmaal mee te kampen hebben. Ze zijn het gevolg van het ondemocratische karakter van de EU zelf, waardoor beleid tot stand kan komen dat niet in het algemeen belang is. De EU is ook helemaal niet ontworpen om lidstaten te helpen. De EU is ontworpen om lidstaten in de greep te krijgen. Het einddoel was nooit samenwerking, maar altijd integratie, steeds verdergaande integratie, die zou moeten leiden tot een centraal aangestuurde federale staat waarin nationale parlementen steeds minder te zeggen hebben. Ze is dus niet slechts ondemocratisch, maar zelfs antidemocratisch.
De systematische ondermijning van Nederland als soevereine staat ā hetzelfde geldt voor de andere lidstaten ā is aantoonbaar niet het gevolg van weeffouten, maar van doelbewust beleid. Dat is geen theorie, geen aanname. Dat is een constatering. De grondleggers van de EU hebben er nooit een geheim van gemaakt dat economische samenwerking voor hen slechts een middel was om het eigenlijke doel, politieke integratie, op termijn te kunnen afdwingen.
Jean Monnet, een van de architecten van de EU, noemde het bestaan van soevereine landen achterhaald. Het was zijn bedoeling om een gecentraliseerde, technocratische structuur op te tuigen, waar voor nationale democratieƫn geen plaats meer zou zijn, wetende dat de Europese volkeren, die vanzelfsprekend hun nationale identiteit willen behouden, daar niet op zitten te wachten. Daarom kan dat integratieproject alleen volbracht worden door middel van list en bedrog.
Oud-Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker gaf het openlijk toe, december 1999 in Der Spiegel. Ik citeer hem: "We besluiten iets, wachten af wat er gebeurt en als er geen protest komt, omdat de meeste mensen toch niet begrijpen wat er is besloten, dan zetten we de volgende stap, net zolang tot er geen weg meer terug is". Dat is geen samenwerking. Dat is een doelbewuste strategie om volkeren te misleiden en te beroven van hun soevereiniteit, zonder dat ze het zelf op tijd doorhebben.
De Europese Unie is niet wat zij beweert te zijn. Het is geen vredesproject. Het is geen samenwerkingsverband. Het is geen democratische entiteit. Het is een antidemocratisch systeem, ontworpen om nationale soevereiniteit te ondermijnen en lidstaten mee te sleuren in beleid waar ze niet voor hebben gekozen, in beleid dat mensen niet willen en niet kunnen bijsturen.
Maar er is nog hoop. Nederland kan weer een veilig, welvarend, democratisch land worden, maar dan moeten we wel het lef hebben om het juk van Brussel van ons af te werpen. Nederland moet weer een soeverein land worden waar het Nederlandse volk en niemand anders het hoogste gezag heeft. Dat betekent uitdrukkelijk niet dat wij tegen Europa zijn, zoals vaak wordt gezegd. Wij zijn voor Europa. Wij zijn voor een Europa van soevereine landen, van vrijwillige samenwerking tussen vrije volkeren die zelf hun beleid bepalen. Ik roep daarom demissionair minister-president Schoof op: werk in Brussel niet langer mee aan het systeem dat ons nationale belang verkwanselt, maar handel in het belang van het Nederlandse volk dat zijn toekomst terug wil en pleit voor het starten van een traject dat moet leiden tot de ontmanteling van de Europese Unie.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Dan zijn wij aan het einde gekomen van deze eerste termijn. De premier heeft aangegeven ruim 30 minuten nodig te hebben voor de schorsing. Ik schors daarom tot tussen 22.45 uur en 22.50 uur. Hoe eerder u terug bent, hoe groter het plezier in deze Kamer, minister-president. Ik schors ruim een halfuur.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het debat over de Europese top van 26 en 27 juni 2025. We zijn toegekomen aan de eerste termijn van het kabinet, aan de beantwoording door de minister-president. Het is gebruikelijk om hetzelfde aantal interrupties te doen als in de eerste termijn, maar ik kijk ook naar de klok. Ik wilde het voorstel doen om twee interrupties toe te staan, maar misschien is drie een betere constructie. Als we komen tot korte, bondige antwoorden, kan ik waarschijnlijk ook vier interrupties toestaan, maar dan heb ik echt de hulp van de Kamer nodig.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Dat lijkt me heel goed. Als het echt te lange interrupties zijn, telt u ze gewoon dubbel.
De voorzitter:
Wat een ontzettend goed voorstel, meneer Klaver. Dan ga ik uit van drie en als het kort en bondig gaat, zitten we op vier. Gaat uw gang, minister-president.
Termijn antwoord
Minister Schoof:
Dank u, voorzitter. Van mijn kant uit zal ik proberen om zo duidelijk en kort mogelijk te zijn, maar we bespreken vandaag belangrijke onderwerpen. De lijst met onderwerpen blijkt uiteindelijk altijd langer. Met velen van u heb ik gisteren al gesproken in het debat over de NAVO-top. Vandaag voeren we het debat over de Europese Raad van volgende week donderdag. Op de agenda daar staat een breed palet aan onderwerpen: Oekraïne, Midden-Oosten, Europese veiligheid en defensie, EU en de wereld, concurrentievermogen, migratie et cetera. Ik wil in mijn beantwoording de volgende onderwerpen langslopen: Israël-Iran, Israël-Gaza, Oekraïne, Europese veiligheid en defensie, en ik sluit af met andere Europese onderwerpen. Bij de eerste twee onderwerpen zal ik mijn beantwoording op hoofdlijnen houden, in de wetenschap dat uw Kamer morgen in gesprek gaat met de minister van Buitenlandse Zaken over de Raad Buitenlandse Zaken, en vervolgens volgende week donderdag 26 juni over het actieplan EU-Israël.
Een aantal Kamerleden hebben vragen gesteld over de ontwikkelingen sinds afgelopen vrijdag en de opstelling van het kabinet ten aanzien van Iran en Israël. Daar wil ik graag op ingaan. Wat betreft het nucleair programma is Nederland altijd duidelijk geweest: Iran mag niet over een atoombom beschikken. We moeten alles op alles zetten om te zorgen dat Iran geen kernwapenstaat wordt. We kennen de zorgwekkende reputatie van Iran: de houding en existentiële dreiging richting Israël, de steun aan terroristische organisaties in de regio, ongewenste inmenging, ook in Nederland, en wapenleveranties van Iran aan Rusland voor de agressieoorlog tegen Oekraïne. Daar acteren we op met bijvoorbeeld stevige sanctiepakketten. Tegelijkertijd is onze inzet om diplomatieke kanalen open te houden, juist om deze zorgen over te brengen en verdere escalatie te voorkomen.
Voorzitter. Het kabinet staat voor de veiligheid en het bestaansrecht van Israƫl. Iran ontkent dat bestaansrecht. Ik heb begrip voor de grote zorgen in Israƫl over de dreiging vanuit Iran, maar ik betreur tegelijkertijd dat Israƫl zich genoodzaakt heeft gevoeld om over te gaan tot deze aanvallen terwijl de onderhandelingen met de VS over een mogelijke deal over het nucleair programma nog gaande waren. "Dat Israƫl zich genoodzaakt heeft gevoeld" is een belangrijke formulering. Een aantal mensen heeft dat benadrukt of vragen daarover gesteld. Ik zeg er meteen bij dat ik vanuit mijn optiek niet kan beoordelen of er sprake was van een onmiddellijke dreiging van Iran richting Israƫl. Daar kan ik geen uitspraak over doen. Nu het conflict gaande is, dienen alle partijen zich uiteraard te houden aan de regels van het humanitair oorlogsrecht.
Onze inzet is volledig gefocust op het bereiken van de-escalatie. Terughoudendheid is geboden in het belang van de regionale stabiliteit. Het risico dat het conflict zich uitbreidt, is namelijk groot, te groot. Diplomatie en onderhandelingen zijn uiteindelijk de enige uitweg richting een duurzame oplossing. Daar moeten we zo snel mogelijk naar terug.
De voorzitter:
Ik stel voor dat we de minister-president iets verder in dit blokje laten komen en het wellicht laten afronden. Daarna sta ik interrupties toe.
Minister Schoof:
Voorzitter. Dan werd mij gevraagd hoe ik kijk naar de uitspraken van de heer Merz en anderzijds de heer Macron. Ik heb net onze eigen lijn uitgezet. Diplomatie en onderhandelingen zijn uiteindelijk de enige uitweg richting een duurzame oplossing. Voor het overige sluiten wij ons aan bij de inzet van het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland, de zogenaamde E3-landen, die gisteren nog verklaringen hebben uitgegeven, samen met de Hoge Vertegenwoordiger Kallas.
Dan vroeg ⦠Er staat hier "Teunissen" en "ChristenUnie". Ik realiseer me dat er op mijn papiertje iets fout gaat. Ik weet niet meer wie de vraag gesteld heeft. Houdt het kabinet rekening met een regime change in Iran? Daar wil ik niet over speculeren. Onze focus ligt op de-escalatie en voorkomen dat het conflict overslaat naar de brede regio. Nederland heeft grote zorgen over het Iraanse nucleair programma. Diplomatie is uiteindelijk de beste oplossing.
De heer Klaver, en ik meen ook de woordvoerder van het CDA, de heer Boswijk, vroegen om een gezamenlijke oproep tot de-escalatie. Hoe draagt het kabinet in EU-verband bij aan deze de-escalatie? Ik verwees al naar de lijn die door de E3 is ingezet. Gisteren vond ook een ingelast overleg plaats van de EU-ministers van Buitenlandse Zaken, waarin ook Nederland heeft benadrukt dat de-escalatie en een diplomatieke oplossing de hoogste prioriteit hebben. Overigens hebben we niet alleen gisteren een verklaring gesteund; ook afgelopen zaterdag steunde Nederland een gezamenlijke verklaring van de hoge vertegenwoordiger namens de EU27. Aan het gezamenlijke statement van de Europese Raad wordt nog gewerkt. Ik kan daar niet op vooruitlopen. In de richting van de Europese Raad is het duidelijk waar Nederland op inzet, namelijk op de-escalatie. Dat is in lijn met de verklaringen die eerder zijn afgegeven.
De heer Dassen vroeg of duidelijk is wat de gevolgen zouden zijn voor Nederland en Europa van een grootschalige oorlog in het Midden-Oosten. Je kunt je daar van alles bij voorstellen, maar laat ik daar niet over speculeren. Het spreekt voor zich dat dit zeer onwenselijk zou zijn op veel vlakken: qua stabiliteit, op het humanitaire vlak, op het economische vlak en wat betreft migratie. Dat geldt allereerst voor de regio zelf, maar zeker ook voor Europa, en daarmee ook voor Nederland. Dat is ook de reden waarom we blijven oproepen tot de-escalatie.
Dan de vraag over het rapport van de IAEA over kernwapens. We hebben al jaren zorgen over de dreiging van het Iraans nucleair programma. Iran beschikt over een grote hoeveelheid hoogverrijkt uranium, die niet nodig is voor vreedzame toepassingen. Ook het Internationaal Atoomenergieagentschap bevestigt keer op keer dat Iran gemaakte afspraken niet nakomt. Dat betekent niet dat op dit moment vastgesteld kan worden dat Iran over kernwapens beschikt, maar er is alle reden tot grote, grote zorg.
Dan de vraag van de heren Paternotte, Ceder en Eerdmans over wat Nederland doet voor de veiligheid van Nederlandse burgers. Het korte antwoord is: met gevoel voor urgentie doen we wat nodig is. Als het goed is, hebben Nederlanders zich geregistreerd bij de ambassade in het betreffende land, en zijn zij dus goed bereikbaar. Daar waar nodig wordt alle steun verleend die nodig is. Via de informatieservice van Buitenlandse Zaken wordt doorlopend informatie verstrekt over de mogelijkheden om zelfstandig over land uit Israƫl of Iran te vertrekken naar buurlanden. Vanuit die buurlanden kan men vervolgens met reguliere commerciƫle vluchten terug naar Nederland. Buitenlandse Zaken monitort samen met de reisbranche de beschikbaarheid op commerciƫle vluchten. Die beschikbaarheid is er nog steeds.
Dan de volgende vraag: wordt evacuatie van ambassadepersoneel in Iran en Israƫl voorbereid? Het spreekt voor zich dat het ministerie van Buitenlandse Zaken de lokale veiligheidssituatie in Iran en Israƫl op de voet volgt, inclusief de veiligheid van het ambassadepersoneel. Evacuatie is op dit moment niet aan de orde, maar zo nodig worden extra maatregelen genomen. Omwille van de veiligheid ga ik verder niet in op specifieke maatregelen.
De heer Van Dijk van de SGP vroeg of het kabinet overweegt om Israƫl te steunen bij de luchtverdediging tegen Iraanse aanvallen. Hij verwees naar de motie-Stoffer/Tuinman uit 2024. Overweegt het kabinet Israƫl te steunen? Dat is op dit moment niet aan de orde. Ik onderstreep vooral de noodzaak tot de-escalatie. De motie-Stoffer/Tuinman is aangenomen in de context dat er Nederlandse militaire capaciteit in de regio aanwezig was. Die situatie is nu veranderd. Op dit moment is er geen Nederlandse militaire capaciteit in de regio die een dergelijke rol zou kunnen vervullen.
