[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]
Datum 2025-05-27. Laatste update: 2025-06-03 15:44
Thorbeckezaal
Tussenpublicatie / Ongecorrigeerd

Toerisme en recreatie

Opening

Verslag van een commissiedebat

De vaste commissie voor Economische Zaken heeft op 27 mei 2025 overleg gevoerd met de heer Beljaarts, minister van Economische Zaken, over Toerisme en recreatie.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken,

Michon-Derkzen

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken,

Reinders

Voorzitter: Stoffer

Griffier: Krijger

Aanwezig zijn vier leden der Kamer, te weten: Kisteman, Van Meetelen, Stoffer en Thijssen,

en de heer Beljaarts, minister van Economische Zaken.

Aanvang 17.32 uur.

Toerisme en recreatie

Aan de orde is de behandeling van:

  • de brief van de minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 6 juli 2022 inzake toezeggingen gedaan tijdens het commissiedebat Toerisme van 11 mei 2022 en de uitvoering van de motie van het lid Inge Van Dijk en anderen over de bruine vloot (26419, nr. 105);
  • de brief van de minister van Economische Zaken d.d. 21 oktober 2024 inzake stand van zaken gastvrijheidssector (26419, nr. 106).

De voorzitter:

Goedemiddag. Het is iets over half zes. U denkt: wat gaat er gebeuren? Nou, de minister zit nog in de plenaire zaal. Vanwege uitgelopen stemmingen is het tweeminutendebat waarbij hij aanwezig moet zijn ook uitgelopen. We hebben zojuist dus even overleg gevoerd met de bodedienst, de griffie en de nu aanwezige leden. Ons voorstel is om 18.00 uur te beginnen. De minister kan er dan ook bij zijn. Iedereen heeft dan nog even de tijd om zich te verpozen. Excuses voor degenen die op de tribune zitten, maar u kunt dadelijk rechts om de hoek vast koffie halen. Voor de mensen die van buitenaf meekijken: u mag nog een halfuurtje een rondje wandelen om het huis, kantoor of wat dan ook. U heeft gewoon een halfuur om te recreƫren, tot 18.00 uur. Misschien is dat wel heel goed.

De voorzitter:

Goedenavond. Het is precies 18.00 uur. We zijn dus een halfuurtje later begonnen dan oorspronkelijk gepland, vanwege de uitloop van de plenaire agenda. Van harte welkom bij de vaste commissie voor Economische Zaken. We hebben vandaag een debat over toerisme en recreatie. Er zijn drie leden van de Kamer aanwezig: mevrouw Van Meetelen, de heer Kisteman en de heer Thijssen. We hebben verder geen af- of aanmeldingen. Er zijn dus drie partijen aanwezig. Als ik het goed heb, zijn dat de drie grootste partijen. Dat is dus heel goed, wat dat betreft. Aan de andere zijde hebben we de minister. Van harte welkom. We gaan er met elkaar een mooi debat van maken, denk ik, om — daar ga ik van uit — toerisme en recreatie in Nederland op een goed peil te houden. We hebben vandaag vier minuten spreektijd per spreker. Ik denk dat het aantal interrupties niet ingeperkt hoeft te worden, tenzij u het helemaal de spuigaten uit laat lopen. Mochten die boven de tien uitkomen en heel lang zijn, dan … Ik zie iemand grinniken. U weet zich toch altijd goed te beperken, meneer Thijssen? Niet? We gaan het vanzelf zien. Als het te gek wordt, grijpen we in. We gaan beginnen. Eerst heet ik natuurlijk iedereen van harte welkom die op de publieke tribune zit of thuis meekijkt. Fijn dat u nog opgewekt kijkt, ook nadat u een halfuurtje moest wachten. Maar misschien heeft u wel iets goeds genuttigd en bent u eigenlijk nog opgewekter dan daarvoor.

We gaan beginnen. De eerste vier minuten zijn voor mevrouw Van Meetelen. Ga uw gang.

Mevrouw Van Meetelen (PVV):

Dank u, voorzitter. Dit debat gaat mij aan het hart, niet in de laatste plaats omdat de kermissector vandaag op de agenda staat. Recreƫren is als zuurstof: iedereen heeft het nodig. Of je nu een weekendje naar een hotel of naar de Efteling gaat of de kermis bezoekt: ontspanning en tijd doorbrengen met familie en vrienden zijn essentieel. Het draagt bij aan ons welzijn en helpt ons beter te functioneren in het dagelijks leven.

Voorzitter. Maar wat als je een bedrijf hebt in deze sector? Zoals iedereen heeft kunnen lezen, hebben de vervolggesprekken met de kermissector plaatsgevonden met EZ, OCW en BZK. Daaruit is de Wegwijzer gemeentelijk kermisbeleid voortgekomen. Ik weet dat de sector het enorm heeft gewaardeerd dat ze eindelijk aan tafel zaten om hun problematiek naar voren te brengen.

Voorzitter. Maar het is veel te vrijblijvend. Ervaring leert dat de wegwijzer stof ligt te happen als die wordt uitgeprint, als dat al gebeurt. Veel van de benoemde problematiek is niet verbeterd of gewoonweg niet aangepakt. De PVV heeft al vaker gezien dat er mooie handreikingen of wegwijzers worden geschreven, die vervolgens niet worden opgevolgd of geƫvalueerd. Herkent de minister dit? Is hij bereid om dit in ieder geval met deze sector te doen?

Voorzitter. Ik heb al tijdens de begrotingsbehandeling aandacht gevraagd voor de groeiende veiligheidsproblemen bij kermissen, maar ook bij zwembaden, stranden, bioscopen en winkelcentra. Recent heb ik dat ook gedaan tijdens het vragenuurtje. Ik heb u destijds gevraagd om samen met de minister van Justitie en Veiligheid, de politie, de VNG en de sector een plan op te stellen. Hoe staat het daarmee? Wanneer gaat de minister in gesprek met de sector? Hoe en wanneer gaat u dit aanpakken?

Ik heb inmiddels samen met mijn fractiegenoot Adema een rondetafel over overlast publieke recreatievoorzieningen georganiseerd. Ik hoop dat iedereen daaraan wil deelnemen. De nood is namelijk echt hoog. Dit jaar hebben we Hoogland al achter de rug. Vorig jaar hadden we Emmeloord. Na ernstige bedreigingen, vernielingen en racistische leuzen heeft de gemeente besloten om de kermis buiten het centrum te plaatsen. Maar verplaatsen is geen oplossing; het probleem wordt slechts verschoven, terwijl ondernemers en goedwillende bezoekers de prijs betalen. Er zijn extra kosten voor beveiliging en minder bezoekers omdat de locatie minder aantrekkelijk is. Dat resulteert in hogere entree- en attractieprijzen. Gemeenten moeten niet de ondernemers straffen, maar daadkrachtig optreden tegen het tuig dat deze problemen veroorzaakt.

Voorzitter. Het is voor de sector heel moeilijk om hier iets over te zeggen. Er is namelijk een hoge mate van inkomensafhankelijkheid en de kans op imagoschade is groot. Daardoor zeggen zij meestal maar niks of bagatelliseren zij het. Dat is te begrijpen, maar het lost ook niks op.

Voorzitter. Het in stand houden van essentiƫle voorzieningen voor kermisexploitanten wordt ook steeds moeilijker. De beschikbaarheid van salonwagenlocaties neemt af, terwijl deze plekken van groot belang zijn voor de rondreizende beroepsgroep. Exploitanten hebben recht op fatsoenlijke woonvoorzieningen, maar gemeenten schieten hier steeds vaker in tekort. Daarbij komt ook nog eens dat de rijdende school, die cruciaal is voor de educatie van kinderen in kermisfamilies, niet geplaatst kan worden. Dit unieke onderwijssysteem zorgt ervoor dat ze ondanks hun reizende bestaan, gelijke kansen krijgen in de maatschappij. Maar ook hier worden de mogelijkheden steeds beperkter. Ik vraag dit aan deze minister en niet aan de minister van OCW, omdat deze school voor haar werkzaamheden direct afhankelijk is van de mogelijkheden die de exploitant biedt. Het loopt dus samen: zonder kermis geen rijdende school, zonder woonwagenlocatie geen rijdende school. Is hij bereid om zich in te zetten voor het behoud van de salonwagenlocatie en de rijdende school, zodat deze families hun inkomen kunnen blijven verwerven en hun scholing en tradities kunnen voortzetten zonder onnodige extra obstakels?

Ik denk dat ik door mijn tijd heen ben.

De voorzitter:

Ja, exact, dus u heeft het keurig gedaan. Dank u wel. Ik zie een interruptie van de heer Thijssen.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Ja, een stuk of tien. Om te beginnen die rijdende school. Ik ben heel benieuwd naar de antwoorden van de minister, want mevrouw Van Meetelen heeft mij vaker verteld hoe dat werkt en het is inderdaad een hele mooie cultuur en een traditie. Ik ben dus benieuwd naar de antwoorden van de minister. Verder ben ik blij te horen dat de recreatiesector mevrouw Van Meetelen aan het hart gaat. En inderdaad, recreƫren is ook wel het zuurstof van onze samenleving, en toch ook een beetje waar we het voor doen. Hard werken is mooi en geeft zin aan het leven, maar recreƫren is natuurlijk ook heel erg belangrijk. Wat ik dan onbegrijpelijk vind, is dat de PVV ermee instemt dat er in tijden van een heel hoge inflatie een btw-verhoging komt van 12%. Daar snap ik werkelijk helemaal niets van, vooral met het oog op verenigingen maar ook mensen met wat minder inkomen, die hard sparen voor hun vakantie en naar budgetaccommodaties gaan. We hebben inderdaad een rondetafelgesprek gehad waar Stayokay bij was en die zeiden gewoon bang te zijn dat als die verhoging doorgaat, heel veel mensen dat weekendje weg niet meer kunnen hebben, niet meer kunnen recreƫren, niet meer de nodige zuurstof kunnen gaan happen om de week daarna dan weer aan de slag te gaan. Waarom gaat de PVV hiermee akkoord?

Mevrouw Van Meetelen (PVV):

Ja, weet u, ik geef de heer Thijssen natuurlijk eigenlijk gewoon gelijk. Wij zijn daar ook niet blij mee; dat hebben we ook nooit gezegd. Maar we hebben nu eenmaal een coalitie en we hebben afspraken gemaakt. Dit is er een van, en daar heb je je aan te houden. Dat is heel vervelend en dat snap ik ook. Niemand staat te juichen voor een verhoging van wat dan ook, laat staan voor dit soort dingen. Ik geef de heer Thijssen dus gelijk dat het een heel onprettige maatregel is, maar ja, wij hebben nu eenmaal een akkoord gesloten en daar staat onze handtekening onder.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Nou, ik kan het waarderen dat de PVV hierin eerlijk is en zegt: wij vinden dit ook geen fijne maatregel; die gaat mensen heel erg hard raken in iets wat belangrijk voor ze is. Dat is te prijzen. Jammer dat de PVV het er niet uit heeft kunnen houden. Maar ik ga het toch proberen: kunnen we niet een andere oplossing vinden? Een van de dingen die straks gaan gebeuren, is namelijk dat gewone mensen, de gewone Nederlanders waar de PVV voor opkomt, die hogere btw maar moeten zien op te hoesten, terwijl mensen die zakelijk reizen, de btw kunnen aftrekken van de belasting. Die kunnen die btw terugkrijgen en hebben geen last van die 12% btw-verhoging. Kunnen we niet zoeken naar een of andere manier om die aftrek voor de zakelijke reizen, de zakelijke klant, de zakelijke hotelganger te beperken of teruggave te voorkomen, zodat de btw-verhoging wat minder hard doorspeelt in de hotelsector? Valt er met de PVV te praten over hoe we de zakelijke reiziger kunnen laten betalen voor die btw-verhoging, terwijl we die verhoging voor de gewone Nederlander zo veel mogelijk beperken?

