91e vergadering, woensdag 4 juni 2025
Opening
Voorzitter: Martin Bosma
Aanwezig zijn 146 leden der Kamer, te weten:
Aardema, Aartsen, Van Baarle, Bamenga, Baudet, Becker, Beckerman, Bevers, Bikker, Bikkers, Blaauw, Bontenbal, Boomsma, Boon, Van den Born, Martin Bosma, Boswijk, Boutkan, Bromet, Bruyning, Buijsse, Van der Burg, Bushoff, Van Campen, Ceder, Chakor, Claassen, Crijns, Dassen, Deen, Tony van Dijck, Dijk, Diederik van Dijk, Emiel van Dijk, Inge van Dijk, Olger van Dijk, Dobbe, Dral, Eerdmans, Van Eijk, El Abassi, Ellian, Ergin, Erkens, Esser, Faddegon, Flach, Gabriëls, Grinwis, Peter de Groot, Haage, Van Haasen, Heite, Heutink, Hirsch, Van der Hoeff, Holman, De Hoop, Van Houwelingen, Idsinga, Daniëlle Jansen, Jetten, Léon de Jong, Joseph, Kahraman, Kathmann, Van Kent, Kisteman, Klaver, Koekkoek, Koops, Kops, De Kort, De Korte, Kostić, Kouwenhoven, Kröger, Krul, Lahlah, Van der Lee, Markuszower, Martens-America, Van Meetelen, Van Meijeren, Meulenkamp, Michon-Derkzen, Mohandis, Mooiman, Edgar Mulder, Mutluer, Nijhof-Leeuw, Van Nispen, Nordkamp, Oostenbrink, Ouwehand, Paternotte, Patijn, Paulusma, Pierik, Pijpelink, Piri, Van der Plas, Podt, Pool, Postma, Rajkowski, Ram, Richardson, Rikkers-Oosterkamp, Rooderkerk, De Roon, Saris, Six Dijkstra, Slagt-Tichelman, Smitskam, Sneller, Soepboer, Stoffer, Stultiens, Teunissen, Thiadens, Thijssen, Tielen, Timmermans, Tseggai, Uppelschoten, Valize, Van der Velde, Veltman, Verkuijlen, Vermeer, Vijlbrief, Vlottes, Vondeling, De Vree, Aukje de Vries, Van Vroonhoven, Van Waveren, Van der Werf, Westerveld, White, Wijen-Nass, Wilders, Wingelaar, Yeşilgöz-Zegerius en Van Zanten,
en mevrouw Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei, viceminister-president, de heer Van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, viceminister-president, mevrouw Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, viceminister-president, en de heer Schoof, minister-president, minister van Algemene Zaken.
De voorzitter:
Ik open de vergadering van woensdag 4 juni 2025.
Mededelingen
Mededelingen
Mededelingen
Beëdiging van mevrouw Richardson
Beëdiging van mevrouw Richardson
Aan de orde is de beëdiging van mevrouw S.M. Richardson (VVD).
De voorzitter:
Dan is nu eerst aan de orde de beëdiging van een nieuwe collega. Daartoe geef ik graag het woord, zoals altijd, aan de heer Ellian voor het uitbrengen van verslag namens de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven. Graag stilte in de zaal. Het woord is aan de heer Ellian.
De heer Ellian (voorzitter van de commissie):
Dank u wel, voorzitter. De commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven heeft de stukken onderzocht die betrekking hebben op mevrouw S.M. Richardson te Lijnden.
De commissie is tot de conclusie gekomen dat mevrouw S.M. Richardson te Lijnden terecht benoemd is verklaard tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Daarom stelt de commissie voor om haar toe te laten als lid van de Kamer. Daartoe dient zij wel eerst de eden of de beloften af te leggen, zoals vastgelegd in de Wet beëdiging ministers en leden Staten-Generaal van 27 februari 1992, Staatsblad nr. 120.
Tot slot, voorzitter, verzoek ik u om het complete verslag in de Handelingen op te laten nemen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Ellian, zoals gewoonlijk. Ik dank de commissie voor haar verslag en stel voor dienovereenkomstig te besluiten.
De voorzitter:
Ik verzoek de leden en overige aanwezigen in de zaal en op de publieke tribune, voor zover dat mogelijk is, te gaan staan.
Mevrouw Richardson is in het gebouw der Kamer aanwezig om de voorgeschreven verklaringen en beloften af te leggen. Ik verzoek de Griffier haar binnen te leiden.
De voorzitter:
De door u af te leggen verklaringen en beloften luiden als volgt:
"Ik verklaar dat ik, om tot lid van de Staten-Generaal te worden benoemd, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik beloof trouw aan de Koning, aan het Statuut voor het Koninkrijk en aan de Grondwet.
Ik beloof dat ik de plichten die mijn ambt mij oplegt getrouw zal vervullen."
Mevrouw Richardson (VVD):
Dat verklaar en beloof ik.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan wens ik u van harte geluk met uw lidmaatschap van de Staten-Generaal. Ik feliciteer u. U gaat uw plaats innemen. Daarna vervolgen wij met de beraadslaging.
Verklaring van de minister-president
Verklaring van de minister-president
Aan de orde is de verklaring van de minister-president.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Als u wilt gaan zitten, dan gaan we beginnen. Aan de orde is het debat over de val van het kabinet. Ik heet welkom in vak K de minister-president en de drie vicepremiers. Ik geef graag het woord aan de minister-president voor het afleggen van een verklaring. Daarbij zijn interrupties en vragen na afloop niet mogelijk. Na de verklaring van de minister-president beginnen wij met het debat en geef ik het woord aan de heer Timmermans. Het woord is aan de minister-president.
Minister Schoof:
Meneer de voorzitter. Dank voor de gelegenheid om een korte verklaring af te leggen naar aanleiding van de actuele politieke situatie. Zoals u weet, heb ik gister de Koning het ontslag aangeboden van alle PVV-bewindspersonen, en heeft hij dat ontslag verleend. De functies van de overige bewindslieden, van VVD, NSC en BBB, en van mijzelf heb ik ter beschikking gesteld. De Koning heeft dit in overweging genomen en de ministers, de staatssecretarissen en mijzelf verzocht al datgene te blijven doen wat zij in het belang van het Koninkrijk noodzakelijk achten. Daarmee is dit kabinet nu demissionair.
Voorzitter. Laat ik duidelijk zijn. De val van dit kabinet was wat mij betreft onnodig en onverantwoord. We staan nationaal en internationaal voor grote uitdagingen en meer dan ooit is besluitvaardigheid vereist. Voor de veiligheid, voor onze weerbaarheid en voor de economie, in een snel veranderende wereld. Voor alle mensen in Nederland die zich zorgen maken over het vinden van een woning en over hun portemonnee. Voor boeren en tuinders die perspectief voor de toekomst willen. En ook voor het krijgen van grip op migratie.
Het laatste wat we nu kunnen gebruiken, is uitstel. Toch zal dat nu op sommige onderwerpen onvermijdelijk zijn. Hoezeer ik dat ook betreur, feit blijft dat als een van de partijen niet verder wil, het voor de rest van de coalitie ophoudt, ook als dat gebeurt op een buitengewoon ongelukkig moment als nu.
Voorzitter. Het verzoek van de Koning om al datgene te blijven verrichten wat in het belang van het Koninkrijk noodzakelijk wordt geacht, klinkt als een formaliteit, maar is veel meer dan een staatsrechtelijk verzoek. Ik voel dat als een persoonlijke opdracht. Ik hoop dan ook dat de Kamer met dit kabinet wil blijven werken aan onderwerpen die niet kunnen wachten. Natuurlijk bepaalt uw Kamer welke onderwerpen dat zijn en daarover ga ik graag in gesprek, want het leven in Nederland en daarbuiten gaat gewoon verder en er moeten beslissingen worden genomen, die geen uitstel verdragen. Wat mij betreft gaat het in ieder geval om veiligheid, zowel nationaal als internationaal, waaronder de steun aan Oekraïne en alles wat nodig is voor Defensie. Ook de internationale economische verhoudingen, waaronder de lopende discussie over handelstarieven, vallen daar in mijn optiek onder. Die kunnen namelijk direct effect hebben op de Nederlandse economie en op ons bedrijfsleven. Verder hoopt het kabinet de belangrijke hersteloperaties, zoals toeslagen en Groningen, onverkort te kunnen voortzetten. Natuurlijk moeten ook de begrotingen van 2026 voorbereid worden.
Ik vraag dit aan uw Kamer, maar wel in het volle besef dat dit mandaat allerminst vanzelfsprekend is, omdat het kabinet steeds op zoek zal moeten naar voldoende draagvlak in het parlement, net zoals het ons demissionair kabinet past om uiterst bescheiden en terughoudend te zijn met voorstellen voor nieuw beleid of nieuwe wetsvoorstellen. De Kamer kan ervan uitgaan dat we daar ook zo mee zullen omgaan, precies zoals dat hoort in een gezonde democratie.
Voorzitter. Ik heb bij alle bewindspersonen grote betrokkenheid gezien om Nederland verder te brengen. Die grote betrokkenheid voelde ik ook en voel ik nog steeds. Daarom ga ik met de bewindspersonen van VVD, NSC en BBB demissionair door met dezelfde betrokkenheid tot er een nieuw kabinet is.
Voorzitter, tot slot. Ik weet dat we in de politiek altijd op schouders van anderen staan. Ik hoop dat ons werk op zijn beurt dienstbaar aan de toekomst zal blijken.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel.
Termijn inbreng
De voorzitter:
We beginnen met het debat. Ik geef graag het woord aan de heer Timmermans. Hij heeft net als iedereen vier minuten spreektijd. Ik sta acht interrupties toe van hooguit 45 seconden. De heer Timmermans.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Ik dank de minister-president voor zijn verklaring. Ik zal zo meteen ook op een aantal punten die hij maakt ingaan.
Voorzitter. Op korte afstand van Nederland, aan de grenzen van de Europese Unie, woedt een oorlog die inmiddels al meer dan 1 miljoen slachtoffers heeft opgeleverd, een oorlog die een directe bedreiging vormt voor onze veiligheid, een oorlog die een grote invloed kan hebben op onze gezamenlijke toekomst als Europeanen, maar ook als Nederlanders. Er komt een einde aan een treurspel van een jaar, van een kabinet dat niet in staat is geweest te handelen. Ruzie, onenigheid en stilstand zijn wat dit kabinet Nederland heeft geboden. Er zijn geen oplossingen gevonden, niet voor de woningnood, niet voor de stikstofcrisis, niet voor de veiligheid.
De reden hiervoor is duidelijk. Die is ook duidelijk gebleken in de afgelopen dagen. Als er verantwoordelijkheid moet worden genomen, als er moeilijke beslissingen moeten worden genomen, geeft de heer Wilders niet thuis. Dat wisten we al. Die ervaring hebben we al eerder gehad. In 2012 liep de heer Wilders ook weg toen het moeilijk werd. Deze keer is dat ook gebeurd. De vraag is dan ook aan met name de VVD: het is u eerder overkomen, u had kunnen uittekenen dat het u weer zou overkomen en toch heeft u gekozen voor een coalitie met de PVV. Ik hoop dat u vandaag — ik roep alle partijen in dit huis op om daar ook duidelijk over te zijn — duidelijk wil verklaren dat het niet in het landsbelang is om iemand tot de macht toe te laten die de regering uiteindelijk altijd leidt naar verlamming, naar het niet-vinden van oplossingen en naar ruzie.
Ik zeg dat ook omdat het businessmodel van de heer Wilders en de PVV altijd hetzelfde is. Je belooft de mensen de wereld. Onmiddellijk zou de eigen bijdrage worden afgeschaft. De huren zouden met 20% omlaaggaan. Het Zuyderlandziekenhuis zou volwaardig openblijven in Heerlen. De boodschappen zouden goedkoper worden. Noem al die enorme beloftes maar op. Die beloften worden gedaan, niets wordt nagekomen en dan volgt een grote afleidingsmanoeuvre en iemand anders krijgt de schuld. Meestal is dat iemand die moslim is of vanuit het buitenland komt. Zo kan ons land niet verder.
Ik neem het de heer Wilders zeer kwalijk dat hij de verdeeldheid in ons land heeft aangejaagd en ik neem het zijn coalitiepartners zeer kwalijk dat zij daar ook hun bijdrage aan hebben geleverd. Ik hoop dat ze inzien dat ze ons land op geen enkele manier verder helpen door deze verlamming te laten voortduren. We staan als Nederlanders vandaag te veel met de ruggen naar elkaar toe. Wat we nodig hebben is leiderschap dat de problemen aanpakt en de problemen oplost. De mensen in Nederland willen graag dat niet alleen zij in een mooi huis kunnen wonen dat ze kunnen betalen, maar dat ook hun kinderen kunnen wonen op een betaalbare manier. Ze willen graag een baan waar ze voldoening uit halen en waar ze genoeg mee verdienen om in de kost te kunnen voorzien. Ze willen graag houden van wie ze willen houden. Ze willen graag de ruimte om zichzelf te zijn. En ze willen graag ook weer wat optimisme voor de toekomst hebben.
Ik zou zo graag zien dat wij er allemaal aan bijdragen om die dromen van Nederlanders weer waar te maken. Daarvoor is herstel nodig, daarvoor moeten we vooruit. Daarvoor zijn ook heel snel verkiezingen nodig. Ik hoop dat we op zo kort mogelijke termijn die verkiezingen kunnen organiseren, want dan kan het land weer vooruit. Ik zeg tegen de minister-president dat hij tot die tijd mijn fractie zal kunnen aanspreken op die dingen die moeten gebeuren om de veiligheid van ons land te garanderen. We hebben daar de afgelopen maanden een plan voor op tafel gelegd. Ik hoop dat het kabinet binnenkort met voorstellen komt en met onze Kamer in discussie gaat over hoe we de nationale en internationale veiligheid kunnen bevorderen, ook met een demissionair kabinet. Daar kunt u ons voor vinden. We willen vooruit, we moeten snel vooruit en daarom moeten er snel verkiezingen komen, zodat we deze hele treurige periode in onze vaderlandse geschiedenis snel achter ons kunnen laten.
Dank, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan de heer Wilders van de fractie van de PVV.
De heer Wilders (PVV):
Voorzitter. Wat wilde de PVV nou precies? Wij willen meteen een totale asielstop. We willen intensieve grenscontroles. We willen iedere maar dan ook iedere asielzoeker direct aan de grens terugsturen. We willen de gezinshereniging per direct helemaal stoppen. We willen azc's sluiten en veroordeelde criminelen meteen het land uitzetten. Want Nederland schreeuwt om een harder asielbeleid.
Maar onze voormalige coalitiepartners weigerden hiervoor te tekenen en deze maatregelen toe te voegen aan het hoofdlijnenakkoord. Ze hadden daar honderdduizend smoesjes voor. Ze wilden het eerst uitzoeken of uitwerken, wat natuurlijk complete onzin is, want heel veel andere Europese landen die gebonden zijn aan dezelfde regels en verdragen als Nederland, voeren een aantal van die maatregelen gewoon al uit. Het moet nu meteen. Nederland kan het niet meer aan. Ons land dreigt één groot asielzoekerscentrum te worden. Ik krijg iedere dag tientallen mails van mensen die klagen over een azc dat bij hen in de buurt komt, met alle gevolgen van dien. Van overlast en criminaliteit tot een nog groter beroep op alles waar we in dit land al een enorm tekort aan hebben: woningen, zorg, onderwijs, financiën.
De PVV heeft de verkiezingen anderhalf jaar geleden niet voor niets gewonnen. Bijna 2,5 miljoen mensen gaven ons het vertrouwen en de opdracht om de asielinstroom terug te dringen en te komen tot het strengste asielbeleid ooit, zodat Nederland tot de landen van Europa zal gaan behoren met de strengste toelatingseisen. Dat staat letterlijk in het hoofdlijnenakkoord. Maar het tegenovergestelde is gebeurd. Er komen nog steeds veel te veel asielzoekers Nederland binnen, maar liefst 800 per week. En dat gaat maar door. Iedere elf dagen komt er een azc bij. Het is om gek van te worden. Mijn fractie tekent niet langer voor de ondergang van Nederland.
De heer Van Baarle (DENK):
De heer Wilders begon zijn inbreng met de opmerking: wat wilde de PVV nou eigenlijk? Wat de PVV wilde, weet Nederland. De PVV heeft beloofd om de btw op boodschappen op 0% te zetten. Dat is niet gelukt. Die belofte heeft de heer Wilders verbroken. De PVV heeft beloofd om de huren te verlagen. Dat is niet gelukt. Die belofte heeft de heer Wilders verbroken. De benzine zou goedkoper worden. Het eigen risico zou volledig afgeschaft worden. Hier staat gewoon een prutser! Hier staat een prutser, een politieke prutser, die om de aandacht af te leiden van zijn falen en van alle beloften die hij heeft verbroken, nu een asielverhaal ophangt en mept in de richting van vluchtelingen en Nederlandse moslims. Ik zou aan de heer Wilders willen vragen: denkt hij nou echt dat Nederland in deze afleidingsmanoeuvre trapt om de aandacht af te leiden van zijn falen, van zijn prutswerk? Hij heeft geen enkele belofte die hij heeft gedaan aan de Nederlanders, waargemaakt en heeft er een puinhoop van gemaakt.
De heer Wilders (PVV):
Ik denk dat heel veel Nederlanders gelukkig niet geloven wat u suggereert. Zij denken — wat ook de waarheid is — dat wij als PVV oprecht zijn. Wij hebben oprecht verantwoordelijkheid genomen. Wij hebben, nadat wij de verkiezingen hebben gewonnen, oprecht een regeerakkoord, een hoofdlijnenakkoord, gesloten met drie andere partijen, om te komen tot een beter Nederland. Dat hebben wij oprecht gedaan. Daar hebben we lang voor geknokt. Het is ook triest dat dat nu eindigt. Het is geen mooie dag geweest gisteren, ook voor mij niet. Ik had liever dat het kabinet was doorgegaan. We hebben onze nek uitgestoken, maar, nogmaals, er zijn grenzen.
Een van die grenzen die wij stellen, is onze belangrijkste belofte aan de kiezer. Dat is dat wij niet alleen zouden komen tot het strengste asielbeleid ooit, maar ook, zoals in het hoofdlijnenakkoord staat, dat wij bij de koplopers van Europa gaan horen als het gaat om het strengere asielbeleid. En dat zie ik niet gebeuren. Dat heb ik vanaf dag één niet zien gebeuren. Nou, misschien niet al na dag één, maar al vrij snel ging dat niet gebeuren. Ik heb gewacht. Ik ben geduldig geweest. Uiteindelijk moet je je rug recht houden. Als ons belangrijkste punt, waarvoor 2,5 miljoen mensen op mijn partij hebben gestemd, niet lukt, dan kan de conclusie geen andere zijn dan dat je zegt: zonder ons.
De heer Van Baarle (DENK):
Dat is nog geen begin van een antwoord op mijn vraag. De heer Wilders is een prutser. Hij is een prutser! Die huren gaan niet omlaag. Die huren gaan gewoon stijgen. Het eigen risico wordt niet afgeschaft. De benzine wordt niet goedkoper. De btw op boodschappen gaat niet naar 0%. En dan wordt de aandacht van dat prutswerk afgeleid door de meest verschrikkelijke uitspraken te doen over de islam: "de islam hoort niet bij Nederland", "alles en iedereen is slachtoffer van de islam", "de islam is een ideologie van haat en geweld", "hoe minder islam, hoe beter". Dat gaat over vluchtelingen. Nederland is klaar met deze politiek van Wilders. Ik zou tegen de heer Wilders willen zeggen en nogmaals aan hem willen vragen: erken gewoon voor Nederland dat u er een puinzooi van heeft gemaakt, dat u een prutser bent en dat het meppen in de richting van vluchtelingen en moslims gewoon een hele goedkope, cynische manier is om de aandacht daarvan af te leiden.
De heer Wilders (PVV):
Een groot deel van Nederland, de meerderheid van Nederland, heeft genoeg van zowel de enorme asielinstroom als ook van de islam. Dat blijkt uit ieder onderzoek en uit iedere peiling. 60% van de Nederlanders vindt dat de islam niet bij Nederland hoort, blijkt uit recent onderzoek. Dat kunt u vervelend vinden, maar dat vinden zes op de tien Nederlanders. Mensen vinden in grotere mate dat de asielinstroom in Nederland veel verder moet worden beperkt. Het tienpuntenplan van ons, dat wij, zoals u weet, kortgeleden hebben gepresenteerd, heeft bij heel veel partijen tot 80%, 90% steun geleid. Dat geldt niet alleen voor alle coalitiepartijen, maar ook voor oppositiepartijen. Niet die van u, maar bij heel veel andere oppositiepartijen heeft het tot grote steun geleid. Mensen in Nederland hebben ons plan gezien en voor negen van de tien maatregelen was er 70%, 80%, 90% steun. Dat vinden mensen dus belangrijk. En dat hebben wij de mensen ook beloofd. Vandaar dat ik het in de coalitie heb voorgelegd. Ik heb niet gevraagd om het uit te zoeken, aan de minister te vragen om het uit te werken of om het zelf uit te werken. Nee, andere landen doen heel veel van die maatregelen al. Dat is geen gepruts; dat is gezond beleid. Ik vind het ontzettend jammer dat er onvoldoende steun voor was, waardoor wij die belofte onvoldoende konden nakomen. Uiteindelijk hebben wij met een rechte rug gezegd: dan kan het zo niet verder.
De heer Van Baarle (DENK):
Weer gaat de heer Wilders niet in op zijn prutswerk en op het feit dat de heer Wilders een grotere politieke leugenaar is geworden dan Mark Rutte. Het is zo cynisch, zo cynisch, dat hij de meest verschrikkelijke dingen zegt over Nederlandse moslims in plaats van naar zichzelf te kijken. Dat doet hij om de aandacht ervan af te leiden. Hij misbruikt die standpunten om de aandacht daarvan af te leiden. Ik zal de komende tijd op elke mogelijke manier weerstand bieden aan dat gif van de heer Wilders, waarbij hij Nederlandse moslims, de islam en vluchtelingen alleen maar inzet als een stok om de aandacht af te leiden van zijn eigen falen. Laat die verkiezingen maar komen. Wij gaan hier keihard tegen strijden!
De heer Wilders (PVV):
Dat is ook heel goed. We leven in een democratie. Stel je voor dat we allemaal hetzelfde dachten; dat zou helemaal niet leuk zijn, ook niet voor de debatten hier. Het is dus hartstikke goed dat u dit doet. U moet opkomen voor uw eigen kiezer, voor uw eigen achterban. Als u het niet met mij eens bent, moet u mij interrumperen, demonstraties organiseren enzovoorts. Dat is prima. Ik juich dat toe, want ik ben een democraat. Maar ik zeg tegelijkertijd dat u niet mag wegpoetsen dat 60% van de Nederlanders vindt dat de islam niet bij Nederland hoort. Dat heb ik niet verzonnen. Dat is onafhankelijk onderzocht. Dat is gepeild en dat blijkt de waarheid te zijn. Dat is dus niet iets wat in mijn hoofd zit, maar wat in het hoofd zit van 10 à 12 miljoen Nederlanders. Die vinden dat.
Dan kun je de vraag stellen: hoe ga je daarmee om? Daarover kun je van mening verschillen. Maar mensen in Nederland voelen zich steeds meer een vreemde in hun eigen stad, een vreemde in hun eigen wijk, soms zelfs een vreemde in hun eigen straat. Ze herkennen hun land niet meer. Ze herkennen hun gewoontes niet meer. Er komen ineens allemaal andere feestdagen. Als ze naar de stad gaan — loop maar eens op zaterdagmiddag over de Blaak of in de rest van het centrum van Rotterdam — wanen ze zich in Mekka of in Istanbul. Dat mag allemaal, maar ik vind dat fout. Ik vind dat we dat niet moeten doen. Ik vind dat we de Nederlanders moeten steunen die zeggen: We hebben niets tegen die mensen, maar dit is Nederland. We moeten onze grenzen uiteindelijk een keer gaan sluiten. We moeten een keer strenger worden als het gaat om immigratie en asiel. We moeten een keer trotser worden op onze eigen mensen, op onze eigen cultuur. Islam hoort daar wat 60% van de Nederlanders betreft niet bij, of u dat nu leuk vindt of niet.
De voorzitter:
Ik wil korte vragen en korte antwoorden. De heer Jetten.
De heer Jetten (D66):
Ik wil beginnen met een compliment aan de heer Wilders. Het is hem in zijn eentje gelukt wat de hele oppositie de afgelopen anderhalf jaar niet voor elkaar kreeg. Hij heeft het meest onpopulaire kabinet naar huis weten te sturen. En minister Faber — ze was beleid — is nu wachtgeld zonder een lintje, dankzij de heer Wilders, die de stekker uit zijn eigen kabinet heeft getrokken.
Mijn serieuze vraag aan hem is de volgende. Als u de democratie zo hoog in het vaandel heeft staan, dan weet u ook dat we hier in dit huis met elkaar moeten samenwerken, omdat je, hoeveel zetels je ook haalt, niet de baas bent in dit land. Dan weet u dat we hier dingen voor elkaar krijgen door samen naar oplossingen te zoeken. Wie, vraag ik de heer Wilders, gaat na deze rampzalige week ooit nog met hem samenwerken?
De heer Wilders (PVV):
Laat ik beginnen met mevrouw Faber een compliment te geven. Ik weet dat heel veel mensen kritiek op haar hebben. Soms doen zij daar ook lacherig over en proberen zij haar voor schut te zetten. Ik neem daar afstand van. Mevrouw Faber heeft, meneer Jetten, meer lef in haar pink dan u in uw hele fractie. Wat zij uiteindelijk durft te laten zien en wat zij heeft gedaan … Natuurlijk, iedereen maakt fouten. Ik maak ze iedere dag en dat zal mevrouw Faber ook hebben gedaan. Dat is menselijk. Maar ze heeft het hartstikke goed gedaan. Ik ben trots op onze oud-bewindslieden. Dat zijn negen bewindslieden, die vandaag allemaal thuiszitten omdat ze ontslag hebben gekregen — dat hoort bij de politiek; dat weet je als je in de politiek gaat. Maar ik zou de vijf ministers en de vier staatssecretarissen van ons vanaf deze plek willen bedanken voor alles wat zij hebben gedaan voor mijn partij en voor het land. Ik hoop dat u als democraat dat ook met mij billijkt.
Dan uw tweede vraag. Wie gaat ons regeren? Dat is niet aan u. Dat is zelfs niet aan ons. Dat is aan de kiezer. We hebben waarschijnlijk binnenkort verkiezingen. We zullen binnenkort van de minister-president of van de Kiesraad horen wanneer dat zal zijn; waarschijnlijk in de buurt van oktober, november, hoor en lees ik. Dan zal de kiezer moeten kijken hoe groot iedere partij wordt. Misschien dat u wat meer zetels haalt dan vijf; dat zou kunnen. Als u er niet meer haalt, is de kans misschien klein dat u gaat meeregeren. Maar als u er 40 haalt — God verhoede dat dat gebeurt — dan is de kans groter dat uw partij meedoet. Dat geldt ook voor mijn partij, dat geldt voor iedere partij. Dat heet democratie. Je bent zo sterk als je groot bent. We zullen het zien. De kiezer bepaalt uiteindelijk hoe groot partijen worden. De verhoudingen bepalen in ieder land dat een meerpartijenstelsel kent wie meer kans maakt op regeren en wie minder.
De heer Jetten (D66):
De kiezer bepaalt hoe de zetelverdeling in deze Kamer eruitziet. Maar de leden van deze Kamer, en zeker de partijleiders, bepalen vervolgens hoe verantwoordelijk zij met die zetels omgaan. In de afgelopen anderhalf jaar hebben we gezien dat het de heer Wilders eigenlijk geen bal interesseert wat de impact voor het land is. Want van alle beloftes aan de mensen, van goedkopere boodschappen en goedkopere huren tot grip op migratie, heeft u niets voor elkaar gekregen. U heeft zich de afgelopen week een hele laffe leider getoond, door op het moment dat u niet 100% uw eigen zin kreeg, weer om u heen te gaan slaan. De kiezers hebben nu ook wel het recht om te weten waar ze de volgende keer op stemmen als ze weer op de PVV stemmen. U heeft bij het hoofdlijnenakkoord een hele hoop PVV-ideeën in de ijskast gezet. Ik noem het verbieden van moskeeën, het verbieden van korans, allerlei vreselijke teksten over iemand die misschien net een ander kleurtje of een andere naam heeft. Mijn vraag aan de heer Wilders is: komen die oude PVV-ideeën nu weer uit de ijskast, worden die weer opgewarmd in de magnetron en is dat weer de ideologie van de heer Wilders bij de volgende verkiezingen?
De heer Wilders (PVV):
Daar heb ik, eerlijk gezegd, nog niet eens over nagedacht. Wacht u ons nieuwe verkiezingsprogramma af. Er komt natuurlijk een nieuw verkiezingsprogramma en dan zult u zien wat daar wel in staat en wat daar niet in staat. Ik ga u ook niet bevragen over uw verkiezingsprogramma, maar natuurlijk zullen wij — want daar heeft u gelijk in: de kiezer moet van tevoren weten waar een partij voor staat — ruim op tijd met het nieuwe PVV-verkiezingsprogramma komen. Als u wilt, stuur ik u het eerste exemplaar toe.
De heer Jetten (D66):
Ik zou het mooi vinden als partijleiders bij de komende verkiezingen in verkiezingsdebatten in plaats van te werken met rode en groene knoppen eens wat langer met elkaar in gesprek zouden gaan om elkaars verkiezingsprogramma's echt te fileren. Ik daag u daartoe van harte uit. Laten we twee uur op tv zitten en echt elkaars nieren proeven, zodat mensen weten waar ze uit te kiezen hebben. Dat is wel relevant, want wat hebben we de afgelopen anderhalf jaar gezien? 37 zetels halen en daar helemaal niets mee doen; slechte ministers aanstellen die niets voor elkaar krijgen, ruziemaken met al je coalitiepartners. De ware aard van Geert Wilders is de afgelopen weken weer kraakhelder geworden. Daarom is ook de vraag voor de andere partijen in deze Kamer: ga je de volgende keer weer samenwerken volgens het populistische playbook van de heer Wilders, of kiezen we met elkaar voor het belang van Nederland?
De heer Wilders (PVV):
Wij kiezen natuurlijk voor het belang van Nederland. Dat doen we allemaal en wij doen dat ook. Wij hebben dat ook op een heel verantwoorde manier gedaan. Wij zijn de grootste partij geworden en wij hebben — ik denk dat heel Nederland dat wel weet — heel veel concessies gedaan in de onderhandelingen. Dat schijnt er ook bij te horen, heb ik me door iemand laten vertellen, als je de grootste partij bent. Dat hebben we gedaan. We hebben daarvan veel pijn geleden en op veel onderdelen niet onze zin gekregen. Het is dus echt niet zo dat wij ons onverantwoord hebben opgesteld. We zijn constructief bezig geweest, totdat er een moment kwam, en dat moment was gisteren, dat wij vonden dat we onvoldoende steun kregen voor het asiel- en immigratiebeleid, dat naar onze mening toch echt tien stappen verder moest. Toen hebben wij gezegd: dat doen we niet. Uiteindelijk is het ook volwassen politiek dat je je rug recht houdt en dat je principes hebt.
De voorzitter:
45 seconden voor de heer Baudet.
De heer Baudet (FVD):
Ik heb mij de afgelopen 24 uur het hoofd zitten breken over wat er nou gebeurd kan zijn, want de tien punten waar de heer Wilders het over heeft, stonden gewoon in het coalitieakkoord en alle andere partijen hebben verklaard dat ze het daar ook mee eens waren. Het kan dus niet hierop gevallen zijn. Toen zat ik te denken: waar kan het dan wel op gevallen zijn? Dit is dus een smoes. Wij kijken naar een theatervoorstelling. Het is volgens mij gevallen op een fundamenteel meningsverschil over Israël en Gaza en ik wil de heer Wilders vragen of dat klopt. Hij wil gewoon niet meegaan in de kritiek op Israël die nu ook in de coalitie begint te ontstaan. Men ziet dat wat daar gebeurt, wat er in Gaza gebeurt, onacceptabel is. Ik denk dat hij dit als smoes heeft gebruikt. Hij heeft het er bij de haren bijgesleept, want dit is het populistische onderwerp. Dit is waarmee hij denkt dat hij de framing kan winnen. Ik denk dat dat verkeerd is voor de democratie, ik denk dat het heel slecht is voor rechts Nederland, want de heer Wilders heeft hiermee toch, met alle makken die er waren en met alle tekortkomingen, een rechtse regering opgeblazen. Faber had gewoon de Spreidingswet kunnen intrekken. Dat heeft zij niet gedaan. Op 24 april 2025, dus eigenlijk een paar weken terug, heeft mijn fractiegenoot Van Meijeren nog aan haar gevraagd: "Waarom doet u dat niet gewoon? U kunt dat gewoon doen." Haar antwoord was: ja, ik heb de capaciteit op het ministerie op dit moment niet zo georganiseerd. Met andere woorden: het had niet eens prioriteit voor haar! Wat ik zei: alle tien die punten over asiel en immigratie, die wilde VVD ook, NSC was ermee akkoord en BBB natuurlijk ook. Dus dit verhaal klopt niet. Volgens mij is het Israël/Gaza. Kan de heer Wilders daarop reageren?
De heer Wilders (PVV):
Zeker. Het is complete onzin.
De heer Stoffer (SGP):
Ik hoop dat de heer Wilders op Israël z'n rug wel recht houdt, maar daar twijfel ik niet direct aan.
We hebben gehoord wat de heer Wilders wil. Het tienpuntenplan en ga zo maar door. Ik ben ook wel benieuwd. Er liggen ... Laat ik eerst zeggen: ik ben zwaar teleurgesteld dat dit kabinet gevallen is. Eindelijk een centrumrechts kabinet en waar gaan we straks naartoe? Dat zullen we zien na de verkiezingen. Maar er liggen er nog een aantal wetten uit de tijd daarvoor, onder andere een paar wetten van minister Faber, die wat ons betreft zo snel mogelijk van kracht zouden moeten worden. Want die helpen in ieder geval echt om die asielinstroom op z'n minst een stuk te beperken. Mijn vraag is of de heer Wilders er met volle kracht naar gaat kijken, net als wij SGP'ers, om die wetten nog wel zo veel mogelijk van kracht te laten worden, om ervoor te zorgen dat we die instroom in ieder geval zo veel mogelijk beperken.
De heer Wilders (PVV):
Jazeker. Wij gaan niet de wetten die tot gisteren onder de verantwoordelijkheid van mevrouw Faber lagen controversieel verklaren. Natuurlijk niet. Al die wetten die er liggen en er lagen en nu in de Kamer liggen, moeten zo snel mogelijk behandeld worden. Dat spreekt voor zich.
De heer Stoffer (SGP):
Helder. Dat stelt me in ieder geval deels gerust. Dit is namelijk het belangrijkste thema waarop de heer Wilders groot geworden is in november 2023. We kunnen dus het volgende doen. Laten we hier inderdaad de afspraak maken dat we daar samen in optrekken en ervoor zorgen dat we die wetten door dit parlement en ook door de Eerste Kamer heen trekken.
De heer Dassen (Volt):
Stel, de VVD was met een tienpuntenplan voor veiligheid gekomen, met daarin een NAVO-norm van 3,5%, en je had tegen de heer Wilders gezegd: en nu tekenen bij het kruisje. Was de PVV daarin meegegaan? Had de heer Wilders dan getekend?
De heer Wilders (PVV):
Ik ga niet in op als-danvragen. Als dat plan er had gelegen, had ik het antwoord niet aan u maar aan de VVD gegeven. Maar ik ga niet in op fictieve voorbeelden.
De heer Dassen (Volt):
Het antwoord was natuurlijk "nee" geweest. Dat had de PVV niet gedaan. We kunnen dus stoppen met het theater dat de heer Wilders hier de hele tijd opvoert. De hele reden waarom hij dit heeft laten klappen, is zijn eigen ego en niet het belang van Nederland. Nederland verdient veel beter en daarom wil ik ook graag naar de toekomst kijken. Er liggen namelijk nogal wat uitdagingen, met een oorlog op het continent. Ik ben dus benieuwd of de heer Wilders nog steeds bereid is om de steun aan Oekraïne onverminderd door te zetten, om ervoor te zorgen dat we Oekraïne blijven steunen. Of is hij nu weer terug bij zijn eigen verkiezingsprogramma, waarin hij aangaf Oekraïne geen geld en geen wapens meer te leveren?
De heer Wilders (PVV):
Over "de mate waarin" zullen we het moeten hebben, maar natuurlijk blijven wij steun geven aan Oekraïne. Wij blijven ook vinden dat Rusland de agressor is en dat Poetin de agressor en de dictator is. Daar verandert helemaal niets aan. Wij blijven aan de kant van Oekraïne staan. We zullen moeten kijken naar de mate waarin en de manier waarop wij dat doen, maar het staat onverkort vast dat wij dat standpunt blijven houden.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Hoe is dit te rijmen met uw optreden dit weekend met allemaal extreemrechtse figuren uit Oostenrijk en uit Duitsland, waarvan de Duitse geheime dienst zegt dat ze staatsgevaarlijk zijn, en met meneer Orbán, de grootste vriend van Poetin? U stond dit weekend triomfantelijk met allerlei Poetinvrienden op het podium en u wil ons wijsmaken dat u achter Oekraïne staat. Hoe zijn die twee dingen te rijmen? Hebben we met twee Wildersen te maken?
De heer Wilders (PVV):
Nee. Ik sprak dit weekend vol trots en kijk met genoegen terug op een zogeheten "CPAC". Dat is een conservatieve meeting in Boedapest. Daar spraken twee à drie dagen lang een paar honderd man. Het beeld dat de heer Timmermans daarover schetste is echt bezijden de waarheid. Ik heb vier of vijf Amerikaanse senatoren en leden van het Huis van Afgevaardigden gesproken. Als u die zou benoemen als Poetinvrienden, dan denk ik niet dat ze u dat in dank af zouden nemen. Ik heb met verschillende parlementariërs uit Polen op het podium gestaan. Die kunnen het bloed van Poetin wel drinken, kan ik u verzekeren Dat is dus iets totaal anders. Ik heb met verschillende Israëlische ministers gesproken; dat zijn misschien niet uw vrienden, maar zeker geen Poetinvrienden. Ik heb met niemand tegelijk op het podium gestaan. Ik denk echt dat daar 80 à 90 mensen om de beurt hebben gesproken. Er zaten inderdaad mensen bij die sympathie hadden voor Poetin. Maar er zaten ook heel veel mensen bij, zoals mijn Poolse collega, die een enorme afkeer van Poetin hadden. Dat was niet de bijeenkomst. De bijeenkomst ging over de conservatieve politiek, zeker als het gaat om waarden, tradities, immigratie en asiel; daar sprak ik ook over. Dus u doet heel veel mensen daar onrecht aan, want die waren precies het tegenovergestelde van wat u net zegt.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
De heer Kickl, waar u de conferentie mee deelde, is trots op zijn SS-achtergrond. Er zaten aardig wat antisemieten bij die bijeenkomst. De Polen waar u aan refereert, kunnen Poetins bloed wel drinken, maar die zijn niet bereid om Oekraïne volledig te steunen. Mevrouw Weidel — dat weet u — is een Poetinvriendin van het ergste soort. U heeft haar voortdurend gesteund en gecomplimenteerd. U ziet haar als een bondgenoot. Dat zijn de mensen waar u aandacht aan besteedt en die u steunt. Maar de mensen in Nederland zaten te wachten op lagere huren, op zekerheid voor het Zuyderlandziekenhuis, op goedkopere boodschappen, en op de afschaffing van de eigen bijdrage. Die laat u compleet in de steek. Dat interesseert u geen mallemoer, helemaal niks. U bent liever met uw extreemrechtse vriendjes op een podium in Boedapest, in omhelzing met uw grote vriend, de meest corrupte leider van Europa, Orbán. Dat vindt u belangrijker dan opkomen voor de belangen van gewone Nederlanders. Erken dat nou toch gewoon. Dan weten mensen ook wat ze kunnen doen bij de volgende verkiezingen, namelijk in ieder geval u niet meer het vertrouwen gunnen.