Voorzitter. Daarmee heb ik het onderwerp IsraĆ«lāIran voor vanavond besproken, naar aanleiding van de gestelde vragen.
De voorzitter:
Ik kijk nog even om mij heen om te zien of dit aanleiding geeft tot vragen. Dat is het geval. Meneer Boswijk, gaat uw gang.
De heer Boswijk (CDA):
Misschien heb ik het gemist, maar ik had nog een vraag gesteld over het ambassadepersoneel en mensen die zich in Iran of Israƫl bevinden. Liggen er al scenario's klaar, stel dat het verder escaleert? Laten we het niet hopen, maar we hebben in andere landen gezien dat het ontbreken van zulke plannen tot veel problemen leidde.
Minister Schoof:
Het ministerie van Buitenlandse Zaken kan opschalen zodra dat nodig is. As we speak is dat niet nodig, maar we kunnen dat onmiddellijk doen als dat verandert.
De heer Ceder (ChristenUnie):
De minister-president concludeert dat hij niet exact kan vaststellen of er sprake is van een acute dreiging, maar hij erkent wel dat er meer uranium aanwezig is dan nodig is voor civiele doeleinden, en dat Iran heeft aangegeven daarmee door te willen gaan. Mijn vraag is als volgt. Ik heb gelezen dat de EU-leiders deze week gaan spreken over Iran. Wat wordt dan de insteek? Praten over een akkoord heeft er de laatste jaren niet toe geleid dat Iran zich aan de afspraken houdt. Welke hernieuwde insteek wil de minister-president hanteren, ook onder het adagium "een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen"?
Minister Schoof:
De inzet van Nederland blijft gericht op diplomatie en onderhandelingen. Dat is waarom we nu voor de-escalatie gaan en weer alle partijen aan tafel willen hebben. In het verleden heeft dat soms tijdelijk effect gehad. Ik denk dat we zonder onderhandelingen misschien in een andere situatie hadden gezeten. Maar dat is speculeren. Onderhandelen blijft uiteindelijk de beste manier om te kijken hoe je de verrijking die plaatsvindt, kan terugdringen zodat het evident is dat het alleen maar kan worden gebruikt voor vredesdoeleinden, zoals een nucleaire reactor.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dat is de lijn van de afgelopen jaren, maar Iran heeft zich daar niet aan gehouden. Sterker nog, Iran heeft voldoende uranium voor een eventuele kernbom. Ik zeg niet dat ze een bom hebben, maar ze hebben in ieder geval voldoende verrijkt uranium. Volgens mij is het genoeg voor negen kernbommen. Dat moet toch te denken geven? Je hebt te maken met iets wat met 100% zekerheid vastgesteld kan worden. Daarnaast is er de plausibiliteit: waarom zou je meer uranium nodig hebben dan je voor civiele doeleinden kan gebruiken, namelijk genoeg voor negen kernbommen? Dat vraagt toch om meer alertheid, niet alleen vanwege de dreiging in het Midden-Oosten en Israƫl, maar ook vanwege de Europese dreiging? Moet het gegeven dat er meer uranium is dan voor civiele doeleinden kan worden gebruikt, namelijk genoeg uranium om potentieel een kernbom mee te maken, niet tot een andere insteek leiden, ook in het belang van de veiligheid van Nederlanders?
Minister Schoof:
De situatie is zorgelijk. Laat daar geen enkel misverstand over bestaan. Dat zeg ik wel tegen de volgende achtergrond. Verrijkt uranium is noodzakelijk om een kernbom te kunnen maken. Om een kernbom te maken, heb je echter meer techniek nodig dan alleen het kunnen maken van verrijkt uranium, wat op zichzelf genomen al ingewikkeld genoeg is. Ook die ontwikkeling wordt de hele tijd gemonitord. Vervolgens heb je nog iets nodig wat de bom kan vervoeren, bij voorkeur ballistische raketten. Ook dat wordt de hele tijd gemonitord. De situatie is absoluut zorgelijk. Alles is gericht op het voorkomen dat Iran een dergelijk wapen krijgt, om de reden die ik eerder aangaf, namelijk wat voor soort land Iran is. De insteek van Nederland blijft om dat door middel van onderhandelingen te bereiken.
De heer Paternotte (D66):
We hebben de minister-president horen zeggen: we proberen mensen te helpen door te kijken hoe ze kunnen terugkomen als ze eenmaal weg zijn uit Iran. Ik had ook nog gevraagd naar mensen die weg willen uit Israƫl. Mike Huckabee, de Amerikaanse ambassadeur, heeft vandaag aangekondigd dat Amerika evacuatievluchten aan het organiseren is. Dat gebeurt natuurlijk nadat er allemaal Amerikaanse vliegtuigen en vliegdekschepen naar het Midden-Oosten zijn gegaan. Je weet dus dat de kans op escalatie groot is. Er zijn ook berichten dat de Israƫlische luchtverdediging weleens overweldigd kan worden en dat die beperkte voorraden heeft. Denkt Nederland na over het terughalen van mensen uit Israƫl? Er zijn uiteindelijk een stuk meer Nederlanders die in Israƫl zitten dan Nederlanders die in Iran zitten.
Minister Schoof:
Buitenlandse Zaken kan opschalen indien nodig. Op Israƫl wordt op dit moment niet commercieel gevlogen. De situatie is zo dat de individuele mensen zelf naar Egypte of Jordaniƫ kunnen gaan. Het luchtruim is op dit moment niet permanent open, maar dat werkt. Althans, zo begrijp ik dat. Die contacten zijn goed, ook omdat veel Nederlanders geregistreerd zijn bij de ambassade. Er is dus contact. Nederland doet wat nodig is om de mensen actief te helpen.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
De premier ging in op de motie die ik noemde van de leden Tuinman en Stoffer. De motie vroeg om te bezien in hoeverre we Israƫl zouden kunnen helpen tegen Iraanse luchtaanvallen, als dat aan de orde zou zijn. Daar zitten we nu middenin. De premier zegt dat we op dit ogenblik geen capaciteit daar hebben en er dus geen vervolg aan kunnen geven. Als we het zouden willen, is dat natuurlijk in grotere of kleinere mate te regelen. Is de premier bereid om uit te vragen bij de Israƫlische regering of we ze op enigerlei wijze kunnen helpen bij de luchtverdediging tegen Iraanse luchtaanvallen? Dat vraagt de motie namelijk.
Minister Schoof:
Er ligt op dit moment geen verzoek van Israƫl. Als er een dergelijk verzoek komt en de Nederlandse regering overweegt om daar gehoor aan te geven dan zullen we dat de Kamer laten weten.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
De laatste keer op dit punt. Mag ik daaruit wel afleiden dat, mocht er zo'n verzoek komen ā waarom zouden we het niet zelf uitvragen, zou ik zeggen ā er op zich een positieve grondhouding is bij het kabinet, in lijn met de motie?
Minister Schoof:
Ik stel voor dat we eerst het verzoek afwachten en daar dan in het kabinet een besluit over nemen. Dan informeren we de Kamer. Ik hou mij even op de vlakte over de manier waarop we daarnaar kijken.
De heer Van Baarle (DENK):
De minister-president geeft aan niet vast te kunnen stellen of er een aanleiding bestaat voor de aanval die IsraĆ«l heeft uitgevoerd. IsraĆ«l heeft bij die aanval onder andere een ziekenhuis gebombardeerd. Er zijn honderden burgers omgekomen. Er zijn appartementencomplexen gebombardeerd. Als de minister-president aangeeft dat niet duidelijk is of die aanleiding er is, dan moet hij aangeven dat IsraĆ«l terstond met eventuele bewijzen moet komen ā overigens zijn die er in de verste verte niet ā en moet hij dit gewoon veroordelen. Als IsraĆ«l dit zonder aanleiding doet, moet de aanval veroordeeld worden als een schending van het internationaal recht.
Minister Schoof:
Alle landen moeten zich in oorlogssituaties houden aan het internationaal recht. Dat geldt ook voor de huidige aanval. Ik heb eerder aangegeven hoe wij aankijken tegen het land Iran. Ik heb geconstateerd dat ik het betreur dat Israƫl zich ertoe genoodzaakt heeft gevoeld, maar dat ik niet kan treden in het afwegen van die noodzaak. Dat heb ik gezegd. Iedereen heeft zich verder natuurlijk te houden aan het humanitaire recht.
De voorzitter:
Meneer Van Baarle, gaat uw gang, maar zou u de interrupties nog iets korter willen houden? Ik heb heel goed de tip van de heer Klaver gehoord.
De heer Van Baarle (DENK):
Ik ga het kort doen, voorzitter. Ik vind het echt verbazingwekkend dat, als het gaat om Israƫl, de minister opeens niet kan treden in de afweging. Het gaat hier om internationaal recht. Daar marchandeer je niet mee. Als een land maar gewoon een ander land aanvalt, zoals Israƫl Iran aanvalt en honderden mensen doodmaakt, zeg je niet: ik treed niet in hun overwegingen. Tegen deze minister-president zeg ik: come on! Neem het internationaal recht iets serieuzer dan dit.
Minister Schoof:
Ik neem het internationaal recht zeer serieus. Ongetwijfeld zullen deskundigen zich hier in de komende periode over buigen. Ik constateer wel dat Iran buitengewoon helder is als het gaat over Israƫl. Dat is hier in de Kamer al eerder geciteerd door een van uw collega's. Iran beschouwt Israƫl als een tumor die moet worden verwijderd. Daarmee is Iran een existentiƫle bedreiging voor Israƫl. Dat neemt niet weg dat ik niet kan treden in de afweging die het Israƫlische kabinet heeft gemaakt over de noodzaak. Dat is de opvatting van ons kabinet. Daarom roepen we ook op tot de-escalatie. Escalatie in de regio is hoe dan ook de slechtste uitkomst voor iedereen.
De heer Kahraman (NSC):
Ik wil even doorgaan op Iran. Nederlandse veiligheidsdiensten hebben in 2007 meegedaan om de faciliteiten van Iran te saboteren, omdat zij bezig waren met het ontwerpen van een atoomwapen. In twintig jaar tijd is er nog nooit zo'n verontrustend rapport naar buiten gebracht door het Internationaal Atoomenergieagentschap. Toen hebben we meegedaan om het programma stil te zetten. Nu doet op Israƫl dat op zichzelf. Kunt u duiden waarom Nederland toen wel heeft meegedaan en nu niet? Is de premier ook verontrust over de gang van zaken in Iran met betrekking tot de ambities om een atoombom te bouwen?
Minister Schoof:
Als ik mij niet vergis, citeert u nu vrijelijk uit een boek met nooit bevestigde of erkende situaties. Daar kan ik totaal niet op ingaan. Ik heb gezegd dat op dit moment voor Nederland participatie in het militaire conflict niet aan de orde is, en dat de weg om te voorkomen dat Iran de beschikking krijgt over een atoombom en de weg van de onderhandelingen in de ogen van de Nederlandse regering nog altijd de beste wegen zijn.
De heer Dassen (Volt):
Diplomatie en onderhandelingen zijn de enige uitweg, zegt de minister-president. Die diplomatie en die onderhandelingen vonden plaats tussen onder andere de Verenigde Staten en Iran. Israƫl ging daar dwars doorheen door een aanval uit te voeren terwijl, zoals de minister-president zelf aangeeft, niet duidelijk was hoever Iran met een daadwerkelijke nucleaire dreiging richting Israƫl was. Daarmee heeft Israƫl het internationale recht geschonden. Dan kan het niet zo zijn dat de minister-president niet verder komt dan "te betreuren dat Israƫl zich genoodzaakt voelde". Hij zegt niet te betreuren dat de aanval heeft plaatsgevonden, maar dat Israƫl zich genoodzaakt voelde. Hoe beschouwt de minister-president dan het internationaal recht, dat we ook moeten uitdragen, als Israƫl hier weer mee wegkomt en de minister-president daar niks over durft te zeggen?
Minister Schoof:
Als ik zeg dat ik betreur dat IsraĆ«l zich genoodzaakt voelt ā ik kan niet treden in die afweging ā betekent dat dat ik niet de informatie heb wat betreft de afweging die IsraĆ«l heeft gemaakt over hoe bedreigend de situatie voor de staat IsraĆ«l was ten aanzien van de ontwikkeling van het nucleair programma in Iran. Dat is voor ons als Nederlandse regering niet duidelijk. Dat heb ik proberen te zeggen en dat is iets anders dan wat u net zei. Dat is de reden waarom ik het volgende in mijn opbouw heb gezegd. Een. Wat voor land is IsraĆ«l en wat voor land is Iran? Twee. IsraĆ«ls bestaansrecht staat voor ons niet ter discussie. Wij kunnen niet in de noodzaak treden. Drie. Voor ons is de enige weg die wij voorstaan ā dat gebeurt op iets grotere afstand, maar is wel uitermate belangrijk ā de weg van onderhandeling.
De heer Dassen (Volt):
Voorzitter. Als je die weg ā¦
De voorzitter:
Graag kort en bondig, meneer Dassen.