Mevrouw Van Meetelen (PVV):

Ik begrijp de vraag van de heer Thijssen heel goed, maar u overvraagt mij. Ten eerste ga ik daar niet over en ten tweede ligt dat bij een andere portefeuillehouder. Dat ligt bij de btw. Dat ligt niet hier. Ik kan ook niet zeggen: we gaan ernaar kijken, want dat kan ik gewoonweg niet. Dus ja, dat is mijn antwoord.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Nou ja, dat is jammer, want dit is dus het vervelende aan die hele maatregel. Het is al erg jammer dat de Nederlanders worden geraakt in hun weekendje weg, en vooral dat het de mensen met de laagste inkomens het hardst zal raken. Maar daarbovenop is het heel schrijnend dat de mensen die zakelijk reizen en dat geld eigenlijk wel beschikbaar hebben, die btw gewoon terug kunnen vragen. Dat is best wel schrijnend.

Ik heb nog een ander idee en hoop dat mevrouw Van Meetelen daar wel iets mee kan. Ik heb toevallig voor het debat gisteren over de initiatiefnota Red de camping nog eens het PVV-programma bekeken. Daar staat in dat er geen winstuitkering meer moet plaatsvinden, dus gewoon een verbod daarop. Is dat niet iets waar we naar kunnen kijken, op zoek naar een andere manier om dit probleem te financieren? We weten dat bedrijven historische winsten maken. Er is meer geld dan ooit in Nederland. De PVV staat ervoor om überhaupt geen winsten meer uit te keren. Kunnen we niet kijken of we die historisch hoge winsten iets meer kunnen gaan belasten, om op die manier de btw-verhoging te kunnen voorkomen?

Mevrouw Van Meetelen (PVV):

Ja, ook hier overvraagt de heer Thijssen mij. Het is, denk ik, niet aan ons om het hierover te hebben, en zeker niet in dit debat. Ik weet niet zo goed wat ik daar op dit moment op moet antwoorden. U kunt wel zeggen dat u dat ergens in ons programma hebt gevonden, maar … Nee, ook dit ligt bij FinanciĆ«n en daar wil ik het ook laten.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Sorry, dan toch nog heel kort. Kijk, dat van de btw snap ik. Dat zijn btw-regels, belastingregels. Dan moet er misschien even overleg plaatsvinden met de collega die daarover gaat. Maar dit gaat over de winstuitkering van bedrijven, en wij gaan over bedrijven want wij zijn de commissie Economische Zaken. Ik vind dus dat mevrouw Van Meetelen best wel kan zeggen: "Ik zie ook dat er historisch hoge winsten zijn. Ik vind het echt een probleem dat mensen zo hard geraakt worden met hun weekendje weg en ik vind het eigenlijk wel wenselijk dat die winstbelasting iets omhooggaat om deze bezuiniging terug te kunnen draaien". Of zegt mevrouw Van Meetelen: "nou nee, ook al zijn er historisch hoge winsten, we gaan het niet doen; het blijft zoals het is"?

De voorzitter:

We gaan eens kijken wat mevrouw Van Meetelen zegt. Het woord is aan u.

Mevrouw Van Meetelen (PVV):

Wat ik er nog over wil zeggen, is dat ik weet dat het staat in het stuk over zorg. Ik denk dat we elkaar daarin gewoon kunnen vinden. Maar wij hebben het hier over heel andere bedrijven en over een heel andere wijze waarop u dat wilt inkleden. Ik ga daar niet in mee en daar wil ik het bij laten.

De voorzitter:

Ik kijk even rond. Dan is het woord aan de heer Kisteman voor zijn vier minuten.

De heer Kisteman (VVD):

Dank u wel voorzitter. Toerisme kan niet zonder onze ondernemers en onze ondernemers kunnen niet zonder toerisme. Nederland is een ontzettend aantrekkelijk land voor toeristen uit binnen- en buitenland. Onze molens, de Keukenhof, Amsterdam of al onze kleine vestingstadjes: toeristen komen er graag. Toeristen uit binnen- en buitenland zijn ontzettend belangrijk voor onze economie. Deze wisselwerking tussen toerist en ondernemer maakt ons land uniek. Wij moeten onze ondernemers dan ook de ruimte geven om te kunnen ondernemen en de toeristen gastvrij te ontvangen. Waar mogelijk moet er een gelijk speelveld zijn, zodat er geen oneerlijke concurrentie ontstaat.

Voorzitter. Tal van kleinere stadjes of dorpjes zijn doordeweeks en met name in het weekend een belangrijke trekpleister voor de toeristische sector. Wij hebben het, denk ik, allemaal weleens gedaan: op zondag eropuit, toeristische plekken bezoeken en dan de dag afsluiten met iets lekkers op een terrasje en met het aankopen van iets lokaals. Maar op heel veel plekken kan dat helemaal niet. Daar mogen op de drukste dag van de week de winkels helemaal niet open, althans niet alle winkels mogen open. Een restaurant mag wel open voor een lekkere versnapering, maar de buurman die andere producten verkoopt, bijvoorbeeld lokaal gemaakt, moet dicht blijven.

De winkels in de grote stad gaan op zondag wel open, maar in het dorpje iets verderop moeten de winkels dicht blijven. Het lunchgedeelte in een winkel mag wel open, maar kleding mag niet verkocht worden. Supermarkten mogen wel open, maar de winkelstraat blijft leeg. Naar de kapper kan niet op zondag, terwijl je dan juist vrij bent. Ik ken zelfs een bakker die op zondag wel oliebollen mocht verkopen, terwijl de oliebollenkramen 200 meter verderop dicht moesten blijven. Die bakker was ikzelf, maar dat begreep u denk ik al.

Voorzitter. Dit beperkt keuzes die Nederlanders prima zelf kunnen maken. Als een Nederlander op zondag naar de bouwmarkt wil, zou dat niet bij wet verboden moeten zijn. Doordat de regels in gemeenten verschillen, is er bovendien oneerlijke concurrentie voor ondernemers. Gemeentes bepalen nu namelijk op lokaal niveau of een ondernemer zijn deuren mag openen of niet. Dit zorgt voor totale willekeur. Mijn vraag aan de minister is dan ook of hij de Winkeltijdenwet zo wil aanpassen dat de ondernemers zelf mogen bepalen of zij op zondag open willen. Zo hebben consumenten meer vrijheid en is er een gelijk speelveld voor alle ondernemers in Nederland.

Voorzitter. Dan een ander onderwerp dat deze minister ontzettend moet aanspreken. Het gaat over een sector die enorm belangrijk is voor de toerist, namelijk de horeca. Daar speelt al jaren een probleem: de bijschrijfplicht voor dagleidinggevenden in de horeca. De nummer ƩƩn onnodige regeldruk in de horeca. Kosten: ca. 13 miljoen per jaar voor de horeca. Geld dat niet gebruikt kan worden om te investeren in het bedrijf of om de lonen van werknemers te verhogen. Zoals de minister weet, heb ik recent een motie ingediend om de regeldrukkosten met 20% te reduceren. Hier ligt de reductie voor het oprapen. Dit cadeautje hoeft de minister alleen nog maar uit te pakken.

In 2023 heeft de VVD ook al een motie ingediend — die is aangenomen — om hier iets aan te doen, om dit ontzettend langdurige probleem op te lossen. Maar die motie wordt gewoon niet uitgevoerd. De reden sluit ook helemaal niet aan bij waarvoor deze wet is bedoeld. Gemeenten maken volledig misbruik van deze bijschrijfplicht: een melkkoe voor de lokale financiĆ«n of een schijncontrole op horecazaken. Echter, het gaat hier om werknemers die bijgeschreven moeten zijn. Zodra de eerste terrasstoel buiten wordt gezet, moet er al een werknemer aanwezig zijn die staat ingeschreven als dagleidinggevende.

Voorzitter. De minister weet nog beter dan ik hoe ontzettend groot dit probleem is voor de horeca in Nederland. Mijn vraag aan de minister is dan ook: hoe gaat hij ervoor zorgen dat het probleem nog dit jaar wordt opgelost? Wanneer gaat deze motie van de VVD uitgevoerd worden? Hoe gaat de minister er bij zijn collega op aandringen dat deze aangenomen motie uitgevoerd móét worden? Kan de minister met zijn kennis van zaken niet een opening maken in dit probleem en een nieuwe kans creëren?

Hier wou ik het bij laten, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk even. Ja, meneer Thijssen gaat echt op richting de tien. Ga uw gang.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Ja, als de tijd er is, en de mogelijkheid is er. Ik vind het ook een heel goed pleidooi van de VVD. Zo kennen we de heer Kisteman ook, die zich hardmaakt voor het mkb. Daarom stel ik ook aan hem de vraag waarom hij dan deze sector gaat raken met een btw-verhoging van 12%. Dit zal niet alleen veel gevolgen hebben voor die Nederlanders die een weekendje weg willen. We horen de sector ons natuurlijk ook waarschuwen dat dit echt grote gevolgen gaat hebben voor al die mkb'ers waar we terechtkunnen voor onze recreatie.

De heer Kisteman (VVD):

Een goede vraag van de heer Thijssen. Deze coalitie maakt keuzes. Wij kiezen voor veiligheid; dat vinden wij belangrijk. Aan de andere kant hebben we ook enorm veel lastenverhogingen voor het mkb teruggedraaid, deels onder de mkb-winstvrijstelling. Aan de ene kant maken wij dus keuzes, en we hebben heel veel mkb'ers geholpen door het terugdraaien van verhogingen. Deze valt er wel door, maar dat zijn de keuzes die wij maken in deze coalitie.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Maar ik zie in het VVD-programma ook een maatregel staan, volgens mij om belastingontwijking door grote bedrijven tegen te gaan. Ik kan me zomaar voorstellen dat de PVV daar ook wel voor te porren is. Wij zijn er ook voor te porren; dan hebben we al bijna een meerderheid. Is dat niet een veel betere manier om het geld wat er dan schijnbaar nodig is op te halen, zodat we deze sector en al die vakantiegangers kunnen ontzien?

De heer Kisteman (VVD):

Deze btw-verhoging waar de heer Thijssen het over heeft, raakt gewoon de kleinere mkb'ers. Het gaat niet over grote bedrijven die grote winsten maken et cetera. Daar hebben we het in dit geval over. Dat zijn de keuzes die wij maken met dit kabinet. Wij kiezen voor de veiligheid. We hebben veel belastingverhogingen teruggedraaid. Ik denk dat deze ondernemers daar ook voordeel bij hebben. Daarnaast proberen wij de regeldruk te verlagen, wat zich terugbetaalt in minder kosten voor deze ondernemers.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Ik heb dan toch nog een laatste vraag, want helaas krijg ik niet echt antwoord op mijn vraag over een maatregel die in het VVD-programma staat om belastingontwijking door grote bedrijven aan te pakken. Daarmee haal je geld op en dan hoef je deze btw-verhoging niet door te voeren. Zoals we hier zitten met zijn drieƫn, denk ik dat er al bijna een Kamermeerderheid is. Het staat gewoon in het verkiezingsprogramma van de VVD, dus waarom doen we dat niet? Ik weet niet of ik daar antwoord op krijg, dus daarom heb ik een andere vraag. Dit is vooral een probleem in de grensstreek. We krijgen ook waarschuwingen uit de sector dat als de prijzen nog verder worden verhoogd, met name in de grensstreek, mensen denken: dan rij ik wel twintig minuten verder, dan ga ik net over de grens kamperen, een hotelletje pakken of naar een restaurant. Heeft de VVD ideeƫn over hoe voorkomen kan worden dat met name die ondernemers in de grensstreek hard geraakt worden?

De heer Kisteman (VVD):

Een meer dan terechte vraag van de heer Thijssen. Uiteraard ben ik ook meerdere malen in de grensstreek geweest om daar te praten over wat de impact hiervan is. De vraag is wat de impact is, want die zekerheid hebben we nog niet. De ene ondernemer heeft het over het teruglopen van het aantal reserveringen: eerder werd er twee weken gereserveerd en nu nog een week, maar we zitten nog steeds vol. We zullen de definitieve effecten in beeld moeten brengen. Er komt volgens mij ook nog een onderzoek van Koninklijke Horeca Nederland over de impact hiervan. Dat wachten wij af.

De voorzitter:

U laat het erbij, meneer Thijssen? U zit pas op zeven. Maar goed, dan mag u nu vier minuten spreken. Ga uw gang.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Dank, voorzitter. Het is fijn dat dit debat nu eindelijk gevoerd wordt, want vakantie, recreƫren, is inderdaad superbelangrijk voor heel veel Nederlanders. Het is toch een beetje waar het om gaat in het leven. Ik zei al dat betekenisvol werk natuurlijk heel erg belangrijk is. Het is fijn als je dat hebt. Maar het is natuurlijk ook heel erg fijn om op een gegeven moment te kunnen recreƫren, op vakantie te gaan, om lekker te ontspannen, om nieuwe mensen te leren kennen, om nieuwe culturen te leren kennen, nieuwe plekken te leren kennen, bij je familie en vrienden te zijn, om geluk te ervaren.