De heer Wilders (PVV):
Ik denk dat ze dat nog massaal gaan doen, moet ik u teleurstellen, meneer Timmermans, misschien wel meer dan dat ze u het vertrouwen geven. Maar ik kom nog een keer terug op dat congres. Ten eerste, wie bent u om mij de les te lezen over waar en met wie ik spreek. Maar u kunt ook echt niet volhouden dat antisemieten samen met Israëlische bewindslieden op dat podium stonden. Ik weet dat uw afkeer jegens Israël, jegens dat land en die democratie, met de dag groeit. Maar geloof me, die hadden nooit met fascisten op het podium gestaan. Dat hadden ze nooit gedaan. Het is een schande dat u het alleen al suggereert. Dat is een belediging voor de leden van het Israëlische kabinet, dat u eigenlijk zegt dat ze collaboreren met fascisten. U bent niet goed bij uw hoofd als u dat alleen maar suggereert. Ik ga me niet voor hem verantwoorden. Het is totaal bezijden de waarheid wat hij heeft gedaan. Ik weet dat uw collega, mevrouw Piri, zelfs een hele collage heeft gemaakt op Twitter, waarin ze heeft aangegeven wie er allemaal sprak. Ik moet u zeggen: de belangrijkste mensen is ze vergeten. Dat zijn de mensen die daar normaal zijn en die net als u en ik gewoon voor de normale onderwerpen, namelijk immigratie en asiel, stonden, en met een gezonder standpunt dat u heeft.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ik ben de heer Wilders dankbaar dat hij nog even reclame maakt voor de prachtige collage van mevrouw Piri. Dan kan iedereen in Nederland heel goed zien met wie de heer Wilders allemaal gemene zaak maakt in Europa, en dat zijn echt geen frisse lieden. Dat zijn mensen met denkbeelden over andere mensen die ik verre van mij werp. Ik heb altijd een warm hart gehad voor het land Israël. Ik heb grote afschuw van de extreemrechtse regering van Netanyahu, die zich bezondigt aan zeer ernstige oorlogsmisdaden, die genocidaal geweld toepast en die bereid is om een hele bevolking etnisch te verwijderen uit het land waar ze altijd gewoond hebben.
Dat u dat allemaal verdedigt tot het laatste toe is een schandvlek op uw blazoen, meneer Wilders. Het is een schandvlek op uw blazoen dat u niet naar dit conflict wil kijken op een manier waarbij u uitgaat van de fundamentele waarden die de Nederlandse samenleving deelt. U geeft altijd zo op over Nederland. Wij geloven in Nederland in rechtsstatelijkheid. Wij geloven in Nederland in democratie. Wij geloven in Nederland in mensenrechten. Wij geloven in Nederland in gelijkwaardigheid van alle mensen. Tegen al deze principes zondigt u. Ik hoop echt dat u nooit, maar dan ook nooit meer invloed krijgt op het landsbestuur. U bent een schandvlek voor dit land.
De heer Wilders (PVV):
Het gevolg is wel dat de heer Baudet nu weer bij de interruptiemicrofoon staat, nu u het over Israël heeft. Maar los daarvan: ik ben trots als een pauw dat ik Israël steun. Ik ben daar trots op. Dat is geen schandvlek. U bent een schandvlek dat u hier bijna halfantisemitische uitspraken doet over een land dat vecht voor zijn bestaan. Want dat is het: Israël vecht een existentiële strijd. Het gaat niet over een paar mensen, een paar terroristen in een land. Het gaat niet over een economie die niet goed loopt. Het gaat niet over welk ander onderwerp dan ook. Het gaat over de existentie, het bestaan van de Joodse staat Israël. Nu zitten er terroristen in Gaza die daar de macht hebben, die zijn gekozen of de macht hebben genomen, die daar één doel hebben en dat is Israël en het Joodse volk vernietigen, van de kaart vegen. Natuurlijk moet je je dan verdedigen. En natuurlijk, in oorlog vallen ook doden. Ik betreur iedere dode, ik betreur ieder kind, iedere moeder of onschuldige burger die sterft in een strijd. Maar ik vind wel — ik ben daar trots op — dat Israël moet vechten voor zijn bestaan.
Ik zeg u, meneer Timmermans — via u, meneer de voorzitter — dat Israël onze strijd strijdt. Als Israël valt, als wij de Joodse staat, die de joods-christelijke cultuur met ons gemeenschappelijk heeft, laten vallen, als Jeruzalem valt, is Athene, Parijs of Amsterdam de volgende. Zij vechten onze strijd. Het feit dat onze moeders in het Westen rustig kunnen slapen, is omdat de moeders van Israëlische soldaten wakker liggen of hun kind wel levend uit de strijd komt in een gevecht dat zij voor de vrijheid leveren. Israël is de enige democratie in het Midden-Oosten en moet vechten tegen de terreur van Iran, van Hezbollah, van Hamas, van islamitische jihad. Dat doen ze voor zichzelf, maar dat doen ze ook voor ons, om vrijheid en democratie overeind te houden. Dat u zich daartegen verzet en als een halve semiet optreedt ... U bent de schandvlek van dit huis.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
De heer Wilders overschreeuwt zichzelf omdat hij niet om de vaststelling heen kan dat we te maken hebben met genocidaal geweld en etnische zuivering. Maar dit daargelaten. Hier worden we het niet over eens, maar ik vind wel dat u als voorzitter mag opletten als iemand mij volstrekt ongegrond voor antisemiet uitmaakt. Als ik iets niet ben, dan is het wel antisemiet. Ik verwacht ook van u dat u dit corrigeert. Dit is een aantijging die de heer Wilders niet zomaar in dit huis kan verwoorden.
De voorzitter:
Ik hoorde ook woorden als "schandvlek" en "extreemrechts" van uw kant komen. Links en rechts vliegen mij de taarten om de oren. U mag erop reageren en dan gaan we weer verder.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, ik heb de mensen met wie Wilders in Budapest was extreemrechts genoemd. Dat zijn ze ook. Dat is zelfs officieel door overheden vastgesteld, dat ze extreemrechts zijn. Gaat u mij dat nou verwijten? Dat is toch wel even iets anders dan wanneer iemand een collega beschuldigt van het zijn van antisemiet. Ik accepteer die belediging niet. Ik hoop dat de heer Wilders dit wil intrekken. Anders hoop ik dat u hem wilt corrigeren.
De voorzitter:
Waarvan akte. Ik hoop heel erg dat we er geen Gazadebat van gaan maken. Het gaat vandaag over de val van het kabinet, dus ik hoop dat we daar weer terug naar kunnen gaan, dat we nu alle opmerkingen inzake Gaza gehad hebben. 45 seconden voor de heer Baudet.
De heer Baudet (FVD):
Ik probeer te zoeken naar een verklaring voor de val van het kabinet. Volgens mij hebben we die net gehoord en gezien: het pathos dat de heer Wilders aan de dag legt. Het is zonneklaar waar het echt over gaat. Maar laten we het nemen voor de gegeven verklaring, de asielimmigratie. Aan wie lag het volgens de heer Wilders dan dat nu na een jaar de Spreidingswet nog steeds niet is ingetrokken? Zeg het maar. Als het niet mogelijk was om te werken met deze partijen — zeg het maar — lag het dan aan de VVD, lag het aan de BBB of lag het aan NSC? Wie heeft het intrekken van de Spreidingswet tegengehouden? Vertel maar.
De heer Wilders (PVV):
Het enige wat ik zeg is dat in ons voorstel staat dat de Spreidingswet voor de zomer zou moeten worden ingediend. Een deel van de reden dat dat niet de planning was, ligt aan de minister van Asiel, die zelf heeft bepaald dat ze met een contourennota kwam; dat heb ik eerder gezegd. Maar een deel komt ook doordat in het Catshuisakkoord van, uit mijn hoofd, oktober/november vorig jaar is afgesproken, en later door het kabinet bevestigd, dat de intrekking van de Spreidingswet tegelijk zou moeten worden ingediend met het wetsvoorstel dat gaat over het schrappen van de voorrang voor woningen voor statushouders. Dat is een beetje een ingewikkeld verhaal. Je kan dus niet echt pinpointen aan wie het ligt, maar een van mijn tien punten was dat die voor de zomer zou moeten worden ingetrokken.
De heer Baudet (FVD):
Maar van welke partij was de minister van Asiel en Migratie ook alweer?
De heer Wilders (PVV):
Nou, niet van uw partij.
De heer Baudet (FVD):
Die was van de PVV, van uw partij, meneer Wilders. Mevrouw Faber — ik mag haar op zich, want volgens mij heeft zij het hart op de goede plaats — heeft het afgelopen jaar dat ministerie gewoon niet onder controle gekregen. Zij had dit gewoon kunnen doen. Er was groen licht vanuit uw coalitiepartners. Juridisch was er geen enkel probleem. Gewoon een voorstel tot intrekking naar de ministerraad sturen. Zij heeft dat níét gedaan. Wij willen dat dat wel gebeurt. Wij hadden dat graag voor de zomer gezien. Maar dat kan toch geen reden zijn om het kabinet te laten vallen? Het verhaal klopt gewoon niet. Het slaat nergens op. De andere coalitiepartijen willen ook die Spreidingswet intrekken. Althans, ze zijn ermee akkoord gegaan; dat is een compromis dat is gesloten — mooi! Doe dat dan. Maar in plaats daarvan: twitterberichten en het kabinet laten vallen. Het is onbegrijpelijk, want nu gaat die Spreidingswet helemaal niet ingetrokken worden. Nu krijgen we zeker nog anderhalf jaar massa-immigratie, in elk dorp een azc, terwijl de mogelijkheid er gewoon lag. Uw eigen minister heeft gefaald; het spijt me om dat te moeten zeggen.
De heer Wilders (PVV):
Nee, want zoals ik net al zei: de afspraak in het Catshuisakkoord was dat die samen moest worden ingediend, of in ieder geval dat die niet eerder kon worden ingediend, maar volgens mij stond er zelfs "samen", met die wet die verbiedt dat statushouders voorrang krijgen. Leest u het Catshuisakkoord en de brief van de minister-president daarover er nog maar op na. Daar staat het letterlijk in. Het kon dus ook niet eerder worden ingediend dan die wet van mevrouw Keijzer. Volgens mij gaat zij die trouwens binnenkort, voor de zomer, wel indienen; eerlijk is eerlijk. Die zouden samen moeten worden ingediend en in ieder geval had die wet van mevrouw Faber niet eerder mogen worden ingediend. Dat is de goede samenvatting. Het is dus niet zo dat zij die al in januari had kunnen indienen, want toen was de wet van mevrouw Keijzer nog niet klaar.
De heer Baudet (FVD):
Sorry, maar dat is dus …
De voorzitter:
De heer Wilders is aan het woord. Of bent u klaar?
De heer Wilders (PVV):
Dat is dus hoe het is gegaan.
De voorzitter:
Oké. De heer Baudet.
De heer Baudet (FVD):
Ik hoor nu een heel verhaal dat we verder niet kunnen verifiëren. We weten wel dat mevrouw Faber zelf in een debat op 25 april jongstleden heeft gezegd dat het geen politieke afweging is om de Spreidingswet niet in te trekken, geen politieke keuze: "Ik druk erop dat die wet ingetrokken moet worden, maar ik heb beperkte capaciteit op mijn juridische afdeling. De ambtenaren werken zich rot. Ze hebben ook nog andere wetgevingsagenda's." Het gaat dus om prioritering. Het is gewoon puur een kwestie van capaciteit, zegt zij zelf. Heeft zij twee maanden geleden in het parlement dan dus niet de waarheid gesproken? Lag er een onderhandse afspraak dat er pas iets zou worden ingediend als er eerst iets anders zou worden ingediend als er eerst iets anders zou worden gedaan? Hoe zit het nou precies?
De heer Wilders (PVV):
Maar luister eens. U moet ook een keer leren luisteren. Ik heb het al drie keer gezegd. Kijk naar het verslag, lees het verslag en de brief van het kabinet over het Catshuisakkoord. Dat is gewoon een openbaar stuk. De heer Schoof heeft toen een brief naar de Kamer gestuurd, want dat akkoord dat wij hadden moest natuurlijk ook door het kabinet worden bekrachtigd. Daar is een brief over gestuurd. Daarin stond — ik zeg het voor de derde keer — dat het tegelijk moest, dus dat je niet eerst de ene mag doen en dan de andere. Mevrouw Keijzer was nog bezig met haar voorstel over het verbieden van die voorrang. Dat is nu bijna af. Maar eerder kon mevrouw Faber dat wetsvoorstel dus ook niet indienen. Dat was de afspraak. Dat had inhoudelijke redenen, inzake tussenwoningen en noem het maar op. Daar zat dus ook nog een verhaal bij. Dat is het.
Het tweede punt klopt ook en gaat over die wetgevingsjuristen. Dat is ook wat ik weleens tegen de minister-president heb gezegd en wat ik zeer teleurstellend vind. Ik heb toen ook — dat staat niet op papier, maar dat was wel een afspraak die we hebben gemaakt in het Catshuis — tegen de minister-president gezegd: mevrouw Faber heeft meer wetgevingsjuristen nodig, want ze redt het niet; ze heeft er te weinig. De minister-president heeft toen toegezegd dat die er zouden komen. Mevrouw Faber zit nu waarschijnlijk thuis, maar tot gisteren wachtte ze er volgens mij nog op. Dat is wel teleurstellend.
De heer Baudet (FVD):
Oké. Laat ik de vraag dan anders stellen. Voor de zomer zou de Spreidingswet ingetrokken worden. Er was blijkbaar een bepaalde samenwerking met mevrouw Keijzer om ook nog een aantal andere aspecten te regelen. Mevrouw Yeşilgöz van de VVD heeft gisteravond ook nog aan talloze media verklaard dat ze akkoord was met de tien punten, die overigens ook in het coalitieakkoord stonden van een jaar geleden. Waar ligt dan nou eigenlijk het breekpunt in dit kabinetsverband waardoor u er nu uitstapt? Het is gewoon een volstrekt onbegrijpelijk verhaal.
De heer Wilders (PVV):
Nee. Het is een zeer begrijpelijk verhaal. Ik heb niet de steun gekregen van de partijen om dit op te nemen in het hoofdlijnenakkoord. Ook niet alles staat erin. Neem het feit van wat de Duitsers nu doen, namelijk niet alleen bepaalde mensen tegenhouden, maar iedereen die asiel aanvraagt. U weet dat dat drie groepen zijn. Dat zijn de irreguliere ongedocumenteerden, dus de mensen die gewoon geen visum of wat dan ook hebben. Dat is één groep. Groep twee — dat is ongeveer 11% — bestaat uit Dublinclaimanten. Maar de grootste groep bestaat gewoon uit mensen die roepen "ik wil asiel". Die mag je niet — en dat staat ook niet in het hoofdlijnenakkoord — zomaar weigeren. Dat mag niet.
Wij zeggen nu: dat willen we wel, want Duitsland doet dat ook. Duitsland doet dan een beroep op een bepaald artikel van een Europees verdrag. Dat doet Oostenrijk ook voor gezinshereniging. Dat staat niet alleen niet in het hoofdlijnenakkoord, maar dat doen wij ook niet omdat dat volgens hen niet mag. Volgens mij mag het wel, met een beroep op artikel 72. Ik vind zelf dat Nederland net als Duitsland … U heeft het gezien: Duitsland heeft al een paar honderd, misschien wel bijna 1.000 asielzoekers die asiel kwamen aanvragen teruggestuurd aan de grens. Daar is een bestuursrechter geweest die dat twee dagen geleden in Duitsland heeft verboden. Die heeft gezegd: het mag niet en is in strijd met het recht. De Duitse regering — met christendemocraten, maar ook sociaaldemocraten, zeg ik tegen de heer Timmermans — heeft gezegd: "We doen het toch. We blijven het gewoon doen. Mooi, die rechterlijke uitspraak, maar we doen het." Dat willen wij ook. We vinden dat we een keer moeten ophouden met kijken naar wat niet kan, en moeten kijken naar wat wel kan en dat ook moeten doorzetten.
We hebben het eerder ook gezien bij de Belgische staatssecretaris, die besloot om alleenstaande mannen geen opvang meer te geven. Zij is ook door een rechter teruggefloten, maar ze is het gewoon blijven doen. Ik geloof dat door een deurwaarder inmiddels al haar meubels uit haar werkkamer zijn gehaald, maar ze blijft het gewoon doen. Dat is wat wij willen. Dat staat niet …
De voorzitter:
Ja. Ja.
De heer Wilders (PVV):
Voorzitter, een kleine afronding. Dat staat dus niet in het hoofdlijnenakkoord en daarover was dus geen politieke overeenstemming tussen de vier partijen. Als je dat doet, samen met het stoppen van gezinshereniging … U weet: de meeste mensen, 96%, komen binnen over land, via België en Duitsland, veilige landen. Als je daarvan zegt "we houden u tegen, wat u ook roept" en niet meer aan gezinshereniging doet, dan heb je nul asielzoekers meer. Nul! Dat wil ik. Dat staat niet in het hoofdlijnenakkoord. Daarover was ook geen overeenstemming onder alle vier de partijen. Dat is de reden.
De voorzitter:
Korte vragen en korte antwoorden.
De heer Baudet (FVD):
Oké. Dan wil ik zo meteen wel van de andere partijen weten of zij zich herkennen in dat beeld, dus dat er onenigheid zou zijn geweest over een artikel 72-procedure met een beroep op Duitsland. Dan hebben we in ieder geval iets concreets.
Ik heb dan nog één afrondende vraag. Heeft u dan eigenlijk, meneer Wilders, achterafgezien slecht onderhandeld? Heeft u spijt van dat coalitieakkoord, van dat hoofdlijnenakkoord? Nu, een jaar na dato, moet u al zeggen: "Er moeten allemaal dingen bij. Er moeten allemaal dingen bij! Er staat helemaal niet in wat erin moet staan." Heeft u dan eigenlijk niet opgelet een jaar geleden?
De heer Wilders (PVV):
Nee. Even terug nog naar het vorige punt. Het ging niet alleen om artikel 72, maar we wilden dat nu. Nu! Niet eerst bestuderen. Niet uitwerken. Dat is totale onzin, want je ziet dat landen in Europa, die aan dezelfde regels en verdragen moeten voldoen, het al doen! Dus ik wilde het niet alleen, maar ik wilde het ook meteen. Ik wilde dat het nu zou gebeuren.
Dan uw tweede vraag. Nee, ik heb helemaal nergens spijt van, maar de situatie is veranderd. Ik zei net al dat wij in het hoofdlijnenakkoord hebben afgesproken dat Nederland, behalve dat het het strengste asielbeleid ooit zou uitvoeren, ook zou gaan behoren tot de strengste landen van de Europese Unie. Dus ik vind dat wat ik zei gewoon helemaal in lijn is met het hoofdlijnenakkoord. Inmiddels zie je dat wij achteropraken. De Duitsers sturen mensen terug. De Oostenrijkers staan geen gezinshereniging meer toe. De Polen laten voorlopig even helemaal niemand meer toe. De Hongaren doen dat ook niet, zoals u weet. De Belgen hebben nee gezegd tegen de opvang van alleenstaande mannen. Dit was allemaal nog niet zo toen we het hoofdlijnenakkoord afspraken. Dus je ziet nu dat zo ongeveer alle landen strenger worden dan Nederland. Wat gebeurt er dan? Dan gaan de asielzoekers natuurlijk naar het land dat het minst streng is. Dus ik vind, met het hoofdlijnenakkoord in de hand, dat ik kan pleiten voor strengere maatregelen die nodig zijn, omdat we niet meer voorop-, maar achteroplopen.
De voorzitter:
Ik geef graag het woord aan de heer Van Baarle. Ik wijs er nog even op dat we er geen Gazadebat van gaan maken. Het woord is aan hem.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter, u kunt een onderwerp buiten de orde willen verklaren, maar in dit kabinet, in deze coalitie, heeft de heer Wilders negentien maanden lang alles gedaan om het geweld van Israël te steunen, terwijl daar een genocide plaatsvindt. Terwijl er bommen vielen op vluchtelingenkampen in Gaza, terwijl er bommen vielen op hulpverleners in Gaza, schudde deze man de hand van Netanyahu en dronken ze samen thee. Ik vind dat dit soort zionistische haat in dit parlement weersproken moet worden, of de voorzitter het nu wil of niet. Ik vraag de heer Wilders: wil hij echt zover gaan? Wil hij echt zover gaan? Nederland en deze regering zijn al medeplichtig, maar wil de heer Wilders echt zover gaan en Nederland tot op het bot medeplichtig maken aan de genocide die Israël pleegt in Gaza?
De voorzitter:
Ik hoop op een kort antwoord.
De heer Wilders (PVV):
Er is geen sprake van genocide. Israël verdedigt zichzelf. Iedere dode die onder onschuldige burgers valt, betreur ik. Dat betreurt ieder mens die die beelden ziet. Maar dat is iets anders dan genocide. U kunt zich misschien herinneren wat Hamas tijdens dat feest in Israël, vlak over de grens in Gaza, anderhalf jaar geleden heeft gedaan, waar zij zich schuldig aan hebben gemaakt. Dat was beestachtig. Zwangere vrouwen werden vermoord. Ik ga het niet eens allemaal opnoemen. Ik weet niet of u de beelden heeft gezien en of u weet wat daar gebeurd is. Het is een onmenselijkheid die je van Israëlische kant nooit zal zien. Wat is het verschil tussen hen en ons, tussen Nederland, Israël, een westers land en de terroristen van Hamas? Wij houden van het leven en zij houden van de dood. Dat is het verschil tussen hen en ons. Ik steun de mensen die van het leven houden. Dat betekent dat zij moeten overleven en dat de terreur moet worden bestreden. Een oorlog zonder doden — nogmaals, die betreur ik — is onmogelijk.
De heer Van Baarle (DENK):
De heer Wilders steunt mensen die houden van de dood. De heer Wilders steunt een cultuur van de dood. Er zijn meer dan 50.000 doden gevallen in Gaza. Honger wordt ingezet als wapen. Er is een blokkade. De heer Wilders durft hier te ontkennen dat dit een genocide is en doet alsof dat wat Israël doet, de misdaden die Netanyahu pleegt, gelegitimeerd zou zijn. Wilders maakt Nederland tot op het bot medeplichtig — Nederland is al medeplichtig — aan de genocide in Gaza. Ik vind dat hij zich met zijn zionistische agenda écht, écht kapot moet schamen daarvoor.
De heer Wilders (PVV):
Waarvan akte.
De heer Dijk (SP):
Waarom is de heer Wilders weggelopen?
De heer Wilders (PVV):
Volgens mij heb ik dat net heel uitgebreid verteld aan collega Baudet.
De heer Dijk (SP):
Ik vind dit antwoord heel erg passen bij de heer Wilders. Mijn vraag gaat namelijk niet over waarom u bent weggelopen bij uw coalitiepartners, dit kabinet. U bent weggelopen bij al die mensen die bij de vorige verkiezingen vertrouwen in u hebben gesteld. Zij vertrouwden erop dat u iets zou doen aan het eigen risico en de hoge huren, en dat u niet zou bezuinigen op onze ouderenzorg, onze gehandicaptenzorg en het onderwijs. Zij vertrouwden erop dat u de duur van de WW niet zou inkorten. U bent bij die mensen weggelopen. U heeft die mensen de rug toegekeerd. Mijn vraag is: waarom heeft u dat gedaan?
De heer Wilders (PVV):
Nee, ik ben niet bij die mensen weggelopen. Ik heb mijn best gedaan voor die mensen. In ieder overleg, of het nou ging over de vorige Miljoenennota of over de Voorjaarsnota, heb ik mij op wat voor manier dan ook hardgemaakt voor die mensen. Dat zal ik ook blijven doen. Maar u heeft gelijk: er zijn nu dingen veranderd. Uiteindelijk moet ik namelijk de afweging maken of ik doorga voor het pluche of niet. Blijf ik zitten, laat ik alle bewindslieden zitten, terwijl ik eigenlijk vind dat mijn belangrijkste belofte niet wordt waargemaakt? Kiezen we voor de makkelijke weg? Kiezen we ervoor om gewoon lekker te blijven zitten en te doen alsof, zo van: "Nou, weet je wat, ik zeg maar niks meer over asiel. Ik heb het wel beloofd, maar ik doe het maar gewoon niet." Die keuze heb ik niet gemaakt. Ik heb de moeilijkste weg gekozen. Ik weet dat heel veel mensen boos zijn. Ongeveer iedereen in deze Kamer leest de krant en kijkt televisie. Heel veel mensen zijn boos dat ik het heb gedaan, maar ik heb er geen seconde spijt van. Ik weet ook dat er heel veel steun is, omdat ik mijn rug recht heb gehouden en vecht voor de beperking van de asielinstroom. Dat is wat ik Nederland heb beloofd. Dat is wat we moeten doen. Heb ik geen hart voor de mensen die u noemt? Zeker wel. Ik heb voor hen gevochten en ik zal vanaf vandaag weer iedere dag voor hen vechten. Misschien nu met u, in ieder geval voorlopig, in de oppositie — wie weet wat er daarna gebeurt — maar natuurlijk doe ik dat. Het makkelijkste was geweest om door te gaan en de andere kant op te kijken als het gaat om minder asiel. Ik kijk niet de andere kant op. Ik zeg: tot hier en niet verder. Dat doet pijn en daar worden sommige mensen boos over, maar toch sta ik hier met de overtuiging dat ik de beste keuze heb gemaakt voor Nederland.
De heer Dijk (SP):
37 applaudisserende mensen die €144.000 per jaar in hun zak steken en nog niet eens naar debatten komen. Blijf maar even lekker klepperen op de bankjes.
De heer Wilders is blijven wegkijken, blíjven wegkijken. U zorgt er niet voor dat mensen in de buurten en wijken die vertrouwen in u hebben gesteld ook maar iets hebben gekregen van die belofte. Helemaal niets! U heeft ook niet gezorgd voor grip op ongecontroleerde migratie. Daar heeft u ook niet voor gezorgd. Het waren uw ministers, die nu wederom met wachtgeld thuiszitten en hun zakken aan het vullen zijn. Het enige wat er is gebeurd het afgelopen anderhalf jaar is dat het één grote Geert Wilders-show is geweest. De mensen thuis zijn teleurgesteld. Wij lopen niet bij die mensen weg. Wij komen in die buurten en in die wijken. Wij spreken die mensen. Zij zijn diep teleurgesteld in u. Ik roep al die mensen op om de komende tijd in actie te komen tegen uw valse beloftes. Weet u het nog, meneer Wilders? U zei dat tegen mij in het eerste debat: niks, nakkes, nada, nul. En nu staat u hier. Succes.
De heer Wilders (PVV):
Nou, wij gaan met diezelfde mensen protesteren tegen alles wat in de campagne neigt naar wat in hun nadeel is. Wij staan achter die mensen en we zullen ook achter die mensen blijven staan. Nogmaals, we hebben ook veel voor ze gedaan; vergeet dat niet. Wij hebben voor hen gevochten. Alleen, de consequentie is dat als je niet buigt, maar op een gegeven moment principieel zegt dat het belangrijkste punt, waar ook die mensen veel last van hebben … Ik zei het net al: ik krijg ongeveer tien mails per dag van mensen uit verschillende gemeentes die zeggen dat ze er zo'n last van hebben bij hen in de buurt. Dat zijn inderdaad vaak niet de rijkste wijken. Dat punt heeft u al eerder gemaakt. Die mensen klagen dus dat er bij hen een azc in de buurt komt of dat er iets wordt verlengd. Dan is de SP niet thuis. De SP roept wel dat ze naar Wassenaar moeten, maar roept niet: de grenzen dicht … U kunt wel met uw vingertje zwaaien, maar u roept niet "de grenzen moeten dicht" of "terugsturen als ze asielhoppen". Dat doen wij wel. Wij vinden wel dat dat moet gebeuren, omdat Nederland het gewoon niet meer aankan. Daar hebben die mensen last van. Dat is wat ons betreft nu de prioriteit. Daarom trek ik nu de maximale conclusie, die ik niet leuk vind om te trekken, maar ik moet het wel doen: asielbeleid, asiel terugdringen, azc's sluiten, zorgen dat Nederland weer voor de Nederlanders wordt, zorgen dat mensen zich geen vreemden in hun eigen land en eigen straat voelen. Dat is waar ik voor sta en dat is waarom ik dit kabinet heb laten vallen.
De heer Dijk (SP):
Dit verhaal kennen we. Alleen, als je de grootste wordt, kan besturen en de macht hebt, doe er dan ook wat mee. Het zijn allemaal loze woorden op dit moment. Het zijn allemaal loze woorden voor de mensen in de buurten en wijken die nu diep teleurgesteld in u zijn, echt diep teleurgesteld. Ze hebben helemaal niks, nakkes, nada aan u. U heeft ministers geleverd: wat een prutsers! Het ziekenhuis in Heerlen had gewoon open kunnen blijven. Daar was hier een volle meerderheid voor. Ik noem ook private equity uit de zorg. In de rijkste buurten en gemeentes, in uw Wassenaar, dáár had inderdaad een opvangcentrum, een aanmeldcentrum moeten komen, in plaats van in Zutphen. U heeft er niets voor gedaan! Niet een van uw bewindspersonen heeft ook maar iets geleverd. Ik noem de WW die wordt verlengd. U heeft bezuinigd op de zorg en het onderwijs. Alles heeft u kapotgemaakt. U heeft het nog erger gemaakt dan Rutte IV. U bent Rutte V. Ga mensen hier nou niet de maat lopen nemen omdat ú weggelopen bent. U heeft deze mensen de rug toegekeerd. Eigenlijk zou ik u willen oproepen om bij al die mensen in de buurten en wijken langs te gaan om uw excuses aan te bieden.
De heer Wilders (PVV):
Ik heb helemaal niemand de rug toegekeerd. Ik sta voor die mensen, net zoals u. U heeft de luxe — ik heb het al eerder gezegd — dat u nooit heeft geregeerd. Ik denk dat het ook een zegen is voor ons land. Maar u heeft dat nooit gedaan, dus u weet ook niet voor wat voor afweging je op een gegeven moment komt te staan. Ik heb u net al gezegd: wij hebben in heel veel onderhandelingen in het afgelopen jaar — misschien wel anderhalf jaar, van de onderhandelingen over het hoofdlijnenakkoord tot de onderhandelingen over de begrotingen, de Voorjaarsnota en de Najaarsnota — geknokt voor onze achterban. Alle vier de partijen hebben dat toen gedaan. Wij hebben ook zeker dingen voor elkaar gekregen. Dat is gebeurd. Kijk naar het Belastingplan voor dit jaar: daar zit wat in. Het is onvoldoende, maar daar zit wat in.
U bent ook niet gewend om uiteindelijk compromissen te sluiten. Dat heeft u nooit gedaan; u heeft nooit geregeerd. Wij hebben dat wel gedaan. Maar op een gegeven moment is het klaar. Op een gegeven moment lukt het niet meer. Een van onze principiële punten is namelijk dat Nederland weer voor de Nederlanders wordt in veel wijken en straten, niet dat je je in het buitenland waant en dat er overal alleen maar asielzoekerscentra bij komen. Op een gegeven moment is het klaar en zeg je: tot hier en niet verder. Dat snap je pas op het moment dat je hebt meegeregeerd en die afweging moet maken. Die luxe heeft u nooit gehad. U staat alleen maar overal, in iedere stad, te blèren, maar u heeft nooit geregeerd.
De heer Dijk (SP):
"Ik sta in iedere stad te blèren"; dat vind ik wel mooi. Ik heb in Groningen namelijk zeven jaar in een coalitie gezeten. Daar hebben we meer voor elkaar gekregen dan u, bijvoorbeeld mondzorg in het basispakket voor minima. Dat is hier niet gelukt met mevrouw Agema. Mevrouw Agema heeft het namelijk opgenomen voor private equity, uw VVD-vrienden. Mevrouw Faber heeft het opgenomen voor commerciële beunhazen, uw VVD-vrienden. Mevrouw Agema heeft het opgenomen voor ziekenhuisdirecteuren en verzekeraars, uw VVD-vrienden. Meneer Wilders, wanneer gaat die VVD-cape een keer af?
De heer Wilders (PVV):
Ik geloof niet dat dit het grote probleem was. Mevrouw Agema heeft op heel veel punten, zoals de financiering van ziekenhuizen en het akkoord dat zij bijna had gesloten, heel veel gedaan voor de zorg. Mevrouw Faber heeft heel veel gedaan voor asiel, maar uiteindelijk is dat laatste niet genoeg. Dan moet je een rechte rug hebben en consequenties trekken; dat hebben we gedaan.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik heb vannacht echt een beetje na liggen denken over wat nou de afdronk is van de afgelopen jaren aan politiek. Collega Wilders voelt haarfijn aan waar de onrust zit van mensen: de vervreemding in sommige stadswijken, de boterham die je wél wil beleggen voor je kinderen, het huis dat je zoekt voor je jongeren, omdat je ze niet op zolder wil hebben wonen. Ik kijk even naar mevrouw Keijzer, die volgens mij een stel van die knapen thuis heeft. Meneer Wilders voelt die dingen haarfijn aan. Maar we zijn nu twee jaar verder na de verkiezingen. Er was zo veel kracht, zo veel power in dit parlement om die problemen aan te gaan pakken. Cindy, die aan meneer Wilders vroeg "help mij nou aan een betaalbaar inkomen", zat op hem te wachten. Wat is nou volgens hem voor al die mensen thuis in deze twee jaren de grote winst geweest van 37 zetels voor de PVV?
De heer Wilders (PVV):
Het is precies dezelfde vraag als de collega van de SP net stelde. U krijgt hetzelfde antwoord. We hebben een jaar — het kabinet zit er volgens mij nog geen jaar in de vorige samenstelling, met vier partijen — gezeten. We hebben een halfjaar, of een paar maanden, moet ik zeggen, onderhandeld. Daar zijn punten uit gekomen die inderdaad — daar heeft u gelijk in — nog niet allemaal tot wasdom zijn gekomen, omdat het kabinet gevallen is. Denk aan het eigen risico. We hebben uitonderhandeld dat het voor iets meer dan de helft zou worden verlaagd. Dat zou pas volgend jaar of het jaar daarop plaats gaan vinden. Dat weet u. Die discussies hebben we tijdens het debat over de regeringsverklaring gehad. De huren gaan niet door, omdat het kabinet is gevallen. Het kabinet zit er kort. Er zat veel in de pijplijn en sommige dingen zijn ook gebeurd. Uiteindelijk, als een kabinet na één jaar valt, kun je weinig laten zien. Dat ben ik helemaal met u eens. Toch kon het niet anders, want het terugdringen van asiel, het terugdringen van illegaliteit, het terugsturen van mensen en het niet volproppen van onze steden en dorpen in het hele land met alleen nog maar meer azc's, is waar de mensen mij en mijn partij op nummer één hebben gekozen. Ik kan ook niet accepteren dat er op dat punt te weinig gebeurt. Dan is dit de consequentie. Is die populair? Nee. Is die verstandig? Ja. Zou ik het weer doen? Ja.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dan is de nuchtere conclusie dat zelfs met 37 zetels ... Al die Kamerleden hebben het recht om voorstellen in te dienen. Ze hebben het recht om aan de slag te gaan om die zorg te verbeteren. Meneer Wilders had mevrouw Faber, mevrouw Agema en meneer Jansen er zitten; allemaal aan de slag voor een beter Nederland. Maar hij heeft gezegd: "Met tromgeroffel ga ik door de steden en ik zal u helpen, mensen. Ik zal echt zorgen dat u wel de huur kunt betalen. Dat we wel meer huizen krijgen. Dat het zorgakkoord er komt. Dat we oplossingen bedenken voor al die verpleeghuizen, waar we zo veel mensen missen, gewoon mensen die de handen uit de mouwen kunnen steken." Op al die fronten is de score nul. De mensen thuis knappen er geen moer van op. Als we dan een beeld hadden van hoe de PVV dat wel voor elkaar had willen krijgen de afgelopen jaren, had ik er nog een beetje gevoel bij gehad. Maar het is alleen maar telkens opnieuw herhalen: ik zit op één punt, en alleen als ik helemaal mijn zin krijg, ga ik verder. Is dat democratie?
De heer Wilders (PVV):
Ja, dat is zeker democratie. Want nogmaals, ik zeg het nu voor zesde keer: mensen hebben ons gekozen, om heel veel redenen, maar op nummer één staat echt het terugdringen van de asielinstroom. Natuurlijk zijn andere punten ook heel belangrijk. Daar hebben we ook voor geknokt. We hebben, vaak in compromisvorm, ook iets in het hoofdlijnenakkoord voor elkaar gekregen: van het eigen risico tot huren. En inderdaad: dat valt weg op het moment dat het kabinet valt. Maar zoals ik net al zei: als je op je belangrijkste punt niet kunt leveren en je je kiezer niet in de ogen kunt kijken omdat je niet kunt uitleggen waarom iets niet gebeurt, zou het de makkelijke weg zijn om toch maar te blijven zitten. Dat is de laffe, makkelijke manier. Ik heb de moeilijke manier gekozen, die veel meer lef vergt. Ik heb namelijk m'n nek uitgestoken, wetende dat er ook kritiek zou komen, omdat we op het allerbelangrijkste punt, Nederland weer voor de Nederlanders, zorgen dat die asielinstroom weer verder daalt, niet vonden dat er voldoende gebeurt. En ja, dan heb ik die keuze gemaakt, met mijn fractie. Wij staan daar, hoe pijnlijk het ook is, 100% achter.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Bij de regeringsverklaring had collega Wilders het over "slappe hap". Hij sprak toen over de premier. Wij hebben allebei in de raad van Utrecht gezeten en weten hoe de FC daar voetbalt: als het tegenzit, dan ga je ertegenaan. Dat laatste kwartiertje geef je alles wat je hebt in plaats van het veld af te lopen en te denken: tjongejonge, m'n basisopstelling was niet helemaal op orde. Die basisopstelling was niet op orde. U had niet de mensen geleverd die volle kracht die wetten hier neerlegde. U heeft het niet voor elkaar gekregen dat dat eigen risico onmiddellijk werd geschrapt. Het hing ergens in de verte. Het is niet voor elkaar gekomen dat er nu al meer huizen worden gebouwd, omdat de PVV de zaken niet op orde had, een huurbevriezing voorstelde die een bouwbevriezing betekende. Dat Utrechts kwartiertje mis ik bij de heer Wilders. Hij stapt van het veld zonder de wedstrijd te spelen, geeft zelf al in een tussenzin aan dat hij hierna misschien wel in de oppositie zit. Hij gaat er niet voor. Het is veel tromgeroffel, weinig resultaat voor al die mensen in het land. Wat heb ik daar de balen van. Wat is het tijd voor nieuwe politiek die er wel tegenaan gaat.
De heer Wilders (PVV):
Daarom gaan we een stevige campagne voeren, zorgen dat we heel groot worden en zo veel mogelijk voor elkaar gaan krijgen. Ik zou als ik u was hetzelfde proberen.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
De heer Wilders heeft om zich heen gekeken. Met wie dan?
De heer Wilders (PVV):
Dat zullen we zien. De kiezer bepaalt. U bepaalt dat niet. U gaat daar ook helemaal niet over. De kiezers gaan dadelijk stemmen en die bepalen welke partij groot wordt en welke niet. De kiezer heeft altijd gelijk, niet u, maar de kiezer.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik denk dat de heer Wilders en ik elkaar nu 21 jaar kennen.
De heer Wilders (PVV):
Is dat zo? Bent u al zo oud?
De heer Eerdmans (JA21):
Ja, het gaat hard. Maar ik heb nog niet zulke grijze haren als de heer Wilders. We kennen elkaar sinds de moord op Fortuyn. Zo zijn we allebei, in verschillende rollen, terechtgekomen in de politiek. We hebben gestreden voor dezelfde zaken, die toen al benoemd werden en waar maar niks aan gebeurde. Ik hoor de heer Wilders zeggen dat hij heeft geknokt. Dat ben ik met hem eens. Ik neem mijn pet af voor wat de heer Wilders heeft laten zien en hoe hij hier is gekomen met 37 zetels, na al die jaren, onder moeilijke omstandigheden. Dat mag ook gezegd worden. Dan is het zover gekomen dat je een regering krijgt volgens PVV-snit, met ministers. Die zijn geleverd. Het lef om dat te doen heeft hij gehad. Hij neemt die verantwoordelijkheid. Dan komt het moment dat je die kans hebt. Dan zit het kabinet er. Dan gaat het niet snel genoeg. Dat ben ik helemaal met hem eens. Dat heb ik vaker in asieldebatten gezegd. Het gaat niet snel genoeg. Maar wat is dan leiderschap? Is het dan misschien ook leiderschap om tegen je PVV-kiezers te zeggen: oké, het gaat niet snel genoeg, ik kan er ook mee stoppen, maar dan komt de door u gehate meneer Timmermans door de deur en zijn we alles kwijt. Is het niet ook lef om tegen je kiezer te zeggen: ik snap uw teleurstelling, het kan sneller, maar ik zit nu in een positie waarin ik wat kan bereiken voor Nederland, voor de PVV-kiezer, en anders ben ik weer af langs de zijlijn en is het inderdaad de vraag wie er nog met mij wil regeren? Wat is daarop het antwoord? Wat is dan een rechte rug? Je kunt een rechte rug hebben, maar wel met lege handen staan.