De heer Dassen (Volt):
Als je die weg voorstaat, moet je ook durven te veroordelen op het moment dat er iets plaatsvindt. U zegt zelf dat er geen aanwijzing was dat Israƫl op dat moment werd bedreigd. Daar zijn de experts voor. Deze escalatie vanuit Israƫl zorgt ervoor dat ze op een pad zijn gekomen waar ze allebei niet meer af kunnen. Iran wil nu zo snel mogelijk een nucleaire bom hebben, want ze worden aangevallen. En Israƫl heeft eigenlijk geen mogelijkheid meer om zich terug te trekken, want als ze dat doen, dan weten ze dat Iran zo snel mogelijk een nucleair wapen gaat ontwikkelen.
De voorzitter:
En uw vraag, meneer Dassen?
De heer Dassen (Volt):
Dus die escalatie gaat nu harder en harder en sneller en sneller. Hoe is de minister-president van plan die escalatie verder terug te brengen?
Minister Schoof:
Eerst nog even op dat eerste punt. Ik heb gezegd dat ik de noodzaak die Israƫl heeft gevoeld, niet kan beoordelen. Dat wil niet zeggen dat ik heb gezegd dat er geen reden was om aan te vallen. Ik vind het belangrijk om dat nog even te herhalen, want ik weet dat niet. Ik kan dat niet beoordelen.
Wij zijn met de internationale partners druk in de weer om te bekijken wat we in deze situatie wat betreft Israƫl, wat betreft Iran en wat betreft andere partners in de regio kunnen doen om uiteindelijk de-escalatie te bereiken. Daar slaan de verklaringen van de Hoge Vertegenwoordiger op en daar slaan ook de reacties op in de gezamenlijke verklaringen van het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk, waar wij ons bij aansluiten. Dat is de route en dat is, ook als Europese Unie, de manier waarop we proberen dit conflict weer beheersbaar te krijgen, zodat de onderhandelingen opnieuw kunnen plaatsvinden. Uiteindelijk gaat het erom dat er wordt voorkomen dat het nucleair verrijkingsprogramma en al het andere dat Iran doet, leidt tot het verkrijgen van een nucleair wapen.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Wat een quatsch!
Minister Schoof:
Dank u wel.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Wat een quatsch! Echt ongelofelijk. Deze minister-president zegt hier zojuist: we hebben geen informatie, we hebben geen bewijs dat Iran hier echt mee bezig is en dat de dreiging imminent is. Dan is de eerste vraag die aan Israël gesteld moet worden: kom met dat bewijs. Lever dat bewijs. Presenteer het in de Veiligheidsraad. Laat zien waarom dit nodig is. Heeft de Nederlandse regering dat gedaan? Is hierom gevraagd? Volgens mij is dat allemaal niet het geval. In dat geval kan je maar één ding doen en dat is deze aanval verwerpen, aangeven dat dit buiten het internationaal recht heeft plaatsgevonden en dat het niet kan. Het feit dat de minister-president dat niet doet en denkt dat hij hier wegkomt met zo'n quatschverhaal ⦠Echt, alsjeblieft.
Minister Schoof:
Voorzitter. Ik ben even sprakeloos, zeg ik heel eerlijk. Ik houd een paar dagen na deze aanvallen, gelet op alle diplomatieke contacten die er zijn en alle gesprekken die op dit moment internationaal plaatsvinden, een verhaal waarin ik zeg dat Iran bezig is met een buitengewoon gevaarlijke ontwikkeling. Dat is één. Twee. We staan wel voor de veiligheid van de staat Israël. Drie. Israël heeft een eigen afweging gemaakt ten aanzien van de dreiging die van Iran uitgaat. Die kunnen wij op dit moment niet beoordelen. Vervolgens zeg ik: we streven naar onderhandelingen, dus ⦠Nou, ik ben even sprakeloos. Ik ben gewoon sprakeloos. Ik vind dit een volstrekt zout verhaal. Natuurlijk zijn we met diverse landen aan het kijken wat zich daar nou eigenlijk allemaal afspeelt en hoe dat loopt. Het allerbelangrijkste waar we op dit moment mee bezig zijn, is ervoor zorgen dat er gede-escaleerd wordt. Dat is in het belang van de regio, in het belang van Israël en Iran, en ook in het belang van Europa.
De voorzitter:
Nee, meneer Klaver. Ik snap dat de emoties aan alle kanten hoog oplopen. Daar ga ik trouwens geen oordeel over uitspreken. Maar ik denk wel dat we een ordentelijk debat met elkaar moeten voeren. Dan helpt het niet als u buiten de microfoon spreekt. De minister-president gaat over zijn eigen antwoorden, maar als u vindt dat u nog geen antwoord heeft gekregen, geef ik u de gelegenheid te reageren. Gaat uw gang.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Dat zal ik heel kort doen. De vraag die ik stelde was: heeft de Nederlandse regering de Israƫlische regering gevraagd om bewijs voor de beweringen die zij doet?
Minister Schoof:
Er vinden nog steeds allerlei drukke diplomatieke contacten plaats met Israƫl, onder andere natuurlijk over deze vraag.
Mevrouw Dobbe (SP):
Ik vermoed dat dat een "nee" is, meneer Klaver. Wat wij nu zien, is dat Netanyahu een verschrikkelijke genocide uitrolt in Gaza, met talloze doden, tienduizenden doden, dode kinderen. We zien illegale aanvallen op Libanon. We zien illegale aanvallen en een bezetting op Syrisch grondgebied door Netanyahu. Nu zien we dat er door Netanyahu een illegale oorlog is gestart met Iran. Dat is een illegale oorlog. De afgelopen tijd hebben wij veel analisten en experts gehoord op het gebied van het internationaal recht. Die zeggen: het feit dat Netanyahu op alle mogelijke manieren zo veel ruimte krijgt om het internationaal recht en het oorlogsrecht te schenden, daar niet op wordt aangesproken en daar geen consequenties van ondervindt ā de eerste sancties vanuit de Nederlandse regering moeten nog worden opgelegd ā is een reden waarom Netanyahu nu zoveel ruimte voelt om deze illegale oorlog met Iran te starten.
De voorzitter:
En wat is uw vraag, mevrouw Dobbe?
Mevrouw Dobbe (SP):
Is de minister-president het eens met die analyse?
Minister Schoof:
Ik denk dat de aanval die Israƫl nu heeft gepleegd op Iran, in het kader het terugdringen van het nucleair potentieel van Iran, niet moet worden verbonden aan wat zich nu in Gaza afspeelt. De situatie in Gaza is echt een volstrekt ander vraagstuk, afgezien van het feit dat Hamas en Hezbollah proxy's zijn van Iran en er in die zin een een-op-eenrelatie tussen hen bestaat. Ik kom zo meteen nog op de humanitaire nood en alles wat daar speelt. Daar kom ik zo meteen nog op, maar dat moet niet verward worden met de discussie die nu hierover speelt. Wat Israƫl betreft gaat het blijkbaar over het bestaansrecht van Israƫl. Daarom hebben ze zich genoodzaakt gevoeld om dit te doen. Maar ik kan niet treden in die noodzaak. Ik zei al eerder: deskundigen zullen zich buigen over de vraag of dit een terechte aanval was. Daar zullen we de komende weken en maanden ongetwijfeld nog heel veel over lezen.
De heer Paternotte (D66):
"Het internationaal recht" is zo'n term die we hier vaak hanteren, maar ik heb het idee dat de betekenis daarvan steeds verder afneemt. Als je een land aanvalt met de reden "het land is met hele verkeerde dingen bezig, dus we vallen het aan", dan betekent het internationaal recht niet zo veel meer. Ik snap heel goed dat Israƫl dat vindt van Iran. Iran steunde al die terreurorganisaties en de aanval van Hamas was niet mogelijk geweest zonder Iran. Maar er waren nu onderhandelingen gaande. Tijdens die onderhandelingen wordt een van de onderhandelaars opgeblazen en wordt de top van het leger van Iran geliquideerd.
In 2003 ging Colin Powell nog naar de Veiligheidsraad om te laten zien dat er in Irak werd samengewerkt met Al Qaida en er massavernietigingswapens waren. Dat bleek niet helemaal te kloppen, maar de Verenigde Staten deden er veel aan om een rationele legitimatie binnen het internationaal recht voor die aanval te tonen.
De voorzitter:
Uw vraag, meneer Paternotte.
De heer Paternotte (D66):
Nu heeft Israƫl deze aanval ingezet en zelfs nu zegt de minister-president niet: nou, ik vind het heel heftig dat dit is gebeurd en ik wil daar een rationalisatie, een onderbouwing voor zien. Hij zegt alleen: daar zullen deskundigen de komende tijd ongetwijfeld naar kijken. Maar dat geeft toch aan dat er heel veel is veranderd in die tijd? Vroeger moest de grootste supermacht zo'n aanval legitimeren, en nu is de analyse eigenlijk: we zullen nog wel een keer te weten komen of dit terecht was.
Minister Schoof:
Ik heb gezegd dat de deskundigen zich nog wel zullen buigen over de vraag in relatie tot het internationaal recht. Ik heb overigens gezegd dat ik niet kan treden in de noodzaak die het Israƫlische kabinet heeft gevoeld om deze aanval te plegen. Ik heb namelijk niet de informatie die Israƫl heeft om deze aanval te motiveren. Daar zal internationaal in de komende periode ongetwijfeld nog veel over worden gesproken.
De voorzitter:
Voordat ik mevrouw Dobbe het woord geef, zeg ik dat ik het idee heb dat ook de definitie van het begrip "kort" aan verandering onderhevig is in de Kamer. Ik zou echt heel graag willen dat de interrupties veel korter en bondiger worden, zodat de minister-president ze ook kort en bondig kan beantwoorden. Op een gegeven moeten we dit debat namelijk wel afsluiten en naar huis gaan.
Mevrouw Dobbe (SP):
Voorzitter, we gaan ons best doen. Ik wilde niet naar voren lopen, maar ik hoorde de minister-president toch echt zeggen: de komende tijd zullen er allerlei analyses komen of dit conform het internationaal recht was of niet. Het is niet zo ingewikkeld. Je mag een land aanvallen op het moment dat de VN-Veiligheidsraad daar toestemming voor geeft. Dat is hier niet gebeurd! En wat denkt de minister-president dat het doet met de legitimiteit van de Verenigde Naties en het internationaal recht als we dit niet veroordelen, ook al is het daar klip-en-klaar mee in strijd?
Minister Schoof:
Daar kan ik op dit moment niet ƩƩn-twee-drie antwoord op geven. Er is volgens mij al over gesproken in de Veiligheidsraad. Ik stel voor dat u dit debat morgen met de minister van Buitenlandse Zaken vervolgt. Ik denk dat u dat ongetwijfeld uitvoerig zult doen. U heeft daar natuurlijk ook al veel over gesproken met de minister van Buitenlandse Zaken, ook in de afgelopen periode.
De voorzitter:
Gaat u verder met het volgende blok.
Minister Schoof:
Dat is Israƫl en Gaza, voorzitter, een onderwerp dat velen in de Kamer en in de Nederlandse samenleving raakt. Veel mensen voelen zich hierbij betrokken en in die zin waren de opkomst en de vreedzaamheid van de demonstratie van afgelopen weekend indrukwekkend, een demonstratie tegen het conflict in de Gazastrook en met name het leed dat daar wordt aangericht. Het is dus duidelijk dat er in Nederland veel zorgen leven over dit conflict.
De afschuwelijke beelden en verhalen snijden natuurlijk dwars door je heen. Ik heb al wel vaker gezegd dat dat net zo goed voor mij als voor ieder ander geldt. Ik heb afgelopen weekend ook laten weten dat het kabinet daar niet blind voor is en dat veel van de zorgen die over de mensen in Gaza leven, ook de zorgen van het kabinet zijn. Die zorgen worden ook permanent overgebracht aan Israƫl. Er is een aantal keer aan gerefereerd, maar mijn boodschap was en is dus "we zien jullie en we horen jullie". Ons doel is uiteindelijk hetzelfde, namelijk ervoor zorgen dat er een eind wordt gemaakt aan het leed in Gaza, dat de humanitaire hulp op gang komt, dat de gijzelaars worden vrijgelaten en dat er een staakt-het-vuren komt dat uiteindelijk kan leiden tot duurzame vrede.
Voorzitter. De ontwikkelingen in Gaza volgen elkaar snel op. Het Israƫlische optreden verhardt met de intensivering van de militaire operaties, met veel burgerslachtoffers tot gevolg. We hebben dan ook grote zorgen over de humanitaire situatie in Gaza. De beelden, die spreken voor zich!
Uw Kamer ontving vandaag een brief over de situatie in de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever, waarin de minister van Buitenlandse Zaken en ik zijn ingegaan op veel van uw verzoeken. We schetsen daarin ook dat het blokkeren van humanitaire hulp, elektriciteitsleveranties en toegang tot medische zorg indruist tegen het internationaal recht. Juist van een democratische partner en een bondgenoot als Israƫl verwachten wij meer.