Voorzitter. We spraken een paar maanden geleden tijdens een rondetafel met de budgetaccommodaties. Ik zei het net al: die zijn voor iedereen die jong van geest is, oftewel de jonge backpacker, een gezin met kinderen, de sport- of muziekgroep of schoolklassen. Zij waarschuwen voor die btw-verhoging van 12%. Zij zeggen dat dit echt een grote, grote impact gaat hebben op ondernemers. We hoeven dat onderzoek niet af te wachten; dit gaat gewoon zo zijn. Na de enorme inflatie van de afgelopen jaren en ook na het feit dat de lonen achterblijven bij die hoge inflatie, hebben mensen echt minder te besteden. Na de coronaschulden is deze 12% prijsstijging niet te dragen. Ik wil toch vragen, zeker met de achtergrond van deze minister: hoe ziet hij dit? Dit is toch een onacceptabel risico wat we lopen met deze sector, die heel belangrijk is voor Nederlanders en die ook heel veel werkgelegenheid geeft?

Ik zei het ook al: hij komt onevenredig groot terecht bij die budgetaccommodaties en die plekken waar gewone Nederlanders komen. De ongelijkheid wordt ook groter. De zakelijke reiziger kan de btw gewoon terughalen, maar gewone mensen kunnen dat niet. Hoe ziet de minister dit? Is daar niet iets aan te doen? De tweedeling in de samenleving wordt alleen maar groter op deze manier.

Ik vraag me toch af hoe het kabinet het nu in zijn hoofd heeft gehaald om de btw op een weekendje weg met 12% te verhogen, en dat in tijden van hoge inflatie, terwijl beursgenoteerde bedrijven historisch hoge winsten maken. Volgens mij is er meer geld dan ooit in Nederland. Haal het geld daar waar het zit.

Dan heb ik ook nog een vraag. Deze maatregel is niet zozeer bedoeld omdat de partijen dat zo leuk vinden — dat hebben we net ook gehoord van de PVV en van de VVD — maar om de begroting rond te krijgen. Er zijn hele kritische rapporten geweest, bijvoorbeeld van ABN AMRO, die zeggen dat je hiermee niet het geld gaat ophalen wat je denkt te gaan ophalen. Er zijn echt grote, grote zorgen dat het kabinet zich hier rijk rekent. Lopen we nu niet het risico dat deze sector kapot wordt gemaakt, of deels kapot wordt gemaakt, terwijl we ook nog eens een keer met een financieel probleem blijven zitten? Ik wil graag een reactie van de minister op die studies die gedaan zijn en die aangeven dat dit niet de manier is om extra geld op te halen, omdat het geld gewoon niet binnen zal komen.

We zien iedere dag het nieuws in de wereld over de bosbranden, de overstromingen. We hebben recent weer een periode van droogte gehad in Nederland. We zijn blij dat er nu weer wat regen is gevallen, maar het is de vraag of dat zo doorgaat. Oftewel, ons klimaat verandert hard en dat heeft enorme gevolgen. Ook dit kabinet, ook deze PVV-minister, is gebonden aan het klimaatakkoord van Parijs om de CO2-vervuiling snel naar beneden te brengen. Op dit moment groeit de CO2-uitstoot van deze sector, terwijl de overige CO2-uitstoot in Nederland daalt. Dat is niet eerlijk. Erkent de minister ook dat het terugdringen van emissies door vlieg- en cruisereizen in lijn met de Glasgow Declaration noodzakelijk is voor de toekomstbestendigheid van de toerismesector? Kan de minister reageren op de bevindingen van het Envisioning 2030-onderzoek, dat concludeert dat toerisme prima kan groeien mits het aantal gevlogen kilometers afneemt? Op welke manier is de minister van plan om reisbedrijven te helpen om hun klimaatrisico's af te bouwen? Kan de minister bijvoorbeeld toezeggen om in een actieagenda maatregelen op te nemen om de fossiele afhankelijkheid in de verdienmodellen van reisbedrijven te verminderen, zoals het aanbieden van duurzamere vakanties dicht bij huis? Hier in Den Haag is er een verbod op fossiele reclames, bijvoorbeeld op vliegvakanties. Is de minister bereid om fossiele reclames te verbieden in heel Nederland? Want het kan en het mag in Den Haag, en het werkt. Is de minister bereid zich daar hard voor te maken?

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk even rond. Zijn er interrupties? Meneer Kisteman … O, mevrouw Van Meetelen, had u er een? U keek me straks aan. Ja? Dan bent u eerst.

Mevrouw Van Meetelen (PVV):

Ik zit even naar het laatste stukje van de heer Thijssen te luisteren over al uw klimaatmaatregelen die u zit te verzinnen. Dat houdt dus in dat u eigenlijk wil dat niemand meer op vakantie gaat, want het wordt een onbetaalbare exercitie. We zien nu al dat de mensen het gewoon niet meer kunnen betalen. Hoe wordt dat dan allemaal betaald, meneer Thijssen? Hoe gaat u de klimaatmaatregelen — het zijn allemaal hele dure maatregelen — doorberekenen aan die mensen die op vakantie moeten? Dat wordt helemaal onbetaalbaar. Kunt u mij dat uitleggen?

De voorzitter:

De volgende interrupties gaan weer via de voorzitter, maar de heer Thijssen mag nu antwoorden.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Ik heb nog geen klimaatmaatregel genoemd. Ik heb gezegd: laten we nou die fossiele reclames stoppen. Er gaan miljarden om bij reclamebedrijven. Er gaan miljarden om bij bedrijven om reclame te maken om toch vooral maar de producten te kopen die bedrijven willen dat we kopen. Een voorbeeld van de reclames die er zijn, zijn de vliegvakanties. Het is natuurlijk heel fijn om te vliegen naar een vakantie, want je kunt naar plaatsen toe waar je met de auto niet zo makkelijk komt. Maar we weten ook dat dat voor een enorme CO2-vervuiling zorgt en dat zorgt weer voor klimaatverandering. Dat is niet iets wat ik verzin. Dat is waar alle wetenschappers in de wereld voor waarschuwen. Dat is dƩ grote existentiƫle uitdaging voor de mensheid: om weer in evenwicht te gaan leven met de aarde.

Ik stel nu voor al die mkb'ers in Nederland en in Europa voor: laten we kijken of we meer reclame kunnen maken voor duurzamere vakanties, wat dichter bij huis, of we die aantrekkelijker kunnen maken door de btw te verlagen. Maar laten we nou, net zoals dat hier in Den Haag is gedaan, niet meer toestaan dat bedrijven die heel veel geld willen verdienen met heel veel CO2-uitstoot, overal in het land reclame kunnen maken. Dus ik stel voor om een verbod in te stellen op fossiele reclames. Dat zorgt volgens mij niet voor hogere prijzen. Het zorgt er alleen maar voor dat die bedrijven, die met heel veel CO2-vervuiling geld willen verdienen, niet meer de mogelijkheid hebben om in de publieke ruimte reclame te maken.

De voorzitter:

Ik kijk naar mevrouw Van Meetelen. Heeft u nog een vervolgvraag? Ga uw gang.

Mevrouw Van Meetelen (PVV):

Ja, ik zit even te denken of het een vraag is of een opmerking. Ik ben het absoluut niet eens met de heer Thijssen. Reclame wordt niet zomaar gemaakt. Met die reclame worden een heleboel dingen betaald. De PVV is er sowieso voor dat iedereen daar vrij in moet zijn. Het is te gek voor woorden, dit voorstel.

Even een andere vraag. Een lokale camping heeft bijvoorbeeld zwembaden. Die worden opgewarmd en dat kost ook energie. Wat vindt de heer Thijssen daar dan van? Of moet die camping daar maar mee stoppen? Moeten we in het koude water springen? Ik weet niet zo goed waar u heen wilt. De kosten zijn hoog. Die moeten ergens vandaan komen. Wij vinden sowieso dat je vrij je vakantie moet kunnen vieren, waar je dat maar wilt. Als je lekker ergens met het vliegtuig heen wilt, moet dat gewoon kunnen. En als daar reclame voor gemaakt moet worden, begrijp ik dat, want die mensen moeten dat op de een of andere manier kunnen verkopen. Ik wil daar een antwoord op van de heer Thijssen. Hoe moet dat volgens hem bijvoorbeeld bij de lokale camping gebeuren? Of moeten die mensen ook allemaal op kosten gejaagd worden?

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Kijk, mevrouw Van Meetelen. Ik wil aan mevrouw Van Meetelen meegeven dat het heel fijn is om je huis te isoleren. Als je je huis isoleert, kun je je huis met veel minder energie lekker warm maken in de winter. Als je dat doet met een warmtepomp, die bijvoorbeeld groene stroom gebruikt van zonnepanelen of van windmolens op zee, kun je op een duurzame manier heel comfortabel wonen, een stuk comfortabeler dan heel veel huurders nu wonen met enkel glas in slecht geĆÆsoleerde huizen. Klimaatbeleid zorgt ervoor dat de kwaliteit van leven omhoog gaat. Als wij goede afspraken met elkaar maken, gaat de energierekening ook nog eens naar beneden.

Voor iemand die een camping heeft en graag warm water wil aanbieden aan de recreanten die hij krijgt, zijn er allemaal prachtige oplossingen. Je kunt in de zomer de warmte van de zon opslaan in de warmte-koudeopslag. Als het wat kouder is, kun je die warmte gebruiken om je zwembad te verwarmen. Als we dat met z'n allen afspreken, gaan de kosten naar beneden en kunnen we op een duurzame manier zorgen dat campings warm water hebben.

Wat ik nu voorstel voor de bedrijven die heel graag geld willen verdienen aan onze vakanties, is dat we als samenleving nadenken over wie we daar de ruimte voor geven. Geven we de ruimte aan die vakanties waarvan we weten dat ze niet passen in een klimaatneutraal Nederland? Daarmee zeg ik niet dat je nooit meer mag vliegen. Ik zeg niet dat er een verbod op vliegen is. Ik zeg dat er een verbod is op fossiele reclames.

En tot slot wil ik ook gezegd hebben dat de afgelopen maanden deze wereld en Nederland in het warmste klimaat leven dat ooit is gemeten. De temperatuur gaat sneller omhoog dan de klimaatwetenschappers hebben kunnen voorspellen. We zijn allemaal bang dat de droogte van de afgelopen maanden doorzet, dat we ons voedsel niet kunnen verbouwen, dat het voedsel niet meer groeit in Nederland. We zijn bang dat er drinkwaterproblemen komen in Nederland. Daar waarschuwen de drinkwaterbedrijven voor. Dat zijn de gevolgen van klimaatverandering. De zeespiegel stijgt. Dat betekent dat we in Nederland hele grote problemen hebben om de voeten droog te houden. Dat zijn de gevolgen van klimaatverandering. Het is niet een of andere fantasie van GroenLinks-PvdA. Het is een keiharde wetenschappelijke realiteit, waarvoor de PVV haar hoofd in het zand steekt. Dat is onverantwoord. GroenLinks-PvdA weigert om dat te doen. Wij zullen dit blijven adresseren. Dit is volgens mij een vrij vriendelijke maatregel, die in deze stad al wordt uitgevoerd. Ik denk dat het een heel goed idee zou zijn om dat in heel Nederland te doen.

De voorzitter:

Ik dacht eigenlijk dat we in de commissie Economische Zaken zaten, maar het lijkt wel weer Economische Zaken en Klimaat. Mevrouw Van Meetelen, wilt u nog reageren? Nee? Dan is het woord aan de heer Kisteman.

De heer Kisteman (VVD):

Laten we dan weer teruggaan naar het onderwerp waarvoor we hier kwamen. Het is goed om van de heer Thijssen te horen dat hij zich hardmaakt voor alle ondernemers die getroffen worden door de btw-verhoging. Zou de heer Thijssen eens aan ons willen uitleggen dat het koopkrachtpakket dat GroenLinks-PvdA recent heeft gepresenteerd, zorgt voor miljarden lastenverzwaring voor alle mkb'ers en dat de impact daarvan enorm groot is? Hoe wil de heer Thijssen dit verdedigen, terwijl hij het aan de andere kant alleen maar zwaarder maakt voor de ondernemers?