De heer Wilders (PVV):
Nee. Het gaat echt om trouw aan je kiezer, het in de ogen kunnen kijken van je kiezer en het belangrijkste punt uit je verkiezingsprogramma, dat je denkt voor elkaar gekregen te hebben in het hoofdlijnenakkoord, voor elkaar te krijgen. Nogmaals, wij zijn daar redelijk in geweest. Ik had al veel eerder kunnen opstappen, maar dat hebben we niet gedaan. Het was volgens mij de eerste keer in de Nederlandse geschiedenis dat de leider van de grootste partij die meeregeert geen premier is geworden. Het is al te gek voor woorden dat dat is gebeurd. Dat was al een concessie van mij. Daarna hebben we, zoals u weet, in oktober, november vorig jaar in het Catshuis NSC hun zin gegeven door van de noodwet een spoedwet te maken. Dat was ook al een concessie. U ziet dat we dat dus hebben gedaan. Daar hebben we mee ingestemd, maar we hebben dat wel gedaan op verzoek van de fractie van NSC. Wat zou er zijn gebeurd als die noodwet het wel had gehaald? Ik zeg dat even los van de vraag of hij een meerderheid in de Eerste Kamer zou hebben. Maar stel dat hij het had gehaald. Dan zou die wet meteen zijn ingegaan. Dan kon er een periode meteen alles gedaan worden. Dat was namelijk het gevolg van de noodwet. Dat is niet gebeurd. Dat hebben we geaccepteerd, maar op een gegeven moment is het klaar. Het is niet zo dat we de eerste keer hebben gezegd "weet je wat, we gaan weg" of weet ik wat dan ook. Ik ben geen premier geworden. We hebben ons kroonjuweel uit het hoofdlijnenakkoord ingeruild voor een spoedwet. Ik heb er nu nog kiespijn van. En dan zie je vervolgens dat landen om ons heen veel verder gaan dan wij. Dan zie je dat je de handtekening voor je plannen niet krijgt en dan zeg je: nu is het genoeg. Dat is wat ik al mijn kiezers kan uitleggen, recht in hun gezicht.
De voorzitter:
45 seconden.
De heer Eerdmans (JA21):
Maar dacht u dat de BBB geen kiespijn heeft, of de VVD of NSC? Iedereen heeft kiespijn. Besturen is kiespijn. Dat is het. Maar elke dag dat jullie aan het werk waren, hadden we tenminste geen linkse coalitie die de boel weer aan het terugschroeven was. Ik snap die afweging gewoon niet. Als je 37 zetels haalt, zitten daar heel veel gematigde kiezers bij die zeiden: "Eerdmans, ik stem nu op de PVV, want die gaan het doen. Die moet de grootste worden want daar hebben we onze hoop op gevestigd, en niet Timmermans." Ik weet zeker dat er PVV-kiezers zijn die Wilders trouw zullen blijven, maar er zullen er een heleboel teleurgesteld zijn. Die dachten dat zij met de gematigde Wilders verder zouden komen. We staan gewoon stil. We gaan achteruit. Dat is het gevolg hiervan. We gaan achteruit, en waarschijnlijk nog verder als het links lukt om na de verkiezingen een meerderheid te smeden met middenpartijen. Ik snap die afweging gewoon niet. Ik snap wel dat je een rechte rug wilt hebben. Die kun je hebben in de oppositie, maar niet als je samenwerkt. Dan moet je concessies doen wil je resultaten bereiken. Ik snap gewoon niet dat die Wilders niet is blijven staan. Na alle turbulentie die hij heeft doorstaan en de offers die hij heeft gebracht — want dat geef ik hem mee — snap ik niet dat je het dan uiteindelijk zo uit je handen laat vallen.
De heer Wilders (PVV):
We laten niks uit onze handen vallen. Die gematigdheid die u mist, hebben we laten zien. Dat moet ik u nog zien doen als u ooit in een kabinet komt. Wij hebben, terwijl we er recht op hadden, het premierschap afgestaan. Het zal je maar gezegd worden: we willen met je regeren, maar we willen niet dat je premier wordt. Dat hebben we afgestaan, terwijl we er het volste recht op hadden. Daarna hebben we ons kroonjuweel, de noodwet, ook opgegeven. Iedereen was daarvoor of daartegen, maar wij vonden het in ieder geval belangrijk dat die meteen inging. Wij hebben die opgegeven voor een spoedwet, met het gevolg dat die dit jaar niet eens meer ingaat, als hij al overeind blijft. Dus kom bij mij niet aan met dat wij niet tot het uiterste zijn gegaan om in het kabinet te blijven. Wij zijn tot het uiterste gedaan. We hebben meer concessies gedaan dan u waarschijnlijk ooit zou doen, meneer Eerdmans. Maar er is een grens en dat is de belofte aan de kiezer om te zorgen voor minder asiel. Die grens gaan wij niet over.
De heer Eerdmans (JA21):
Dit was een droomcoalitie, denk ik, niet alleen voor de PVV maar ook voor de rechtse kiezer. Je kunt heel emotioneel worden en zeggen: wij hebben onze zin niet gekregen. Nee, dat is coalitiewerk. Daar moet je een keer aan wennen als je echt wilt meedoen in plaats van aan de zijlijn staan. Dus ja, ik denk dat heel veel kiezers juist dachten dat ze met de maatregelen die er stonden … En nogmaals, die waren helemaal goed, want de PVV heeft dat verzilverd in het coalitieakkoord. Maar dan moet je ze ook durven uitvoeren. De heer Wilders zegt: we hebben zo vaak de storm doorstaan en nu houdt het een keer op. Nee, juist niet! Ik heb altijd gezegd: als jullie de zomer halen, haal je het einde van de rit. Dit is doodzonde.
De voorzitter:
Kort.
De heer Wilders (PVV):
Ik heb al antwoord gegeven.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik sla even aan op de uitspraak in onze richting dat het een zwaarbevochten compromis is dat de noodwet een spoedwet werd. Laat ik de heer Wilders eraan helpen herinneren dat wij de noodwet samen met hem in het hoofdlijnenakkoord hebben opgenomen en dat wij hebben gezegd dat er sprake moest zijn van een noodsituatie. Wij hebben u weten te behoeden voor het feit dat deze maatregelen, die wij met z'n allen wilden, bijvoorbeeld in de Eerste Kamer zouden sneuvelen. Bent u dat met mij eens?
De heer Wilders (PVV):
Nee, u heeft ons tergend gek gemaakt. En dan zeg ik het vriendelijk, omdat u niet onaardig bent. Maar politiek is uw fractie een ramp. U bent begonnen met dat "dragend gemotiveerd". Vorig jaar heeft u bij de regeringsverklaring of de Algemene Beschouwingen tijdens het debat dat grapje van artikel 68 uitgehaald, waardoor alle stukken openbaar waren. Dat heeft u niet per ongeluk gedaan. Vervolgens kwam er een hele discussie en hebt u gezegd: ik heb dat niet gezegd. U heeft gezegd "ik wil dat die noodwet verdwijnt". U had er net mee ingestemd bij het hoofdlijnenakkoord. Toen heeft u de papieren openbaar laten maken. Kunt u zich nog herinneren dat u hier stond? En daarna heeft u in het Catshuis eigenlijk het mes op tafel gelegd door met de smoes te komen dat het anders niet door de Eerste Kamer zou komen. U bent de architect daarachter. Als ik dat met uw plannen had gedaan, dan denk ik niet dat u dat had geaccepteerd.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Dat was mijn vraag niet. Ik probeerde u te zeggen dat u tien weken de tijd had om aan te geven dat er sprake was van een noodsituatie. Die noodsituatie was er niet. Toen die er niet kwam, hebben we met elkaar gezegd: luister eens even, we zouden de concrete maatregelen die in de noodwet staan graag op een andere manier erdoorheen willen krijgen. In het verlengde hiervan wil ik het volgende aan de heer Wilders vragen. Afgelopen zomer hebben we samen voor die concrete inhoudelijke maatregelen getekend. Denkt u niet dat het doodzonde is dat u nu wegloopt, omdat we het met elkaar hadden willen bewerkstelligen? Vindt u het ook niet zonde voor uw eigen kiezers? Ik vind het doodzonde.
De heer Wilders (PVV):
Ja, dat is vaak een goed teken. Maar toch, ik denk dat onze kiezer begrijpt dat we op een gegeven moment, na alle concessies die we hebben gedaan en na alle andere tegenwerking … Ik heb het nog niet eens over die 1.000 of 800 vragen die na het laatste wetsvoorstel van mevrouw Faber, toen nog minister, zijn gesteld. Volgens mij had uw fractie daar een groot aandeel in, waardoor het weer allemaal later werd. Wij zijn er knettergek van geworden. Het is een keer klaar. Het is gewoon een keer klaar. Ik zeg u eerlijk: uw partij is daar eigenlijk de grootste reden van.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik weet niet of ik dat als een compliment moet zien …
De heer Wilders (PVV):
Zie het als een compliment.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Waar wij uit elkaar lopen, is de manier waarop we ons doel willen bereiken. U roept heel veel. We hadden het met elkaar kunnen bewerkstelligen. Wij zijn blijven zitten, maar u bent weggelopen, meneer Wilders.
De heer Wilders (PVV):
U had uw handtekening gezet onder het hoofdlijnenakkoord met een noodwet. Daar heeft u voor getekend en u heeft daarna, via het openbaar maken van ambtelijke stukken tot en met overleg in het Catshuis, de wet drie maanden later bewust onthoofd. Daarmee heeft u een hele hoop kwaad bloed gezet.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Omdat u, meneer Wilders, niet kon aantonen dat er sprake was van een noodsituatie. En dat was wel de voorwaarde!
De heer Wilders (PVV):
Nee, het stond gewoon in het hoofdlijnenakkoord. U heeft het helemaal kapot gemaakt. Nieuw Sociaal Contract heet uw partij, maar als het Nederlandse Sabotage Club zou heten, had het ook geklopt.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik vind dit een persoonlijke aanval. Dat is precies de reden waarom het samenwerken met u zo ongelofelijk ingewikkeld is.
De heer Wilders (PVV):
Goed. Ik heb gezegd wat ik wilde zeggen. Laten we maar teruggaan naar de kiezer.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Jetten. Ik zal ergens rond de klok van half één schorsen. We zullen zien hoe ver we dan op het schema zijn. Het woord is aan de heer Jetten.
De heer Jetten (D66):
Ja, wat een niveau net op het einde!
Voorzitter. In november 2023 gingen meer dan 10 miljoen Nederlanders naar de stembus. Al die 10 miljoen mensen wilden oplossingen. Oplossingen voor de woningnood, voor migratie en voor beter onderwijs. Die kiezer staat nu met lege handen. Die kiezer had veel meer verwacht van de politiek. Wij Nederlanders hebben altijd ontzettend veel bereikt door samen te werken en er samen uit te komen. Dat is waar we altijd goed in zijn geweest. Het is wat ons welvarend heeft gemaakt: samenwerken is wat Nederland tot Nederland maakt.
Maar mensen ervaren dat we nu zijn vastgelopen. Vooruitgang voelt steeds vaker als iets van vroeger. Vrede is niet langer vanzelfsprekend. Een veilige buurt is geen gegeven. Een betaalbare woning is niet te vinden. De kansen om echt mee te doen, zijn ongelijk verdeeld. Bovendien voelen en zien we meer en meer de opwarming van de aarde. Juist nu hebben we elkaar hard nodig, maar het lijkt alsof we meer en meer tegenover elkaar staan. We zagen het net gebeuren.
Den Haag staat al twee jaar stil. Nederlanders zagen gedoe, geruzie en chaos. En het allerergste is: er is helemaal niets verbeterd in het land. Heel eerlijk gezegd overheerst bij mij ook enige opluchting. De megabezuinigingen op het onderwijs kunnen nu namelijk van tafel. We kunnen weer investeren in onze economie. We kunnen wél leiderschap tonen rondom de oorlog in Gaza. Laten we nu de handen ineenslaan voor ambitieus klimaatbeleid en eindelijk doorbraken realiseren voor meer woningen. Het kan wel!
De kabinetsval leidt tot veel boze reacties van de coalitiepartners NSC, BBB en VVD. Vooral bij de VVD is iedereen heel erg boos, konden we zien. De boosheid van die partijen richt zich op meneer Wilders. Ik verbaas mij daarover, want hoe hebben die partijen zich zo kunnen laten verrassen? De heer Wilders is namelijk helemaal niets veranderd. Zijn agenda draait al 27 jaar om het zaaien van wantrouwen en het doen van onrealistische beloften. En als het spannend wordt, kiest Wilders voor het hazenpad. Hij deed het bij de VVD in 2004, hij deed het bij Rutte in 2012 en hij doet het nu opnieuw. Mevrouw Yeşilgöz is willens en wetens in die val van de heer Wilders getrapt, omdat ze dacht dat ze er zelf beter van zou worden. Maar wat een rechtse Droomvlucht had moeten zijn, eindigt in een Fata Morgana, een luchtspiegeling die uiteenspat als je dichterbij komt. De VVD speelt nu de verloren onschuld, maar ze heeft gegokt en verloren.
Laten we nu zo snel mogelijk verkiezingen houden. En daarna met volle kracht vooruit. Ons land zit vol met energie. Als we ruimte geven aan die energie en ruimte geven aan elkaar, brengen wij Nederland weer in beweging. Dan komt er weer vooruitgang en bouwen we samen aan een land waar alle Nederlanders weer trots op kunnen zijn.
Wij als politiek hebben de grote verantwoordelijkheid om het vertrouwen van de mensen in het land weer terug te winnen, door te laten zien dat we hier in de Tweede Kamer ook fatsoenlijk met elkaar kunnen samenwerken, niet met nog meer populistische beloften of cynische spelletjes, maar door samen te laten zien dat we het leven voor iedereen in Nederland beter kunnen maken.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Dassen van Volt.
De heer Dassen (Volt):
Voorzitter. Vandaag is een mooie dag. Anderhalf jaar zetten de PVV, NSC, BBB en de VVD ons land stil. Onder leiding van toetsenbordstrijder Wilders werd dit mede mogelijk gemaakt door VVD-leider Yeşilgöz. Nederland werd minder groen, minder eerlijk en minder veilig. Mijn vraag aan mevrouw Yeşilgöz is simpel: is het nu voorbij met het gesjans met extreemrechts? We staan voor enorme uitdagingen, maar we hebben nu de kans om een toekomst te bouwen die nog veel, veel mooier is dan het hier en nu. Die kans heeft dit kibbelkabinet laten liggen. Dit was een kabinet van stilstand. Daarmee liet het kabinet alle Nederlanders en Europeanen in de steek die wel het lef en de ambitie hebben om ons leven in het hier en nu beter te maken. Dat voelen Nederlanders elke dag: de wetenschapper die ontslagen is omdat het kabinet niet durfde te investeren in de toekomst, de student die haar toekomt in vlammen op ziet gaan omdat de coalitie geen enkele groene keuze durfde te maken, en de moeder die zich afvraagt of haar kinderen in Nederland nog welkom zijn.
Nu worden de kaarten opnieuw geschud. Aan alle Nederlanders die weer zin hebben in de toekomst, die weten dat we zo veel beter kunnen dan wat we de afgelopen jaren hebben gezien, is mijn boodschap dan ook heel simpel: vanaf vandaag hebben we de kans om de toekomst weer terug te pakken. Nu is er de kans op echt iets nieuws, op een politiek die de blik naar de toekomst zet, een politiek voor de nieuwe generatie, die geen genoegen neemt met de status quo of het middelmatige midden, maar weer durft te dromen van vette ideeën die de oude Haagse politiek niet aandurft. We nemen afscheid van deze oude, oneerlijke samenleving.
Het is tijd voor een basisinkomen. Gratis geld voor iedereen, waarmee we als eerste land armoede echt uitroeien. We bouwen een digitale toekomst, met technologie die ons niet verzwakt maar versterkt, met een Europese Google, X of Meta. Want de toekomst is digitaal en dus moet de politiek dat ook zijn. Volt als digitale partij begrijpt dat. We verslaan de klimaatverandering. Dat kunnen we al decennia, als we ons maar een groene wereld durven voor te stellen. Goedkoop met de trein door Europa en elk Kamerlid een lekkere portie kweekvlees op het bord — dat is net zo lekker.
Ziet ook de premier dat we tot veel meer in staat zijn dan wat deze coalitie hem voorgeschoteld heeft? Wij eisen dus ook verandering, nu. Ik zie het enthousiasme bij veel andere Kamerleden. Gaat de minister dus aan de slag met deze ideeën? We hebben de afgelopen jaren gezien wat de stemmen van het verleden ons brengen. Nu is de stem van de toekomst aan de beurt. Die kans wil Volt met beide handen vastpakken, samen met iedereen die klaar is voor nieuwe politiek. Het kabinet is gevallen en een nieuwe generatie staat op om haar toekomst terug te pakken. Mijn oproep vandaag aan iedereen, niet alleen aan de coalitie maar ook aan de oppositie, is dit: durf weer een beetje te dromen!
Voorzitter. Ik kan niet anders zeggen: ik heb er zin in. Dank u wel.
De voorzitter:
In dat kweekvlees? We gaan luisteren naar de heer Bontenbal van de fractie van het CDA.
De heer Bontenbal (CDA):
Voorzitter. Deze coalitie is geëindigd zoals zij is begonnen, met wantrouwen, met amateurisme en met chaos. Onverantwoord en roekeloos is de val van dit kabinet. Juist in deze tijd van internationale onveiligheid en onzekerheid wordt van politici verwacht dat zij kiezen voor de toekomst van Nederland en niet voor het eigen belang. Nederland snakt naar een fatsoenlijke politiek, naar degelijke bewindspersonen, naar een politiek die er is voor het algemeen belang.
De PVV heeft opnieuw laten zien dat zij roekeloos omgaat met de toekomst van Nederland en dat ze niet bereid is om verantwoordelijkheid te nemen. Maar ook de VVD heeft een onverantwoordelijke rol gespeeld. Anderhalf jaar geleden liet de VVD het kabinet ook vallen op het thema migratie. Ook toen hebben we dat onverantwoord en roekeloos genoemd. Ook toen was immers de oorlog in Oekraïne al gaande. De VVD heeft weloverwogen de sleutels van het landsbestuur in handen van de PVV gelegd. Het resultaat hebben we gezien: chaos en stilstand. En dat terwijl wij ons geen stilstand kunnen veroorloven.
Deze coalitie zei Nederland op één te zetten, maar heeft zichzelf op één gezet en Nederland pas op twee. Een jaar lang hebben we naar politiek amateurisme moeten kijken. Dit was het slechtste kabinet sinds de Tweede Wereldoorlog. Het allerergste is dat opnieuw het vertrouwen van kiezers is geschaad. Opnieuw is het aanzien van de politiek verder gedaald door het handelen van deze coalitiepartijen.
Het CDA heeft vanaf de eerste dag constructief oppositie gevoerd, om daarmee bij te dragen aan een fatsoenlijk Nederland. Een keuze voor stabiliteit in plaats van spektakel, voor verbinding in plaats van verdeeldheid, voor verantwoordelijke oplossingen in plaats van kortetermijnpolitiek. Daar gaan we ook de komende maanden mee door. Ook in een demissionaire tijd verdient Nederland dat we aan de slag gaan met maatregelen om meer woningen te bouwen, meer grip te krijgen op migratie en vooral: een politiek die het wantrouwen in de samenleving niet aanjaagt, maar de samenleving krachtiger en sterker maakt. Daarnaast wil het CDA op de kortst mogelijke termijn nieuwe verkiezingen.
Ik wil onze premier danken voor zijn onvermoeibare inzet. Ik wil hem en zijn kabinetsploeg vragen om in het belang van Nederland de komende maanden te doen wat nodig is. Er moet een begroting worden gemaakt en op de dossiers woningbouw, migratie, defensie en toekomstig verdienvermogen kunnen wij ons geen vertraging veroorloven. Het CDA zal altijd een constructieve bijdrage leveren in het belang van Nederland. Mijn collega's in de Kamer zou ik willen vragen: laten we op dit moment terughoudend zijn met allerlei politieke wensen, want we kunnen ons niet nog meer chaos veroorloven. Het CDA zal zeer terughoudend zijn met het indienen of steunen van allerlei voorstellen die niet behulpzaam zijn bij het op de rails krijgen van een ordentelijk proces en bestuur van ons land.
Voorzitter. Nederland heeft een fatsoenlijke politiek nodig, met vakbekwame bestuurders. Nederland heeft na twee jaar politieke chaos geen experimenten meer nodig, maar een politiek voorbij de waan van de dag, voorbij het dagelijkse geroeptoeter, voorbij de ophitserij op sociale media, voorbij de platte oneliners, voorbij het doorschuiven van problemen naar de toekomst. Wat nodig is, is een politiek die gaat voor het algemeen belang en voor de lange termijn. Het is hoog tijd voor christendemocratische politiek.
Dank u wel, voorzitter.
De heer Stoffer (SGP):
Ik ben benieuwd hoe vaak de heer Bontenbal het woord "fatsoen" heeft gebruikt. Nee, hoor, dat was gisteravond. Een andere vraag. Ik heb zojuist de bijdrage van het CDA gehoord. We hebben de afgelopen jaren hier beiden constructief ten opzichte van het kabinet gestaan en hebben geprobeerd om voor het land het goede te zoeken. Ik heb zojuist de vraag gesteld aan de heer Wilders. Er liggen een aantal wetten om de asielinstroom te beperken. Volgens mij is dat iets wat het CDA en de SGP delen. Ik heb in de interruptie al laten merken dat wij de wetten die klaarliggen zo snel mogelijk willen behandelen, om ervoor te zorgen dat we de instroom op korte termijn beperken en niet hoeven te wachten tot er weer een nieuw kabinet komt enzovoort. Ik heb een heel concrete vraag: staat het CDA daar net zo in en willen zij ook die wetten met spoed behandelen, zodat die instroom op een zo kort mogelijke termijn naar beneden gaat?
De heer Bontenbal (CDA):
Ik heb inderdaad aan Johan Derksen beloofd het woord "fatsoen" heel vaak te gebruiken, meer dan hem lief is. Dat zal ik de hele campagne en mijn hele politieke carrière blijven doen. Volgens mij kan Nederland wel wat fatsoen gebruiken en zit Nederland daar ook op te wachten. U gaat dat inderdaad heel vaak van mij horen.
Ik heb net gezegd dat wij constructief in de wedstrijd gaan zitten. Een aantal dossiers moeten gewoon verder. Ik heb daar migratie ook bij genoemd. U mag dus van ons verwachten dat wij op dat punt ook constructief gaan zijn. Ik denk dat we even moeten puzzelen wat haalbaar is, want er is een bewindspersoon teruggetrokken. Wie gaat dat overnemen? Lukt het met allebei de wetten? Ik zeg heel eerlijk: ik heb de afgelopen weken heel veel tijd gestoken in de voorbereiding van die wetten. Ik heb dagenlang zitten studeren en ik weet dat meerdere collega's in de Kamer — ik sprak Michiel van Nispen gisteren — dat ook hebben gedaan. Ik weet dat er veel meer Kamerleden zijn die heel veel tijd in de behandeling van die wetten hebben gestoken. Daarom vind ik het ook zo schandelijk dat op dit moment de stekker uit het kabinet getrokken wordt, net voordat de wetsbehandeling zou plaatsvinden.
Dit zou de komende weken behandeld worden. En dan het verhaal houden van: we worden tegengewerkt … Dat is echt totaal de omgekeerde wereld. We gingen de wetten behandelen. Kamerfracties hadden zich voorbereid. En ja, er waren 700 vragen. Maar kijk even naar de lengte van die tekst. Ik heb als voorbeeld de Warmtewet er even bij gepakt, die hier behandeld wordt door de minister van Klimaat en Groene Groei. Die had niet 88 maar 140 pagina's aan antwoorden. 700 vragen is veel, maar er zitten allemaal dubbelingen in. Als u kijkt naar de antwoorden van die vragen, 88 pagina's, dan durf ik te wedden dat 60% van die pagina's cursief staat. Oftewel: dat zijn de vragen van de Kamer en zijn alleen maar antwoorden die verwijzen naar andere documenten. Er is dus heel weinig beantwoord. Er is helemaal niet zo veel werk verzet. Als ik dan toch nog even mag doorgaan met deze rant, voorzitter: als de PVV daadwerkelijk snelheid had willen maken, dan had die het volgende moeten doen — maar dit kun je alleen doen als je capabele bestuurders in dit vak zet. Dan had je namelijk de voorstellen die het vorige kabinet al klaar had liggen … Er was namelijk een heel pakket. Mevrouw Bikker knikt; zij weet precies wat het pakket is. Die stukken liggen ook gewoon bij de Kamer. Mevrouw Faber had die stukken eruit kunnen halen en in een wetsvoorstel kunnen zetten en dan had het binnen een maand bij de Kamer kunnen liggen. Dan hadden we parallel die moeilijkere dingen kunnen doen, zoals het tweestatusstelsel, maar dan waren we wel begonnen. Dan hadden we waarschijnlijk al een wet ingevoerd. Dat hele verhaal over "wij zijn vertraagd door de rest van de coalitiepartijen of door de Kamer" is dus lulkoek. De PVV heeft zelf incapabele bestuurders geleverd.
De voorzitter:
Wilt u wel een beetje fatsoenlijke woorden gebruiken?
De heer Bontenbal (CDA):
Voorzitter, ik kom ook uit Rotterdam-Zuid.
De voorzitter:
Als dat een excuus is … De heer Stoffer.
De heer Stoffer (SGP):
Het Veluwse fatsoen is toch iets anders dan het Rotterdamse, maar daar drinken we wel koffie over. "Ja" was qua antwoord genoeg geweest. Mijn oproep aan het CDA is de volgende. Zij hebben hier vijf zetels — dat zullen er misschien straks meer worden — maar in de Eerste Kamer zes. Wij hebben er daar twee. Laten wie die acht zetels gebruiken om de asielinstroom, vooruitkijkend, in de komende periode op de kortst mogelijke termijn naar beneden te brengen. Laten we kijken of we die wetten zo snel en zo goed mogelijk door de Kamers kunnen loodsen.
De heer Bontenbal (CDA):
U zegt het precies goed: zo snel mogelijk en zo goed mogelijk. Wij kijken naar de inhoud van de wetten. Ik heb eerder in het debat met mevrouw Faber gezegd: ik laat mij door niemand piepelen. Dus er gaat een goede wet komen. Wij hebben verbetervoorstellen. Die gaan wij indienen. Wij gaan dat constructief doen, zo snel als mogelijk, maar ook op een goede manier, want niets is slechter voor het vertrouwen van kiezers in de politiek dan dat die wetten binnen twee weken door de rechter worden afgeschoten. Ik heb het vaak over de cirkel van gebroken beloften. Dat is wat populisten doen. Een wetsvoorstel door de Kamer heen jassen dat daarna bij de rechter strandt, is ook een vorm van populisme. Wij gaan dat dus netjes, ordentelijk en snel doen.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik deel de analyse van de heer Bontenbal wel, maar ik blijf toch een beetje haken op dat het CDA er wel voor gekozen heeft om met dit kabinet, waarvan we van tevoren al konden weten dat het ophitsen zou worden, waarvan we van tevoren konden zien dat de rechtsstaat niet gerespecteerd zou worden en dat rechters en iedereen de schuld zouden krijgen ... Het CDA heeft er toch voor gekozen om te zeggen: "Wij zijn eigenlijk meer voor democratisch ethos, maar we gaan wel constructief samenwerken met het kabinet. We trekken hier geen rode lijn, want dat wat nu op het spel staat en wat nu aangevallen wordt door het kabinet, is gewoon te waardevol. Dan moeten we met z'n allen zeggen: zo gaan we het gewoon niet doen." Ik vraag me af of de heer Bontenbal daar nu anders in zou kiezen. Want ik hoor hem weer zeggen: we gaan wel constructief werken met een kabinet dat we eigenlijk helemaal niks vinden.
De heer Bontenbal (CDA):
Het CDA is een constructieve partij die het belang van Nederland bovenaan zet. Ik had een makkelijkere route kunnen kiezen, maar dat doet de CDA-fractie niet. Ook de komende weken kan ik me een populistische route voorstellen, maar dat gaan wij niet doen. Populisme is winnen op de korte termijn, maar je sloopt je partij en Nederland op de lange termijn. Wij hebben daar als partij misschien ook wel een beetje ervaring mee. U zegt: een rode lijn. Die hebben we regelmatig getrokken. Mevrouw Faber kwam met dat malle idee van die borden bij azc's. Het CDA was de fractie die de volgende dag een motie indiende en dat voorstel van tafel veegde. We hebben heel vaak rode lijnen getrokken, maar we hebben er ook voor gezorgd dat de btw op boeken en kunst enzovoorts niet verhoogd is. Wij hebben ook best wel veel kunnen repareren en dit is hoe het CDA graag wil zijn. Niet ons belang staat voorop. Wij bekijken steeds: kunnen we Nederland iets sterker maken? Als wij de komende tijd kunnen helpen om een aantal voorstellen die goed zijn voor Nederland door de Kamer te krijgen, dan gaan wij dat doen.
Ik hoop eerlijk gezegd dat alle fracties zo in de wedstrijd staan. Laten we alsjeblieft niet de fout van de vorige keer maken, toen we achter de coulissen bezig waren met laptopjes, met allerlei amendementen op het laatste moment, die vervolgens allemaal gerepareerd moesten worden omdat het gewoon knutselwerk was. Laten we met elkaar ervoor kiezen om dit kabinet nu even het mandaat te geven om in ieder geval naar een robuuste begroting te gaan en het kabinet te vragen met alle fracties daarover te praten. Laten we het ordentelijk doen. Het is nu al een chaos. Laten wij als Kamer de chaos niet groter maken. Ik vind: politici moeten constructief zijn.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ja, maar het is natuurlijk niet alleen maar de keuze tussen wel populistisch of niet populistisch. Het is ook dat hier alles op het spel stond wat we nodig hebben om de samenleving goed in te richten, om goed met elkaar samen te kunnen leven hier, om problemen te kunnen oplossen. En daar heb je die democratische rechtsstaat voor nodig. Daarvoor heb je respect voor de democratische rechtsstaat nodig, respect voor de Grondwet.
Het CDA heeft toch destijds besloten om niet samen met bijvoorbeeld de Partij voor de Dieren te zeggen: ja, maar een kabinet met bewindslieden die er gewoon racistisch gedachtengoed op nahouden, dat kunnen we niet steunen, en een kabinet waarvan we nu al kunnen zien dat het alles en iedereen de schuld gaat geven, met hele grote schade tot gevolg, en dat rechters de schuld geeft van alles, gaat voor zulke grote schade zorgen, dat we hier een streep trekken. Dat is ook verantwoordelijkheid nemen. Dat is namelijk blijven staan voor je democratische ethos en met elkaar die democratische rechtsstaat echt beschermen tegen alle aanvallen die dit kabinet erop heeft gepleegd.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik denk dat mevrouw Ouwehand heeft gezien dat wij die democratische rechtsstaat steeds juist overeind hebben gehouden. Het CDA heeft niet dit kabinet gesteund. Er waren vier coalitiepartijen die de basis vormden voor dit kabinet. Het CDA was daar geen onderdeel van, dus als u zegt dat het CDA het kabinet heeft gesteund, dan is dat iets wat niet klopt. De steun voor dit kabinet kwam bij vier coalitiepartijen vandaan. Die hebben dit kabinet in de benen geholpen en in de benen gehouden. Wij waren ook niet in staat het kabinet weg te sturen, want wij vormen geen onderdeel van die vier coalitiepartijen. Er zijn ook moties vanuit de coalitie geweest die u bijvoorbeeld ook gesteund heeft. Is dat dan ook steun? Als u consequent was geweest, zeg ik tegen mevrouw Ouwehand, had u niks meer gesteund. Niks, geen enkele begroting, geen enkele motie. Dan had u ook geen enkele motie met die partijen ingediend. Dat heeft u eigenlijk wel gezegd, maar ook niet gedaan. Deze vorm van samenwerken past u namelijk niet en past mij ook niet. We hebben allemaal gezocht naar hoe we Nederland wel verder kunnen helpen — we voelen hier allemaal onze verantwoordelijkheid voor Nederland — en daarbij wel steeds grenzen kunnen trekken bij het gedrag van dit kabinet. Ik heb dit op heel veel manieren geprobeerd. Ik denk dat het CDA dat oprecht heeft gedaan. Heel eerlijk gezegd, ik zou het ook niet anders gedaan hebben.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
De heer Bontenbal heeft gelijk: hij heeft dit kabinet niet gevormd. Het zijn deze partijen geweest — de VVD draagt de grootste verantwoordelijkheid — die dit hebben geformeerd. Alleen al dit geluid na dit gezegd te hebben is mij meer dan de moeite waard.
De heer Bontenbal (CDA):
U bent weer terug.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik ben weer terug, ja. Maar vanuit de oppositie konden we wel met elkaar zeggen: we hebben niet de meerderheid, want die partijen hebben dat met elkaar gecheft ... Maar met de grootst mogelijke minderheid hadden wij, de volledige oppositie, kunnen zeggen: dit gaat zo veel schade aanrichten aan Nederland, dat dit wat ons betreft niet begint. Dat heeft het CDA niet gedaan. Daar heb ik naar gevraagd: zou de heer Bontenbal dat nu anders doen? De Partij voor de Dieren heeft geen enkele begroting gesteund. Die hele Miljoenennota? Niks daarvan. Betere plannen, waar Nederland echt van opknapt: dan kun je de steun van de Partij van de Dieren krijgen; voor wat het waard is met onze drie zetels. Anders niet. Tussentijds hebben wij inderdaad wel moties en plannen gesteund. Want ik erken met de heer Bontenbal dat je ook in een dilemma komt. Je kunt niet alles wat misschien een beetje een verbetering zou kunnen zijn, wegstemmen. Maar een fundamenteel signaal vanuit de oppositie ... Hier staan we voor een historische keuze: staan we voor de rechtsstaat of niet? Daar heb ik naar gevraagd en ik hoop dat de heer Bontenbal met zijn democratisch ethos daar toch nog eens over na wil denken als we weer de verkiezingscampagne ingaan.
De heer Bontenbal (CDA):
Nou, daar hoef ik eigenlijk niet over na te denken, want dat hebben wij de afgelopen anderhalf jaar steeds in onze fractie gedaan. Elke fractievergadering hadden wij het over: wat steunen we wel en wat steunen we niet, wanneer is het voor ons genoeg? Ik denk dat wij oprecht en integer keuzes hebben gemaakt. Ik zou het eigenlijk weer precies op dezelfde manier doen. U geeft zelf aan dat het een dilemma is. U zegt ook niet: ik heb alle amendementen verworpen. U zegt ook niet: ik heb alle moties weggestemd. U heeft ook ergens zelf een midden gekozen, omdat u, zoals u zelf toegeeft, een dilemma ervaart. Dat hebben wij allemaal ervaren. Wij zijn, denk ik, net iets meer bereid om die maatregelen voor onze kap te nemen waarvan wij denken dat die Nederland verder helpen. Daarin zit wel een kleurverschil tussen mijn partij en uw partij. Het CDA is een partij die altijd verantwoordelijkheid voor Nederland wil nemen, en dat zullen we tot het einde der tijden blijven doen.
De voorzitter:
Tot het eind der tijden zelfs! Ik geef graag het woord aan de heer Van Baarle. Na de heer Van Baarle ga ik schorsen voor de lunch. Dan kunnen we allemaal gratis kweekvlees eten, ongetwijfeld op kosten van de heer Dassen. Het woord is aan de heer Van Baarle.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter. Het kabinet met de meest racistische denkbeelden ooit is gevallen. Het eerste extreemrechtse kabinet sinds de Tweede Wereldoorlog is weg. Heel veel mensen in het land hebben het gevoel: eindelijk! Eindelijk valt die regering die Israël tot op het bot steunt en wegkijkt van de genocide in Gaza. Eindelijk mogen die islamhaters niet meer in vak K zitten. Eindelijk zijn mensen met racistische ideeën uit het kabinet. Een jaar lang hebben mensen moeten toekijken hoe dit extreemrechtse kabinet een ramp voor ons land was. Mensen zagen hoe dit kabinet mensen tot op het bot beledigde omdat ze moslim zijn, hoe dit kabinet klakkeloos achter Netanyahu aanliep en niks gaf om de mensen in Gaza en hoe dit kabinet niets betekende voor de mensen in ons land. Dit kabinet was een ramp en een dieptepunt.
De mensen die dit kabinet mogelijk hebben gemaakt zijn daardoor geen haar beter dan Geert Wilders. Al die politici, Dilan Yeşilgöz voorop, hebben hoogstpersoonlijk de rechten van Nederlanders ingeruild voor de macht. Ze hebben gedanst met discriminatie. Schaam je hiervoor, zeg ik tegen mevrouw Yeşilgöz. Dit is háár puinhoop. Dit is háár ruïne. Schaam je, mevrouw Yeşilgöz. De VVD en mevrouw Yeşilgöz zijn niets meer dan PVV'ers in andere kleding.
Tegen Nederland zeg ik vandaag: Geert Wilders gaat hier niet stoppen. Hij vindt het kabinet met de meest racistische denkbeelden ooit zelfs niet racistisch genoeg. Hij wil premier worden en zal pas stoppen als zíjn maatregelen tegen moslims en de islam doorgevoerd worden. Wij moeten hier politiek tegen in verzet komen. De komende verkiezingen zijn een strijd voor onze rechten. De meerderheid van deze Kamer werkte samen met Geert Wilders. Op anderen kunnen wij dus niet bouwen. Wíj moeten sterk worden. Wíj moeten het tegengeluid zijn. Want als wij het zelf niet doen, doet niemand anders het. Nu is het moment om op te staan voor je rechten en de komende verkiezingen zijn daarbij allesbepalend.
Voorzitter. Het pijnlijkste dieptepunt van deze regering is hoe er al negentien maanden weggekeken wordt van de genocide in Gaza. Meer dan 50.000 doden, verhongering als wapen, bommen op vluchtelingenkampen, bommen op ziekenhuizen, beelden van kinderen die levend verbrand zijn, hulpverleners die doodgeschoten werden, steeds meer land dat wordt geroofd door zionistische dieven; deze regering van Wilders en Yeşilgöz keek willens en wetens weg, bleef Israël steunen en is daarmee medeplichtig. Ik zeg tegen de premier: u heeft geen excuses meer. Die had u al niet, maar die zijn nu niet eens meer te verzinnen.
De coalitie is gevallen en niets, maar dan ook niets staat u in de weg om maatregelen tegen Israël te nemen. Doe dit, want u bent nu medeplichtig. Door uw nietsdoen bent u medeplichtig. U zal de geschiedenis ingaan als de premier die de genocide in Gaza ondersteunde, als u niets blijft doen. Erken daarom de Palestijnse Staat, stop de wapenhandel met Israël, stop de economische samenwerking met Israël, neem keiharde sancties tegen Israël en de Israëlische regering en neem keiharde sancties tegen iedereen die bijdraagt aan illegale nederzettingen. Nietsdoen is geen optie; trek een rode lijn.
De voorzitter:
Ik schors tot 13.00 uur.
Mededelingen
Mededelingen
Mededelingen
Regeling van werkzaamheden
Regeling van werkzaamheden
Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Aan de orde is een korte regeling van werkzaamheden.
Ik deel aan de Kamer mee dat voor de volgende debatten de termijn voor toekenning is verlengd:
- het dertigledendebat over het rapport van de VN over vrouwenrechten die onder grote druk staan;
- het dertigledendebat over de verkenning inzake het wettelijk minimumjeugdloon van het ministerie van SZW;
- het dertigledendebat over financiële achteruitgang voor medewerkers van sociaal ontwikkelbedrijven door nieuwe belastingmaatregelen;
- het dertigledendebat over de pfas-vervuiling op en rond Schiphol.
Op verzoek van de fractie van de Partij voor de Dieren benoem ik in de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur het lid Ouwehand tot lid in plaats van het lid Kostić en het lid Kostić tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Teunissen.
Op verzoek van de fractie van de VVD benoem ik in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Richardson tot lid in de bestaande vacature.
Termijn inbreng
De voorzitter:
Ik geef graag het woord aan mevrouw Yeşilgöz van de fractie van de VVD. Het woord is aan haar.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Voorzitter. Geert Wilders laat Nederland in de steek. In ongekend onzekere tijden waarbij een oorlog op ons continent dreigt te escaleren, misschien wel een economische crisis op ons afkomt, op het moment dat mensen thuis wakker liggen van hoge rekeningen, het feit dat er te weinig huizen worden gebouwd en er een te hoge asielinstroom is, gaat hij weg, loopt hij weg. Dat vind ik onvolwassen en onverantwoordelijk.
Het was ook niet nodig. Iedereen was het eens over strenge asielmaatregelen en migratiebeleid en over dat er minder mensen ons land in moeten komen. Deze coalitie is het daar vanaf het begin over eens. We hebben niet voor niets ruim 58 maatregelen met elkaar afgesproken in het hoofdlijnenakkoord om dit ook te bereiken. Er waren helemaal geen blokkades om daar maatregelen aan toe te voegen. Er was alle ruimte om nieuwe maatregelen die gesuggereerd werden uit te werken, zodat ze, als ze konden en ze de asielinstroom naar beneden zouden krijgen, ook uitgevoerd konden worden. Wij hebben met elkaar, met drie partijen, vol politiek commitment uitgesproken. Maar het werd ons vrij snel duidelijk dat het niet over de inhoud ging, niet over asiel ging, maar dat Geert Wilders er gewoon klaar mee was. Hij wilde nergens over praten, maar liever weglopen.