Hoewel de Israƫlische regering op 18 mei 2025 aankondigde de minimale hoeveelheid hulp de Gazastrook binnen te laten, achten wij dit gebrekkig en volstrekt onvoldoende. De bevolking blijft verstoken van voldoende voedsel en andersoortige hulp, terwijl de noodzaak van massale humanitaire hulp wordt onderstreept door onder andere het meest recente rapport van de Integrated Food Security Phase Classification. We blijven de Israƫlische regering oproepen tot opheffing van de humanitaire blokkade en een onmiddellijk staakt-het-vuren.
Tegelijkertijd gaat er nog steeds dreiging uit van de terreurorganisatie Hamas en de bredere regio. Momenteel houdt Hamas nog steeds 53 gegijzelden vast in de Gazastrook, van wie naar verluidt nog minsten 20 personen in leven zouden zijn. Hamas moet alle gijzelaars vrijlaten en de wapens neerleggen.
We kijken steeds waar we het meest effectief kunnen zijn en we gebruiken daarvoor alle kanalen en alle mogelijke momenten die we daarvoor hebben, ook in de EU. Zo hebben wij als kabinet vandaag besloten ā dat is bij brief aan uw Kamer gecommuniceerd ā dat wij een voorstel tot sancties van Zweden tegen de extremistische ministers Ben-Gvir en Smotrich zullen steunen. Beiden hebben herhaaldelijk geweld door kolonisten aangewakkerd tegen de Palestijnse bevolking, bepleiten voortdurend de uitbreiding van illegale nederzettingen en roepen op tot etnische zuivering in de Gazastrook. Dat zijn uitlatingen die voor dit kabinet volstrekt onacceptabel zijn. Dit komt aan de orde in de Raad Buitenlandse Zaken van 23 juni, waarover uw Kamer morgen in gesprek gaat met de minister van Buitenlandse Zaken.
Voorzitter. Daarnaast blijft Nederland onverminderd elke poging tot een staakt-het-vuren steunen, richting Israƫl, maar ook richting belangrijke partners die het proces ondersteunen zoals Egypte en Qatar. De minister van Buitenlandse Zaken, maar ook ikzelf hebben geregeld contact met hen.
Dan met betrekking tot de vele vragen over genocide en de verplichtingen. Natuurlijk hebben wij kennisgenomen van het rapport over mogelijke genocidale handelingen en ook het risico op genocide en natuurlijk zijn we daar bezorgd over. Ik zei al: die beelden laten niemand onberoerd. We hebben hier ook in uw Kamer al veel over gewisseld, eerst bij brief van 21 januari en ook in onze brief van vandaag gaan we hier uitgebreid op in. Het is in meerdere debatten al aan de orde geweest. U zal voor het eind van deze week nog de schriftelijke antwoorden ontvangen op de Kamervragen. Ik ben even kwijt van wie, zeg ik even heel eerlijk. Dat durf ik even niet te zeggen.
Elk risico op genocide nemen wij serieus. Of er sprake is van genocide ā dat heb ik al vaker gezegd ā ga ik niet zelf beoordelen of vaststellen. Het is een uiterst ernstige kwalificatie en daarom zijn we in de regel uiterst zorgvuldig om een situatie als genocide te kwalificeren. Deze terughoudendheid moet zeker niet gezien worden als ontkenning van de ernst van de catastrofale situatie in de Gazastrook. Wij respecteren ook de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof van 26 januari 2024. Die uitspraak zag op het risico van genocide. Daarover hebben we u ook bij brief geĆÆnformeerd op 13 februari 2024. Dus ook daar handelen we naar op heel veel manieren. Kortom, wij doen wat we moeten doen.
De heer Paternotte vroeg naar de follow-up van artikel 2 als de EU vaststelt dat er schendingen plaatsvinden. De Hoge Vertegenwoordiger Kallas zal naar verwachting tijdens de komende Raad BZ de resultaten van de review van artikel 2 van het associatieakkoord met de lidstaten delen. Het doel is om hier een zo groot mogelijk aantal lidstaten achter te krijgen. Ons doel is de druk op Israƫl om van koers te veranderen te verhogen, uiteindelijk om te bewegen naar een staakt-het-vuren, het volledig en onvoorwaardelijk opheffen van de illegale humanitaire blokkade en de partijen ervan te weerhouden stappen te ondernemen die ons verder verwijderen van de tweestatenoplossing. Ik wil nu niet vooruitlopen op de uitkomsten van de evaluatie. Wel kan ik u verzekeren dat Nederland zich zal blijven inzetten voor een passende opvolging.
De heer Klaver vroeg of de minister-president zich wil inzetten voor een aantal dingen, te beginnen met humanitaire hulp. Onmiddellijke ongehinderde toegang voor professionele hulporganisaties, zoals de VN, het Rode Kruis en de Rode Halve Maan, is cruciaal. Nederland zet zich hier actief voor in, zowel bilateraal als multilateraal. Ik heb dat ook gisteren nog in een overleg met het Rode Kruis laten weten.
Dan het opzeggen van het handelsdeel. Komende maandag tijdens de Raad BZ presenteert Hoge Vertegenwoordiger Kallas de uitkomst van de evaluatie van artikel 2. Dat wachten we af en op basis daarvan nemen we dan een volgende stap. Handel met illegale nederzettingen. Zoals bekend ontmoedigt Nederland dat. Voor een verbod daarop hebben we een voorstel van de Commissie nodig. We wachten daarvoor ook op de evaluatie van artikel 2. Dus ook dat komt als het goed is aan bod in de Raad van de ministers van Buitenlandse Zaken.
Dan de waarheidsvinding. Nederland heeft na 7 oktober 2023 een extra vrijwillige bijdrage aan het Internationaal Strafhof gedaan van 3 miljoen euro voor de versterking van de onderzoekscapaciteit van het hof. Ook heeft het kantoor van de VN-Hoge Commissaris voor de Mensenrechten twee keer een miljoen dollar gekregen ter ondersteuning van de onderzoekswerkzaamheden van het veldkantoor in de Palestijnse gebieden.
De heer Dassen vroeg "wegen de nadelen van de volgende maatregelen daadwerkelijk zwaarder dan de verplichtingen?" en hij noemde er daar een aantal. Ik herhaal dat Nederland elk risico op genocide serieus neemt. Voor wat betreft de genoemde verplichting: Nederland zet al langere tijd stappen om de situatie naar vermogen te verbeteren. U las dat in de brief van 21 januari jongstleden en nu ook in de brief van vandaag. Het kabinet beziet steeds welke instrumenten, maatregelen of stappen op het terrein van diplomatie, humanitair, veiligheid en bestrijding van straffeloosheid kunnen worden ingezet ten behoeve van een verbetering van de situatie in Israƫl en de Palestijnse gebieden.
Dan: wat doet het kabinet om ervoor te zorgen dat de Verenigde Naties weer voedsel kunnen uitdelen in Gaza? Ik ben het met de heer Paternotte eens en ik zei het al: het distributiesysteem van de Gaza Humanitarian Foundation brengt burgers in gevaar en staat op gespannen voet met het humanitaire oorlogsrecht en het is gewoon te weinig. Hierover sprak Nederland al veelvuldig zorgen uit. Het is evident dat de VN ongehinderde toegang moeten krijgen tot de gehele Gazastrook. Dat geldt ook voor het Rode Kruis, de Halve Maanbeweging en relevante ngo's. We hebben frequent contact met onze humanitaire partners. Ze zijn nog altijd aanwezig in Gaza, waar ze hun werk overigens niet veilig kunnen doen en vele restricties opgelegd krijgen door Israƫlische autoriteiten. Ook dat is buitengewoon zorgelijk. Nederland roept Israƫl op om de professionele gemandateerde hulporganisaties onmiddellijk volledig toegang te verlenen, ongeacht hoe het verdergaat met de Gaza Humanitarian Foundation.
Dan vroeg de heer Van Campen naar de appreciatie van het plan van Ehud Barak. Ik heb begrepen dat oud-premier Barak heeft gepleit voor een staakt-het-vurendeal en een robuust "day after"-plan, met aandacht voor technocratisch Palestijns bestuur ā dat wil zeggen: zonder Hamas ā en met een belangrijke rol voor de regionale partners. Een staakt-het-vuren is cruciaal voor de gijzelaars en het verlichten van het menselijk lijden. Voor Nederland zijn voor de toekomst van de Gazastrook de principes zoals uitgedragen door de G7 leidend. Dat betekent dat Gaza van de Palestijnen is. Hamas moet ontwapend worden; er is geen rol voor Hamas in het toekomstige bestuur van de Gazastrook. Hierbij spelen onze regionale partners, JordaniĆ« en Egypte in het bijzonder, een belangrijke rol. Samen met hen en de EU zet Nederland zich hiervoor in. Het pleidooi van de heer Barak speelt hier dus ook goed op in.
Dan vroeg de heer Ceder of de grens met Egypte open kan voor humanitaire hulp. Dat onderwerp kaarten we met enige regelmaat aan, want aan de grens staan de VN, het Rode Kruis en de relevante ngo's nog steeds klaar met duizenden trucks vol hulp. Deze organisaties werken volgens humanitaire principes op basis van de hoogste humanitaire noden. Het is van levensbelang dat zij hun werk kunnen doen. Het is dus cruciaal dat er meer grensovergangen worden geopend. Daar spreken we Israƫl op aan, maar ook in de gesprekken met Egypte benadrukt Nederland het belang van het openen van de grenzen en dat blijven wij ook doen.
Dan ... Nee, volgens mij ben ik er dan vrijwel doorheen, maar ongetwijfeld zal dit nog een aantal vragen of interrupties oproepen.
De voorzitter:
Ik ga ervan uit dat dit nog vragen oplevert. Meneer Van Dijk, dit is uw laatste interruptie.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Ik had er twee gedaan.
De voorzitter:
Ja, en ik had drie gezegd.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Tegen de heer Klaver zei u vier, maar ik ga niet flauw doen. Het is goed; dan ga ik proberen het in ƩƩn interruptie te stoppen. De premier had het over de twee Israƫlische ministers tegen wie het Nederlandse kabinet sancties zou willen steunen. De uitlatingen van die ministers zijn lelijk, extreem, slecht voor de vrede. Daar ben ik het volledig mee eens. Tegelijkertijd zijn het uitlatingen; het is geen kabinetsbeleid. Ik denk dat iemand als Erdogan weleens extremere dingen heeft gezegd en toen kwamen er ook geen sancties. Mijn concrete vraag is dus: houden dit soort sancties ook juridisch stand? Een nog belangrijkere vraag: Hamas zal er heel blij mee zijn en zal het fijn vinden dat deze kaarten worden getrokken, maar schieten de Palestijnen hier werkelijk ook iets mee op?
Minister Schoof:
Ik heb eerder gezegd dat wij, hoewel een deel van uw Kamer vindt dat wij volstrekt onvoldoende doen, elke keer opnieuw wegen welke stappen wij kunnen zetten, gelet op de situatie zoals die zich in Gaza voordoet. Die stappen zetten wij bij voorkeur in internationaal verband. Dat is ook de reden waarom Nederland in de EU een discussie is begonnen over artikel 2 van het associatieverdrag. Nu zien wij dat een partnerland in de EU het verzoek ook bij de EU neerlegt ā want sancties lopen ook via de EU ā om te kijken of de mogelijkheid bestaat om overeenstemming te bereiken om een sanctie te treffen tegen de ministers Ben Gvir en Smotrich. Dat is een besluit dat dan in EU-verband moet worden genomen. Daarop worden natuurlijk ook de juridische toetsen toegepast om te zien of die sancties uiteindelijk houdbaar zijn. Dat proces kan zich de komende periode afspelen met actieve steun van Nederland. Dat signaal is in de diplomatie natuurlijk altijd belangrijk. We hebben het ook steeds over het uitoefenen van druk op IsraĆ«l om ervoor te zorgen dat men de situatie in Gaza verandert. Dit is dan een stap.
De voorzitter:
Ik heb even niet gezien wie als eerste was: de heer Paternotte of de heer Klaver? Heel galant, meneer Klaver. De heer Paternotte, gaat uw gang.
De heer Paternotte (D66):
Er liepen 150.000 mensen in het rood door Den Haag. Maar we zien ook in opiniepeilingen dat mensen in Nederland het gevoel hebben dat er echt iets of meer moet gebeuren. Zij willen natuurlijk dat we stoppen met evalueren, onderzoeken en afwachten. Daarom stelde ik de vraag of we ook echt wat gaan doen als dinsdag door de ministers wordt geconcludeerd dat Israƫl de mensenrechten, en dus het associatieverdrag, schendt. Of is het antwoord dan weer dat wij daar niet op vooruit willen lopen en dat we dat gaan onderzoeken? Zo draaien we die rondjes al anderhalf jaar met elkaar. Dus daarom nog een keer de volgende vraag. Die conclusie op maandag kan natuurlijk alleen maar duidelijk zijn, want het is eigenlijk al geconcludeerd. Maar als nou wordt vastgesteld dat Israƫl het associatieverdrag schendt, dan moet dat toch consequenties hebben? We kunnen dan toch niet zeggen dat we daar ook weer niet op vooruit kunnen lopen? Dan moet toch duidelijk zijn dat er stappen komen?