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Toch nog even een korte reactie over de opmerking dat dit over economische zaken zou moeten gaan en niet over klimaat. Dit is de grootste uitdaging van de mensheid: hoe komen we binnen de planetaire grenzen en hoe gaan we zorgen voor een gezonde economie binnen die planetaire grenzen? Volgens mij moet dat wel degelijk een discussie zijn, ook omdat de minister volgens mij aan de lat staat voor de Glasgow Declaration en we het hier hebben over toerisme. De CO2-vervuiling van toerisme groeit: daarom maak ik dit punt.

Dan naar het punt van de heer Kisteman. Het is niet zo dat er bij ons een miljardenverzwaring is voor mkb'ers. Dat is niet zo. Wij zien inderdaad dat er meer geld is dan ooit in de Nederlandse samenleving. Wij halen dat geld waar het zit. We halen dat wat ons betreft op drie plekken. EƩn. Bij winstgevende grote bedrijven, want we zien in de Miljoenennota van het kabinet dat er historisch hoge winsten zijn. Als je succesvol bent in dit land vinden wij dat je echt wel winst mag maken, maar dat je wat meer mag bijdragen aan de Nederlandse samenleving als die winsten historisch hoog zijn. Dat is ƩƩn. Twee. We zien de vermogensongelijkheid in Nederland alleen maar groeien. Wij vinden dat de mensen die een zeer groot vermogen hebben ook een grotere bijdrage mogen leveren aan dit land. Ten derde vinden wij dat vervuiling, ongewenst gedrag, een grotere prijs moet betalen. Dus ook daar zie je dat wij de belasting verhogen. Eerlijk gezegd, in de doorrekening van ons verkiezingsprogramma zie je dat we ook dingen doen voor de mkb'ers, zie je dat onze economie harder groeit. En wie heeft daar heel veel profijt van? De mkb'ers.

De heer Kisteman (VVD):

Dan komt de heer Thijssen weer bij die torenhoge winsten die bedrijven zouden draaien. Maar we hebben het over die kleine mkb'ers die daadwerkelijk hard worden getroffen door de lastenverzwaring die GroenLinks-PvdA wil doorvoeren in zijn koopkrachtpakket. De heer Thijssen gooit het op de grote bedrijven, maar dit raakt daadwerkelijk de kleine mkb'ers. Nogmaals de vraag, hoe wil de heer Thijssen het recht praten dat hij aan de ene kant opkomt voor de btw-verhoging, maar dat hij aan de andere kant de kleine mkb'ers raakt in hun koopkrachtpakket?

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

De heer Kisteman kan blijven herhalen dat we dat doen, maar dat doen wij niet. Wij komen met voorstellen en wij denken inderdaad dat er ruimte is in de Nederlandse economie om geld op te halen en goede dingen te doen met dat geld. Zo hoef je bijvoorbeeld de btw op een weekendje weg niet met 12% te verhogen, zoals de VVD doet. We halen dat geld echter niet weg bij de mkb'ers, zeker niet met miljarden. We doen dat gewoon niet. U kunt stoppen met het blijven verspreiden van deze leugen, want het is gewoon niet waar.

De voorzitter:

Heeft u nog een vervolgvraag, meneer Kisteman? Dat kan uiteraard.

De heer Kisteman (VVD):

Ja, voorzitter laten we het daarbij laten. Het is helemaal geen leugen uiteraard. We weten allemaal hoe GroenLinks-PvdA de kleine mkb'ers ook raakt. Al hun plannen om de lonen voor de werknemers te kunnen verhogen, gaan ten koste van de mkb'ers. Het idee dat als een uurloon met een euro omhooggaat, die euro dan ook netto bij de werknemer in de portemonnee komt en vervolgens bij de mkb'er wordt uitgegeven, is natuurlijk een verhaal dat niet klopt. Ook het verhaal van de heer Thijssen, dat wij leugens verkondigen, is pertinent niet waar. Ik denk dat we daar toch een kleine balans in moeten vinden.

De voorzitter:

Meneer Thijssen, nog een slotreactie.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Dit gaat natuurlijk over heel iets anders. Dit gaat erover dat wij vinden dat je een leefbaar loon moet verdienen als je in Nederland 40 uur werkt. Dat gaat erover dat er een commissie is geweest die heeft gekeken naar het minimumloon en heeft gezegd dat het minimumloon te laag is. Ja, wij hebben voorstellen waarin we zeggen dat het minimumloon in stappen naar €17 per uur moet. Dan kun je namelijk een leefbaar loon verdienen en dan kun je gewoon rondkomen. Dus ja, wij doen die voorstellen, want wij komen op voor Nederlanders. Dat betekent dat bedrijven, en ook mkb'ers, die €17 moeten opbrengen. Zij moeten dat bedrag betalen aan de mensen. Iedereen snapt dat dit een extra belasting is voor de mkb'ers. Het goede is dat de mensen die €17 per uur gaan krijgen dat geld gaan uitgeven. Ze gaan het niet beleggen, zoals de rijken. Ze gaan het uitgeven, want ze zijn blij dat ze wat geld hebben. Waar geven ze dat uit? Bij de mkb'ers in de buurt. Dus wat ga je zien? Je ziet dat de bedrijvigheid, met name lokaal, aangejaagd wordt en dat het beter gaat. Dat is precies wat je ziet in de doorrekening van ons verkiezingsprogramma. Inderdaad, wij komen op voor die mensen en zeggen dat het minimumloon verhoogd moet worden. Dat betekent dat mkb'ers meer moeten betalen, maar je zult zien dat die mkb'ers het kunnen opbrengen, doordat ze ook meer omzet draaien. Zo werkt de economie. Zo werkt ons verkiezingsprogramma. Daarom is het heel verstandig beleid om door te voeren.

De voorzitter:

Meneer Kisteman, geeft dat toch nog aanleiding tot een vraag? Want ik zie uw hand omhooggaan.

De heer Kisteman (VVD):

We mogen nog wel even, hĆØ, voorzitter?

De voorzitter:

Van mij mag u.

De heer Kisteman (VVD):

Dan moeten we de heer Thijssen volgens mij toch uitleggen hoe het bedrijfsleven werkt. Die euro moet namelijk eerst binnenkomen voordat je 'm kan uitgeven. Het idee van GroenLinks-PvdA is om de ondernemers eerst de lonen te laten verhogen en hun lasten te verzwaren, want "dat geld komt wel weer terug". Maar dat is niet de werkelijkheid. Je betaalt namelijk eerst je kosten en daarna heb je pas je inkomsten. Ik vraag de heer Thijssen nogmaals: schetst hij niet een beetje een romantisch plaatje van al die ondernemers, die juist al die lastenverzwaringen … We hebben het over de toeristische sector, waarop een minimumloonsverhoging een enorm grote impact heeft. Die gaat juist voor faillissementen zorgen, omdat die ondernemers het niet meer kunnen betalen. Sterker nog, ze kunnen minder mensen aannemen, waardoor de mensen die er nu werken, hetzelfde moeten doen met minder capaciteit.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Nou ja, ik begin dan even met de constatering dat de VVD het blijkbaar okƩ vindt dat je in dit land 40 uur kan werken zonder rond te kunnen komen. Wij vinden dat niet acceptabel. Wij vinden dat het minimumloon omhoog moet. Maar de heer Kisteman heeft natuurlijk gelijk dat bedrijven in de problemen kunnen komen als je dat zomaar doet. Dat zie ik ook wel. Wij stellen dus voor om het stapsgewijs te doen. Bovendien zeggen wij: laten we ook kijken wat mkb'ers nodig hebben. Een van de grote klachten bij mkb'ers is bijvoorbeeld: je moet zo lang doorbetalen als iemand ziek wordt. Wij stellen dus voor om dat te collectiviseren: voor de niet al te grote mkb'ers moet er wel degelijk een prikkel blijven om hun mensen gezond te houden, maar als mensen op een gegeven moment uitvallen, moet je wel kijken wat je kan doen om ervoor te zorgen dat zij niet twee jaar lang dat loon hoeven door te betalen. Daar hebben mkb'ers heel erg veel aan. Die voorstellen doen wij ook. Op die manier kunnen we zeggen: nou, we gaan dat minimumloon echt wel omhoog brengen, maar tegelijkertijd zien we dat we naast de mkb'er moeten staan, zodat die kan ondernemen. Wij denken dat het zo een heel mooi, werkbaar pakket is.

De voorzitter:

Dank u wel. U mag nog interrumperen. Nee? Goed. Dan stel ik voor dat we de eerste termijn afronden. Het is inmiddels 18.37 uur. De minister heeft gevraagd om maximaal twintig minuten, misschien iets minder. Ik stel dus voor dat we hier om 18.55 uur weer zitten. Mocht de minister een paar minuten later zijn, dan zitten we in ieder geval gelijk weer klaar om te vervolgen. Ik schors dus tot 18.55 uur. Dan zijn we hier weer terug. Tot straks.

De voorzitter:

Goed, het is 18.55 uur. Inmiddels is iedereen weer aanwezig. Het woord is aan de minister om de vragen uit de eerste termijn van de Kamer te beantwoorden. Ga uw gang.

Minister Beljaarts:

Dank, voorzitter. We zijn hier vandaag bij elkaar om te spreken over de gastvrijheidssector. Voor mij, met een achtergrond in de horeca, voelt het gesprek heel dichtbij. Ik weet nog goed hoe de dynamiek is om met je team klaar te staan voor je gasten. Vandaag hebben we gereflecteerd op nut en noodzaak van horeca, toerisme en recreatie. De laatste keer dat we een commissiedebat hadden over toerisme en recreatie is inmiddels alweer drie jaar geleden. Dat is natuurlijk volledig onterecht, want de sector blijft onverminderd een belangrijke bijdrage leveren aan Nederland. De toegevoegde waarde van de toeristische sector voor de Nederlandse economie stijgt jaar na jaar. In 2023 was de omzet 104,9 miljard euro. Ook het aantal beschikbare banen in de sector neemt toe. In 2023 waren dat er 768.000. Met andere woorden, de gastvrijheidssector doet er toe. Hij vergroot de kwaliteit van leven, maakt mensen gezonder en gelukkiger en verbindt groepen mensen. Ik ben het dan ook eens met uw Kamer: recreƫren is de zuurstof van de samenleving. Hard werken is belangrijk, maar genieten van vrije tijd en ontspanning zijn ook van groot belang.

Tegelijkertijd moeten we oog hebben voor de uitdagingen die ondernemers in de sector ervaren. Denk aan de druk op kermissen en evenementen waarbij exploitanten te maken krijgen met overlast door toenemende regelgeving, maar ook met hoge kosten en beperkingen, zoals het verbod op single-use plastics. Ook veroorzaken jongeren soms overlast op kermissen; denk aan vandalisme, geweldsincidenten en intimiderend gedrag. Dat maakt het voor kermisexploitanten steeds moeilijker om hun werk te doen. Die zorgen moeten we serieus nemen. We moeten samen zoeken naar oplossingen die werkbaar zijn voor ondernemers en die bijdragen aan de veiligheid en gezelligheid op kermissen.

Maar, voorzitter, laten we het grotere plaatje niet uit het oog verliezen. Toerisme en recreatie brengen mensen samen, stimuleren economische activiteiten en maken Nederland aantrekkelijk voor bezoekers en bewoners. Het is van groot belang dat ondernemers in de gastvrijheidssector de ruimte en vrijheid behouden om te ondernemen, met oog voor innovatie en duurzaamheid. Hoewel de sector na de coronacrisis in 2022 en 2023 een sterk herstel doormaakte, heeft de afgelopen periode ook laten zien dat de sector kwetsbaar is voor externe factoren, zoals personeelstekorten, stijgende kosten, lage marges, gebrek aan ruimte, extreme weersomstandigheden en geopolitieke spanningen. De afgelopen jaren is succesvol ingezet op het stimuleren en faciliteren van samenwerking in de sector om de gastvrijheidseconomie verder te ontwikkelen. Daarbij gaat het om voortdurende afstemming en samenwerking met stakeholders om de partijen bij elkaar te brengen en te motiveren om bij te dragen aan concrete acties, onder andere via de publiek-private samenwerking.