Voorzitter. Dit was de kans. We wilden als VVD al zolang het asielprobleem aanpakken. Dit was voor het eerst dat we een rechtse meerderheid hadden om ook daadwerkelijk het verschil te kunnen maken, niet alleen op dat onderwerp, maar ook op een aantal andere onderwerpen waarbij we met een rechtse meerderheid het verschil konden maken voor dit land, voor Nederlanders. U heeft mij gisteren gehoord. Ik vind het verschrikkelijk jammer — ik druk me nu heel mild uit — dat Geert Wilders daar zo onvoorzichtig mee omgegaan is. Hij laat alle kiezers, niet alleen zijn kiezers maar alle rechtse kiezers, keihard vallen — alweer.
Maar, voorzitter, we kijken vooruit. Want Nederland heeft er niets aan als we hierin blijven hangen. Dus ik moet ook verder. Ik moet voorbij mijn woede. Ik moet voorbij mijn teleurstelling. Ik wil ook graag vooruitkijken. Want wij gaan door met ons werk. Wij liberalen nemen altijd onze verantwoordelijkheid. Dat betekent dat de asielwetten die op de plank liggen, er gewoon moeten komen, dat we totdat die verkiezingen er zijn — wat ons betreft is dat zo snel mogelijk — vol aan de bak zijn om die asielwetten en -maatregelen voor elkaar te krijgen. Dat betekent dat ons land veilig gehouden wordt, dat we investeren in defensie, dat we het ongelofelijk goed doen als gastland bij de NAVO-top. Dat betekent dat we onafhankelijker worden op het gebied van onze energie en grondstoffen, dat we ons land sterk maken met verstandig financieel beleid. Ik wil aan het kabinet en aan de minister-president vragen hoe hij dat voor zich ziet en of het kabinet er echt voortvarend mee aan de slag kan blijven gaan, zodat we niet stilstaan. Want stilstand zou denk ik het allerergst zijn.
Voorzitter. Wij gaan vol, vol aan de bak daarmee. Ik hoop op samenwerking met de collega's hier in de Kamer, van links tot rechts, om ervoor te zorgen dat we stilstand met elkaar vermijden en — dit is mijn persoonlijke toevoeging — dat we dat rechtse liberale beleid voort kunnen zetten. Dat is het beleid waar wij zo voorstander van zijn, waar we misschien na de verkiezingen geen meerderheid meer voor kunnen krijgen. Voor de komende tijd heeft het land nu duidelijkheid en een sterk kabinet nodig. Ik zei het al: wat de VVD betreft komen er heel snel verkiezingen, zodat de kiezers, de mensen thuis, zich kunnen uitspreken over welke kant zij willen dat het land nu op gaat.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Een vraag van de heer Dassen.
De heer Dassen (Volt):
Het is onverantwoord dat de PVV de stekker uit dit kabinet trekt terwijl er een oorlog op het continent is; dat is wat ik mevrouw Yeşilgöz hoor zeggen. Maar dit wisten we toch? We wisten toch dat de PVV een onbetrouwbare partner is? We wisten toch dat de PVV alleen maar uit is op chaos? Mevrouw Yeşilgöz zegt net ook dat hij helemaal niet bereid is om bij te dragen en die betere toekomst mogelijk te maken. Dus ik vraag me af: zijn dit dan niet een beetje krokodillentranen van de VVD, als we dit allemaal wisten en zagen aankomen?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik zal de heer Dassen iets meer vertellen over wat democratie betekent. Ik geef hem even zijn moment om zich te herpakken. Daar gaan we. Op het moment dat we verkiezingen in ons land hebben en een partij de grootste wordt — niet alleen een partij die heel lang in de oppositie heeft gezeten krijgt nu een kans, maar ook andere nieuwe partijen krijgen echt mandaat van de kiezer — zegt de kiezer: jullie mogen aan de slag. Dat betekent dat de kiezer zich heeft uitgesproken — dit debat hebben we eerder gehad — en heel duidelijk heeft gezegd: dingen moeten anders gaan dan hoe ze gingen. Ik heb mij dat aangetrokken als leider van de VVD. Ik vind het ook mijn taak. Ik ben om tafel gegaan. We hebben met elkaar op papier hele duidelijke afspraken gemaakt over hoe het ook anders kon gaan, wat ik ook heel belangrijk vind. We zijn daar vervolgens mee begonnen.
De teleurstelling bij mij is zeer groot dat dat gisteren op deze manier is afgelopen. Dat was absoluut nergens voor nodig. Er was niet eens een conflict. We waren het gewoon eens. Maar als bij een van de partijen iemand zegt dat hij liever wegloopt, dat hij de verantwoordelijkheid niet meer trekt, dat zijn ministers niet leveren en dat hij het allemaal niet meer aankan, dan is dat waar we mee geconfronteerd worden. Maar het hoort ook in onze democratie dat partijen een kans krijgen. Geert Wilders heeft deze kans van de kiezer gekregen. Hij heeft diezelfde kiezer keihard laten vallen. Dus het is eerst de vraag aan de kiezer hoe die ernaar kijkt. Dat zullen we binnenkort horen.
De heer Dassen (Volt):
Ik zal mevrouw Yeşilgöz dan nu een lesje democratie geven. Al die 150 zetels zijn allemaal net zo veel waard. Het is niet zo dat de 37 zetels van de PVV meer waard zijn dan de andere zetels. 75% van de mensen heeft niet op de PVV gestemd. Je had ook andere samenwerkingsverbanden aan kunnen gaan in dit huis. Daar heeft de VVD absoluut niet voor gekozen …
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Klopt.
De heer Dassen (Volt):
… terwijl de VVD wist dat de PVV weer zou breken op het moment dat het lastig zou worden. De VVD wist ook dat op het moment dat je met de PVV aan de slag gaat het stikstofprobleem niet wordt opgelost, waardoor ondernemers niet aan de slag kunnen, en dat er niet wordt geïnvesteerd in innovatie, waardoor we juist de economie van de toekomst geen vorm kunnen geven. We zien ook dat veiligheid niet in goede handen is bij de heer Wilders. Die heeft gisteren nog gestemd tegen de NAVO-norm van 3,5%. Dat is volgens mij zeer belangrijk richting de NAVO-top. Dus mevrouw Yeşilgöz, is dit niet gewoon een gefaald experiment en een compleet verkeerde inschatting van de VVD geweest?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Nogmaals, ik neem de kiezer serieus. Vervolgens wordt hier gezegd dat bijvoorbeeld veiligheid niet in goede handen is bij de PVV. Dat is ook waarom het in handen van de VVD is. Dat is ook waarom we het afgelopen jaar 4 miljard hebben kunnen investeren in defensie. De motie waar u het over heeft, is ingediend door mijn collega van de VVD. We hebben ervoor gezorgd dat we Oekraïne blijven steunen. We hebben ervoor gezorgd dat we ondernemers en middeninkomens kunnen steunen. Dat deden we allemaal het afgelopen jaar.
En ja, ik had uitgekeken naar de komende jaren, waarin we nog meer van onze eigen ideeën als VVD voor elkaar hadden kunnen krijgen, en ik had ook gehoopt dat we echt werk hadden kunnen maken van die beperkende maatregelen op asiel. Zoals aangegeven zullen wij de komende tijd ons best doen om die alsnog erdoor te krijgen. Maar dit is hoe dat werkt. Degene die de verantwoordelijkheid draagt voor het feit dat dit allemaal stopt, zit daar. Die staat niet hier. Maar ik ga mijn verantwoordelijkheid vanuit elke plek pakken en wij gaan door met het realiseren van al die punten, waar ik Volt zelden als medestander op heb gezien.
De heer Dassen (Volt):
We hebben zitten kijken naar achttien maanden complete stilstand. Er is werkelijk waar niks gebeurd. Mensen zijn er niet op vooruit gegaan. Er zijn geen woningen bij gekomen. Op het gebied van klimaat hebben we geen stappen gezet. Als het gaat om de economie, is er alleen maar geconsumeerd in het nu en wordt er niet geïnvesteerd in de toekomst. Kortom, de VVD heeft alleen maar vanwege asiel al die andere belangrijke onderwerpen voor Nederland aan de kant gezet, in de hoop dat ze er zelf beter van zou worden. Daarmee heeft ze onze veiligheid, onze economie en onze toekomst op het spel gezet. Ik vraag nogmaals aan mevrouw Yeşilgöz of zij van plan is om na de volgende verkiezingen nogmaals met de PVV in een kabinet te stappen en Nederland nog langer stil te zetten.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
De heer Dassen gebruikt grote woorden, maar die kloppen niet. Kijk naar de investeringen die we juist wel hebben gedaan, alleen al het afgelopen jaar. Er zijn miljarden geïnvesteerd in onze veiligheid, de veiligheid van Nederlanders, onze defensie, onze nationale veiligheid. Er is een aanvalsplan om de industrie hier te behouden. Als je kijkt naar alle voorbeelden die ik zojuist noemde, dan is dat alles behalve stilstand. Als de heer Dassen zegt "maar er had veel meer gekund" of "had je niet door willen gaan, zodat je meer had kunnen doen", dan zeg ik: ja, dat is absoluut waar. Maar er is wat de VVD en onze ministers betreft geen sprake geweest van stilstand. Ik ben ontzettend trots dat ze bereid zijn om de komende tijd, tot de verkiezingen, keihard door te werken op al die andere domeinen die nu vrij zijn gekomen omdat de PVV'ers eruit zijn gestapt.
De heer Stoffer (SGP):
Dat is een heldere bijdrage van mevrouw Yeşilgöz. Goed om te horen dat in ieder geval de VVD zich er ook de komende maanden hard voor inzet om Nederland een stukje vooruit te helpen. Ik ben eigenlijk wel benieuwd naar het volgende. Er ligt ook een hoofdlijnenakkoord. Hoe wordt dat nu geïnterpreteerd? Worden daar delen uit gehaald? Wordt getracht om het geheel nog een stap verder te brengen? Ik wil daar heel specifiek één onderdeel uit halen. Dat gaat over iets wat ons in ieder geval erg aan het hart gaat, de boeren, de tuinders en de vissers. In het hoofdlijnenakkoord wordt gezegd dat er ook voor hen weer een toekomst moet komen. Die is nu best wel heel ongewis. Er staan onder andere uitspraken als: "Er wordt niet gestuurd op gedwongen krimp van de veestapel. Er komt geen gedwongen onteigening. De kritische depositiewaarde gaat uit de wet." Mijn vraag gaat natuurlijk over het hoofdlijnenakkoord in bredere zin, maar kan ik ervan uitgaan dat de VVD ook op deze specifieke onderdelen gewoon doorzet en er de komende maanden voor gaat zorgen dat er wel perspectief gaat komen voor boeren, vissers en tuinders? Dat hebben ze namelijk heel, heel, heel hard nodig.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dat deel ik volledig met de heer Stoffer. Onze boeren, onze ondernemers, eigenlijk iedereen in dit land die erop wacht dat we dit probleem oplossen zodat we vooruit kunnen, heeft recht op perspectief. Dus ja, daar zullen we ook keihard aan blijven werken; dat is evident. De eerste vraag van de heer Stoffer was: hoe zit het precies met het hoofdlijnenakkoord? Een hele terechte vraag. Dit is allemaal net 24 uur geleden gebeurd, dus wij moeten ook met elkaar gaan zitten om te kijken wat dit betekent. Ik ben er in ieder geval blij mee dat we met drie partijen bereid zijn om die verantwoordelijkheid te blijven dragen tot de volgende verkiezingen. En zoals ik al aangaf, van alle zaken die wij belangrijk vinden — en daar zitten heel veel gedeelde uitdagingen bij, maar ook zaken die ik als VVD'er altijd specifiek naar voren heb gebracht zoals onze veiligheid en onze ondernemers, die de heer Stoffer nu aanhaalt — hoop ik dat we de afspraken overeind houden en er met elkaar mee doorgaan. Maar we moeten daar ook met z'n drieën heel eerlijk bij stilstaan. En zoals dat ook het geval was met z'n vieren, zullen we ook alle steun nodig hebben van andere partijen die die ideeën ondersteunen, zowel in de Tweede Kamer als Eerste Kamer. Dus ik vertrouw er ook op dat we heel snel weer bij de heer Stoffer terugkomen met: dit is hoe we verder willen gaan; kunt u ons op die onderdelen, of misschien wel op alles, steunen?
De heer Stoffer (SGP):
De deur staat altijd open en de koffie staat klaar. Goeie koffie.
Nog één specifieke vraag. Goed dat mevrouw Yeşilgöz ook die doorkijk maakt. Ik snap dat het nu te vroeg is, maar er zit natuurlijk ook een zomerreces aan te komen, met een week of vijf. Heeft mevrouw Yeşilgöz enig zicht op wanneer zij denkt dat ze met z'n drieën hiermee naar buiten komen? De VVD is nu natuurlijk de grootste partij in het overgebleven kabinet. Maar is dat met één week, met twee weken? Krijgt Nederland, zeg maar, voor de zomer helderheid over waar we in de komende periode nog naartoe koersen?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Absoluut, wat mij betreft wel. Ik zei net al in mijn inbreng dat ik zou willen dat we zo snel mogelijk verkiezingen hebben. Nou, dat betekent dat de ruimte tot de volgende verkiezingen overzichtelijk is en dat je tempo moet maken, zeker als je dingen wilt bereiken waarvoor hier in het verleden geen meerderheid te vinden was, bijvoorbeeld maatregelen om migratie te beperken. Dat betekent gewoon dat we vaart moeten maken. Dus wat mij betreft zijn we daar met elkaar snel uit. Ik denk dat de collega's dat ook willen, maar we moeten ook met elkaar laten bezinken wat er gebeurd is en vooruitkijken. Maar dat vooruitkijken gaan we wat mij betreft vanaf nu met elkaar doen. Daarom sta ik hier ook met dit verhaal. Dus: zo snel mogelijk, absoluut.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter. Heeft de VVD overwogen om wél de handtekening te zetten bij het tienpuntenplan van de heer Wilders?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Nou, dat had prima gekund, als de heer Wilders bereid was geweest om ons, de coalitiepartners, iets meer mee te geven over wat hij per punt precies bedoelde, of een lichte uitwerking. Hij had het zelf kunnen doen; zijn woordvoerder Asiel had dat kunnen doen; minister Faber, zijn eigen minister, had dat kunnen doen. Dit is volgens mij week drie waarin we het over zo'n asielplan van de PVV hebben, dus wat mij betreft had het gewoon al deze week in de ministerraad kunnen liggen, vanuit minister Faber. Maar het is wel handig als iemand een idee heeft, als je van iemand iets meer dan één regel hoort over wat daar dan nog achter zit. Maar tot dat gesprek kwamen we niet eens. Ja, en dan ziet u nu het resultaat.
De heer Eerdmans (JA21):
Dat snap ik. Maar je kan het ook omdraaien. Je kunt ook zeggen: "Hé, die maatregelen, daar zijn we het eigenlijk gewoon mee eens. We zetten als VVD die handtekening en gaan daarna eens kijken naar de uitvoering." Want je laat nu de hele boel klappen. Ik heb dat de heer Wilders verweten, maar ja, die bal kan je ook bij de VVD neerleggen. Zonde, want dan is alles wel van tafel. En dit waren punten waar jullie het eigenlijk volledig mee eens waren. Dus wat heeft het nou belet om het andersom te doen en te zeggen: "Oké, Wilders, jij krijgt je tien punten. En nota bene je eigen minister moet het ook gaan uitvoeren"? Ik begrijp dat dat best lastig is als je naar de beperkingen kijkt, maar dan had je in ieder geval nog een kabinet gehad.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Wat wij echt niet wilden, was weken onderhandelen. Dat heb ik heel vroeg in die drie weken al aangegeven: "Ik ga niet wekenlang in een hok zitten over dingen waar ik het al over eens ben. Alles wat kan bijdragen om de asielinstroom naar beneden te brengen — en dat kan je — gaan we gewoon doen." En dan ga je er ook niet lullig over doen. Als je zegt dat het had gekund als we andere wetten hadden gehad, zoals de twee statussen, dan had je al een paar van die punten van de heer Wilders kunnen doen, als minister Faber vaart had gemaakt en het nu in de Eerste Kamer lag en we daar een debat over hadden gehad. Dan hadden we alweer een hele stap verder kunnen zijn op een aantal van die punten. Want andersom hebben wij het wel degelijk gedaan; ik heb het in ieder geval geprobeerd gisterochtend. Ik heb gezegd: "Nou, laten we het dan op papier zetten", en "een motie waarin we zeggen: hierbij commitment op die tien punten — eigenlijk precies zoals de heer Eerdmans zegt — en laat het kabinet dit dan zo snel mogelijk oppakken, uitvoeren, uitwerken." Ik kon mijn zin niet eens afmaken, ik kon de motie niet delen. De heer Wilders was wel duidelijk: ik ga gewoon weglopen. Dus de heer Eerdmans is denk ik terecht op zoek naar of hier inhoudelijk nog iets in had gezeten. Maar mijn taxatie — en dat heeft de heer Eerdmans de afgelopen 24 uur ook gehoord — was dit. In het begin van de week werd mij al heel duidelijk: dit gaat helemaal niet over inhoud; dit gaat over iemand die een uitweg zoekt.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik ben ontzettend op zoek naar een antwoord op de vraag hoe we dit hadden kunnen voorkomen. Volgens mij is het gewoon een faux pas. Als hij gewoon op zoek was naar een uitweg, dan had de VVD het hem verdomd moeilijk gemaakt — ik ga diezelfde vraag aan mevrouw Van der Plas en mevrouw Van Vroonhoven stellen — door te tekenen. Dan had hij namelijk helemaal geen verhaal gehad. Wat had hij dan moeten zeggen? Had hij dan moeten zeggen: ze willen allemaal meedoen, maar ik ga er toch mee stoppen? Dat is toch geen verhaal? Nogmaals, ik vind het echt een verkeerde inschatting om, als jullie het inhoudelijk met elkaar eens waren, die handtekening niet toch te zetten en daarna naar de vormgeving te kijken. Daar is zat tijd voor. Jullie hadden daar weken voor uit kunnen trekken om ook met NSC, met alles erbij, te kijken hoe jullie dat gaan vormgeven. Het is nota bene de eigen minister die het moet gaan uitvoeren. Ik snap het oprecht niet.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Het stond op papier. We hadden die motie, waarover ik het net had, gewoon kunnen indienen. Geert Wilders wilde niet. Dus even de feiten: over precies die route waarover de heer Eerdmans het heeft, zei Geert Wilders dat hij dat niet gaat doen. Vervolgens zegt de heer Eerdmans dat wij daar weken voor hadden kunnen nemen. Ik wacht nu al ruim een jaar op de uitwerking van de ruim 58 maatregelen die gericht zijn op asiel, arbeid en studie. Ik wil geen tijd meer verliezen. Dit is voor mij geen politieke exercitie waarover we hier de hele dag met elkaar debatteren of ruzie kunnen maken. Ik wil het verschil maken voor de mensen thuis. Ik wil dat we dit gesprek over vijf jaar niet meer hoeven te hebben. We zijn dus geen klap dichterbij gekomen nu we nou net de kans hadden met een rechtse meerderheid. De heer Eerdmans vraagt of we niet nog meer hadden kunnen doen. Dan heb je dus te maken met iemand die weg wil lopen, met iemand die elke twee maanden met een nieuw trucje komt; als hij nu wil weglopen, dan wil hij dat volgende week namelijk nog steeds. Dan mag de heer Eerdmans mij uitleggen hoe dat de stabiliteit van het landsbestuur verder had geholpen. Ik heb stabiele, betrouwbare partners nodig om ervoor te zorgen dat we Nederland veilig en welvarend houden, dat er daadwerkelijk minder mensen hiernaartoe komen en dat we daadwerkelijk ruimte bieden aan ondernemers, aan de hardwerkende Nederlander. Als ik dat moet doen met iemand die de hele dag op zoek is naar een uitweg, als dat de situatie is, dan zal ik daar ook eerlijk over moet zijn. Dat zal de heer Eerdmans met mij eens zijn.
De heer Baudet (FVD):
Het gebeurt niet supervaak dat ik het zo eens ben met mevrouw Yeşilgöz, maar nu wel een beetje, geloof ik. Ik zat al even aan mezelf te twijfelen. Het is een buitengewoon merkwaardige situatie die is opgetreden. De tien punten van de heer Wilders moesten inderdaad nog worden uitgewerkt, maar in feite staan die ook al in het hoofdlijnenakkoord, dus er is eigenlijk niets nieuws. De partijen zijn daar ook mee akkoord gegaan. Ik snap dat er nog allerlei debatten en discussies op volgen, maar van een fundamenteel meningsverschil of iets … Ik kan het in ieder geval niet terugvinden in deze hele geschiedenis. Behalve over Israël-Gaza; daar zie ik wel een fundamenteel meningsverschil. Daarom was mijn vraag of het dat zou kunnen zijn. In een kort interruptiedebatje dat ik net met de heer Wilders had, zei hij dat het meningsverschil was dat de PVV bepaald beleid wil overnemen van België, Oostenrijk en Duitsland met betrekking tot een asielstop en het inperken van nareis, en dan niet over een aantal maanden, maar per direct. Toen heb ik gezegd dat dat nieuwe informatie voor mij is, die ik zo ga verifiëren bij mevrouw Yeşilgöz. Dat doe ik dus bij dezen. Zou u daarop willen reageren? Voor ons was dat namelijk nieuwe informatie.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
We hebben niet uitvoerig over die punten gesproken. Iedereen heeft zijn eigen deel daarvan op tafel gelegd, maar we hebben daar niet uitvoerig bij stilgestaan. Al zet ik mijn handtekening eronder, daarmee is het niet gebeurd. Dat vind ik er zo ingewikkeld aan. Ik heb geen toverstaf waarmee het in dit land geregeld is. We hebben dus ook gevraagd … Ik zeg "we", want we waren met z'n drieën. Het gebeurt niet vaak dat de drie anderen op één lijn zitten, zeg ik tegen de heer Baudet. Dat was opmerkelijk. Omdat er echt niet zo veel aan de hand was, hebben we gezegd: "Dat kan. Dan kijk je naar die andere landen. Hoe doen zij dat? Hoe ziet dat eruit? Kan dat binnen ons stelsel? Wat is daarvoor nodig?" Ik denk dat onder andere een tweestatusstelsel nodig is om onderdelen daarvan te bereiken. Had minister Faber vaart gemaakt, dan hadden we geweten hoe we ervoor stonden. Dat ga ik nu hopelijk wel met de overgebleven coalitiepartners voor elkaar krijgen. Maar als je dit gesprek niet één millimeter verder kunt brengen en er alleen maar tegen je wordt gezegd "ik heb nu commitment nodig, want het gaan dan nú in" … Zo werkt een democratie niet, zo werkt een rechtsstaat niet. Als je daarbinnen dingen wil realiseren, zul je toch moeten weten hoe je dat kunt doen. Wij zijn met z'n drieën heel duidelijk geweest: voor alles wat kan en de instroom naar beneden brengt, heb je politiek mandaat; doe je ding. Maar daarvoor heb je uiteindelijk toch je eigen minister nodig, die verantwoordelijk is voor die uitvoering. Ik ben dat niet. Dus je kunt mij onder druk zetten en je kunt mij daar in dat kamertje gijzelen, maar het is je eigen minister die het moet doen. Ik sta hier politiek dus niet in de weg. Ik heb ook toegevoegd dat mijn ministers in het kabinet je niet achteraf in de weg gaan staan. Ik heb gezegd: doe dit gewoon degelijk en snel, dan hoef je niet wekenlang met mij in een hok; dat gaat namelijk het verschil niet maken in de praktijk. De vraag is dus of het echt over de inhoud gaat. Ik denk van niet, maar stel dat het daar wel over ging: wil je dan een politieke show of wil je echt het verschil maken? Als je echt het verschil had willen maken, dan had je drie weken geleden gezegd: dit is mijn plan en het kabinet kan ermee aan de slag. Het kabinet had het dan deze week in voltallige positie in de ministerraad kunnen bespreken. Dan hadden we het kunnen doen. Dat had verschil gemaakt voor de mensen thuis. Dat is waar mijn frustratie en boosheid gisteren ook vandaan kwamen. Daar ging het allemaal niet over. Dit ging over iemand die voor de tweede keer, terwijl het land in een moeilijke situatie zit, ook met zo veel chaos en ellende om ons heen, internationaal, zegt: "Weet je wat? Het is mij te moeilijk. Ik loop weg."
De voorzitter:
Uw laatste interruptie.
De heer Baudet (FVD):
Ik probeer het echt te begrijpen. Wat is hier nou gebeurd? Ik ben het geheel met mevrouw Yeşilgöz eens dat regeren per decreet, per tweet of per motie natuurlijk niet serieus is. Dat is niet hoe het gaat. Je moet het daadwerkelijk uitwerken en dat soort zaken. Maar tot op heden zag ik mezelf toch altijd als veel dichter bij de PVV staand, veel dichter bij Geert Wilders staand, dan bij veel andere partijen in dit parlement. Ik had ook wel het idee dat het een partij was die echt dezelfde dingen wil wat betreft immigratie en zo als wijzelf. Is het dan zo dat de heer Wilders, in uw analyse, teleurgesteld is geraakt in minister Faber en dat probleem uit de weg wilde gaan, dus het probleem dat mevrouw Faber het niet deed? Of is het zo dat mevrouw Faber tegen werd gehouden door de heer Wilders, omdat daar eigenlijk de politieke wil ontbreekt om daadwerkelijk iets in de praktijk te brengen? Als ik uw woorden hoor — dat is ook wat we hebben gezien en wat we in het hoofdlijnenakkoord hebben teruggevonden — lag het inhoudelijk eigenlijk al op een rijtje klaar. De bal lag voor het doel. De keeper zat hier ergens achter in de oppositiebankjes; daar hoefden we niets van te vrezen! Je hoefde de bal alleen maar in het doel te schieten. Waarom is dit nou niet gebeurd? Wat is uw analyse?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik snap de zoektocht naar wat hier nou is gebeurd. Misschien heeft de heer Baudet gezien dat ik daar gisteren ook nog naar op zoek was en dat een deel van de frustratie daar ook vandaan komt. Ik kan me voorstellen dat — sterker nog, ik heb het zelf meegemaakt — als er echt grote verschillen zijn tussen coalitiepartijen en je met elkaar constateert dat je er niet samen uit kunt komen, je dit met elkaar kunt besluiten. Dat is heel pijnlijk. We hebben het afgelopen jaar heel veel meningsverschillen met elkaar gehad, maar nu was dat net niet het geval. Het was heel erg duidelijk dat het was opgezet om maar af te haken. Wat daar verder intern … Ik kan niet analyseren hoe dat binnen de PVV werkt. Ik constateer wel dat de ministers die verantwoordelijk waren voor verschillende delen van het beleid, waaronder asiel, waarover we het nu hebben, niet hebben geleverd. Dit gebeurt in een tijd waarin, als we naar het hoofdlijnenakkoord kijken, überhaupt op migratie bijna 60 maatregelen in detail waren afgesproken. Een heleboel daarvan komen bijvoorbeeld uit mijn verkiezingsprogramma. We willen die al heel lang. Daar ligt dus al heel veel voorbereiding voor, bedoel ik maar. Je had dus makkelijke stappen kunnen nemen om daar snel werk van te maken. Bovendien was er een meerderheid, die zou zeggen: goed bezig; daar zijn we vóór! Dan heb je te maken met ministers die niet leverden. Dit is dan blijkbaar waar het hele land vervolgens mee zit. We moeten opnieuw naar de stembus. We raken die rechtse meerderheid nu misschien wel kwijt.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Dit debat gaat natuurlijk niet alleen over vooruitkijken, maar ook over verantwoording afleggen over de afgelopen periode. Mevrouw Yeşilgöz verwijt de heer Wilders dat hij is weggelopen. Zij moet dan ook niet voor haar verantwoordelijkheid weglopen. In de eerste plaats stel ik vast dat zij wat zij de heer Wilders verwijt, exact hetzelfde heeft gedaan bij Rutte IV. Dat was ook omdat ze wilde breken. Er lag een akkoord op tafel dat eigenlijk bijna net zo ver gaat als wat er nu op tafel ligt. Ze heeft haar handen daarvan afgetrokken. Ze heeft daar — ik zeg het parlementair — niet de hele waarheid gesproken over nareis op nareis op nareis. Zo heeft ze de boel op scherp gezet en verkiezingen uitgelokt. Vervolgens heeft ze aan het begin van de campagne de deur opengezet voor de PVV, een deur die ferm gesloten was door haar voorganger als partijleider, want die had de pyromaan al een keer in huis gehaald — die stak de boel in de fik — en zei: dat ga ik niet nog een keer doen. Mevrouw Yeşilgöz zet de deur open voor de pyromaan, haalt hem naar binnen en komt nu klagen dat hij de boel in de fik heeft gestoken. Mede door uw zet om Wilders tot de macht toe te laten, heeft hij de verkiezingen gewonnen. Dat is een factor geweest bij zijn verkiezingswinst. Ik vind dat u tegenover de Kamer best verantwoording mag afleggen over waarom u dat heeft gedaan, want uiteindelijk heeft dit geleid tot het rechtste kabinet ooit in de Nederlandse parlementaire geschiedenis, en tevens het allerslechtste kabinet dat in de Nederlandse parlementaire geschiedenis heeft bestaan. Daar bent u, daar is mevrouw Yeşilgöz, zeg ik via u, meneer de voorzitter, de hoofdverantwoordelijke voor. Ik vind het niet meer dan netjes dat u dan ook in deze Kamer uitlegt waarom u dat heeft gedaan.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik leg verantwoording af richting mijn leden en de kiezer, maar ik beantwoord graag de vragen van de heer Timmermans. Dat zijn dus wel even de verhoudingen. Laat ik er vervolgens mee beginnen dat ik geen enkele spijt heb dat ik dit rechtste kabinet in ben gegaan, omdat dit mijn enige kans was om beleid voor elkaar te krijgen waar de PvdA-GroenLinks nooit voor te vinden zal zijn. Dat gaat over het beheersbaar krijgen van het aantal mensen dat ons land binnenkomt, zorgen dat ondernemers weer ruimte krijgen, zorgen dat we niet nivelleren, het gegeven dat werken moet lonen, en zelfs over investeringen in defensie, waar de PvdA gisteren tegen heeft gestemd. Kijk, als je dan kijkt naar met wie we de coalitie zijn aangegaan en wat we op papier hebben afgesproken, zie je dat dat precies was waar de kiezer thuis op zat te wachten. Dat is ook de reden dat ik gisteren zo pissig was en dat dat nog wel in mij zit, namelijk dat we het vervolgens niet hebben kunnen afmaken.
Kijk dan naar het vorige kabinet. Ik zie mevrouw Bikker hier staan. Zij en ik waren erbij en het CDA was erbij. Meneer Timmermans was er niet bij, dus die praat anderen na, maar ik zal hem vertellen wat daar gebeurd is. Daar hadden we een fundament… Ja, de heer Jetten was er ook bij. Dat is waar. Daar hadden we uiteindelijk, als je het afpelt, een fundamenteel verschil van inzicht tussen de ChristenUnie en de VVD, waarin we samen hebben geconstateerd dat we daar niet uitkwamen. Het pakket dat daar voorlag — in alle ambtelijke adviezen kunt u dat teruglezen — had het verschil waar Nederland naar snakt niet gemaakt, namelijk de instroom beheersbaar krijgen. En wat houdt dat in voor mij? Dat we hier plek hebben voor mensen die ons echt nodig hebben en dat we het onderscheid eerder maken richting degenen die ons niet echt nodig hebben. Zo simpel is dat en zo ingewikkeld is het om dat beleid vervolgens voor elkaar te krijgen. Dat was een fundamenteel verschil van inzicht. Dat zei ik al. Dat is in het verleden ook gebeurd. Dat is in het vorige kabinet ook gebeurd. Dan kan je zeggen: we kunnen niet meer samen verder. Nu was er geen enkel verschil van inzicht, geen enkel verschil. Dan moet je een andere conclusie trekken. Dan moet je zeggen: dit ging niet over de inhoud, maar over iemand die een uitweg zocht en die hier gevonden denkt te hebben. Dan is dat wat ik benoem.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Mevrouw Yeşilgöz gebruikt nu dezelfde argumentatie die de heer Wilders net gebruikte om zijn stap te verklaren. Exact dezelfde argumentatie gebruikt mevrouw Yeşilgöz over haar stap om Rutte IV op te blazen, exact dezelfde. Het is dus echt "de pot verwijt de ketel" als ze dan de heer Wilders verwijt dat hij weg is gelopen.
Maar laat ik het in termen formuleren die deze maanden in Amsterdam wel bekend zijn, en zeker bij mevrouw Yeşilgöz: helemaal niets. Uw kabinet heeft helemaal niets bereikt, helemaal niets. U staat met uw rechtste kabinet ooit compleet met lege handen. Het enige wat u heeft bereikt, is dat de mensen in Nederland niet schouder en schouder staan, maar met wantrouwen naar elkaar kijken. Het enige dat u heeft bereikt, is dat de ondermijning van de rechtsstaat door de PVV door de VVD nog is gesteund ook. Als u waagt om hier anderen de les te lezen over democratie, dan moet u zelf heel goed opletten dat u de democratische rechtsstaat niet zelf ondermijnt door samen te werken met een partij die er echt geen enkel been in ziet om, als die dat kan, mensen hun staatsburgerschap af te pakken of om mensen op straat te laten slapen. Dat is de VVD onwaardig. Daar bent u verantwoordelijk voor. Daar is mevrouw Yeşilgöz verantwoordelijk voor. U heeft met dit rechtse kabinet, waar u zo over jubelt, niets bereikt voor Nederland. Kom tot inkeer en maak aan de Kamer duidelijk dat u never nooit meer met Wilders in zee zult gaan.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Helemaal niets doen zou nog steeds beter zijn geweest dan de plannen die de heer Timmermans voor Nederland heeft. Maar goed, ik denk dat de kiezer zich daar vrij snel over kan gaan uitspreken. Ik kijk daar echt naar uit, ik kijk daar echt naar uit.
Wat mij verbaast: vanaf de dag dat de heer Timmermans zijn weg terugvond naar de Nederlandse politiek, vanaf de dag van de verkiezingsuitslag, heb ik hem niet één keer, niet één keer gehoord over de onvrede bij de mensen thuis, over waarom mensen stemmen zoals ze stemmen, over wat hier nou echt gebeurd is, over waarom een partij als de PVV zo veel zetels heeft gekregen. Ik heb gezien dat heel veel andere partijen daarmee worstelden, daarover nadachten, zichzelf opnieuw uitvonden, probeerden een nieuwe koers in te slaan en een nieuw hoofdstuk te beginnen; noem alles maar op. Zij proberen in ieder geval te kijken: waar hebben wij als middenpartijen, zoals we nu hier staan, op deze manier de bal laten vallen? Die verantwoordelijkheid draag ik vanaf mijn eerste seconde in deze rol superzwaar.
De heer Timmermans is vanaf dag één alleen maar bezig met anderen de schuld geven. Hij geeft de kiezer de schuld, omdat die verkeerd heeft gestemd. Het is allemaal mijn schuld. De heer Timmermans en GroenLinks-PvdA zijn ook heel veel stemmen verloren aan bijvoorbeeld de PVV. Heeft u zich één moment afgevraagd hoe dat kan? Nee. Het is een arrogantie die gewoon niet te beschrijven is. Ik vind echt — ik snap dat het hard is — dat de mensen thuis wat beters verdienen. Dus, meneer Timmermans: we gaan het zien.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Zo kennen we mevrouw Yeşilgöz. Ze vlucht, als ze het moeilijk heeft, altijd in jij-bakken en persoonlijke aanvallen. Ik vind het jammer. Ik vind het ook niet nodig. We hebben in het afgelopen jaar herhaaldelijk gesproken over dingen die moeten gebeuren in het land. Wat Nederlanders willen, is een dak boven hun hoofd, een huis dat ze kunnen betalen en waar ze blij van worden. Ze willen een baan waarmee ze genoeg verdienen om rond te kunnen komen. Ze willen in een land leven waarin je naast elkaar staat en niet tegenover elkaar. Ze willen ook nog eens een keer wat optimistischer zijn over de toekomst.
Mevrouw Yeşilgöz en haar partij hebben in het afgelopen jaar alleen maar aan de rijkste Nederlanders gedacht, alleen maar gedacht aan de ondernemers, alleen maar gedacht aan de aandeelhouders en hebben niets voor elkaar gekregen voor het land. U moet hier verantwoording afleggen. Ik zit in de oppositie. U bent de architect van dit kabinet. U moet niet de oppositie in de positie brengen dat zij verantwoording moet afleggen voor de puinzooi die u ervan gemaakt heeft. Neem verantwoordelijkheid. Dat zou eindelijk eens een keer een beetje volwassen zijn, mevrouw Yeşilgöz.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dit is vaker gebeurd tussen mij en de heer Timmermans. Als de heer Timmermans twee rondes lang met allerlei persoonlijke aanvallen doorgaat en ik in derde instantie zeg "doe dit nou niet", zegt hij in zijn laatste interruptie "nou, nu krijg je een jij-bak". Dat werkt alleen als je niet zelf met jij-bakken begint, meneer Timmermans.
Vervolgens. Ik ben in Amsterdam politiek opgegroeid. Ik ben daar als ambtenaar begonnen, ik ben daar de politiek in gegaan en ik ken daar de oude PvdA. De oude PvdA had de laatste verkiezingsuitslag begrepen. De oude PvdA had begrepen wat ik hier net zei: snapt u wel waar die onvrede vandaan komt? De oude PvdA had zich dat aangetrokken. Dit is een arrogantie, zó elitair, zó ver van de mensen; ik zou niet eens weten hoe je daarop moet reageren. Het heeft niks te maken met wat al die mensen thuis ervaren.
De heer Jetten (D66):
Mevrouw Yeşilgöz zegt: ik wil vandaag vooruitkijken. Als je goed vooruit wilt kijken, helpt het soms om ook heel even te reflecteren. Ik ben gewoon heel erg benieuwd. Als mevrouw Yeşilgöz naar de afgelopen anderhalf jaar kijkt, had zij dan zelf iets anders kunnen doen om hier wel een succes van te maken?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
U kunt zich voorstellen dat ik deze vraag de afgelopen twee dagen veel heb gekregen. Ongetwijfeld had ik heel veel dingen anders kunnen doen, overigens. Ik ben ook maar een mens. Ik heb samen met mijn collega's in de Kamer en in het kabinet mijn best gedaan om dit kabinet overeind te houden. Dat heeft u ook gezien. Daar kan ik ook heel eerlijk over zijn. Wij hebben als VVD, zoals ik net zei, op papier meer voor elkaar gekregen dan ooit tevoren. Wij waren vastberaden, en zijn dat nog steeds zolang we in vak K zitten, om al die zaken die we zo belangrijk vinden ook uit te voeren en om echt te leveren voor onze kiezers. In die zin heb ik nergens spijt van. Je moet altijd leren van je lessen, maar ik heb nergens spijt van. Ik vind het wel zeer spijtig hoe dit is afgelopen. Ik vind het ongelofelijk frustrerend. Ik vind het een ongelofelijk gemiste kans voor heel veel kiezers en voor Nederland dus.