Minister Schoof:
Die stappen moeten dan gezamenlijk worden gezet. Daar zal dus ook onmiddellijk in de Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken over worden gesproken.
De voorzitter:
Meneer Paternotte, u heeft drie interrupties gehad. De minister-president gaat over zijn eigen antwoorden.
De heer Paternotte (D66):
Dan doe ik u een plezier en doe ik het in twee regels. Ik vraag natuurlijk wat de inzet van Nederland is en niet of we het daarover eens moeten worden. Maar wat is de inzet van Nederland? We zijn geen toeschouwers.
Minister Schoof:
Nee, we zijn geen toeschouwers, maar we zijn wel bezig met elkaar te onderhandelen en met elkaar in de Europese Unie te kijken waar uiteindelijk de besluitvorming kan plaatsvinden ten aanzien van de maatregelen die kunnen worden genomen. De eerste stap is nu dat de Hoge Vertegenwoordiger Kallas ā dat is dus volgende week maandag ā komt met haar resultaten van de review. De volgende stap is dat de landen met elkaar kijken welke maatregelen op basis daarvan genomen kunnen worden in overleg met de Hoge Vertegenwoordiger. Ik ben het met u eens: als je tot deze conclusie komt, zitten daar vervolgstappen aan. Maar dan ga je dus met elkaar praten om te zorgen dat die stappen er komen. Maar het gebeurt wel in de context van de Europese Unie en door de ministers van Buitenlandse Zaken.
De voorzitter:
Meneer Klaver, ik ga u het woord geven. Maar ik blijf bij drie interrupties. Het ging net even buiten mij om. Daar heb ik niet snel genoeg op gereageerd, dus dat ligt aan mij. Maar ik blijf bij drie interrupties. Het is 23.30 uur geweest. We hebben ook nog een tweede termijn. U heeft er nog twee tegoed. Gaat uw gang.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Korte vraag. We hebben een motie ingediend over deze twee ministers. Eerder was het oordeel daarover "ontijdig". Ik zou dus graag willen weten of het oordeel daarover verandert. De tweede vraag sluit aan bij collega Paternotte. We willen weten wat de inzet van het kabinet is nadat er een uitspraak is gekomen, nadat het onderzoek is geweest. Wat is dan de inzet? Is de inzet van dit kabinet dat het handelsdeel van het associatieakkoord dan wordt opgeschort? Kan de minister dat bevestigen?
Minister Schoof:
Met betrekking tot de eerste vraag: de motie zal "oordeel Kamer" krijgen. Dan de vervolgvraag. Ik stel echt voor dat u dat morgen met de minister van Buitenlandse Zaken oppakt en deze discussie met hem voert. Hij zit maandag in de Raad met de ministers van Buitenlandse Zaken. Ik weet dat hij dat debat ongetwijfeld veel beter en inhoudelijker met u kan voeren, gelet op de discussie die de ministers van Buitenlandse Zaken daar zelf ook over voeren, dan ik op dit late moment van de nacht kan doen.
De voorzitter:
Uw laatste interruptie, meneer Klaver.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Met dat antwoord neem ik toch geen genoegen.
Minister Schoof:
Daar was ik al bang voor.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Het kabinet spreekt namelijk met ƩƩn mond. Bij de Europese top, en zeker ook en marge, zal over dit onderwerp worden gesproken. Ik denk dat de minister-president zijn eigen rol hierin niet moet onderschatten. Ik wil gewoon van de minister-president weten wat het standpunt is van de Nederlandse regering hierover. Het is laat, dat begrijp ik. Dat is buitengewoon vervelend. Maar het is wel een belangrijk onderwerp. Daarom debatteren we hierover. Dit is een volstrekt normale vraag: wat is de inzet van de Nederlandse regering als uit het onderzoek naar voren komt dat IsraĆ«l die voorwaarden schendt? Ik vraag de minister om bevestiging. Klopt het, met alles wat de minister-president heeft gezegd ā volgens mij zijn we dan heel snel klaar ā dat Nederland dan gaat aandringen op het opschorten van het handelsdeel van het associatieakkoord?
Minister Schoof:
Het kan niet zo zijn dat er geen consequenties zijn als de review uitpakt zoals hier wordt gesteld en, denk ik, algemeen wordt verwacht. Op de vraag welke consequenties dat exact heeft, kan ik op dit moment geen antwoord geven.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Nog even over die maatregel tegen die twee ministers in het Israƫlische kabinet. Dat is een stap, maar de vraag is dan natuurlijk waarom het kabinet eerder een motie die hier allang was ingediend ontijdig heeft verklaard. De uitspraken van die extremistische ministers waren begin vorig jaar al gedaan. Waarom komt het kabinet dan nu pas met die maatregel, nu andere landen die hebben aangekondigd? Het hobbelt daar een beetje achteraan.
Minister Schoof:
Wij volgen nu de Zweden in de Europese Unie. We zijn daarmee het tweede land, dus dat valt nog mee, zou ik zeggen, in termen van erachteraan hobbelen. Ik zei al eerder dat het kabinet permanent weegt wat het moet doen ten aanzien van de volstrekt catastrofale humanitaire situatie in Gaza. Elke keer wegen wij binnen het kabinet welke stappen we wel of niet kunnen zetten, ook met onze internationale partners. Dan schrijdt de tijd voort en daarmee, zou je kunnen zeggen, het inzicht. Dat heeft er in de boezem van het kabinet nu toe geleid dat wij dit het moment vinden om ons te sluiten bij het verzoek dat Zweden zal doen in het ComitƩ van Ministers.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Er zijn ook al andere landen die deze sanctie hebben aangekondigd, vandaar dat ik zei dat we erachteraan hobbelen. Het is natuurlijk wel heel opmerkelijk dat dat nu gebeurt, nadat er een enorm protest is geweest, met 150.000 mensen, de grootste demonstratie van de 21ste eeuw, waarin mensen oproepen: doe meer om die genocide in Gaza te stoppen. Dan heb ik een vraag over deze maatregel in het perspectief van wat er nu aan de hand is, die genocide. Deze maatregel houdt in dat de banktegoeden van die ministers in die landen worden bevroren en dat ze niet meer naar die landen mogen. Nou, het is een stapje, maar denkt de minister dat dit voldoende is om de druk op te voeren om die genocide te stoppen?
Minister Schoof:
Wij nemen elke keer stapjes. Wij veroordelen, wij ontbieden ambassadeurs, wij voeren druk uit om uiteindelijk de situatie in Gaza, die verergert, een halt toe te roepen, om te zorgen dat er iets gebeurt. Daar maken wij onze eigen weging in. Die weging heeft er de afgelopen periode in het kabinet, en in de gesprekken die we in het kabinet hebben gevoerd, toe geleid dat wij vinden dat wij nu deze stap, die Zweden heeft gezet en waarmee dit op de agenda van de Europese Unie is gezet, moeten zetten. Eerder heeft minister Veldkamp namens het kabinet ā dat is ook besproken in het kabinet ā de stap gezet om überhaupt de discussie over artikel 2 aan te gaan in de Europese Unie. Nederland was absoluut de eerste die dat op de agenda zetten, voor een deel ook tot verrassing van landen in de Europese Unie. Zo maken we elke keer onze afweging en zetten wij stappen of stapjes. Het is goed om hier nog eens een keer neer te zetten dat wij niet niks doen. U vindt soms dat wij te weinig doen. Dat is een ander verhaal. Maar wij zien dat leed. Wij willen ook dat dat verandert en zetten daarvoor allerlei stappen. In die lijn van het zetten van stappen past artikel 2 en past nu het steunen van het verzoek om sancties te treffen tegen deze twee ministers.
De voorzitter:
Dit is uw laatste interruptie, mevrouw Teunissen.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik zie dat mensen bewust uitgehongerd worden. Gisteren werden mensen die al uitgehongerd waren en naar een hulppost gingen, beschoten, doodgeschoten door het Israƫlische leger. Hier komt het kabinet aan met: we zetten stapjes. Ondertussen blijven we wapens importeren vanuit Israƫl, blijven we wapenonderdelen sturen en houden we gezellig economische banden aan. Natuurlijk kan er veel meer gebeuren, maar dit kabinet houdt Israƫl nog steeds de hand boven het hoofd, zo te horen. Het doet ministapjes om te laten zien: kijk eens, we doen wel wat en we delen onze zorg. Je kunt niet vrijblijvend doen alsof je voor de mensenrechten opkomt. Wanneer er onschuldige mensen kapotgeschoten worden, kun je niet zeggen: dit staat op gespannen voet met het internationaal recht. Dat heeft de premier zojuist gezegd. Dus ja, ik vraag hier om meer actie. Ja, mensen zijn boos. Denk maar niet dat mensen niet meer de straat op gaan als ze dit horen, want ja, die sancties tegen die extremistische ministers zijn nodig. Maar er is zoveel meer nodig. Het staat niet in verhouding met wat we moeten doen om de genocide te stoppen. Denk maar niet dat mensen erin trappen. Er zal zo weer een demonstratie komen als de premier muizenstapjes blijft zetten die helemaal niks doen om de genocide te stoppen.
Minister Schoof:
De demonstraties zoals we afgelopen zondag en een maand geleden hebben gezien, zijn indrukwekkend en geven uiting aan de grote zorgen die bij een flink deel van de Nederlandse bevolking leven. Daar zijn we niet blind voor. Tegelijkertijd maakt het kabinet zijn eigen afweging ten opzichte van welke stappen wij zetten in relatie tot Israƫl en van wat wij vinden dat we moeten doen in nationaal en internationaal verband om te zorgen dat we uiteindelijk ons doel bereiken, namelijk dat de humanitaire situatie in de Gazastrook fors verbetert, de blokkades worden opgeheven, de gijzelaars worden vrijgelaten, er een staakt-het-vuren komt en uiteindelijk ook duurzame vrede in het licht van de tweestatenoplossing.
De voorzitter:
Meneer Van Baarle, uw laatste interruptie.
De heer Van Baarle (DENK):
150.000 mensen vroegen inderdaad om harde maatregelen tegen Israƫl om die genocide te stoppen, niet om symboliek of sancties tegen twee ministers van wie eventueel de tegoeden worden bevroren. Deze minister-president zegt net dat hij niet kan vooruitlopen op wat de inzet van Nederland wordt bij het onderzoek naar het EU-associatieakkoord met Israƫl. Het is toch ontzettend ongeloofwaardig dat het kabinet daarover onderling niet zou hebben gesproken op de dag voordat de minister van Buitenlandse Zaken hierover het debat met de Tweede Kamer aangaat. De minister-president geeft zelf net aan dat hierover in Europa wordt onderhandeld. Dus moet de Nederlandse regering wel degelijk een inzet hebben. Wel degelijk moet de Nederlandse regering hebben bekeken wat de mogelijkheden zijn die zij heeft. Ik vraag de minister-president daar helder over te zijn richting de Kamer en op zijn minst, als hij dat nu niet kan, voor het debat mogen een brief aan de Tweede Kamer te sturen over wat de Nederlandse inzet zal zijn als de uitkomsten van de review zijn dat artikel 2 geschonden wordt.
Minister Schoof:
Volgens mij is het nog eenvoudiger. Ik heb gezegd dat er consequenties zijn waar een passende opvolging aan moet worden gegeven. De minister van Buitenlandse Zaken heeft morgen met u een debat, dat uitgerekend over deze Raad gaat. Dat lijkt me het juiste moment om met de minister van Buitenlandse Zaken, die in die Raad zit waarin de review aan de orde is, het gesprek daarover te voeren. Een brief lijkt me eerlijk gezegd niet nodig, ben ik zo vrij om te zeggen, mevrouw de voorzitter, omdat het debat met de minister van Buitenlandse Zaken morgen juist over deze Raad gaat.
De voorzitter:
Heer Dassen, uw laatste interruptie.
De heer Dassen (Volt):
Ik heb in mijn bijdrage een hele duidelijke vraag aan de minister-president gesteld waar ik nog geen antwoord op heb gekregen. Ik vroeg hem of hij erkent dat er ten minste een reƫle dreiging op genocide in Gaza is. Dat is een hele simpele ja-neevraag, waarop ik nog geen antwoord heb gehad. Omdat dit mijn laatste interruptie is, wil ik op een ander punt doorgaan. De minister-president geeft zelf aan dat er onvoldoende zorg en eten is, dat Israƫlische acties verharden en er veel meer burgerslachtoffers vallen. De reden om de sancties te steunen richting Ben Gvir en Smotrich is dat zij oproepen tot etnische zuivering. Ik weet niet hoe het in Israƫl precies gaat en of ze daar eenheid van kabinetsbeleid hebben, maar zij zitten wel in een regering en blijkbaar wordt dit ook gesteund door die andere bewindspersonen die daar zitten. Katz roept ook op tot uithongering van Gaza, annexatie van Gaza en annexatie van de Westbank. Waarom gaat hij er dan niet op? Het is toch onacceptabel dat als twee mensen binnen een regering oproepen tot etnische zuivering en de rest van de regering erbij staat en ernaar kijkt, we daar dan geen sancties op zetten? Dat is dan toch onacceptabel? Hoe kijkt de minister-president daarnaar?