De oprichting van de Landelijke Raad voor Recreatie en Toerisme is hiervan een mooi voorbeeld. Ik heb vertegenwoordigers van de landelijke raad op 15 mei op het ministerie ontvangen en met hen kennisgemaakt. Vooruitkijkend is het belangrijk dat de rijksoverheid de juiste randvoorwaarden schept voor een goed ondernemersklimaat, waarmee we het vermogen van de sector om in te spelen op veranderingen en ontwikkelingen in de toekomst versterken. Daarom ben ik, in gesprek met de sector, aan de slag gegaan met een EZ-actieagenda toerisme, die ook spoedig naar uw Kamer zal worden gezonden.

Voorzitter. Dan zal ik nu overgaan tot de beantwoording. Dat zal ik in chronologische volgorde doen.

Mevrouw Van Meetelen stelde mij een aantal vragen. Die heb ik gecombineerd in mijn beantwoording. Het ging over het gemeentelijke kermisbeleid. Ze vroeg of ik herken dat er geen opvolging en evaluatie is van dit beleid en of ik bereid ben om met de kermissector opvolging te geven aan het gemeentelijke kermisbeleid en een evaluatie te doen. Ook sprak zij over de school- en inkomensafhankelijkheid. Zij zei: zonder rijdende school geen kermis. Zij vroeg mij of ik bereid ben om mij daarvoor in te zetten. Ik moet zeggen dat dat specifieke voorbeeld mij wel heeft aangegrepen, want dat laat naast iets cultuur waardevols ook de afhankelijkheid van dit belangrijke onderdeel zien.

Naar aanleiding van de eerdere toezeggingen in 2022 heeft mijn voorganger inderdaad, in samenwerking met de kermissector en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, een handreiking voor de kermissector ontwikkeld. Bij de begrotingsbehandeling in oktober heb ik zelf al aangegeven dat ik bereid ben om in gesprek te gaan. Inmiddels is het eerste contact gelegd om met de kermissector in gesprek te gaan om te bezien of deze handreiking toereikend is, of dat er nog aanvullende maatregelen nodig zijn. Het eerste contact is dus gelegd. De locaties voor de salonwagens en rijdende school zijn een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Dat is hun dienstverlening, maar ik ga graag, gezien het belang, het gesprek aan met de VNG over dit onderwerp. Ik heb dat belang net ook benadrukt.

De voorzitter:

U heeft een interruptie, minister, van mevrouw Van Meetelen.

Mevrouw Van Meetelen (PVV):

Ik ben natuurlijk heel erg blij met deze beantwoording, deze toereiking. Ik heb gevraagd om het op deze manier te doen, want het een kan niet zonder het ander gezien worden. Ze zijn volkomen afhankelijk van elkaar: de locaties behouden voor de woonwagens, het houden van de kermissen in de binnensteden en de educatie voor de kinderen in de rijdende scholen. Ik ben heel blij met de beantwoording. Ik wil het heel even hierbij laten. Excuus.

De voorzitter:

Dank u wel. Minister, u mag hier uiteraard een reactie op geven.

Minister Beljaarts:

Sta me toe dat ik dat toch even doe. Elk debat hebben we een verdieping van lid Van Meetelen op dit onderwerp. Dat helpt mij om meer inzicht te krijgen in de problematiek en in de complexiteit. Als ik me probeer te verplaatsen in de situatie van de kermisexploitanten, dan bouwt die frustratie zich ook bij mij op door de complexiteit en de zorgen die daar leven. Ik ben dus oprecht dankbaar voor die opbouw aan input die ik mee ga nemen in de gesprekken met de VNG.

Mevrouw Van Meetelen (PVV):

Ik was het heel even kwijt, maar ik weet weer wat ik wilde zeggen. Door die verplaatsing, omdat er overlast is of om een andere reden, verdwijnt de kermis ten eerste uit de binnenstad. Dat is, zoals ik heb aangegeven, om economische redenen natuurlijk niet goed. Vaak is die andere locatie juist de locatie waar de woonwagens staan. Het hangt dus ontzettend met elkaar samen. Dat wilde ik benadrukken. Om economische redenen moet het dus zo blijven, maar ook vanwege de educatie, de hele cultuur en alles wat eromheen zit, dus de wijze van wonen. Die kunnen niet los van elkaar gezien worden. Daarom blijf ik erop hameren en zeggen dat het door alle departementen heen een beetje zou moeten. Ik kom dan toch weer elke keer bij u terecht, omdat het uiteindelijk bij Economische Zaken ligt.

Minister Beljaarts:

Dank voor de toevoeging. Die context is helder.

De voorzitter:

Dan kunt u verdergaan met uw beantwoording.

Minister Beljaarts:

De heer Kisteman vroeg mij of ik de Winkeltijdenwet zo wil aanpassen dat ondernemers zelf mogen bepalen of ze opengaan op zondagen. Ik ben uiteraard voor zo veel mogelijk vrijheid voor ondernemers, maar we moeten als kabinet natuurlijk ook een balans vinden tussen deze vrijheid en de wensen van bewoners. Daar komt ook bij dat de wensen van de ondernemers hierin ook niet altijd even eenduidig zijn. Op dit moment is in de Winkeltijdenwet flexibiliteit ingebouwd door gemeenten zelf de ruimte te geven om een lokale afweging te maken. Zij kunnen namelijk zelf bepalen of en in hoeverre ze de vrijstelling verlenen voor ruimere openingstijden. Hiermee wordt maatwerk mogelijk gemaakt. De Winkeltijdenwet wordt in 2026 al geƫvalueerd. Ik stel voor aan lid Kisteman dat ik de wensen van die ondernemers over die openingstijden dan expliciet meeneem. Ik zal aanjagen dat zo veel mogelijk van die input in de evaluatie meegenomen wordt, zodat die stem goed zal doorklinken.

De voorzitter:

Dan heeft u een interruptie van de heer Kisteman.

De heer Kisteman (VVD):

Dat onderzoek is helemaal niet nodig, denk ik. Als ik alleen al m'n mailbox kan doorsturen naar de minister, hebben we al genoeg reden om dit aan te passen. Uiteindelijk is het aan een ondernemer zelf om te bepalen of hij op zondag open wil of niet en is het aan die inwoner zelf om te bepalen of hij op zondag wil winkelen of voor een rustdag kiest. Mijn vraag is of de minister het niet met ons eens is dat die manier van vrijheid gewoon bij die ondernemer kan liggen of bij die inwoner of bij die consument en niet bij een gemeente? De gemeente maakt die afweging uiteindelijk namelijk uit eigen principes, niet in het belang van die ondernemer of die consument. Het zorgt daarnaast voor oneerlijke concurrentie. Eigenlijk is mijn vraag dus waarom we dit onderzoek nog moeten afwachten. Het antwoord is er eigenlijk gewoon al.

Minister Beljaarts:

Nou, dat antwoord is wetgeving en die wetgeving is zoals die nu is. En ja, ik ben het met het lid Kisteman eens dat ook ik zo veel mogelijk vrijheid nastreef voor ondernemers. Daarom is de evaluatie van de Winkeltijdenwet hƩt moment om al die input mee te nemen, zodat we breed, ook binnen het kabinet, de afweging kunnen maken of dit het moment is om de Winkeltijdenwet aan te passen. Maar lopende de wetgeving en de geldigheid van de wetgeving is dit naar mijn inzicht niet het moment om het open te breken. De evaluatie staat al gepland voor 2026. Dat is op redelijk korte termijn. Om de heer Kisteman comfort te geven heb ik ook aangegeven dat ik echt actie wil ondernemen, ook richting werkgeversverenigingen en brancheverenigingen, om te zorgen dat zo veel mogelijk input in de evaluatie terechtkomt. Ik zal in die evaluatie ook mijn rol nemen om ervoor te zorgen dat de wens van de ondernemers zo veel mogelijk meegenomen wordt.

De heer Kisteman (VVD):

Uiteraard kunnen wij niet op onderzoeken vooruitlopen. Maar stel nu dat het volgende het geval is. Ik ben gewoon benieuwd hoe de minister dat ziet. Een ondernemer zegt: ik hoef op zondag niet open. Ziet de minister dat dan als een afwijzing om de Winkeltijdenwet aan te passen of is het uiteindelijk aan die ondernemer zelf om voor die vrijheid te kiezen? Als een ondernemer "ik hoef niet open" zegt, betekent dat dan voor de minister: dan gaan we dit doen? Of zit daar nog onderscheid in? Want als de buurman wel open wil, kan het zijn dat die ondernemer dat prima vindt, maar dat hij zelf anders kiest. Dat is net als met de koopavonden, waarbij de ene ondernemer besluit om wel open te gaan en de andere niet, ondanks dat ze dezelfde rechten hebben.

Minister Beljaarts:

Op het gevaar af om de wat-alsvraag te beantwoorden, zeg ik dat het goed is om terug te gaan naar wat ik eerder zei. Juist die zorgvuldige afweging is van belang om te zorgen dat we iets gaan repareren wat in de ogen van de ondernemers ook gerepareerd moet worden. Dat betreft dus breed input ophalen, zodat beide buren de input voor de evaluatie geven. Ik denk dat dat het juiste moment is. Het is geen onderzoek, maar het is een evaluatie van de wet zelf, die breed uitgezet wordt. Daarin kan alle input worden meegenomen.

De voorzitter:

Ik zie dat u de vraag van de heer Kisteman naar tevredenheid beantwoord heeft. O, dat is toch niet helemaal het geval, maar hij heeft geen vervolgvraag. U kunt dus verder, minister. O, meneer Kisteman heeft toch een vraag. Ik denk dat ik dat een beetje heb uitgelokt.

De heer Kisteman (VVD):

Jazeker. Mijn vraag is: voor wanneer staat die evaluatie gepland? Dat is in 2026, maar is daar iets meer over bekend?

De minister gaf ook aan er een brede evaluatie van te maken, maar staat er dan ook ergens wat de bedoeling van die evaluatie is? Met wie gaat de minister in gesprek et cetera? Kunnen we dat als Kamercommissie ergens zien?

Minister Beljaarts:

Over de tijdigheid kan ik in de tweede termijn uitsluitsel geven.

Op het bredere proces, alle betrokken partijen en het chronologische proces kan ik schriftelijk terugkomen bij de heer Kisteman.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan kunt u verder met de beantwoording.

Minister Beljaarts:

De heer Kisteman vroeg mij ook om de bijschrijfplicht voor de dagleidinggevenden te laten vallen. Dat is een bekend onderwerp. Dank voor het opbrengen daarvan, maar helaas kunnen we de bijschrijfplicht nu niet laten vallen. In de zomer van 2024 hebben JenV en VWS besloten tot het behoud van de bijschrijfplicht. Samen met JenV is er wel gezocht naar alternatieven, maar die zijn tot mijn spijt niet gevonden. De noodzaak is te groot in relatie tot het voorkomen van problemen op het gebied van de openbare orde en het voorkomen van criminele activiteiten. Zie ook de Kamerbrief over de uitwerking van de motie over de bijschrijfplicht voor dagleidinggevenden, van 28 juni 2024. Daarin hebben we de toelichting gegeven. Maar ik zal het signaal nadrukkelijk ook bij JenV en VWS opnieuw onder de aandacht brengen, want ik weet dat het een grote frustratie is.

De voorzitter:

Dan heeft u opnieuw een interruptie van de heer Kisteman. Ga uw gang, meneer Kisteman.

De heer Kisteman (VVD):

Zoals de minister zelf ook weet, is het probleem dat de vier grootste gemeentes van Nederland dit tegenhouden en dat heel Koninklijke Horeca Nederland hiervan de dupe is. Die bijschrijfplicht voor dagleidinggevenden wordt gewoon misbruikt om het Bibob-onderzoek te kunnen doen. Ik snap dat de minister zegt dat het lastig is en dat er iets is besloten, maar deze beide ministeries misbruiken de mogelijkheid gewoon. Dus nogmaals de vraag aan de minister: wat is er nou belangrijker, de vier grootste gemeentes die de bijschrijfplicht voor de dagleidinggevende misbruiken of al die horecaondernemers in Nederland die 13 miljoen per jaar kwijt zijn en die lange wachttijden hebben om überhaupt een inschrijving te krijgen? Waar ligt de prioriteit van deze minister? Ik denk dat er genoeg onderzocht en besproken is, en dat weet de minister als geen ander. Volgens mij kan de minister dit doen.