De heer Jetten (D66):
Dit is toch een beetje de grap van de spookrijder. Je wordt gewaarschuwd voor een spookrijder, kijkt door de voorruit en zegt: één spookrijkder? Ik zie er wel honderd. Mevrouw Yeşilgöz zegt: ik heb helemaal geen spijt van dit kabinet, ik heb heel hard gewerkt en al die VVD-ministers hebben ook heel hard gewerkt. Maar we zijn nu al 48 uur getuige van een partijleider van de VVD die werkelijk waar iedereen de schuld geeft van de situatie waar we nu inzitten. Dat gebeurt zelfs in dit debat. Het is de schuld van minister Faber, die haar werk niet deed. Het is de schuld van links, die nooit iets willen. Het is de schuld van Rob Jetten. Die komt vast ook nog wel een keer voorbij. Het is nu de schuld van Geert Wilders, omdat hij gister is weggelopen. Dat is wel tekenend voor het leiderschap van Yeşilgöz bij de VVD de afgelopen anderhalf jaar. Het ligt altijd aan een ander en het ligt nooit aan de keuzes die uzelf maakt. Die keuze ging niet alleen over meer grip op migratie krijgen en proberen dat met een rechtste coalitie beter te doen. Die keuzes gingen ook over het kapot bezuinigen van onderwijs en innovatie. Die keuzes gingen ook over een compleet kapot ondernemersklimaat, omdat de stikstofcrisis niet wordt opgelost. Die keuze ging ook over de verdere verharding in de samenleving door de manier waarop uw kabinet is omgegaan met Gaza, met demonstraties in Nederland en met een heel verhit maatschappelijk debat. Dus ik stel u eigenlijk nogmaals de vraag: als u nou terugkijkt op de afgelopen anderhalf jaar, was er dan geen enkel moment waarop u dacht "dit had ik anders kunnen doen"?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Bedoelt de heer Jetten dat ikzelf de stekker eruit had moeten trekken? Is dat wat hij zegt? Wat bedoelt hij met de vraag of ik het zelf anders had kunnen doen? Ik ben in een coalitie gestapt. Daar sta ik achter. Ik geloof er heel erg in dat je in een democratie ruimte geeft en vervolgens kijkt wat de kiezer vindt, daarvan leert en daarnaar luistert. Als er één partij is geweest die zich dat zeer heeft aangetrokken en daarvoor ongelofelijk veel shit over zich heen heeft gekregen, dan is dat de VVD. Dat is gebeurd omdat we hebben gezegd dat we dit op onszelf gaan betrekken, dat we ons gaan herpakken, dat we onze rol hierin gaan nemen door te kijken wat onze verantwoordelijkheid is. De heer Jetten was erbij toen ik die ladingen over me heen kreeg. Ik heb daar gestaan, want ik vond het belangrijk om die verantwoordelijkheid te pakken. Terwijl ik dat aan het doen was, werd er non-stop gezegd: het is de VVD geweest. Het is nu nog steeds de VVD. Dat mag. Dat is allemaal prima. Maar wij als VVD'ers zijn niet rücksichtslos in een kabinet gestapt en dachten: we doen het zoals we het altijd deden. We hebben het heel bewust anders willen doen voor de kiezer. Op papier hadden we ook goede hoop om te geloven dat dat zou lukken. Wat betreft de steun aan Oekraïne, steun aan onze defensie, steun aan onze ondernemers, waar ik D66 overigens nooit op heb gezien, steun aan hardwerkend Nederland, aan de middengroepen, hebben wij geleverd. We staan daar. Ik had daar zo veel meer op willen leveren. Ik weet dat al die onderwerpen, als er straks nieuwe verkiezingen zijn en hier een linkse meerderheid ontstaat, de prullenbak in kunnen. Dat doet mij pijn. Dat is wat het is. Daarom had ik gewild dat dit kabinet wel was doorgegaan, ondanks het harde werken in soms ontzettend moeilijke omstandigheden, waar iedereen getuige van is geweest.
De heer Jetten (D66):
Ik heb even niet de citaten bij me, maar we hebben gisteren echt een enorme rij aan VVD'ers gezien die ontzettend zware woorden gebruikten voor de kabinetsval en de situatie waarin we nu zitten. Mevrouw Yeşilgöz zegt hier nu eigenlijk gewoon doodleuk: "Ik had door gewild met dit kabinet. Ik had door gewild met dit kabinet van amateurs en ruziemakers dat nog helemaal niets voor elkaar heeft gekregen." U heeft zelf de keuze gemaakt om de deur voor Wilders open te zetten en u geeft hier toe dat u het morgen weer zou doen. Hier bij de interruptiemicrofoon staan drie partijleiders, van CDA, ChristenUnie en D66, die met de VVD samen meer grip op migratie wilden krijgen. Het waren misschien niet de 58 maatregelen uit uw hoofdlijnenakkoord, maar het waren er 56 of 55. Het waren 55 maatregelen om asociale asielzoekers aan te pakken, om sneller te beslissen of iemand hier mag blijven of terug moet, om ervoor te zorgen dat mensen die hier wel mogen blijven de taal leren en meedoen en dat we meer grip krijgen op arbeidsmigratie om die overlast in onze buurten aan te pakken. 55 van de 58 maatregelen had u met ons kunnen uitvoeren, maar u koos er bewust voor in een tijd van oorlog en dreigende economische crisis om een experiment aan te gaan met de heer Wilders en tot op de dag van vandaag bent u daar trots op.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Applaus, denk ik. Nee? Dat dacht ik. Ik dacht het echt. De handen gingen omhoog. Ik bedoel het niet lullig. Sorry, sorry, sorry.
Ik doe er heus aan mee dat de campagne begonnen is, maar ik denk wel dat het goed is om naar te kijken naar waar we nu voor staan. De feiten zijn dat er straks, wat mij betreft heel snel, nieuwe verkiezingen komen. De feiten zijn dat er ontzettend veel goede plannen op de plank liggen waarvan ik vind dat we er vaart mee moeten maken. Als de heer Jetten zegt dat we bij nader inzien aan hem de beste partner ooit hadden op migratie, dan is mij dat ontgaan in het verleden. Maar er komen nu heel veel maatregelen richting de Kamers om ervoor te zorgen dat we kunnen leveren. Ik verwacht van D66 volle steun, zeker na deze speech. Dit kabinet kan ook nog bezig zijn met het versterken van onze defensie, het trots staan tijdens de NAVO-top en allerlei andere zaken. Mijn betoog begon en eindigt met het volgende. Nou ja, het eindigt er niet helemaal mee, want er komen nog interrupties, maar ik zal het herhalen. Ik hoop dat we de samenwerking met elkaar gaan vinden, want behalve deze Kamer hebben we ook nog de Eerste Kamer. Ik vind echt dat mensen thuis het verdienen dat we het niet alleen in het debat over hen hebben — het is helaas nog niet echt over de mensen thuis gegaan — maar dat we daar ook zeker in ons handelen en leveren voor gaan. Nee, mevrouw Bikker, het is daar nog niet over gegaan. Dat komt zo, hoor ik. Oké.
De heer Bontenbal (CDA):
Mevrouw Yeşilgöz was complimenteus over partijen die zich heruitvinden. Ik zou dat de VVD eerlijk gezegd ook gunnen, zeker om het politieke midden weer sterker te maken. Mevrouw Yeşilgöz had het ook over fouten maken. Ze gaf toe dat er fouten worden gemaakt, maar ze zei dat ze geen spijt had. Er is een link tussen fouten maken en spijt hebben. Die link is namelijk dat je verantwoordelijkheid neemt voor de fouten. Dat is de link. Mensen die fouten maken en geen spijt hebben, denken dat ze niet verantwoordelijk zijn voor hun fouten. Wij hebben als partij, als fractie geleerd. Een van de dingen die we geleerd hebben, is om veel eerlijker te zijn over wat we vinden en wat we niet vinden, om dat eerlijker naar kiezers uit te leggen, ook als daar moeilijke maatregelen tussen zitten. Een van de dingen die ik niet eerlijk vind op het moment waarop het kabinet valt, is dat er gezegd wordt: wij waren het grotendeels met die maatregelen eens. Zou u niet eerlijk moeten zeggen dat u het met een heel aantal van die tien maatregelen gewoon niet eens kon zijn? U kunt ook niet zeggen dat het maar één zinnetje was, want collega Wilders heeft een hele pdf gemaakt met de maatregelen, met de uitleg erbij. U wist dus heel goed wat hij bedoelde, maar u was het er niet mee eens. Moet je dan niet eerlijk tegen kiezers zeggen: er zijn inderdaad tien maatregelen gepresenteerd, maar een heel aantal konden niet of gingen in tegen verdragen of tegen de rechtsstaat of willen we gewoon niet? Is dat niet een veel eerlijker verhaal naar kiezers?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Als dat het geval was, dan hadden we dat gezegd. Maar ik gaf net aan dat ik zelfs een motie bij me had. Ik heb die niet kunnen delen. Ik heb mijn zin niet eens af kunnen maken, want het was al besloten dat Geert Wilders weg zou lopen. In die motie stond: werk al deze tien punten uit en wij zijn voor alles wat kan en wat de instroom helpt beperken. Dat stond daar gewoon. Dat zijn wel de feiten. De heer Bontenbal kan ervoor kiezen om dat niet te geloven, maar het is niet helemaal fair om zijn mening daarover op mij te plakken en te zeggen dat wat ik zeg niet waar is. Die motie was er gewoon. Drie partijen hebben heel nadrukkelijk uitgesproken: wij staan de politiek niet in de weg. Hij kwam bij ons om te vragen of we die politiek in de weg stonden. Sterker nog, wij spraken commitment uit. Sterker nog, ik heb als VVD mijn commitment op papier gezet. Maar het werk moet wel gedaan worden. Dat is vrij logisch. Ik zei aan het begin al dat de heer Bontenbal gelijk heeft: als er dan dingen zijn die niet kunnen, dan kijk je of je het werkend kunt maken of je zegt dat het niet wenselijk is en dat je iets anders wilt. De heer Wilders gaf in zijn betoog in de pers en aan tafel aan dat het niet over alle tien de punten hoefde te gaan. Er was sowieso geen reden om weg te lopen, maar de gesprekken gingen helemaal niet in een discussiërende vorm alsof er een groot verschil van mening was, want dat was er niet.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik denk dat dat er wel was. Ik denk dat de motie een klassiek Haags trucje was. Wij weten hier allemaal dat het vaak gebeurt dat iets in een proces wordt geduwd, namelijk door een motie te maken om het uit te zoeken en tijd te kopen. Dan komt er vanzelf uit dat dingen niet kunnen. Dat is wat er gebeurt. Dat trucje wordt hier heel vaak uitgehaald. Misschien hebben wij er zelf ook weleens aan meegedaan. Maar dat is wat er feitelijk gebeurt. U weet dat u heel veel van die maatregelen waarschijnlijk niet voor de kap kon nemen. Wilt u azc's sluiten op het moment dat je de spreidingswet en de voorrang voor statushouders niet in de lucht hebt gehouden, met als consequentie dat die mensen onder de brug gaan slapen?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Nee, natuurlijk niet.
De heer Bontenbal (CDA):
Precies, die maatregel wilt u niet. Wilt u de grenzen direct dicht voor alle asielzoekers? Dat wilt u ook niet, want u weet dat er internationale verdragen zijn waardoor dat niet kan. Alle Syriërs terug zonder dat er een landenrapport is dat zegt dat Syrië veilig is? Wil de VVD de Syriërs nu zonder dat landenrapport terugsturen? Wees daar eerlijk over. U heeft die keuze nog niet gemaakt. Zeg dan gewoon eerlijk: "Er waren tien maatregelen en we wilden daar best wel naar kijken, maar er zaten ook dingen in die eerder waren afgeschoten, die niet konden, die tegen de rechter zouden oplopen. Ja, we willen een strenger migratiebeleid. Dat doen we via die twee asielwetten en via het Migratiepact, maar collega Wilders vraagt iets wat niet kan. Dat doet hij voor de bühne." Maar ga dan ook niet voor de bühne zeggen: we steunen het en er was geen probleem. Diezelfde vraag ga ik ook aan NSC en de andere partij stellen, want dit ging ook tegen de rechtsstaat in. Wees daar nou gewoon eerlijk over.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Wat een lang betoog. Stel mij gewoon de vraag hoe ik erin zat.
De heer Bontenbal (CDA):
Mijn tweede interruptie en de betogen van u waren een stuk langer. Dus succes!
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Er was geen fundamenteel verschil van inzicht. De heer Bontenbal haalt een aantal punten aan. Hij had niet alleen dat lijstje moeten lezen, maar ook mijn verkiezingsprogramma. Wij hebben zelf eerder gepleit voor een asielstop. We hebben zelf eerder gepleit voor een ambtsbericht. Wij hebben zelf eerder gezegd dat Syriërs terug moeten gaan naar veilige gebieden. Als je al die punten zo doorloopt, zit er in de kern alles in waar de VVD al eerder om heeft gevraagd of heel goed kan begrijpen waarom het gevraagd wordt. Maar terecht horen daar nadere vragen bij, bijvoorbeeld bij "alle grenzen dicht en er moeten overal militairen staan die daar de boel bewaken". Onze militairen, de KMar, de marechaussee, zijn doorgaans geen mensen die aan het breien zijn en ergens aan het wachten zijn totdat ze een opdracht krijgen. Mijn vraag zou dan ook zijn: ik snap het, maar waar vind je dan dat er ergens minder veiligheid kan, dat die mensen daar weg kunnen en vervolgens langs de grens moeten? Een ander punt van de VVD als het gaat over grenzen: wij snappen de maatregel, maar wat betekent het voor onze ondernemers? Als je zo’n gesprek wilt en de gesprekspartner zegt "daar wil ik het allemaal niet over hebben, want nu werk je me tegen", dan gaat het niet over de daadwerkelijke uitvoering van een maatregel. Dan gaat het erover dat je een aanleiding zoekt om weg te lopen. Wat mij tegenvalt, is dat de heer Bontenbal volledig in het frame van de PVV stapt en echt denkt dat het daarover ging. Eén ding: dit ging niet over asiel. Was het maar zo, dan was het kabinet niet gevallen.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik stap niet in het frame van de PVV, want de PVV is weggelopen voor de verantwoordelijkheid. Ik heb, net als mijn collega's, tientallen interviews gegeven. In elk interview heb ik gezegd dat het laf is om weg te lopen voor je verantwoordelijkheid. Dus ik snap wat er gebeurd was. De PVV was overduidelijk uit op een kabinetsval. Dat heb ik overal gezegd. Mijn punt is dat u niet eerlijk bent over die tien punten. U geeft zelf in uw beantwoording ook allerlei tegenvragen.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dat heb ik ook in de media gedaan.
De heer Bontenbal (CDA):
"Ik zou van meneer Wilders willen weten ..." enzovoorts. Zeg dan niet dat je het met die tien punten eens bent. Zeg dan gewoon: "We willen er misschien wel naar kijken, maar we zien wel wat bezwaren. Sommige zijn eerder al afgevallen, sommige zijn moeilijk omdat er nog zoiets als de rechtsstaat bestaat. Politiebewaking bij de grenzen, dat kun je moeilijk bij ruim 300 grensovergangen doen. O ja, de rechter in Duitsland vond er ook wat van." Wees eerlijk en zeg dat je niet zomaar achter die tien maatregelen staat, maar dat je ernaar wilt kijken. U zegt echter: er was niets aan de hand, we konden zo tekenen; we hadden ze via een motie kunnen indienen en klaar is Kees. Dat is geen eerlijke weergave van de feiten.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik begrijp dat de heer Bontenbal een verhaal hierover heeft bedacht dat het niet eerlijk is. Dit zijn allemaal dingen die ik de afgelopen 24 uur in de media heb gezegd, maar ook, ietsje belangrijker, aan die tafel. Dit is gewoon mijn verhaal. De heer Bontenbal kan ervoor kiezen om dat hele deel niet te horen en daarna triomfantelijk te zeggen dat ik niet eerlijk ben, maar dit is mijn verhaal. In essentie snap ik al deze punten. Ik zeg er letterlijk bij: alles wat kan en wat de migratie naar Nederland kan verminderen, daar ben ik voor. Laten we het daarover hebben. Een aantal van die punten staan in mijn eigen verkiezingsprogramma. Een aantal punten, zoals de heer Eerdmans of de heer Baudet aangaf, staan zelfs in het hoofdlijnenakkoord. Ik heb dus ook gevraagd: wat wil je dat ik doe, dubbel onderstrepen? Wat voor gesprek hebben we hier? Nogmaals, als de heer Bontenbal toch doet alsof het over asiel ging, mag dat, maar dat is dus niet aan de orde. Al deze randvoorwaarden en vragen heb ik genoemd aan tafel, in de media gisteren en in dit debat. Dat is helemaal geen geheim en dat heeft niets meer eerlijk of oneerlijk te maken. Dat is degelijk beleid vormgeven. Als je zegt dat je echt het verschil wilt maken in dit land, dan wil je ook weten hoe dat vervolgens kan. Als de heer Bontenbal dit allemaal zo ongelofelijk belangrijk vindt — en ik geloof hem — dan hoop ik echt op zijn steun. Want ik ga als een malle aan het werk om ervoor te zorgen dat we al die maatregelen die in het hoofdlijnenakkoord staan, gaan uitvoeren. Ik reken op steun van het CDA hier en in de Eerste Kamer. Niet alleen als het gaat over minder mensen hiernaartoe, maar ook als het gaat over je gedragen als je hier eenmaal bent. Dat zijn de momenten waarop ik het CDA het meest heb gemist de afgelopen tijd. Laten we hebben over een nieuwe wind, een nieuw hoofdstuk. We zijn allebei relatief nieuwe leiders. Ik reken op de heer Bontenbal. Want als je hier zo'n groot punt van maakt, dan verwacht ik straks steun.
De heer Bontenbal (CDA):
Dat is een klassiekertje van mevrouw Yeșilgöz. Dat doet ze de laatste tijd vaak. Ze gaat vertellen wat het CDA allemaal verkeerd doet. Wij hebben de afgelopen anderhalf jaar op cruciale momenten het kabinet gesteund. Ik was allang bezig met de voorbereiding van die asielwet. U heeft ons verkiezingsprogramma ook gelezen. Doe nu niet alsof wij geen grip op migratie willen. Dat weet u. U weet ook dat toen het pakket in het vorige kabinet werd samengesteld, dat de VVD samen met het CDA soms tegenover de andere twee partijen stonden. Maak hier nu geen frame van, waarvan u weet dat het niet klopt. Het verziekt ook de verhoudingen, die straks juist weer nodig zijn. Ik merk het ook in dit debat. Er wordt keihard op elkaar ingehakt, maar ik weet zeker dat u straks ook weer met de heer Timmermans moet gaan praten om wellicht een coalitie te gaan vormen. Waarom zijn we niet eerlijker tegen elkaar en zorgen we ervoor dat de verhoudingen een beetje goed blijven. Na een verkiezingscampagne zal er een kabinet moeten komen dat de rotzooi van het huidige kabinet gaat opruimen.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik ben het helemaal eens met de heer Bontenbal. Dat zei ik ook al in mijn inbreng. Ik eindigde er zelf mee: ik hoop ook dat we breed gaan samenwerken, veel beter dan we de afgelopen tijd hebben gedaan, om dingen voor elkaar te krijgen. Als je eerst een heel betoog houdt over dat ik niet eerlijk ben en vervolgens moet aanhoren en toegeven dat het gewoon mijn verhaal was en dat het wel het eerlijke verhaal was, moet je daarna niet zeggen dat ik de mensen wegzet. Dan wordt het wel een beetje ingewikkeld. Je kunt niet heel vaak "eerlijk" en "fatsoen" zeggen en dan fatsoenlijk overkomen. Het moet ook in je antwoorden zitten.
Het gaat hier niet alleen over minder mensen deze kant op. Ik ben ontzettend blij dat we op dat punt nog steeds de steun van het CDA hebben, want het wordt straks ongelofelijk belangrijk of er in de Eerste Kamer een meerderheid is voor de wetten waar we nu heel hard aan gaan werken. Maar het er gaat ook over dat de mensen die hier zijn zich vervolgens goed aanpassen aan de vrije normen die we hier met elkaar hebben. Dat zijn de momenten waarop ik het CDA het meest heb gemist, bijvoorbeeld toen het ging om het toezicht op informeel onderwijs, gebedsoproepen en het aanpakken van demonstraties. Er zijn zo veel punten waar het CDA ons vervolgens niet hielp. Maar ik pak deze uitgestoken hand aan en ik ga het CDA de komende tijd heel vaak opzoeken als partner.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik heb een poos staan luisteren en ook al die interviews bekeken. Het is helder dat collega Yeşilgöz zegt: Wilders liep weg en dat is de oorzaak van de val van dit kabinet. Ik heb de balans opgemaakt van dit kabinet en ondertussen onder meer veel ondernemers gesproken. Die zouden niets liever willen dan weer kunnen investeren en zekerheid hebben over het beleid in de komende jaren als het gaat om stikstof, klimaat en het energienetwerk. Zij zien hoe dit spaak loopt in de samenwerking van deze partijen. We hebben gezien dat de PVV nooit een stevige economische agenda heeft neergelegd. Op defensie hetzelfde verhaal. Het is keihard nodig dat onze defensie wordt versterkt, want de NAVO staat onder druk. Maar in elk debat in de commissie Defensie hangen PVV en BBB achterover en zeggen zij: we zien nog wel of daar extra in geïnvesteerd moet worden. Hoe kan mevrouw Yeşilgöz trots zijn op dit rechtse kabinet, als op al deze punten juist die kerndingen, een gezonde economie en een stevige defensie, continu onder spanning stonden?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dat die dingen in debatten onder spanning staan, herken ik. Ik weet dat er gisteren weer een motie over het investeren in defensie niet gesteund is door die kant van de Kamer. Als je naar de feiten kijkt, zie je dat we het in één jaar als VVD voor elkaar hebben gekregen, met steun van anderen, dat er 4 miljard euro is geïnvesteerd in defensie. Dan wil ik de vraag stellen: wanneer is dat eerder gebeurd?
Als het gaat om de steun aan Oekraïne: we hebben 3,5 miljard euro vrij kunnen maken dankzij steun van onze partners in de Kamer die dat belangrijk vonden. Laat het duidelijk zijn: in een democratie doe je nooit iets in je eentje, zeker niet in Nederland.
Als het gaat over de versterking van de economie: ik had die versterking graag doorgezet in het kabinet, zodat we daar harder aan hadden kunnen werken. Hier zit een vicepremier, Sophie Hermans, die met een heel actieplan is gekomen om de industrie te redden en om die hier te houden. Zij heeft daar heel veel tijd, moeite en geld in gestoken. Ik had het haar erg gegund om haar werk in de komende jaren af te kunnen maken.
Op belangrijke dingen die mevrouw Bikker en ik echt met elkaar delen, vind ik dat we fundamentele stappen hebben gezet, met dank aan partijen als de ChristenUnie. Ik had het graag af willen maken. Inderdaad, als je inzoomt op debatten en ziet wat de rollen van de verschillende partijen waren, zie je heel grote verschillen. Maar vanuit mijn perspectief heb ik die partijen gehouden — andere partijen zullen dat ook zeggen in mijn richting — aan de afspraken die ik heb gemaakt op mijn liberale basiswaarden. Die gaan over veiligheid hier, internationale veiligheid, welvaart en in vrijheid jezelf kunnen zijn. Daar heeft iedereen zich aan gehouden. Ik ben trots dat we dat voor elkaar hebben gekregen.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Of het nou gaat over de economie of over defensie, het is te danken aan het vrolijke christelijke midden dat er vaart is gemaakt, niet omdat we een rechtse wind mee hadden, maar ondanks dat we een rechtse wind tegen hadden. Laten we er dus helder over zijn: het komt niet door het kabinet, maar doordat een deel van de Kamer de verantwoordelijkheid voelde om niet tegenover het kabinet te gaan staan. Ik weet nog hoe ik tegen minister-president Schoof heb gezegd: u heeft niet de steun van alle mensen in uw coalitie, maar wij zullen er staan vanuit de verantwoordelijkheid voor dit land. En dat blijft zo. Zo is mijn partij. Wij zijn constructief, zelfs als er in het verleden dingen zijn gebeurd waarvan je denkt: minder handig onderling.
Daarover een vraag. Op migratie is het nu gruwelijk mislukt met Wilders. Hij is weggefietst, als een haas ervandoor gegaan. In 2012 hebben we ook zoiets gezien. Toen ging hij zo snel dat zijn chauffeur nog niet eens klaarstond. Nu was dat wel het geval, denk ik. Maar in 2012 was de VVD wel helder: dit doen we ons land niet meer aan; dit gepruts nooit weer. Wat is het heldere antwoord van mevrouw Yeşilgöz op deze vraag? Dit gepruts nooit weer?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik vind dit een heel faire en terechte vraag van mevrouw Bikker. Ik heb daar vandaag voor u — dat heeft u mij ook overal horen zeggen, dus dat zal u niet verrassen — nog niet het antwoord op. Waarom niet? Dit is 24 uur geleden gebeurd. Ik vind het heel heftig. U heeft mij tweeënhalf jaar geleden, rond de verkiezingen, horen zeggen dat ik geen kiezers en geen partijen wil uitsluiten. Vervolgens heeft de kiezer gesproken en zijn we in deze coalitie gekomen. Ik neem de stem van de kiezer ontzettend serieus. Ik zie ook dat Geert Wilders die stem vervolgens wederom gewoon in de prullenbak gooit, wegloopt en al die mensen die op die 37 zetels hebben gestemd, gewoon in de steek laat. Wederom inderdaad. Voor ons was het een soort déjà vu. Tien punten: alles zie je terug. Ik wil daar goed over nadenken omdat het een grote stap is. Ik vind dus de vraag heel fair en ik snap dat die vandaag gesteld wordt, maar ik ga daar vandaag nog geen antwoord op geven, omdat we daarover gewoon goed met elkaar moeten nadenken en dat goed moeten wegen. Dat is oprecht waar ik nu sta.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dank voor dat eerlijke antwoord. Maar het bevreemdt me wel. Waarom? Omdat ik zie dat mevrouw Yeşilgöz op defensie en economie — kernpunten die net zo goed keihard nodig zijn in dit land, zeg ik vanuit het rustige maar vrolijke christelijke midden — op verschillende plekken in de Kamer niet een-op-een haar programma terugvindt, maar daar verschillend op reageert. Aan de ene kant, waar meneer Timmermans zit, is ze glashelder en zegt ze "nee, nee, nee, alsjeblieft niet". Maar als Wilders op defensie niet levert, dan zegt ze dat nog niet en blijft haar deur openstaan voor verder gepruts. Ik snap dat gewoon niet na deze ervaringen! 2012 was helder. Toen was het ook heel duidelijk: geen populisten aan de macht, want wie wind zaait, zal storm oogsten. Maar nu laat Yeşilgöz opnieuw de deur op een kier. Dat kan toch niet? Dat zal ze toch binnen nu en vijf minuten zelf ook beamen?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Mevrouw Bikker haalt hier nu, met alle respect, een paar dingen door elkaar. Ik heb met de coalitie die tot gisterochtend bestond, afspraken gemaakt. Daar heb ik zwart-op-wit afspraken mee gemaakt. Dat betekent dat mijn enige focus op die afspraken was. Als je dan zegt "de partijleiders blijven in de Kamer", dan kan elke leider in de Kamer het debat voeren zoals die zelf wil. Mij gaat het erom of je je houdt aan je afspraken. Over defensie zijn de afspraken ontzettend helder. Over Oekraïne zijn ze ontzettend helder. Over niet-nivelleren zijn ze ontzettend helder. Ik moet er elke keer voor knokken, maar ik kan erop terugvallen. Nu gaat het over een toekomstige constructie. Ik ben niet klaar om dit land aan links over te leveren. Ik heb gisteren gezien dat de heer Timmermans heel duidelijk was. "Ik ga mijn steun niet uitspreken voor 3,5% voor defensie." Dan zit ik dus weer met iemand aan tafel — zoals ik dat onlangs ook deed — die gewoon geen zin heeft om zich in te zetten voor onze veiligheid, nationaal en internationaal. Dat zijn dan de feiten. Dus zeg ik: we hebben straks verkiezingen. Dan gaan we weer kijken. De vraag van mevrouw Bikker hoe ik terugkijk, is heel fair. Voor het antwoord daarop heb ik even tijd nodig maar daar kom ik sowieso bij haar en bij de rest van Nederland op terug. Dat is logisch. Maar het verschil is: met de coalitie had ik afspraken gemaakt waar ik op terug kon vallen en dit gaat over de toekomst, terwijl je die afspraken nog niet hebt. Het is niet zo dat ik denk "die wel en die niet". Het lijkt me allebei geen feestje, kan ik u zeggen.
De voorzitter:
Ik wil korte vragen en korte antwoorden. Ik denk dat een hoop al gezegd is.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter, ik ga mijn best doen. Still confused but on another level. Ik zal dat even vertalen voor mevrouw Van der Plas. Ik ben nog steeds enigszins verbaasd, maar ... Mevrouw Van der Plas vroeg vanuit de bankjes "mag ik een vertaling?" en licht nu van alles toe, maar daarover hebben we het later wel. Hoe dan ook, voor mij geldt "ik ben nog steeds verbaasd, maar op een ander niveau", zeg ik speciaal voor mevrouw Van der Plas en voor ons allemaal.
De voorzitter:
Ter zake.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Terug ter zake. Hoezo "Wilders is linkser dan die kant van de Kamer, op de SP na, als het gaat om het steunen van defensie of om het opbouwen van de economie"? Ik heb dat niet gezien. Ik snap de keuzes van de VVD op dit punt echt voor geen meter en ik zou zeggen: juist het vrolijke midden heeft de laatste tijd laten zien, ook als er wind tegen is en dit land gepolariseerd is, dat wij daar stevig voor gaan. Kom op, trek een been bij en word verantwoordelijk!
De voorzitter:
Kort antwoord.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ja, heel kort. Het is natuurlijk niet zo dat het VVD-keuzes zijn. Het is de kiezer die kiest. Vervolgens ga je kijken wat daar uitgekomen is, wat de kiezer heeft gezegd, wat mijn rol daarin is en of ik daar mijn plek in kan vinden. Dat is hoe dit allemaal werkt. Het is dus straks aan de kiezers om te zeggen welke wind ze hier in Nederland willen hebben. Ik denk dat de kiezer wederom zal vragen om een midden-rechtse stroming. Ik hoop dat we daar straks een meerderheid voor krijgen, met inderdaad mensen die de verantwoordelijkheid willen nemen en ook dragen voor een stabiel bestuur.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Korte vraag. Denkt mevrouw Yeşilgöz dat de kiezer op z'n achterhoofd gevallen is? Dat denkt ze niet. Denkt ze dan misschien dat de kiezer het zo druk heeft dat die niet doorheeft dat mevrouw Yeşilgöz maar met één ding bezig is, namelijk uitstralen dat zij de volgende premier van Nederland kan worden? Ze is immers zo voor de veiligheid! Denkt zij dat de kiezer even vergeten is dat mevrouw Yeşilgöz en de heer Rutte het vorige kabinet lieten klappen op een gezocht thema, leugens ook nog eens, nareis op nareis, overdrijving op overdrijving, in de hoop dat de verkiezingen over migratie zouden gaan en dat de VVD de grootste zou worden? Dat lijkt me een strategische misrekening; misschien kan je dat een keer toegeven. Maar vervolgens heeft de VVD door die strategische misrekening Wilders extreem groot gemaakt. De huidige demissionair minister van Defensie was de eerste die erover begon: we moeten samenwerken met Wilders. Het was allang bekend dat hij een Poetinvriend was. Daar spreekt mevrouw Yeşilgöz nú schande over. Ze heeft het nú over: "in deze tijden", "veiligheid" en "het belang van Nederland". Ze is gewoon willens en wetens in een coalitie gestapt, nadat ze Wilders zelf groot had gemaakt, met iemand op wie je niet kan rekenen in de strijd tegen het dictatoriale regime van Poetin in Rusland en de inval in Oekraïne. Denkt mevrouw Yeşilgöz misschien dat als ze zich maar laat fotograferen in een keurig wit bloesje met een straaljager op de achtergrond, heel Nederland dan gelooft dat de veiligheid bij haar in goede handen is, terwijl ze voor haar eigen belangen bereid is om Wilders groot te maken en in een coalitie met hem te stappen, terwijl ze daar zelf haar zorgen over uit omdat hij met Poetinvrienden op het podium staat?
Nou, en dan trekt ze dit gezicht. Denkt ze dat de kiezer daar intrapt? Want dit krijgen we altijd als je moeilijke vragen stelt.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Goed. Welkom terug, mevrouw Ouwehand. Ik heb u gemist.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ja, en deze zucht. Dank je wel.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dat was 'm.
De voorzitter:
U mag nog een vraag stellen, mevrouw Ouwehand.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik krijg geen antwoord, geloof ik. Dit is het?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dit is het, ja.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Oké, oké. Nou, dan denk ik dat de kiezer genoeg heeft gezien.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ja, dank u wel. Dat denk ik ook.
De heer Van Baarle (DENK):
Mevrouw Yeşilgöz had het erover dat zij pal staat voor de liberale kernwaarden van jezelf kunnen zijn en dat zij gelooft dat er in de afgelopen tijd niks is gebeurd in de regering en in de coalitie dat die kernwaarden zou hebben geschonden. Alleen al in de afgelopen periode heeft Wilders gezegd dat de islam een gevaarlijke ideologie is en dat er minder islam moet zijn. Mevrouw Yeşilgöz wist dondersgoed dat de heer Wilders de Koran wilde verbieden en moskeeën wilde sluiten. Als je hier pretendeert te staan voor jezelf kunnen zijn, maar tegelijkertijd gewoon samenwerkt met een politieke partij die dit soort verschrikkelijke dingen zegt over meer dan 1 miljoen Nederlandse moslims en het ook nog betreurt dat die samenwerking is gestopt, dan vraag ik mevrouw Yeşilgöz: dan ben je toch geen liberaal, maar een nepliberaal, die geen haar beter is dan de PVV van Wilders?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Wij hebben met deze coalitie een hoofdlijnenakkoord gesloten. Daar hebben we onze liberale basiswaarden in kunnen verankeren. Daar hebben ook andere partijen overigens heel goed aan bijgedragen. Vervolgens zijn we daarmee aan de slag gegaan. Wat politieke leiders of Kamerleden in de Kamer zeggen, wat voor politiek debat zij voeren … Het is uiteraard vaak niet mijn tekst. Ik zeg "uiteraard", want ik hoor bij de VVD. Ik heb dus veel meningsverschillen met andere partijen. Zoals het hoort in een democratie, ga je vervolgens met elkaar het debat aan. Ik ben verantwoordelijk voor wat dit kabinet doet, voor wat ik heb afgesproken. Daar zijn de liberale basiswaarden over onze vrijheid en veiligheid ongelofelijk goed in verankerd. Daar ben ik zeker trots op.
De heer Van Baarle (DENK):
Er is helemaal niks verankerd in wat mevrouw Yeşilgöz en de VVD in de afgelopen periode hebben gedaan door gewoon te accepteren dat er ministers in het kabinet zaten die de racistische omvolkingstheorie hebben verspreid, dat binnen de coalitie gezegd werd dat de islam een gevaarlijke ideologie is, dat er minder islam zou moeten zijn, en dat er gewoon openlijk gepleit wordt voor maatregelen tegen het geloof van meer dan 1 miljoen Nederlandse moslims. Mevrouw Yeşilgöz heeft haat normaal gemaakt, heeft haat in de macht gebracht en heeft haat in de regering gezet. Ik vraag aan mevrouw Yeşilgöz om daar verantwoording voor af te leggen, want ik heb de afgelopen tijd geen enkele keer van de VVD gehoord dat ze daartegen in verzet kwamen. Ze hebben het allemaal geaccepteerd, over de rug van meer dan 1 miljoen Nederlandse moslims. Ik vind dat cynische, schaamteloze politiek, die er alleen maar op gebaseerd is om in vak K te kunnen zitten over de rug van mensen in Nederland.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Mijn antwoord is drieledig. Ten eerste. Ik heb net geprobeerd om het inhoudelijk te beantwoorden, gewoon door de interruptie serieus te nemen, zoals dat hier uiteraard hoort.
Vervolgens neem ik er aanstoot aan dat de heer Van Baarle altijd doet alsof hij namens 1 miljoen moslims spreekt. Ik kan hem verzekeren dat dat niet zo is. Dat zijn allemaal Nederlanders die zelf kunnen bepalen op wie ze stemmen en tot welke stroming ze behoren. Er zitten ongelofelijk veel liberalen tussen, die niks moeten hebben van de politiek van DENK. Dus misschien moet hij daar een beetje in matigen, want ik weet dat mensen er echt last van hebben dat de heer Van Baarle met zijn gedachtegoed doet alsof hij al die mensen vertegenwoordigt. Dat is niet aan de orde.
Ten derde. Ik heb eerder gezegd ... Daarom heb ik me bij de eerste interruptie bewust ingehouden en inhoudelijk antwoord gegeven, omdat ik niet sleets wil worden en het continu hiernaartoe terug wil brengen. Het doet mij wat dat DENK elke keer denkt een punt te kunnen maken van het feit dat zij vinden dat anderen racistisch zouden zijn, terwijl DENK de partij is die hier Kamerleden racistisch heeft bejegend, terwijl DENK de partij is die ervoor heeft gezorgd dat mensen in onveiligheid leefden door wie ze zijn, door hun identiteit, door waar ze geboren zijn. DENK is de partij die in dit huis haatdragende leuzen wil kunnen vertegenwoordigen en uiten. DENK is de partij die een verdienmodel heeft gemaakt van mensen uitsluiten, aanwijzen en er vervolgens voor zorgen dat zij in onveiligheid leven. DENK heeft meerdere malen in de bestaansgeschiedenis van DENK aangegeven: maar nu doen we het anders. Ik constateer tot en met vandaag dat dit allesbehalve waar is. U wast het iets beter wit, maar u doet het nog steeds.
De heer Van Baarle (DENK):
Allereerst: ik heb nooit gepretendeerd voor welke groep in Nederland dan ook te spreken. Dat heb ik nooit gepretendeerd. Wat ik constateer is dat mevrouw Yeşilgöz door samen te werken met de PVV, die de meest verschrikkelijke standpunten heeft over de islam en Nederlandse moslims, de rechten van moslims in Nederland bij het grofvuil heeft gezet in ruil voor de macht. Dan kan mevrouw Yeşilgöz met allemaal verwijten in de richting van mij komen, maar DENK werkt niet samen met racisten in dit parlement. Dat doet mevrouw Yeşilgöz. DENK werkt niet samen met moslimhaters en islamhaters in dit parlement. Dat doet mevrouw Yeşilgöz. DENK werkt niet samen met mensen die de omvolkingstheorie, een racistische theorie van de nazi's, verspreiden. Dat doen mevrouw Yeşilgöz en de VVD. Leid de aandacht daar niet vanaf. Ga u schamen. Ga u schamen voor de manier waarop u haat in dit land, in de regering heeft gebracht en heeft genormaliseerd.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dan ga ik toch iets terug, niet zo heel ver trouwens, in de tijd. DENK hoeft niet samen te werken met anderen. DENK doet het zelf. DENK is degene die hier, voor camera's van buitenlandse televisiezenders, zegt: "Weet je bij wie je eens verhaal moet gaan halen? Bij dat Kamerlid en dat Kamerlid en dat Kamerlid." Hij noemt vervolgens vijf Kamerleden die allemaal niet in Nederland zijn geboren, maar die toevallig in Turkije zijn geboren, en hij zegt in de camera tegen al die mensen: je moet eens verhaal halen, want zij zijn degenen die voor een motie hebben gestemd om de Armeense genocide te erkennen; hoe kunnen ze dat, hoe durven ze dat, terwijl ze in Turkije zijn geboren?
DENK zegt dus tegen Kamerleden, Nederlandse parlementariërs: gedraag je naar je kleur en anders weet ik je te vinden. En dat werkt ook zo. Vervolgens werden die vijf Kamerleden, waar ik er één van ben, jarenlang bedreigd door de achterban van DENK. Hoe weet ik dat? Het werd nogal helder gezegd. Ik kon in mijn eigen stad niet vrij over straat. DENK weet dat. Ik heb het gemeld. Ik heb het gezegd. Ik heb gezegd dat hij misschien eens richting zijn achterban moet zeggen: jongens, dit hebben we niet zo bedoeld. Nooit gebeurd. Dit is één voorbeeld. Ik kan fast forward naar nu en ik kan het vervolgens hebben over de gedachten van DENK, over hoe men bij DENK kijkt naar Joden, naar Joden hier in Nederland.
We kunnen dit verhaal rondmaken. Ik kom niet op voor het gedachtegoed van de PVV. De heer Wilders weet dat ik daar helemaal niks mee heb. Ik heb op papier afspraken gemaakt en daar houd ik iedereen aan. Iedereen kan mij deze vragen stellen. Als DENK nou dacht, als de heer Van Baarle nou dacht dat hij deze broek kon aantrekken: die tijd is echt nooit geweest.
De heer Stoffer (SGP):
Mevrouw Yeşilgöz krijgt nogal de vraag: gaat u na de verkiezingen nog eens met de PVV in zee? Ik werd wel getriggerd door het interruptiedebat tussen de heer Bontenbal en mevrouw Yeşilgöz, waarbij gezegd werd: mevrouw Yeşilgöz weet dat ze straks met de heer Timmermans in gesprek moet na de verkiezingen. Tja, ik concludeer: bij een stem op Bontenbal krijg je Timmermans erbij. Mijn vraag aan mevrouw Yeşilgöz: krijg je bij een stem op mevrouw Yeşilgöz ook de heer Timmermans erbij?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Nee, absoluut niet. Ik vond het een hele goede interruptie.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ja, zo hoor je nog eens wat! Mevrouw Yeşilgöz is ook van het weekend heel helder geweest over het optreden van de heer Wilders met "Poetinvrienden"; dat waren de woorden van mevrouw Yeşilgöz, als ik me niet vergis. De heer Wilders deelde het podium met mensen die zonder enige reserve omvolkingstheorieën verspreiden, die steun aan Poetin uitspreken, die graag vandaag nog Oekraïne zouden laten vallen et cetera, et cetera, et cetera. Dat deed de heer Wilders vorig jaar ook. Toen is het mevrouw Yeşilgöz misschien iets minder opgevallen, want ik heb haar daar toen geen veroordeling over horen uitspreken. Maar het is in mijn analyse wel duidelijk dat de veiligheid van Nederland bij Wilders niet in goede handen is als hij met dit soort mensen op een podium staat.