Minister Schoof:
Ik ben het eens met de heer Dassen dat ik ook niet weet of daar eenheid van kabinetsbeleid is. Wat ik wel weet is dat deze twee zich in buitengewoon extremistische taal hebben uitgelaten. Zoals u het net citeerde heb ik het eerder ook geciteerd. En dat is de reden dat deze twee ā dat is ook de achtergrond van het Zweedse verzoek ā in de bespreking komen ten behoeve van sancties en dat Nederland heeft besloten zich daarbij aan te sluiten. Zij hebben die uitspraken gedaan.
De voorzitter:
Gaat u verder met het volgende blok.
Minister Schoof:
Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
O, de heer Ceder heeft zijn laatste interruptie voor dit blok over Israƫl en Gaza. Gaat uw gang, meneer Ceder.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ten aanzien van de sancties op de twee Israƫlische ministers deel ik de mening dat er uitspraken worden gedaan die niet door de beugel kunnen. Ik heb een vraag gesteld over de precedentwerking die je hiermee creƫert. Ik heb gevraagd om de brief. Die hebben wij niet gekregen in de pauze. We moeten dus meegaan in iets waarvan ik als controlerende parlementariƫr de inhoud niet ken. Ik heb gevraagd welke rechtsgronden er zijn. We hebben namelijk Erdogan en Aliyev nooit gesanctioneerd en nu deze wel. Wat is het verschil? Hoe zorg je dat er geen precedentwerking is? Hoe voorkom je dat het wordt teruggedraaid bij het Hof van Justitie? Dat zou een blamage zijn en ook rieken naar een fixatie op Israƫl, terwijl er geen deugdelijke juridische onderbouwing was. Als ik de premier goed heb gehoord, is Nederland tot nu toe het enige land dat zich achter Zweden schaart. Is dat diplomatiek binnen de EU en geopolitiek op dit moment wel verstandig, ervan uitgaand dat waarschijnlijk de rest, dus Duitsland maar ook anderen, tegen zijn? Daar heb ik allemaal geen antwoord op gehad, maar er wordt wel verwacht dat wij hierin meegaan. Kan de minister-president daarop reflecteren en, zo niet, kunnen we daarover een brief krijgen, liefst nog voor de RBZ morgen? Dit zijn voor mij relevante vragen om te kunnen wegen of dit, los van het doel, een deugdelijk verzoek is.
Minister Schoof:
In het briefje van de minister van Buitenlandse Zaken dat u in de schorsing hopelijk heeft kunnen lezen, stond dat de brief van Zweden niet openbaar is. Dat is wel belangrijk. We hadden de brief graag willen geven, maar de brief is niet openbaar. De minister heeft zich wel in allerlei media geuit, dus daarom konden we de brief wel noemen. De brief is in die zin bekend. Wij hebben onze afwegingen waarom wij vinden dat we Zweden kunnen steunen, opgeschreven in de brief van eerder vandaag van de minister. Die slaan op de uitspraken en op andere zaken. Juist de behandeling in de Raad van ministers van Buitenlandse Zaken geeft de garantie dat er gewogen wordt op criteria of het wel of niet gebeurt en ook op haalbaarheid. Ik stel ook hierbij voor om de minister van Buitenlandse Zaken voor de RBZ niet te belasten met een brief, maar hem hierop in de RBZ mondeling in te laten gaan. Dat lijkt me een relevante vraag. In die zin snap ik de heer Ceder heel goed.
De voorzitter:
Gaat u verder met het blokje OekraĆÆne. Ik zou het heel plezierig vinden als u dat in hetzelfde tempo doet als de vorige twee blokjes ā¦
Minister Schoof:
Ik ga mijn best doen, voorzitter.
De voorzitter:
⦠en wellicht ook wat bondiger kunt reageren waar dat kan.
Minister Schoof:
Het tempo was goed, maar het moet korter, begrijp ik.
De voorzitter:
Exact.
Minister Schoof:
Ik krijg graag instructies; dat helpt.
De voorzitter:
Het was een vriendelijk verzoek. Ga uw gang.
Minister Schoof:
Ik bedoelde het allervriendelijkst. Net als u wil ik ook vannacht nog een tijdje slapen. Maar het zijn belangrijke onderwerpen, zeker.
De heer Kahraman vroeg wat de stand van zaken is van de onderhandelingen tussen Rusland en Oekraïne. Ik denk dat u uit de media wel weet dat er geen noemenswaardige voortgang is. Er wordt af en toe wel gesproken, maar op dit moment is er geen enkel reëel zicht op een doorbraak die leidt tot een werkelijk staakt-het-vuren.
De heer Dassen vroeg wat de Nederlandse positie is met betrekking tot de veiligheidsgaranties. Hij vroeg ons in het bijzonder om serieus te kijken naar een geïntegreerd luchtverdedigingsschild met Oekraïne, in lijn met eerdere moties. De best haalbare veiligheidsgarantie voor Oekraïne is een sterk Oekraïens leger. Het kabinet is geen voorstander van het opzetten van een luchtverdedigingsschild in West-Oekraïne. Het is veel efficiënter om Oekraïne luchtverdediging te geven, zodat het land die kan inzetten waar het er echt toe doet. We zijn op allerlei manieren bezig om Oekraïne daarin te steunen.
De heer Klaver vroeg of ik mogelijkheden zie om in de kopgroep Amerikaanse wapens in te kopen, zoals F-16's, en deze vervolgens aan Oekraïne te geven. Oekraïne heeft inderdaad meer militaire steun nodig. De markt is beperkt. U weet dat Nederland co-leider is van de Air Force Capability Coalition, het samenwerkingsverband dat de levering van F-16's aan Oekraïne coördineert. Onderdeel daarvan is het inkopen van F-16-munitie primair vanuit de VS. Nederland heeft zelf voor 450 miljoen aan munitie via de Amerikaanse overheid aanbesteed. F-16's zijn momenteel niet te koop. Daar zit dus momenteel een probleem. Ook in de VS wordt dit type uitgefaseerd en dan zal het beschikbaar komen. Er zal dan een poging worden gedaan om dat te doen, net als bij de vele F-16's die al naar Oekraïne zijn gegaan.
De heer Paternotte vroeg naar de defensie-industrie en de OekraĆÆense contracten. Nederland werkt in lijn met de motie-Paternotte/Boswijk actief aan de investeringen in de OekraĆÆense defensie-industrie. Het kabinet heeft reeds meer dan 1,4 miljard toegewezen en dat is work in progress.
Mevrouw Dobbe en de heer Boswijk vroegen naar de bevroren tegoeden. Zij gaven aan dat de discussie niet opschiet. Dat klopt. Tijdens de Europese Raad wordt gesproken over de steun van de EU aan Oekraïne in brede zin. Ongetwijfeld zullen dan ook de frozen assets aan de orde komen. Wij roepen al langer op om dit serieus te onderzoeken. Laat ik het zo zeggen: er zijn landen die een volstrekt andere opvatting hebben over de juridische en financiële risico's van het gebruiken van de frozen assets. Daarom merk ik in die hele discussie dat men buitengewoon bezorgd is over wat dit zou kunnen betekenen voor de Europese kapitaalmarkt. Maar de discussie is ongoing.
De voorzitter:
Ik zie dat de heer Boswijk wil interrumperen, maar ik wil voorstellen dat de minister eerst dit blokje afrondt en dat we daarna de vragen doen.
Minister Schoof:
Dan de reflectie op het uitbannen van de cultuur van Krim-Tataren door Rusland. Sinds de illegale annexatie wordt deze cultuur systematisch uitgebannen. Nederland heeft dit consequent veroordeeld en zal dat, samen met onze EU-partners, blijven doen, onder meer in de VN-Mensenrechtenraad en in de OVSE.
Dan was er nog een laatste vraag met betrekking tot OekraĆÆne. Die vraag ging over een nauwere samenwerking tussen de havens van Odessa en Rotterdam. Ik denk dat dit inderdaad in het belang van Odessa is, maar dat dit ook voor Rotterdam interessant kan zijn. We zullen kijken hoe we hier vorm aan kunnen geven. Als we spreken in termen van stimuleren, dan zullen de havens dat uiteindelijk zelf moeten doen.
De voorzitter:
De heer Boswijk.
De heer Boswijk (CDA):
Ik heb een vraag over de frozen assets. Het is een onderwerp waar we het, denk ik, al tweeĆ«nhalf jaar over hebben. Ik hoor de premier zeggen dat dit "ongoing" is. Ik snap alle bezwaren of zorgen over de waarde van de euro. Tegelijkertijd vind ik ook dat je een keer principieel moet worden. Als jij oorlogsmisdaden begaat, dan zijn jouw euro's gewoon niet veilig. Als we zien dat Poetin nu al voorsorteert op een situatie waarin dit onderdeel wordt van een soort deal, dan kan dat toch niet de reden zijn om niets te doen? We weten allemaal dat het grootste deel van het geld in BelgiĆ« geparkeerd staat. Kan deze premier het voortouw nemen om, op een diplomatieke manier, alle ballen op BelgiĆ« te richten? We zitten continu geld te schrapen zodat OekraĆÆne zich kan blijven verdedigen. Elke keer zijn we overgeleverd aan wat een congres in de VS doet. We kunnen dat niet nog een keer laten gebeuren. Ik wil de premier oproepen ā ik weet dat hij dat kan ā om hier iets minder diplomatiek in te zijn. We hebben het hier al tweeĆ«nhalf jaar over. We zijn unaniem, op Forum voor Democratie na geloof ik, en toch gebeurt het gewoon niet.
Minister Schoof:
We brengen het ook regelmatig op, maar ik moet ook oog hebben voor de financiƫle risico's. We gebruiken de rente op de frozen assets volledig. Er ontstaat een vrij ingewikkelde discussie over het afnemen van eigendom. Belgiƫ is zeker geen voorstander. Maar als ik de heer De Wever spreek, en daarvoor zijn voorganger, dan gaat het hier eigenlijk altijd over. We kijken dan of er toch geen mogelijkheden zijn, of het niet gedeeltelijk kan. Er wordt permanent aan gewerkt, maar het vereist ook besluitvorming, en niet alleen van Nederland. Nederland zet zich daarvoor in.
De voorzitter:
Uw laatste interruptie, meneer Boswijk.
De heer Boswijk (CDA):
O?
De voorzitter:
Ja.
De heer Boswijk (CDA):
Nou, okƩ. We gaan het toch doen. Het is niet juridisch ingewikkeld. Ik heb al eerder met minister Veldkamp diverse voorbeelden aangehaald waarbij in het verleden vaker bevroren bezittingen van staten of dictators zijn gebruikt om slachtoffers of nabestaanden te compenseren. Er is dus al een precedent waaruit blijkt dat het juridisch gewoon kan. Het is overduidelijk dat Rusland oorlogsmisdaden pleegt. De schade die inmiddels is toegebracht, is groter dan het bedrag aan bevroren tegoeden. Het is dus geen juridisch ingewikkeld probleem. Het is vooral een politiek ingewikkeld probleem. Dat komt omdat Belgiƫ bang is zijn positie als trust fund van Europa kwijt te raken. Maar dat kan toch niet de reden zijn dat we bloedgeld van Rusland gewoon laten staan in Belgiƫ, omdat Belgiƫ het zo belangrijk vindt om mogelijk andere dubieuze klanten niet kwijt te raken? Als we zeggen dat de Europese Unie een unie van waarden is, dan kun je dit niet langer volhouden; dat geldt helemaal voor Belgiƫ, waar de EU natuurlijk gehuisvest is.
Minister Schoof:
Het is niet alleen een politieke discussie. Het is ook echt een economisch-juridische discussie. Als wij dit zouden doen, zijn er economen die zich grote zorgen maken over wat dit betekent voor de positie van de euro. Afgezien daarvan beschouw ik de opmerking van de heer Boswijk als een stimulans om dit debat in de Europese Unie niet te laten versloffen.
De voorzitter:
Gaat u verder met het vierde blokje.
Minister Schoof:
Voorzitter. Ik ga naar het blokje Europese veiligheid en defensie. Ik zal echt proberen om er snel doorheen te gaan. De heer Boswijk refereerde aan het oordeel van de Kamer over de motie-Eerdmans en de eurobonds. Althans geen eurobonds, maar toch het omarmen van SAFE. We hebben daar volgens mij al twee debatten over gevoerd. Dat zeg ik tegen de heer Eerdmans en eigenlijk ook tegen de heer Boswijk. SAFE betreft geen eurobonds. SAFE betreft leningen voor leningen, die individuele staten aangaan en die ook moeten worden terugbetaald. Daarom zijn ze zeer goed te combineren met de motie van de heer Eerdmans.
De heer Van Campen vraagt of wij mogelijkheden zien voor samenwerking met partners van buiten de EU als het gaat om de Europese defensie-industrie. Ja, het kabinet pleit in EU-verband juist voor openheid van samenwerking met gelijkgezinde derdelanden op het gebied van de defensie-industrie. Dat is een uitgangspunt. Het is inmiddels ook rondom SAFE expliciet geregeld. Zo kunnen ook andere kandidaat-lidstaten, zoals Albaniƫ, en potentiƫle kandidaat-lidstaten, zoals Kosovo, daaraan deelnemen.