Minister Beljaarts:

Om te beginnen kan ik als minister natuurlijk niet de kwalificatie van het lid Kisteman over de intenties van de vier grote gemeenten overnemen. Hoe graag ik het gevraagde ook zou willen doen — want ook in andere debatten hebben we het over regeldruk en de lasten die daarmee gemoeid zijn — het is natuurlijk ook een competentie van JenV en van VWS. Dus al zou ik het willen, ik kan het daadwerkelijk niet alleen. Daar heb ik echt mijn collega's voor nodig. De noodzaak om hier te handelen is mij meer dan duidelijk. Aan mijn inzet zal het niet liggen, maar dit is echt een gedeelde competentie met de andere collega-bewindspersonen.

De voorzitter:

Dan kunt u weer verder. Toch nog ƩƩn interruptie. Ga uw gang.

De heer Kisteman (VVD):

Ik snap dat het niet aan de minister ligt. Maar de onderzoeken zijn duidelijk. Ik hoef niet uit te leggen wat de indicatorbedrijven zijn; dat weet de minister ook en ook zijn collega's kunnen dat gewoon lezen. De afschaffing van de bijschrijfplicht staat gewoon op nummer ƩƩn. Betekent dit dan dat zijn collega's het indicatoronderzoek niet serieus nemen en zeggen "het staat wel bovenaan op nummer ƩƩn, maar ja, het is niet anders, wij vinden de G4 belangrijker dan al die ondernemers"? Moet ik dat dan gewoon concluderen? Moeten we dan nu ook maar afconcluderen dat we dit gewoon niet gaan aanpakken hier in Den Haag? Moeten we al die ondernemers dan maar het eerlijke antwoord geven, in plaats van ze nog jaren aan het lijntje te houden? Dat kan ook een antwoord zijn natuurlijk.

Minister Beljaarts:

Dank voor de vraag en dank voor het delen van de frustratie. Die deel ik met de heer Kisteman. Alleen is het niet zo eenvoudig gebleken aan deze kant van de tafel om de bijschrijfplicht te laten vallen. Ik heb me in de afgelopen tien maanden in die complexiteit verdiept en ook de argumentatie van de collega's tot mij genomen. Ik heb niet gezegd "we gaan het niet doen en we gaan het nooit doen". Maar het heeft iets meer tijd nodig in de afstemming om ervoor te zorgen dat de zorgen welke leven bij de collega's van JenV en VWS goed geadresseerd worden, en om ervoor te zorgen dat het op een andere manier kan. Ik heb dus niet gezegd dat we er niets aan gaan doen. Dat zou ook de inzet vanuit mijn ministerie echt tekortdoen. Alleen kan ik er nu, ten tijde van dit debat, geen uitsluitsel over geven dat we het binnen een maand gaan regelen, hoe graag ik dat ook zou willen.

De heer Kisteman (VVD):

Afrondend dan. Ik dank de minister voor zijn antwoord. Bij de bijschrijfplicht voor dagleidinggevenden gaat het om de werknemers en niet om de ondernemers die in de vier grote gemeenten een horecagelegenheid willen starten. Om de minister enigszins tegemoet te komen — ik snap zijn dilemma — vraag ik hem: wat kunnen we dan concreet afspreken over wanneer we hier een vervolg aan geven? Kunnen we dan in de tweede helft van dit jaar een vervolg zien? Wat zijn de plannen van de minister, behalve aan zijn collega's uitleggen dat het echt heel vervelend is voor die ondernemers?

Minister Beljaarts:

Een begrijpelijke vraag. Ik heb tegen het lid Kisteman gezegd dat ik opnieuw zal refereren aan het eerdere contact — want het is niet zo dat er geen contact over is geweest; dat contact is er al eerder geweest — om te kijken wat we nu wĆ©l kunnen doen. Maar er is nu geen uitgelijnd plan over hoe we dat verder gaan aanpakken. Op dit punt kan ik de heer Kisteman niet heel concreet comfort bieden. Ik wil in de richting van de heer Kisteman nogmaals herhalen dat ik het niet laat vallen. Dat is zeker niet het geval. Maar ik wil ook geen beloftes doen terwijl ik weet dat ik die beloftes niet in mijn eentje kan nakomen. Ik hoop dat we elkaar in het midden kunnen treffen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan kunt u verdergaan met uw beantwoording. Meneer Thijssen, over dit punt?

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Ja. Onbeperkte interrupties toch?

De voorzitter:

Zeker. Nou ja, bij tien interrupties begin ik wat te bedenkelijk te kijken. Maar u staat nog op nul, dus ga uw gang.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Daarom. Dus ik dacht: het wordt toch eens tijd. Ik wil hier toch nog even op doorgaan. Regeldruk is een groot punt voor de minister. Als ik andere debatten voer over innovatie of over weet ik wat, hoor ik: we gaan het allemaal regelen door te zorgen voor minder regels. Nu hebben we hier een heel concrete regel, en dan lukt het maar niet om die af te schaffen. Dan denk ik dat we misschien toch eens moeten bijschakelen op andere dingen om die innovatie mogelijk te maken. Maar ik wil hier toch nog even op doorgaan. Klopt het nou, zoals de heer Kisteman zegt, dat de vier grote steden deze regeling gebruiken om Bibob-onderzoek te doen? Daar is de regeling eigenlijk niet voor bedoeld. Is dat inderdaad de situatie?

Minister Beljaarts:

Ik moet me als minister baseren op de feiten, dus ik heb net ook aangegeven dat ik niet op de kwalificatie van het lid Kisteman in kan gaan. Mij is niet feitelijk bekend dat dit het geval is.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Er zijn hele concrete voorstellen uit de sector over hoe dit opgelost kan worden, zodat er minder kosten zijn en er sneller gehandeld kan worden. Kan de minister mij vertellen waarom die dan niet doorgevoerd kunnen worden?

Minister Beljaarts:

Ik heb net getracht uit te leggen dat de realiteit, gezien de complexiteit vanwege de gedeelde verantwoordelijkheid met onder andere JenV en VWS, wat weerbarstiger is dan hoe ogenschijnlijk makkelijk het lijkt. Ik zou niets liever willen dan dat we dit soort concrete verzoeken eigenlijk al gelijk kunnen inwilligen, maar er is gewoon meer tijd voor nodig. Misschien ten overvloede — dan ga ik misschien tegen de regeldrukvermindering in — maar er zijn natuurlijk ook wel gewoon regels nodig. Die zijn ook ooit ontstaan met een valide reden. Het is daarom ook van belang om te weten: "Waar zit de zorg bij de verschillende departementen waardoor dit per se in stand gehouden moet worden? Waar kunnen we vanuit EZ en waar kan de sector het comfort geven dat het ook een tandje minder kan of dat dit bijvoorbeeld helemaal geschrapt kan worden?" Dat proces is gaande. Ik heb ook aan het lid Kisteman aangegeven dat ik me daar wederom nadrukkelijk voor ga inzetten.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Nog kort, als dat mag.

De voorzitter:

Jazeker, dat mag. Ga uw gang

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Ik ben het daar heel erg mee eens. Er zijn heel veel regels die hartstikke hard nodig zijn, voor voedselveiligheid, veiligheid en allemaal van dat soort zaken. Dit is er zeker een van. We willen gewoon dat we op een veilige manier een biertje kunnen drinken op het terras of in de kroeg. Daar gaat dit volgens mij over, dus laten we dan ook de verwachtingen van "met minder regels gaan we alle problemen oplossen" ietsje temperen, want dat is niet zo. Maar dan toch concreet hierover: ik vind het goed dat de minister hier toch weer met hernieuwde aandacht naar gaat kijken, maar misschien kan hij ook in een brief even terugkoppelen wat nou precies de reden is waarom dit maar niet lukt en wat dan misschien een weg voorwaarts is. Ik vermoed zomaar dat er in het tweeminutendebat misschien wel een motie aan zit te komen naar aanleiding van dit debat. Dan is het misschien wel goed als we gewoon weten hoe we de minister kunnen helpen om hier een doorbraak in te krijgen. Tenminste, ik vermoed … Nou ja, ik weet niet wat de heer Kisteman gaat doen, maar ik kan natuurlijk zelf ook nog een motie indienen. Maar zou dat kunnen? Misschien kan dat helpen om eens te kijken of we hier echt meters in kunnen maken.

Minister Beljaarts:

Ik kan natuurlijk niet toezeggen dat dit voor het tweeminutendebat komt, maar ik vind het heel terecht dat wordt gevraagd om meer inzicht te krijgen in de complexiteit van de vraag waarom de bijschrijfplicht er gekomen is. Het is een plezier om daar in overleg met de andere departementen inzicht in te geven. Die toezegging kan ik doen. Ik kan niet de garantie geven dat dat voor het tweeminutendebat lukt, want dat moet ten eerste nog aangevraagd worden en daarna moet dat nog gepland worden. En ik heb die afstemming nodig met de collega's. Maar gezien de controlerende taak van de Kamer is het uiteraard geen enkel probleem om daar wat meer inzicht in te geven.

De voorzitter:

Dank u wel. Dat levert een vraag op van de heer Kisteman.

De heer Kisteman (VVD):

Ja, ik sla toch even aan op wat de minister zei: sommige regels zijn ook nuttige regels en die hebben we nodig. Dat snap ik wel, maar het idee van de bijschrijfplicht voor de dagleidinggevenden is dat er op een verantwoorde manier alcohol wordt verstrekt. Nu zijn er een aantal gemeentes die die wet, die plicht, misbruiken, want het komt hun heel goed uit. Dan zegt de minister: ja, het is lastig. Betekent dat dus dat het, als allemaal regels die wij graag willen afschaffen — de minister weet dat ik daar keihard voor werk; ik heb de komende debatten nog tal van voorbeelden — die op een andere manier worden ingevuld of worden misbruikt, dan in ƩƩn keer wat lastiger wordt om de problemen met die regels op te lossen of ze aan te passen? Dat kan namelijk niet de bedoeling zijn.

Minister Beljaarts:

Misschien is het toch goed om even de zorgvuldigheid te herpakken. Ik heb eerder ook uitgesproken dat ik natuurlijk nooit de kwalificatie aan gemeenten kan geven dat zij een dergelijke bijschrijfplicht misbruiken voor andere doeleinden. Die conclusie kan ik niet trekken. Dat kan ik dus ook niet als aanleiding gebruiken om hier verder mee aan de slag te gaan. Maar er is daarnaast al reden genoeg — ook u heeft namens Koninklijke Horeca Nederland geuit waarom het anders zou kunnen en waarom dit belemmerd werkt — om hiermee aan de slag te gaan. Dat heb ik net ook toegelicht.

De heer Kisteman (VVD):

Zou de minister dan eens willen onderzoeken of de G4 dit misbruikt?

Minister Beljaarts:

Ik denk niet dat dat de juiste vraagstelling is, met alle respect naar de heer Kisteman. Ik kan in de brief als antwoord op het lid Thijssen met de andere collega's uiteenzetten hoe het ontstaan is en daarin kan ik de context schetsen. Dat kan ik doen. Anders ga ik toch ergens, linksom of rechtsom, in kwalificaties mee. Daar voel ik geen comfort bij.

De voorzitter:

Dank u wel. Volgens mij bent u helder geweest, dus ik denk dat u door kunt met uw verdere beantwoording.

Minister Beljaarts:

Dan ga ik door naar de vragen van de heer Thijssen over de btw-verhoging in de sector, de risico's die hieruit volgen en de tweedeling die groter wordt omdat zakelijke reizigers dit kunnen terugvorderen. De heer Thijssen vroeg hoe ik dit zie. De fiscale regelingen zijn natuurlijk in het verleden ook op basis van de toen gemaakte politieke keuzes ingevoerd. Het kabinet heeft op basis van de afspraken in het hoofdlijnenakkoord nu andere politieke keuzes gemaakt. Dat zakelijke reizigers dit kunnen terugvorderen, is ook een politieke keuze. Er is natuurlijk een verschil tussen het zakelijk gebruik van faciliteiten en het recreatief, particulier gebruik van faciliteiten. De commissie voor Financiƫn heeft op donderdag 13 februari gesproken over de alternatieven voor het afschaffen van de verlaagde btw-tarieven voor de culturele goederen en diensten, waaronder sport. Het btw-tarief voor logies is, zoals u weet, in stand gebleven. De keuzes sluiten ook aan bij de wens van een vereenvoudiging van het belastingstelsel. Daarbij schrijven de begrotingsregels voor om negatief geƫvalueerde regelingen aan te passen of af te schaffen.