Mijn vraag aan mevrouw Yeşilgöz is dan ook deze. Zij bekritiseert GroenLinks-Partij van de Arbeid voor onze positie op veiligheid. Mevrouw Yeşilgöz weet heel goed dat we alles rond Oekraïne steunen. Ik zal straks ook een uitspraak van de Kamer vragen over een veiligheidsplan van het kabinet. Het kabinet weet ook dat als het om de nationale veiligheid gaat, ze op GroenLinks-Partij van de Arbeid kunnen rekenen. Ik heb maandag een rapport geschreven waarin ik de toekomst van onze defensie schets. Ik wil dat in de aandacht van de fractie van mevrouw Yeşilgöz aanbevelen, omdat dan misschien niet al te kort door de bocht wordt beweerd dat GroenLinks-Partij van de Arbeid geen steun zou verlenen aan wat nodig zal zijn in het verband van de NAVO. Daar zullen we zeker steun aan verlenen. Maar nu u toch zo aan het overwegen bent of u wel of niet de deur naar Wilders open moet laten, is mijn vraag of gezien dit cruciale vraagstuk van de nationale veiligheid — we zijn sinds het einde van de Koude Oorlog niet zo bedreigd als nu door Poetin — dit niet ook een gamechanger is voor mevrouw Yeşilgöz … Sorry, mevrouw Van der Plas. Betekent dit niet ook een verandering van koers waardoor je echt moet concluderen: Wilders kunnen we niet meer aan de macht laten, want dat is een bedreiging van onze nationale veiligheid?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik vond de interruptie van de heer Timmermans richting de heer Wilders zojuist, over afgelopen weekend en het congres, terecht. Daar heb ik me zelf ook over uitgelaten. Wellicht had ik dat ook eerder moeten doen. Dat delen we dus. Ik vind dat je zeker in deze tijd ongelofelijk kritisch moet zijn op met wie je je inlaat. Je ziet dat Poetin onze veiligheid op dit moment echt bedreigt in Nederland en hij doet dat direct. Ik gaf net bij een van de interrupties ook aan dat er een reden is geweest dat wij bij deze onderhandelingen als VVD — dat geldt overigens ook voor andere partijen — veiligheid een ongelofelijk belangrijk onderwerp vonden. Wij wilden graag dat wij daar de ministers op hadden, Defensie en Justitie en Veiligheid. Daar hebben wij hele concrete afspraken over gemaakt en we hebben deze coalitie ook aan die afspraken gehouden. Ik kan met geen enkele collega in welke coalitie en samenwerking dan ook alle aspecten van het leven vervolgens gaan beheersen en zorgen dat diegene alles doet zoals ik het zou doen. Zo werkt een democratie niet, en een liberaal al helemaal niet.
Ik heb dus aan de voorkant alles verankerd en vastgelegd, maar ik heb het ook gezien en ik heb het ook geconstateerd. Dat is waarom ik ook heel eerlijk antwoord. Als je alles optelt, moet je het ook gewoon zelf weer afwegen. Ik snap en vind het superterecht dat in zo'n debat die vragen komen, maar ik zal dat echt eerst zelf moeten doen met mijn club: hoe gaan we hiermee om? Onze internationale en nationale veiligheid staat voor de VVD echt op nummer één.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ik wil alleen maar zeggen dat met alle grote verschillen in keuzes die we maken voor onze samenleving, hoe we de lusten en de lasten eerlijk verdelen, hoe we de toekomst zien, tussen GroenLinks-Partij van de Arbeid aan de ene kant en de VVD aan de andere kant, veiligheid niet een onderwerp is dat ons sterk verdeelt. Ik roep mevrouw Yeşilgöz dus ook op om te zien dat wij daarbij ook een grote verantwoordelijkheid voelen voor onze internationale positie, voor onze veiligheid en dat heel breed willen invullen, met sterkere defensie, meer geld voor diplomatie en meer geld voor ontwikkelingssamenwerking. Zo maken we Nederland veiliger. Op dat punt bied ik graag samenwerking aan.
De voorzitter:
Helder. Kort.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Die neem ik ook graag aan, maar er is een reden waarom ik onder andere naar die motie van gisteren verwijs. Laten we daar dan nog een keer naar kijken, want dat zijn wel de momenten dat je je inzet, dus er niet alleen maar over praat, maar ook wilt leveren. De defensiemotie.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik wil even een persoonlijk feit maken of een punt van orde, zo u wilt. De heer Timmermans deed net een beetje denigrerend toen hij het woord "gamechanger" zei, want hij keek naar mij en zei "sorry, mevrouw Van der Plas". Dit tekent de arrogantie, het dedain en het veraf staan van de samenleving. Want wat doe ik? Engelse woorden of afkortingen hier gebruiken. Wij vinden dat er ook mensen in Nederland zijn die de Engelse taal niet machtig zijn en niet weten wat die woorden betekenen. Daarom pleiten wij er altijd voor om zo veel mogelijk in het Nederlands te doen. Dat is waarom ik tegen mevrouw Bikker zei: vertalen. De heer Timmermans denkt dat ik dat doe omdat ik het zelf niet wil, maar ik doe dat voor mensen die gewoon de Engelse taal niet goed kunnen of überhaupt moeite hebben met taal en überhaupt moeite hebben met dingen te begrijpen. We hebben ook contact met mensen die het gewoon heel fijn vinden dat dingen heel simpel worden uitgelegd, omdat ze graag politiek willen volgen, maar vanwege bijvoorbeeld een verstandelijke beperking dat niet kunnen. Het is arrogant. Het is een enorm veraf staan van de samenleving als je zo'n opmerking richting mij maakt. Dat wilde ik hier wel even gezegd hebben.
De voorzitter:
No problem. De heer Jetten.
De heer Jetten (D66):
Ik kan me voorstellen dat ook de voorzitter inmiddels een beetje melig aan het worden is. Het is u vergeven.
Voorzitter. Mevrouw Yeşilgöz heeft heel duidelijk aangegeven in dit debat dat ze geen spijt heeft van het feit dat zij deze coalitie zijn aangegaan. Ze gebruikt — dat begrijp ik — wel echt hele harde woorden over het gedrag van de heer Wilders de afgelopen dagen. Mevrouw Yeşilgöz vindt Wilders superonverantwoordelijk. Ze vindt dat Wilders alle kiezers keihard heeft laten vallen en in de steek heeft gelaten, dat hij een smoes heeft gebruikt om het kabinet te laten klappen en dat hij onvolwassen is. Eigenlijk vinden we, misschien wel samen, dat hij zich als leider van de grootste partij een beetje als een kleuter heeft gedragen. Toch is uw conclusie nu dat u nog moet nadenken of in een volgende ronde een samenwerking tussen de VVD en de PVV er nog in zit. Mijn vraag zou zijn: wat gaat voor de VVD de doorslag geven?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dat is niet één ding. Daar ben ik ook heel eerlijk in. Ik vind het een heel zwaar besluit. Dat geldt volgens mij voor iedereen, maar de een is er wat sneller uit dan de ander. Ik zit sinds 24 uur in deze situatie. Dat is de reden waarom ik iets meer tijd nodig heb. Ik vind het iets heel zwaars, zoals wij dat met z'n allen vinden, om te zeggen dat je een partij uitsluit. Volgens mij zit in essentie niemand daarop te wachten. In een democratie hoort dat niet. Dus als je dat doet, dan is dat een hele grote, zware stap. Ik heb twee of drie jaar geleden, wanneer de verkiezingen ook waren — het zijn bijzondere tijden geweest — aangegeven: nieuwe rondes, nieuwe kansen; er zijn heel veel nieuwe leiders. Ik vind dat we eigenlijk iedereen een kans moeten geven. Ik zie ook dat het met de samenstelling waarin we de afgelopen jaren vaak in coalities zaten heel moeilijk is om dingen te bereiken die wij als VVD willen. Dus ik zet daarin een stap.
Maar ja, de heer Jetten heeft gelijk: als je dan kijkt hoe die stap geëindigd is, eigenlijk op dezelfde manier als in 2012 … Het is niet onvoorzien. Je had gewoon echt een verschil van inzicht, dat we hier hadden kunnen uitleggen, dat wij zelf hebben meegemaakt. Dat is ook vervelend en dat is ook geen lekker verhaal, maar dat past in een democratie. In mijn ogen kan je dat uitleggen. Als je het met z'n allen eens bent, maar iemand zegt dat het hem niet boeit en dat hij toch wegloopt, dan moet ik daar even van bijkomen, omdat je zo hard wegloopt van een verantwoordelijkheid die zo zwaar is, in een tijd met een oorlog, een potentiële economische crisis en alle problemen in ons land waar het de hele middag al over gaat. Dat moet ik herijken. Dus het is niet één ding. Het is niet: als hij dit doet of als hij dat zegt … Daar gaat het allemaal niet om. Maar het is gewoon een heel zwaar besluit om die reden. In een democratisch proces wil je dat eigenlijk niet.
De heer Jetten (D66):
Het gaat volgens mij niet zozeer om het uitsluiten van kiezers. Het gaat om duidelijk maken dat je met bepaalde partijen of bepaalde politieke leiders niet in een coalitie gaat zitten, omdat je weet dat ze onverantwoordelijk zijn, onbetrouwbaar zijn en niet de verantwoordelijkheid aankunnen van het maken van grote keuzes voor het landsbestuur. Ik hoop dat de VVD zich niet drie keer aan dezelfde steen gaat stoten. We hebben 2012 gehad: Wilders liep weg. We hebben het nu gezien: Wilders loopt weg. Het land snakt nu zo erg naar samenwerking in de volle breedte. Natuurlijk, op een dag als vandaag worden grapjes gemaakt — ik moet soms ook wel lachen, hoor — over het gezellige christelijke midden of over hoe links en verschrikkelijk ze wel niet aan die kant zijn. Maar er zitten nu ook mensen thuis mee te kijken. Zij vragen zich toch af: gaan we op korte termijn de defensie versterken zodat we Europa veilig houden? Gaan we die bouwbevriezing definitief schrappen en zorgen dat er meer woningen bijkomen? Gaan we die economie klaarmaken voor de opkomst van AI, zodat we hier over tien jaar ook nog geld verdienen? Dat vraagt om politiek leiders die bereid zijn om samen te werken en er vol voor te gaan. Dat kan met een nieuwe generatie politiek leiders. Dat kan niet als u, mevrouw Yeşilgöz, nog een keer de deur openzet voor Wilders, want dan geeft u weer ruim baan aan een politiek van haat en uitsluiting.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik denk — dat zei ik ook in mijn eigen verhaal — dat het inderdaad heel belangrijk is dat we samenwerken. Daarvoor hoeven we niet te wachten tot na de verkiezingen, want er liggen een heleboel voorstellen op de plank die nu eigenlijk geen vooruitgang konden vinden. Daar gaan we wat mij betreft heel hard aan werken. Ik hoop op meerderheden. Dat betekent per definitie: buiten de drie partijen die nog in de coalitie zitten. Ik denk uiteindelijk dat in ieder geval bij de vorige verkiezing, en ik vermoed ook bij de volgende verkiezing, de kiezer zich grotendeels heeft uitgesproken en zal uitspreken voor een centrumrechtse koers. Ik zou heel graag willen bekijken hoe je dat voor elkaar krijgt. In de volle breedte samenwerken op onderdelen is goed, maar het gaat er ook om wat de kiezer zegt, wat bepalend is voor de koers die men daarop graag zou willen zien. Op het moment dat dat een centrumrechtse koers is, moet je met elkaar bekijken hoe je dat voor elkaar krijgt. Dus het gaat uiteindelijk over wat de kiezer zegt en hoe wij daarmee omgaan. Dat wordt de puzzel voor de komende tijd.
De voorzitter:
Daar zien we naar uit. We gaan luisteren naar mevrouw Van Vroonhoven, Nieuw Sociaal Contract.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Voorzitter. Politiek heeft ook zo zijn lelijke kanten. Gisteren hebben we daar een voorbeeld van gezien. Het is onnodig en onverantwoord geweest om uit dit kabinet te stappen, om Nederland nu in de steek te laten. Dat had niet gehoeven. Met dit kabinet hadden we een unieke kans om migratie over de volle breedte aan te pakken. Dan heb je het wat ons betreft over de arbeidsmigratie, studiemigratie en ja, ook over de asielmigratie. Dat was nodig ook. Er wordt in de grote steden soms niet meer je eigen taal gesproken. Starters kunnen geen huis meer vinden. In Ter Apel loopt het allemaal vast. Verbetering is echt noodzakelijk.
Met arbeidsmigratie en studiemigratie zijn we al ongelofelijk goed op streek. Er zijn ook al concrete resultaten geboekt. Kijk naar de arbeidsmigratie. De eerste migratiewet komt van dit kabinet, van onze minister van Sociale Zaken, juist om die malafide uitzendbureaus aan te pakken. Kijk ook naar het Engelse taalgebruik op de universiteiten. Door dat in te perken, zie je dat de instroom van internationale studenten al aanzienlijk is teruggenomen. Met stabiel beleid kun je migrantenproblemen aanpakken, niet met loze woorden.
Voorzitter. Ik zag bij sommige partijen na de kabinetsval opgebeurde gezichten. "Hèhè, fijn dat de PVV weg is." Daarover zeg ik: een partij kan het kabinet verlaten, maar de zorgen die daaronder zitten, de zorgen van de mensen die op de PVV gestemd hebben, blijven dan. De afgelopen tien jaar is de migratie historisch hoog geweest. De afgelopen twintig jaar zijn er veel te weinig huizen bijgebouwd. De afgelopen 30 jaar heeft de Nederlandse overheid de burgers als cliënten gezien, die gewantrouwd werden en gecontroleerd moesten worden. Deze zorgen van de Nederlanders blijven wel. Nederland kan zich daarom geen stilstand veroorloven.
Ik zag op veel dossiers dat het kabinet belangrijke stappen aan het zetten was. De armoedecijfers zijn flink aan het dalen. Ze zijn historisch laag. Er is zelfs een afname geweest van 20% van het gebruik van de voedselbank. De verhoging van het kindgebonden budget heeft daar deel van uitgemaakt. Ook het minimumjeugdloon gaat omhoog. Daardoor kunnen we de mbo'ers goed helpen.
Nu moeten we blijven doorpakken, met name op de onderwerpen die zien op bestaanszekerheid van mensen, wonen, toeslagen, schadeafhandeling in Groningen, en de aanpak van de WIA, waar we bij de Voorjaarsnota zo voor geknokt hebben. Maar we moeten ook blijven trekken aan de weerbaarheid van Nederland en haar burgers op het gebied van veiligheid en economie. We kunnen het ons niet veroorloven om Nederland vleugellam te maken. Met die onderwerpen moeten we echt doorgaan, zou ik zeggen.
Wat we wel achter ons moeten laten, is de manier van politiek bedrijven. Want laat ik het maar heel eerlijk zeggen: de manier van politiek bedrijven in deze samenwerking, was soms echt verschrikkelijk. Rellen, roddelen, retweeten: het gebeurde absoluut te vaak. Dit is geen manier van politiek bedrijven die bij ons past. Dit is ook niet de manier van samenwerken die we zoeken. Wat voor mij wel werkt, is overleggen, luisteren en elkaar ook dingen gunnen. Dat laatste heb ik zo ontzettend gemist. Als je dat niet in ogenschouw neemt, breng je Nederland niet verder.
Tot slot wil ik mij richten tot de afgetreden kabinetsleden. Ze zitten er niet meer. Maar de politiek heeft ook een mooie kant. De mooie kant is dat mensen zich geroepen voelen om verantwoordelijkheid te nemen en zich voor dit land in te zetten, welke kleur ze ook hebben en waar ze het ook voor doen. Daar dank ik ze van harte voor.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Een vraag van de heer Bontenbal.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik had beloofd deze vraag ook aan mevrouw Van Vroonhoven te stellen. In haar eerste reactie zei ze bij een talkshow namelijk: ik heb al die punten eerder van tafel gekegeld. Dat was omdat een deel niet kon of omdat het inderdaad eerder al van tafel was geveegd. Later heeft u het verhaal gehouden dat jullie er eigenlijk prima mee konden leven. Dat zijn volgens mij twee verschillende verhalen. Welk verhaal is het nou? Ik denk dat we eerlijk moeten zijn als het gaat om dit soort onderwerpen.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik ga u dat zeggen. Toen de heer Wilders in Nieuwspoort zijn plannen presenteerde, was er voor ons niet veel nieuws bij. Ik heb het hoofdlijnenakkoord voor u meegenomen, want ik wist dat u me die vraag zou stellen. Pagina 4, 5, 6 en 7 van het hoofdlijnenakkoord staan vol met die asielmaatregelen. Dat biedt echt voldoende ruimte. Ik heb die voorstellen inderdaad ook voorbij zien komen, ook later dat najaar in het Catshuis. De manier waarop de heer Wilders dat zei in Nieuwspoort was vrij staccato en vrij hard. Dat zei hij op een manier waardoor ik dacht: weet je, op deze manier kunnen wij daar niet klakkeloos mee akkoord gaan. Die bewoordingen had ik al eerder gehoord. Als ik zeg "weggekegeld", dan bedoel ik echt de manier waarop hij dit soort voorstellen doet. Bovendien heeft de PVV een eigen asielminister. Je kan een nota van wijziging doen, je kan amendementen indienen. Wat zou de meest nette manier zijn om dit soort voorstellen in te brengen? Dan kunnen we het daar met elkaar over hebben. En nogmaals, over die tien punten heb ik uitdrukkelijk gezegd: "Ik wil er niet een voor een over onderhandelen, want het gaat om het geheel. Breng het over naar uw eigen minister, dan kan zij het in normale termen formuleren, kan ze het ook beargumenteren en dan kunnen we er verder over praten."
De heer Bontenbal (CDA):
Over de werkwijze van de PVV zijn wij het eens. Maar ik vind toch wel dat u nu geen duidelijk onderscheid maakt tussen het proces dat u wilde ingaan en de inhoud van die maatregelen. En NSC heeft zich ook steeds gepresenteerd als een partij die de democratische rechtsstaat overeind wilde houden. Er zit een aantal maatregelen in dat pakket, dat u inderdaad eerder heeft weg gekegeld omdat die niet konden, omdat ze niet pasten binnen de rechtsstaat of binnen internationale verdragen. Die internationale verdragen wilde u overeind houden. Dus mensen na veertien weken uit een azc zetten en op straat gooien als er geen onderdak is, strijdt gewoon met de verplichting van de Staat om mensen te huisvesten, zeker als je zelf de asielketen niet op orde brengt. Over acute grenscontroles heeft de rechter inderdaad ook al iets gezegd. En zo kan ik nog een aantal maatregelen noemen die op het eerste gezicht begrijpelijk lijken, want we willen allemaal meer grip op migratie, maar waar u later op gestrand zou zijn. Is het dan niet eerlijker om nu al te zeggen dat een aantal van die maatregelen gewoon inhoudelijk niet konden en dat u die inhoudelijk ook niet wilde steunen? Dat zou eerlijker geweest zijn dan een procesje te verzinnen met een motie, zodat dat in de uitwerking zou stranden. En ik snap die truc, want die wordt hier vaak uitgehaald, maar het is niet het meest faire naar je kiezers.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik denk dat als je het hebt over migratiebeleid, dit een punt is waarop wij en het CDA uit elkaar lopen, dat wij net een slagje verder durven te gaan dan het CDA. We hebben dat hoofdlijnenakkoord met die vier pagina's en 58 punten opgesomd. Die gaan hartstikke ver. Binnen dat hoofdlijnenakkoord kan heel erg veel. En binnen dat hoofdlijnenakkoord had ik graag gezien dat de heer Wilders zijn plannen integraal bij zijn eigen minister had gelegd, want dan hadden we dat uit kunnen werken, op een nette manier, in nette bewoordingen, met een goede toelichting, wat inderdaad ook paste binnen de rechtsstaatverklaring waar u en ik zo ontzettend aan hechten.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik vind het een beetje gek dat er nu op het verschil met het CDA wordt gewezen. De wetsbehandeling kwam nog en ik had precies voorbereid om u te gaan vertellen op welke punten we mee zouden kunnen en op welke niet. Het punt is: wilde u zich buiten de randen van de rechtsstaat begeven?
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Nee.
De heer Bontenbal (CDA):
Als u dat niet wilde, dan zijn er een aantal maatregelen waar u zelf dan ook moeite mee zou moeten hebben. Als u bijvoorbeeld weet dat een wet twee weken na ingang zou stranden omdat de rechter er een streep doorheen zou zetten, zou uw fractie dat ook niet willen. Voor een aantal maatregelen van die tien zou dat kunnen gelden.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Dat is een van de dingen ...
De heer Bontenbal (CDA):
Maar is het dan niet meer fair om toe te geven dat van die tien punten van Wilders misschien een deel al wel kon, maar een deel ook niet? En het is lastig om dat tegen de kiezer te zeggen — "tegen de burger", zou collega Dijk mij toefluisteren — of tegen mensen, maar u had daar ook ongemak mee. Eerlijk tegen de kiezer zeggen "van die tien punten konden wij niet alles meemaken", is denk ik eerlijker. En dat is namelijk wel waar u in het proces op uit was gekomen: als u de rechtsstaat had willen bewaren, had u een aantal maatregelen niet kunnen accepteren, omdat ze strijdig zijn met de rechtsstaat zoals we die hebben.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Nou, dat is precies de manier waarop wij om moeten gaan met de woorden die de heer wilders kiest, ook in het tienpuntenplan zoals hij dat in zijn persconferentie heeft gepresenteerd. Neem je die woorden, zoals hij ze presenteert, met een korreltje zout, of zijn dat maatregelen zoals ze voorliggen? Daarom ook onze argumentatie. We zeiden: "Hevel de voorstellen die u hebt, die u eigenlijk zo ongezouten nu op tafel legt, over naar het kabinet; maak daar voorstellen van die houdbaar zijn en kunnen, waar we inhoudelijk met z'n allen mee verder kunnen, zodat we inderdaad met elkaar de migratie kunnen inperken en er grip op kunnen krijgen, dan kunnen we er wat mee." Maar zoals ze in Nieuwspoort werden gepresenteerd, konden we er echt helemaal niks mee.
De heer Bontenbal (CDA):
Mevrouw Van Vroonhoven is nu uit deze coalitie. Waarom heeft u dat dan ook niet duidelijk gezegd? Gewoon: "Een heel aantal maatregelen van die tien punten, daar kunnen we niks mee." Wat u feitelijk heeft gedaan, is een proces hier wegzetten en dan zeggen: eigenlijk vonden we het allemaal oké.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Nee.
De heer Bontenbal (CDA):
Maar ik weet zeker dat als wij een debat hebben over die tien maatregelen en we ze punt voor punt langsgaan, bij meerdere maatregelen bij de NSC-fractie een rode vlag omhooggaat. Dat weet ik zeker. En dat weet u ook. Zeg dan gewoon eerlijk: "Een deel konden wij niet meemaken en dat gaan we eerlijk aan mensen thuis uitleggen. Niet alles wat goed lijkt, is het ook, of stuit gewoon tegen grenzen. Wij zijn een partij die zich voor de rechtsstaat inzet."
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Hé, hé, hé! Wij zijn dat natuurlijk ook. Ik heb de heer Wilders de afgelopen anderhalf jaar heel goed leren kennen. Ik heb gemerkt dat je echt moet oppassen dat je niet in een bepaalde fuik zwemt. Ik heb me heel duidelijk voorgenomen dat ik niet een voor een op die plannen in zou gaan. Dat is precies waar de heer Wilders me wilde hebben. Over het geheel genomen is dat de manier waarop we gezegd hebben: laat het door deze minister uitwerken, dan kunnen we het goede gesprek hebben over het inperken van de migratie. Zo waren we echt ergens gekomen.
De heer Dijk (SP):
2 miljoen huurders is huurbevriezing beloofd. Dat plan lijkt nu in de prullenbak te verdwijnen. Daarmee worden huurders opgezadeld met de opdracht zelf de wooncrisis op te lossen van verschillende kabinetten, waaronder dit kabinet. NSC, de partij van goed bestuur en bestaanszekerheid, kan twee dingen doen. NSC kan de belofte aan huurders over de huurbevriezing nakomen, nadat ze vorig jaar de hoogste huurverhoging in 30 jaar tijd hebben gehad, en daarnaast extra investeren in woningbouw. Of NSC kan die belofte aan 2 miljoen huurders breken. Dit kabinet en deze coalitie hebben daar zelf een puinhoop van gemaakt. NSC kan die belofte breken en huurders daarmee zelf de wooncrisis, die ze niet hebben veroorzaakt, laten oplossen. Wat gaat u kiezen?
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik probeer aan de heer Dijk aan te geven dat tegenover het verlagen of bevriezen van de huren het bouwen van woningen staat. Hoe belangrijk is dat? In het hoofdlijnenakkoord hebben we daar heel hard voor gevochten. We hebben 5 miljard ter beschikking gesteld om extra te kunnen bouwen. We vinden niet dat je dat een op een moet versouperen. Je moet daar heel zorgvuldig mee omgaan, want huizen moeten gebouwd worden. We moeten het dus nu met elkaar bekijken. Als blijkt dat het bouwen van huizen door die huurbevriezing in de knel komt, moeten we goede afwegingen maken. U en ik willen net zo goed dat de huren gematigd worden. Absoluut. Maar het mag niet ten koste gaan van het bouwen van huizen. Dat is namelijk net zo belangrijk. Het gekke is: als je bestuurt, heb je dit soort dilemma's te overwegen en ook tegenover elkaar te zetten. We zijn aan het kijken. Ik weet zeker dat de minister van VRO het misschien ook allebei kan doen. Het is jammer dat de heer Wilders uit het kabinet is gestapt, anders had hij deze twee dilemma's met ons uit kunnen dragen.
De heer Dijk (SP):
Ik vind dit echt een onzinantwoord, sorry. Dit is gewoon een flauwekulantwoord. Er is een grote meerderheid in deze Kamer, van links tot het midden, en ik weet dat de PVV het eigenlijk ook wil maar niet voor elkaar kreeg, en NSC ook. Ú heeft die afspraak gemaakt bij het overleg over het Voorjaarsnotadebat. U had en passant nog even een half miljoen huurders vergeten. Die huren bij particulieren. O, hè, shit, vergeten. Die zouden geen huurbevriezing krijgen. De belofte, de boodschap naar buiten, was — vrij laat, overigens — dat 2 miljoen huurders een huurbevriezing zouden krijgen. Me dunkt dat er dan minder inkomsten bij woningbouwcorporaties komen. Dan zou een goed bestuurder erover nadenken tijdens die overleggen. Die zou ervoor zorgen dat het volledig gecompenseerd zou worden. Die zou ervoor zorgen dat het extra belangrijk werd om extra te investeren in nieuwe woningbouw. Dat heeft u niet gedaan. Maar u heeft wel die belofte gedaan aan die 2 miljoen huurders. Zij zouden huurbevriezing krijgen. Wat gaat u kiezen? Gaat u de belofte met die 2 miljoen huurders breken of gaat u extra geld investeren in nieuwe woningbouw? Die 1 miljard per jaar is dan echt veel te weinig, mevrouw Van Vroonhoven; dat weet u ook.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik ben blij dat de heer Dijk het met me eens is dat er inderdaad fors gebouwd moet worden. Zolang er een krapte is op de woningmarkt en er te weinig huizen zijn, kunnen juist die starters en jongeren geen woning vinden. Hoe meer woningen je hebt, hoe goedkoper het wonen ook wordt. Dat bent u met me eens, want de economische regels gelden voor ons allemaal.
Dan het verhaal van die huurbevriezing. Ja, dat is een maatregel, maar die zou voor twee jaar gelden. Dat hebben we in het Voorjaarsnotaoverleg met elkaar afgesproken. Ik ben ervan overtuigd dat onze minister van VRO erover nadenkt hoe ze hiermee verder gaat. Ik volg het en we helpen haar als het kan. We helpen haar met alles wat we in ons hebben. We moeten hier met elkaar uit komen. Dat ben ik helemaal met u eens.
De heer Dijk (SP):
Dan de laatste vraag die ik hieraan ga besteden. NSC gaat niet de belofte breken dat sociale huurders van particulieren en corporaties de komende twee jaar huurbevriezing krijgen. Die belofte gaat u niet breken; dat haal ik nu namelijk uit uw woorden. Die gaat door. Dat is heel fijn, want anders moeten ze per 1 juli namelijk een huurverhoging betalen. Die huurbevriezing voor sociale huurders in corporaties en particuliere woningen gaat volgens Nieuw Sociaal Contract dus door. Dat is een belofte die u nu maakt.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Het allerbelangrijkste is inderdaad dat er goed gebouwd gaat worden en dat de 5 miljard die we gereserveerd hebben, naar die extra woningen gaat. Dan heb je het over de huurbevriezing. Dat hebben we met elkaar afgesproken, dus daar staan we voor. Dat was een afspraak die we met elkaar hadden bij het Voorjaarsnotaoverleg. De heer Wilders heeft zich nu teruggetrokken, dus we gaan kijken hoe we ermee verdergaan. Maar ik ben het helemaal met u eens; wij willen ook graag dat de huren bevroren worden. Natuurlijk, want de huurlasten van mensen zijn te hoog. Daar zijn we voor aan het zoeken.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik voel me een beetje een bemiddelaar na de oorlog, dus je kan ook zeggen: laat maar zitten. Maar neem mij nou heel even mee. Nou zit je als NSC bij Wilders op de Kamer en zegt hij dat hij een tienpuntenplan heeft waar je het eigenlijk inhoudelijk wel over eens bent. Ik snap dat mevrouw Van Vroonhoven zegt: we willen per punt uitgedokterd hebben wat er kan en wat niet. Oké, begrepen. Dan is het toch geen enkel punt om je handtekening daaronder te zetten en te zeggen: ja, dan gaan we zien wat de minister daarop antwoordt en wat er wel kan? We leven volgens mij, zoals meneer Bontenbal zegt, in een rechtsstaat. Als de rechter ons terugfluit, dan kan het dus niet. Dat lijkt mij ook duidelijk. Daarom is JA21 nogal van het aanpassen van wetten of verdragen: dat is de bodem onder de alsmaar toenemende instroom in Nederland en Europa. Daar moeten we echt veel fundamenteler over gaan nadenken in plaats van op korte termijn. Maar goed, dat even aside — excuus: aan de zijkant. De vraag aan Van Vroonhoven is dus: wat was er nou zo moeilijk aan het onderstrepen van die tien punten?
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik ga het u zeggen, meneer Eerdmans, via de voorzitter. Die tien punten waren boute taal. Dat was soms ook van dik hout zaag je planken. Ik ga daar mijn handtekening niet een-op-een onder zetten, vandaar het verzoek: hevel het over naar het kabinet, maak er goeie taal van en zorg dat het uitvoerbaar is. Op de manier waarop het in het tienpuntenplan verwoord was, was het namelijk nooit door de Tweede Kamer en Eerste Kamer gekomen. Wat ons betreft ga je niet een handtekening zetten onder punten voor de bühne om te laten zien: wuhoho, wat zijn we ongelofelijk stevig in ons migratiebeleid! Wij willen heel graag plannen en migratie inperken op een manier waarop dat kan en houdbaar is. En ja, we willen ook dat het houdbaar is voor de rechter. Dat had gekund, maar dat hangt allemaal af van de formulering. Daar heb je al die ambtenaren voor die dat op een goede manier kunnen neerzetten.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik blijf het warrig vinden, want dan waren jullie het dus niet eens met die tien punten.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik zeg u: die tien punten waren heel kort door de bocht. Dat was hele ruige taal en ik ben niet zo van die ruige taal, dus daaronder kon ik mijn handtekening niet zetten.
De heer Dassen (Volt):
We kijken vandaag natuurlijk veel terug, maar volgens mij is dit ook een moment om weer naar de toekomst te kijken. Daar heb ik NSC op dit moment nog heel weinig over gehoord. Ik heb het in mijn eigen bijdrage gehad over kweekvlees, een basisinkomen en een Europees leger. Dat zijn dingen waar ik heel enthousiast van word. Ik ben benieuwd waar NSC op dit moment enthousiast van wordt en mee naar de toekomst kijkt.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
De campagne is begonnen. Ik wil u heel graag meenemen in de campagneplannen die wij als Nieuw Sociaal Contract hebben, maar het zal er vooral op neerkomen dat we de mensen willen helpen die in de knel zitten. Dan gaat het vooral om mensen die in de knel zitten met de overheid, of het nou gaat over bestaanszekerheid — ik kan eindeloos doorgaan — of in hun relatie tot de overheid.
De heer Dassen (Volt):
Ik vraag het ook omdat ik mevrouw Van Vroonhoven heel veel hoor praten over asiel, asiel, asiel. Weet u, we hebben volgens mij nu heel veel partijen in het parlement die zich helemaal aan het vastdraaien zijn in asiel, terwijl er zo veel andere uitdagingen zijn in Nederland waar mensen zich zorgen over maken. Daarvoor snakken mensen ook naar nieuwe ideeën en oplossingen, die er juist voor zorgen dat we niet blijven hangen in al de oude politiek die we nu hebben. Maar dan moeten we wel verbeeldingskracht hebben met elkaar. Ik ben natuurlijk heel erg benieuwd naar die ideeën van NSC straks, maar ik hoop wel dat we dan ook bereid zijn om die status quo te doorbreken. Ik hoop dus dat NSC zichzelf dan uitdaagt, en niet mee gaat doen in het Haagse spel waar we vandaag weer allemaal met elkaar naar zitten te kijken.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik kan niet wachten op de bevlogen debatten die ik met u zal hebben.
De heer Dassen (Volt):
Dat is heel mooi om te horen. Een laatste vraag, want dan hoeven we dat in al die debatten niet meer te bespreken en dan kunnen we dat ook achter ons laten: als je naar de toekomst wilt — en volgens mij willen we dat met elkaar — dan kan dat niet met de PVV in een kabinet. Kan NSC hier dus nog één keer aangeven dat de partij inderdaad niet meer met de PVV in een kabinet zal stappen?
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Misschien heeft u mijn eerdere woorden gehoord. Ik heb gezegd dat de heer Wilders het werk eigenlijk onmogelijk heeft gemaakt.
De voorzitter:
Oké. We hebben nog zeven sprekers van de zijde van de Kamer te gaan. Ik geef graag het woord aan mevrouw Bikker van de fractie van de ChristenUnie.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter. Wie wind zaait, zal storm oogsten. Die Bijbelse wijsheid wou ik maar boven het kabinet-Schoof schrijven, want ik kan me geen onderhandeling, geen weg naar de kamer van collega Wilders voor coalitiepartijen of andere partijen, zelfs geen debat over een regeringsverklaring of wat ook voorstellen, waarbij uiteindelijk niet weer die storm opstak.
Voorzitter. Ik heb het, geloof ik, nog niemand horen doen, maar ik wil toch minister-president Schoof danken dat hij de handschoen opnam in deze buitengewoon ingewikkelde situatie. Dank u wel.
Dan terug naar de situatie waarin we nu gekomen zijn. Die ligt namelijk niet aan de minister-president, maar wel aan die vier partijen die hier zitten. Wilders probeerde het een tijdje als Milders, maar al snel kwam de aap uit de mouw. Twitteren kan hij nog steeds als geen ander; complimenten, meneer Wilders. Een ander afbreken en afkraken gaat allemaal best goed, maar geduld hebben om op te bouwen was er niet. Hij doet een beetje zoals een boze coach langs de zijlijn: je hebt de verkeerde opstelling neergezet, je weet ergens dat deze wedstrijd echt niet lekker loopt, maar vervolgens ga je schelden op alles en iedereen — op de scheidsrechter, op de spelers, vooral die van de tegenstander — en je loopt weg en geeft de schuld van een verloren wedstrijd aan iedereen, behalve aan jezelf. Geen verantwoordelijkheid, geen plan voor de lange termijn. Wel twitteren, wel stampvoeten, wel boos weglopen.
Voorzitter. Leiderschap vraagt om verantwoordelijkheid en niet om vluchtgedrag. Wie wind zaait, zal storm oogsten. Ja, de VVD, NSC en de BBB hebben dit fiasco mede mogelijk gemaakt. Al voor de verkiezingen begon het met het openzetten van de deur voor het populisme. Ik zie ze vandaag vooral alleen naar Wilders wijzen. Is er nog enige reflectie? Moet dit niet een kantelpunt zijn? Kan deze Kamer het namelijk nog eens worden over de dingen waar heel Nederland zeker van is dat er een aanpak voor nodig is, waarvoor zo veel mensen thuis al heel lang zitten te wachten op echte maatregelen? Ja, ik kijk ook naar de collega's van de VVD als het gaat om migratie. We hadden namelijk een heel stuk verder kunnen zijn, ook op dat punt van migratie. Er hadden wetten al in uitvoering kunnen zijn. Ja, als er een oorlog woedt in het oosten van ons continent en de NAVO versterkt moet worden, dan kunnen we niet hebben dat we hier moties wegstemmen omdat links het weer niet eens is met rechts en andersom, terwijl er zo veel op het spel staat.
Voorzitter. Laat dit een kantelpunt zijn. Ik hoop dat het brede politieke midden op wil staan, met eigen kleur, met af en toe diepe verschillen van inzicht: over hoeveel overheid je toelaat, wat mij betreft bij links af en toe te veel, hoeveel samenleving je toelaat, hoeveel sterke ondernemers je wilt hebben — wat mij betreft: kies voor dat midden — en ook over hoe je zorgt dat de kerntaken van de overheid veel beter vervuld gaan worden dan dat in de afgelopen jaren is gedaan. Dat vraagt van ons allemaal wat. Maar door het weglopen van Wilders zijn de mensen in het land nu de dupe. Ons land zit op slot en veel mensen kunnen niet weer twee jaar wachten op effectief beleid. Daarom is het vandaag een dag om op te staan. De ChristenUnie kiest een andere weg. Wij geloven in een politiek die niet vlucht, maar die blijft staan, in leiderschap dat niet wordt ingegeven door peilingen of partijbelang of persoonlijk gewin, maar door waarden, in politiek die dienstbaar is, die recht doet en die vrede zoekt.
Voorzitter. Wie wind zaait ... Komend weekend is het Pinksteren. Er is een plek geweest waar de wind begon te waaien, waar het vuur begon te branden omdat er een Geest kwam die vrede bracht en vreugde. Dat wens ik u allen van harte toe.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Stoffer van de SGP.
De heer Stoffer (SGP):
Voorzitter. De kiezer staat in de kou, niet in het zonnetje. Die teleurstellende conclusie moet de SGP helaas trekken. Nog geen twee jaar geleden gaf de kiezer een glashelder signaal: geen ideologische spelletjes, geen verstikkende regelgeving en geen grote vergezichten meer, maar praktische oplossingen en een betrouwbare overheid. Nederland koos voor strenger asielbeleid, voor meer woonruimte, meer ruimte voor boeren en voor veiligheid.
Voorzitter. Dit jaar, 2025, zou het jaar van de uitvoering worden. In het regeringsvak zaten tot op het bot gemotiveerde bewindslieden die hun mouwen wilden opstropen voor een beter Nederland. De Kamer kon dit jaar de eerste wetsvoorstellen tegemoet zien en ook behandelen. Een aantal plannen en ambities van dit kabinet spraken de SGP best aan, voorstellen die rekening houden met de wensen en de wereld van de gewone Nederlander. Daar zitten burgers, boeren, ondernemers en zzp'ers echt op te wachten. Maar helaas lijkt die hoop in rook op te gaan. De vier coalitiepartijen hebben niet geleverd.
Voorzitter. Bij de regeringsverklaring heb ik gezegd dat het prille vertrouwen in het kabinet broos was. Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Het is iets om heel erg zuinig op te zijn. Een Bijbelse spreuk luidt dat uitgestelde hoop het hart krenkt. Het staat in Spreuken 13, vers 12. Als u vanavond niets te doen heeft, kan ik u aanraden om nog eens het hele hoofdstuk na te lezen. Het gaat over wijsheid en dwaasheid. Ons land zou er goed mee af zijn als we die les tot ons zouden nemen. Uitgestelde hoop die het hart krenkt, dat is precies wat nu gebeurt. Veel mensen in ons land zijn teleurgesteld. De hoop op betere plannen is vervlogen. Wantrouwen in de politiek is verdiept en dat is een zorgelijke situatie.
De SGP waardeert de inzet van onze partijloze premier. Dat wil ik hier ook gezegd hebben. Vanaf deze plek wens ik hem en de andere kabinetsleden Gods zegen voor de komende periode. Het is belangrijk dat onze premier samen met de bewindslieden van drie partijen in demissionaire staat verder gaat. En het is onze verantwoordelijkheid om te werken aan de grote problemen rond migratie en integratie, aan woningbouw, aan perspectief voor boeren en aan de internationale veiligheid. Als wij kostbare tijd verloren laten gaan, dan heeft dat effect op het leven van miljoenen Nederlanders en dat is onverantwoord.
