Een gezin waarvan de vrouw werkt, de man permanent in een WLZ-instelling verblijft en de kinderen dus geen recht hebben op kinderopvangtoeslag omdat de man niet werkt ondanks dat in dit in 2002 in de wet geregeld zou worden
Schriftelijke vragen
Zaak 2018Z06486, gestart op 2018-04-09
Betrokkenen
- Gericht aan: staatssecretaris van Financiën M. Snel
- Gericht aan: staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T. van Ark
- Indiener: Tweede Kamerlid W.P.H.J. Peters
- Medeindiener: Tweede Kamerlid P.H. Omtzigt
- Voortouwcommissie: TK
Documenten
- 2018-06-12: Antwoord op vragen van de leden Peters en Omtzigt over een gezin waarvan de vrouw werkt, de man permanent in een WLZ-instelling verblijft en de kinderen dus geen recht hebben op kinderopvangtoeslag omdat de man niet werkt ondanks dat in dit in 2002 in de wet geregeld zou worden (Antwoord schriftelijke vragen)
- 2018-05-02: Uitstel beantwoording vragen van de leden Omtzigt en Peters over “een gezin waarvan de vrouw werkt, de man permanent in een WLZ-instelling verblijft en de kinderen dus geen recht hebben op kinderopvangtoeslag omdat de man niet werkt ondanks dat in dit in 2002 in de wet geregeld zou worden” (Mededeling (uitstel antwoord))
- 2018-04-09: Een gezin waarvan de vrouw werkt, de man permanent in een WLZ-instelling verblijft en de kinderen dus geen recht hebben op kinderopvangtoeslag omdat de man niet werkt ondanks dat in dit in 2002 in de wet geregeld zou worden (Schriftelijke vragen)
Extra documenten volgens zoekmachine
- 2024-03-12: Invoeringstoets recht op kinderopvangtoeslag bij Wlz-indicatie (Bijlage)