De heer Thijssen vroeg mij ook of ik erken dat het terugdringen van emissies door vlieg- en cruiselijnen in lijn ligt met de Glasgow Declaration en of dat noodzakelijk is voor de toekomstbestendigheid van de sector. Allereerst is de minister van KGG natuurlijk verantwoordelijk voor het klimaat. Daarnaast wil ik ook benadrukken dat er al heel veel gebeurt op het gebied van duurzaamheid, vooral ook bij de ondernemers zelf. Er zijn voorbeelden te over. Ze worden daarbij door de overheid ondersteund door bijvoorbeeld een breed scala aan programma's en regelingen die het mkb helpen met de verduurzaming, waarvoor sinds 2022 al 4,6 miljard per jaar aan rijksmiddelen beschikbaar is gesteld. Dat is ook niet niets. Daarnaast heeft het kabinet aandacht voor de effecten van de klimaatverandering op de bestemming Nederland. Het kabinet heeft ook opdracht gegeven voor een onderzoek naar de effecten van klimaatverandering op de gastvrijheidssector. Dat resultaat wordt na de zomer van dit jaar verwacht. De resultaten kunnen ondernemers en overheden helpen bij de ontwikkeling van adaptatiestrategieƫn en om toekomstbestendig te blijven. Daarnaast werken het NBTC en de regionale overheden aan klimaatplannen en zetten ze in op duurzaam aanbod, om gasten op een duurzame manier te verleiden naar Nederland te komen. Zo werk ik ook samen met de sector en mijn collega's aan toekomstbestendig beleid.

Daarna vroeg de heer Thijssen mij naar mijn bereidheid om fossiele reclames in het land te verbieden. De heer Thijssen verwijst dus naar de casus specifiek in de gemeente Den Haag. Dat is een zaak van het lokale bestuur. Daar ga ik me als minister natuurlijk niet in mengen. Het is ook aan de reissector zelf om te kijken hoe ze hiermee om willen gaan. Ook daar wil ik me niet in mengen. Als het gaat om een nationaal verbod, is dit echt een vraag aan mijn collega van KGG, omdat het deel over het klimaat betrekking heeft op haar portefeuille.

De heer Thijssen vroeg mij ook naar de bevindingen van Envisioning …

De voorzitter:

Zou de heer Thijssen eerst een interruptie mogen plegen?

Minister Beljaarts:

Ja, dat mag hij van mij. Ga uw gang.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

De minister gaat het nu nog over Envisioning 2030 hebben, dus misschien kan hij het stukje klimaat en toerisme afmaken. Dan doe ik daarna mijn interrupties.

De voorzitter:

Dat mag ook. Gaat u verder.

Minister Beljaarts:

Ik was inderdaad bij de vraag over Envisioning 2030. De bevinding is dat toerisme kan groeien mits het aantal gevlogen kilometers afneemt. Zoals u weet, ligt luchtvaart bij het ministerie van IenW en duurzame luchtvaart weer bij KGG. De heer Thijssen kan de vraag het beste aan een van mijn collega's stellen. Dat zeg ik niet om het daarmee af te doen, maar omdat het niet zo chic is om hier antwoord te geven op vragen die betrekking hebben op hun portefeuilles.

Om het af te maken: de laatste vraag, ook van de heer Thijssen, is op welke manier ik van plan ben de reisbedrijven te helpen om klimaatrisico's af te bouwen. Ik ga in gesprek met de reisbranche over de actieagenda. Hierbij zal ik met de sector spreken over de opgave rondom klimaat. Waar nodig betrek ik mijn collega, de minister van KGG, daarbij.

Daarmee ben ik aan het einde gekomen, voorzitter.

De voorzitter:

U bent aan het einde gekomen van de eerste termijn. Meneer Thijssen, u wilde nog interrumperen, toch?

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Graag, voorzitter; dank u wel. Dank aan de minister voor zijn beantwoording; ook dank aan zijn team, uiteraard. Ik vind dit toch wel lastig. Deze minister gaat over toerisme en recreatie. Hij heeft natuurlijk overleg met die sector. Een van de grote uitdagingen voor deze sector is hoe zij in lijn komen met het klimaatakkoord van Parijs: hoe gaan we op een duurzame manier recreƫren zonder de aarde kapot te maken? Als ik daar vragen over stel, wordt er vervolgens verwezen naar allerlei andere bewindspersonen. Ik denk dan: dit ligt toch, naast de btw-verhoging, zou ik denken, prominent op tafel als de minister overlegt met deze sector? Wat is nou dus de visie van deze minister, van dit kabinet, om de CO2-emissies naar beneden te krijgen? Die stijgen namelijk op dit moment. Dat gaat tegen alle trends in, want de rest van de CO2-emissies daalt gelukkig. In deze sector stijgen ze echter. Dus wat gaat de minister nou concreet doen om ze naar beneden te krijgen?

Minister Beljaarts:

Misschien een kleine reflectie van mijn zijde. Ik denk niet dat dat de grootste uitdaging voor de sector is. Ik denk dat voor veel ondernemers overleven de grootste uitdaging is op dit moment, kijkend naar de achterstanden die opgebouwd zijn in coronatijd en dat soort zaken. Dus als de heer Thijssen dat stelt, dan zou ik dit graag daartegenover willen stellen. Ten tweede denk ik dat de sector al heel veel doet om te verduurzamen: er zijn allerlei initiatieven voor warmtepompen, zonne-energie et cetera et cetera. Er is echter wel een grens tussen wat dit kabinet wil opleggen en de dwang die het wil toepassen om dit te realiseren, en de vrijheid die het ondernemers toch vooral wil bieden om zelf te bepalen hoe ze hun bedrijfsvoering inrichten. Dat doen we volgens de afspraken. Daarom verwees ik ook naar mijn collega van KGG, want die is hier elke dag druk mee bezig. Maar ik ga de sector natuurlijk geen zaken opleggen en ga de ondernemersvrijheid niet beperken door te zeggen dat ze alleen gasten mogen ontvangen als ze met de elektrische auto aankomen en ze die niet mogen ontvangen als ze per vliegtuig aankomen. Dat ga ik niet doen. Ik denk dat de heer Thijssen dat ook niet van een minister van Economische Zaken kan vragen.

De voorzitter:

Geeft dat aanleiding tot een vervolgvraag?

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Ik praat volgens mij met het kabinet, niet alleen met de minister van Economische Zaken. Ik verwacht wel degelijk van dit kabinet dat het uitvoering geeft aan de afspraak dat we het klimaatakkoord van Parijs uitvoeren, omdat we Nederland veilig willen houden. Daar hebben we het over, niet over een of ander vervelend internationaal verdrag. Nederland wordt bedreigd door klimaatverandering; dat zijn we hier aan het bespreken. Het is een beetje flauw om te zeggen: ik wil geen voorschriften opleggen en zeggen dat mensen met een elektrische auto moeten aankomen. Dat is niet waar dit over gaat.

Envisioning 2030 gaat erover dat de toeristensector kan groeien, maar met een beperking van de grote groei van het aantal cruise- en vliegkilometers. Daar kan de minister naar kijken. Wat kunnen we daar nou aan doen? Dat kan met dwang, dat kan met drang, dat kan met prijzen, dat kan met subsidies, dat kan met het verbieden van fossiele reclames: er is een palet aan mogelijkheden voor wat je kunt doen. Maar als ik het goed hoor, doet de minister nu niks. De minister zegt namelijk: de sector doet allerlei dingen. Ondertussen stijgt echter de CO2-uitstoot, dus het is niet genoeg. Ik hoor echter niet dat er iets additioneels komt: we laten het de markt doen; de ondernemers moeten het zelf doen. Begrijp ik de minister dan goed?

Minister Beljaarts:

Nee, dat is niet wat ik gezegd heb. We doen wel degelijk iets. Alleen, in dit toerismedebat — ik heb ook een klimaatdebat en deels een verkiezingsdebat tussen de Kamerleden gehoord — wilde ik me toespitsen op het deel waar ik verantwoordelijk voor ben. Deze vragen, die terechte vragen zijn — dat weet ik van de heer Thijssen; dat respecteer ik oprecht — kunnen echt worden beter gesteld aan de minister die hiervoor verantwoordelijk is. Dat is de minister van KGG of, als het gaat om de vliegbewegingen, de minister van IenW. Zo zijn de verantwoordelijkheden in de portefeuilles verdeeld.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Oké. Dan toch nog één andere vraag, over fossiele reclames. Ik denk dat die dan ook wordt doorverwezen. Ik had het er namelijk niet over dat de minister zich zou moeten mengen in wat er hier in Den Haag gebeurt. Ik vond het beleid in Den Haag een inspirerend voorbeeld van beleid dat een bewindspersoon in Den Haag, een wethouder, kan voeren. Deze minister, of dit kabinet, zou dat landelijk kunnen voeren. Mijn vraag was: bent u niet geïnspireerd? We hebben hier een maatregel zonder dwang, zonder drang, maar waarvan we gewoon weten dat die effectief is, die voor de rechter getoetst is en die dus gewoon genomen kan worden. Is dit dan geen maatregel waar deze minister toch nog eens goed naar wil kijken, omdat deze maatregel gewoon behulpzaam kan zijn om onze doelen te bereiken?

Minister Beljaarts:

Ik ben niet per se geĆÆnspireerd, want ik heb ook veel geluiden gehoord over het beperken van vrijheid, betutteling en dat soort zaken. Het is aan ons als kabinet om altijd alle belangen goed af te wegen en een plek te geven. In dit specifieke geval ga ik natuurlijk niet op de stoel van de minister van KGG zitten. Als het klimaatgerelateerde reclame betreft, zou zij degene zijn die daar iets van moet vinden. Het zou heel gek zijn als ik daar namens haar en zonder afstemming iets over zou roepen in het toerismedebat.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Ik blijf het problematisch vinden dat we het hier over een sector hebben, maar het dan niet kunnen hebben over een van de grote uitdagingen, te weten de klimaatcrisis. Maar laat ik nog even teruggaan naar een opmerking die de minister eerder maakte. Hij zei namelijk dat hij dacht dat dit niet de grootste uitdaging voor de sector was. Volgens hem is de grootste uitdaging dat de sector worstelt met overleven. Het maakt mij niet heel veel uit wat de grootste uitdaging is; volgens mij zijn het allebei grote uitdagingen. Als we daar dan even naar kijken, snap ik werkelijk niet dat de prijzen met 12% verhoogd worden, in tijden van hoge inflatie. Ik wil toch aan de minister vragen of er niks anders op tafel heeft gelegen toen de begroting werd gemaakt, ook niet binnen zijn eigen portefeuille. Ik heb vaker gewezen op de historisch hoge winsten van de bedrijven waar deze minister wel over gaat. Heeft de minister nooit bedacht: "Dit gaat over de zeer verdiende vakantie van Nederlanders. Dit gaat over heel mkb'ers. Dit moeten we echt niet doen, want dit zal heel veel negatieve effecten hebben, dus laten we dan toch maar iets met de winsten doen of iets anders"? Ik vraag me af, ook omdat u uit de sector komt: was dit nou echt de enige mogelijkheid?