Voorzitter. Een demissionair kabinet moet ruimte krijgen om de genoemde urgente problemen aan te pakken. Daarom stelt de SGP voor om zeker de onderwerpen migratie, wonen, stikstof en internationale veiligheid niet controversieel te verklaren. Daarbuiten kunnen we niet doen alsof er niets gebeurd is. Eerst moet nu de kiezer geraadpleegd worden.
Voorzitter. De SGP is steeds constructief geweest, ondanks de kritische noten die we ook hebben gekraakt. U kunt ervan op aan dat we ook in de komende periode constructief zullen zijn. We zullen ons blijven inzetten voor gezinnen, voor het ongeboren leven, voor de veiligheid en zeker ook voor onze Joodse landgenoten. De SGP wil woord houden. Dat is waar het land behoefte aan heeft: mensen die aanspreekbaar zijn op hun woorden en een land dat zich houdt aan Gods goede geboden. Daar zouden we werkelijk goed mee af zijn.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Dijk van de SP.
De heer Dijk (SP):
Dank u wel, voorzitter. Nederland is bevrijd, bevrijd van rechtse ruziepartijen die niks voor elkaar krijgen, maar die wel bezuinigen op onze zorg, ons onderwijs en onze sociale zekerheid. Staatssecretaris Jansen bezuinigt 335 miljoen op het stads- en streekvervoer. Door de bezuinigingen op het openbaar vervoer stijgen de prijzen met 12% en zal een op de vijf bushaltes worden geschrapt. Minister Beljaarts heeft elf maanden lang niets gedaan aan de torenhoge inflatie en de hoge boodschappenprijzen, terwijl supermarkten en voedselproducenten miljarden winsten maakten. Minister Agema heeft in elf maanden tijd niets gedaan aan het eigen risico, roofinvesteerders wel vrij spel gegeven in de zorg, het ziekenhuis in Heerlen in onzekerheid gelaten en honderden miljoenen op onze zorg voor ouderen en gehandicapten bezuinigd. Het was één grote PVV/VVD-polonaiseshow op de zorg.
Er is zo veel teleurstelling over de gebroken beloften en het verraad van mensen door de PVV. Het is zelfs niet gelukt om de huren te bevriezen, terwijl ze dat beloofde tijdens de onderhandelingen voor de Voorjaarsnota. Ze hebben huurders behandeld als voetveeg. Dit kabinet ging vechtend over straat en heeft geen enkel probleem opgelost. Niks, nakkes, nada! Eén grote nul.
Maar het grootste verraad van de heer Wilders is niet dat hij wegliep van dit kabinet en deze coalitie. Het grootste verraad is dat hij daarmee wegliep van alle mensen in de buurten en dorpen die problemen van ongereguleerde migratie ervaren. Zij hadden hun hoop gevestigd op de PVV, maar Wilders koos ervoor om bij deze mensen weg te lopen. Daarover zijn mensen diep teleurgesteld, en terecht. En daarom is het SP-plan voor het reguleren en fors beperken van migratie veel beter. Door alle verdienmodellen van migratie aan te pakken, verlagen wij het migratiesaldo met twee derde ten opzichte van dit kabinet.
En dat werkt een stuk beter dan steeds maar blijven weglopen. Want er is een partij die nooit wegloopt, die nooit wegloopt van de mensen in de buurten en dorpen die alle klappen van deze bezuinigingspolitiek opvangen. Of wij nou negen of vijf zetels hebben, de SP is en blijft altijd naast de gewone mensen staan, zeker nu. Zorg, wonen, onderwijs, boodschappen, energie en openbaar vervoer: het zijn basisvoorzieningen die voor iedereen betaalbaar moeten zijn. In een van de rijkste landen van de wereld is dit nu niet het geval.
Daarvoor moet je met het allergrootste taboe in de politiek van de afgelopen jaren breken. Het taboe waardoor de prijzen zo hoog zijn. Het taboe waardoor politici al jaren op onze zorg, ons onderwijs en de woningbouw bezuinigen. Dat taboe is niet integratie. Dat taboe is ook niet migratie. Maar over dit taboe kan en mag je het in Den Haag niet hebben. Het is namelijk het taboe van het belasten van de allerrijksten. Afgelopen jaar is er 3,3 miljard aan cadeautjes uitgedeeld aan grootvermogenden en grote winstmakende bedrijven, terwijl de vermogensongelijkheid in Nederland al gigantisch is. De achttien grootvermogenden bezitten meer dan de helft van al het vermogen.
Dit is het grootste taboe. We zien het taboe bij de PVV, we zien het taboe bij de VVD en bij de BBB, maar ook bij NSC, en zelfs bij andere partijen die nu de mond vol hebben over "verantwoordelijkheid nemen" en "staan voor moeilijke keuzes", maar die door de knieën gaan als het grote geld aangepakt moet worden en eerlijk belast moet worden. Partijen die buigen voor de macht van het grote geld en die gewone mensen in onzekerheid laten, werken mee aan een voedingsbodem voor asociale politici die verdeeldheid zaaien. Die kant moet ons land niet op. Dat is de kant van rancunepolitiek. De SP wil de andere kant op, de kant van sociale politiek. Juist nu, na het meest asociale kabinet, is het tijd voor het meest sociale kabinet. Dat kan alleen met de SP.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Van der Plas van de BBB.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
U wilt uw excuses maken?
Voorzitter. Ik ben nog steeds heel erg teleurgesteld over wat er gisteren is gebeurd. Ik kies ervoor om vandaag niet in boosheid te gaan zitten maar om naar de toekomst te kijken. We moeten immers door. Mensen in Nederland snakken naar een betrouwbaar kabinet dat verder werkt aan de belangrijke problemen die moeten worden opgelost. Al is het kabinet demissionair – dat betekent zo veel als "ontslagen van de opdracht" — Nederland moet door. Er is geen plek meer voor politieke machtspelletjes. Asielmigratie moet worden aangepakt. De economische positie van Nederland staat op het spel. Nederland verliest in rap tempo de mensen die ons voedsel maken en ons prachtige landschap onderhouden: de boeren, de tuinders en de vissers. Onze nationale veiligheid moet op orde worden gebracht met een sterke krijgsmacht en een weerbare samenleving. En Nederland moet zo snel mogelijk van het stikstofslot om PAS-melders te legaliseren, huizen te bouwen, wegen te onderhouden en spoorrails aan te leggen. BBB wil en gaat hiermee verder aan de slag. Wat gisteren is gebeurd, is gebeurd. Wij moeten nu verder.
We moeten verder om Nederland sterk en weerbaar te maken. Verder om onze boeren, tuinders en vissers hun toekomst terug te geven. Verder om ervoor te zorgen dat onze kinderen een betaalbare woning kunnen krijgen en een gezinnetje kunnen stichten. Verder voor een ronkende economie, waar onze ondernemers worden geholpen in plaats van tegengewerkt.
We moeten door. Controversieel verklaren van deze belangrijke onderwerpen kan niet aan de orde zijn. Wie dit wel overweegt, brengt Nederland pas echt tot stilstand. Dat is pas echt onverantwoord. Het controversieel verklaren van dossiers betekent zo veel als dat deze niet meer in behandeling worden genomen, maar aan het nieuwe kabinet worden overgelaten. Ofwel, het blijft allemaal op de plank liggen. Nogmaals, dat is pas onverantwoord.
BBB koos voor regeringsdeelname, vanwege de problemen die ik heb benoemd en de luid en duidelijke wens van de kiezer voor sociaal, rechts beleid op 22 november 2023. Dat heeft voor ons tot die keuze geleid. Ook hebben wij ervaren hoe het is om tegengewerkt te worden. Wij hebben dat ook ervaren. Zo wordt er zowel voor als achter de schermen een keiharde strijd gevoerd om Nederland van het stikstofslot te halen, weer huizen te bouwen, perspectief te geven aan boeren en vissers, en de PAS-melders te legaliseren. Bij tegenwind op de fiets heb je twee keuzes: je gaat harder trappen of je gooit je fiets in de berm. Wij geven nooit op als het moeilijk is. Juist als het moeilijk is, gaan wij door.
Voorzitter, ik sluit af. Ik wil de heer Wilders toch bedanken voor de samenwerking in de afgelopen periode. Het schuurde soms, het knetterde soms, maar we moeten ook eerlijk zijn: we hadden ook echt wel plezier met elkaar. De mensen lachen erom, maar die waren er niet bij. Ik kan het in alle oprechtheid zeggen. Het is jammer dat de heer Wilders geen vertrouwen meer in ons had. Wij, als BBB, hebben gedaan wat we konden.
Het is zoals het is. Het gaat zoals het gaat. Nogmaals, wij kiezen vandaag niet voor boosheid, maar voor verantwoordelijkheid. Die verantwoordelijkheid hebben wij eerder ook genomen en die blijven we nemen. Nu gaan we verder aan de bak voor de mensen in Nederland.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Eerdmans, JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter. Ik zei het al, er heerst een beetje een begrafenisstemming, maar ik vind het ook een trieste dag. Het is echt een trieste dag. De zon zou gaan schijnen, maar die is inmiddels wel verdwenen. Ik baal er echt oprecht van. Een jaar geleden stond ik hier bij de aftrap van het kabinet-Schoof I. Ik begon mijn bijdrage met de woorden "verziek het niet". Dat weet u misschien nog wel.
Voor het eerst in jaren had de Nederlandse kiezer een kraakhelder signaal afgegeven: weg met het bestuurlijk dralen, weg met de linkse wolk. Men had gestemd op een rechtse meerderheid, er was mandaat om te hervormen. Migratie, stikstof, koopkracht, wonen, klimaat, Europa: een unieke kans om het land de goede kant op te sturen. Pak die kans! JA21 heeft het kabinet daarin gesteund, zowel in de Eerste als in de Tweede Kamer. Niet kritiekloos, maar zeker constructief, want wisten dat zo'n kans niet snel terug zou komen.
Het is toch gebeurd: de coalitie is gestruikeld en de plannen zijn gesmoord. De zon die zou schijnen, is in de mist verdwenen. Ik hoor vandaag vooral veel boosheid en cynisme. Ik denk dat dat op zich terecht is, want we zijn weer terug bij af. Dankzij de val van het kabinet komen er méér azc's. Méér azc's: hoe cynisch kan het worden? Dankzij de kabinetsval komen er meer azc's. Ik hoop oprecht dat het demissionaire kabinet zo veel mogelijk zaken zal voortzetten. Niemand zit te wachten op meer stilstand en weer een jaar wachten voordat er een nieuwe ploeg staat.
Komen er trouwens nieuwe ministers of staatssecretarissen bij? Of gaat de huidige ploeg het werk er gewoon bij doen? Graag een reactie van de premier.
Een voor ons heel belangrijke vraag gaat over de eurobonds. Mag ik erop rekenen dat ook onder het demissionaire kabinet de motie-Eerdmans heilig blijft? Geen Europese schuldenberg op onze nek!
Voorzitter. De eindconclusie na elf maanden kabinet-Schoof is: veel gedoe, veel lullen en weinig poetsen. Maar ik spreek hier wel mijn waardering uit voor het kabinet, de ministers en de staatssecretarissen. Ik had ze een veel langere tijd gegund, want er zijn plannen gesmeed, er zijn voorstellen geschreven en er zijn belangrijke ideeën in de steigers gezet. Ik wil hierbij ook absoluut een compliment geven aan premier Schoof. Hij heeft zijn nek uitgestoken en dat waardeer ik. In moeilijke tijden heeft hij zijn geduld bewaard, zijn ploeg door moeilijke stormen geleid en het hoofd koel gehouden. Dank daarvoor.
Voorzitter. Ik zeg het nog maar een keer: ik sta hier niet met een glimlach, zoals sommige PVV-ministers gisteren wel deden bij het afscheid van het Catshuis. Die leken opgelucht dat hun avontuur erop zit, in plaats van gefrustreerd. Dat vond ik raar. Mijn bijdrage is geen "zie je wel". Ik vind dit gewoon een politieke tragedie, een sprookje over het meest rechtse kabinet dat wreed eindigt. Ik weet dat ik niet de enige ben die dit zo voelt.
Als het niet gaat zoals het moet, zei Jan de Koning, dat moet het maar zoals het gaat. Nieuwe verkiezingen dus. Nieuwe ronde, nieuwe kansen. JA21 is, denk ik, een alternatief voor de rechtse kiezer die rechts wil stemmen maar niet bij voorbaat langs de zijlijn wil staan, en niet wil dat er straks toch weer linksaf wordt geslagen met D66 en GroenLinks. Ik denk dat wij als JA21 straks degelijke mensen met bestuurservaring kunnen leveren, die niet weglopen als het moeilijk wordt.
Voorzitter. Het kabinet is gevallen over een tienpuntenplan waar NSC geen handtekening onder wilde zetten. Dat is mijn conclusie na het debat. Maar wat ik nou niet begrijp, is dat de VVD en BBB daarin mee zijn gegaan. Mevrouw Yeşilgöz zei: ik had geen zin om weken te moeten onderhandelen. Maar ik denk, mevrouw Yeşilgöz, dat Nederland geen zin had in nieuwe verkiezingen. Volgens mij was de val dus te voorkomen. Ik hoor heel graag of de premier dat met mij eens is.
Voorzitter, daarmee sluit ik af. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Ouwehand, Partij voor de Dieren.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. Ik heb één compliment: het is een grotere puinhoop dan na de LPF. Je kunt zeggen dat dat best een prestatie is. Maar verder valt er natuurlijk weinig te lachen. Als we één ding hebben geleerd — voor de mensen die het nog niet wisten — dan is het dat nu wel voor eens en voor altijd bewezen is dat zondebokpolitiek de reële problemen van mensen niet oplost. Er slapen in dit land noodgedwongen kinderen in garageboxen en auto's omdat er door jarenlang beleid van onder andere de VVD te weinig woonruimte is. Daar kun je kwetsbare mensen de schuld van geven. Maar je zou ook kunnen reflecteren en zeggen: dit hebben we niet goed genoeg gedaan en we gaan dit oplossen zonder mensen in dit land tegen elkaar uit te spelen, zonder mensen die hier geen schuld aan hebben als zondebok weg te zetten en daarmee grote verdeeldheid te zaaien in de samenleving. Het is maar één voorbeeld.
Ik deel de analyse die mijn collega's hebben gemaakt dat de problemen in Nederland niet zijn opgelost. Maar er is hier ook een heel fundamenteel probleem aan de orde geweest: zondebokpolitiek is verworden tot officieel kabinetsbeleid. Er zijn bewindslieden toegetreden, met instemming van de coalitiepartijen, waaronder de VVD, die er aantoonbaar een racistisch gedachtegoed op na hielden, wat niet is veranderd op de dag dat zij beëdigd werden door de Koning. De rechtsstaat is keihard aangevallen, terwijl we die nodig hebben omdat we in dit land met elkaar de problemen moeten oplossen. We hebben elkaar nodig. Dit betekent dat je investeert in rechtvaardigheid en in het oplossen van de problemen die zijn ontstaan, en dat je niet de aandacht daarvan afleidt door allerlei mensen die daar part noch deel aan hebben daarvan de schuld te geven en op die manier de hele samenleving tegen elkaar uit te spelen. Daar, zo moet ik eerlijk zeggen, is geen fundamentele grens getrokken. De coalitiepartijen dragen daarvoor natuurlijk de grootste verantwoordelijkheid, met de VVD voorop, want die heeft het hele probleem gecreëerd, maar het viel mij ook tegen van een aantal andere partijen. We moeten hier zeggen: democratie is niet alleen maar de uitkomst van verkiezingen en wie de meeste zetels heeft. Wij opereren hier binnen de kaders van de democratische rechtsstaat en die hebben we te verdedigen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld ook over de afspraak die we gemaakt hebben dat we ons best doen om te zorgen voor een stabiel klimaat, dus aanpakken, die klimaatcrisis! Zorgen voor herstel van de natuur! Dit zijn de problemen waar mensen zich zorgen over maken. We hebben een gezonde toekomst nodig voor ons land en voor onze kinderen.
Voorzitter. Nederland snakt naar verandering en dit kabinet was louter gebaseerd op boerenbedrog. De eerste slachtoffers waren de dieren, want nog voordat dit kabinet goed en wel geformeerd was, waren ze in de achterkamertjes al opgeofferd en is de wettelijke bescherming, die na jaren knokken voor de dieren geregeld was, met steun van de PVV weer uit de wet gehaald. Ja, wij vergeten dat dus niet. Vervolgens kwam de BBB in het centrum van de macht, die alles mag bepalen wat dieren raakt. Ik vergeet dat niet, hoor. Het was er een voorbode van dat de plannen van dit kabinet ook voor mensen weinig goeds in petto hadden. Dat we nu moeten geloven dat mevrouw Yeşilgöz als leider van de VVD hoogst verbaasd is over hoe Wilders zich heeft gedragen: dan kun je als politiek leider óf echt geen goede inschattingen maken, wat me geen aanbeveling lijkt, óf je staat gewoon te liegen en je neemt je kiezers niet serieus, wat me ook geen aanbeveling lijkt.
Voorzitter. Dan vraagt iedereen of mevrouw Yeşilgöz gaat zeggen dat ze nog een keer met Wilders gaat regeren. Daar gaat ze natuurlijk haar eigen strategische moment voor kiezen, want er is maar één ding dat ze wil: uitstralen dat zij wel een staatsvrouw is, terwijl ze de veiligheid van Nederland en Europa gewoon op het spel zet door met de PVV te gaan regeren. Wij gaan niet, omdat mevrouw Yeşilgöz zo nodig wil laten zien dat zij voor veiligheid is, achter steeds hogere opbiedingen voor de NAVO-norm aanlopen. Ja, er zijn investeringen nodig in onze eigen defensie, maar dan gaat het wel over de echte veiligheid, en dus ook over een stabiel klimaat en ook over investeren in ontwikkelingssamenwerking, en niet het partijpolitieke belang dat jij degene bent die de hoogste budgetten weet te organiseren. Dat is niet kiezen voor de veiligheid van Nederland.
Dank u wel.
De voorzitter:
De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Baudet, Forum voor Democratie.
De heer Baudet (FVD):
Voorzitter. De tien punten waarop volgens de heer Wilders het kabinet zou zijn gevallen, de tien punten over migratie, stonden grotendeels in het hoofdlijnenakkoord. De drie andere partijen hebben ook verklaard ze te ondersteunen en te willen implementeren. Dus wat is er nou eigenlijk gebeurd? Waarom is het kabinet gevallen? Het is volstrekt onbegrijpelijk. Het is compleet mysterieus.
Ik loop die tien punten nog wel even langs. Geen Spreidingswet, geen voorrang sociale huurwoningen voor statushouders. Die staan beide in het regeerprogramma. We hebben eerder vandaag bevestigd gekregen dat zowel Faber als Mona Keijzer dit samen aan het realiseren waren. Twee maanden geleden zagen we overigens dat Faber nogal achterliep op schema, maar goed, dat is dan de PVV aan te rekenen en niet de coalitiepartners.
Een azc-stop, lees ik in het tienpuntenplan. Dat hangt samen met het intrekken van de Spreidingswet en volgt dus ook gewoon uit het hoofdlijnenakkoord. Criminele vreemdelingen uitzetten. Daarover lees ik in het hoofdlijnenakkoord, en ik citeer, "dat zou worden geregeld dat vergunningen van criminele vreemdelingen kunnen worden ingetrokken en zij kunnen worden uitgezet". Steun voor harder optreden van de politie en fors meer grensbewaking. Ook geen probleem. Gewoon in overeenstemming met de afspraken.
Dan staan er ook nog wat dingen in het tienpuntenplan van de heer Wilders die nogal vaag zijn geformuleerd en waarvan onduidelijk is wat er precies de juridische betekenis van is. Bijvoorbeeld "Syriërs terug naar Syrië" of "grenzen dicht voor alle asielzoekers". Dat laatste kan problematisch zijn als je het VN-Vluchtelingenverdrag niet wil opzeggen. En daarover is niets opgenomen in het coalitieakkoord, dus dan had je dat akkoord maar niet moeten ondertekenen en had je dat toen moeten doen, een jaar geleden, en niet na een jaar ineens gaan roepen dat je dat toch eigenlijk wil en dat anderen zich niet aan de afspraak houden en er niet met anderen te werken valt.
Het is mysterieus. Voor de duidelijkheid: ik vond dat er een heleboel dingen in het coalitieakkoord, in het hoofdlijnenakkoord stonden waar ik het niet mee eens was. Ik was teleurgesteld in het onderhandelingsresultaat. Als je 37 zetels haalt, vind ik het een veel te hoge prijs als je daarvoor op de foto moet met Zelensky, een paar prikken moet nemen, het nexitstandpunt moet laten varen en noem het allemaal op. Maar als je dat dan doet, die afspraken maakt en zo diep door het stof gaat, dan is het onbegrijpelijk dat je vervolgens een jaartje later de boel laat klappen. Dan heb je ofwel spijt van je onderhandeling en heb je compleet zitten te slapen toen de afspraken gemaakt werden, of zoek je gewoon een flauwe aanleiding om het kabinet te laten vallen, omdat je bang bent dat je door mand valt of omdat je bang bent dat heel Nederland ziet dat je niet de juiste mensen op ministersplekken hebt kunnen laten komen en er niet doorheen komt met concrete afspraken enzovoorts.
Wat in elk geval volstrekt onaannemelijk is, wat ik echt niet geloof en wat ik de PVV voor lange tijd zal blijven narekenen, is het volgende. Als deze coalitiepartners in dit eerste, eindelijk een beetje fatsoenlijk rechtse kabinet in een lange geschiedenis niet betrouwbaar zouden zijn geweest, dan had je het op stemmingen moeten laten aankomen. Was dan daadwerkelijk met een intrekkingswet van de Spreidingswet naar de Kamer gegaan. Laat dan maar zien dat NSC, de VVD enzovoorts geen woord houden en dat zij niet betrouwbaar zijn. Dan had ik gezegd: oké, ik begrijp dat je de boel laat klappen. Dan hadden ze zich niet aan de afspraken gehouden en was er daadwerkelijk een breuk van het hoofdlijnenakkoord geweest. Maar dat is allemaal niet gebeurd. Het is in achterkamertjes gegaan, op een ondemocratische wijze. Het heeft er echt alle schijn van dat de PVV te kwader trouw is geweest en ik neem dat de heer Wilders en vooral al zijn kiezers enorm kwalijk. Het spijt me zeer. We zijn bondgenoten. Ik mag je graag. Je bent een leuke vent, maar dit is gewoon vreselijk slecht voor Nederland.
De voorzitter:
Dat was tegen mij, neem ik aan? Ik schors twintig minuten en dan gaan we luisteren naar de minister-president.
De voorzitter:
Ik heropen. Het woord is aan de minister-president.
Termijn antwoord
Minister Schoof:
Voorzitter. Velen van u hebben in diverse vormen gevraagd op welke manier het demissionaire kabinet zijn werk graag zou willen voortzetten. Dat is gerelateerd aan verschillende onderwerpen, van defensie tot stikstof en van wonen tot andere onderwerpen. Ik heb in het begin van mijn verklaring en van het debat de hoop uitgesproken dat Kamer en kabinet samen blijven werken aan onderwerpen die niet kunnen wachten. Ik heb vandaag in de Kamer die bereidheid ruimschoots gevoeld. Het kabinet heeft goed geluisterd naar de onderwerpen die hierbij vandaag in de Kamer werden genoemd, bijvoorbeeld asiel, bijvoorbeeld stikstof, bijvoorbeeld woningbouw en bijvoorbeeld perspectieven voor boeren.
Ik hoorde ook onderwerpen terug die ik heel expliciet zelf noemde, namelijk veiligheid, zowel nationaal als internationaal, waaronder de steun aan Oekraïne en alles wat nodig is voor defensie, inclusief de NAVO-top. Ik noem de internationale economische verhoudingen en de belangrijke hersteloperaties alsook de begrotingen van 2026. U mag erop rekenen dat het kabinet dit gevoelen in de Kamer ter harte neemt bij zijn werkzaamheden in het overleg met het parlement.
De heer Eerdmans vroeg of er nieuwe ministers of staatssecretarissen in het demissionaire kabinet bij komen of dat het bij de huidige ploeg blijft. Daar zullen we ons de komende dagen op beraden, zeg ik via de voorzitter aan de heer Eerdmans. Voor de korte termijn en voor de komende dagen hebben we de taken onderling verdeeld, zoals u heeft gezien.
De heer Eerdmans vroeg ook of hij erop mag rekenen dat de motie-Eerdmans inzake eurobonds onder het demissionaire kabinet heilig blijft. De motie is toentertijd aangenomen en heeft toen van mij ook oordeel Kamer gekregen. Ik voel het als mijn verantwoordelijkheid om met uw Kamer samen te blijven werken op dit onderwerp. Er ligt op dit moment geen voorstel voor eurobonds en over de inhoud kunt u natuurlijk het gesprek met minister Heinen aangaan, in aanloop naar de eerstvolgende Ecofin.
Dan ben ik bij een onderwerp dat door velen van u genoemd is — dat is ook mijn laatste onderwerp — namelijk de komende verkiezingen. Uit de bijdragen van de Kamer werd duidelijk dat er steun is voor vervroegde verkiezing van de Tweede Kamer. Staat u mij toe daar nog kort wat over te zeggen. Het kabinet zal zo spoedig mogelijk een besluit nemen over wanneer de verkiezingen plaatsvinden. De minister van BZK zal in overleg met de Kiesraad en gemeenten nagaan welke data in aanmerking komen voor de verkiezingen en hiervoor een voorstel doen aan het kabinet. Vervolgens zal de regering op basis van artikel 24 van de Grondwet een besluit tot ontbinding van de Tweede Kamer nemen.
Voorzitter, daarmee ben ik aan het einde van mijn bijdrage gekomen.
De voorzitter:
Ja, dank u wel. Ik begrijp nu best dat u daar even twintig minuten over na moest denken.
De voorzitter:
De heer Van Baarle.
De heer Van Baarle (DENK):
Ik had deze minister-president in mijn bijdrage uitgebreid bevraagd over de situatie in Gaza. Deze minister-president heeft nu geen enkel politiek excuus in de vorm van een samenwerking met de heer Wilders meer om geen maatregelen te nemen tegen Israël. Als we zien wat Israël nu doet, dus de misdaden in Gaza, en we tegelijkertijd de conclusie trekken dat het vele dat Nederland pretendeert te doen, nog geen deuk in een pakje boter slaat, vraag ik deze minister gewoon: kunnen wij verwachten dat hij komt met sancties tegen Israël? Kunnen we verwachten dat hij gaat pleiten voor scherpe Europese maatregelen tegen Israël of blijft hij de koers varen die hij nu vaart?
Minister Schoof:
Zoals u zelf ook al zei, is dit niet een debat over Israël-Gaza maar een debat over de val van het kabinet. De vragen zoals nu gesteld, ook door de heer Van Baarle, zullen in de komende debatten, bijvoorbeeld rondom de Europese Raad van 17 en 18 juni, ongetwijfeld nog aan bod komen. Dan zal het kabinet ook staat zijn geweest zich daarop opnieuw te beraden en met een opvatting te komen.
De voorzitter:
Afrondend.
De heer Van Baarle (DENK):
Dit is niet zomaar een onderwerp. Dit is voor heel veel Nederlanders een onderwerp dat door de ziel snijdt. Al die mensen die in Den Haag stonden, zeiden tegen dit kabinet: pas de koers aan. Deze minister-president heeft daar vandaag gewoon geen boodschap aan en zegt dat hij daar nog maar even rustig over na gaat denken, terwijl al die mensen in Gaza op dit moment lijden. Ik zeg tegen deze premier en deze regering: "U bent medeplichtig door het nietsdoen. U heeft nog de mogelijkheid om ervoor te zorgen dat Nederland een greintje zelfrespect kan hebben op het internationale toneel. U kunt in relatie tot het internationaal recht nog iets doen. Doe iets."
Minister Schoof:
In de eerste plaats is het, als ik even snel reken, 32 uur geleden dat het kabinet gevallen is. We zijn vervolgens bezig om te kijken hoe we demissionair verder kunnen gaan. Dat betekent dat we ons op een aantal vraagstukken echt moeten beraden. Ik deel met de heer Van Baarle — dat heb ik ook vaker gezegd — dat ik in alle opzichten absoluut meevoel met de mensen die zorgen hebben over alles wat er in Gaza gebeurt en de beelden die men daarvan ziet. Maar om dit binnen 32 uur van een demissionair kabinet te verwachten, terwijl ik hier in het parlement sta in het kader van de val van het kabinet, is echt een vraag die wat mij betreft op dit moment veel te vroeg komt.
De heer Eerdmans (JA21):
Was de val van het kabinet te voorkomen geweest?
Minister Schoof:
Dat vind ik een heel ingewikkelde vraag. Ik heb gezegd dat ik het onnodig en onverantwoord vond en ik heb de dagen voorafgaand aan gisterochtend ten opzichte van alle vier de fractievoorzitters gesprekken gevoerd of appjes gewisseld et cetera. Ik ben op allerlei manieren in contact geweest om te proberen de val te voorkomen, maar uiteindelijk was het een vraagstuk dat lag bij de vier fractievoorzitters.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik heb het geprobeerd op te helderen in het debat en ik heb toch de indruk dat het lek boven is. Ik denk dat NSC echt de grootste problemen had met dat tienpuntenplan en dat op voor mij onbegrijpelijke wijze de VVD en BBB daarin zijn meegegaan. Klopt die analyse of ziet de premier dit anders?
Minister Schoof:
Hoe ik het zie is, denk ik, niet zo interessant. Wat volgens mij belangrijk is, is het debat dat u net onderling heeft gehad met de vier fractievoorzitters die het op dat moment nog missionaire kabinet steunden. Die zijn met elkaar tot de conclusie gekomen — dat wil zeggen, één partij, de partij van de heer Wilders — dat ze het kabinet niet meer zouden steunen. Dat was een gesprek, een overleg dat zij met elkaar hadden.
De voorzitter:
Afrondend.
De heer Eerdmans (JA21):
Afrondend. Ziet de premier in de recente geschiedenis, deze week, enig moment waarop hij anders had kunnen of moeten handelen als premier, als vader van deze hele constellatie om deze wat mij betreft totaal onnodige crisis te voorkomen?
De voorzitter:
Leuk muziekje, meneer Timmermans.
Minister Schoof:
Muziekjes, niezen ...
Even serieus, voorzitter. Ik heb mij de laatste dagen, voor de val van het kabinet, intensief tot de vier fractievoorzitters gewend om te kijken wat ik kon doen om een val van het kabinet te voorkomen. Achteraf heb ik geconstateerd: onnodig en onverantwoord.
De heer Baudet (FVD):
Wat ik heel goed zou kunnen begrijpen is een kabinetsval op basis van een inhoudelijke, fundamentele onenigheid. Het kan dat je zegt: hierover zijn wij het echt niet eens, hier kunnen wij niet uit komen. Dat vind ik ook legitiem. Dan moet je opnieuw naar de kiezer en dan schrijf je nieuwe verkiezingen uit enzovoort. Maar wat zo mysterieus is aan wat we nu meemaken, is dat de heer Wilders zegt "er viel op migratie niks te bereiken met dit kabinet", terwijl op al die punten die hij noemt, de andere coalitiepartijen zeggen "maar dat wilden wij ook". In een speech heb ik net ook laten zien dat de basis daarvan, het overgrote deel, ook in het hoofdlijnenakkoord stond en in uitvoering was. De minister van Asiel en Migratie kwam van de PVV en had alle vrijheid om op dat ministerie zelf te komen met allerlei voorstellen, wetsvoorstellen, beleidsnotities en noem maar op. Wat wij, en ik denk heel veel mensen in Nederland, heel graag willen weten is hoe de premier of, vanaf vandaag, de demissionair premier deze breuk nou beoordeelt. Is dit een menselijke tragedie, waren er gewoon botsende karakters waardoor het toch, op dat niveau, niet werkte? Is dat het verhaal? Of lag er een inhoudelijk meningsverschil? Zo ja, kan hij dan toelichten wat dat inhoudelijke meningsverschil was? In de afgelopen drie, vier dagen is de minister-president bezig geweest om het te lijmen; dan kom je dat toch tegen? Waar ging het nou om? Wat is er nou gebeurd?
Minister Schoof:
Aan een weging van de voorstellen is het kabinet niet toegekomen omdat er bij het kabinet geen voorstellen van dien aard zijn ingediend. Het gesprek heeft zich volstrekt beperkt tot de vier fractievoorzitters. Zij hebben dat debat gevoerd. En voor de achtergronden, de analyses en wat het ook is, moet ik echt verwijzen naar het debat dat u hiervoor heeft gehad, ook onderling, met de vier fractievoorzitters die tot voor kort dit kabinet steunden. Daar zult u uw conclusies aan moeten ontlenen. Als ik me daaraan ga wagen, dan ga ik aan ernstige speculatie doen, en dat lijkt mij niet verstandig.
De heer Baudet (FVD):
Dat is heel interessant ... Dus u zegt eigenlijk dat u niet betrokken was bij dit gesprek, dus dat u het eigenlijk ook niet weet. Ze hebben dit buiten u om besloten en besproken.
Minister Schoof:
Nee, de vier fractievoorzitters hebben op initiatief van de heer Wilders het gesprek met elkaar gevoerd over het tienpuntenplan. Dat was een gesprek van de vier partijleiders die dit kabinet steunden. Het lijkt me ook de enige juiste plek waar dat gesprek kon plaatsvinden, gelet op het feit dat de fractievoorzitter van de VVD dat plan heeft gelanceerd. Vervolgens constateer ik dat we als kabinet die plannen niet hoeven wegen, want ze zijn nooit aan ons voorgesteld.
De voorzitter:
Afrondend.
De heer Baudet (FVD):
Dit is toch wel een novum, wat hier nu naar voren komt. Dus de premier van dit opmerkelijke kabinet, en ook de ministersploeg als zodanig, is volstrekt niet betrokken bij de besprekingen over deze tien punten, die grotendeels gewoon voortkwamen uit het hoofdlijnenakkoord en waar niet zo veel mee aan de hand was. En het besluit om de boel te laten klappen, is dus ook buiten de ministersploeg als zodanig en buiten u als premier genomen. Is dat een correcte samenvatting?
Minister Schoof:
Gelet op het feit dat ik niet partijgebonden ben en daarmee ook geen partijleider ben, is het logisch dat de vier partijleiders eerst met elkaar het gesprek hadden over de inhoud, ook refererend aan het hoofdlijnenakkoord dat ook van die vier partijleiders was. Vervolgens hebben die vier partijleiders met elkaar gesproken en is er één van de vier tot de conclusie gekomen dat hij het kabinet niet meer steunt. Dat is ook aan de partijleiders. Het is niet aan het kabinet om daarover te beslissen. En daarover heeft de heer Wilders mij gisterochtend geïnformeerd.
De heer Jetten (D66):
Voorzitter. De minister-president en een groot aantal van de ministers gaan de komende tijd demissionair door. Ik spreek uit ervaring: dat is niet per se een dankbare taak, maar het is wel belangrijk dat het gebeurt. Ik ben heel erg benieuwd hoe, of eigenlijk met welk kompas, dit kabinet de komende tijd dat demissionaire werk gaat doen. Is daarbij het hoofdlijnenakkoord leidend, met nog een grote invloed van de PVV op de afspraken? Of kijkt het kabinet vooral naar welke meerderheden er per onderwerp hier in dit huis zijn te vinden?
Minister Schoof:
Ik denk dat de heer Jetten een terecht punt aangeeft als hij het terugkoppelt aan het parlement, en ook naar het debat van vandaag, omdat u de ruimte bepaalt die dit kabinet heeft. In die zin moet ik daar dus bescheiden in zijn. Tegelijkertijd heb ik in mijn bijdrage gezegd dat de ministers die nu het kabinet vormen, nog steeds met grote passie en betrokkenheid het werk voor Nederland willen doen. Dat wordt dus met elkaar uitzoeken waar we elkaar gaan vinden. Ik praat de komende dagen met de drie fractievoorzitters, samen met de collega's zoals die hier aan tafel zitten, met de drie vicepremiers, om te kijken wat we kunnen doen, indachtig datgene wat u ons als Kamer meegeeft over wat de ruimte is die we ons daarin van u als Kamer mogen veroorloven.
De heer Jetten (D66):
Wat D66 betreft hoeft er niet heel veel controversieel te worden verklaard en kunnen we de komende tijd gewoon op de inhoud het debat met elkaar voeren. Wij zullen telkens beoordelen of we een voorstel van het demissionair kabinet een stap in de goede richting vinden; dan steunen we het, en anders niet. Maar laat ik als voorbeeld een onderwerp nemen waar ook de demissionair premier intensief bij betrokken is: die ministeriële commissie op stikstof. Ondernemers staan echt te trappelen om helderheid en voorspelbaarheid te krijgen over de vergunningverlening en over het terugdringen van de stikstofuitstoot, maar PVV en BBB willen echt iets anders ten aanzien van stikstof dan de rest van de Kamer. Het demissionaire kabinet zou de komende tijd dus hele grote stappen kunnen zetten op stikstof, maar niet als het hoofdlijnenakkoord daarvoor het kompas blijft. Dus ja, het is voor een deel aan de Kamer, maar ik ben benieuwd in hoeverre het kabinet zelf nog met nieuwe voorstellen wil gaan komen om af en toe een doorbraak te forceren.
Minister Schoof:
Met betrekking tot de stikstofaanpak: de ministeriële commissie zal in ieder geval absoluut blijven bestaan. Dat onderwerp is te belangrijk om er niet geïntegreerd, op alle onderdelen die het stikstofvraagstuk raken, mee aan de slag te gaan. Maar ik denk dat het tegelijkertijd ook fair is om te zeggen dat een aantal specifieke punten die in het hoofdlijnenakkoord wat betreft dat punt zijn genoemd, met name waar het gaat over gedwongen krimp, ongewijzigd zullen blijven, tenzij daar allemaal heel andere besluiten over worden genomen, maar dat verwacht ik op dit moment niet. Dat betekent dat we in het kabinet dus volle kracht vooruit zullen gaan werken aan de stikstofaanpak, maar dat doen we op dat punt wel grotendeels in lijn met wat er in het hoofdlijnenakkoord over is gezegd.
De heer Jetten (D66):
Afrondend. Volle kracht vooruit kan natuurlijk alleen als het kabinet voldoende rekening houdt met de nieuwe dynamiek die hier in de Tweede Kamer is ontstaan, maar ook met mogelijke meerderheden in de Eerste Kamer. Door het vorige demissionaire kabinet is er nog best wel wat wetgeving door beide Kamers heen geloodst, maar dat kan nu niet als je op dezelfde route doorgaat als voor de kabinetsval. Dat geef ik dus graag aan de premier mee.
Minister Schoof:
Met dank.
De heer Dassen (Volt):
Daar wil ik op doorgaan, want er zijn inderdaad nieuwe verhoudingen. Dat betekent dat het kabinet niet meer gebonden is aan de wensen van Geert Wilders en de PVV. Dat betekent ook dat er ruimte komt. Ik ben benieuwd waar de minister-president de ruimte ziet om juist met een groter gedeelte van de Kamer op te trekken en hoe hij van plan is om die de komende tijd te gaan benutten.
Minister Schoof:
Ik gaf eerder aan dat we nog maar 32 uur verder zijn, dus we moeten ons echt nog intern op dat punt beraden. Ten tweede moeten we er ons met de drie fractievoorzitters ook op beraden. Ik heb in mijn openingsstatement ook gezegd dat we ons zeer bewust zijn van het zoeken van meerderheden voor datgene wat we willen bereiken. Dat gaan we de komende periode doen.
De heer Dassen (Volt):
Dan heb ik daar misschien één vervolgvraag over. Stel dat de minister-president hier nog een halfjaar of misschien zeven maanden zit. Laten we hopen dat we snel nieuwe verkiezingen hebben. Wat zou hij nog heel graag voor Nederland willen bereiken? Dat mag even iets verder gaan dan wat er in het hoofdlijnenakkoord of in het regeerprogramma staat. Wat zou deze minister-president nou in het komende halfjaar willen bereiken? Noem dan even niet asiel, want dat hebben we volgens mij wel genoeg gehoord.
Minister Schoof:
Ik neem niet aan dat nu gevraagd wordt naar een politiek manifest van een partij-ongebonden premier die bovendien demissionair is. Dat zou wel alle wetten tarten die hier in het parlement gelden, volgens mij. Toen ik een jaar geleden ben gevraagd, heb ik ja gezegd omdat ik echt iets wil doen voor Nederland en echt geloof in de publieke zaak. Ik heb daar goed over nagedacht. Het was voor mij een onverwachte en volgens velen een ongebruikelijke stap. Daar heb ik me met hart en ziel voor ingezet. Dat wil ik ook de komende periode met de collega's doen, niet alleen met de collega's die hier zitten, maar ook met de andere collega's. Natuurlijk zetten we ons in voor de grote onderwerpen waar we toen ook voor hebben gekozen. Dat gaat over wonen, dat gaat over bestaanszekerheid, dat gaat over het oplossen van de stikstofproblematiek, dat gaat overigens ook over veiligheid, dat gaat, gelet op de veranderende geopolitieke omstandigheden, ook heel nadrukkelijk over de economie en dat gaat natuurlijk over de bestaanszekerheid van mensen. Dat blijft dus echt een vol pakket, maar we doen het in het volle, volle bewustzijn dat uw Kamer de marges van dit demissionaire kabinet bepaalt.