De heer Boswijk van het CDA merkte op dat lidstaten die het minst uitgeven aan defensie ontbreken, maar dat Denemarken wel is aangesloten. Hij vroeg welk signaal Nederland gaat afgeven met het oog op de ontsnappingsclausule. Nederland heeft geen aanvraag voor activatie van de ontsnappingsclausule ingediend. Ik heb daar gisteravond ook al iets over gezegd, en ook al in eerdere debatten. De kernredenering is dat het lijkt alsof je extra middelen krijgt, maar dat dit slechts tijdelijk is. Uiteindelijk moet het geld weer worden terugbetaald. De hogere defensie-uitgaven moeten na vier jaar gedekt worden binnen de nationale begroting en leiden dus niet tot een hogere begrotingsopgave. We willen geen rekening doorschuiven naar toekomstige generaties. Ongetwijfeld zal daar in de formatie verder over worden gesproken.
Volgens mij kan ik dit allemaal overslaan en kan ik naar de andere onderwerpen.
De voorzitter:
En met "de andere onderwerpen" bedoelt u �
Minister Schoof:
Dat is een verzamelingetje van dingen die allemaal ā¦
De voorzitter:
Het blokje "overig"?
Minister Schoof:
Ja.
De voorzitter:
Gaat uw gang.
Minister Schoof:
Ik heb geleerd dat ik dit altijd "de andere belangrijkste onderwerpen" moet noemen.
De heer Klaver vroeg hoe we ervoor zorgen dat we het level playing field behouden als de commissie-Kettingzaag, zoals hij die noemde, aan het werk gaat. De commissie noemt het "simplify". De simplify-beweging steunen wij van harte, want er moet echt iets gaan gebeuren aan de regeldruk. De Nederlandse inzet is bij uitstek gericht op behoud van het level playing field. Anders krijgen we, voordat we het weten, weer te maken met allerlei nationale maatregelen. Dus: Europese maatregelen, maar met minder regeldruk, zodat het level playing field behouden blijft.
Gaat de minister-president sancties tegen het ICC veroordelen? Het kabinet keurt de VS-sancties tegen het Hof af. Daar zijn we duidelijk in geweest. Onafhankelijk internationale hoven en tribunalen moeten hun werk ongehinderd kunnen doen. Het kabinet staat volledig achter het ICC.
Mevrouw Dobbe vroeg wat Nederland doet in zijn leidende rol wat betreft de humanitaire situatie in Sudan. Nederland zet erop in om Sudan op de Europese agenda te krijgen en te houden. Dat doen we via verschillende kanalen voor en achter de schermen. Bij de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkeling in mei heeft Nederland de zorgen over Sudan onder de aandacht gebracht en bij de Raad Buitenlandse Zaken in april ook. De situatie in Sudan staat nu niet op de agenda, maar als het mogelijk is, ben ik graag bereid om dat te doen.
De heer Ceder vroeg naar de christenvervolging in Nigeria. Er is inderdaad verschrikkelijk geweld in de Middle Belt van Nigeria. Naast religieuze en etnische spanningen spelen ook diepgewortelde sociaaleconomische grondoorzaken, zoals armoede, landconflicten en zwakke overheidsstructuren, een rol. Nederland zet zich zowel bilateraal als multilateraal in voor het tegengaan van religieus geweld, waaronder in Nigeria. In EU-verband zijn de zorgen recent overgebracht aan de Nigeriaanse autoriteiten.
De heer Paternotte vroeg: als de minister-president in China is, noemt hij dan ook de cyberaanval? De bedoeling is wel dat ik een keer naar China ga, maar ik heb geen idee of dat dit jaar nog lukt. Maar zeker niet deze zomer, voor zover ik mijn reisagenda op dit moment ken. Overigens heeft de minister van Buitenlandse Zaken dit bij zijn bezoek aan China al gedaan. Als ik er ben, zal ik dit punt zeker onder de aandacht brengen.
Dan was er de vraag of ik kan toezeggen dat Nederland een voortrekkersrol kan vervullen bij het EU-handelsverdrag met India. Dat EU-handelsverdrag zou voor Nederland weleens heel belangrijk kunnen zijn. Het past ook in het streven van wat in EU-termen "diversify" wordt genoemd, dus ervoor zorgen dat we meer van dit soort handelscontracten krijgen. Het is natuurlijk een enorme markt. President Modi zou naar Nederland komen, maar in verband met de ongeregeldheden en het conflict met Pakistan is dat toen uitgesteld. Op dit moment wordt actief gezocht naar een nieuw moment op korte termijn. Dat zou weleens op heel korte termijn kunnen zijn. Dan vormt dit een van de belangrijke onderwerpen van gesprek.
Dan vroeg de heer ⦠Ik hoop dat het de heer Van Dijk is. Hij zei: Azerbeidzjan houdt het vredesverdrag af. Is de mp bereid in EU-verband te pleiten voor het uitoefenen van meer druk? Armenië en Azerbeidzjan bereikten op 13 maart bilaterale overeenstemming. Azerbeidzjan heeft echter herhaald dat er twee voorwaarden zijn voordat tot ondertekening overgegaan kan worden: aanpassing van de Armeense grondwet en opheffing van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa. Nederland en de Europese Unie blijven beide partijen oproepen om over te gaan tot ondertekening. Hierbij zijn beide landen constructief en behulpzaam. Bij de Europese Politieke Gemeenschap in Tirana op 15 mei sprak ik nog met premier Pashinyan en spraken Costa en Von der Leyen ook met president Aliyev. Nederland verwelkomt de verbeterde relatie en hoopt dat dit verdrag er spoedig komt.
De voorzitter:
De vraag was van de heer Boswijk. Ik heb even goed naar de signalen in de Kamer gekeken.
Minister Schoof:
Dank. Heel fijn. Op mijn blaadje klopte het CDA wel, maar de naam niet. Toen dacht ik: wat is het dan? Maar het antwoord is gegeven. Dat is in ieder geval belangrijk.
De heer Van Dijk gaf aan dat Nederland fors achterloopt bij de voorbereiding van het Migratiepact. De implementatie van het Europese Migratiepact is een grote en uitdagende operatie. Ik ben overigens blij met de voortgangsrapportage. Nederland ligt op schema om het pact in juni 2026 in werking te laten treden. De Commissie benoemt dat ook in het rapport. Ze noemen alleen een specifiek aandachtspunt voor Nederland. Dat betreft de opvangcapaciteit. Dat is niet nieuw, zoals u weet.
De heer Oostenbrink vroeg of het kabinet de EU kan oproepen om doortastend op te treden in het asiel- en migratiedossier. Dat doen wij eigenlijk permanent. Nederland heeft vanaf het begin gepleit voor een snelle en goede implementatie. Zoals u weet, vormen wij met premier Meloni en premier Frederiksen van Denemarken met z'n drieƫn een vrij actief man-vrouwschap om ervoor te zorgen dat we de migratie elke keer een stapje vooruitbrengen in de agenda van de EU. Daar zijn we volgens mij buitengewoon succesvol in, zeker met de huidige Commissie.
De heer Kahraman vroeg hoe het zat met de aanleg van strategische voorraden. Dat zien we als een cruciaal onderdeel van de nationale veiligheid. Nederland kijkt uit naar de stockpiling strategie die in juli van de Commissie wordt verwacht en zal de Kamer daarna informeren over de stappen die Nederland gaat zetten.
De heer Oostenbrink vroeg ook nog wat de minister-president van plan is om te gaan doen om de onvrede over de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit naar voren te brengen. Lidstaten zijn zelf verantwoordelijk om erop toe te zien dat het geld correct wordt besteed. De Commissie controleert dit. Als het niet in orde is, ontvangen de lidstaten geen geld meer. Belangrijk is overigens dat er lessen uit die faciliteit worden getrokken, bijvoorbeeld voor eventuele toekomstige instrumenten die gericht zijn op prestatiegebonden financiering. Rapporten van de Rekenkamer helpen daarbij.
De heer Oostenbrink vroeg ook naar een gedetailleerd uitgewerkt terugbetalingsplan van de leningen, de NextGenerationEU als ik het goed begrepen heb. De leningen die de Unie is aangegaan om subsidies uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit te financieren worden uit de EU-begroting afgelost. Dat zal dus onderdeel zijn van de onderhandelingen voor het volgende Meerjarig Financieel Kader.
Voorzitter. Daarmee heb ik in ieder geval geprobeerd de vragen zo goed mogelijk te beantwoorden.
De voorzitter:
Daar dank ik u voor. Mevrouw Dobbe heeft haar laatste interruptie. Gaat uw gang.
Mevrouw Dobbe (SP):
Als de minister-president Sudan bespreekt op de Europese top, dan horen wij graag hoe dat is gegaan. Ik begon de vraag in mijn betoog met de voorpagina van Trouw van een aantal weken geleden. Zij hadden een zwarte voorpagina. Daarop had een foto van Sudan moeten staan, maar die was er niet, omdat journalisten en de onafhankelijke journalistiek in Sudan enorm onder druk staan. Journalisten worden vermoord, geĆÆntimideerd, bedreigd en het land uit gejaagd. Mijn vraag is heel specifiek: wat kan en gaat de minister-president doen om deze journalisten te ondersteunen, zodat ze hun werk kunnen blijven doen en zodat ze beschermd blijven, bijvoorbeeld via het Sudan Media Forum, waarin onafhankelijke journalisten zich hebben verenigd? Is de minister-president bereid om vanuit Nederland steun aan de journalisten toe te zeggen, dat ook te bepleiten binnen de Europese Unie, en in ieder geval meer te doen voor die journalisten, zodat ze niet allemaal doodgaan?
Minister Schoof:
Ik denk dat de vrije pers superbelangrijk is. Voor de vrije pers in Sudan geldt dat net zo hard, evenals voor de bescherming van de pers. Ik ken de initiatieven waarover u het heeft niet, maar ik ben zonder meer bereid om dit welwillend door te geven aan de minister die daarover gaat, de minister van Buitenlandse Zaken, die volgens mij ook ontwikkelingshulp in zijn portefeuille heeft. Het zou goed zijn als hij morgen antwoord geeft op uw specifieke vraag. De minister weet ongetwijfeld precies welke organisatie u bedoelt en hoe we daarmee kunnen omgaan.
De voorzitter:
Dank voor de beantwoording. Ik stel voor dat we met gezwinde spoed verdergaan met de tweede termijn. Het woord is aan de heer Klaver.
Termijn inbreng
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, dank. Ik ben blij dat de minister-president heeft aangegeven dat het oordeel op de motie die we eerder hebben ingediend, is veranderd naar oordeel Kamer. Daarmee zullen wij de motie ook aanmelden voor de stemmingen van morgen, omdat het ook verband houdt met de Raad Algemene Zaken die, als ik het goed heb, maandag zal plaatsvinden.
Ik heb de volgende motie, de motie "trek de rode lijn".
Dank u wel. Dan geef ik nu graag ā¦
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik heb nog 30 seconden.
De voorzitter:
O, excuus. Meneer Klaver, gebruikt u alle tijd nog op het klokje.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, dat zal ik doen. De minister-president gaf aan dat we het morgen bij de RBZ kunnen hebben over de inzet van Nederland. Maar er is natuurlijk gewoon een onderhandelingsinzet voor Nederland. Onze diplomaten hebben een onderhandelingsinzet. Ik zou graag de toezegging van de minister-president willen dat we weten wat de inzet van Nederland is als er een uitkomst uit de onderzoeken is. Ik begrijp het als hij zegt dat we er samen gaan proberen uit te komen. Maar wat is die inzet? Deze informatie is er. De Kamer moet ook op de hoogte worden gesteld van wat Nederland dan gaat doen. Op dit punt weten we het niet en we zouden dat graag horen.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Dobbe, gaat uw gang.
Mevrouw Dobbe (SP):
Dank u wel, voorzitter.
Mevrouw Dobbe (SP):
Laten we Sudan dus vooral niet vergeten. Ik ben wel een beetje geschrokken van dit debat, over hoe makkelijk het internationaal recht als een soort mening wordt weggezet. Dat zijn niet de letterlijke woorden die gebruikt zijn, maar dat is wel de uitkomt als het gaat over wie er bepaalt of er geweld mag worden gebruikt tussen landen. De VN-Veiligheidsraad wordt door deze minister-president gewoon opzijgeschoven als het gaat over besluiten om oorlogen legaal of illegaal te starten. Dat kan niet. Dat holt het internationaal recht, de internationale rechtsorde en ook de Verenigde Naties uit. Ik vind dat heel zorgelijk. Ik vind het ook heel erg dat deze minister-president daar zo makkelijk over doet.
Ik heb nog ƩƩn slotvraag voor de minister-president. We hebben het Genocideverdrag ondertekend. Dat is niet alleen een morele verplichting, maar ook een juridische verplichting. Wanneer ontstaat er volgens de minister-president medeplichtigheid en nalatigheid bij de landen die het Genocideverdrag hebben ondertekend?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Meneer Dassen, gaat uw gang.
De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Dank aan de minister-president voor de beantwoording. Ik heb ƩƩn motie.