Minister Beljaarts:

Op het gevaar af dat we weer een hoofdlijnenakkoorddebat gaan doen, want ik heb hier toch al wel een aantal keren bij stilgestaan: natuurlijk is dit een hele vervelende maatregel, maar die is, ook na de laatste ronde door de Kamer, als enige overeind gebleven. Niemand van het kabinet zal ontkennen dat het een vervelende maatregel is. Maar we hebben het er al vaker over gehad, in veel gevallen met de heer Thijssen, dat we als kabinet ook gewoon keuzes hebben moeten maken. We hebben niet de luxe, en luxe is geen kwalificatie, van eerdere kabinetten gehad dat er enorm veel gelden over waren en te verdelen waren. We zijn in een andere context geĆÆnstalleerd en hebben keuzes moeten maken. We hebben ook keuzes gemaakt voor de koopkracht, om te zorgen dat alle Nederlanders er iets op vooruitgaan. We hebben ook keuzes gemaakt om te investeren in zaken als zorg, infrastructuur en, niet te vergeten, veiligheid. In die context is dit de uitkomst geweest waar we onze periode mee aangevangen zijn. Niemand in het kabinet heeft ooit gezegd dat dit een maatregel is waar we bij staan te juichen, noch voor de particulieren — het is natuurlijk een particuliere heffing en geen bedrijfsheffing — noch voor de ondernemers, die misschien een deel van hun marge moeten absorberen om dit te compenseren. Daar zijn we altijd heel helder in geweest. Daar zijn we nooit voor weggelopen, ik ook niet. Maar in de context van keuzes maken zijn we hierop uitgekomen.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk even of er nog vragen zijn. Mevrouw Van Meetelen, zag ik u zojuist nog gebaren dat u een interruptie wilde?

Mevrouw Van Meetelen (PVV):

Ja, dat klopt.

De voorzitter:

Ga uw gang.

Mevrouw Van Meetelen (PVV):

Ja, ik zat erop te wachten dat ... Ik ben natuurlijk heel blij met de toezegging dat u in gesprek gaat met de sector, maar dat was niet mijn enige vraag. Ik had gevraagd, en dat heb ik destijds ook bij de begroting al gedaan, of u in samenwerking met de minister van JenV, politie en VNG in z'n totaliteit met een plan kunt komen, niet alleen voor de kermissen, maar voor alle recreatie in de openbare ruimte. Dat is vooral wat ik graag wil. Ik hoop dat u mij daarin tegemoet kunt komen.

Minister Beljaarts:

Vergeef me, ik heb de vraag geĆÆnterpreteerd zoals die letterlijk uitgesproken is, in het kader van de salonwagens en de schoolwagen. Maar in een ander debat hebben we het ook gehad over de intimidatie en de onveiligheid en dat is het gesprek dat ik met de collega van JenV aanga. Die belofte staat onverminderd.

De voorzitter:

Mevrouw Van Meetelen, is dat antwoord voldoende of wilt u nog een vervolgvraag?

Mevrouw Van Meetelen (PVV):

Kan ik dit dan zo interpreteren dat ik nu twee beloftes heb gekregen, namelijk een voor het plan voor veiligheid en een voor de kermissector?

De voorzitter:

Minister, zijn het twee beloften?

Minister Beljaarts:

Het is een oude belofte, die ik bij dezen herhaal, en een nieuwe belofte naar aanleiding van het debat van vandaag.

De voorzitter:

Twee beloften maken twee keer schuld. Ik kijk even rond of er verder nog interrupties zijn. Dat is niet het geval. Dan zijn we aan het einde van de eerste termijn gekomen. Ik denk dat we direct door kunnen met de tweede termijn. U krijgt maximaal 1 minuut en 20 seconden spreektijd. Die hoeft u niet op te maken, maar dat mag wel. Mevrouw Van Meetelen.

Mevrouw Van Meetelen (PVV):

Voorzitter, dank. Er is al heel veel gezegd. Er was nog een ander probleem dat ik wilde aankaarten. Heel veel kleine evenementen verdwijnen. De reden daarvoor is dat ze aan dezelfde zware regelgeving moeten voldoen als grote evenementen, waardoor het onbetaalbaar wordt. Denk aan een kinderboekenmarkt, een dorpskermis, een braderie, een wielerronde of zelfs een simpele wandeltocht. Dat zijn evenementen die de sociale samenhang in de dorpen en steden heel erg versterken, maar die niet meer kunnen worden georganiseerd vanwege de torenhoge kosten en de bureaucratische lasten. Vaak worden ze georganiseerd door verenigingen en stichtingen, zoals de Oranjeverenigingen. Ze kunnen daar gewoon niet meer aan voldoen. Wat kan de minister eraan doen om te voorkomen dat er nog meer van die kleine evenementen verdwijnen door de veel te zware eisen die aan die evenementenvergunningen worden gesteld? Kunnen we kijken of dit anders kan? Kunnen we de vergunningen versimpelen? Wordt dit onderwerp meegenomen in de nog te verwachten actieagenda? Zo nee, kan dit er dan nog aan toegevoegd worden?

Ik denk dat ik door mijn tijd heen ben.

De voorzitter:

Mevrouw Van Meetelen, u gaf aan dat u een tweeminutendebat wilde aanvragen?

Mevrouw Van Meetelen (PVV):

Ja, ik wil inderdaad een tweeminutendebat aanvragen.

De voorzitter:

Helder. Zijn er interrupties? Nee. Dan gaan we naar de heer Kisteman.

De heer Kisteman (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Dank aan de minister voor de beantwoording. Ik denk dat het goed is dat we vandaag een keer over het toerisme hebben gesproken. Dat kunnen we vaker doen. Het is jammer dat we hier maar met z'n drieƫn zijn, terwijl het naar mijn idee toch echt een ontzettend belangrijke sector is. Ik ben nog benieuwd naar de beantwoording van mijn vraag in de tweede termijn van de minister. Ik denk dat ik nog wel een motie ga indienen over de bijschrijfplicht van de dagleidinggevende, want we moeten de minister daar toch echt mee zien te helpen.

Hier wil ik het bij laten.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee is de vraag die de heer Thijssen had, beantwoord: die motie gaat u inderdaad indienen, dus dan hoeft hij daar niet meer over na te denken. Maar misschien kan het samen.

Het woord is aan u, meneer Thijssen.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Ik heb misschien nog wel andere moties.

Dank aan de minister voor de beantwoording en voor dit debat. GroenLinks-PvdA vindt het echt zeer onverstandig om de prijzen met 12% te laten stijgen in tijden van hoge inflatie. Wat een klap voor al die Nederlanders die op vakantie willen, die een dagje weg willen, die lekker vakantie willen vieren in eigen land. Wat een klap voor de sportclub, de schoolklas, het muziekklasje dat ook een keer een weekend weg wil. Dit is echt onverstandig beleid en het is vooral, in onze visie, onnodig. Nederland verdient meer geld dan ooit, dus als er ergens geld moet worden gehaald, hoeft dat echt niet bij de mkb'ers en bij de hardwerkende Nederlanders, en zeker niet bij de mkb'ers in een sector die worstelt met de nasleep van corona, zoals de minister zelf ook zei.

Dan is het financiĆ«le risico volgens mij nog steeds niet opgelost, want met deze maatregelen ga je het geld helemaal niet ophalen. Graag nog een reactie — dat had ik in eerste termijn ook gevraagd — op die studie van de ABN, waarin staat dat dit niet gaat ophalen wat de regering denkt dat het gaat ophalen. Voor ons is het het zoveelste voorbeeld van vier partijen die zonder visie, diep in de nacht, shoppen in mogelijke maatregelen om een sluitende, rammelende begroting te maken, zodat ze weer een paar maanden door kunnen struikelen. Wij vinden het zeer teleurstellend.

De vragen die ik heb gesteld over klimaat en toerisme ga ik stellen aan de minister van KGG, want ik vind het echt belangrijk dat de regering naast deze sector gaat staan om te kijken hoe omgegaan kan worden met de uitdagingen van klimaatverandering.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan kijk ik even naar de minister. Heeft u behoefte aan een schorsing? Nee, u kunt gelijk door, zie ik. Ga uw gang.

Minister Beljaarts:

Dank u wel, voorzitter. Ik begin met de vraag van mevrouw Van Meetelen over de kleine evenementen en haar zorg dat die niet georganiseerd kunnen worden door de hoge kosten, regels en dergelijke. Zoals mevrouw Van Meetelen weet zijn evenementenvergunningen de competentie van gemeenten, dus als minister past mij een bescheiden rol om daar iets van te vinden, maar ik wil dit wel meenemen in het gesprek met de VNG. Mevrouw Van Meetelen heeft deze zorg eerder geuit, dus ik was al voornemens om dit mee te nemen. Hoge kosten zijn een realiteit waar eenieder mee te maken heeft, dus daar kan ik niets aan doen, maar in het gesprek met de VNG wil ik absoluut meenemen dat er gekeken wordt naar waar en hoe beperkingen van evenementenvergunningen in de weg zitten, hoe die ervaren worden en welke rol gemeenten daarin kunnen spelen. Die toezegging wil ik doen.

Dan het antwoord op de vraag van de heer Kisteman. De evaluatie van de wet is voorzien in het derde kwartaal. Voor de zomer wordt al begonnen met die evaluatie.

De heer Thijssen vroeg naar de studies van ABN AMRO. Op die vraag heb ik net eigenlijk al antwoord gegeven. Ik heb de twee vragen gecombineerd. Dit is een onderzoek en dat nemen we uiteraard ter harte. Er zijn meerdere inzichten die ons bereiken. De collega's van Financiƫn hebben ook een evaluatie van de effecten aangekondigd. Daar wil ik niet op vooruitlopen. Dat loopt. Dat wordt een eigen bevinding, los van andere inzichten en rapporten, die we natuurlijk ook ter harte nemen. Maar we hebben dus ook een eigen inzicht, mede naar aanleiding van het debat in de Eerste Kamer dat is gevoerd met mijn collega's van Financiƫn. Dat onderzoek naar de effecten loopt nog. Het moet immers nog ingaan. Ik denk dat het verstandig is om dat af te wachten, want dan hebben we daar een goed en objectief oordeel over.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik zie dat dit geen aanleiding tot interrupties geeft. Dan komen wij aan het einde van dit debat. Maar voordat we echt afsluiten hebben we eerst een aantal toezeggingen genoteerd. Ik er drie staan. We gaan even kijken of die kloppen.

  • De minister stuurt op korte termijn de actieagenda toerisme naar de Kamer.

Wat is "op korte termijn", minister?

Minister Beljaarts:

Voor de zomer, voorzitter.

De voorzitter:

Helder. Voor de zomer. Dat is inderdaad op vrij korte termijn, want die begint op 21 juni, geloof ik. Dank.

  • De minister zal de vragen van het lid Kisteman over de evaluatie van de Winkeltijdenwet schriftelijk beantwoorden.

Ik schat in dat dat ook op zo kort mogelijke termijn zal zijn. Neemt u daar genoegen mee, meneer Kisteman? Of wilt u een exacte datum hebben? Nee? Kijk, dat is nog eens een kwestie van vertrouwen.

  • De minister zal een brief naar de Kamer sturen over de bijschrijfplicht.

Kunt u daar ook iets van een termijn aan hangen?

Minister Beljaarts:

Ja, ik heb daar getracht wat coulance van de heer Kisteman te krijgen, omdat ik nog afstemming moet hebben met mijn collega's van JenV en VWS. Om hen niet onnodig onder druk te zetten probeer ik wat flexibiliteit te krijgen. Als uiterlijk derde kwartaal akkoord is en de heer Kisteman erop vertrouwt dat ik er alles aan zal doen om het zo snel mogelijk te doen: heel graag.

De voorzitter:

Dus uiterlijk voor eind september. Ik kijk even naar meneer Kisteman.

De heer Kisteman (VVD):

Ja, ik vertrouw de minister volledig in zijn goede bedoelingen. Maar ik denk dat we toch een manier moeten vinden om zijn collega's een beetje aan te sporen.

De voorzitter:

Ik heb gehoord dat de minister zegt "ik doe het zo snel mogelijk" en dat dat het uiterste is. Iemand die zelf zo lang in de recreatiesector heeft gewerkt wil volgens mij alleen maar service verlenen.

Dit zijn de toezeggingen die ik heb staan. Ik kijk even rond: klopt dat? Ja, iedereen is daar blij mee? Dan hebben we nog ƩƩn ding staan: mevrouw Van Meetelen heeft een tweeminutendebat aangevraagd. Dat zal t.z.t. op de plenaire agenda worden ingepland.

Dan zijn we aan het eind van het debat gekomen. We begonnen een halfuur later, maar we zijn drie kwartier eerder klaar; kom daar nog maar eens om tegenwoordig! Hartelijk dank aan iedereen vanuit de Kamer, ook aan de minister en degenen die hem hierbij hebben geholpen en uiteraard ook aan u als publiek. U mag gewoon drie kwartier eerder naar huis. U kunt nog ergens in de horecasector gaan recreƫren, koffiedrinken of eten. Ik wens iedereen een hele fijne avond. Tot ziens.

Sluiting