De voorzitter:
Tot zover de eerste termijn. Ik geef graag in tweede termijn het woord aan de heer Timmermans van de fractie GroenLinks-Partij van de Arbeid. Het woord is aan hem.
Termijn inbreng
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Ik kies ervoor een motie in te dienen, omdat ik merk dat het gevoel van urgentie om zo snel mogelijk verkiezingen te kunnen organiseren groot is in de Kamer. Daarom deze motie.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, ik wil hier met uw permissie nog een punt van orde aan toevoegen. Het is mij een lief ding waard als we vandaag nog fractiegewijs over deze motie zouden kunnen stemmen, gelet op het gevoel van urgentie. Met uw permissie en hopelijk met steun van de collega's kunnen we hierover misschien meteen na het einde van het debat stemmen.
De voorzitter:
Ik begrijp uw verzoek. Ik denk ook even aan de motie-Hamer. We hadden het net over moties die heilig verklaard waren. De motie-Hamer is ook heilig. Daarin staat namelijk: wij zullen op dinsdag stemmen. U wilt blijkbaar nu al stemmen. Dan moet ik gewoon even kijken of daar een meerderheid voor bestaat. U doet het voorstel om aansluitend aan dit debat, neem ik aan, te stemmen?
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Fractiegewijs, ja.
De voorzitter:
Fractiegewijs. Dus niet hoofdelijk, maar fractiegewijs. Goed dat u dat even toevoegt. Ik ga even kijken of daar een meerderheid voor bestaat.
De heer Dassen (Volt):
Dat lijkt me een goed idee. Laten we dat straks meteen doen.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Prima.
De heer Baudet (FVD):
Over alle moties dan, toch?
De voorzitter:
Nee, alleen over deze motie.
De heer Baudet (FVD):
Dan wil ik het graag verbreden.
De voorzitter:
Het voorstel gaat alleen over deze motie.
De heer Baudet (FVD):
Kan de heer Timmermans daar niet mee akkoord gaan?
De voorzitter:
Nee, het voorstel gaat over deze motie. Ik probeer het even simpel te houden.
De heer Baudet (FVD):
Maar kan ik zijn voorstel niet amenderen?
De voorzitter:
Nee, dat kunt u niet amenderen. U steunt het niet.
De heer Bontenbal (CDA):
Eens. Goed.
De heer Jetten (D66):
Steun.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Wijs. Steun.
De heer Van Baarle (DENK):
Logisch verzoek. Steun.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Steun.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Steun.
De heer Wilders (PVV):
Steun.
De voorzitter:
Ik denk dat we er wel zo'n beetje zijn.
De heer Dijk (SP):
Steun.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Steun, maar volgens mij is de steun niet meer nodig.
De voorzitter:
Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat u een meerderheid heeft, dus dan gaan we aansluitend aan dit debat — dat zal heel snel zijn — erover stemmen.
Een aantal leden ziet af van de spreektijd. Daarom is de heer Jetten de volgende spreker, als hij dat wil tenminste. Dat wil hij. Het woord is aan hem. O, de heer Jetten heeft plankenkoorts, zegt hij. Nee, hoor. Hij wacht op een printje. We hebben een motie altijd in papieren vorm nodig.
Dan de heer Dassen.
De heer Dassen (Volt):
Voorzitter. Als je doet wat je deed, dan krijg je wat je kreeg. Vandaag zagen wij veel oud-Haags gekibbel over het verleden in plaats van nieuwe ideeën voor de toekomst. "Jij bent een schandvlek." "Nee, jij bent een schandvlek." Mensen zijn klaar met deze stemmen van het verleden en snakken naar een stem van de toekomst. Ik voelde aan dat de toekomst die ik schetste wat deed in de zaal. Vooral bij "kweekvlees" dacht ik bij mevrouw Van der Plas even wat lichte paniek te zien.
Voorzitter. Ik snap dat oude partijen lachen om onze vergezichten. Die zijn namelijk zeldzaam geworden in Den Haag. Maar terwijl de status quo lacht, kunnen we bouwen aan de toekomst. Dat is volgens mij ook wat Nederlanders van ons mogen verwachten. Nieuwe problemen hebben nieuwe ideeën nodig, die de oude politiek nog niet aandurft. Dan kunnen we aan de toekomst bouwen. Dat is volgens mij waar de campagne straks over moet gaan, dus op naar nieuwe verkiezingen.
De voorzitter:
De heer Bontenbal van het CDA ziet af van zijn spreektijd. De heer Van Baarle.
De heer Van Baarle (DENK):
Dank, voorzitter.
De heer Van Baarle (DENK):
En tot slot, voorzitter.
De heer Van Baarle (DENK):
Als deze premier niet bereid is aan te geven wat de regering doet op het gebied van maatregelen tegen Israël, dan moeten wij hem als Kamer maar gaan bijsturen.
Dank, voorzitter.
De voorzitter:
Mevrouw Yeşilgöz van de VVD.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Ik wil de minister-president danken voor al zijn inzet van de afgelopen tijd en in de tijd die nu gaat komen. Dat geldt ook voor de vicepremiers en de andere bewindslieden. Ongelofelijk veel dank dat jullie op deze manier door blijven gaan en je blijven inzetten voor Nederland en alle belangrijke onderwerpen. In het belang daarvan en in het belang van je in blijven zetten voor alle belangrijke onderwerpen, heb ik één motie.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Het goede nieuws is dat de printer van de heer Jetten het weer doet. We zijn erg benieuwd wat er uit het apparaat is gekomen.
De heer Jetten (D66):
Dank, voorzitter. Na twee jaar stilstand, chaos en geruzie wil D66 zo snel mogelijk verkiezingen, want de problemen — de woningnood, het klimaat en de verdeeldheid — zijn gebleven, maar de oplossingen zijn uitgesteld. Wat na vandaag misschien nog wel het meest wringt, is dat er vooralsnog geen enkel lerend vermogen is van dit mislukte experiment. De VVD blijft nog altijd, ondanks alle harde woorden over Wilders, de deur richting de PVV open houden voor een nieuwe poging. Maar de opluchting over de kabinetsval bij de mensen in het land is groot en voelbaar. Ze snakken namelijk naar politiek die wel werkt. Laat het demissionaire kabinet niet stilzitten, maar doorwerken. Wij zullen daarbij steeds de plannen beoordelen op de inhoud. Om ze daarbij een klein beetje te helpen, heb ik de volgende motie.
De heer Jetten (D66):
Voorzitter. Deze motie is gisteren nog weggestemd, maar na alle mooie woorden van vandaag, hoop ik dat we hierop in ieder geval een doorbraak voor elkaar kunnen krijgen.
De voorzitter:
Mevrouw Van Vroonhoven, Nieuw Sociaal Contract.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Voorzitter. Nu, in de tweede termijn, staan we op het punt: hoe nu verder? Wat dat betreft heeft mevrouw Yeşilgöz een motie ingediend, ook namens mevrouw Van der Plas en mij. Ik zou daar eigenlijk nog even een paar puntjes uit willen lichten.
In die motie staat benoemd dat we inderdaad voort moeten gaan met het migratiebeleid. Dan heb je het wat ons betreft ook uitdrukkelijk over de arbeidsmigratie en de studiemigratie. Er staat dat we ons moeten richten op defensie en de weerbaarheid. Ik wil vooral dat laatste goed benadrukken. Het gaat echt om hoe we de Nederlanders hier in Nederland ook gewoon weerbaar maken voor de onzekere toekomst.
Als het gaat over de hersteloperaties, wil ik in het bijzonder ook de WIA noemen. We hebben ons daar bij de onderhandelingen over de Voorjaarsnota hard voor gemaakt. We zijn ontzettend blij dat we de perikelen bij het UWV omtrent arbeidsongeschiktheid nu bij de kop hebben. Het zou gewoon doodzonde zijn als we dat niet kunnen verderzetten. Als er iets staat over de portemonnee, gaat dat wat ons betreft echt uitdrukkelijk over de bestaanszekerheid.
Voorzitter, tot slot. Hoe nu verder de komende tijd? Ik kijk naar meneer Dassen. Laten we er een hele bevlogen campagne van maken met elkaar. Laten we dat fair en open met elkaar doen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Mevrouw Bikker van de ChristenUnie.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Helder is: de Kamer is de komende maanden aan zet. Het land moet nog steeds van het slot, want mensen zitten te wachten op dat nieuwe huis dat ze wél kunnen betalen en de ondernemer wil wél kunnen investeren. Dat alles en meer.
Voorzitter. Daarom uiten wij van harte onze steun, ook aan het kabinet-Schoof, om weer op te staan om het goede te doen, te beginnen bij de NAVO-top. Laten we zorgen dat de minister-president daar met een stevig en vol mandaat kan staan, want dat is heel hard nodig.
Ik wil het kabinet ook wijsheid wensen, ook in de komende tijd. Demissionair zijn is niet makkelijk, maar weet dat in ieder geval voor mijn fractie geldt dat we altijd constructief en kritisch met u aan de slag willen gaan om goed te zorgen voor ons land.
Voorzitter. Ja, er mag een frisse wind gaan waaien in Nederland, want te lang zitten we al in een moeras, waarin de politiek elkaar wel de maat neemt, maar niet de oplossingen brengt. Ik zet mij er graag voor in, naar de verkiezingen toe, dat we die frisse wind meer in dit parlement gaan brengen.
Dank u wel.
De voorzitter:
De heer Dijk van de SP.
De heer Dijk (SP):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb goed geluisterd in de eerste termijn, met name naar de woorden van Nieuw Sociaal Contract over de huurbevriezing. Daarom de volgende motie.
Een vraag van mevrouw Van Vroonhoven.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik kijk even naar de heer Dijk. We hebben een interruptiedebatje met elkaar gevoerd. Ik wil het nog even nalezen in het stenogram, maar volgens mij heb ik echt gezegd dat we moeten kijken hoe we met elkaar de huren gaan matigen. Dat hoeven we wat mij betreft niet te doen op basis van die oude plannen die we toen hadden voorliggen, maar we moeten wel met elkaar kijken hoe we dat allemaal in het kader van de bestaanszekerheid — zo heb ik dat echt gezegd — recht moeten houden; dat zeker.
De heer Dijk (SP):
Ik heb de woorden van mevrouw Van Vroonhoven letterlijk uit het stenogram gehaald. U heeft letterlijk gezegd dat u de belofte die u bij de Voorjaarsnota heeft gedaan gestand wilt houden. Als u terugkijkt, dan ziet u ook het vrolijke gezicht van de heer Wilders en het wat minder vrolijke gezicht van mevrouw Keijzer. Er is dus een reden. Ik hoop dat u zich aan uw belofte gaat houden. Het is bijna 1 juli. Laten we dat gaan doen en dan ook met genoeg geld voor woningbouwcorporaties om te kunnen investeren in genoeg woningen voor jonge mensen en gezinnen. Ook dat is een vorm van bestaanszekerheid. Wie a zegt, moet ook b kunnen zeggen.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik ga het stenogram even nalopen. Ik meen echt dat ik heb gezegd dat het erom gaat dat we met elkaar de huren moeten matigen.
De heer Dijk (SP):
Ik app u de letterlijke tekst zo meteen. Geen enkel probleem.
Voorzitter. Motie twee. De vorige keer dat we een demissionair kabinet hadden werden bezuinigingen op de zorg ook geschrapt. Het lijkt me ongelooflijk goed om dat te doen.
De heer Dijk (SP):
Tot slot nog één motie. Er zitten hier mensen die beslissen over andermans WW en zelf op een torenhoge wachtgeldregeling zitten.
Mevrouw Van der Plas, BBB.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel. Dank aan de minister-president voor zijn woorden in het debat en de aanwezigheid van de andere vier … andere drie bewindspersonen. Ik zit nog helemaal in de viermodus. Ik heb twee moties.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
"Gaat over tot de orde van de dag" zet ik er even bij.
De voorzitter:
Daar hechten we aan. Dat wordt gewaardeerd. De heer Bontenbal.
De heer Bontenbal (CDA):
Een interruptie voor mevrouw Van der Plas. Ik zou bijna zeggen "merci", maar dat mag dan weer niet.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Jawel, hoor. Ik noem het alleen "tralala".
De heer Bontenbal (CDA):
In de motie van mevrouw Yeşilgöz c.s. wordt een aantal thema's genoemd waar het kabinet voortvarend mee door moet gaan. Daar staat stikstof ook gewoon bij.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ja.
De heer Bontenbal (CDA):
De eerste motie van u lijkt me dan overbodig, want die zit geïncludeerd in die van de VVD. Kunnen we die dan niet gewoon schrappen? Dat scheelt bij de stemmingen.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Nee. Dank u wel.
De voorzitter:
De heer Eerdmans, JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter. Dank aan de premier voor de gegeven antwoorden. Ik ben niet helemaal gerust op het eurobondsantwoord, maar het was wel goed. Ik had gevraagd of de motie-Eerdmans heilig is. Ik hoop dat die heilig blijft.
De heer Eerdmans (JA21):
Dank u wel.
De voorzitter:
De laatste spreker is de heer Baudet van Forum voor Democratie. O nee. Sorry, meneer Baudet, ik ben mevrouw Ouwehand vergeten.
De heer Baudet (FVD):
Ja, dat gebeurt mij ook weleens.
De voorzitter:
U bent een heer. Excuses, mevrouw Ouwehand. U bent net terug en ik zie u nu al over het hoofd. Dat is ook niet aardig.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik zal maar zeggen: er komen nieuwe verkiezingen, dus misschien ook een nieuwe Kamervoorzitter.
De voorzitter:
Oóh, wat bent u hard vandaag.
De voorzitter:
U bent terug en ik dacht dat u wat softer was geworden.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Niks ervan. Ik wilde in mijn tweede termijn benoemen dat er ook positief nieuws was. Deze had ik echt niet zien aankomen en dus ook niet voorbereid.
De voorzitter:
Het kwam wel uit de grond van uw hart, volgens mij.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Wel een beetje, ja.
Voorzitter. Nieuwe verkiezingen. Er is positief nieuws. Er zijn heel veel puinhopen gecreëerd en de schade die is ontstaan, is niet zomaar weg. Maar we krijgen een kans om met z'n allen opnieuw te gaan werken aan goede oplossingen. Want Nederland snakt naar een kabinet dat de problemen aanpakt waar mensen zich zorgen over maken. We hebben schone lucht nodig, een groene omgeving, gezond en betaalbaar voedsel voor iedereen, en een rechtvaardige aanpak van de klimaatcrisis, waarbij niet de grote vervuilers worden beloond maar de gewone burgers worden geholpen.
Mensen snakken ook naar een consequent buitenlandbeleid. Ik moet toch wel zeggen dat de antwoorden van de minister-president over de genocide in Gaza niet bepaald geruststellen. De minister-president zegt net letterlijk: het is 32 uur geleden dat het kabinet viel, dus we hebben nog geen tijd gehad. De urgentie is als volgt. Er zijn al 50.000 onschuldige burgerslachtoffers gevallen. De honger is er nu. Het gebrek aan water is er nu. Het gebrek aan medicijnen is er nu. Het demissionair kabinet had gisteravond makkelijk even de koppen bij elkaar kunnen steken en kunnen bedenken: wat kunnen wij op dit moment doen om die genocide daar te stoppen? Dus ik druk de minister-president op het hart: doe dit nu alsnog. We kunnen geen seconde langer wachten.
De voorzitter:
De laatste spreker. Een vraag van mevrouw Yeşilgöz, een mededeling.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik loop achter. Ik had een vraag aan de heer Eerdmans, voordat u helemaal afsluit. Die gaat over zijn motie. Onhandig, maar zou het toch nu mogen?
De voorzitter:
De heer Eerdmans is geweest. Zijn termijn is voorbij.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dat weet ik, maar …
De voorzitter:
Kunt u hem niet zelf even aanschieten?
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Jawel, maar ik wil vragen of hij zijn motietekst iets wil verduidelijken, zodat het voor ons makkelijker wordt om voor te stemmen.
De voorzitter:
Schiet hem zelf even aan, zou ik zeggen. Als we daaraan beginnen, blijven we aan de gang met het terugroepen van mensen.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Dan zal ik het hier zeggen, voor de collega's die dat horen. Ik zal zo aan de heer Eerdmans vragen om aan zijn verzoek inzake de tien punten de woorden "uitwerken en uitvoeren" toe te voegen.
De voorzitter:
Ja.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik zie hem knikken. Dan heb ik het hierbij gezegd.
De voorzitter:
De heer Baudet.
De heer Baudet (FVD):
We zijn getuige van een politieke whodunit. Het is een buitengewoon merkwaardig spelletje. Wie loopt er nou te jokkebrokken? Is het zo dat Geert daadwerkelijk achter de schermen is dwarsgezeten en dat VVD, NSC en BBB daarover nu aan het liegen zijn? Of is het zo dat Geert er eigenlijk helemaal geen zin meer in had en een aanleiding heeft gezocht om het te laten klappen op een onderwerp waarop hij de meeste credibility heeft onder de bevolking, namelijk migratie? Er is maar één manier om daarachter te komen. Dat is door heel simpel een motie in stemming te brengen die als volgt luidt:
De heer Baudet (FVD):
Voorzitter. We zullen bij de stemmingen zien wie er gelijk heeft. Ik wil net als de heer Timmermans … Ik vraag de voorzitter om de orde te handhaven in het hart van de democratie. Wel opletten!
De voorzitter:
Ik verzoek u om gewoon door te praten.
De heer Baudet (FVD):
Ik verzoek, net als de heer Timmermans, om dit vandaag in stemming te brengen. Het is evident in het belang van de democratie en de beraadslaging. We gaan zo meteen toch al fractiegewijs stemmen. Het is volgens mij geen enkel probleem om ook deze motie in stemming te brengen. En het is in het belang van Nederland en van de democratie dat we direct uitsluitsel hebben.
De voorzitter:
Zeker. Maar we hebben net een besluit genomen over die ene motie. Daar gaan we inderdaad aansluitend over stemmen. Ik breng het voorstel van de heer Baudet in stemming en hoor graag van de geachte leden of zij willen dat er over deze motie ook meteen wordt gestemd. Meneer Dijk?
De heer Dijk (SP):
Sorry voorzitter, maar ik heb ook een verzoek. Dat gaat over de motie die ik heb ingediend over huurbevriezing. Die gaat over de datum 1 juli …
De voorzitter:
Ja, maar laten we …
De heer Dijk (SP):
Ja, maar 1 juli is wel een datum die vrij belangrijk is voor huurders. Ik heb net een meerderheid aan partijen gehoord die dat willen.
De voorzitter:
Wacht even, Baudet! Uw microfoon staat niet aan. Mag het even rustig? Ontspan! Ik breng nu het verzoek in stemming van de heer Baudet. Dat gaan we eerst even doen. Daarna gaan we over de motie over huurbevriezing praten, als u dat wilt. En ik ga even kijken of er een meerderheid is voor het verzoek om zijn motie toe te voegen aan de stemmingslijst. De heer Dassen.
De heer Dassen (Volt):
Volgens mij is er geen haast mee. Dat kan gewoon dinsdag, dus geen steun.
De voorzitter:
Dat is geen steun. De heer Bontenbal.
De heer Bontenbal (CDA):
Wij willen alleen over de motie-Timmermans stemmen en over de rest niet.
De voorzitter:
Dat is geen steun. De heer Van Baarle.
De heer Van Baarle (DENK):
Wij steunen het verzoek om snel te stemmen over de motie over verkiezingen, omdat die snel voorbereid moeten worden. Als er al een verzoek is om ook over de andere moties in stemming te brengen, zou mijn voorstel zijn om over alle moties te stemmen. Ik vind mijn motie ook heel erg belangwekkend. We kunnen niet alleen over de motie van de heer Baudet stemmen omdat hij zijn motie inhoudelijk van belang vindt. Ik zou zeggen: laten we dan alles doen. Geen steun om er één uit te pikken.
De voorzitter:
Dat is geen steun. Dat is het enige wat ik wilde horen, met alle respect. Meneer Baudet, ik stel vast dat behalve uzelf niemand uw voorstel steunt. Ik ga nu uw microfoon aanzetten. Let op!
De heer Baudet (FVD):
Ik ben verbijsterd! Ik ben werkelijk verbijsterd.
De voorzitter:
Sterkte met het verwerken van dit verlies. Ik schors vijf minuten. Ik schors tot 16.30 uur. Dan gaan we luisteren naar de minister-president.
De voorzitter:
Ik heropen. Het woord is aan de minister-president. Graag stilte. Meneer Van der Burg en meneer Bontenbal, wilt u gaan zitten?
Termijn antwoord
Minister Schoof:
Dank, voorzitter. De motie op stuk nr. 3 over het houden van verkiezingen op de kortst mogelijke termijn krijgt oordeel Kamer, met daarbij wel een korte toelichting mijnerzijds. De motie verzoekt op de kortst mogelijke termijn die de Kieswet toelaat verkiezingen uit te schrijven. Deze motie kan in haar gevolgen feitelijk onuitvoerbaar blijken te zijn omdat dit onvoldoende ruimte laat voor afwegingen ten aanzien van onder meer: de termijn voor registratie van partijen en hun namen, de kandidaatstelling en de verklaringen die daarvoor nodig zijn, de logistieke en personele voorbereiding door gemeenten, de registratie voor kiezers in het buitenland via de ambassades en de feestdagen en de vakantieperiodes voor kiezers, zoals de herfstvakantie en/of de zomervakantie. Een zorgvuldige voorbereiding van de verkiezingen is essentieel voor onze parlementaire democratie. Daar zullen we het ongetwijfeld allemaal over eens zijn. Maar met deze uitleg en hetgeen ik hier in de eerste termijn over heb gezegd, laat ik het oordeel aan de Kamer.
Dan de motie op stuk nr. 4 van de heer Van Baarle, over sancties tegen de Israëlische regering. Deze ontraad ik onder verwijzing naar hetgeen ik gezegd heb.
De motie op stuk nr. 5 van de heer Van Baarle gaat over het erkennen van de Palestijnse Staat. Deze ontraad ik onder verwijzing naar hetgeen ik gezegd heb.
De motie op stuk nr. 6 van de heer Van Baarle gaat over het staken van het onderzoek voor het verplaatsen van de ambassade. Deze ontraad ik onder verwijzing naar hetgeen ik in het debat gezegd heb.
De motie op stuk nr. 7 over het wapenembargo ontraad ik eveneens, onder verwijzing naar hetgeen ik in het debat heb gezegd.
De motie op stuk nr. 8 over het vol doorgaan met asiel, defensie et cetera krijgt oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 9 gaat over het committeren aan de NAVO-norm. Deze motie is ontijdig. Het kabinet is zich op dit moment nog aan het beraden op het voorstel van de sg van de NAVO.
De motie op stuk nr. 10 van de heer Dijk gaat over een ministeriële regeling voor de huurbevriezing en het compenseren van corporaties. Ik verwijs naar de brief van de minister van VRO van gisteren. Daarmee is de motie ontraden.
De motie op stuk nr. 11 over het schrappen van bezuinigingen: ontraden, want er is geen dekking.
De motie op stuk nr. 12 is eveneens van de heer Dijk en gaat over het terugdraaien van de WW-verkorting. Deze motie is eveneens ontraden, want er is geen dekking.
De motie op stuk nr. 13 van Van der Plas gaat over het doorgaan met de vier sporen zoals die zijn geformuleerd in de MC Economie en Natuurherstel. Deze krijgt oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 14 gaat over het creëren van extra capaciteit voor de KMar ten behoeve van grenstoezicht. Deze motie krijgt oordeel Kamer, met de uitleg dat het kabinet uitvoering geeft aan deze motie met het reeds genomen besluit tot invoering en financiering van grenstoezicht en Defensie onder meer met het Dienjaar Defensie reeds werkt aan werving van extra capaciteit. Dit komt onder meer ten goede aan de KMar, en daarmee aan grenstoezicht.
Dan de motie op stuk nr. 15 over het uitvoeren van het tienpuntenplan. Er was even discussie over de letterlijke tekst van de motie. Op dit moment staat er "uit te voeren" en daarmee is de motie ontraden. Als het gaat over "uitwerken", dan kan de motie oordeel Kamer krijgen.
De voorzitter:
Maar er staat "uitvoeren".
Minister Schoof:
Ja, er staat "uitvoeren". Als dat er blijft staan, is de motie ontraden. De consequenties kunnen we namelijk niet overzien.
De heer Bontenbal (CDA):
Wat betreft de motie op stuk nr. 14 over de extra capaciteit voor de marechaussee: moet daar dan niet ook financiële dekking voor zijn?
Minister Schoof:
Ik heb verwezen naar …
De heer Bontenbal (CDA):
Als die er niet is, dan zou die ontraden moeten worden.
Minister Schoof:
Ik heb in mijn toelichting verwezen naar het reeds genomen besluit tot invoering van grenstoezicht en de daarbij behorende financiering. Daar zijn eerder dus besluiten over genomen.
De heer Bontenbal (CDA):
Dan is dit een overbodige motie, want dan wordt dit al gedaan.
De voorzitter:
Daar sluit ik me een beetje bij aan.
Minister Schoof:
Dan mag de motie ook overbodig zijn.
De voorzitter:
Dan krijgt de motie op stuk nr. 14 de appreciatie overbodig.
De heer Bontenbal (CDA):
Helder.
De heer Eerdmans (JA21):
In de motie op stuk nr. 15 wil ik van het woord "uitvoeren" graag "uitwerken" maken, conform de afspraak. Dan kan de motie worden uitgevoerd, denk ik.
Minister Schoof:
Als er "uitwerken" staat, kan de motie oordeel Kamer krijgen.
De voorzitter:
Dan krijgen we van u een bijgewerkte motie, meneer Eerdmans. Dan krijgt die versie van de motie oordeel Kamer.
De heer Van Baarle (DENK):
De motie op stuk nr. 13 vraagt om dat tienpuntenplan uit te werken. Dat tienpuntenplan bevat gewoon heel veel maatregelen die in strijd zijn met rechtsstatelijke principes, die in strijd zijn met de beginselen van hoe je een democratische rechtsstaat bestuurt. Dat deze minister-president hier in een debat nu gewoon zegt "we gaan het als kabinet uitwerken" en de motie oordeel Kamer geeft, vind ik echt veel te ver gaan. Ik vind het veel te ver gaan om als kabinet te zeggen "we gaan mee in die drek die de heer Wilders heeft opgesteld". Hoe kan de minister-president dat doen?
Minister Schoof:
"Uitwerken" betekent dat we deze consequenties doorzien ten aanzien van de juridische aspecten, de financiële aspecten en de organisatorische aspecten, et cetera, et cetera, et cetera. Daarover komen we dan vanzelf hier in de Kamer terug en dan is het aan de Kamer om een oordeel uit te spreken.
De heer Van Baarle (DENK):
Als de minister-president zegt "we gaan dat plan uitwerken", dan zegt hij eigenlijk: ik ga braaf het plan van de heer Wilders … Dat is het werk dat de heer Wilders eigenlijk zelf zou moeten doen, namelijk zijn plannen goed onderbouwen en uitwerken. En dan gaat deze minister-president dat plan braaf voor de persoon die hem heeft laten zitten, nog eventjes netjes uitwerken, terwijl we weten dat heel veel van die punten gewoon niet kunnen! Ik vind dat de minister-president dan op de inhoud aan zou moeten geven wat hij ondersteunt en wat niet. En anders zou hij deze motie gewoon moeten ontraden. Hij moet deze motie, dat plan, niet uitwerken, want die voorstellen kunnen niet.
Minister Schoof:
Ik heb onderscheid gemaakt tussen uitvoeren en uitwerken. De redenen die u zojuist noemde, zijn precies de redenen waarom ik heb gezegd dat ik "uitvoeren" ontraad. "Uitwerken" betekent dat we het uitwerken en dan komen we vanzelf uit bij de financiële, organisatorische, juridische en weet ik veel wat voor aspecten en daarover rapporteren we aan de Kamer.
De heer Wilders (PVV):
Dit is precies de reden waarom wij de coalitie hebben verlaten. Wij vinden dat het niet moet worden uitgewerkt maar uitgevoerd, want "uitwerken" betekent dat we over een halfjaar een briefje krijgen van de minister van Binnenlandse Zaken waarin wordt gezegd dat het niet kan. Dus als er niet staat "uitvoeren" maar "uitwerken", dan stelt het geen bal voor. Wij zullen dan met overtuiging tegenstemmen.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Soms denk ik dat ik in een aflevering van Jiskefet ben beland. Maar ik moet wel zeggen: hier is het kabinet op gevallen en dan ga je dat toch niet nog eens een keer uitwerken, terwijl je weet dat het kabinet erop gevallen is en het kabinet bovendien demissionair is? Kom op, zeg, laten we onszelf ook een beetje serieus nemen. Deze motie moet gewoon worden ontraden.
De heer Jetten (D66):
Het is niet alleen Jiskefet, want ook bij De Speld maken ze vandaag overuren! Maar dat is …
Ik heb een vraag over de motie op stuk nr. 9, over zich committeren aan de verhoogde NAVO-norm. De minister-president zei daarover zojuist dat die motie ontijdig is, maar die NAVO-top is dus al over drie weken. Als die motie nu ontijdig is, wanneer gaat het kabinet dan in godsnaam in de komende drie weken wel een standpunt innemen over de NAVO-norm? Ik ben des te verbaasder over dit advies van de minister-president, omdat de minister van Defensie een uur geleden in een interview heeft gezegd: ik verwacht brede steun voor verhoogde defensie-uitgaven. Zullen we dus maar gewoon zaken doen vandaag? Dan kunnen we u ook op pad sturen naar die NAVO-top met een concreet Nederlands standpunt.
Minister Schoof:
Ik dacht dat we over twee weken een debat over de NAVO-top hebben. Ik durf dat niet helemaal zeker te zeggen, maar ik zeg de Kamer graag toe dat de inzet ten behoeve van de NAVO-top voor die tijd aan de Kamer is toegestuurd.
De heer Bontenbal (CDA):
Nog even over de motie op stuk nr. 15. Is het niet gewoon verstandig dat de premier toezegt een brief te sturen met een reactie op dat actieplan? Dan reageert hij daarmee inhoudelijk op wat er wel en niet kan. Dan kan er later door de Kamer besloten worden wat wel en niet te doen. Maar nu ligt er een motie die allerlei fracties dwingt, terwijl iedereen er een andere uitleg aan gaat geven. Ik weet wat er gebeurt: dit wordt op Twitter gebruikt om elkaar de maat te nemen. Dus ik zou zeggen dat de meest redelijke optie een brief is waarin die tien punten worden bekeken en beoordeeld. Dan kan de Kamer later bekijken welke punten zij zelf in het debat wil gaan inbrengen.
Minister Schoof:
Ik denk dat met de uitwerking ... De motie luidt nu dus: uitwerken. Ik denk dat we daarom uiteindelijk met een brief naar de Kamer komen met daarin een uitwerking, inclusief — ik zei het al eerder — de financiële, juridische, organisatorische en andere aspecten. Het is dan vervolgens aan de Kamer om daar een oordeel over uit te spreken.
De voorzitter:
Prima. De motie op stuk nr. 16.
Minister Schoof:
De motie-Eerdmans op stuk nr. 16 vraagt de Spreidingswet per 1 februari 2026 in te trekken. Die motie moet ik ontraden. In de contourennota van de voormalig minister van Asiel en Migratie is vermeld dat de Spreidingswet bij voorkeur wordt ingetrokken in de eerste cyclus, die eindigt op 31 januari 2026.
Dan de motie op stuk nr. 17, over asiel niet controversieel verklaren. Dat lijkt me een spreekt-uitmotie.
Dan de motie op stuk nr. 18.
De voorzitter:
Ik mis nog even een oordeel over de motie op stuk nr. 16. U heeft er wel het een en ander over gezegd, maar …
Minister Schoof:
Sorry. "Ontraden" had ik gezegd.
De voorzitter:
Sorry.
Minister Schoof:
De motie op stuk nr. 17 was wel een spreekt-uitmotie, hè? Dus …
De voorzitter:
Ja. Nu de motie op stuk nr. 18.
Minister Schoof:
Ik checkte het even.
Dan de laatste motie, op stuk nr. 18, over het uitvoeren van het tienpuntenplan. Gelet op de eerdere discussie over de motie-Eerdmans op stuk nr. 15 zal duidelijk zijn dat het "ontraden" is.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik wil nog even terugkomen op mijn motie die van "oordeel Kamer" naar "overbodig" gaat. Dat de financiën er al zijn, betekent niet dat het kabinet prioriteit kan geven aan het uitwerken van de vulling bij de Koninklijke Marechaussee. Ik vind het dus een beetje raar dat deze motie "overbodig" krijgt, want er kan gewoon prioriteit aan worden gegeven, bijvoorbeeld door het versoepelen van regels of het aanscherpen van plannen. Het is heel gek om deze motie nu opeens overbodig te verklaren omdat er hier wat mensen in de weerstand gaan. Dit gaat gewoon over prioriteiten stellen om zo snel mogelijk de capaciteit te creëren. Daar kun je allerlei dingen voor bedenken, bijvoorbeeld het versoepelen van regels. De motie had met een reden oordeel Kamer gekregen, neem ik aan. Ik zou graag willen dat u weer teruggaat naar dat oordeel, met deze toevoeging van mijzelf erbij.
Minister Schoof:
Ik denk dat het belangrijkste in mijn toelichting staat, namelijk dat het kabinet eerder reeds besluiten had genomen tot intensivering van grenstoezicht en dat daarvoor ook middelen beschikbaar zijn gesteld. Dat er in die gedachtegang ook met prioriteiten wordt gewerkt, spreekt voor zich. Ik had de motie in eerste instantie oordeel Kamer gegeven, maar mede naar aanleiding van de woorden van de voorzitter, die volgens mij meer verstand heeft van de orde der dingen dan ik, heb ik daar "overbodig" van gemaakt, maar we hebben geen enkel verschil van mening over het feit dat de middelen er zijn en dat er hard wordt gewerkt door Defensie met de KMar om te zorgen dat dit wordt uitgevoerd.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Tja, "dank u wel", zeggen we dan. Maar ik blijf toch bij mijn standpunt. Als ik hier een toezegging op kan krijgen, kan ik de motie terugtrekken. Dan hebben we toch de toezegging die het dictum — dat is het deel "verzoekt de regering om" — verlangt. Als ik een toezegging krijg dat er prioriteit wordt gegeven aan het creëren van die capaciteit vind ik dat ook goed. Een toezegging is dan voor mij voldoende, want dan weet ik dat ermee aan de slag wordt gegaan en de motie dus eigenlijk gewoon uitgevoerd wordt.
Minister Schoof:
Die toezegging zit besloten in mijn toelichting dat het geld er is, dat het besluit al eerder is genomen en dat er dus met prioriteit aan wordt gewerkt.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Maar het verzoek zoals dat er staat, krijgt nu de toezegging? Ik vind het allemaal een beetje vaag en ook een beetje een gekke gang van zaken.
Minister Schoof:
Maar u vroeg om een toezegging.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dus ik krijg een toezegging dat deze motie wordt uitgevoerd met de opmerking die de minister-president in eerste instantie maakte? Die toezegging wil ik.
Minister Schoof:
Ja, die toezegging heeft u …
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Oké. Dank u wel.
Minister Schoof:
… omdat het een reeds genomen besluit is ten aanzien van de invoering en de financiering en het dus ook kan.
De voorzitter:
Trekt u dan uw motie in, mevrouw Van der Plas? Ik zie dat dat zo is. Dan wordt de motie-Van der Plas op stuk nr. 15 ingetrokken. Klopt dat niet? Is het de motie op stuk nr. 14? Dan wordt die ingetrokken.
We komen er wel. De heer Baudet.
De heer Baudet (FVD):
Ik hoorde het oordeel "ontraden" geveld worden over mijn motie, maar juist qua formulering laat mijn motie veel meer ruimte voor een specifieke invulling en een realistische, juridische inkadering enzovoorts dan de motie van de heer Eerdmans, die juist vanwege die formulering oordeel Kamer kreeg. Ik kan de minister-president hier niet volgen.
Minister Schoof:
Onder verwijzing naar de discussie die we hadden bij de motie op stuk nr. 15 heb ik gezegd dat als het "uitwerken" wordt, de motie oordeel Kamer kan krijgen. Dit was de motie van de heer Eerdmans met het subtiele verschil — althans, het belangrijke verschil, niet het subtiele verschil — tussen uitwerken en uitvoeren. Uw motie spreekt over "aan de slag te gaan" en dat is nu net precies het verschil. Wat mij betreft blijft het oordeel dus "ontraden", indachtig datgene wat ik bij de motie van de heer Eerdmans heb gezegd over de uitwerking.
De voorzitter:
Afrondend.
De heer Baudet (FVD):
Volgens mij is dat heel semantisch, want "aan de slag gaan" is een buitengewoon breed begrip. Heeft de minister-president een suggestie voor een alternatieve formulering die hem meer zal gerieven?
Minister Schoof:
Als die aansluit bij de motie-Eerdmans, dan hebben we volgens mij overeenstemming.
De heer Dijk (SP):
Kent de minister-president de uitdrukking "belofte maakt schuld"?
Minister Schoof:
Zeker.
De heer Dijk (SP):
Dan is het toch onbegrijpelijk dat hij de belofte voor huurbevriezing ontraadt, dat hij die motie ontraadt? Er is gewoon door partijen hier een huurbevriezing beloofd aan 2 miljoen huurders. Dan mag ik toch verwachten dat hier een minister-president staat die gewoon zegt: ja, dat gaan we uitvoeren? Waarom ontraadt hij dan deze motie?
Minister Schoof:
Omdat de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening gisteren een brief aan uw Kamer heeft gestuurd waarin ze duidelijk heeft gemaakt dat de huurbevriezing niet wordt doorgezet.
De heer Dijk (SP):
Dat raakt dus echt kant noch wal. Het is gewoon een politiek trucje om hier een wet van te maken waarvan de minister ook wist dat die niet door de Eerste Kamer heen zou komen. In 2021 is het wel gelukt — daarom heb ik een andere motie geschreven — om dit via een ministeriële regeling te doen. Daar heb je geen wet voor nodig; dan kun je het meteen fiksen. Dit kabinet moet zich gewoon aan zijn belofte houden. Dat doet ú nu ook niet. U draait gewoon 2 miljoen mensen eerst een rad voor de ogen door te zeggen: we gaan de huren bevriezen. Vervolgens zegt u een paar weken later, met een brief aan de Kamer: we gaan het toch niet doen. Dat is toch geen manier van werken?
Minister Schoof:
Gisteren is deze brief namens het kabinet naar de Kamer gestuurd door de minister van VRO. Dan is het volstrekt logisch dat ik vandaag deze motie ontraad.
De voorzitter:
Afrondend, kort.
De heer Dijk (SP):
Fijn. Die brief gaat gewoon tegen de belofte in. Ik vroeg net aan u of u achter de uitdrukking "belofte maakt schuld" staat en of u weet wat die betekent.
Minister Schoof:
Nee, u vroeg of ik die ken.
De heer Dijk (SP):
U weet dat dus niet. Dat weet deze minister-president niet. Het interesseert hem geen snars dat mensen eerst een brief in de bus kregen van de corporatie dat de huren bevroren werden en dat er daarnaast hier hoog van de toren werd geblazen dat er een huurbevriezing zou komen. Ook u laat nu al die huurders weer in de steek. U behandelt ze als voetvegen.
Minister Schoof:
Mensen die huurwoningen hebben en in sociale problemen zitten, zijn in alle opzichten, ook voor dit kabinet, een groot punt van zorg. We willen op alle manieren kijken hoe we hen kunnen ondersteunen. We zijn nu tot een conclusie gekomen — vandaar de brief van gisteren van de minister — over de huurbevriezing. Daarom heb ik vandaag, in lijn met die brief, de motie ontraden.
Dank u wel.
De voorzitter:
Tot zover dit debat. Dank aan de minister-president en de vicepremiers voor hun aanwezigheid.
De voorzitter:
Ik schors enkele minuten, en dan gaan wij stemmen over die ene motie-Timmermans.
Stemming motie Val van het kabinet
Stemming motie Val van het kabinet
Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij het debat over de val van het kabinet,
te weten:
- de motie-Timmermans over de Kamer zo snel als mogelijk ontbinden en op de kortst mogelijke termijn verkiezingen uitschrijven (36760, nr. 3).
De voorzitter:
Ik heropen en we gaan stemmen. Ik verzoek alle leden te gaan zitten.
In stemming komt de motie-Timmermans c.s. (36760, nr. 3).
De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.
Ik sluit de vergadering van 4 juni.