De heer Dassen (Volt):
Voorzitter. Ik had ƩƩn simpele vraag. Ik heb daar nog steeds geen antwoord op gekregen. Ik zal het antwoord ook in de beantwoording van de Kamervragen krijgen, maar ik zou graag een duidelijke "ja" of "nee" van de minister-president horen. Is hij van mening dat er een reƫle dreiging is dat er op dit moment een genocide plaatsvindt in Gaza? Ja of nee?
De voorzitter:
Dank u wel. Meneer Ceder, gaat uw gang.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb drie moties.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Van Campen.
De heer Van Campen (VVD):
Twee moties.
Dank u wel. Gaat uw gang, meneer Boswijk.
De heer Boswijk (CDA):
Dank u wel, voorzitter. Twee moties.
Dank u wel. De heer Kahraman maakt geen gebruik van zijn tweede termijn en daarom is het woord aan de heer Van Baarle.
Gaat uw gang, meneer Van Baarle.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter.
De heer Van Baarle (DENK):
Tot slot, voorzitter. Ik kan me zelf gewoon echt niet voorstellen, daags voor al die grote Europese vergaderingen, dat de minister-president hier aangeeft dat er ook onderhandelingen zijn en dat de minister-president niks kan zeggen over wat de inzet van Nederland wordt als de conclusie van het onderzoek luidt ā en dat wordt de conclusie ā dat IsraĆ«l artikel 2 van het associatieverdrag schendt. Ik vraag de minister-president om straks in tweede termijn gewoon helderheid te geven over de scenario's die er liggen. En als dat niet kan, doe ik nogmaals het verzoek om de Kamer daarover voor het debat van morgen een brief te sturen.
De voorzitter:
Dank u wel. Meneer Eerdmans, gaat uw gang.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter.
De heer Eerdmans (JA21):
De laatste.
Dank u wel. De heer Van Dijk. Gaat uw gang.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Dank u wel, voorzitter. Opnieuw draaide het debat grotendeels om IsraĆ«l. Het enige landje ter wereld waar Joden relatief veilig zijn. Het land waar 2 miljoen Arabieren wonen die rechter zijn, parlementariĆ«r, of soldaat in de IDF, die voluit hun godsdienst kunnen belijden, waar de pers nog kritischer is op Netanyahu dan de NRC in Nederland. Het is een land dat een existentiĆ«le strijd voert in een regio met landen en terreurbewegingen die pas zullen rusten als het hele Midden-Oosten Judenstaatrein is. Kritiek hebben op de IsraĆ«lische regering mag, maar als deze achtergrond ā de grenzen van IsraĆ«l zijn per definitie Auschwitz-grenzen ā niet wordt erkend, is de kritiek al heel gauw uiterst kil en onbarmhartig.
Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Teunissen. Gaat uw gang.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Dank u, voorzitter. Het is in dit debat pijnlijk duidelijk geworden dat het kabinet geen rode lijn trekt. Dat is wel waar die 150.000 mensen om hebben gevraagd. Ik vind het ook pijnlijk om te zien dat de toon van de premier, en natuurlijk de maatregelen die hij wil treffen, heel anders zijn dan wanneer het gaat over OekraĆÆne of wanneer het zou gaan over het Europese continent. Maar dit gaat over Palestijnen, en dan is de opstelling van de premier pijnlijk, verdrietig en tenenkrommend. Daarom steunt de Partij voor de Dieren de rodelijnmotie die oproept tot meer maatregelen. Ik hoop ook dat de Kamer daarmee gaat bijsturen. Ik ben ook heel benieuwd naar het antwoord op de vraag die ook mevrouw Dobbe stelt, dus daar sluit ik me bij aan: wat betekent het nou ā want zo langzamerhand wordt Nederland medeplichtig aan genocide ā als we geen effectieve maatregelen treffen? Graag een reactie van de premier daarop.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dit was de laatste spreker van de Kamer in deze tweede termijn. De minister-president heeft aangegeven ruim vijf minuten nodig te hebben voor de appreciatie. Ik schors tot 0.30 uur. Als iedereen eerder terug is, beginnen we eerder.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het debat over de over de Europese top van 26 en 27 juni 2025. Wij zijn toegekomen aan de appreciaties van de ingediende moties en volgens mij zijn er nog enkele vragen gesteld. Gaat uw gang.
Termijn antwoord
Minister Schoof:
Dat klopt, voorzitter. Ik begin bij de vraag van de heer Klaver, waar de heer Van Baarle zich bij aansloot, over de Nederlandse inzet bij de uitkomst van de evaluatie van artikel 2. Ik loop echt niet vooruit op de uitkomsten van het onderzoek en verwijs overigens echt naar het Kamerdebat van morgen, waarin de minister er uitgebreid op in zal gaan. In die zin zou ik u willen adviseren om niet aan de minister een brief te vragen.
Dan de vraag van mevrouw Dobbe, de heer Dassen ā¦
De voorzitter:
Ik ga u heel kort ontbreken. Een heel korte vraag. Meneer Klaver, gaat uw gang.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Zeker. Iets korts, zonder inleiding. Gaat de minister van Buitenlandse Zaken dan morgen aangeven wat de inzet is?
Minister Schoof:
Dat ga ik hem vragen en dat zal hij ongetwijfeld doen. Dan kan u met hem daar een debat over hebben.
De voorzitter:
Gaat u verder.
Minister Schoof:
Dan de vraag van mevrouw Dobbe en de heer Dassen, waarbij mevrouw Teunissen zich aansloot. De heer Dassen vroeg of Nederland het risico ziet ten aanzien van genocide en vroeg of ik een "ja of nee"-antwoord wilde geven. Het antwoord is ja, en dat is ook waarom Nederland de maatregelen neemt die het neemt.
Dan ga ik naar de moties, mevrouw de voorzitter.
De voorzitter:
Meneer Van Baarle, heeft u dezelfde vraag als de heer Klaver?
De heer Van Baarle (DENK):
Nee, het is een andere vraag. Mijn vraag is: is er al een Nederlandse kabinetsinzet?
Minister Schoof:
Daar zal de minister van Buitenlandse Zaken morgen echt op ingaan.
De voorzitter:
Mevrouw Dobbe, heel kort.
Mevrouw Dobbe (SP):
Ik had nog een andere vraag gesteld, namelijk wanneer er volgens deze minister-president binnen het Genocideverdrag medeplichtigheid of nalatigheid ontstaat van de landen die bij het Genocideverdrag zijn aangesloten. Dat vraag ik natuurlijk omdat ik benieuwd ben of wij nu nalatig zijn als Nederland en daar ook weer medeplichtig van worden.
Minister Schoof:
Naar het oordeel van de regering doen wij datgene wat wij moeten doen, omdat we het risico zien. Dat zei ik ook naar aanleiding van de vraag van de heer Dassen. Dat betekent dat wij ervan uitgaan dat ons geen medeplichtigheid of nalatigheid kan worden verweten.
De voorzitter:
Gaat u starten met de appreciatie van de moties alstublieft.
Minister Schoof:
De heer Klaver, de "trek de rode lijn"-motie, de motie op stuk nr. 2250. Die ontraad ik, omdat die toch vooruitloopt op de artikel 2-review.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2250 krijgt de appreciatie ontraden.
Minister Schoof:
De motie op stuk nr. 2251 van mevrouw Dobbe over Sudan is een sympathieke motie, maar ik zou de indienster willen vragen om 'm aan te houden en morgen eerst het gesprek daarover met de minister van Buitenlandse Zaken te voeren.
De voorzitter:
Daar gaat mevrouw Dobbe zelf over. Ik kijk haar even aan. Mevrouw Dobbe schudt nee.
Minister Schoof:
Dan is de motie ontijdig, voorzitter.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2251 krijgt het oordeel ontijdig. Dan de motie op stuk nr. 2252.
Minister Schoof:
De motie op stuk nr. 2252 over de-escalatie wat betreft Israƫl-Iran van de heer Dassen: ontraden, conform het debat.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2252 krijgt het oordeel ontraden.
Minister Schoof:
De motie op stuk nr. 2253 over consulair Midden-Oosten: oordeel Kamer, wel met de kanttekening dat evacuatie nu niet aan de orde is.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2253 krijgt oordeel Kamer.
Minister Schoof:
Dan de motie op stuk nr. 2254 van de heer Ceder over christenen in Nigeria: oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2254 krijgt oordeel Kamer.
Minister Schoof:
Dan de motie op stuk nr. 2255, ook van de heer Ceder, over kernwapens en Iran: ook oordeel Kamer, inclusief de IRGC.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2255 krijgt oordeel Kamer.
Minister Schoof:
Dan de motie op stuk nr. 2256 van de heer Van Campen over sancties tegen Israƫlische functionarissen: oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2256 krijgt oordeel Kamer.
Minister Schoof:
Dan de motie op stuk nr. 2257 van Van Campen over de lijn-Merz: ontraden, onder verwijzing naar het debat. Wij hebben een wat andere lijn.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2257 wordt ontraden.
Minister Schoof:
Dan de motie van de heer Boswijk op stuk nr. 2258 over de havensamenwerking met Odessa. Wat mij betreft op dit moment ontijdig. Ik geef 'm door aan de nieuwe minister van IenW, met een constructief advies van mij aan de minister van IenW. Dan zal de minister van IenW vervolgens ongetwijfeld met een brief op de motie reageren.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2258 krijgt het oordeel ontijdig.
Minister Schoof:
Ja.
De voorzitter:
Ik kijk even naar de heer Boswijk. Dan moet u heel hard rennen.
De heer Boswijk (CDA):
Voorzitter. Ik zou zeggen dat het land niet kan wachten, dus ik ga 'm toch morgen gewoon in stemming brengen. Ik heb het zelf al gesondeerd bij zowel Odessa als de haven van Rotterdam. Die staan hier echt op te wachten. Ik vertrouw erop dat deze minister integraal kan werken, dus ik zou zeggen: geef 'm oordeel Kamer.
Minister Schoof:
Ik zeg toch "ontijdig", ook omdat ik niet zo snel contact heb kunnen opnemen met de minister van IenW.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2258 krijgt de appreciatie "ontijdig". De motie op stuk nr. 2259.
Minister Schoof:
Ik heb mij hier in debatten positief over uitgelaten. Daarom gebruikte ik het woord "constructief". De motie op stuk nr. 2259 van de heer Boswijk over Krim-Tataren: oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2259 krijgt oordeel Kamer. De motie op stuk nr. 2260.
Minister Schoof:
De motie op stuk nr. 2260 van de heer Van Baarle met het verzoek om Israƫl op geen enkele wijze te helpen: ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2260 wordt ontraden. De motie op stuk nr. 2261.
Minister Schoof:
De motie op stuk nr. 2261, ook van de heer Van Baarle, met het verzoek om de Israƫlische aanval op Iran te veroordelen: ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2261 wordt ontraden.
Minister Schoof:
De motie op stuk nr. 2262 van de heer Eerdmans met betrekking tot de twee 2040-klimaatdoelen: ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2262 wordt ontraden. De motie op stuk nr. 2263.
Minister Schoof:
De motie op stuk nr. 2263 met betrekking tot de asielprocedure: oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2263 krijgt de appreciatie: oordeel Kamer.
Minister Schoof:
De motie op stuk nr. 2264 van de heer Eerdmans over toetreding van de Europese Unie tot het EVRM: ontraden, want de motie gaat in tegen staand kabinetsbeleid.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2264 wordt ontraden.
Dan dank ik de minister-president voor de appreciaties. Ik zie dat er nog ƩƩn korte vraag is van de heer Klaver. Gaat uw gang.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
De minister was kort en bondig. Dat mag op dit tijdstip ook, maar hij geeft aan dat de motie ontijdig is. Als we nou in de motie opnemen dat ā¦
De voorzitter:
Over welke motie gaat dit, meneer Klaver?
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik heb ƩƩn motie ingediend. Dat is dus de motie op stuk nr. 2250.
De voorzitter:
Die kreeg de appreciatie "ontraden". U zegt zelf "ontijdig".
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
O, sorry. Ontraden zelfs, nog "beter". De minister doet dat met het argument dat we moeten wachten tot de uitkomsten van het onderzoek.
Minister Schoof:
Ja.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Als we daar nou in zetten "als uit het onderzoek blijkt dat de voorwaarden van het associatieverdrag zijn geschonden", is het bezwaar volgens mij weggenomen. Dan zou de motie oordeel Kamer kunnen krijgen. Laten we kijken of we nog iets constructiefs kunnen bereiken met elkaar.
Minister Schoof:
Nee, daar kan ik toch niet mee instemmen. Dat loopt toch echt vooruit op de discussie die nog moet plaatsvinden in de Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken, omdat in de motie heel veel vervolgmaatregelen staan waarover het gesprek echt nog moet plaatsvinden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 2250 blijft de appreciatie "ontraden" houden.
De voorzitter:
Morgen gaan wij stemmen over alle ingediende moties. Ik wil alle Kamerleden bedanken voor hun bijdrage en de minister-president voor zijn aanwezigheid en de beantwoording van alle vragen. Ik wil de ondersteuning ontzettend bedanken omdat de avond weer zo vlekkeloos verlopen is. Ik wens iedereen een veilige terugreis, een goede nachtrust. Morgen gezond weer op.